Nederlandse politiek sterk verdeeld als het gaat om natuurbeheer door jagers

De Nederlandse politiek laat een duidelijke tweedeling zien als het gaat om de jacht en het daarmee samenhangende natuurbeheer. Dat blijkt uit een inventarisatie van de beschikbare (concept)programma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen op woensdag 22 november.  Hieronder een overzicht van de standpunten.
De duidelijkste voorstanders van de jacht zijn VVD, BBB en het CDA. D66, GroenLinks/PvdA en de PVV moeten er weinig van hebben, terwijl de ChristenUnie zich wat meer op de vlakte houdt en laat weten alleen te kunnen instemmen met de jacht in geval van natuur- en faunabeheer. De Partij voor de Dieren wil, zoals verwacht, dat er zo spoedig mogelijk een einde komt aan de jacht.
VVD: ‘Jagers hard nodig voor effectief en actief natuurbeheer’

 De VVD pleit voor een ‘effectief en actief natuurbeheer’, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor jagers. Die zorgen immers voor de instandhouding van de biodiversiteit, aldus de partij. De liberalen koersen af op nieuwe wetgeving die erop gericht is dat de stand van een diersoort regionaal wordt bepaald. Ook wil de VVD een nieuw telprotocol invoeren.

CDA: ‘Natuur kan niet zonder goed opgeleide jagers’

Het CDA is voorstander van een ‘doeltreffend faunabeheer’. Een dergelijke aanpak, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor fauna- en wildbeheereenheden én opgeleide jagers, is essentieel voor het behoud van gezonde dierpopulaties, staat in het verkiezingsprogramma van de christendemocraten. ,,Jagers, als vakbekwame vrijwilligers, dragen bij aan verkeersveiligheid, fungeren als waarnemers in landelijke gebieden en zijn betrokken bij het beheer en de bestrijding van schade.”

CDA: ‘Geen plaats voor de wolf in Nederland’

Net als de VVD is het CDA voor de invoering van een nieuwe telmethodiek. Die zou het hele leefgebied van diersoorten moeten bestrijken, zodat een op maat gemaakt faunabeheer mogelijk is.

Voor de wolf is wat het CDA betreft geen plek in Nederland. ,,De Europese beschermde status (van de wolf, red.) moet omlaag, zodat de populatie in Nederland kan worden beheerd”, aldus de christendemocraten in hun inmiddels vastgestelde verkiezingsprogramma.

BBB: ‘Meer vertrouwen in jagers dan in theoretische modellen’

 BBB vertrouwt, als het natuurbeschermingsbeleid gaat, meer op deskundigen in het veld dan op theoretische modellen, aldus het inmiddels vastgestelde programma. Bij het vaststellen van beleid rondom de jacht, hecht BBB sterk aan waarnemingen van ‘mensen die weten waar ze over praten’, zoals jagers, boeren, telers, tuinders, vissers en terreinbeheerders. BBB is zelfs bereid voor hun inzet te betalen. Daarnaast worden hun bevindingen gebruikt om een nieuwe ambitie voor de Nederlandse biodiversiteit te formuleren. ,,Deze ambitie wordt leidend in de gesprekken met de Europese Unie en maatgevend voor nieuwe Nederlandse doelstellingen”, aldus BBB.

BBB: ‘Boerennatuur is óók natuur”

De relatieve nieuwkomer in de Nederlandse politiek merkt verder op dat ‘boerennatuur ook natuur is’. ,,Onderhoud en beheer van natuur besteden we uit aan de lokaal gevestigde agrariërs en het beheer van de wildstand aan jagers.”

ChristenUnie: ‘Jagen ja, maar niet als sport’

De ChristenUnie is eveneens voorstander van de jacht, zolang die maar ten dienste staat van goed faunabeheer en schadebestrijding. De christelijke partij is uitdrukkelijk van mening dat jagen géén sport mag zijn. Afgeschoten wild moet als voedsel worden aangeboden, aldus de ChristenUnie.

 


GroenLinks/PvdA: ‘Beheerjacht ja, maar slechts in uitzonderlijke gevallen’

Als het aan GroenLinks/PvdA ligt, is het binnenkort afgelopen met wat ze noemen de ‘plezierjacht’ in Nederland en is er enkel nog plaats voor beheerjacht. Zelfs die laatste vorm van jacht dient enkel te worden toegestaan in uitzonderlijke gevallen, zo vinden GroenLinks en PvdA. ,,Beheerjacht staan we alleen toe bij bedreiging van de volksgezondheid, veiligheid en biodiversiteit en als bewezen is dat andere – diervriendelijke  – alternatieven niet werken.”

D66: ‘Juridische status van dieren versterken’

D66 gaat nog een heel stuk verder. De partij is van plan ‘de juridische status van dieren versterken’, aldus het conceptverkiezingsprogramma. ,,D66 wil dieren voor de wet erkennen als wezens met bewustzijn en gevoel”, zo staat te lezen op pagina 159.

PVV: ‘Stroperij keihard aanpakken’

De PVV is niet alleen fel tegenstander van de ‘plezierjacht’, maar neemt ook een keihard standpunt in als het gaat om zaken rondom de jacht die het daglicht niet kunnen verdragen. ,,Illegale  handelaren, malafide broodfokkers, stropers en trofeejagers dienen ( ) hard te worden aangepakt en bestraft, evenals de in- en export en de doorvoer van handel in hieruit verkregen producten.”




