Weidevogels Hof van Twente

HOF MEET DRONE

Vrijwilligers van de stichting Weidevogels Hof van Twente gaven vanmorgen (30 april 2024) een zware delegatie van de gemeente Hof van Twente een prachtige rondleiding bij het mooie Markelo. Onze stichting begon enkele weken geleden met het opsporen van weidevogels met een faunadrone. Daarvoor kreeg de stichting subsidie van de gemeente en de Rabobank. 

GROEN
Vanmorgen konden de wethouders Harry Scholten en Edwin Scheperman en ambtenaren van de afdelingen groen, plattelandsontwikkeling en vrijetijdseconomie met eigen ogen zien hoe veldwerkers, dronepiloten en agrariërs samenwerken om weidevogels een handje te helpen om hun kuikens vliegvlug (volwassen) te krijgen. 

KLEIN
Grutto’s, wulpen, tureluurs, scholeksters en kieviten, ze zijn er allemaal nog. Alleen de aantallen zijn te klein om in aanmerking te komen voor subsidies. Boeren krijgen geen compensatie voor gederfde inkomsten, zoals in en rond Geesteren wel gebeurt. Dat maakt het werk van de liefhebbers van weidevogels nog lastiger.

AKKERLAND
Vicevoorzitter Tjeerd Ploeg van Weidevogels Hof van Twente sprak na afloop over een zeer geslaagde ochtend, die om 6 uur begon en tegen 9 uur werd afgerond. Dronepiloot Dinant Weenk demonstreerde een vlucht met de drone bij een plasdras aan de Winterkamperweg in Markelo en Roger Borre liet de drone daarna rondvliegen op akker- en weiland aan de Ensinkgoorsdijk bij de Schipbeek.

BETER
Vicevoorzitter Tjeerd Ploeg wil de komende jaren cijfers verzamelen om te kunnen ontdekken of het beter of slechter gaat met de stand van de weidevogels. “Maar ook werken we aan bewustwording”, zei Tjeerd Ploeg. “Wat betekenen weidevogels eigenlijk voor ons?” Aan de ene kant is dat een stukje beleving, zo vertelde hij aan de bezoekers. “Hoor je weidevogels dan begint de lente. En als er weidevogels in een landschap voorkomen dan heeft dat een zekere meerwaarde voor bewoners en voor toeristen.” 

EMELTEN
Maar aan de andere kant zorgen weidevogels er voor dat er niet teveel emelten voorkomen in een weiland waardoor het gras zou verdwijnen en er kale plekken kunnen ontstaan, zo legde Ploeg uit. Hij is in het dagelijks leven boswachter bij Natuurmonumenten. 

SCHOLEN
De stichting wil daarom meer scholen bezoeken om er voorlichting te geven, wil meedoen aan het project De Groene Loper en de stichting houdt regelmatig bijeenkomsten voor eigen vrijwilligers. Ook overlegt het bestuur met Agrarische verenigingen, de provincie, de gemeente en met agrariërs. 

BELEID
“Samen ontwikkelen we een beleid en stap voor stap komen we elk jaar een stukje verder”, zei Tjeerd Ploeg. Hof van Twente  telde vorig jaar 235 broedparen van weidevogels. Mede door de inzet van de drone zullen dat er dit jaar naar verwachting meer zijn. 

Zie ook onze video
https://youtu.be/j1u8bAsgYBg?si=oH9Xov8hyh3msown




Populatiebeheer van reeën is steeds complexer geworden

RUURLO – De populatie reewild is in Nederland toegenomen van circa 5.000 dieren rond 1950 tot meer dan 130.000 op dit moment. Gelijktijdig is ook de verspreiding sterk toegenomen en komt het ree momenteel in vrijwel heel Nederland voor. Deze toename van reewild is toe te schrijven aan het aanpassingsvermogen van het ree aan het landschap en aan zorgvuldig beheer door jagers. 
Door Jan Hendriksen

Zoveel werd zondag duidelijk tijdens een bezoek aan de 55ste editie van de Reewildshow van de Vereniging Het Ree afdeling Achterhoek die bij Restaurant De Duif en Schietbaan ‘t Ruurlose Broek in Ruurlo plaatsvond. Met de komst van de Flora- en Faunawet, de opvolgende Wet Natuurbescherming en nu de nieuwe Omgevingswet is populatiebeheer steeds complexer geworden. De aantallen reeën zijn fors toegenomen, alsook hun effecten op de omgeving en op elkaar.

Lees meer



Raadpleging nieuw wolvenbeleid is rond in Gelderland

De consultatie over ‘Grenzen aan de wolf in Gelderland’ is afgerond. Het bestuur van provincie Gelderland bezig is met het ontwikkelen van een nieuw wolvenbeleid en dat er recentelijk een consultatie heeft plaatsgevonden over dit beleid.
Hier zijn enkele punten die naar voren komen:

1. **Beleidsdoelen:** Het bestuur van Gelderland wil grenzen stellen aan de wolf door middel van betere preventie, het aanpakken van probleemwolven en op termijn populatiebeheer.

