Stropers op heterdaad betrapt in Nuenen Noord-Brabant

Op 21 november 2025 heeft de politie drie stropers op heterdaad betrapt in het buitengebied van Nuenen. Het betrof een 19-jarige man uit Nuenen, een 19-jarige man uit Frankrijk en een 22-jarige man uit Nuenen, die later in het onderzoek in beeld kwam. Zij worden verdacht van stroperij op hazen met behulp van honden. De stropers namen een hond en wapens mee en lieten de hond los om hazen op te jagen. Deze jachtmethode is buitengewoon wreed, waarbij de opgejaagde dieren uitgeput raken en geen enkele kans hebben. Stroperij is niet alleen wreed, maar ook in strijd met de wet.

(Wild)stroperij: een groeiend en structureel probleem.

(Wild)stroperij vormt een structureel en toenemend probleem binnen kwetsbare natuurgebieden. Dit fenomeen is een aandachtspunt voor politie, buitengewoon opsporingsambtenaren (groene BOA’s) en burgers. In het buitengebied worden ’s nachts met speciaal getrainde honden en in sommige gevallen vuurwapens, beschermde diersoorten zoals hazen en reeën illegaal bejaagd. Stropers maken hierbij gebruik van voertuigen en krachtige lichtbronnen om dieren op te sporen, waarna zij met jachtmethoden worden gevangen of gedood. De inzet van getrainde honden is gericht op het vangen van prooien, wat regelmatig gepaard gaat met aanzienlijk dierenleed. Stroperij wordt als ernstig strafbaar feit gekwalificeerd en kan leiden tot hoge geldboetes of gevangenisstraffen.

De impact van stroperij op de natuur.

Stroperij verstoort daarnaast het natuurlijke evenwicht van wildpopulaties, ondanks de inzet van diverse organisaties die zich inzetten voor het behoud van deze populaties.

Samenwerking voor handhaving

De milieuagenten van de politie Maas en Leijgraaf en Dommelstroom, lokale gemeentelijke BOA’s en SSiB (Samen Sterk in Brabant) werken nauw samen om stroperij tegen te gaan. Gezamenlijke observatieacties, vaak ’s nachts uitgevoerd, resulteerden in zichtbare successen. In Nuenen leidde deze aanpak tot de aanhouding van verdachten.

Inbeslagname en onderzoek

Bij de staande houding troffen agenten een lange hond en een dode haas aan in het voertuig van de verdachten; beide werden in beslag genomen, evenals het voertuig zelf. Tijdens het onderzoek werden foto’s en video’s aangetroffen die wijzen op herhaalde stroopactiviteiten, waaronder beelden van wapengebruik en poseren met gestroopt wild. Een derde verdachte werd eveneens geïdentificeerd. Het Functioneel Parket behandelt de zaak verder.

Meldpunt stroperij

POLITIE

De politie is het eerste aanspreekpunt voor meldingen over stroperij, drugsdumpingen en ander milieugerelateerd crimineel gedrag. Voor tips of meldingen: bel 0900-8844 of anoniem via Meld Misdaad Anoniem op 0800-7000.

SAMEN STERK IN BRABANT (SSiB)

SSiB zet zich dagelijks in voor een veilig en schoon buitengebied met focus op afvaldumpingen, wildcrossen en stroperij. Het team ondersteunt netwerkpartners via handhavingsacties, surveillance en kennisdeling. Meld opvallende situaties in het buitengebied bij de MilieuKlachtenCentrale op 073 681 28 21. Meer informatie over SSiB vindt u hier.

Bron: https://www.politie.nl/nieuws/2025/november/21/09-politie-betrapt-stropers-op-heterdaad-in-nuenen.html




Landelijk Informatiepunt Wolven geopend

Nieuwsbericht | 20-11-2025

Vanaf donderdag 20 november is het Landelijk Informatiepunt Wolven geopend. Iedereen kan hier terecht met vragen en zorgen over wolven in Nederland. Het informatiepunt biedt actuele en feitelijke informatie. Het Landelijk Informatiepunt Wolven is opgericht door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de gezamenlijke provincies, verenigd in het Interprovinciaal Overleg. Het is onderdeel van de Landelijke Aanpak Wolven. De uitvoering is in handen van BIJ12.

