Provincie Utrecht mag wolf voorlopig nog niet vangen en verstoren
Utrecht, 16 september 2024
De provincie Utrecht mag voorlopig nog niet starten met het vangen, verdoven, zenderen en paintballen van één specifieke wolf in de omgeving van Leusden. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland beslist. De wolf is een strikt beschermde soort, die niet zomaar mag worden gevangen of verstoord. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (GS) hebben op dit moment niet goed genoeg onderbouwd dat het nodig is om in te grijpen met de voorgestelde middelen. Daarom kan ook niet goed worden beoordeeld of er nog andere bevredigende oplossingen zijn.
Vangen, verdoven, zenderen en verstoren
De provincie stelt dat de wolf met genetisch kenmerk GW3237m onnatuurlijk gedrag vertoont. Het dier komt namelijk sinds vorig jaar maart te dicht bij honden en mensen. Door de wolf te vangen, te verdoven en te zenderen wil de provincie de situatie monitoren, analyseren en proberen het onnatuurlijke gedrag om te buigen. Als dat niet genoeg helpt, wil de provincie het dier schuw maken met een paintballgeweer. GS hebben hiervoor een omgevingsvergunning verleend.
Bezwaar
Stichting De Faunabescherming en Stichting Animal Rights maken bij GS bezwaar tegen de omgevingsvergunning. Volgens de stichtingen is geen sprake van afwijkend, maar van natuurlijk gedrag van een beschermde diersoort. Daarnaast stellen zij dat er geen wetenschappelijk onderzoek is dat onderbouwt dat een wolf door middel van de voorgestelde methoden gedrag zou kunnen afleren. Bovendien zijn andere oplossingen niet onderzocht of toegepast. Omdat de provincie al gebruik kan maken van de omgevingsvergunning hebben zij de voorzieningenrechter gevraagd dit voorlopig te verbieden.
Oordeel
De voorzieningenrechter komt in deze spoedprocedure tot de conclusie dat de onderbouwing van de omgevingsvergunning op dit moment tekortschiet. De voorzieningenrechter ziet zeker de zorgen van GS, maar de wolf is een strikt beschermde soort die in principe niet mag worden gevangen en verstoord. GS hebben op dit moment niet goed genoeg uitgelegd dat het vangen en verstoren van de wolf met de voorgestelde middelen noodzakelijk is. GS hebben bijvoorbeeld te weinig inzicht gegeven in de meldingen over de wolf en het is ook onduidelijk hoe deze meldingen zijn beoordeeld door een wolvendeskundige. Daardoor is het niet mogelijk te toetsen of deze wolf daadwerkelijk een gevaar oplevert voor de openbare veiligheid en ook niet of deze wolf met de maatregelen wordt beschermd of juist bedreigd. Op dit moment is ook niet te beoordelen of er nog een andere bevredigende oplossing is. Onder deze omstandigheden wegen de belangen van de stichtingen die opkomen voor de wolf zwaarder dan de belangen van GS en de provincie. Daarom mag tot twee weken na beslissing op het bezwaar niet gestart worden met het vangen en zenderen van de wolf. Mochten GS of de provincie de omgevingsvergunning tóch willen gebruiken tijdens de bezwaarprocedures, dan kunnen zij de voorzieningenrechter goed gemotiveerd vragen de beslissing van vandaag op te heffen of te wijzigen.
Uitspraken
Limburgse ontheffing voor bestrijden van kraaien met een vangkooi blijft in stand
De rechtbank Limburg heeft op maandag 2 september de beroepen van de stichtingen Fauna4Life en Animal Rights tegen de ontheffing die Gedeputeerde Staten van Limburg hadden verleend aan de Stichting Faunabeheereenheid Limburg voor de inzet van vangkooien voor het vangen en doden van zwarte kraaien ongegrond verklaard. De rechter oordeel dat de ontheffing niet strijdig is met de Wet natuurbescherming.
Het Limburgse college verleende de ontheffing aan de Faunabeheereenheid ter bescherming van weide- en akkervogels in daarvoor aangewezen soortbeschermingsgebieden. De rechtbank stelt dat de voorschriften die het provinciebestuur aan de ontheffing heeft verbonden niet in strijd met de wet.
Er bestaat geen andere bevredigende oplossing en de bestrijding van de kraaien is nodig ter bescherming van flora en fauna en leidt ook niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van zwarte kraaien. Daarom verklaart de rechtbank de beroepen van de stichtingen ongegrond.
