Voorbereidingen bodemprocedure in volle gang

De donatiecampagne voor de financiering van de bodemprocedure is voortvarend van start gegaan. Daar zijn de Jagersverenigingen en de FPG ontzettend blij mee. Over een week, op 21 augustus, staan we in Den Haag voor de rechtbank. Op dit moment voorzien onze advocaten de rechtbank van relevante informatie en onderzoeken, waaruit blijkt dat het onterecht en niet nodig is om de jacht op het konijn landelijk en haas in drie provincies tijdelijk te sluiten. De Jagersverenigingen en de FPG hopen dat de rechter nog voor de start van het jachtseizoen hierover zijn uitspraak doet.

Aan de bodemprocedure doen ook naast de NOJG en Jagersvereniging de FPG mee. De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck (Jagersvereniging) : “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Donatiecampagne

Het vergaren van de informatie voor de bodemprocedure en al het werk dat de advocaten verzetten kosten veel geld. Waarom de Jagersvereniging en de andere belanghebbenden het dan toch essentieel vinden dat deze zaak wordt gevoerd, staat onder meer in de zomereditie van De Jager, in het voorwoord van de directeur en het artikel met voorzitter jagersvereniging Theo ten Haaf. U heeft ook een donatiebrief ontvangen via de nieuwsbrief NOJG. Hoewel er al ruim 160.000,- euro is opgehaald, is er meer nodig om te kosten te dekken. Doneren kan voorlopig nog via onze speciale webpagina https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Meest gestelde vragen

De voorbereidingen voor de bodemprocedure lopen al bijna acht maanden. In de tussentijd heeft (inmiddels demissionair) minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof de sluiting van de jacht op hazen in Groningen, Limburg en Utrecht en konijn in heel Nederland tot onze verbazing verlengd naar het komend jachtseizoen 2023/2024. Hier is de Jagersvereniging het niet mee eens. Maar hoe zit dat nu ook alweer precies?

  1. Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?

De twee rapporten waar de minister haar regeling – en ook de verlenging hiervan – op heeft gebaseerd, berusten op onjuiste beoordelingsmethodes en keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Dit betreft een rapport waarin de Rode Lijst status van het haas en het konijn zijn bepaald uit 2020, en een rapport waarin de staat van instandhouding van beiden soorten is getoetst.

Een paar punten, waarin wij ons niet kunnen vinden:

  1. Voor het beoordelen van de Rode Lijst status wordt teruggekeken naar het referentiejaar 1950. Een forse afname van de populatie sinds 1950 leidt tot de beoordeling ‘gevoelig’, zelfs voor zeer algemene soorten zoals hazen en konijnen. Voor het bepalen van Rode Lijst-status van hazen is echter gebruik gemaakt van verouderde gegevens, terwijl bij het vaststellen van de vorige Rode lijst in 2007 wel de meest actuele data is gebruikt. Het gevolg: in het Rode Lijst rapport 2020 wordt een historische afname gerapporteerd die ruim twee maal zo hoog ligt als in 2007 over nagenoeg dezelfde periode. In 2020 kreeg het haas daarom de status ‘gevoelig’, waar deze in 2007 nog ‘thans niet bedreigd’ was. Onbegrijpelijk, vooral omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vastgesteld dat er in 2020 meer hazen waren dan in 2007. Bij gebruik van de juiste gegevens zou de status van de haas in 2020 net als in 2007 ‘thans niet bedreigd’ zijn.
  2. Ook bij het toetsen van de staat van instandhouding zijn verkeerde keuzes gemaakt. Zo is de staat van instandhouding van hazen en konijnen niet getoetst aan de hand van de Wet Natuurbescherming, maar aan de hand van de Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijn is uitsluitend bedoeld voor Habitatrichtlijn-soorten. Dit zijn soorten die op een speciale lijst zijn geplaatst, omdat over deze soorten in 1994 ernstige zorgen bestonden. Voor deze soorten geldt daarom dat de populatiestand niet lager mag zijn dan het niveau in 1994. Hazen en konijnen zijn geen Habitatsrichtlijn-soorten. In 1994 waren er geen zorgen over hazen en konijnen, en met honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen anno nu is de staat van instandhouding van deze soorten absoluut niet in het geding.
  3. Bovendien is bij het toetsen van de staat van instandhouding wel gebruik gemaakt van tellingen uit stedelijke gebieden, maar niet van tellingen uit hazenrijk, agrarisch gebied. Niet alleen zijn de tellingen van de WBE’s buiten beschouwing gehouden, ook de tellingen uit het Meetnet Agrarische Soorten zijn niet meegenomen. Onbegrijpelijk, omdat deze door het CBS gevalideerde gegevens een forse toename laten zien in de hazenstand van wel 40% over de laatste vier jaar. Het gevolg: de hazenstand anno nu ligt op exact hetzelfde niveau als in 1994. Daarmee is de staat van instandhouding van het haas in Nederland, ook volgens de veel te strenge Habitatrichtlijn-methode, ‘gunstig’.