Het informatiepunt gebruikt wetenschappelijke onderzoeken, erkende bronnen en actuele gegevens uit het landelijke Wolvenmeldpunt. Veelgestelde vragen en nieuwe inzichten worden regelmatig toegevoegd aan de website. Het Landelijk Informatiepunt Wolven is bereikbaar via de website www.landelijkinformatiepuntwolven.nl en telefoonnummer 0800-1212.

In Nederland leven wolven. Veel mensen hebben daar vragen of zorgen over.

Bijvoorbeeld:

Het Landelijk Informatiepunt Wolven geeft betrouwbare en begrijpelijke informatie over wolven.

  • Hoe en waar leven wolven?
  • Kan ik nog met mijn kind, hond of paard naar het bos?
  • Hoe bescherm ik mijn dieren?

Het Landelijk Informatiepunt Wolven is er voor iedereen met vragen of zorgen over wolven. Bel naar telefoonnummer 0800-1212 of vul het contactformulier in. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 9.00-12.00 uur en van 13.00-17.00 uur.

Wolven(spoor) melden?

Heb je een wolf, wolvenspoor of wolvendrol gezien? Geef dit door aan het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12. Je melding helpt om wolven in Nederland in kaart te brengen. Een team van getrainde vrijwilligers en experts beoordeelt elke melding zorgvuldig.

Schade aan vee?

Is je vee vermoedelijk verwond of gedood door een wolf? Neem dan direct contact op met BIJ12

bron: Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, 20/11/2025




Nieuw landelijk actieplan Afrikaanse varkenspest

Om de structurele dreiging van Afrikaanse varkenspest te minimaliseren, hebben overheden, natuurorganisaties en de Productenorganisatie Varkenshouderij een nieuw actieplan opgesteld. Dit plan, geldig tot medio 2028, richt zich op preventie en snelle bestrijding bij een mogelijke uitbraak.

Het actieplan in de provincie Limburg bouwt voort op de ‘Roadmap’ uit 2020 en is aangepast aan de recente ontwikkelingen in Europa. Extra aandacht gaat uit naar risicolocaties zoals parkeerplaatsen, recreatieparken en evenementen. Lokale overleggen zorgen voor effectief beheer van wilde zwijnen en investeren in de opleiding van jonge jagers. Dode wilde zwijnen worden direct beoordeeld door gekwalificeerde personen. Subsidies ondersteunen de aanschaf van middelen, trainingen en overleg. Partners houden draaiboeken en oefeningen actueel en noodvergunningen zijn beschikbaar voor snelle interventie indien nodig.

Het nieuwe landelijk actieplan

Beschrijft een gezamenlijk plan (2025–2028) van het Rijk, vier provincies, TBO’s en de varkenssector om insleep en verspreiding van Afrikaanse varkenspest (AVP) via wilde zwijnen te voorkomen en om bestuurlijk, juridisch en operationeel voorbereid te zijn op een uitbraak in Nederland.

Doel en reikwijdte

Het plan bouwt voort op de Roadmap Preventie AVP (2020) en neemt resterende en nieuwe acties op, specifiek gericht op wilde zwijnen; preventie bij gehouden varkens loopt in een parallel traject. Doel is risico’s op introductie te reduceren, rekening houdend met de ecologische rol van het wilde zwijn, én knelpunten bij bestrijding vooraf weg te nemen zodat bij een uitbraak snel en gecoördineerd kan worden opgetreden.

Governance en rolverdeling

Er komt een stuurgroep (LVVN, provincies GLD/LIM/NB/OV, POV en TBO’s) die jaarlijks bijeenkomt en een werkgroep die viermaal per jaar vergadert en de acties inhoudelijk uitwerkt en uitvoert. Provincies trekken de preventielijn (faunabeheer en populatiesturing), terwijl LVVN verantwoordelijk is voor dierziektebestrijding en de voorbereidingen daarop; financieringsvraagstukken worden betrokken bij de evaluatie van het gedecentraliseerde natuurbudget en het Natuurpact.