Meer informatie is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Limburg.
Meer mogelijkheden voor schadebestrijding ganzen in Zeeland
Het provinciebestuur van Zeeland heeft nieuwe maatregelen ingevoerd om de populatie grauwe ganzen en brandganzen te beheersen, omdat de groei van deze populaties aanzienlijke schade aan landbouwgewassen veroorzaakt. De provincie heeft nu toestemming gegeven aan jagers om de dieren te lokken met voedsel of geluiden, en hen ruimere schietmogelijkheden gegeven, inclusief de mogelijkheid om tijdens de schemering te jagen. Ook mogen jagers ganzen met een mes doden om het lijden van gewonde dieren te verlichten, wat eerder verboden was.
Het besluit is genomen omdat de eerdere maatregelen niet voldoende bleken te zijn om de schade te beperken, wat leidde tot toenemende schadeclaims van boeren die inmiddels oplopen tot twee miljoen euro. De provincie streeft ernaar om de populatie binnen de internationale afspraken te houden, waarbij een minimumaantal ganzen wordt gewaarborgd voor het behoud van de soorten.
Hoewel er afgelopen zomer sprake was van het vergassen van ganzen tijdens de broedperiode, is dit plan uiteindelijk niet uitgevoerd, mede door kritische reacties van de Europese Commissie.
Voorwaarden ondersteunend afschot overwinterende ganzen Fryslân
Vanaf 5 oktober kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om ondersteunend afschot uit te voeren op overwinterende trekganzen.
De voorwaarden die daarvoor gelden staan in bijgaand document.
**Ter verduidelijking aanvraag meldingbewijs en daaraan gekoppelde rapportage verplichting;
In de voorwaarden voor het vergunning-vrij gebruik van ondersteunend afschot is opgenomen dat de grondgebruiker een meldingsbewijs moet hebben aangevraagd en dat voor het gemelde geval een rapportage verplichting geldt. Hieraan wordt voldaan door een schademelding (melding van dreigende schade) te doen in het Schade Registratie Systeem (SRS) en het afschot te melden in het Faunaregistratie Systeem (FRS). Melding en rapportage bestaan uitsluitend digitaal. Er is geen document om te printen en er behoeft ook geen document te worden meegenomen in het veld. Bij controle kan worden verwezen naar het betreffende meldingsnummer in SRS. De procedure is daarmee gelijk aan voorgaande jaren.
FBE Fryslân
ZLTO: ‘Extra geld voor ganzenschade in Zeeland geboren uit armoede’
De provincie Zeeland heeft besloten om nog eens ruim 750.000 euro vrij te maken voor het vergoeden van faunaschade, bovenop het eerder gereserveerde budget van 2,1 miljoen euro. Deze aanvullende financiële maatregel is vooral het gevolg van de toenemende overlast door ganzen, met name voor agrarische ondernemers die schade aan hun gewassen ondervinden.
Het extra budget is noodzakelijk omdat de schade door ganzen, vooral in wintergraan, veel hoger is dan verwacht. Hendrik Jan ten Cate, bestuurder van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), stelt dat deze toename het gevolg is van falend beleid uit het verleden, waarbij het beheer van de ganzenpopulatie te beperkt was. De huidige schade zou drie tot vier keer zo hoog zijn als voorheen.
Het nieuwe provinciebestuur heeft al eerder aangegeven zich actief in te zetten om de schade door foeragerende ganzen te verminderen. Gedeputeerde Wilfried Nielen (BBB) verklaarde dat alle ganzen die mogen worden bejaagd, ook daadwerkelijk bejaagd moeten worden. Ten Cate benadrukt dat een intensiever beheer van de ganzen noodzakelijk is, wat vraagt om betere jachtstrategieën en het beperken van veilige rustgebieden voor ganzen tot natuurgebieden.
Ondanks het in 2015 vastgelegde “ganzenakkoord”, waarin winterrust voor bepaalde soorten ganzen is opgenomen, wordt het probleem nog steeds als onvoldoende aangepakt gezien. Ten Cate wijst op de beperkingen in de afschotvergunningen en de ineffectiviteit van de huidige maatregelen, die de ganzen slechts verplaatsen in plaats van de schade daadwerkelijk te verminderen. Het nieuwe interprovinciale ganzenplan, waaraan ZLTO meewerkt, moet dit probleem helpen oplossen.