2. Waarom zo’n dure bodemprocedure, verandert dit wel iets?

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaren, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. De huidige onjuiste voorstelling van zaken zal ons namelijk ook in de toekomst in de weg blijven staan, wanneer er andere vragen over populaties, trends en de staat van instandhouding van soorten op tafel komen. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Wij hopen dat de minister bereid zal zijn de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid in te slaan, en zal afwijken van de huidige koers. De huidige koers beschadigt de motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

3. Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel wanneer de minister haar huidige koers doorzet. Daarom sorteren de Jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. De onderzoeken naar de waarde van de door de minister gebruikte rapporten, het gebruik van tellingen, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst. Dit is ook een belangrijke reden om de kostbare bodemprocedure aan te gaan.

4. De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Hoe komt zij dan tot het besluit de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan; ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op de soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten over de staat van instandhouding en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst, hoewel de bevindingen van deze onderzoeksresultaten onjuist zijn.

5. Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?

De minister is bij de sluiting in 2022 uitgegaan van de cijfers van de uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn vorig jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan was de trend in Utrecht stabiel. Ook in 2023 blijkt de meerjarentrend in Utrecht weer stabiel. Daarmee vervalt de basis waarop de minister besloot tot een sluiting in de provincie Utrecht. Desondanks heeft de minister besloten om ook voor komend jachtseizoen de jacht op het haas gesloten te houden.

6. Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de Jagersvereniging alsnog onterecht om de jacht te sluiten?

De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers ook dat het jachtveld waar hij zorg voor draagt een grote diversiteit aan flora en fauna heeft. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke wildstand te bewaken niet in acht nemen.

7. Waarom zijn de teldata van jagers niet meegenomen in de besluitvorming van de minister? Waarom zijn die data niet gevalideerd?

In aanloop naar de voorjaarstellingen heeft de Jagersvereniging zich ingezet voor het vergroten van het vertrouwen in de tellingen van de WBE’s. De nieuwe handleiding voorjaarstellingen is positief ontvangen door het CBS, en we zijn gezamenlijk aan de slag met de bestaande WBE-tellingen. Desondanks heeft de minister ook in haar besluit over komend jachtseizoen geen gebruik gemaakt van de tellingen van de WBE’s.

Zitting bijwonen

De NOJG, Jagersverening en FPG en andere belanghebbenden kunnen op maandag 21 augustus om 09:30 uur alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting in de rechtbank van Den Haag.

U kunt daarbij aanwezig zijn en op die manier onze stellingen kracht bij zetten. Het is dan wel van belang dat u even een mailtje stuurt naar M.stassen@nojg.nl, zodat we weten hoeveel mensen er komen.

 




Nieuwsbrief DWHC augustus 2023


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Goudjakhals steeds meer waargenomen in Noord-Nederland

De goudjakhals is in Nederland net als in Duitsland in opkomst. Het dier is al gesignaleerd in Drenthe, Groningen en Friesland. Natuurbeheerders weten door DNA-onderzoek dat er een goudjakhals zit. In de overige oostelijke deel van Nederland gaan ze er vanuit dat het slechts een kwestie van tijd is voor de goudjakhals ook daar opduikt.

De organisatie Wolven in Nederland ziet alleen in Limburg al circa 300 mogelijke territoria voor roedels.

In tegenstelling tot een wolf heeft een goudjakhals niet veel ruimte nodig. Als er genoeg eten is, kan dat zelfs al een vierkante kilometer zijn. De dieren eten kleine zoogdieren, maar ook fruit, aas en afval. Een goudjakhals ziet eruit als een wolf en leeft ook in roedels, maar qua gedrag en habitat lijkt het dier meer op een vos. Het is een opportunist, die zich prima redt in talloze omgevingen.

Goudjakhals (Canis aureus)

De goudjakhals is een middelgrote hond die zowel in paren als in roedels leeft. Vanuit het oorspronkelijke vestigingsgebied op de Balkan verspreidt het zich steeds meer naar West-Europa er zijn al individuele dieren geregistreerd in Duitsland. Samen met terugkeerders zoals de wolf en de exoot zoals de wasbeerhond, is de goudjakhals een andere nieuwkomer die van nature nieuwe gebieden koloniseert.

Goudjakhals Canis aureus
Goudjakhals Canis aureus (Bron: Goudjakhals Project Oostenrijk/Leopoldsberger/DJV)

Markering

  • Qua uiterlijk en lichaamsgrootte houdt deze hondachtige het midden tussen een vos en een wolf: schouderhoogte 50 cm, lichaamslengte 70-90 cm, lont 20-30 cm, lichaamsgewicht tot 15 kg
  • Bijzonderheid: de ballen van de middeltenen groeien samen in een hoefijzervorm
                               