Provincie Limburg maakt zich zorgen over toenemende gewasschade door wild

De provincie Limburg kampt met een aanzienlijk financieel tekort als het gaat om compensatie van boeren en tuinders die getroffen zijn door gewasschade door zoogdieren en vogels. Het speciale fonds dat vergoedingen uitkeert voor faunaschade, vertoont op dit moment een tekort van 700.00 euro, zo meldt De Limburger.

Het tekort is ontstaan doordat steeds meer agrariërs een beroep doen op het fonds. Daarnaast is de hoogte van de tegemoetkomingen gestegen, zo leidt de krant af uit cijfers van BIJ12, de organisatie die de samenwerkende provincies ondersteunt bij de uitvoering van wettelijke taken over het landelijk gebied en de (semi) openbare buitenruimte en ook alle aanvragen afhandelt.

Steeds meer boeren en tuinders kloppen aan bij de provincie omdat ze te maken hebben met schade door onder andere wilde zwijnen, dassen, roeken en zwarte kraaien. In totaal werd vorig jaar ruim € 900.000,- aan schadevergoeding uitgekeerd. Jarenlang lag dat bedrag op ongeveer de helft. De Limburgse gedeputeerde Léon Faassen roept agrarische ondernemers op om zelf ook maatregelen te nemen tegen eventuele faunaschade.

Theo Coumans, bestuurslid van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, laat De Limburger weten zich zorgen te maken over de toekomst. Volgens hem is de werkelijke schade vele malen hoger dan het totaal aan vergoedingen dat wordt uitgekeerd. Aanvragen voor een (gedeeltelijke) vergoeding zijn volgens hem veel te tijdrovend en bureaucratisch en daarom worden ook heel veel kleinere schades niet aangemeld en geeft het schadebeeld ook een vertekend beeld van de werkelijke faunaschade.




Faunabescherming wil via opmerkelijke omweg een einde aan de jacht op de Veluwe

 

Demissionair minister Christianne van der Wal (Natuur) neemt nog deze maand een besluit over een verzoek van de Faunabescherming om de Veluwe aan te wijzen als ‘speciale beschermingszone’ voor de wolf. Een dergelijke aanwijzing zou betekenen dat er een einde komt aan de jacht op herten en wilde zwijnen in het natuurgebied, dieren waarop de wolf zelf ook jaagt.

Herrie en onrust

Hoe schuw zijn de wolven nog?

Volgens de Faunabescherming is een jachtverbod noodzakelijk om de prooidieren van de wolf, die zelf al Europese bescherming geniet, te beschermen tegen jagers. Woordvoerder Harm Niesen van de natuurclub zorgt de jacht op edel- en damherten en wilde zwijnen voor herrie en onrust in het bos. ,,Overal verkeer en geluid en dat allemaal buiten de paden”, zegt hij in De Telegraaf. ,,Erg verstorend voor de wolven die juist jagen op herten en zwijnen.”

Als de Veluwe de status van ‘speciale beschermingszone’ voor de wolf zou krijgen, zou dat betekenen dat het ministerie de jacht in het Natura-2000-gebied aan banden zou moeten leggen.

Weinig begrip

Het verzoek aan de minister stuit alvast op zeer weinig begrip van Seger van Voorst tot Voorst, directeur van het Nationale Park De Hoge Veluwe. ,,De Faunabescherming doet dit verzoek alleen maar omdat ze één doel hebben: een totaal jachtverbod”, stelt hij in De Telegraaf. ,,Het zijn echter de jagers die selecteren en soorten niet laten uitsterven, terwijl wolven pakken wat ze pakken kunnen en geen rekening houden met ondergrenzen van aantallen prooidieren.”

Wolvensnacks

Volgens Van Voorst tot Voorst zijn het juist de wolven die het grofwild op de Veluwe enorm schuw hebben gemaakt. ,,Dat gaat ten koste van de wildzichtbaarheid. Daarnaast richten de wolven grote schade aan aan de biodiversiteit. Niet alleen grote grazers als herten, reeën, wilde varkens, moeflons, koeien, paarden en gescheperde schapen worden gepakt, maar ook kleine zoogdieren verdwijnen als een soort wolvensnacks. De jacht in ons gebied is bovendien geen doel, maar het sluitstuk van beheer ter bescherming van beschermde flora en natuurlijke bosverjonging.

Hypothetische situatie

De kans dat de minister het verzoek van de Faunabescherming is overigens te verwaarlozen, zo blijkt uit een formulering van haar woordvoerster. Ze spreekt van een ‘vooralsnog hypothetische situatie’. Een eventuele ‘speciale beschermingszone’ zou op zijn vroegst pas aan de orde zijn in 2029, tien jaar na de eerste voortplanting van de wolf.




Rechter gaat ten onrechte voorbij aan argumenten Jagersverenigingen en FPG

NOJG
DEN HAAG – De rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland verbiedt. De Jagersvereniging, de NOJG en FPG zijn teleurgesteld over het vonnis. Met name het gebrek aan inhoudelijke behandeling van de argumenten en onderbouwingen die de verenigingen hebben aangedragen is opvallend.