Hoofdacties preventie

Kern van de preventie is risicogericht, gebiedsspecifiek beleid op locaties met grootste kans op insleep (recreatie, infrastructuur, grensgebieden), inclusief reductie/voorkomen van populaties, afrasteringen, monitoring en lokale communicatie.Verder voorziet het plan in onderzoek naar niet-dodelijke middelen, optimalisering en eventueel minder vrijblijvende toepassing van beheermethoden (incl. juridische basis voor “verplicht beheer”), versterking van kennis en opleiding van jagers en het verbeteren van de georganiseerde inname en afvoer van slachtafval van wilde zwijnen.

Hoofdacties bestrijdingsvoorbereiding

Voor de “warme fase” worden compartimenten en besmette zones vooraf in kaart gebracht, inclusief mogelijke rastertracés en bijbehorende vergunning- en toestemmingsvereisten.Daarnaast worden afspraken voorbereid over inzet van lokaal personeel/vrijwilligers en alternatieve middelen (honden, drones) voor kadavers op te sporen, wordt een eradicatieplan voor AVP in wilde zwijnen geactualiseerd en is er expliciete afstemming met veiligheidsregio’s over maatschappelijke en orde/veiligheidsgevolgen van een uitbraak.

Jaarlijkse terugkomdag en provinciale bijlage

Er wordt jaarlijks een “terugkomdag” georganiseerd waarin alle betrokken partijen voortgang, knelpunten en goede voorbeelden rond preventie en beheer uitwisselen.In een bijlage staat per provincie (GLD, LIM, NB, OV) een overzicht van reeds uitgevoerde acties sinds de Roadmap, zoals 0‑standgebieden, lokale overleg- en interventieteams, verruimde inzet van middelen, compartimenteringsonderzoek en het plaatsen van rasters en waarschuwingsborden.

Bronnen
[1] 102223972-Plan-van-aanpak-preventie-en-bestrijdingsvoorbereiding-Afrikaanse-varkenspest-.pdf




De jacht is springlevend en is onderdeel van onze relatie met de natuur

bron: Omroep Gelderland

Hoe jacht en natuur samen het landschap vormen

Zonder de invloed van de jacht zou de Veluwe er vandaag de dag heel anders uitzien. Hoewel veel mensen de begrippen ‘jacht’ en ‘natuur’ als tegenpolen beschouwen, blijken ze in werkelijkheid nauw met elkaar verweven. Dit wordt gesteld door Eugenie van Heijgen, onderzoeker aan Wageningen Universiteit, in haar proefschrift over de relatie tussen mens en natuur.

De verwevenheid van mens en natuur

Volgens Van Heijgen worden discussies rondom de jacht vaak gekleurd door negatieve associaties, bijvoorbeeld met ‘plezierjacht’, en het idee dat jagen niet thuishoort in natuurgebieden. “De natuur zoals wij die in Nederland kennen – denk aan de Veluwe en de dieren die er leven – is voor een belangrijk deel gevormd door jachtactiviteiten, zowel in het verleden als nu,” legt Van Heijgen uit.

Het ontstaan van het ‘jachtlandschap’

Het is geen verrassing dat menselijk handelen invloed heeft op het landschap, maar Van Heijgens onderzoek laat zien hoe diep die invloed werkelijk reikt. Ze introduceert de term ‘jachtlandschap’ om gebieden als de Veluwe te beschrijven. “Het is alsof je een speciale bril opzet om naar de natuur te kijken,” licht ze toe. Veel dieren die wij typisch Veluws vinden, zijn dat niet per definitie altijd geweest. Zo zijn wilde zwijnen bijvoorbeeld pas in het begin van de twintigste eeuw op de Veluwe teruggebracht. Op verzoek van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, werden zwijnen uit Tsjechië en Mecklenburg gehaald en uitgezet in Kroondomein Het Loo, om het Duitse jachtvoorbeeld te volgen.

Ook de huidige edelherten op de Veluwe komen oorspronkelijk uit verschillende delen van Europa. In de negentiende eeuw was de lokale populatie minder indrukwekkend qua formaat. Daarom brachten grootgrondbezitters begin twintigste eeuw edelherten uit andere regio’s naar de Veluwe, in de hoop gezondere dieren met imposante geweien te krijgen. “De edelherten die je nu ziet zijn dus eigenlijk een mix van lokale en geïntroduceerde dieren,” aldus Van Heijgen. Ook hier was de jacht de drijvende kracht achter deze introducties.