  • Pelskleur meestal roestbruin tot goudrood; Door de langere, donkergekleurde vachtharen vanaf de achterkant van het hoofd over de rug tot aan de punt van de lont, is er een aparte “zadelmarkering”. Bruin gezichtsmasker en witte markeringen op de onderrand van de snuit en op de nek   
  • Hij kan worden verward met een wolf, maar: de kop van de goudjakhals is smal en langwerpig, de kop van de wolf lijkt driehoekig door de kortere en bredere snuit
poot gouden jakhals
Poot Gouden Jakhals (Bron: Hatlauf/DJV)
Verspreiding en positie in het zoölogische systeem
  • De Afrikaanse goudjakhals (Canis anthus) is nauwer verwant aan de wolf (Canis lupus) dan de Euraziatische goudjakhals (Canis aureus), wiens verspreidingsgebied zich uitstrekt van Azië tot India, het Arabische schiereiland, het Nabije en Midden-Oosten en de Balkan. Ook in West- en Noord-Europese landen, waaronder Duitsland, worden sinds enkele jaren individuele dieren waargenomen. Blijkbaar vindt er momenteel een natuurlijk expansieproces plaats in de goudjakhalspopulaties. 
  • Locaties van de eerste waarnemingen laten zien dat revieren, wetlands en laaglandlandschappen fungeerden als trekroutes voor deze wilde hondensoort.
Leefgebied
  • Zeer flexibel in habitatkeuze en vertoont nauwelijks voorkeuren; houtvrije open landschappen worden echter vermeden.
  • Habitatstructuren die beschutting bieden (bossen, rietvelden) zijn belangrijk als opgroeiplaats en als dagverblijf.
  • Landelijke nederzettingen worden ook bezocht vanwege hun voedselvoorziening (afval, huisdieren), zolang er maar een dagopvang in de buurt is. 
Voedsel
  • Generalist wiens dieet wordt gevormd door habitat en seizoen
  • Breed scala aan voedsel: insecten, knaagdieren, amfibieën, vogels, middelgrote zoogdieren (bijv. Konijnen, reekalfjes, lammeren, schapen), fruit, knollen, maïs; naast actieve jacht ook verzamelaars van aas en afval 
  • Foerageren vindt ’s nachts en in de schemering alleen of in kleine groepen plaats
Sensorische prestaties en vocalisatie
  • Vocalisaties vergelijkbaar met hond (grommen, blaffen) en wolf (huilen); Goudjakhalzen hebben een hogere toon bij het huilen, snellere reeksen van gehuil dan de wolf, en de toonhoogte valt aan het einde weg; net als bij de wolf dient het huilen om de roedel bij elkaar te houden
  • Het goede reukvermogen en gehoor van de goudjakhals, evenals zijn snelheid, stellen hem in staat om succesvolle nachtelijke uitstapjes te maken
Reproductie
  • Goudjakhalzen zijn na één jaar geslachtsrijp en blijven hun hele leven als paar bij elkaar
  • Paartijd (=Ranz): half januari tot half februari
  • Na een draagtijd van ongeveer 60 dagen worden 1-5 jongen geboren
  • Verblijfplaatsen:oude vossen- en dassenholen, struikgewas in het riet of struiken
  • Jonge dieren blijven bij hun ouders tot de lente van het volgende jaar; Roedelvorming vooral waargenomen in Zuidoost-Europa: ouders, puppy’s en jonge dieren van voorgaande jaren     
Levensstijl en levensverwachting
  • Leeft in paren of roedels en bezet gebieden waarin kerngebieden van 2-3 km² worden verdedigd
  • Levensverwachting in het wild ongeveer 8 jaar
  • Wolven doden goudjakhalzen, wat resulteert in migratie of uitsterven van paren / roedels jakhalzen 
Gevolgen voor soortenbescherming
  • De goudjakhals staat in alle EU-lidstaten vermeld in bijlage V van de Habitatrichtlijn, wat de verplichting inhoudt om een ​​”gunstige staat van instandhouding” te behouden en monitoring uit te voeren. In Duitsland wordt het bewijs van de goudjakhals ook geregistreerd via monitoring van grote carnivoren in de deelstaten.
  • Met betrekking tot de bescherming van bedreigde diersoorten, zoals op de grond nestelende vogels, zou de vestiging van de goudjakhals vooral voor de weide- en akkervogels problematisch kunnen zijn, aangezien dit het toch al brede scala aan roofdieren (vossen, marters en exoten zoals wasbeerhonden, wasberen) uitbreidt.  
     
Bronnen:
  • Demeter, A.; Spassov, N. (1993): Canis aureus   – jakhals, gouden jakhals. In: Handboek van Zoogdieren van Europa. Deel 5 Roofzuchtige zoogdieren – Carnivora, deel. Stubbe, M. 6 Krapp, F. (red.) Aula Verlag Wiesbaden.
  • J.Hatlauf (2016): De goudjakhals (canis aureus) in Duitsland en Europa (18,19) in WILD jaarverslag gepubliceerd door de Duitse jachtvereniging.
  • S. Schwarz (2013): Goudjakhalzen in Europa – een voorbeeld van de dynamiek van de natuur. FaunaFocus 5, dieren in het wild Zwitserland.
     
Links
  • Er wordt onderzoek gedaan naar de goudjakhals in Europa en er wordt bewijsmateriaal verzameld: www.goldschakal.eu

 




Unieke samenwerking WBE Land van Horne en onderzoeksinstituten

Horn – 24 juni 2024

Jaarlijks organiseert WBE Land van Horne een kraaiendag. Hierbij staat het terugdringen van de kraaienpopulatie voorop, naast het uitoefenen van de lopende ontheffingen op vliegend soorten. Dit jaar is de samenwerking gezocht met een consortium van diverse onderzoeksinstituten die het geschoten wild nadere analyseren op voorkomende ziekten en besmettingen.