Met deze uitspraak is het begrip een ‘gunstige staat van instandhouding’ en het aantal konijnen en hazen er daarbij in Nederland behoort rond te lopen, vrijwel volledig afhankelijk geworden van de zienswijze van de minister. De rechtbank toetst de besluitvorming van de minister nagenoeg niet en stelt de politieke visie van de minister op de staat van instandhouding voorop.

Afhankelijk van politieke wind
De jacht lijkt hiermee niet langer een fundamenteel recht, maar eerder afhankelijk te zijn van de politieke wind die er op een bepaald moment waait. Willem Schimmelpenninck, directeur van de Jagersvereniging: “Het feit dat de minister van de rechter zoveel ruimte krijgt is niet wenselijk en niet passend bij het feit dat het recht om te jagen onderdeel is van het eigendomsrecht. Een uitspraak als deze kan verstrekkende consequenties hebben. Als de uitspraak wordt gebruikt om alle algemeen voorkomende diersoorten voortaan zo te benaderen, heeft dit grote maatschappelijke gevolgen voor onder meer huizen- en wegenbouw en andere activiteiten waarbij dieren kunnen worden verstoord.”

Rene Leegte, de voorzitter van de NOJG is dat van harte met hem eens: “de uitspraak heeft meer impact dan de rechtbank kennelijk voor ogen heeft gehad. Bovendien is het gebrek aan inhoudelijke motiveringen opvallend en wekt de niet-ontvankelijkheidsverklaring van de verenigingen grote verbazing”.

Enerzijds staat in het vonnis dat het goed is om beoordelingsprocedures en rekenmethoden ter discussie te stellen, anderzijds geeft de rechter met het vonnis de minister bijna volledige vrijheid van handelen, waardoor een serieuze toetsing van de gehanteerde procedures en methodes ontbreekt.

Regulering eigendomsrecht
De belangrijkste vordering van de Jagersverengingen en de FPG was het terugdraaien van het onrechtmatige besluit van de minister om de Regeling natuurbescherming (Rnb) te wijzigen, zodat de jacht op haas en konijn in heel het land weer mogelijk zou zijn in het jachtseizoen. De rechter bevestigde in haar vonnis dat de minister met haar besluit de Rnb te wijzigen inderdaad het eigendomsrecht reguleert. Deze regulering is volgens de rechter toegestaan, omdat daarvoor een wettelijke basis bestaat en omdat deze regulering proportioneel is (oftewel niet te ver gaat). De jagersverenigingen en de FPG blijven echter bij hun standpunt dat de wettelijke basis hiervoor ontbreekt, omdat de minister heeft besloten een strengere toetsing toe te passen voor de staat van instandhouding dan in de wet is opgenomen en omdat het niet nodig was op de jacht op deze wijze te verbieden.

‘Gunstig’ of ‘in het geding’
De minister heeft de algemeen voorkomende soorten haas en konijn langs de meetlat van de Europese habitatrichtlijn gelegd en getoetst of de soorten in een ‘gunstige staat van instandhouding’ verkeren, in plaats van dat hun ‘staat van instandhouding in het geding is’. Bovendien werd opnieuw als referentiejaar voor de populatiedaling het jaar 1950 genomen, waarvan onderzoek inmiddels uitvoerig heeft aangetoond dat de tellingen in dit jaar geen landelijke, maar regionale cijfers betrof.
Daarnaast staan op habitatrichtlijn-lijst alleen diersoorten die toen die richtlijn in werking trad (1994) bedreigd waren. De advocaten van de Jagersvereniging en de FPG hebben de rechter voorgelegd dat de toepassing van de habitatrichtlijnmethode voor de bepaling van de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten, zoals de haas en het konijn onrechtmatig is. Ook in andere Europese landen is dit niet gebruikelijk.

Deze methode neemt als vertrekpunt dat de populatie van de dieren in de habitatrichtlijn-lijst even hoog moet zijn als in 1994. Er hoeven namelijk anno 2023 niet evenveel hazen en konijnen te zijn als in 1994. Immers in 1994 waren deze dieren niet bedreigd en zijn daarom niet opgenomen in de habitatrichtlijn-lijst. In het verlengde hiervan hebben de advocaten het verbod aan de Staat gevorderd om de habitatrichtlijnmethode in de toekomst toe te mogen passen voor de bepaling van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit zijn wezenlijke vorderingen die belangrijk zijn voor de vraag hoe wij in Nederland met wilde dieren willen omgaan en samenleven, maar ze zijn zonder afdoende inhoudelijke argumentatie door de rechter aan de kant geveegd.

Niet ontvankelijk
Daarnaast is het opvallend dat de verenigingen als belangenbehartigers van de jagers in Nederland niet ontvankelijk worden verklaard. De advocaten van de jagersverenigingen en de FPG zeggen hierover: “Verenigingen hebben een (grond)recht om besluiten die hun eigen belang raken aan de rechter voor te leggen. Dit miskent de niet-ontvankelijkverklaring van de verenigingen. Omdat we dit probleem al hadden voorzien hebben we hebben vanaf het begin twee WBE’s en drie individuele jagers mee laten doen als ‘eisers’. Feitelijk moest de rechtbank dus linksom of rechtsom een inhoudelijke uitspraak doen”.

