Gesprekken tussen landelijk NOJG-voorzitter en nieuwe topvrouw LNV

Geertje-van-Hooijdonk-Directeur-en-Plaatsvervangend-directeur-generaal-Natuur-bij-LNV

DEN HAAG – De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer heeft onlangs uitgebreid kennisgemaakt met Geertje van Hooijdonk, de nieuwe directeur bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Zij is per 15 augustus aangetreden.

Het kennismakingsprogramma, waarvoor ook de Jagersvereniging werd uitgenodigd, vond plaats op initiatief van landelijk NOJG-voorzitter René Leegte. Hij en Geertje van Hooijdonk kennen elkaar al lang. “Geertje heeft gewerkt bij Natuur en Milieu en bij verschillende energiebedrijven, waar ze betrokken was bij de strategie”.

Proces samenwerking

Tijdens de kennismaking ging het niet over de inhoud, maar meer over het proces van samenwerking en hoe daaraan het beste vorm kan worden gegeven, aldus Leegte. “Voor het kennismakingsgesprek hebben wij ook de Jagersvereniging uitgenodigd, omdat het verstandig is   met beide verenigingen op te trekken.”

Bodemprocedure

Beide organisaties trekken ook gezamenlijk op in de bodemprocedure tegen de Staat der Nederlanden, waarin de Haagse rechtbank op 11 oktober uitspraak heeft gedaan. De zaak, die draaide om het besluit van de minister om de bejaagbaarheid van de haas en het konijn, is voorlopig gewonnen door het ministerie. ,”Tijdens de ALV op 16 november zal onder meer worden gepeild hoe onze leden staan ten opzichte van een eventueel hoger beroep”, aldus NOJG-voorzitter René Leegte.

Algemene ledenvergadering

Met de uitspraak van de rechter – die niet op de inhoud van tellingen is ingegaan – ligt er voldoende ruimte in de gesprekken rond de stelselwijziging jacht. ,”Een groot dossier dat veel aandacht zal vragen. Als NOJG spelen wij daarbij een belangrijke rol, omdat wij de mensen goed kennen en een goed verhaal te vertellen hebben.”

René Leegte roept da ook de leden van de NOJG op om de ALV van 16 november aanstaande te bezoeken om mee te praten over deze uitspraak en te discussiëren over de toekomst. “De inbreng van onze leden in deze discussie is van groot belang.”

 




NOJG streeft naar betere samenwerking met toezichthouders

HAAKSBERGEN – De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) spant zich in om te komen tot een betere samenwerking met de natuurtoezichthouders in ons land. Op dit moment zijn verhoudingen tussen boa’s en jagers wisselend. Beide partijen streven ernaar om nader tot elkaar te komen.

,,We hebben heel veel gezamenlijke belangen. De wil om elkaar beter te begrijpen is heel duidelijk aanwezig”, zegt landelijk NOJG-voorzitter René Leegte. Hij voerde onlangs een gesprek met de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Natuurtoezicht (KNVvN), de vakvereniging van toezichthouders. ,,Soms verloopt de samenwerking heel goed, maar soms ook niet. Zo komt het voor dat een boa naar een jager op zijn hoogzit loopt en daarmee de aanzitjacht op een ree verstoord. Dat moet natuurlijk niet. Zo zijn er tal van andere zaken die we kunnen oplossen als we met elkaar in gesprek blijven en de lijntjes kort houden.”

Stadse overheersing

De NOJG en de KNVvN spraken ook over de verschillen in uitvoering bij de Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) in verschillende regio’s. ,,Bij een organisatie als Staatsbosbeheer bijvoorbeeld zie je op landelijk niveau begrip voor jacht en beheer, maar loopt de regionale uitvoering daarvan sterk uiteen”, aldus Leegte. ,,Daar willen we graag verandering in brengen.”

De NOJG en de KNVnN maken zich beiden grote zorgen als het gaat om wat zij betitelen als de ‘stadse overheersing van het platteland’. KNVvN-voorzitter Rolf Overdiep: ,,We hebben te maken met mensen uit de stad die af en toe met hun SUV’s in het buitengebied komen, bijvoorbeeld om hun hond uit te laten. Ze vinden overal iets van, niet in de laatste plaats van de jacht, maar weten niet waar ze over praten. Daarnaast hebben we te maken met onbekendheid vanuit de diverse overheden. Zij hebben wel de verantwoordelijkheden als het gaat om regelgeving en regulering, maar de inhoudelijke kennis van zaken ontbreekt maar al te vaak.”

Interview

Voor het kerstnummer van Jacht & Beheer staat een interview gepland met Rolf Overdiep en Wouter Bax, de vicevoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Natuurtoezicht. Beiden vertellen over hun werk. Daarnaast zetten zij uiteen hoe boa’s te werk gaan. Ook gaan zij nader in op een aantal praktische zaken waar boa’s tijdens de uitoefening van hun werk mee te maken krijgen.  