Klein gedeelte van het tableau sommigen al ingepakt voor nader onderzoek

Sinds vele jaren voert WBE Land van Horne een actief beleid uit om het schadelijk wild, waarvoor afschotmogelijkheden zijn, te reduceren ten voordele van de soorten die onder druk staan. Vrijwel alle jachtvelden van deze WBE doen mee aan dit initiatief. Jaarlijks worden grote aantallen schadelijk wild geschoten, dat zich uiteindelijk terugvertaalt in een mooie toename van de weidevogelstand, de hazenstand en niet in de laatste plaats de patrijzenstand.

Aangezien het beleid is dat elk afgeschoten stuk wild een bestemming moet krijgen, is dit jaar de samenwerking gezocht met de DHWC (Dutch Wildlife Health Centre).  Het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) is een organisatie in Nederland die zich richt op het bewaken van de gezondheid van in het wild levende dieren. Het doel van DHWC is het verzamelen, analyseren en delen van kennis over de gezondheid en ziekten van wilde dieren.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau

De DHWC werkt samen met verschillende partners, waaronder universiteiten, onderzoeksinstituten, natuurbeschermingsorganisaties en overheidsinstanties. Voor de samenwerking met WBE Land van Horne werkte de DHWC samen met de universiteiten van Utrecht, Rotterdam en Wageningen. Tevens was de Provincie Limburg erbij betrokken.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau foto 2

Van al het geschoten wild werden de uiterlijke kenmerken vastgelegd. Tevens werden bloedmonsters en overige (weefsel)monsters genomen om later in het laboratorium te analyseren op acht verschillende vogelziektes en invloeden van mogelijke verontreinigingen.

WBE voorzitter Vincent Deenen is trots op deze samenwerking: “Als jagers zetten we ons in voor het versterken van de biodiversiteit. Daar hoort nader onderzoek ook bij om zo veel mogelijk te weten te komen. De unieke samenwerking op onze kraaiendag samen met de verschillende onderzoeksinstituten is hier een mooi voorbeeld van.” Onderzoeker Henk van der Jeugd van het Nederlands Instituut voor Ecologie vult aan: “het is voor ons een hele mooie gelegenheid om zo veel dieren op één moment te kunnen analyseren op vele aspecten. Dit wordt gebruikt voor belangrijk onderzoek, waar uiteindelijk de natuur haar voordeel mee kan doen.” Al met al een mooie win-win situatie voor de jagers van WBE Land van Horne en de onderzoekers.

Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met:

WBE Land van Horne

Vincent Deenen (voorzitter)

wbe.lvh@ziggo.nl

 


WBE Land van Horne is een Wild Beheer Eenheid uit Midden Limburg. Het werkgebied omvat 10.000 ha. De wildbeheereenheid is een vereniging van jachthouders met een jachtakte en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd mede in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers en/of terreinbeheerders en mede ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.




Bevers die schade aanrichten in Noord-Bcbrabant, mogen vanaf nu gedood worden

Het gaat zo goed met de bevers in de provincie Noord-Brabant, dat ze als laatste maatregel gedood mogen worden als ze schade aanrichten aan bijvoorbeeld dijken. De provincie heeft de Faunabeheereenheid daar donderdag vrijstelling voor gegeven. Die is nodig omdat de bever een beschermde diersoort is.

De Faunabeheereenheid kreeg eerder al toestemming om bevers te verplaatsen en hun burchten te slopen. Die maatregelen moeten nog steeds eerst worden genomen. Gaan de grote knaagdieren daarna niet weg, dan mogen zij gedood worden door de eenheid.

Populatie groeit

De reden voor dit besluit is dat de provincie al jaren ziet dat de beverpopulatie flink groeit. “Dat is goed voor de natuur en biodiversiteit, maar inmiddels gaat het zo goed met de beverpopulatie in Brabant dat de diersoort niet meer als bedreigd wordt beschouwd”, aldus de provincie.

Daarbij benadrukt de provincie wel dat het doden van de dieren een laatste maatregel is die alleen onder strikte voorwaarden wordt uitgevoerd. “Een grondeigenaar moet eerst alternatieve maatregelen toepassen zoals verjagen, vangen en verplaatsen of beschermende rasters plaatsen.”

Maatregelen

Deze maatregelen worden door de hele provincie al jaren genomen. Zo moet gaas en hekwerk bij een woonzorgcentrum in Boxmeer voorkomen dat een brug doorzakt. Een fietser zakte daar eerder door een wandelpad waar een burcht onder lag.

Waterschappen zijn bij dijken druk bezig om overlast van gravende bevers tegen te gaan. Zo mag Waterschap Aa en de Maas de dieren die graven in de dijken van de Maas bij Oss vangen en verplaatsen. Het waterschap heeft bij de Empelsedijk in Den Bosch stukken antigraafgaas met platen geplaatst.

Bevers werden in 1988 weer uitgezet in Nederland en de populatie blijft sindsdien groeien. Ze maken burchten die tot twee meter hoog en tien meter breed kunnen zijn. Dat kan gevaar opleveren voor de veiligheid van (spoor)wegen en waterkeringen omdat er loze ruimtes onder de grond ontstaan.

LEES OOK:

Bevers zorgen al 5 jaar voor problemen: ‘Beest is belangrijker dan de mens’

Bever knaagt Brabantse bescherming voor het water weg

Gravende bevers stuiten op een muur van gaas in de dijk

 




Trends van soorten van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn

 

Watervogels

Van de 81 Nederlandse soorten die onder de Europese Habitatrichtlijn vallen nemen er meer toe dan af. Bij de 190 soorten broedvogels van de Vogelrichtlijn houden vooruitgaande en achteruitgaande soorten elkaar iets meer in evenwicht. Dat meldt het Compendium voor de Leefomgeving.