2. **Consultatieproces:** De consultatie over het beleid met betrekking tot de wolf is afgerond, en het lijkt erop dat het een zorgvuldig proces was gezien de beladen aard van het onderwerp. Statenleden hebben zich voorbereid op de bespreking van het beleid door onder andere een schapenhouder te bezoeken en te overleggen met de Gelderse Wolvencommissie.

3. **Moties tijdens Statenvergadering:** Tijdens de Statenvergadering zijn vier moties ingediend. Drie ervan zijn niet aangenomen, en één motie wordt bij de volgende vergadering opnieuw in stemming gebracht. Deze motie roept op tot het beheren van probleemwolven en het lobbyen voor een lagere beschermde status.

4. **Faunabeheerplan:** Gelderland is in overleg met de faunabeheereenheid over de uitvoering van praktisch beheer van probleemwolven. Zodra het faunabeheerplan is opgesteld, streeft de provincie naar een vergunning voor de aanpak van probleemwolven in heel Gelderland.

5. **Subsidieregeling wolfwerende maatregelen:** Er wordt gesproken over het verbreden van de subsidieregeling voor wolfwerende maatregelen naar heel Gelderland en alle houders van weidedieren. Er is een voorstel om extra middelen beschikbaar te stellen voor deze subsidieregeling.

6. **Lobby voor beschermde status:** Het Gelders bestuur lobbyt om de beschermde status van de wolf te verlagen. Er is een brief gestuurd naar minister Van der Wal en Adema, en er zal op 2 april een petitie worden aangeboden aan de Tweede Kamer om de zorgen van inwoners over te brengen en aandacht te vragen voor een lagere beschermde status van de wolf.

Kortom, Gelderland lijkt actief bezig te zijn met het ontwikkelen en implementeren van nieuw beleid met betrekking tot wolven, waarbij ze rekening houden met de verschillende standpunten en uitdagingen rondom dit onderwerp.

Bron: Provincie Gelderland




Beschermde status wolf blijft voorlopig nog in Europa van toepassing

De Europese Commissie is dus voorstander van een afzwakking van de beschermde status van de wolf, maar het is nog niet zeker of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren. Verschillende landen, waaronder Nederland en Duitsland, zijn terughoudend en willen eerst een grondige discussie voeren voordat er een besluit wordt genomen.

Finland daarentegen, wil graag dat de bescherming van wolven en andere grote carnivoren versoepeld wordt, omdat zij van mening zijn dat de huidige bescherming niet meer nodig is vanwege de toename van het aantal wolven in Europa. Momenteel leven er naar schatting 20.300 wolven in Europa. Een flinke stijging sinds de telling in 1992. Daarom vindt Finland dat de huidige bescherming niet meer nodig is.

Het voorstel van de Europese Commissie zal nu worden voorgelegd aan het Permanent Comité van de Conventie van Bern, waar uiteindelijk besloten zal worden over de beschermingsstatus van de wolf. Pas als dat een feit is, kan de Europese Unie de habitatrichtlijn wijzigen om het lagere beschermingsniveau voor de wolvensoort wettelijk vast te leggen.




Aanvragen ontheffingen faunabeheer Zeeland vanaf nu via nieuw loket

Damherten haringvreterHet aanvragen van omgevingsvergunningen faunabeheer zou vanaf 1 januari 2024 makkelijker moeten gaan. Dat komt omdat vanaf nu alle vragen en aanvragen over die ontheffingen via het nieuwe 1-loket van de Faunabeheereenheid (FBE) lopen.
De bedoeling is dat het nu overzichtelijker is door de centrale registratie in het faunaregistratiesysteem.

Gegevens op 1 plek

Met deze verandering is een langgekoesterde wens van Provinciale Staten in vervulling gegaan. Er wordt al enkele jaren gesproken over de aanvraagprocedure van ontheffingen. Tot nu toe moest dat rechtstreeks bij de Provincie Zeeland. Dat leidde ertoe dat er geen goed overzicht was, en de cijfers van het afschot op verschillende plaatsen werden geregistreerd.

Kortom: bundelen op één plek. Dat gebeurt vanaf 1 januari dus bij de FBE. Via de 1-loket button op de website van de organisatie kom je bij alle informatie over het aanvragen van een ontheffing. Vervolgens kun je daar ook de aanvraag indienen. Ben je bijvoorbeeld agrariër en heb je faunaschade, waarvoor het mogelijk is om een vergunning aan te vragen, dan moet je bij de FBE zijn.

Toetsing provincie

Met de overstap naar het 1-Loket is de aanvraag (het formulier) ook gelijk wat simpeler en concreter gemaakt. Overigens is het niet zo dat de Provincie nu niets meer doet. De aanvragen worden gedaan via de FBE. Daarmee wordt de FBE vergunninghouder en dus eindverantwoordelijk. De FBE dient vervolgens als eindverantwoordelijke de aanvragen in bij de Provincie. Die toetst vervolgens of ze aan de wet voldoen en of de ontheffing verleend kan worden.