Nieuwsbrief NOJG
Landelijk bestuur NOJG roept leden op om enquête over de wolf in te vullen
De Werkgroep Wolf Nederland, een organisatie die streeft naar een ‘vreedzame co-existentie’ met wolven in Nederland, heeft een enquête uitgezet om antwoord te krijgen op de vraag hoe het zit met het maatschappelijke draagvlak voor de aanwezigheid van de wolf in ons land.
De vragenlijst, die tot uiterlijk donderdag 3 oktober as. kan worden ingevuld, is volgens de Werkgroep Wolf Nederland bedoeld om een beter inzicht te krijgen in de meningen en ervaringen van mensen met betrekking tot de wolf en het huidige wolvenbeleid in Nederland.
Anoniem
De resultaten van dit onderzoek worden volgens de werkgroep anoniem verzameld in een rapport dat openbaar zal worden gemaakt. Dit rapport kan gebruikt worden door de werkgroep, scholieren, universiteiten, instellingen en overheden.
Het landelijk bestuur van de NOJG roept alle leden op om de vragenlijst online in te vullen en terug te sturen, maar tekent daarbij wel aan dat de enquête niet is uitgezet door een onafhankelijk bureau dat de kwaliteit en betrouwbaarheid bewaakt. ,,Daardoor is het voor ons als organisatie oncontroleerbaar hoe de ingevulde gegevens worden verwerkt en welke uitleg eraan wordt gegeven”, aldus landelijk voorzitter René Leegte.
Gedegen debat
Niettemin vindt hij het wenselijk dat de leden van de NOJG hun individuele geluid laten horen. ,,Gelet op het aantal incidenten van de laatste tijd wordt het hoog tijd voor een gedegen maatschappelijk debat over de aanwezigheid van de wolf. We moeten echt gaan nadenken over de vraag hoeveel wolven we acceptabel vinden en wat we doen met het beheer.”
Opvallend aan de enquête is dat van de deelnemers nogal wat voorkennis wordt verwacht. Een van de vragen luidt of men vindt dat het huidige wolvenbeleid duidelijk en begrijpelijk is. Van wie vervolgens ‘nee’ invult wordt verwacht dat hij of zij duidelijk aangeeft welke aspecten dan verwarrend of onduidelijk zijn.
Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer
Postbus 72
7480 AB Haaksbergen
T: 053 -57 24 833
secretariaat@nojg.nl | www.nojg.nl
Provincie Utrecht – Haas, konijn en kleine marterachtige voortaan beschermd bij ruimtelijke activiteiten
Sommige ruimtelijke activiteiten kunnen schadelijk zijn voor beschermde diersoorten. Denk aan het rooien van bomen, baggeren, slopen of bouwen. Er moeten dan maatregelen genomen worden om schade te voorkomen of te beperken en er kan een vergunning nodig zijn. Vanaf 1 september 2024 geldt dit in de provincie Utrecht ook voor hazen, konijnen en kleine marterachtigen.
Bij ruimtelijke activiteiten is een initiatiefnemer verplicht te kijken naar negatieve effecten voor beschermde diersoorten, zoals vleermuizen. Voor hazen, konijnen en de kleine marterachtigen bunzing, hermelijn en wezel, geldt deze verplichting (nog) niet. Zij staan namelijk op de provinciale ‘Lijst vrijgestelde soorten’ wat betekent dat bij ruimtelijke activiteiten in leefgebieden van deze soorten geen vergunningen nodig zijn. Hier komt vanaf 1 september 2024 in de provincie verandering in. De ‘staat van instandhouding’ van hazen, konijnen en kleine marterachtigen is ongunstig. Dat wil zeggen dat het niet goed gaat met deze diersoorten. Het opnemen van deze soorten op de vrijstellingslijst is daardoor niet langer mogelijk. Provinciale Staten hebben op 7 februari 2024 besloten deze soorten van de vrijstellingslijst af te halen. Enkele andere provincies hebben deze beslissing ook al genomen.
Onderzoek is verplicht
De provincie heeft besloten dat activiteiten in leefgebieden van de haas, het konijn en kleine marterachtigen vanaf 1 september 2024 niet langer zijn vrijgesteld van de verbodsbepalingen zoals genoemd in de Omgevingswet. Concreet betekent dit dat wie bijvoorbeeld wil bouwen in een omgeving waar hazen, konijnen of kleine marters kunnen voorkomen, eerst moet onderzoeken of de diersoorten hier aanwezig zijn, en of de werkzaamheden invloed hebben op deze dieren. Zijn er negatieve effecten op de soorten te verwachten, dan moet een Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit aangevraagd worden. De provincie toetst deze vergunningaanvragen.