De Habitatrichtlijn van de Europese Unie is bedoeld om de biodiversiteit in stand te houden door de wilde flora en fauna en hun habitats te beschermen. Daartoe moeten de lidstaten speciale beschermingsgebieden inrichten en bepaalde planten- en diersoorten en habitats beschermen.

De lidstaten rapporteren elke 6 jaar hoe de soorten en habitats er voor staan door na te gaan in hoeverre deze een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt. Daarvoor wordt onder andere gekeken naar de trend in populatieomvang en de trend in de omvang van het verspreidingsgebied van elke soort. De staat van instandhouding wordt verder vastgesteld aan de hand van de verspreiding van soorten, de kwaliteit van het leefgebied en het toekomstperspectief.

Van 81 Habitatrichtlijnsoorten die in Nederland voorkomen wordt de staat van instandhouding gerapporteerd aan de Europese Commissie. De meerderheid van de soorten heeft een toenemende of stabiele trend; een kleiner deel gaat achteruit. Van een aantal soorten is de trend onbekend.

De Europese Vogelrichtlijn is in 1979 van kracht geworden ter bescherming van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten. In totaal gaat het om ruim 200 soorten broedvogels, maar ook circa 240 niet-broedvogelsoorten vallen onder deze richtlijn. Van 190 broedvogels die in Nederland voorkomen, wordt de trend gerapporteerd aan de Europese Commissie. 

Het aantal broedvogels met een toenemende trend is net iets hoger dan het aantal afnemende soorten. Dit beeld is ook te zien bij de 81 overwinterende en doortrekkende trekvogels waarover wordt gerapporteerd. Van een aantal niet-broedvogels zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een trendberekening. 

De verplichtingen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn zijn in Nederland vanaf 1 januari 2017 verwerkt in de Wet Natuurbescherming. Op grond van deze richtlijnen en de Wet Natuurbescherming is het daarom verboden om beschermde soorten te doden, te vangen of hun nesten te verstoren. Ook moeten voor aangewezen soorten speciale beschermingsgebieden worden aangewezen en zijn er beperkende voorwaarden voor activiteiten in deze gebieden. De Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden vormen tezamen het Natura 2000-netwerk.

 




Jacht op andere wilde dieren op Veluwe mag doorgaan ondanks komst van wolf

Het jagen op wilde dieren op de Veluwe kan ondanks de komst van de wolf gewoon doorgaan. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland dinsdag bepaald.

De Faunabescherming is bang dat het jagen op damherten, edelherten, wilde zwijnen en reeën leidt tot een verstoring van de wolf. Daarom spande de organisatie een rechtszaak aan tegen de jachtontheffing.

De wolf heeft zich de afgelopen jaren op de Veluwe gevestigd met meerdere roedels. De wolf is een beschermde diersoort in Europa.

Maar het jagen op wilde hoefdieren op de Veluwe hoeft dus niet te worden stilgelegd vanwege de komst van de wolf. Volgens de rechtbank is het niet duidelijk of de wolven inderdaad door de jacht worden verstoord.

De rechtbank baseert zicht op een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen. De ontwikkelingen moeten volgens de wetenschappers eerst verder worden onderzocht. Ook oordeelt de rechtbank dat uit het rapport niet blijkt dat de mogelijke verstoring invloed heeft op de overlevingskansen, de voorplanting of het leefgebied van de wolf.

 



8 jarig wildlifeproject – Onderzoek naar hoe mensen en dieren beter met elkaar kunnen leren samenleven

Dynamisch co-management van interacties tussen mensen en wilde dieren in Nederland

 
 

Wilde of vrij levende grote zoogdieren keren op grote schaal terug naar Nederland, en onze houding tegenover wilde dieren verandert sterk. In het 8-jarig project WildlifeNL (2023-2030) onderzoeken wetenschappers samen met maatschappelijke partners hoe mensen en wilde dieren beter met elkaar kunnen leren samenleven.

We leven in een tijd dat de aantallen, en de verspreiding, van verschillende, mogelijk schadeveroorzakende fauna, sterk toenemen. Denk hierbij aan verschillende hoefdiersoorten, de wolf, maar ook ganzen, bevers, dassen en verschillende andere soorten. Soms gaat het daarbij om groeiende populaties wilde dieren zoals wild zwijn en hert, soms om grote grazers zoals hooglanders die worden ingezet als onderdeel van natuurbeheer. Ook gaat het om eerder uitgestorven dieren die opnieuw door de mens zijn geïntroduceerd, zoals bever en otter, of om soorten die op eigen gelegenheid zijn teruggekeerd naar Nederland, zoals de wolf, de wilde kat en de goudjakhals. Deze toename wordt door velen toegejuicht als een natuurbeschermingssucces maar leidt ook in toenemende mate tot spanning tussen mensen en wilde dieren en tot verschillende vormen van faunaschade.

Tegelijkertijd verandert ook onze samenleving. Er is meer polarisatie, ook in discussies en debatten rond het faunabeheer. Enerzijds is er een sterk toenemende roep voor een meer natuurinclusieve samenleving waarin fauna meer ruimte krijgt. Anderzijds neemt de druk op het landschap sterk toe van toename van recreatie tot behoefte aan ruimte voor de energie- en klimaattransitie.