Het overzicht heeft uiteindelijk de FBE. Als eindverantwoordelijke weten zij vanaf volgend jaar precies wie er allemaal een ontheffing hebben, en hoeveel afschot er is aan het einde van het seizoen. Die cijfers worden doorgegeven aan de Provincie en aan Provinciale Staten. Op die manier is er goede controle en duidelijkheid voor iedereen.

Meer weten?

Als het gaat om vragen over de aanvraag of het doen van de aanvraag kunt u hier terecht. Ook kunt u rechtstreeks contact opnemen met de FBE Zeeland via: 0113-784030 of zeeland@fbezeeland.nl

Bron: Provincie Zeeland




Aantallen ganzen in de winter is stabiel

Ganzen in morgenzon

Onlangs verscheen de Vogelbalans 2023, het jaarlijkse overzicht van belangrijke ontwikkelingen bij de vogelpopulaties in Nederland. Uit deze uitgave van Sovon blijkt dat het aantal in de winter in Nederland verblijvende ganzen de laatste tien jaar stabiel is. Wat broedvogels betreft, bevindt ongeveer de helft van de populaties zich in een ongunstige staat. Vooral in agrarisch gebied nemen veel soorten af. 

Op basis van verschillende vogeltellingen is Sovon Vogelonderzoek Nederland in staat om populatietrends te laten zien van 199 soorten broedvogels en van 209 vogelsoorten die Nederland alleen tijdens de seizoentrek aandoen of hier overwinteren. De meeste tellingen lopen al sinds de jaren zeventig of tachtig van de vorige eeuw. Daardoor is het mogelijk om naar de ontwikkelingen over een periode van 40 tot 50 jaar te kijken.

Een opvallende ontwikkeling is de stabilisatie van de aantallen ganzen die in Nederland overwinteren. Ganzen uit noordelijke streken arriveren bovendien later in het najaar en verblijven daardoor wat korter in Nederland dan voorheen. Vermoedelijk ligt de verklaring in een gunstige voedselsituatie en zachter herfstweer in gebieden ten noorden van Nederland. In totaal verblijven midden in de winter circa 2,4 miljoen ganzen in Nederland. Van de meeste ganzensoorten overwintert nog steeds een groot deel van de internationale populatie in Nederland. 

In het agrarisch gebied is het aantal broedvogels sinds 1990 bijna gehalveerd. Alleen in andere open natuurgebieden zijn de afnames nog groter. Daar zijn soorten als de wulp, velduil en blauwe kiekendief bijna verdwenen. In bos en moeras is het beeld overwegend positief. Veel broedvogels profiteren van moerasherstel en van ouder wordende, gevarieerdere bossen. 

De Vogelbalans 2023 geeft tevens een overzicht van de impact van hoog-pathogene vogelgriep. In Nederland is bij zeker 65 vogelsoorten vogelgriep vastgesteld. Er wordt geschat dat de grote stern en slechtvalk het zwaarste werden getroffen. Waarschijnlijk stierf in 2022 ongeveer 30% van grote sterns die in Nederland broeden. Bij slechtvalken werd de winterpopulatie hard getroffen. Mogelijk stierf tot ruim de helft van de valken doordat ze besmette vogels aten. Ook grote mantelmeeuwen, buizerds en knobbelzwanen werden zwaar getroffen, net als enkele eendensoorten. 

De Vogelbalans 2023 is te vinden op de website van Sovon Vogelonderzoek Nederland.




Verandering beschermingstatus Wolf in Europa

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Bestrijding van AVP in Zweden: samenwerking tussen jagers en autoriteiten vermindert het infectiegebied


 
Een belangrijke ontwikkeling is dat de Zweedse regering heeft aangekondigd een vermindering van de besmette zone met Afrikaanse varkenspest (ASF) . Dit is te danken aan de uitgebreide samenwerking en inspanningen op het gebied van karkasonderzoek , waarbij jagers een belangrijke rol spelen. De resterende zone wordt opgedeeld in een kerngebied en een buitengebied , waarbij in het buitengebied bepaalde beperkingen worden opgeheven om activiteiten te faciliteren die geen risico op verspreiding van het virus opleveren.

Zweedse jagers die lokaal, regionaal en nationaal worden gecoördineerd, zijn actief betrokken bij het zoeken naar de karkassen van besmette dieren . De Zweedse Vereniging voor Jacht- en Natuurbeheer heeft sinds de ontdekking van de uitbraak non-stop aan de zaak gewerkt. actief betrokken geweest bij de planning van de crisisbeheersingswerkzaamheden Zij is samen met de autoriteiten . De kennis van de jagers over wilde zwijnen is enorm belangrijk geweest om snel karkassen te kunnen vinden. Op de grond hebben jagers toegang tot de moeilijkste plekken van het gezoneerde gebied, die vaak de voorkeur genieten van wilde zwijnen.

De aankondiging van deze week betekent dat Zweden op koers ligt om in recordtijd vrij van AVP te worden verklaard dankzij deze samenwerking van jagers en autoriteiten. Als de vooruitgang zich in dit tempo voortzet, zou Zweden binnen slechts een jaar, mogelijk tegen eind september 2024, ASF-vrij kunnen worden verklaard . De methode die in Zweden wordt gebruikt, is een recept kan worden toegepast dat in andere Europese landen , vooral als de ziekte in een geïsoleerde zone voorkomt.