 




Landelijk NOJG-voorzitter René Leegte: constructief gesprek met minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof)

DEN HAAG – De NOJG, de Federatie Particulier Grondbezit (FGP) en de Jagersvereniging hebben vandaag (dinsdag 7 november) op het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) een ‘constructief’ gesprek gehad met minister Christianne van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof). Daarin is geconstateerd dat er in de discussie rond de zogeheten stelselwijziging voldoende ruimte is om op een open manier met elkaar van gedachten te wisselen. Die conclusie trekt landelijk NOJG-voorzitter René Leegte na afloop van het onderhoud.

In de bespreking werd onder meer teruggekeken op de uitspraak in de bodemprocedure tegen de Staat der Nederlanden over het lopende jachtverbod op onder meer de haas en het konijn, waarin de rechtbank in Den Haag op 11 oktober uitspraak heeft gedaan. De NOJG, de Jagersvereniging en de FPG werden weliswaar niet ontvankelijk verklaard, maar zijn van mening dat er met de uitspraak van de rechter – die niet op de inhoud van tellingen is ingegaan – voldoende ruimte ligt om de gesprekken op adequate wijze verder vorm te geven.

De besprekingen van vanmiddag geven aan dat die conclusie juist is, aldus René. “Wat we hebben geproefd is dat deze minister alle begrip heeft voor de jacht en de manier waarop jagers zich bezighouden met natuurbeheer. Inhoudelijk mag er met het oog op het verdere verloop in de bodemprocedure dan niet zo heel veel zijn gezegd, we zijn wel van mening dat we op bepaalde punten iets nader tot elkaar gekomen zijn. Aangezien zij nog een relatieve korte periode heeft als bewindspersoon is het van belang hoe zij de verschillende vragen, die gesteld heeft gaat uitwerken. Er komt in elk geval een vervolggesprek.”

 

 




Provincie Utrecht werkt aan nieuw faunabeleid

DD: 7 november 2023

 

Mensen, dieren en planten leven met en naast elkaar, ook in de provincie Utrecht. Soms botsen hun belangen. Zo kunnen dieren bijvoorbeeld schade veroorzaken aan de natuur en landbouwgewassen of een gevaar zijn voor de verkeersveiligheid.

Om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst een goede balans is tussen het behoud van dieren en het beperken van schade en overlast die zij kunnen veroorzaken, heeft de provincie een ontwerp Omgevingsprogramma Faunabeleid en Monitoring (OFM) opgesteld.

Nijlganzen

De belangrijkste reden voor het nieuwe kader zijn gerechtelijke uitspraken. Deze eisen dat duidelijker wordt of de inzet van preventieve (niet-dodende) maatregelen en afschot de schade aan de natuur, gewassen en andere

locaties daadwerkelijk vermindert. Om aan die eis te kunnen voldoen, zullen er meer data verzameld moeten worden. Daarnaast is beter inzicht in de staat van instandhouding van soorten nodig en moet er daarom in de toekomst beter gemonitord worden.

Zienswijze op het ontwerp

Het ontwerp-OFM, inclusief de nota van beantwoording, ligt van november tot 18 december 2023 ter inzage. In deze periode kan iedereen een zienswijze indienen op het ontwerp. Gedeputeerde Mirjam Sterk (Natuur en

Landbouw) roept op om hier zeker gebruik van te maken. “Met dit faunabeleid willen we ervoor zorgen dat bepaalde dieren zoals ganzen, vossen en herten niet in hun voortbestaan worden bedreigd, maar dat de schade en

de overlast die zij kunnen veroorzaken tegelijkertijd beperkt blijft. Als provincie vinden we het belangrijk om hierbij vooral gebruik te maken van preventieve, niet- dodende, maatregelen. Het spreekt voor zich dat wij

openstaan voor de ideeën, wensen en zorgen van alle betrokken partijen zodat we samen kunnen komen tot een toekomstbestendig beleid.”

De vier stappen in het nieuwe beleid

Het nieuwe faunabeleid omvat vier opeenvolgende stappen om schade en overlast te voorkomen.