In dit sterk dynamische en veranderende landschap is het huidige faunabeheer nog vaak vrij traditioneel en statisch ingericht.

In een land dat zo dichtbevolkt is als Nederland, hebben mensen en wilde dieren bovendien constant interactie, willens en wetens, of vaker, onbewust. Deze gedragsinteracties zijn een vorm van intersoortelijke communicatie.  Het huidige natuurbeheer concentreert zich op het beheren van aantallen. In het project gaat onderzocht worden of intersoortlijke communicatie ingezet kan worden bij natuurbeheer. 

Dit alles roept op tot de volgende algemene vraag: hoe zien we de relatie tussen mensen en wilde dieren in ons land? Gaan we door op de oude voet en proberen we de populaties terugkerende dieren in te perken? Of stimuleren en accepteren we de huidige wildlife comeback en gaan we daar ons landschap en onze samenleving op inrichten door nieuwe vormen van faunabeheer? Zo ja, hoe zouden zulke nieuwe vormen eruit zien gericht op proactief co-management van het gedrag van mensen en wilde dieren? Hoe komen we tot een faunabeheer dat beter past bij de huidige sterke veranderingen in landschap en maatschappij en de wens voor een meer natuurinclusieve samenleving.

bron: Wildlife.nl




Duitse deelstaat Beieren laat ruimte voor afschot van wolven

 
 
In Duitse deelstaat Beieren zijn sinds 1 mei vrij soepele regels van kracht voor de afschot van wolven. Als een roofdier een schaap of ­ander vee aanvalt, mag de wolf via afschot worden bestreden. De nieuwe Beierse wolvenverordening streeft twee centrale doelen na. De bescherming van mensen komt op de eerste plaats. Daarnaast is de verordening aangepast om schade in de landbouw te voorkomen.

In het belang van de gezondheid van de mens zijn eenvoudigere uitzonderingen mogelijk voor het afschrikken en verwijderen van wolven met gedragsproblemen. Concreet worden verschillende punten genoemd die als voorwaarde worden beschouwd voor het verlenen van een vergunning voor afschot. 

Ernstige landbouwschade is lastig te voorkomen in graasgebieden die niet of redelijkerwijs niet afgeschermd kunnen worden. Dit zijn bijvoorbeeld alpenweiden waar het moeilijk of in het algemeen onmogelijk is om kuddes te beschermen met een eenvoudige omheining. Als wolven hier vee verwonden of doden, kan een wolf die wordt aangetroffen worden gevangen, afgeschrikt of gedood.

 

bron: BR24, 01/05/2023



Gezocht: Landelijk Secretaris Vereniging Het Ree

 

Nederland telt zeker 100.000 reeën. Overal komen ze voor: in bossen, akkers, polders en heide. Reeën zijn sierlijk en elegant. Ze zijn ook kwetsbaar. Daarom zoeken ze beschutting en rust. Vereniging Het Ree zet zich in voor goede, gezonde en duurzame reeënpopulaties.

Als vereniging zijn we dé kennis- en adviesorganisatie voor én over het ree. Onze activiteiten zijn onderverdeeld in vijf categorieën:
 ● Verzamelen van kennis over het ree in onze eigen kennisbank.
 ● Ontwikkelen en begeleiden van activiteiten gericht op een duurzaam beheer van reeën.
 ● Ondersteunen van leden bij de uitvoering van het beheer.
 ● Samenwerken met derden op het gebied van leefbaarheid en biodiversiteit.
 ● Voorlichting geven over het ree in de vorm van tijdschriften, boeken, workshops en 
    voordrachten.

Ben jij de nieuwe secretaris van vereniging Het Ree?
Onze vereniging bestaat uit meer dan 100 enthousiaste vrijwilligers, die zich samen inzetten voor een prachtige diersoort. Wij zoeken een nieuwe secretaris, die zich bij onze vrijwilligers voegt. Als secretaris ben je het ‘geweten’ van het bestuur. Dit uit zich in het vertegenwoordigen van de belangen van het voortbestaan van het Ree: de diersoort én de vereniging. Tevens is de secretaris lid van het team dat verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur.
 
De werkzaamheden van onze secretaris
Onze secretaris waakt over de naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement. Er wordt één keer per jaar een algemene ledenvergadering georganiseerd. Naast de algemene ledenvergadering komt het bestuur één keer per maand samen. De secretaris zorgt voor de voorbereiding van de vergadering, coördineert de besluitvorming en zorgt voor de verslaglegging en archivering hiervan. Viermaal per jaar wordt ons eigen tijdschrift verstuurd aan alle leden van de vereniging. De secretaris draagt zorg voor de ledenadministratie en de verzendlijsten van ons tijdschrift en de nieuwsbrief. De wisselprijs “Vereniging Het Ree” wordt 1 maal per 2 jaar uitgereikt aan een lid dat zich zeer bijzonder heeft ingezet voor het ree. De secretaris neemt deel aan de jury en draagt zorg voor de uitreiking van de prijs.