Discussie noodzakelijk
Hoewel het vonnis van de rechtbank in Den Haag veel vragen oproept, benadrukt voorzitter van de Jagersvereniging Theo ten Haaf om ondanks de teleurstelling niet bij de pakken neer te gaan zitten. “Daarvoor is het belang van de jager en onze missie veel te belangrijk. De brede rol die jagers spelen in het Nederlands landschap blijft cruciaal, zeker nu mensen en dieren elkaar steeds vaker in de weg zitten. Ook na dit vonnis blijft het belangrijk om goede relaties te onderhouden met de politiek en andere belanghebbenden. Wij blijven politieke partijen onverminderd benaderen met onze standpunten. Met een bezoek van de minister in het vooruitzicht zullen wij de belangen van de jagers en de passie waarmee onze mensen zich inzetten voor de Nederlandse natuur blijvend voor het voetlicht brengen. Zonder rechtszaak hadden we geen discussie gehad over beoordelingsmethoden, rekenmodellen en het begrip ‘staat van instandhouding’. Deze discussie is wel noodzakelijk om de in de toekomst de wetenschappelijke grondslag van de beleidsvorming te verbeteren. Hoewel dit zich op dit moment niet heeft vertaald in een positieve uitspraak, is het zaak dat u zich blijft inzetten voor de jacht en wetgeving op basis van betere data en beoordelingsmethoden.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG houdt ook de moed erin: wij zullen samen met de Jagersvereniging het gespreek met de minister aangaan tijdens de komende bijeenkomsten. De politieke lobby, zeker in deze politiek spannende tijden, gaat onverminderd voort.”

Rene Leegte roept de leden van de NOJG op om de ALV van 16 november aanstaande te bezoeken om mee te praten over deze uitspraak en te discussiëren over de toekomst: “de inbreng van onze leden in deze discussie is van groot belang”.

Hoger beroep
De Jagersvereniging, de NOJG en de FPG zullen het vonnis van de rechtbank uitvoeriger bestuderen en in onderling overleg besluiten of het wenselijk is in hoger beroep te gaan. Dit moet binnen drie maanden worden ingediend.

De volledige uitspraak van de rechter vind hier:ECLI NL RBDHA 2023 14822

 




Onderzoek naar invloed ganzenvraat op grasgroei afgerond

Sovon Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga hebben een meerjarig onderzoek afgerond naar de invloed die ganzenvraat heeft op grasgroei. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van BIJ12, de uitvoeringsorganisatie voor het afhandelen van faunaschade voor de provincies. De uitkomsten zullen een belangrijke bouwsteen gaan vormen voor de nieuwe taxatierichtlijn gras die in 2024 door BIJ12 wordt opgesteld.

Ganzen kunnen veel schade veroorzaken in de landbouw. Vooral in het voorjaar wanneer ze het verse gras eten dat net begint te groeien. Voor de geleden schade ontvangen veehouders een tegemoetkoming van de provincie. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden voor het kopen van vervangend voer.

Het bepalen van de exacte omvang van grasschade gebeurt aan de hand van taxatierichtlijnen die door BIJ12, in opdracht van de provincies, zijn vastgesteld. Voor het opstellen van deze richtlijnen is actuele kennis nodig, bijvoorbeeld over grasgroei. Daarom liet BIJ12 de afgelopen jaren hier nieuw, aanvullend onderzoek naar doen door Sovon Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga.

Het onderzoek richtte zich op de relatie tussen de groei van gras en de mate waarin dit door ganzen begraasd wordt. Onderzocht werd hoe goed het gras na begrazing weer doorgroeit. In het onderzoek werd ook gekeken naar factoren als wisselingen in temperatuur en neerslag en de invloed daarvan op grasgroei, in combinatie met ganzenvraat. Het onderzoek vond plaats in de periode 2019-2022 op graslandpercelen in drie deelgebieden: twee in de provincies Fryslân en één in de provincie Noord-Holland.  

Naast de onderzoekers waren de agrarische natuurvereniging Rûnom De Deelen, LTO Noord, ganzencollectief Fryslân, taxatiebureau Van Ameyde en de deelnemende boeren in Friesland en Noord-Holland betrokken. Het onderzoek heeft geleid tot een grote database met veel data over verschillende gebieden en jaren. Onderzoekers hebben hieruit onderstaande algemene bevindingen afgeleid.

De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport ‘Grasgroei onder verschillende intensiteiten van ganzenbegrazing‘.

 

bron: BIJ12, 09/10/2023



Uitspraak bodemprocedure jacht haas en konijn

Rechter gaat ten onrechte voorbij aan argumenten jagersverenigingen
DEN HAAG – De rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland verbiedt. De Jagersvereniging, de NOJG en FPG zijn teleurgesteld over het vonnis. Met name het gebrek aan inhoudelijke behandeling van de argumenten en onderbouwingen die de verenigingen hebben aangedragen is opvallend.

Met deze uitspraak is het begrip een ‘gunstige staat van instandhouding’ en het aantal konijnen en hazen er daarbij in Nederland behoort rond te lopen, vrijwel volledig afhankelijk geworden van de zienswijze van de minister. De rechtbank toetst de besluitvorming van de minister nagenoeg niet en stelt de politieke visie van de minister op de staat van instandhouding voorop.

Afhankelijk van politieke wind

De jacht lijkt hiermee niet langer een fundamenteel recht, maar eerder afhankelijk te zijn van de politieke wind die er op een bepaald moment waait.