  1. De eerste stap is beschermen; voor soorten die niet in een gunstige staat van instandhouding verkeren, wordt geen vergunning meer verleend voor schadebestrijding.
  2. Daarna volgt preventie; de schade wordt beperkt met niet-dodende maatregelen. Denk hierbij bijvoorbeeld het aantrekkelijk of juist onaantrekkelijk maken van bepaalde gebieden of aan verjagende middelen zoals drones en vogelverschrikkers. Als alleen preventie niet voldoende is, volgt
  3. de derde stap: preventie en afschot. Dit houdt in dat er een vergunning kan worden aangevraagd voor verjaging met ondersteuning van afschot.
  4. En tot slot is er de mogelijkheid voor populatiebeheer en afschot. Dat wil zeggen dat voor soorten waarvan aangetoond kan worden dat het terugdringen in aantal nodig is vanwege ecologische en/of maatschappelijke belangen, populatiebeheer wordt toegestaan. Het gaat hier om soorten zoals grauwe gans, ree en damhert.
Het OFM zal naar verwachting in februari 2024 vastgesteld worden door Gedeputeerde Staten.

 




Gravende diersoorten zoals konijnen, dassen en bevers kosten Limburg alleen al miljoenen

/*! elementor - v3.18.0 - 20-12-2023 */ .elementor-widget-image{text-align:center}.elementor-widget-image a{display:inline-block}.elementor-widget-image a img[src$=".svg"]{width:48px}.elementor-widget-image img{vertical-align:middle;display:inline-block}

Weg- en spoorbeheerders moeten de komende jaren alleen al in de provincie Limburg vele miljoenen uittrekken om gevaarlijke situaties als gevolg van het gegraaf van konijnen, dassen en bevers te voorkomen.

Instanties als provincie, Rijkswaterstaat en ProRail moeten alles in het werk stellen om verzakkingen die worden veroorzaakt door de nijvere gravers te voorkomen. Doen zij dit niet, dan kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan, aldus De Limburger, die zich baseert op antwoorden van de provincie op vragen van VVD-Statenlid Hermans Nijskens, die zich ernstig zorgen maakt over de situatie.

Het probleem wordt goeddeels veroorzaakt door het feit het aantal gravers is toegenomen, doordat populaties zich hebben hersteld. Zo meldt de provincie Limburg dat het aantal dassen landelijk weer zo’n 5000 bedraagt, terwijl er in de jaren tachtig nog maar 1200 van over waren. Ook het aantal bevers is flink toegenomen. Die vestigden zich eerst in natuurgebieden, maar inmiddels zoeken ze steeds meer hun heil op rustige plekken in de buurt van wegen en het spoor.

Bijvoorbeeld; De reparatie van de afrit langs de A73 bij Venray duurde weken door gravende bevers wat vele tonnen kostte en de treinverbindingen tussen Sittard en Heerlen was weken gestremd, dassen hadden daar hier hun gangen gegraven. Het gevolg daarvan is dat er verzakkingen kunnen ontstaan, waardoor onder andere het treinverkeer belemmerd wordt en er vertragingen kunnen ontstaan of zelfs het treinverkeer op hele trajecten moet worden stilgelegd, met alle gevolgen voor reizigers van dien.




Jachtbelevenissen – “Een knipoog van Diana” Alles wat je moet weten over de jacht

Jachtbelevenissen

Alles wat je moet weten over de jacht

Ondanks dat er vroeger vaak gejaagd werd, lijkt de kennis van jagen in de hedendaagse samenleving af te nemen. Jagers jagen tijdens het jachtseizoen op verschillende dieren om de wildstand onder controle te houden. Nederland bevat dan ook in totaal zo’n 2.5 miljoen hectare jachtveld, waardoor veel jagers nodig zijn.

 
Nadat Bert uit Lekkerkerk in 2013 zijn eerste verhalenbundel uitgaf, ervaarde hij een wens naar meer. Zo ontstond dan ook het nieuwe boek ‘Een knipoog van Diana – Jachtbelevenissen’. In deze bundel vertelt Bert passievol over zijn verschillende jachtbelevenissen. Onderwerpen zoals hoe je een schot voorbereidt, waar je rekening mee moet houden en welke keuzes je moet maken na het zien van een prooi, passeren hierin de revue.
 
Deze verhalenbundel, die zowel voor ervaren jagers als mensen die nog onbekend zijn met jagen geschikt is, wordt op vrijdag 3 november uitgegeven door Uitgeverij Boekscout.

In ‘Een knipoog van Diana’ neemt Bert u mee op jacht. Belevenissen in de vroege uurtjes van de dag of tegen de avondschemering.

In binnen- en buitenland. Van het vangen van konijnen met fretjes tot het aanbersen van herten in de Schotse hooglanden.

Dagdromend op een hoogzit of verscholen in het riet voor het waterwild. Niet altijd valt er een schot en vaak wint het wild het van de jager.

Ook wordt gewerkt en geoogst met een eendenkooi.