Zie jij jezelf bovenstaande activiteiten op je nemen en beschik je daarnaast over:
 ● +/- 16 uur per maand vrije tijd om je in te zetten voor de vereniging
 ● Goede contactuele eigenschappen
 ● HBO/academisch werk- en denkniveau
 ● Goede beheersing Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk
 ● Samenwerkingskwaliteiten
 ● Politieke antenne
 ● Kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken
 ● Inspirerende kwaliteiten
 
Meer weten over deze functie?
Neem dan contact op met Jan van Wulfften Palthe (huidig secretaris)
E-mailadres: secretaris@hetree.nl

 



Wolf komt door wolfwerende omheining heen in Amen en doodt meerdere schapen

Een dierenarts hecht de wonden van een schaap van Bert Zinger © Bert Zinger
Twee schapen zijn gedood en drie schapen raakten gewond bij een aanval in Amen door vermoedelijk een wolf. De schapen stonden achter een wolfwerende omheining met vijf draden. Het was de vijfde wolvenaanval op schapen van Bert Zinger uit Hijken; het was de eerste keer dat ze wolfwerend stonden.
Zinger vond de dode en gewonde dieren gisteren rond het middaguur. “Er zijn er twee direct dood en drie zijn gewond, waarvan ik van twee betwijfel of die het overleven”, zegt hij in een filmpje op Facebook.
 
Scepsis over wolfwerende rasters
Hij baalt ontzettend van de aanval. “Ik heb een wolfwerend raster geplaatst op de manier zoals BIJ12 het wil. Het heeft gigantisch veel werk en geld gekost. Volgens de provincie en de wolvenconsulent zou dit de oplossing moeten zijn. Wij schapenhouders zijn hier sceptisch over en het blijkt nu wel dat dit terecht is”, aldus Zinger.
In het filmpje zegt hij al meerdere gesprekken te hebben gevoerd met de provincie, maar niet verder te komen. “Die blijft zeggen dat wolfwerende rasters de oplossing zijn. Het blijkt nu dat het niet zo is. Voor wolven die door dit soort afrasteringen heen komen is maar één oplossing en dat is beheer. En beheer houdt afschot in.”
 
Geplaatst volgens de norm
De taxateur die het dna heeft afgenomen is ook wolvenconsulent in Gelderland. Hij de noemde de omheining ‘wolfwerend’. Dat wil zeggen dat het voldeed aan de normen van BIJ12, de instantie die de schadeafhandeling voor de provincies uitvoert. Enkele van de normen zijn dat de hoogte 1.20 meter moet zijn, dat er minimaal 4,5 duizend volt op dient te staan en dat de onderste draad niet hoger dan 20 centimeter boven de grond hangt.
Eerder kwam ook de Drentse wolvenconsulent na zo’n melding de staat van de omheining bekijken. Maar die is niet welkom bij Zinger. “Iemand die zelf geen wolfwerend raster heeft hoeft mij niet te vertellen hoe ik het moet doen. Hij moet het goede voorbeeld geven”, vindt Zinger.
 
Paaltje afgebroken
Een exmoorpony van wolvenconsulent Jaap Mekel werd afgelopen zondag met aangevreten karkas gevonden in een perceel dat Mekel voor Natuurmonumenten begraast. Het dier stond achter twee stroomdraden. Mekel en Natuurmonumenten zijn van mening dat de kans op een wolvenaanval klein was omdat de dieren kuddegedrag vertonen en dus weerbaarder zijn tegen de wolf dan landbouwhuisdieren.
De provincie bevestigt de lezing van de taxateur. “Een van de paaltjes is aan de onderkant afgeknapt. Volgens de taxateur is de wolf er daar doorheen gekomen”, zegt een woordvoerder.
 
Verschil van opvatting
Eerder verschilden de Drentse en Gelderse wolvenconsulent van mening over de wolfwerendheid van een omheining. De Gelderse wolvenconsulent had een omheining bij schapenhouder Stefan Worst in Vledder in februari als ‘wolfwerend’ bestempeld, maar de Drentse wolvenconsulent constateerde dat de afrastering op meerdere punten niet voldeed aan de normen van BIJ12.
De aanval in Amen vond plaats binnen de driehoek waar zich een wolvenpaar heeft gevestigd. Het dna van wolvin GW3011f en wolf GW2864 is op dode schapen aangetroffen in het gebied tussen Grolloo, Borger en Zwiggelte. Het dna van het mannetje wordt sinds juni vorig jaar regelmatig aangetroffen en bij het vrouwtje is dat sinds september vorig jaar. Dna-onderzoek moet uitwijzen of dit wolvenpaar inderdaad verantwoordelijk is voor de aanval in Amen.
 
Dit zette Bert Zinger zelf op Facebook:



Noodkreet uit Frankrijk – hoe het wild er verdwijnt door de wolven

Hieronder volgt een verslag uit de Drôme, een departement in Frankrijk, dat u links van de Route du Soleil ziet liggen, als u op weg bent naar het zuiden, na Valence.

Tot aan 2003 was het grootwild uitbundig aanwezig in La Drôme. Meer dan ooit in de eeuwen daarvoor. Sinds de terugkeer van de wolf, is het grootwild in een vrije val geraakt. Eén soort is zelfs compleet verdwenen uit La Drôme.

De Drôme beslaat 6.054 km2 en heeft een half miljoen inwoners.