Enerzijds staat in het vonnis dat het goed is om beoordelingsprocedures en rekenmethoden ter discussie te stellen, anderzijds geeft de rechter met het vonnis de minister bijna volledige vrijheid van handelen, waardoor een serieuze toetsing van de gehanteerde procedures en methodes ontbreekt.

Niet ontvankelijk

Daarnaast is het opvallend dat de verenigingen als belangenbehartigers van de jagers in Nederland niet ontvankelijk worden verklaard. De advocaten van de jagersverenigingen en de FPG zeggen hierover: “Verenigingen hebben een (grond)recht om besluiten die hun eigen belang raken aan de rechter voor te leggen. Dit miskent de niet-ontvankelijkverklaring van de verenigingen”.

Rene Leegte van de NOJG zegt hierover: “ naast de verenigingen zijn er ook individuele personen naar voren geschoven, zodat er toch een uitspraak kon worden gedaan. Maar het is voor ons onbegrijpelijk dat we als NOJG geen belanghebbende zouden zijn terwijl we de belangen van alle jagers voorstaan. Ook het gebrek aan inhoudelijke oordelen verbaast ons zeer.” De Jagersvereniging, de NOJG en de FPG zullen het vonnis van de rechtbank uitvoeriger bestuderen en in onderling overleg besluiten of het wenselijk is in hoger beroep te gaan. Dit moet binnen drie maanden worden ingediend.

De volledige uitspraak van de rechter vind je hieronder of onder de navolgende link: https://www.nojg.nl/wp-content/uploads/2023/10/ECLI-NL-RBDHA-2023-14822.pdf


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Friesland verlaagt maximum afschot ganzen met tienduizenden

Vaststelling afschot trekganzen 2023-2024

Ieder jaar stelt GS het maximum aantal ganzen vast dat in de periode van 1 oktober tot en met 31 mei bij verjaging met ondersteunend afschot gedood mag worden. Dit staat in de Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017 en is conform de Fryske Guozzeoanpak. Hiermee wordt gewaarborgd dat de gunstige staat van instandhouding van de betreffende trekkende ganzensoorten niet in gevaar komt.

GS stellen het maximaal toegestane ganzenafschot voor 2023-2024 vast op brandgans 14.000, grauwe gans 12.000 en kolgans 22.500.

Het maximumaantal ganzen dat komende maanden in Friesland mag worden afgeschoten, is dus een stuk lager dan in 2022.

Het maximum qua afschot lag volgens de provinciewebsite vorig jaar op 100.000 brandganzen, 25.000 kolganzen en 25.000 grauwe ganzen. ‘Het aantal is lager dan vorig jaar. Dat komt door een uitspraak van de Raad van State van vorig jaar dat de populaties wel in stand moeten worden gehouden’, zegt de Friese gedeputeerde Matthijs de Vries (ChristenUnie). Hij zegt ook dat de aantallen die voor de komende maanden zijn vastgesteld, eigenlijk nooit worden gehaald. ‘We verwachten het ook dit jaar niet te halen.’

De gedeputeerde zegt dat het afschieten van de ganzen ondersteunend moet zijn aan het verjagen, maar dat verjagen de voorkeur heeft. Zo moet worden voorkomen dat ze te veel schade aanrichten aan landbouwgrond. De drie ganzensoorten samen zorgden vorig jaar voor ruim 34 miljoen euro aan schade, 23,5 miljoen euro aan schade werd veroorzaakt door de grauwe gans.

Eerder dit jaar werd bekend dat een BirdAlert met een knalapparaat een effectieve manier is om ganzen te verjagen. Dat apparaat begint te knallen zodra vogelgeluiden in de buurt van het apparaat worden vastgesteld. Als dat op een weiland staat, kunnen zo ganzen worden verjaagd.




Nieuwsbrief 4e kwartaal 2023 Faunabeheereenheid Limburg




Faunaspot registratie module FBE Noord-Holland grofwild uitgebreid

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Uitspraak Bodemprocedure voor opening jachtseizoen

De uitspraak van rechtbank in Den Haag in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland sluit wordt verwacht op woensdag 11 oktober a.s. Of de jacht op haas en konijn vervolgens wordt geopend, hangt af van de uitspraak. Vanzelfsprekend brengen wij samen met de andere belanghebbenden, waaronder de Jagersverening en de FPG, onze leden direct op de hoogte van de uitspraak en de gevolgen hiervan.

Vooralsnog is de rechtbank van plan de uitspraak per post naar betrokken partijen te versturen. Onze advocaten hebben de rechtbank verzocht de uitspraak per e-mail toe te sturen, zodat de uitspraak op 11 oktober bij iedereen bekend is. Lukt dit niet, dan zullen de advocaten zich maximaal inspannen de uitspraak op die dag alsnog via een andere weg te verkrijgen. Het bijwonen van de uitspraak in de rechtbank is niet mogelijk, dit heeft de rechter expliciet vermeld.

Grondige toetsing

De uitspraak omvat naar wordt gehoopt en verwacht een grondige toetsing van de beslissing van de minister, alsook de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen en de FPG medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 ook oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding.