 
 

Over de auteur

Bert Pellegrom heeft een diepgewortelde band met het wild en zijn omgeving. Is het liefst buiten en al sinds zijn jeugd bezig met jacht en schadelijk wild bestrijding. Met oneindig veel geduld met verrekijker en geweer struinen in de Schotse hooglanden is zijn grootste passie. Vaak is hij te vinden in onze mooie Hollandse polders. Maar ook op vele aanzit en drijfjachten in ons buurland. Hij is gepensioneerd boswachter. Daarnaast is hij een kooiker en ringer van watervogels. Bert is een schrijver voor jachtbladen en jacht gerelateerde bladen met ruim honderd publicaties, vaak onder het pseudoniem MacPel. Auteur van het in 2013 uitgegeven boek ‘Jacht en Vangst.’

Boekgegevens

Titel: Een knipoog van Diana – Jachtbelevenissen
Auteur: Bert Pellegrom
Verschijningsdatum:  03-11-2023 Aantal pagina’s:   246
ISBN:  9789464898286 Geïllustreerd:  nee
Verkoopprijs:  € 22,50 Uitvoering: Paperback

* inclusief kosteloze verzending in Nederland en België

Het boek is te bestellen via de site van Boekscout (google) Bol.com en te bestellen via erkende boekhandel



Digitale systeem Wolvenmeldpunt verhuist naar BIJ12

De aanwezigheid van wolven in Nederland wordt in kaart gebracht dankzij waarnemingen die binnenkomen bij het Wolvenmeldpunt. Jaarlijks komen er een toenemend aantal meldingen binnen, afgelopen jaar circa 5.000. Omdat BIJ12 verschillende ‘wolventaken’ uitvoert, zoals het coördineren van de monitoring en de afhandeling van schade, verplaatst het Wolvenmeldpunt ook naar de website van BIJ12.

Vanaf 1 november is het mogelijk om op de website van BIJ12 via een invulformulier een waarneming door te geven. Vervolgens wordt – net als voorheen – door het team deskundigen van de Zoogdiervereniging gevalideerd of het inderdaad om een wolf gaat.

Binnen het samenwerkingsverband Wolven in Nederland werken verschillende organisaties al sinds 2008 samen door kennis te verzamelen hoe Nederland zich moet voorbereiden op de terugkeer van de wolf. Hierop volgde meldingen vanuit het publiek van mogelijke wolfwaarnemingen. Dat was voor de deelnemers van Wolven in Nederland de aanleiding was om een Wolvenmeldpunt op te zetten.

De uitvoering van het Wolvenmeldpunt ligt sindsdien bij de Zoogdiervereniging. Meldingen konden gedaan worden via de website van Wolven in Nederland. Aangezien Wolven in Nederland geen rol heeft bij de uitvoering van het Wolvenmeldpunt, wordt het digitale systeem nu verplaatst naar BIJ12.

Wanneer iemand een wolf of een wolvenspoor tegenkomt, kan dit worden gemeld bij het Wolvenmeldpunt. Het Wolvenmeldpunt beoordeelt alle waarnemingen. Als voldoende bewijsmateriaal is meegeleverd, kan beoordeeld worden of het daadwerkelijk om een wolf gaat. Om een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van de wolfactiviteiten in Nederland, maken schadegevallen aan vee ook onderdeel uit van de totale database van het Wolvenmeldpunt.

 

bron: BIJ12, 01/11/2023



Faunabeheereenheden maken samen interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen

Landbouw en natuur ondervinden veel schade van ganzen. Ook kan de vliegveiligheid in gevaar komen. De faunabeheereenheden van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland Utrecht en Zeeland gaan voor de periode 2024-2030 werken richting één gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen. 

In elke provincie is er een Faunabeheereenheid die verantwoordelijk is voor het opstellen van faunabeheerplannen. Hierin staat welke maatregelen ingezet kunnen worden om schade door ganzen te voorkomen. Het gaat in eerste instantie om preventieve maatregelen, zoals weren met afschriklinten of verjagen met knalapparaten. Als dit soort maatregelen onvoldoende effect heeft, komt ook afschot in beeld.

De faunabeheereenheden van Flevoland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Zeeland maken samen het interprovinciale Ganzenplan 2024-2030. Hierbij betrekken zij beleidsmedewerkers van de provincies, omgevingsdiensten, BIJ12, wetenschappers, juristen en deskundigen.

Er wordt gewerkt in verschillende schrijfrondes. De conceptteksten worden op de website www.ganzenplan.nl geplaatst. Iedereen die er belang bij heeft, zoals jachtaktehouders, boswachters, grondgebruikers en natuur- en dierenbeschermingsorganisaties, kan reageren op de conceptteksten.

Mocht er iets missen, is iets niet duidelijk of heeft iemand een goede tip, dan kan men dat aangeven. Daarna worden de teksten zo nodig aangepast. Op deze manier kunnen alle belangen, kennis en inzichten goed worden afgewogen en wordt toegewerkt richting een gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen 2024-2030.