De invloed van dieren op het landschap

Rijke landeigenaren beheerden vroeger actief de populaties van herten en zwijnen, en ook tegenwoordig worden de aantallen nauwgezet bijgehouden. Jagers tellen de dieren en bepalen op basis daarvan hoeveel er jaarlijks mogen worden geschoten. De dieren zelf oefenen op hun beurt weer invloed uit op het landschap: zwijnen wroeten in de bodem, wat ruimte schept voor pioniersplanten, maar het jonge loofhout krijgt daardoor minder kans om te groeien. “Dat heeft zowel voordelen als nadelen,” zegt Van Heijgen. “De dynamiek tussen dier en landschap is constant in beweging.”

Jachttraditie en beeldvorming

De eeuwenoude jachttraditie heeft niet alleen het gebied gevormd, maar ook onze blik op de dieren. De fazant is daar een sprekend voorbeeld van. Deze vogelsoort werd ooit geïntroduceerd voor de jacht, maar wordt tegenwoordig door veel natuurbeschermers als ‘exoot’ bestempeld, en daardoor als minder waardevol. Volgens Van Heijgen hangt dit samen met de associatie met de jacht: de fazant wordt gezien als een typisch jachtdier en daardoor minder interessant gevonden.

Een blijvende verbinding

Samengevat zijn de jacht en de natuur van de Veluwe onlosmakelijk met elkaar verbonden. Van Heijgen concludeert: “Mensen voelen zich tegenwoordig minder verbonden met de natuur, wat een bedreiging vormt voor zowel onszelf als andere levensvormen. Jacht kan juist bijdragen aan die verbinding, al blijft het een complexe praktijk met scherpe kanten. Hoe dan ook, de jacht is springlevend en verdient het om serieus genomen te worden als onderdeel van onze relatie met de natuur.”




Vogelgriep – de actuele vogelgriepsituatie en de nieuwe risicobeoordeling van de Deskundigengroep Dierziekten.

Actuele situatie

Op dit moment is sinds de laatste TUO-mail van 16 oktober op negen locaties met pluimvee hoogpathogene vogelgriep (HPAI) vastgesteld. Dit waren zowel locaties van commerciële pluimveebedrijven met kippen en fazanten, als locaties van hobbyhouders. Dit is een groot aantal in korte tijd. Ook in de wilde vogels is een toename in HPAI te zien, met name in eendachtigen. Dit is gebleken uit zowel de levendewildevogelmonitoring van het Erasmus MC (EMC), als de dodewildevogelmonitoring van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en Dutch Wild Health Center (DWHC). Deze besmettingen bij wilde vogels, vooral eenden, komen verspreid over Nederland voor.
Ook in de rest van Europa is een toename van het aantal uitbraken met HPAI zowel bij gehouden als bij wilde vogels. In de afgelopen weken zijn er tientallen uitbraken geweest in onder andere België, Duitsland, Frankrijk, Polen, en het Verenigd Koninkrijk.

Risicobeoordeling Deskundigengroep Dierziekten

Voor ons waren de ontwikkelingen aanleiding om de Deskundigengroep Dierziekten opnieuw om een risicobeoordeling te vragen. Afgelopen 10 november zijn de deskundigen bijeengeweest voor een nieuwe risicobeoordeling. Zij hebben het risico verhoogd van ‘matig’ naar ‘zeer hoog’ met een lage mate van onzekerheid. De deskundigen hebben het risico verhoogd vanwege de hoge prevalentie van HPAI die bij de wildevogelmonitoring en het toegenomen aantal infecties bij gehouden pluimvee. Bij de levendewildevogelmonitoring van het EMC is nog niet eerder in de afgelopen jaren zo’n hoge prevalentie van het HPAI-virus gevonden bij eenden. Het definitieve verslag wordt meegestuurd met de Kamerbrief.