Opening jacht haas en konijn

De Jagersvereniging, de NOJG, de FPG en andere belanghebbenden hebben bij de rechter negen punten aangekaart, waarop zij in het gelijk gesteld hopen te worden. De primaire inzet is de opening van de jacht op haas en konijn in heel Nederland bij aanvang van het jachtseizoen 2023/2024. Of dit op 15 oktober a.s. ook daadwerkelijk kan, hangt van het aantal punten waarop we in het gelijk worden gesteld en of de minister per direct uitvoering geeft aan de uitspraak. Ook zou de minister zich in een reactie op de uitspraak kunnen wenden tot een kort geding of een verzoek tot schorsing van de uitspraak kunnen indienen.

Vertrouwen

De uitspraak is van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur van de Jagersvereniging Willem Schimmelpenninck: “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Tijdens de zitting van de bodemprocedure tegen de Staat op maandag 21 augustus jl. kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen.”

Uitspraak

Direct na de uitspraak op 11 oktober zullen de betrokken verenigingen en de advocaten de uitspraak grondig bestuderen en zich – indien nodig – beraden op vervolgstappen. Daarnaast verwachten we na de uitspraak ook de terugkoppeling op onze vragen die voorafgaande aan de zitting van de bodemprocedure op 21 augustus aan de landsadvocaat zijn gesteld.




Onderzoek wijst uit: nestbehandeling bij ganzen werkt niet

PERSBERICHT
5 oktober 2023

Nederland is een luilekkerland voor ganzen. De intensieve landbouw met een hoge opbrengst van gewassen zorgt voor een overvloed aan voedsel. Ganzen horen bij ons land, maar het zijn er veel. Zoveel, dat ze schade veroorzaken. Aan boerenland, maar ook aan de natuur. Daarnaast kan de vliegveiligheid in gevaar komen. Steeds vaker wordt het onklaar maken van ganzeneieren (‘nestbehandeling’) genoemd als diervriendelijke maatregel om de populatiegroei te beheersen. Recent onderzoek toont echter aan, dat deze maatregel niet effectief is.

,In opdracht van de FBE Noord-Holland deed Kees Koffijberg (Sovon) een uitgebreide literatuurstudie naar nestbehandeling. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in de notitie ‘Literatuurstudie naar de effecten van legselbehandeling op ganzenpopulaties’. De belangrijkste conclusie:
“Het is heel begrijpelijk dat mensen denken dat als er minder eieren uitkomen, er minder vogels volwassen worden en dat daarmee ook de populaties ganzen krimpen. Het lijkt zó logisch, en toch werkt het niet zo! Sterker nog, het onderzoek wijst uit dat nestbehandeling in de meeste gevallen niet effectief is.” (Kees Koffijberg, Sovon)

Ganzen verstoppen hun nesten goed en het is onmogelijk alle nesten te vinden. De kuikens die uit de niet-gevonden eieren komen, hebben een grote overlevingskans omdat ze minder concurrentie hebben van andere kuikens. Onder aan de streep worden er dan evenveel kuikens vliegvlug, zo laat het onderzoek zien.

Daarnaast blijkt nestbehandeling ongewenste effecten te hebben. Het leidt tot verstoring in natuurgebieden en vormt daarmee een bedreiging voor beschermde broedvogels zoals de bruine kiekendief en de purperreiger. Tot slot is nestbehandeling een zeer arbeidsintensieve en daarmee een dure maatregel.

“De FBE Noord-Holland zet in haar faunabeheerplannen in op preventieve maatregelen om schade door ganzen te voorkomen. Pas als die maatregelen niet werken, komt afschot in beeld. Om onze plannen te onderbouwen verzamelen we betrouwbare data, onder andere via onze app FaunaSpot. Daarnaast investeren wij in onderzoek, zoals dit onderzoek naar de effectiviteit van nestbehandeling. Het zou zonde zijn als we in Nederland deze maatregel blijven toepassen. Dan blijven de populaties namelijk groeien en dat heeft uiteindelijk alleen maar meer afschot tot gevolg. Dat moeten we echt niet willen.” (Patty Laan, directeur FBE Noord-Holland:

Op de website van de FBE Noord-Holland staat een interview met Kees Koffijberg met meer informatie (https://fbenoordholland.nl/a/nestbehandeling-wel-of-niet-effectief)

 




Nederland telt op dit moment negen wolvenroedels

bron: BIJ12 :27 september 2023

Als tweede gevestigde wolf in Nederland overleden

Op 30 mei werd een wolvin dood aangetroffen in een waterpartij op de Midden-Veluwe. Het dier was in verregaande staat van ontbinding. Na sectie en DNA-analyse bleek het te gaan om wolvin GW960f, de tweede wolf die zich in Nederland vestigde. De wolvin was minimaal 6 jaar oud en had sinds 2018 haar territorium op de Midden-Veluwe. Het dier is vermoedelijk aangereden en op haar laatste krachten op zoek gegaan naar water om dorst te lessen of verkoeling te zoeken. Uit de sectie bleek bovendien dat de wolvin dit jaar mogelijk jongen had geworpen. Als er welpen zijn geboren, hebben zij het zeer waarschijnlijk niet overleefd omdat zij in die periode afhankelijk waren van moedermelk.