 

bron: Faunabeereenheid Utrecht, 30/10/2023



Vragen BBB-fractie Eerste Kamer inzake betrouwbaarheid natuurdata

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Aankondiging Shooting Event Bij Schietvereniging Vulpes Vulpes Nieuwe Pekela.

the clay ladies

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download

 

De Link naar onze website met meer informatie over de Shooting Event vind je hier: Shooting Events | Theclayladies.nl




Nachtzichtapparatuur en geluidsdempers misschien mogelijk voor de jacht op wilde zwijnen in België

wild zwijn

foto/pixabay Paul_Henri

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil nachtkijkers en geluidsdempers mogelijk maken voor de jacht op everzwijnen. Ze anticipeert met een update van Vlaamse milieuregelgeving terzake op de wetswijziging die zij aan de federale regering vraagt. Ook wil ze de huidige regelgeving over de visserij, jacht, het natuurbeheer en soorten geregeld via verschillende, vaak verouderde, wetten en decreten. Demir wil nu een einde maken met alle oubollige milieuregelgeving en stelt een uitgebreide update voor.

Sinds 2006 zijn everzwijnen terug in opmars in Vlaanderen. De meeste everzwijnen zitten in Wallonië, Limburg, het noordoosten van Antwerpen en in Vlaams Brabant. De dieren zorgen onder meer voor vraatschade aan maïs en granen.

Al enkele jaren vragende partij

Voor de jacht op everzwijnen anticipeert Demir op de wetswijziging die zij aan de federale regering vraagt om nachtkijkers en geluidsdempers toe te laten voor de bestrijding. De Vlaamse minister van Omgeving is daar al enkele jaren vragende partij voor. “Indien de gevraagde aanpassing van de federale wapenwet er eindelijk komt, is de Vlaamse wetgeving er dus al op voorzien”, zegt de minister.

Het toelaten van nachtkijkers en geluidsdempers in de jacht tegen everzwijnen maakt deel uit van een groter pakket van hervormingen. Ze heeft haar hervormingsregelgeving na het akkoord van de Vlaamse ministerraad op 20 oktober bezorgd aan de adviesraden in de hoop dat de maatregelen in de loop van 2024 in kunnen gaan.

Door : Landbouwleven

Gepubliceerd op : 23/10/2023 17:01




Moties bejaagbaarheid soorten is geen verrassing voor jagers

De Tweede Kamer heeft afgelopen dinsdag drie moties aangenomen die betrekking hebben op de bejaagbaarheid van verschillende diersoorten in Nederland.

Twee daarvan kunnen positief worden uitgelegd. De derde motie van Akerboom (PvdD) over het schrappen van soorten die in hun voortbestaan worden bedreigd van de landelijke vrijstellingslijst kwam niet als een verrassing gezien de uitspraak van de Raad van State in Noord-Holland eind april in een procedure tegen het goedkeuringsbesluit Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023 FBE Noord-Holland, waarin zij oordeelde dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan van de provincie onvoldoende zijn onderbouwd.

Motie PvdD

De motie waarin zonder meer gesteld wordt dat de dieren die op de landelijke vrijstellingslijst staan in hun voort bestaan bedreigd worden of gevaar lopen, dit naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dat deze in de lijst vermelde diersoorten, houtduif, zwarte kraai en kauw, konijn en vos niet voldoende onderbouwd is om aan de eisen van de Natuurbeschermingswet te voldoen. Daarmee zou de landelijke vrijstellingslijst niet langer van toepassing mogen zijn.

Geen gevolgen

De PvdD suggereert in haar motie dat meerdere diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst in hun voorbestaan bedreigd zouden worden. Dit is voor alle soorten op de vrijstellingslijst pertinent onjuist.

Enkel het konijn staat op de Rode Lijst als zijnde ‘gevoelig’. Dit is de meest lichte status: de geschatte populatie bedraagt tussen de 1.1 en 3.4 miljoen (bron: WEnR). Dit betekent dat deze motie – wanneer deze zou worden uitgevoerd – waarschijnlijk geen gevolgen heeft voor de bejaging van de diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst, op het konijn na. Ook als een soort (tijdelijk) niet is vrijgesteld, blijft bejaging op basis van een ontheffing eventueel wel mogelijk, maar de regeldruk neemt hierdoor fors toe. Ook voor de boeren is deze motie een potentiële tegenvaller, gezien de grote schade die de vrijgestelde soorten toebrengen aan de gewassen.

Voorsorteren op nieuwe situatie

 Deze uitspraak heeft ook de andere provincies doen inzien dat de Faunabeheerplannen in de toekomst – ook daar waar het de landelijk vrijgestelde soorten betreft – beter onderbouwd dienen te worden. Het afgelopen half jaar hebben diverse provincies daarom al voorgesorteerd op deze situatie.