Gezien het belang van deze zaak bezocht FACE-voorzitter Torbjörn Larsson het door ASF getroffen gebied in Fagersta, Zweden . In een gesprek met de media ter plaatse zei hij:

Jagers hebben een belangrijke rol gespeeld bij het oplossen van dit ernstige probleem. Dierziektes nemen in Europa toe en vormen een grote bedreiging voor de bioveiligheid . We hebben alle hens aan dek nodig! Jagers zijn de ogen en oren van de bossen, en dit geval is daar een perfect voorbeeld van. Goed gedaan voor alle betrokkenen!”

Tijdens de drie maanden durende zoektocht werden in totaal 62 besmette karkassen van zwijnen ontdekt binnen een straal van vijf kilometer. Karl Ståhl , de hoofdepidemioloog van de staat, benadrukte dat de piek van de virusverspreiding eind augustus en begin september lag en dat er sinds eind september geen nieuwe gevallen zijn gemeld. Jagers hebben met een opmerkelijke inspanning een cruciale rol gespeeld bij het lokaliseren en identificeren van met AVP besmette wilde zwijnen.

De Hunters’ Association coördineert de inspanningen van de jagers en zorgt ervoor dat degenen die helpen bij het zoeken naar karkassen van wilde zwijnen financieel worden gecompenseerd. Hierdoor zijn ook jagers uit andere regio’s ingeschakeld om te helpen.
 
Achtergrond:

Het bezoek van FACE volgt op de aankondiging van het Zweedse Landbouwagentschap en het Nationaal Veterinair Instituut over de verkleining van de AVP-beperkingszone.
Uit de aankondiging van de autoriteiten (gedaan op 30 november 2023) blijkt dat de besmette zone nu 617 vierkante kilometer zal beslaan, aanzienlijk minder dan de vorige 1.000 vierkante kilometer. De gemeente Fagersta en delen van de gemeente Norberg liggen binnen deze zone en hebben ongeveer 19.000 inwoners, waarvan bijna 13.000 in het kerngebied.
In de kerngebieden blijven de bestaande beperkingen van kracht, zoals het verbod op publieke toegang tot bossen en ijskoude meren. Terwijl in het buitengebied het publiek nu activiteiten mag ondernemen zoals wandelen, fietsen en paardrijden in bossen en op het ijs. Het motorvoertuiggebruik en de georganiseerde evenementen blijven in het buitengebied nog steeds beperkt om te voorkomen dat het virus opnieuw de kop opsteekt.

Neem voor vragen contact op met: torbjorn.larsson@face.eu  –  magnus.rydholm@jagareforbundet.se  –  communication@face.eu


FACE is de stem van Europese jagers.
Wij zorgen ervoor dat de jacht goed blijft voor de jagers, de samenleving en de natuur.
www.face.eu
 
FACE is de Europese Federatie voor Jacht en Natuurbehoud. FACE, opgericht in 1977, vertegenwoordigt de belangen van de zeven miljoen jagers in Europa als een internationale niet-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk. FACE bestaat uit nationale jagersverenigingen uit 37 Europese landen, waaronder de EU-28. FACE wordt ondersteund door 7 geassocieerde leden en is gevestigd in Brussel. FACE handhaaft het principe van duurzaam gebruik en is sinds 1987 lid van de Internationale Unie voor het behoud van de natuur (IUCN). FACE werkt samen met zijn partners aan een reeks jachtgerelateerde zaken, van internationale natuurbehoudsovereenkomsten tot lokale implementatiekwesties met de doel om de jacht in heel Europa in stand te houden.
Copyright © 2023 FACE – Europese Federatie voor Jacht en Natuurbehoud




LTO Noord bezorgd over gebrek aan balans in faunabeleid Utrecht

 

porovincie Utrecht

Hoewel wij erg blij zijn en zien dat provincie Utrecht duurzame landbouw hoog in het vaandel draagt, betreuren wij het gebrek aan balans in het faunabeleid. Wij roepen dan ook op eerst te zorgen voor beheerbare populaties van diersoorten, voordat het beleid wordt aangepast.

Koos Segers, themahouder Flora en Fauna: “Recent onderzoek in opdracht van de provincie naar diervriendelijke alternatieven om schade te voorkomen, met name gericht op ganzen, heeft geen afdoende methoden opgeleverd. Naast preventieve maatregelen is afschot noodzakelijk, zoals ook aangegeven in het Sovon-rapport Ganzenmonitoring, dat een sterke toename van de ganzenpopulatie aantoont.”

LTO Noord dringt verder aan op een adequaat systeem om beleid te ondersteunen en eerder gemaakte afspraken na te komen. Een goedgekeurd registratiesysteem voor het verzamelen van data over faunaschade en preventieve acties in Utrecht ontbreekt namelijk.