Twee wolven in Utrecht

Sinds mei wordt er regelmatig een wolf waargenomen op de Utrechtse Heuvelrug. In deze periode zijn er 29 meldingen van wolvenwaarnemingen uit deze regio binnengekomen bij het Wolvenmeldpunt. Op basis van DNA-analyse is aangetoond dat het gaat om een nakomeling van de Noord-Veluwe roedel (GW3237m). Uit DNA-analyse blijkt dat er op 29 juni ook een andere mannelijke wolf op de Utrechtse Heuvelrug aanwezig was.

Schademeldingen bij BIJ12

In de afgelopen periode zijn 65 meldingen van vermoedelijke wolvenschade aan landbouwhuisdieren binnengekomen bij BIJ12. In totaal ging het bij 41 meldingen om wolvenschade. De overige meldingen gaven een andere uitslag of moeten nog worden onderzocht.

Samenwerking

BIJ12 is de organisatie die namens provincies de beleidsuitvoering van het dossier van de wolf verzorgt. Dit heeft onder andere betrekking op monitoring en afhandeling van tegemoetkoming in schade. Dit bericht is tot stand gekomen met medewerking van Zoogdiervereniging (monitoring Wolvenmeldpunt), Wageningen University & Research (WENR) (DNA-analyses) en het CEwolf consortium (Centraal Europese wolvenpopulatie) (internationale uitwisseling genetische data).




Populaties grof wild in Spanje neemt fors toe, extra maatregelen vanuit de Regiobesturen om de populaties onder controle te houden.

 

MADRID – In de afgelopen decennia is de populatie wilde dieren in Spanje dusdanig toegenomen dat regiobesturen actie willen nemen. Een doeltreffend beleid is echter niet vanzelfsprekend omdat daarvoor moet worden afgeweken van de nationale regelgeving.

Zo kondigde regiopresident María Guardiola van Extremadura onlangs aan dat de jacht weer is toegestaan in nationaal natuurpark Monfragüe. Dat zelfde deed het regiobestuur van Galicië met het toestaan van de jacht op wilde zwijnen in 80 procent van de regio. Een eenduidig en effectief beleid aangaande de noodtoestand die de jacht rechtvaardigt blijft echter nog uit omdat dit een omstreden onderwerp is.

Problemen steeds duidelijker

Exacte cijfers over het aantal wilde dieren zijn niet voorhanden, maar dat de populatie wilde dieren in rap tempo toeneemt is merkbaar aan de problemen die deze dieren met zich meebrengen. Zo brengen zij ziektes over naar veehouderijen, veroorzaken ze steeds meer verkeersongevallen en verwoesten ze de oogst van Spaanse boeren.

Uit een onlangs uitgebracht rapport van Spaanse wetenschappers blijkt dat voor het eerst sporen van covid-19 zijn aangetroffen bij wilde herten in de omgeving van Madrid. Dit bevestigt dat er steeds meer interactie plaatsvindt van ziektes tussen dier en mens.

Net als in Italië en Polen breiden ook op het Spaanse grondgebied sinds het begin van deze eeuw de populaties en leefgebieden van wilde zwijnen, reebokken en herten steeds verder uit. Niemand lijkt hier vooralsnog een passend antwoord op te hebben. Onder de huidige omstandigheden, met steeds meer verlaten gebieden, toegenomen landbouw en de klimaatverandering, zal zonder ingrijpen de groei alleen maar toenemen. Daarbij komt dat de populatie wolven, de natuurlijke vijand van deze dieren, juist in grootte afneemt.

Nog geen centrale oplossing

In 2022 deed de centrale regering nog een poging om de jacht in Spanje te reguleren, wat op veel weerstand stuitte van milieuactivisten. Een eenduidige oplossing is er niet uit voortgekomen en deelbesturen blijven worstelen met het probleem. Regio’s als Galicië, Castilië La Mancha, Castilië en León, Catalonië en Andalusië hebben in minder dan een jaar tijd al een noodtoestand afgeroepen als het om de groei van de wilde dierenpopulaties gaat. Het gaat dan voornamelijk om de toename van het aantal wilde zwijnen, maar ook dieren als konijnen veroorzaken de nodige problemen. Met het uitroepen van een noodtoestand denken de regiobesturen vooralsnog alleen aan versoepeling van de jachtrestricties.

Omdat er geen officiële cijfers zijn van het aantal wilde dieren in Spanje, is er een patstelling ontstaan tussen milieuactivisten enerzijds en de jachtsector anderzijds. Bovendien zijn de enige gegevens die voorhanden zijn afkomstig van uitgerekend deze van de jachtsector. Alleen verkeersdienst DGT registreert gegevens over het aantal ongevallen die veroorzaakt zijn door wilde dieren.

Twee miljoen wilde zwijnen in 2028

Fernando Villanueva van Stichting Artemisan, een ngo die zich inzet voor het beheer en behoud van flora en fauna in Spanje, is van mening dat een centraal gestuurd beleid essentieel is. Naast het feit dat dieren zich niets aantrekken van regiogrenzen, is een doortastend en globaal beleid onmisbaar om controle te houden over de situatie. Als er niets gebeurt, stelt hij, zullen er in 2028 zeker twee miljoen wilde zwijnen leven in Spanje. Volgens berekening van Artemisan zal de populatie wilde zwijnen iedere tien jaar verdubbelen. Door de groei van het aantal wilde dieren is volgens Villanueva de biodiversiteit in Spaanse natuurparken al ernstig aangetast.