Het is maar de vraag of de minister uitvoering zal geven aan de motie, gezien zij al meerdere keren heeft aangegeven bezig te zijn met een stelselwijziging van het faunabeheer in Nederland. Hierover hebben de Jagersverenigingen regelmatig en goed contact met de minister.

Motie Landelijke aanpak exotenbestrijding (BBB)

De motie van Van der Plas (BBB) die pleit voor een landelijke aanpak van het invasieve exotenbeleid, gezien de provinciale verschillen, werd niet onwelwillend ontvangen door de demissionair minister voor Natuur en Stikstof en is door een grote meerderheid van de Kamer aangenomen.

Motie (PvdD) Essentiële rol van grote predatoren in Natuurbeleid

Hetzelfde geldt voor de motie van Akerboom die de demissionair minister verzoekt om de essentiële rol van grote predatoren voor het functioneren van het ecosysteem mee te nemen in het toekomstbestendig maken van het natuurbeleid. In het eerste antwoord op deze motie stelt Van der Wal dat er in de natuurbeschermingsregelgeving ook vanuit wordt gegaan, dat bij beschermde soorten zoals de wolf nodig kan zijn beheersmaatregelen te treffen. Daarmee redeneert de minister in lijn met de Jagersvereniging, die de wolf als een toevoeging van het ecosysteem ziet, maar van mening is dat Nederland te klein is voor een ongecontroleerde toename van deze roofdieren.  

Voorzitter NOJG – René Leegte

Geeft aan dat op maandag 6 november, de NOJG en Jagersvereniging een bijeenkomst hebben gepland met het Ministerie van Natuur en Stikstof en op dinsdag 7 november is er ook een gesprek met de minister gepland waarin ook deze moties en de gevolgen van de uitspraak Bodemprocedure Haas en konijn besproken zullen worden.




Hans Spijkerman: stikstof ten onrechte opgevoerd als grootste bedreiger korhoen

een korhoen op een grasbegroeid veld

Wetenschappers van de Wageningen Universiteit schetsen een somber beeld van de overlevingskansen van het korhoen in het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug in de provincie Overijssel. Als er niet snel iets wordt gedaan aan de hoeveelheid stikstof die op de Sallandse Heuvelrug neerslaat, sterft het korhoen in Nederland uit. Die alarmerende boodschap verkondigen zij in een rapport dat vrijdag 13 oktober is gepresenteerd. Ook zijn er volgens hen noodmaatregelen nodig om de verdroging van het gebied tegen te gaan.

 

NOJG-lid en voormalig jachtopziener Hans Spijkerman zegt ‘met grote verbazing’ kennis te hebben genomen van de bevindingen van de onderzoekers, waarover dagblad Tubantia maandag 16 oktober uitvoerig publiceert. https://www.tubantia.nl/hellendoorn/definitief-uitsterven-van-korhoen-op-sallandse-heuvelrug-dreigt-er-moet-wat-gebeuren~a044d579/.

,,Ik zal niet zeggen dat het allemaal onzin is, maar de bewering dat stikstof uit de landbouw ook in dit geval weer wordt aangewezen als de grote boosdoener, snijdt maar weinig hout”, zegt voormalig jachtopziener en prominent lid van de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) Hans Spijkerman. ,,Ik hou me al vele jaren bezig met de stand van het korhoen op de Sallandse Heuvelrug. Iemand met een klein beetje verstand van natuurbeheer ziet er diverse andere zaken spelen die in het rapport van de Wageningen Universiteit niet aan de orde komen.”

De hoofdoorzaak van het nagenoeg uitsterven van het korhoen is predatie, zegt Hans Spijkerman met grote stelligheid. ,,De havik – en in mindere mate – de vos, vreten de vogels op. De dieren die worden aangevoerd vanuit het buitenland wordt uitgezet op het moment dat de baltsperiode al zo’n beetje ten einde is, waardoor van voortplanting nauwelijks sprake is en er simpelweg veel te weinig kuikens komen.”

De voormalig jachtopziener doelt op het feit dat de provincie Overijssel al sinds 2012 pogingen onderneemt het korhoen voor uitsterven te behoeden door korhoenders uit Zweden te laten overkomen. ,,Die ingreep heeft de provincie 350.000 euro gekost, maar uiteindelijk heeft het onvoldoende opgeleverd.”

In 2021 is besloten om er in vijf jaar tijd nogmaals 300.000 euro tegenaan te gooien. ,,Opnieuw veel geld”, aldus Hans Spijkerman. ,,Ik kan je nu al vertellen dat dat weinig zoden aan de dijk zet. Als je werkelijks iets voor het korhoen wilt doen, moet je de natuur een handje helpen door ook te kijken naar andere zaken dan alleen maar stikstof.”    




The Clay ladies NL zoeken vrijwilligers

The Clay ladies NL zijn op zoek naar jou!