Informatie over maatregelen
De provincie Utrecht heeft voor hazen en konijnen een speciaal toetsingskader opgesteld. Daarin staat hoe u kunt onderzoeken of in een gebied hazen en konijnen aanwezig zijn en welke maatregelen u kunt nemen om schade te voorkomen of te beperken. Voor de kleine marterachtigen staat deze informatie in een landelijk kennisdocument dat door BIJ12 is opgesteld. De werkwijze van de provincie Utrecht wijkt hier op een aantal onderdelen, zoals de benodigde onderzoeksinspanning, wel vanaf. Bekijk voor meer informatie de handleiding Aanvraag vergunning flora- en fauna-activiteit bij ruimtelijke ingrepen.
Bekijk het toetsingskader konijn, toetsingskader haas en het kennisdocument kleine marterachtigen. externe link
Documenten
- Toetsingskader Konijn Provincie Utrecht, juni 2024 (pdf, 2.39 MB)
- Toetsingskader Haas Provincie Utrecht (pdf, 3.44 MB)
Zie ook
Geen wapenverlof om schapen tegen wolf te beschermen
De minister van Justitie en Veiligheid hoeft geen wapenverlof te verlenen voor het voorhanden hebben en dragen van een vuurwapen met het oog op verdediging van schapen tegen wolvenaanvallen. Dat heeft de rechtbank Noord-Nederland donderdag 26 september bepaald. De minister moet een wapenverlof verlenen als de aanvrager daar een redelijk belang bij heeft. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht het wapenverlof heeft geweigerd omdat eiser dit redelijke belang niet heeft.
De eiser van het verlof is jager en hij is door een veehouder gevraagd om schapen te beschermen tegen wolven door deze wolven af te schieten op het moment dat er een wolvenaanval plaatsvindt. De schapen van de veehouder zijn in maart 2022 aangevallen door een wolf en de veehouder vreest dat in de toekomst meer aanvallen zullen plaatsvinden. Eiser heeft om die reden een wapenverlof aangevraagd op grond van de Wet wapens en munitie.
Met het wapenverlof dat eiser heeft aangevraagd kan de minister geen toestemming verlenen voor het afschieten van een wolf. Dit doel kan eiser met deze procedure niet bereiken. De omgevingsvergunning voor het doden of verstoren van de wolf moet op grond van andere wet- en regelgeving worden aangevraagd.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft bepaald dat de situatie die eiser heeft beschreven – waarin hij schapen wil verdedigen bij een acute wolvenaanval – geen uitzonderlijk geval is waarbij een redelijk belang bij een wapenverlof op grond van zelfverdediging bestaat. Om die reden heeft de minister het wapenverlof terecht geweigerd.
Van belang is dat eiser zich ten opzichte van andere jagers en veehouders niet in een bijzondere positie bevindt. Daarbij is niet gebleken dat er geen wolfwerende maatregelen genomen kunnen worden of dat deze maatregelen niet volstaan ter bescherming van de schapen. Ook kan niet worden vastgesteld dat eiser en de veehouder ter bescherming van de schapen bij een aanval niet tijdig een beroep kunnen doen op de autoriteiten.
Meer informatie is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.
Beschermstatus wolf wordt door EU verlaagd
Het besluit van de EU om de beschermingsstatus van de wolf te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’ vormt een belangrijke ontwikkeling in het Europese natuurbeleid. Dit betekent dat in uitzonderlijke gevallen de wolf kan worden verjaagd of bejaagd, wat tot bezorgdheid leidt onder natuurbeschermers en experts.
De wolf, die de laatste jaren succesvol is teruggekeerd in diverse Europese landen, heeft momenteel een beschermde status op basis van de FFH-richtlijn van de EU en de Bernconventie. Hoewel de populatie toeneemt, blijft de soort kwetsbaar vanwege inteelt en illegale jacht, benadrukt wolvenexpert Maurice la Haye.
Voorstanders van de verlaging, waaronder sommige Nederlandse en regionale politici, pleiten voor meer flexibiliteit in het beheer van wolven, zeker in gebieden waar de dieren voor overlast zorgen. Tegelijkertijd wijzen critici erop dat preventieve maatregelen, zoals het plaatsen van wolfwerende hekken en het beschermen van vee, effectiever kunnen zijn dan het toestaan van jacht.