Segers vervolgt: “Het voorstel van de provincie om het eigen risico voor ganzenschade te verhogen van 5% naar 20% bekritiseren wij sterk. De groeiende populatie ganzen heeft geleid tot aanzienlijke gewasschade, maar het is absoluut onredelijk om deze last bij de agrarische sector neer te leggen, vooral gezien de harmonisatie van faunabeleid van de buurprovincies.”

LTO Noord pleit voor een interprovinciaal faunabeheerplan voor ganzen en benadrukt het belang van een uniform beleid in alle provincies.

Ook de complexiteit van het omgaan met wolven werd aangestipt, waarbij wij hebben aangegeven dat de bescherming van de wolf ongewenste consequenties kan hebben voor schapenhouders. De uitdagingen bij het afrasteren van grote open gebieden in de provincie werden hierbij benadrukt.

De oproep van LTO Noord aan de provincie Utrecht is duidelijk. Een zorgvuldige aanpak van het faunabeleid, om een evenwicht te vinden tussen natuurbescherming en de belangen van boeren en tuinders in de provincie Utrecht, is van cruciaal belang.




‘Wolf kent nog geen gunstige staat van instandhouding’

Minister Van der Wal wil in haar standpunt en houding jegens de wolf niet vooruitlopen op een advies dat de Raad van Diergelegenheden op haar verzoek opstelt en de uitkomsten van de analyse die in opdracht van de Europese Commissie wordt gemaakt. Dat schrijft zij aan de Tweede Kamer in een reactie op vragen van het CDA. De minister wijst er op dat wolf in Nederland nog geen gunstige staat van instandhouding kent.

De wolf heeft in Europa een beschermde status via de Habitatrichtlijn. Er kunnen redenen van sociale of economische aard zijn om af te wijken van bepaalde verbodsbepalingen in de richtlijn wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en op voorwaarde dat de populaties van de soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding blijft voortbestaan. De provincies zijn het bevoegde gezag om een ontheffing voor een afwijking met betrekking tot de wolf af te geven.

Momenteel werken provincies aan het actualiseren van het Interprovinciaal wolvenplan, waarin zij gezamenlijk tot een definitie van een ‘probleemwolf’ willen komen. Op dit moment is de populatie wolven in Nederland niet groot genoeg om van een gunstige staat van instandhouding te kunnen spreken, stelt de minister. Ze merkt daarbij wel op dat het voor sommige soorten die veel rondtrekken moeilijk kan zijn om binnen lidstaten zelf een gunstige staat van instandhouding te bereiken.

Het ministerie van LNV is in overleg met de Duitse, Deense, Belgische, Luxemburgse en Franse overheid om te komen tot een gezamenlijk internationaal wolvenplan. Hierin kan worden afgesproken om met een gezamenlijke rapportage over de Centraal-Europese wolvenpopulatie te komen. Door de diverse nationale populaties als een gezamenlijke grensoverschrijdende groep te behandelen, is er ook sprake van een grotere populatie waarin een gunstige staat van instandhouding wellicht eerder wordt bereikt.

De Europese Commissie is ook bezig met een analyse van alle beschikbare wetenschappelijke en technische informatie over de situatie van wolven in de Europese Unie. Naar verwachting komt deze analyse begin volgend jaar beschikbaar. Verder heeft minister Van der Wal de Raad voor de Dieraangelegenheden gevraagd een maatschappelijke dialoog op te zetten over de wolf in Nederland en om op basis daarvan advies te geven over hoe in Nederland kan worden samengeleefd met de wolf en wat daarvoor nodig is.

 

bron: Ministerie van LNV, 27/11/2023
 
Zie ook:



Belangrijke stap voor dierenwelzijn bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

 


Links op de foto: Willem van der Steeg – Hoogheemraad Dierenwelzijn
Rechts op de foto: Luuk Massop – Adviseur Watergangen en Ecologie

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft onlangs een belangrijke stap gezet in het beschermen van grote dieren tegen verdrinking; de eerste grote Fauna Uittrede Plaats (FUP) is gerealiseerd nabij Oudewater aan de Hollandsche IJssel. Hoewel we al kleine FUP’s integreren in de oevers, betekent deze grote FUP een verbetering voor het welzijn van grotere dieren.

Investeren in dierenwelzijn

Willem van der Steeg, Hoogheemraad Dierenwelzijn: “De gekozen locatie voor deze FUP in Oudewater is strategisch gelegen in een zogenaamde ‘groene zone.’ Dat betekent dat bijvoorbeeld reeën hier proberen het water over te steken. Watergangen met een hoge kade vormen vaak een obstakel voor deze dieren. Een hoge kade maakt het voor veel dieren onmogelijk om weer veilig aan land te komen, met helaas verdrinking tot gevolg. De kleine en grote FUP zijn speciaal ontworpen om dit probleem aan te pakken. Zo helpen we kleinere dieren zoals eenden, amfibieën, konijnen en watervogelkuikens maar ook grotere dieren zoals reeën, dassen, wilde zwijnen, vossen en marterachtigen. Binnen mijn rol ben ik erg enthousiast dat het waterschap ook investeert in dierenwelzijn. Zo gaat het verbeteren van de kade en dierenwelzijn hand in hand.”