Heb jij een hart voor het kleiduiven schieten en wil jij meehelpen om de Clay ladies NL naar een hoger level te brengen in Nederland?

We komen namelijk handjes tekort en hebben plek voor 2 nieuwe teamleden.

The Clay Ladies NL zijn het eerste vrouwelijke schuttersgenootschap van Nederland. Onlangs zijn we als ondercommissie aangesloten bij de NOJG.

We organiseren minimaal 6 keer per jaar een Shooting Event door heel Nederland. Zo willen we iedereen zien te bereiken. Naast dat we Shooting Events organiseren, willen we ook een platform zijn waar informatie te vinden is over het kleiduiven schieten. Ook hebben we veel ideeën, waar we nu te weinig tijd voor hebben om ze uit te werken.

Wij, Ellen en Ilse, zijn nu de drijvende kracht achter The Clay Ladies NL.

Het betreft een vrijwilligersvacature voor een aantal uur in de week. Doordat we met de nieuwe commissieleden de taken willen gaan verdelen, kunnen we nog niet precies zeggen hoeveel tijd het je per week gaat kosten. Dit hangt ook af van je eigen draagkracht en zullen we verder bespreken tijdens het selectiegesprek.

 

Wie zoeken wij? En wat kun je?

  • Je wilt samen met ons de Shooting Events organiseren
  • Je kunt fysiek aanwezig zijn bij Shooting Events
  • Je hebt kennis van het kleiduiven schieten
  • Je kunt content maken (teksten schrijven, foto’s en filmpjes maken etc)
  • Je hebt kennis van Facebook, Microsoft Office (Word, Exel etc,) en Teams
  • Je bent in het bezit van rijbewijs B
  • Je bent een teamplayer
  • Je bent creatief
  • Je bent integer
  • En heb je nog meer kwaliteiten die van toepassing kunnen zijn, zijn deze uiteraard van harte welkom,

Zie jij jezelf terug in deze vacature en heb je zin om mee te helpen The Clay Ladies verder op de kaart te zetten?

Stuur dan een e-mail met jouw motivatie vóór woensdag 1 november a.s. naar: clayladies@nojg.nl

Als we jou geselecteerd hebben, zullen we in week 45  via teams een gesprek met je houden.

Mochten we elkaar kunnen vinden, dan vragen we je om ook aanwezig te zijn op het volgende Shooting Event op zaterdag 25 november bij Vulpes Vulpes.

 

We kijken uit naar veel leuke reacties.

 

Ilse Elshof en Ellen van Gool




Eindbericht onderzoek naar covid bij hertachtigen in Nederland

Damherten haringvreter

 Gezamenlijk bericht van Dutch Wildlife Health Centre, Erasmus MC, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Wageningen Bioveterinary Research, met dank aan Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, Nationaal Park Zuid-Kennemerland en Waternet.

Nadat in augustus 2021 in de Verenigde Staten en Canada witstaartherten positief waren getest op SARS-CoV-2 en uit onderzoek bleek dat ze de infectie ook hadden doorgegeven aan andere herten, riep de WOAH (Wereldorganisatie voor Diergezondheid) alle landen op om te kijken naar SARS-CoV-2 bij hertachtigen. In Europa is in meerdere landen, waaronder Nederland, hier onderzoek naar gedaan. In Nederland zijn in 2022 monsters van damherten en reeën getest op het Sars-CoV-2 virus. Er is geen virus of antistoffen aangetoond.

De achtergrond

In de Verenigde Staten en Canada zijn witstaartherten positief getest op SARS-CoV-2. Uit meerdere onderzoeken bleek dat de witstaartherten niet alleen besmet zijn geraakt, maar de infectie ook hebben doorgegeven aan andere herten. Daarom heeft de WOAH, voorheen OIE, (Wereldorganisatie voor Diergezondheid) alle landen opgeroepen om te kijken naar SARS-CoV-2 bij hertachtigen. In Europa wordt in meerdere landen onderzoek gedaan, hoewel hier geen witstaartherten in het wild voorkomen.

Daarnaast ontving DWHC meerdere vragen van bezorgde faunabeheerders over reeën met longproblemen. Uit onderzoek kwam naar voren dat longwormen de primaire oorzaak waren, maar het is toch belangrijk om corona als medeoorzaak uit te kunnen sluiten.

In Nederland richt het onderzoek zich op de damherten in de duinen, reeën verspreid over het land, en op bij DWHC voor onderzoek naar de doodsoorzaak binnengekomen hertachtigen.

Voor de damherten is gekozen, omdat zij net als witstaartherten in (kleine) roedels leven en in de duinen veel bezoekers komen, waardoor mogelijk een verhoogd risico is op blootstelling aan het virus. Het ree staat genetisch gezien dichter bij witstaartherten dan damherten en het is daarom belangrijk om ook reeën te testen op SARS-CoV-2.