De aanvraag om de beschermingsstatus te wijzigen, moet nog worden goedgekeurd door de Bernconventie, waarvan een meerderheid naar verwachting akkoord zal gaan. Echter, voordat de FFH-richtlijn zelf wordt aangepast, blijft de wolf nog strikt beschermd in Europa.
De discussie weerspiegelt de spanning tussen de noodzaak om de biodiversiteit te beschermen en de zorgen van boeren en gemeenschappen die kampen met de gevolgen van het toenemend aantal wolven, zeker gezien de te kleine natuur gebieden in Nederland, zijn de wolven genoodzaakt ook er buiten te jagen waarbij het bijlopend vee ( zoals schapen, paarden en koeien ) van zowel de boeren als particulieren een gemakkelijke prooi zijn.
Provincie Fryslan laat ecologisch onderzoek doen naar bestrijding van de ganzenoverlast
In Friesland speelt een bijzonder politiek dilemma rondom de aanpak van de ganzenoverlast, waarbij de BoerBurgerBeweging (BBB) een opvallende rol speelt. De partij, die zelf deel uitmaakt van het provinciaal bestuur met twee gedeputeerden, wil verder gaan in het bestrijden van de overlast dan het huidige provinciale beleid toestaat. BBB pleit voor meer ruimte voor jagers om ganzen te schieten, in tegenstelling tot de huidige limiet van vier ganzen per actie.
Gedeputeerde Matthijs de Vries, die lid is van de Christen Unie, wijst erop dat het versoepelen van de regels in strijd zou zijn met de huidige regelgeving. Hij wil daarom eerst een ecologisch onderzoek uitvoeren om te bepalen wat binnen de wet mogelijk is. Dit onderzoek zou echter een half jaar duren, wat voor de fractievoorzitter van de BBB, Natalie Nauta, te lang is gezien de toenemende schade voor boeren en de provincie. Hoewel Nauta het onderzoek waardeert, benadrukt ze dat de partij liever eerder actie zou zien.
De juridische kant van de ganzenbestrijding is ook onderwerp van discussie. De BBB heeft een advocaat ingeschakeld voor advies, terwijl gedeputeerde De Vries de landsadvocaat heeft geraadpleegd. Uit de adviezen blijkt dat de provincie goed op weg is met haar huidige beleid. Toch blijft de BBB van mening dat er meer ruimte zou moeten zijn om de ganzenoverlast effectiever aan te pakken, ondanks de juridische beperkingen.
Nederland telt op dit moment 11 wolvenroedels
Nederland telt op dit moment 11 wolvenroedels en 2 solitaire wolven. Bij 10 roedels is bevestigd dat er welpen zijn geboren. In totaal zijn er dit jaar minimaal 55 wolvenwelpen aangetoond. Dat staat in de nieuwe voortgangsrapportage van BIJ12 over de activiteit van de wolf. De rapportage gaat over de activiteit van de wolf in Nederland in de periode van 16 februari tot en met 17 mei.
In totaal zijn er in deze periode in Nederland 43 verschillende wolven aangetoond met DNA. Daarvan zijn 8 wolven voor het eerst aangetroffen in Nederland. De overige wolven zijn al eerder in Nederland aangetoond met DNA. Dit zijn gevestigde wolven of zwervende wolven zonder een vast territorium.
Hoeveel wolven er leven in Nederland, is niet exact te bepalen. Wel is een schatting te maken op basis van de gegevens die bekend zijn bij het landelijk Wolvenmeldpunt van BIJ12. Op dit moment leven er naar schatting tussen 104 en 124 wolven in Nederland. BIJ12 ontving in de afgelopen periode 217 meldingen van vermoedelijke wolvenschade aan landbouwhuisdieren. De DNA-analyse toonde in 190 gevallen aan dat het om wolvenschade ging. Bij nog 5 gevallen is predatie door wolf niet uit te sluiten.
Naast 217 meldingen van vermoedelijke wolvenschade, kwamen er deze periode 1245 meldingen binnen van mogelijke sporen van wolven. De meldingen werden gedaan bij het Wolvenmeldpunt. Bij 617 meldingen is op basis van bewijsmateriaal, zoals beeldmateriaal of DNA-onderzoek op een uitwerpsel, bevestigd dat het daadwerkelijk om een wolf ging. Van de overige 628 meldingen kon niet worden vastgesteld of dit een wolf betrof.
Meer informatie is te vinden in de voortgangsrapportage over de wolf.