Natuurvriendelijke oevers

Luuk Massop, Adviseur Watergangen en Ecologie: “Om verdrinking van dieren te voorkomen, kunnen we het beste natuurvriendelijke oevers aanleggen. Bij oevers wordt er gestreefd naar een zo flauw mogelijke overgangszone tussen water en land. Een natuurvriendelijke oever is vanuit het waterschap het meest wenselijk, omdat dieren dan makkelijker de kant op kunnen klimmen. Een natuurvriendelijke oever is alleen niet altijd mogelijk. Delen van de Hollandsche IJssel vragen om een stabielere oeverconstructie, vanwege recreatie, de aanwezige stroming en boten die zorgen voor een sterke golfslag. Een stabiele kade is hier noodzakelijk om instorting of afzwakking van de oever tegen te gaan. Bij deze oeverconstructies worden steeds vaker FUP’s gerealiseerd om verdrinking van dieren tegen te gaan.”

Vaarbreedte Hollandsche IJssel

De FUP wordt beheerd en onderhouden door HDSR en is zo ontworpen dat het niet ten koste gaat van de vaarbreedte van de Hollandsche IJssel. Om dit te realiseren is een stuk grond beschikbaar gesteld door een bewoner. De duurzame aanpak laat zien dat goed waterbeheer samen gaat met dierenwelzijn.

Bron: Hoogheemraadschap ‘ De Stichtse Rijnlanden”




Oproep FACE aan de EU om de beschermingsstatus wolf aan te passen

Europese jagers willen dat Ursula von der Leyen meer doet om boeren tegen wolven te beschermen en de voortdurende herziening van de beschermingsstatus van de grote carnivoor te versnellen.

In een brief aan de voorzitter van de Europese Commissie heeft de Europese Federatie voor Jacht en Natuurbescherming Von der Leyen gevraagd om ‘snel actie te ondernemen om praktische beheerskaders voor coëxistentie vast te stellen’.

Face vroeg de Commissie om de beschermingsstatus van wolven te herzien door de bijlagen van de EU-habitatrichtlijn te wijzigen – iets waar milieugroeperingen zich tegen verzetten. De grote carnivoor staat momenteel onder strikte bescherming, wat betekent dat het schieten op wolven in de meeste gevallen verboden is, maar onder specifieke omstandigheden kan worden toegestaan, met name wanneer het dier een gevaar vormt voor mensen en vee.

De jagers riepen ook op om “de flexibiliteit te verduidelijken” die de EU-landen krijgen om wolven te beheren en “een nieuwe aanpak te implementeren om de staat van instandhouding van de wolf te beoordelen.”

Von der Leyen riep in september op tot een herevaluatie van de beschermingsstatus van wolven en lanceerde een openbare raadpleging over dit onderwerp, die meer dan 17.000 reacties ontving. Het kwam nadat haar  geliefde pony  vorig jaar in Duitsland door een wolf werd gedood.

De raadpleging had tot doel informatie en bewijsmateriaal te verzamelen over de toestand van de wolvenpopulaties op het hele continent, evenals advies en beste praktijken over het beheer van conflicten tussen het vee van boeren en de grote carnivoor.

“We dringen er nu bij u op aan om snel naar de volgende stap te gaan en praktische oplossingen te implementeren om ervoor te zorgen dat er passende beheerskaders aanwezig zijn om coëxistentie te garanderen”, zeiden de Europese jagers.

Verwacht wordt dat de Commissie vóór het einde van het jaar een vervolg op de raadpleging zal geven met aanbevelingen over hoe conflicten beter kunnen worden beheerd.




Oproep gemeente Meerssen aan Provincie Limburg mbt aanpak overlast wilde zwijnen

Sinds begin dit jaar is er in de gemeente Meerssen in toenemende mate overlast door wilde zwijnen. Op 8 oktober heeft burgemeester Mirjam Clermonts-Aretz hierover een gesprek gehad met gedeputeerde Léon Faassen. Deze week uitte het college van burgemeester en wethouders nogmaals nadrukkelijk zijn zorgen richting de Provincie Limburg over de toename van het aantal wilde zwijnen. Dit vanwege de veiligheid van inwoners en bezoekers. Daarnaast spreekt het college in het schrijven haar zorgen uit over de uitvoering van het Faunabeheerplan dat door Gedeputeerde Staten is vastgesteld en de belemmeringen die de Wildbeheereenheid ondervindt. Je leest hierover meer in de brief (zie onderaan deze tekst).

Met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 zijn de taken en bevoegdheden voor de bescherming van natuurgebieden en planten- en diersoorten overdragen aan de provincie. Het college van B&W gaat er dan ook vanuit dat de provincie de regie voert in deze. Het college van B&W wil in het belang van de veiligheid van de inwoners geïnformeerd worden over en betrokken worden bij verdere vervolgstappen.