Methode en uitvoering

Van damherten en reeën die in het kader van beheer werden geschoten, zijn een neusswab (is het dier op het moment van bemonsteren geïnfecteerd met het SARS-CoV-2 virus) en bloedmonsters (is het dier in het verleden in contact geweest of besmet geweest met het virus) genomen. De faunabeheerders van de Amsterdamse Waterleidingduinen (Waternet) en Nationaal Park Zuid-Kennemerland hebben de monsters van de damherten genomen. De reeën zijn via de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging door jagers bemonsterd. De reeënmonsters kwamen voornamelijk Noord-Brabant (19/25). Uit de DWHC-biobank zijn daarnaast nog long en bloedmonsters van reeën, damherten en edelherten getest.
De meeste damherten monsters zijn genomen tussen 24 januari en 4 februari 2022. Daarnaast nog enkele monsters in de periode 21 februari – 31 maart 2022. De periode voor het onderzoek bij reeën liep van 1 april tot en met 15 oktober 2022. Daarnaast is van de hertachtigen die in 2020, 2021 – bij DWHC voor onderzoek zijn binnengekomen, materiaal ook op het SARS-CoV-2 virus getest.

De neusswabs zijn bij het Erasmus MC getest, de bloedmonsters bij het RIVM en WBVR, en het DWHC-biobank materiaal is bij WBVR getest.

De resultaten

Van de damherten zijn 164 monsters binnengekomen, van de reeën 25 en uit de DWHC biobank zijn 54 dieren getest (1 damherten, 2 edelherten, 37 reeën). Zowel de neusswabs, als de longmonsters waren negatief voor SARS-CoV-2 virus. In geen van de bloedmonsters zijn SARS-CoV-2 antilichamen aangetoond.

 

Conclusie

Uit de testresultaten blijkt dat de geteste damherten en reeën zowel ten tijde van het onderzoek als in de maanden ervoor waarschijnlijk niet blootgesteld zijn geweest aan het Sars-CoV-2 virus.

De uitkomsten van het onderzoek zijn opgenomen in het RIVM rapport Staat van Zoönosen 2022 dat op 13 oktober 2022 online komt: https://www.onehealth.nl/staat-van-zoonosen-2022

Resultaten andere Europese landen:

Negatieve testresultaten in Europa:

In Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oostenrijk en Polen is geen SAR-CoV-2 gevonden bij edelherten en damherten.

Positieve testresultaten in Europa

In Dublin, Ierland zijn bij damherten in een stadspark, antilichamen tegen SARS-CoV-2 aangetoond. Deze damherten zijn dus met het virus in aanraking geweest. De damherten in dit park worden door mensen uit de hand gevoerd.

In Spanje zijn antilichamen aangetoond bij 4 damherten en 2 edelherten. De 4 damherten en 1 edelhert kwamen uit een stadspark, het andere edelhert uit landelijk gebied. Alle reeën samples waren negatief.

 

Meer informatie over SARS-CoV-2 bij hertachtigen o.a. in:

 Screening of wild deer populations for exposure to SARS‐CoV‐2 in the United Kingdom, 2020–2021 – Holding – 2022 – Transboundary and Emerging Diseases – Wiley Online Library (uu.nl)

SARS-CoV-2 has not emerged in roe, red or fallow deer in Germany or Austria during the COVID 19 pandemic | bioRxiv

Viruses | Free Full-Text | Wild Red Deer (Cervus elaphus) Do Not Play a Role as Vectors or Reservoirs of SARS-CoV-2 in North-Eastern Poland (mdpi.com)

Dublin deer herd first in Europe to be infected with COVID-19 virus, raising concerns about further spread | Science | AAAS (uu.nl)

SARS-CoV-2 Neutralizing Antibodies in Free-Ranging Fallow Deer (Dama dama) and Red Deer (Cervus elaphus) in Suburban and Rural Areas in Spain (hindawi.com)

https://www.theguardian.com/world/2021/nov/11/us-covid-wildlife-virus




Wolven doden 30 paarden in Duitsland, minister Lemke wil afschieten makkelijker maken

De Duitse minister van Milieu Steffi Lemke wil het afschieten van wolven die grazende dieren hebben gedood makkelijker maken. Lemke presenteerde een wetsvoorstel, maar de deelstaten moeten nog akkoord gaan om dit voorstel er door te krijgen. In Duitsland werden dit jaar rond de dertig paarden door wolven gedood.

Het afschieten van wolven was voorheen juridisch nog niet mogelijk en moest er via een DNA-test bewezen worden dat het desbetreffende dier door een wolf gedood was.

Zie voor meer informatie:https://www.horses.nl