Wees alert

Gezien de vogelgriepsituatie, met in korte tijd een groot aantal uitbraken, roepen we iedereen dringend op alles te doen wat in ieders vermogen ligt om besmettingen te voorkomen. Daarbij zijn de bioveiligheids- en hygiënemaatregelen het allerbelangrijkste wapen. Daarnaast, door verdenkingen direct te melden bij de NVWA kan een eventuele besmetting zo snel mogelijk worden bestreden. Tevens willen we u vragen om uw achterban nogmaals te attenderen op de landelijke maatregelen en het goed toepassen van de afschermplicht voor hobbyhouders en speciale vogelsoorten (fazanten en loopvogels).
Voor iedereen die in contact komt met wilde vogels geldt dat men erop bedacht moet zijn dat wilde vogels besmet kunnen zijn, met name wilde eenden. Bij het hanteren van wilde vogels of kadavers is het daarom belangrijk dat de veiligheids- en persoonlijke beschermingsmaatregelen in acht worden genomen zoals beschreven in de Leidraad omgang met wilde dieren met vogelgriep.

Tot slot

Meer informatie over de geldende maatregelen is hier te vinden. Bij een verdenking: neem direct contact op met uw dierenarts of meld het bij de NVWA via 045 – 5453188. Vragen aan LVVN? Mail naar diergezondheid@minlnv.nl.
We realiseer ons dat het voortdurend waakzaam zijn en het toepassen van preventieve maatregelen veel vraagt van pluimvee- en hobbyhouders. We willen daarom onze dank en waardering uitspreken voor iedereen die zich hiervoor inzet.




Juridisch bekeken – Het geweer, de lunch en de nazit.

Uitgave oktober 2025 | Maurice Stassen – Jurist en bestuurslid NOJG

De herfst komt eraan. Ieder jagershart gaat dan weer sneller kloppen. Gure jachten over uitgestrekte mistige velden en akkers, blaffende honden, opvliegende fazanten, vluchtende hazen. En dan tussen de driften door een kop warme soep in de herberg, om er in de middag weer goed tegen te kunnen. En dan weer voorwaarts, door de zompige klei, over hekjes en sloten, door het struikgewas. Om dan te eindigen in diezelfde herberg voor een goede maaltijd.

Een mooi romantisch beeld, dat ik eigenlijk niet wil verstoren, maar toch: waar laten we het geweer tijdens de lunch en de nazit? Er doen allerlei verhalen de ronde en de verzoeken om duidelijkheid aan de juridische commissie van onze mooie vereniging zijn talrijk
En die duidelijkheid is niet makkelijk te geven. We merken dat er vaker gecontroleerd wordt in de herbergen en we merken ook dat er enigszins verschillend wordt omgegaan met dit vraagstuk.

Wettelijk gezien kent artikel 43 van de Regeling Wapens en Munitie (RWM) de opslageisen: wapens en munitie apart van elkaar, ook de essentiële onderdelen van de wapens zoals een grendel en zelfs magazijnen en een afsluitbare wapenkluis die, indien lichter dan 200 kilo, verankerd is in de muur of vloer.

In artikel 44 zien we de vervoerseisen: de vrijstelling om wapens en munitie te vervoeren geldt enkel voor het vervoeren tussen de woning en de schietbaan, de erkende wapenhandelaar, het bureau van politie na toestemming van de politie, en het jachtveld. Daarbij moet de weg en de tijd worden gebruikt welke redelijkerwijs voor het vervoer geboden zijn, dus de meest logische dan wel kortste weg. De wapens en munitie moeten zodanig verpakt zijn dat deze niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden aangewend en degene die bevoegd is voor het wapen moet er continu de controle over houden.

Dit betekent dus dat het wapen na de jacht, dus ook na de ochtendjacht, zo snel mogelijk terug de kluis in moet.

Het Gerechtshof in Arnhem heeft daar in 2022 al een niet mis te verstane uitspraak over gedaan.

In die zaak ging een jager na de jacht met een andere jager mee naar zijn woning buiten het jachtveld om te gaan eten. Het hof oordeelde dat het jachtgeweer door de jager niet rechtstreeks zijn vervoerd vanuit het jachtveld naar zijn woning. Het bezoek aan de woning van de medejager was niet redelijkerwijs geboden en daarom was de jager strafbaar en is hij ook veroordeeld, met alle gevolgen voor zijn jachtakte van dien.