Lees hier de brief aan de provincie Limburg


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Akkoord tussen Europees Parlement en Europese raad over een afgezwakte Natuurherstelwet

Onderhandelaars van het Europees Parlement en de Europese raad van ministers hebben een akkoord bereikt over de Europese Natuurherstelwet. Eind november stemt de Milieucommissie van het Europees Parlement nog over deze overeenkomst, waarna een finale stemming in het Europees Parlement volgt in januari of februari. Ook de Europese raad moet nog definitief goedkeuring geven.

Het doel van de wet is om aangetaste natuur in de Europese Unie te herstellen. Ook staan er voorstellen in om de biodiversiteit op landbouwgrond te verbeteren. De wet is hard nodig, stelt de Europese Commissie, die becijferde dat 81 procent van de natuurgebieden in slechte staat is.

De wet ziet er al niet meer zo uit zoals Frans Timmermans, destijds Eurocommissaris en nu lijsttrekker van PvdA/GroenLinks, had voorgesteld. Het akkoord dat nu is gesloten, is flink afgezwakt. Zo hebben de onderhandelaars bijvoorbeeld afgesproken dat EU-landen niet verplicht worden om verslechtering van de natuur te voorkomen. Ze hoeven zich daar alleen maar voor in te spannen.

Een vijfde van natuur herstellen

De nieuwe wet, waarover overeenstemming is bereikt met de lidstaten, stelt als doel voor de Europese Unie om tegen 2030 ten minste 20% van de land- en zeegebieden van de Europese Unie te herstellen, en tegen 2050 alle ecosystemen die herstel behoeven. Om deze doelstellingen te bereiken moeten de lidstaten tegen 2030 ten minste 30% van de habitattypen die onder de nieuwe wet vallen weer in een goede staat brengen. Dat aandeel loopt op tot 60% in 2040 en 90% in 2050.

De lidstaten zullen via een open, transparant en inclusief proces nationale herstelplannen moeten aannemen, waarin gedetailleerd wordt beschreven hoe zij deze doelstellingen willen bereiken. Tot 2030 moeten lidstaten prioriteit geven aan habitattypen in Natura 2000-gebieden. Zodra een gebied een goede toestand heeft bereikt, moeten lidstaten er naar streven dat het niet weer significant verslechtert.

Om de natuur te herstellen op het land dat door de landbouwsector wordt gebruikt, zullen de lidstaten maatregelen moeten treffen die tot doel hebben om tegen eind 2030 en daarna om de 6 jaar een positieve trend te bereiken in 2 van 3 indicatoren. Er wordt gekeken naar de graslandvlinderindex, het aandeel landbouwgrond met landschapskenmerken met een hoge diversiteit, en naar de voorraad organische koolstof in de minerale bodem van akkerland.

Het herstellen van drooggelegde veengebieden is een van de meest kosteneffectieve maatregelen om de uitstoot in de landbouwsector terug te dringen en de biodiversiteit te verbeteren. De lidstaten moeten daarom tegen 2030 op ten minste 30% van deze gebieden herstelmaatregelen treffen voor organische bodems in agrarisch gebruik. Dat aandeel moet 40% zijn  tegen 2040 en 50% in 2050.

De landen van de Europese Unie moeten ook uiterlijk in 2030 de daling van de populatie bestuivers tot staan hebben gebracht en daarna een stijgende trend realiseren die minstens elke 6 jaar wordt gemeten. Tegen 2030 zullen de lidstaten ook maatregelen moeten treffen om een positieve trend te bereiken in verschillende indicatoren in bosecosystemen. Er moeten 3e miljard bomen worden geplant en minstens 25.000 kilometer aan rivieren worden hersteld tot vrij stromende rivieren.

De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat er in 2030 geen nettoverlies is in de totale nationale oppervlakte aan stedelijke groene ruimte en in de stedelijke boombedekking in stedelijke ecosysteemgebieden in vergelijking met 2021. Na 2030 moeten ze dit vergroten, waarbij de vooruitgang elke 6 jaar wordt gemeten.

Binnen een jaar na de inwerkingtreding van de verordening zal de Europese Commissie kijken naar een eventuele kloof tussen de financiële behoeften voor herstel en de beschikbare Europese financiering en zo nodig oplossingen zoeken om er wat aan te doen. 

De doelstellingen voor landbouwecosystemen kunnen onder uitzonderlijke omstandigheden worden opgeschort als deze ernstige gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van land dat nodig is om voldoende landbouwproductie voor de voedselconsumptie in Europa veilig te stellen.

De onderhandelaars die donderdagavond overeenstemming bereikten, moeten formeel weer terug naar de lidstaten en het EU-parlement. Normaal gezien een formaliteit, maar met deze wet durft niemand dat met 100 procent zekerheid te zeggen. Het is nog de vraag of de christendemocraten het compromis nu wel steunen. De partij zegt de uitkomst van de onderhandelingen ‘ernstig tegen het licht houden’.

 

bron: Europees Parlement, 09/11/2023



Minister Van der Wal maakt kennis met het werk van jagers in natuurgebied bij Nijkerk

NIJKERK – Minister Christianne van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof) heeft deze week met eigen ogen kunnen zien wat jagers bijdragen aan biodiversiteit en optimalisering van de leefgebieden van kwetsbare diersoorten.