Belangrijker misschien nog is te voorkomen dat er nieuwe ziekten ontstaan die risico’s met zich mee kunnen brengen voor de mens. Dat kan volgens agrarisch wetenschapper Gustavo del Real alleen door de controle op wilde fauna serieus te nemen en een algemeen en effectief beleid te formuleren dat ondersteund wordt door een multidisciplinair team van deskundigen. Dat is alleen mogelijk als de huidige situatie beter in kaart wordt gebracht en strategieën worden afgestemd op actuele informatie.

Bron:  inspanje.nl




Faunabeheerders Holland en Flevoland ontwikkelen gezamenlijk ganzenbeheerplan

De faunabeheereenheden (FBE’s) van Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland bundelen de krachten en gaan samen een interprovinciaal ganzenbeheerplan ontwikkelen voor de periode van 2024 tot 2030. Met de FBE Utrecht vindt collegiaal overleg plaats.

In de drie provincies is de overlast van ganzen het grootst. ‘Tot nu toe schrijft elke faunabeheereenheid (FBE) zijn eigen faunabeheerplan voor ganzen in de desbetreffende provincie. Dat pakken we deze keer anders aan. Ganzen vliegen immers gewoon over provinciegrenzen heen.

De FBE’s van Zuid-Holland, Flevoland en Noord-Holland kijken daarom over hun grenzen heen en werken samen richting één ganzenplan 24 – 2030′, zo wordt de aanleiding voor de samenwerking gemotiveerd.

Op dit moment worden de eerste teksten voor het interprovinciale ganzenbeheerplan uitgewerkt. Deze worden gepubliceerd op een speciale website www.ganzenplan.nl. Iedereen die er belang bij heeft, zoals jachtaktehouders, boswachters, grondgebruikers en natuur- en dierenbeschermingsorganisaties, kan reageren op de conceptteksten. Mocht er iets missen, is iets niet duidelijk of heeft iemand een goede tip, dan kan men dat aangeven. Daarna worden de teksten zo nodig aangepast.

bron: de Veldpost – het Landbouwnieuws




Raad van State keurt ontheffing vos provincie Zuid-Holland goed

De ontheffing die het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland in 2018 heeft verleend aan de Faunabeheereenheid voor het ook ’s nachts kunnen doden van vossen, om de weidevogels effectiever te kunnen beschermen is nu door de Raad van State goed gekeurd. Vossen komen in onze provincie onder andere in het duingebied bij Wassenaar voor. De Faunabeheereenheid wil met de ontheffing de omvang van de populatie vossen plaatselijk beperken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS is het daar dus mee eens. Bij het verlening van zo’n ontheffing moet volgens de Wet natuurbescherming wel worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo mag er geen andere bevredigende oplossing zijn om de vossen te bestrijden en de ontheffing moet nodig zijn voor de bescherming van de weidevogels en andere vogels die op de bodem broeden.

Zie hieronder de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS;

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Zweden meldt eerste geval Afrikaanse varkenspest in Scandinavië.

Voor het eerst is Afrikaanse varkenspest vastgesteld in Scandinavië. Een dood wild zwijn werd in Zweden gevonden dat met het virus besmet bleek. Dat is woensdag gemeld door de Zweedse Diergezondheidsinstituut.

Het dode zwijn is gevonden in een beperkt toegankelijk natuurgebied in Fagersta, 145 kilometer ten noordwesten van Stockholm. Het is onduidelijk hoe de virusziekte Zweden is binnengekomen. Zeven dode wilde zwijnen zijn sinds 25 augustus in Västmanland gevonden. Van een van de zwijnen werd een monster van een poot opgestuurd naar het Diergezondheidsinstituut.

Uit onderzoek bleek dat het besmet was met Afrikaanse varkenspest. Inmiddels wordt een monster van een ander wild zwijn ook onderzocht. Woordvoerder Karl Stahl van het Zweedse Diergezondheidsinstituut gaat er op dit moment vanuit dat de infectie is binnengekomen via menselijk handelen.

Verspreiding via wilde zwijnen is uitgesloten. Daarvoor is de afstand tot de dichtstbijzijnde besmette gebieden veel te groot en daar ligt bovendien de Oostzee tussen. De afstand tot de besmette gebieden in Estland, Letland, Litouwen en Polen bedraagt minimaal 450 tot 500 kilometer.Tot nu tot hebben Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden niet te maken gehad met deze virusziekte.

Beheersplan in werking

In Zweden is nu het beheersplan voor Afrikaanse varkenspest direct in werking getreden. Als eerste wordt nu de omvang van het besmette gebied in kaart gebracht. Door gebeurt door samen met de verantwoordelijke autoriteiten en jagersorganisaties te zoeken naar dode wilde zwijnen, in combinatie met kennis van de leefgebieden van wilde zwijnen. De toegang tot het getroffen gebied is verboden.

Bessen of paddenstoelen plukken, jagen en bosbouwactiviteiten zijn niet toegestaan om verspreiding via vlees van zwijnen of door virussen op schoenen, gebruiksvoorwerpen en voertuigen te voorkomen. Varkenshouders krijgen het advies om hun bioveiligheidsmaatregelen te checken en contact op te nemen met een dierenarts als er tekenen van ziekte of verhoogde sterfte zijn. Aan de burgers en jagers wordt gevraagd dode wilde zwijnen te melden.