Enige tijd geleden deed zich een voorval voor waar een aantal jagers bij betrokken was. Zij gingen lunchen in een besloten herberg iets buiten het jachtveld. In die herberg kregen zij controle. Een deel van de geweren zat in een foedraal, een ander deel niet.
Alle jagers werd in eerste instantie de jachtakte ontnomen. Als verweer voerden zij aan dat het boekje ‘101 vragen over jagen’, dat is samengesteld in overleg met het ministerie en na consultatie van de politie, aangeeft dat je met een wapen in het foedraal een café mag betreden.

Naar aanleiding van dat verweer hebben de jagers die het geweer in het foedraal hadden zitten hun akte terug gekregen. Immers, het boekje had de instemming van het ministerie en de politie. En de korpschef vond dat er met het boekje een gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt dat je inderdaad met een geweer in het foedraal een horecagelegenheid mocht bezoeken.
De jagers die het geweer niet in het foedraal hadden gedaan kregen hun akte niet terug. Dat de herberg voor overig publiek gesloten was maakte niet uit: de eigenaar, het personeel en de drijvers zouden ook bij de wapens kunnen en de deur waar de verbalisant door naar binnen kwam was niet afgesloten. Ook de rechter heeft de jagers zonder het foedraal in het ongelijk gesteld.

Hieruit zou je kunnen afleiden dat je met een geweer in het foedraal een horecagelegenheid mag betreden. Je moet het foedraal dan goed in de gaten houden. Maar het blijft een risicovolle onderneming.

Uit de zojuist geschetste casus en uit de uitspraak van het hof in Arnhem kun je eigenlijk alleen maar opmaken dat enkel het vervoeren via de kortste weg is toegestaan, en derhalve geen uitstapjes buiten het jachtveld. Want zodra je buiten het jachtveld komt ben je aan het vervoeren, en dat mag alleen maar via de kortste weg naar huis.

Lunchen en eten in het jachtveld zou wat mij betreft wel moeten mogen, je bent dan nog in het jachtveld en dus niet bezig met het vervoeren van het wapen.

Kortom: de wet is strikt, de rechter is strikt, er zit enige ruimte op basis van het boekje ‘101 vragen over jagen’ maar het is beter om geen enkel risico te lopen, hoe lastig dat soms ook zal zijn.

Ik wens u een mooi jachtseizoen met veel Waidmannsheil!




Juridisch bekeken – Ondertussen in de rechtbank…

Maurice Stassen
Jurist en bestuurslid NOJG

Datum: oktober 2025 | Maurice Stassen Jurist en Bestuurslid NOJG

Dat een stelselwijziging hoognodig is blijkt uit de niet aflatende stroom aan uitspraken waarbij bijvoorbeeld faunabeheerplannen onderuit geschoffeld worden. Heel recent gebeurde dat met het Faunabeheerplan Zuid-Holland ten aanzien van konijnen. Het plan was gemotiveerd op basis van de landelijke vrijstellingslijst. In een eerdere voorlopige spoedprocedure had de rechter dat plan al buiten werking gesteld als het ging om het doden van konijnen buiten het havengebied van Rotterdam.

Nu diende de eigenlijke procedure in beroep. Ook in deze zaak is de uitspraak van de Raad van State uit 2023 van belang, in welke uitspraak de Raad van State besliste dat de landelijke vrijstellingslijst niet als voldoende motivering van faunabeheerplannen kon dienen. Men mag, met andere woorden, niet enkel verwijzen naar die vrijstellingslijst, maar men moet apart motiveren waarom een bepaalde diersoort gedood moet worden en waarom er geen alternatieven zijn.

En juist over die alternatieven gaat deze zaak. De tegenstanders betoogden dat er al jarenlang duizenden konijnen worden gedood, maar dat het niets helpt. Er blijven teveel konijnen die ook nog eens overlast veroorzaken. Als doden niet de oplossing is, dan moet gezocht worden naar alternatieve manieren, aldus de bezwaarmakers.

De rechtbank volgt de bezwaarmakers in hun stelling dat de richtsnoeren uit de Habitatrichtlijn ook van toepassing zijn op het konijn. Dat is een juridisch-technisch verhaal waarmee ik u niet verder zal vermoeien.