Tijdens een werkbezoek aan de Arkemheenpolder bij Nijkerk kreeg ze uitleg over onder andere ganzenbeheer en het belang van het gebruik van de wildtellingen van jagers.

Het werkbezoek was georganiseerd door de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), de Jagersvereniging en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG). Jagers zijn met hun kennis en kunde van het buitengebied een onmisbare schakel in het agrarisch natuurbeheer.

De minister maakte tijdens haar tocht door de velden kennis met een aantal zaken die voor haar compleet nieuw waren. Zo kwam ze tot de ontdekking dat jagers met hun kennis en kunde van het buitengebied een onmisbare schakel vormen in het agrarisch natuurbeheer. 

Weidevogels

Terwijl ze met een verrekijker verschillende weidevogels, eenden en ganzen spotte, werd de minister door o.a. landelijk NOJG-voorzitter René Leegte bijgepraat over de bescherming van kwetsbare soorten tegen een veelheid aan roofdieren. ,,De Arkemheenpolder is een prachtig gebied zoals het is. Goed om eens in de praktijk te zien hoe jagers zich inzetten voor faunabeheer en het in stand houden van dit natuurgebied”, constateerde ze na afloop.

Eén van de verantwoordelijkheden die jagers op zich nemen is het plaatsen van broedkorven. Deze veilige nestplaatsen voor onder meer de wilde eend, zorgen ervoor dat zij hun eieren veilig kunnen uitbroeden. Kraaien, reigers, vossen en andere roofdieren kunnen er niet bij.

Minister Van der Wal ging enthousiast met Willem Schimmelpenninck, directeur van de Jagersvereniging, te water om een broedkorf te plaatsen. ,,Dit is ook wat jagers doen. En dat is ook de reden van mijn bezoek: met eigen ogen zien wat jagers kunnen betekenen voor de balans in het veld.”

Bevolkingsgroei

Minister Van der Wal werd verder bijgepraat over de tellingen van jagers. Daarover is op dit moment onder jagers en natuurbeschermers veel te doen. Zo heeft de bevolkingsgroei van de afgelopen tientallen jaren (alleen al in de gemeente Nijkerk is het aantal inwoners sinds 1994 met 30 procent toegenomen) een enorme impact gehad op de natuur, maar is in de faunabeheerplannen onvoldoende rekening gehouden met dat gegeven.

Doordat er meer gebouwd is, is er bijvoorbeeld minder plaats voor dieren, zoals de haas. Maar het betekent niet per definitie dat het ook slecht gaat met de hazen in de agrarische gebieden rond Nijkerk, zo werd tijdens het bezoek van de minister onderstreept.

Dat laatste past precies in de gesprekken die de NOJG en de Jagersvereniging op dit moment voeren met de minister, aldus René Leegte. ,,De wereld verandert voortdurend en toch houden we vast aan allerlei criteria die niet meer passen bij de doelen die we met z’n allen hebben. Het is goed als dat gegeven onderdeel van de discussie wordt.”

 




Digitale systeem Wolvenmeldpunt verhuist naar BIJ12

De aanwezigheid van wolven in Nederland wordt in kaart gebracht dankzij waarnemingen die binnenkomen bij het Wolvenmeldpunt. Jaarlijks komen er een toenemend aantal meldingen binnen, afgelopen jaar circa 5.000. Omdat BIJ12 verschillende ‘wolventaken’ uitvoert, zoals het coördineren van de monitoring en de afhandeling van schade, verplaatst het Wolvenmeldpunt ook naar de website van BIJ12.

Vanaf 1 november is het mogelijk om op de website van BIJ12 via een invulformulier een waarneming door te geven. Vervolgens wordt – net als voorheen – door het team deskundigen van de Zoogdiervereniging gevalideerd of het inderdaad om een wolf gaat.

Binnen het samenwerkingsverband Wolven in Nederland werken verschillende organisaties al sinds 2008 samen door kennis te verzamelen hoe Nederland zich moet voorbereiden op de terugkeer van de wolf. Hierop volgde meldingen vanuit het publiek van mogelijke wolfwaarnemingen. Dat was voor de deelnemers van Wolven in Nederland de aanleiding was om een Wolvenmeldpunt op te zetten.

De uitvoering van het Wolvenmeldpunt ligt sindsdien bij de Zoogdiervereniging. Meldingen konden gedaan worden via de website van Wolven in Nederland. Aangezien Wolven in Nederland geen rol heeft bij de uitvoering van het Wolvenmeldpunt, wordt het digitale systeem nu verplaatst naar BIJ12.

Wanneer iemand een wolf of een wolvenspoor tegenkomt, kan dit worden gemeld bij het Wolvenmeldpunt. Het Wolvenmeldpunt beoordeelt alle waarnemingen. Als voldoende bewijsmateriaal is meegeleverd, kan beoordeeld worden of het daadwerkelijk om een wolf gaat. Om een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van de wolfactiviteiten in Nederland, maken schadegevallen aan vee ook onderdeel uit van de totale database van het Wolvenmeldpunt.

 

bron: BIJ12, 01/11/2023