Het toepassen van die richtsnoeren betekent echter wel dat het doden van konijnen ten onrechte is toegestaan voordat andere maatregelen zijn getroffen die het probleem gedeeltelijk oplossen. Dus ook oplossingen die maar deels werken moeten worden meegenomen. Dat staat zelfs in de toelichting op de wet en niet alleen in de genoemde richtsnoeren. Als het doden van dieren geheel of gedeeltelijk vermijdbaar is door het treffen van geschikte maatregelen dan mag je geen ontheffing of vrijstelling voor het doden van dieren afgeven.

De rechter stelt vast dat een aantal alternatieve middelen inderdaad ongeschikt zijn. Konijnen kruipen door afrasteringen en ondergraven hekwerken bijvoorbeeld. Ook kunnen terreinen niet voortdurend gemaaid worden om konijnen tegen te gaan.

Maar dat deze alternatieven niet werken wil niet zeggen dat je dan meteen mag overgaan tot het doden van de dieren. Want het faunabeheerplan zelf geeft al aan dat er een plan van aanpak moet zijn met als onderdeel dat er een verplichte inzet is van werende en verjagende middelen waar dat, al dan niet gedeeltelijk, effectief en mogelijk is. Dit is trede 1 van de escalatieladder.

Maar in het faunabeheerplan zijn geen kaders of instructies opgenomen die door de Faunabeheereenheid in acht moeten worden genomen bij het beoordelen van een dergelijk plan van aanpak. Dus, zegt de rechter, kunnen we ook niet nagaan of er wel goed is gekeken naar de alternatieven voordat er is besloten over te gaan tot het doden van de konijnen.

De inzet van alternatieve middelen op plaatsen waar dat (gedeeltelijk) effect heeft is daarmee niet gewaarborgd. En dat levert op dat het besluit niet voldoende is gemotiveerd en sneuvelt.

Zoals gezegd het zoveelste voorbeeld van een motiveringsgebrek in de besluitvorming, waardoor met name de schadebestrijders werkeloos en vooral machteloos moeten toezien hoe de schade uit de hand loopt.




Rechter wijst verzoek om schorsing afschotvergunning reeën in Friesland af

Geplaatst: 30/10/2025

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 29 oktober het verzoek van de stichtingen Fauna4Life en Animal Rights tot schorsing van de omgevingsvergunning voor gereguleerd afschot van reeën in Friesland afgewezen. Volgens de rechter kan afschot, mits doelgericht en structureel uitgevoerd, bijdragen aan het verminderen van aanrijdingen.

Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân verleende op 1 juli een vergunning aan de Faunabeheereenheid Fryslân voor het afschieten van reeën rondom risicovolle wegtrajecten tot 1 juli 2030, ter bevordering van de verkeersveiligheid. Ook het doden van ernstig gebrekkige of zieke dieren is toegestaan.

De dierenorganisaties betoogden dat alternatieve, preventieve maatregelen onvoldoende zijn onderzocht of toegepast en vroegen om schorsing van de vergunning in afwachting van bezwaar. De rechter constateerde dat de motivering van het college op enkele punten tekortschiet, met name ten aanzien van de noodzaak van afschot en de beoordeling van alternatieven. Desondanks acht de rechter schorsing niet nodig, mede omdat het college en de Faunabeheereenheid hun standpunt tijdens de zitting nader hebben toegelicht.

Het belang van verkeersveiligheid weegt volgens de rechter zwaarder dan het belang van onmiddellijke schorsing. Het verzoek om een voorlopige voorziening is daarom afgewezen. De bezwaarprocedure loopt nog; een besluit wordt eind december 2025 verwacht.


Zie de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.

bron: Rechtbank Noord-Nederland, 29/10/2025




Uitnodiging Algemene Ledenvergadering NOJG

Datum: Donderdag 20 november 2025

Tijd: Aanvang 20.00 uur

Locatie: Zalencentrum de Bongerd, Flessestraat 54, 6666 CR te Heteren

Geachte leden,

Hierbij nodig ik u uit voor de Algemene Ledenvergadering van de NOJG in Zalencentrum de Bongerd, Flessestraat 54 te Heteren op donderdag 20 november a.s.
De zaal is open vanaf 19.30 uur alwaar u, na uw aanmelding, van koffie of thee wordt voorzien.

De agenda voor deze avond ziet er als volgt uit:

1. Opening door de voorzitter
2. Ingekomen stukken en mededelingen
3. Verslag Algemene Ledenvergadering 22 mei 2025
4. Beleidsvoornemens 2026
5. Begroting 2026
6. Korte pauze

Inleiding spreker Michael van Duijnhoven: Michael is de initiatiefnemer om te komen tot een nieuwe Jachtopleiding, een alternatief voor de Jachtopleiding van SJN. Het ministerie is al bezig deze nieuwe opleiding te certificeren en Michael komt uitleggen wat de opleiding gaat inhouden, en waarin deze verschilt van de opleiding bij SJN. De NOJG staat sympathiek tegenover dit initiatief, vandaar dat we Michael graag aan het woord laten.

7. Rondvraag
8. Sluiting

In afwachting van een goede opkomst,

Voorzitter, René Leegte




De wintertijd is begonnen en de kans op aanrijdingen met wild neemt toe

De overgang naar wintertijd veroorzaakt jaarlijks een piek in het aantal wildaanrijdingen in Nederland, met name onder automobilisten die in schemering en donker door natuurgebieden rijden. Dit verhoogde risico is het gevolg van verschuivingen in daglichturen en het biologisch ritme van dieren, die zich niet aanpassen aan onze verzetting van de klok.

Vandaag is het weer zover: de wintertijd is ingegaan. Waar menigeen uitkijkt naar een extra uur slaap, waarschuwen faunabeheerders voor een flinke keerzijde. Met de overgang naar de wintertijd wordt het ’s ochtends later licht en ’s avonds eerder donker. Dit vergroot de kans op aanrijdingen met wild, “Jaarlijks worden duizenden reeën, zwijnen en herten slachtoffer van verkeersongelukken direct na de tijdswissel,” zegt Piet Croughs van de wildbeheereenheid Susteren/Graetheide.

De reden? Met het ingaan van wintertijd vallen de ochtend- en avondspits weer samen met de actieve uren van het wild. Bestuurders gaan moe en minder alert in het donker op pad, terwijl dassen en reeën juist op deze momenten de wegen oversteken. “Dieren kennen geen zomer- of wintertijd. Hun routes en gewoontes blijven identiek; alleen wij veranderen abrupt ons ritme,” aldus Piet Croughs

Hij roept automobilisten op tot meer oplettendheid: matig uw snelheid, groot licht bij donkere wegen zonder tegenliggers, wees alert bij wildwaarschuwingsborden en gebruik groot licht waar mogelijk. Files en drukke wegen door natuurgebieden vormen daarbij het grootste risico. “Met die kleine aanpassingen kunnen veel levens, zowel mens als dier, worden gespaard,” klinkt het. Ik heb dit zelf persoonlijk meegemaakt ,wat het betekend als je moet uitwijken voor een aanrijding met wilde zwijnen en wat de gevolgen ervan voor mij zijn geweest.

  • Rij extra voorzichtig in schemering en donker, vooral op buitenwegen langs natuurgebieden
  • Pas de snelheid aan en wees alert bij waarschuwingsborden.
  • Gebruik waar mogelijk groot licht zonder tegenliggers
  • Beter is om recht te blijven rijden, stevig te remmen als dat veilig kan en de controle over het voertuig te behouden. In veel gevallen overleeft het dier de klap niet, maar voorkom je dat er meerdere slachtoffers vallen.
  • Een tweede reden om niet uit te wijken, is de verzekering. Wie uitwijkt en schade veroorzaakt zonder dat het dier wordt geraakt, krijgt die schade meestal niet vergoed. Een verzekeraar kan immers niet bewijzen dat er een dier op de weg was. Alleen als er sporen van de aanrijding zichtbaar zijn, zoals bloed, haren of foto’s van het dier en de schade, keert een beperkte of allriskverzekering uit.
  • Iemand die van de weg raakt en zegt dat hij moest uitwijken voor een hert, kan dat zelden bewijzen, daarom is het cruciaal om foto’s te maken van het dier en de schade.

Mocht u onverhoopt toch een wild dier aanrijden, bel direct de politie via 112. Zelf verplaatsen of verzorgen van het dier is wettelijk verboden; de autoriteiten sturen een bevoegd persoon om het dier te helpen of te verwijderen.

De wintertijd vraagt om extra waakzaamheid op de weg – voor uw eigen veiligheid en voor die van het Nederlandse wild.