Ons Noord Brabant is ongeveer 5.000 km2  met 2½ miljoen inwoners. Een klein stukje van Limburg erbij en we spreken van een vergelijkbaar gebied qua oppervlakte met 3 miljoen mensen.

De laatste 40 jaar heeft men zich in de Drôme enorm ingezet voor een goede wildstand.

Het afschotplan (minimum en maximum) voor de verschillende bejaagbare soorten wordt jaarlijks of driejaarlijks vastgesteld door de Prefect van het departement, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de natuur, jacht, landbouw en bosbouw. Het verloop van de afschotplannnen zijn dus een goede indicatie voor de status van het wild.

Op 18 april dit jaar sloeg de Fédération des Chasseurs (Jachtfederatie) van de Drôme alarm:

Spoedig zal de jacht op grootwild voorbij zijn met dank aan de wolf.
  • In twintig jaar tijd is de stand van de wolf in dat departement gegroeid van 1 naar 200
  • De wolf is nu aanwezig in 90% van het departement
  • In 1998 waren er 322 Moeflons – in 2023  0 (Nul – volledig uitgeroeid!)
  • Afschotplan Ree: 30-40% omlaag
  • Afschotplan Gems: 39% omlaag – in sommige gebieden naar 0: 100% omlaag
  • Edelhert in gebieden waar de wolf minstens 10 jaar gevestigd is: 20-30% omlaag
  • Wildzwijn: gerealiseerd afshot in 1 jaar van 12.000 naar 8.500 (-30%)
  • Van 2021 op 2022: een verdubbeling schade aan vee (+1000 stuks)
  • Schade aan vee is slechts 25% van wat de wolf vreet – de rest bestaat uit wild

De voortgaande vermeerdering van de wolf zal onze wildstand, die we in 40 jaar zorgvuldig opgebouwd, naar nul reduceren.

Waar gaat dit ophouden ?
Het verhaal van de wolf in de Drôme is het verhaal van de Staat, die weigert te luisteren naar de Fédération des Chasseurs en die systematisch zowel de aanwezigheid als de impact van de wolf bagatelliseert.

Het bewijs hiervoor wordt geleverd in deze drie voorbeelden:

  1. De overheidsinstellingen weigeren de resultaten te erkennen van een wetenschappelijke studie, uitgevoerd op instigatie van de Fédération des Chasseurs, betreffende de directe en indirecte invloed van de wolf op de wilde fauna
  2. Vóór 2016 erkende de Staat slechts een minimaal aantal van de gevestigde roedels. Onder druk van de Federatie heeft de Staat in de periode 2016-2021 haar cijfers herzien en erkent de vestiging van 21 i.p.v. de 5 roedels die ze daarvoor wilde erkennen.
  3. In Monts-Du-Matin werden op aandringen van de Federatie 4 roedels vastgesteld – de staat had er het jaar daarvoor slechts 1 erkend. Maar daaropvolgend weigerde de staat een simultaan onderzoek voor het hele departement, waar de Fédération om verzocht had, te organiseren.

NB: om de aanwezigheid van roedels wolven vast te stellen, wordt volgens een strikt protocol gedurende 30 seconden wolvengehuil nagebootst, waarna er 2½ minuut aandachtig geluisterd wordt of er een roedel antwoordt. Dit wordt nog 2  maal herhaald. Wanneer dit  over een groter gebied door meerdere groepen wordt uitgevoerd, dient dit op exact dezelfde momenten gedaan te worden. Eventuele resultaten moeten met cameravallen worden bevestigd.

Het verhaal van de wolf in de Drôme zou wel eens het verhaal van het einde van de jacht kunnen zijn in delen van Frankrijk en ook straks in de rest van Europa, waar de wolven zich hebben gevestigd en wat gaan ze dan doen, als hun wilde prooidieren opraken, zoeken ze dan ons huisvee en dieren op als prooi, zoals nu al vaak met schapen, pony’s, koeien gebeurd in Nederland.

Een simpele berekening.

Een wolf van 28 kg heeft 4,1kg vlees per dag nodig. Voor de 200 wolven in de Drôme komt dit neer op 300.000 kg/jaar.

Dit komt overeen met 5200 reeën + 1500 herten + 1800 gemzen + 2000 zwijnen.

Ten minste, als ze alles opvreten, wat zelden het geval is.

Deze aantallen overtreffen alle afschotplannen ruimschoots.

In dit tempo zal er geen grofwild meer te bejagen zijn in het jaar 2030.



In Nederland geboren wolf vestigt zich mogelijk in Duitsland en rapportage wolvenschade Nederland

Sporen van nakomelingen

In de nieuwe voortgangsrapportage geven we inzicht in de activiteit van de wolf in Nederland in de periode van 1 november tot en met 15 februari 2023. Aan de hand van DNA is de aanwezigheid van 29 verschillende wolven vastgesteld. Hiervan waren zeven zogenoemde ‘zwervende’ wolven. Zij zijn op doortocht en op zoek naar een geschikt territorium. Ook werden voor het eerst sporen aangetroffen van zeven nakomelingen die in 2022 geboren werden binnen de roedels op de Veluwe (vier) en in de regio van Zuidwest-Drenthe en Zuidoost-Fryslân (drie). In totaal heeft ons land nu vier wolvenroedels. Een roedel bestaat uit een voortplantend paar, hun welpen van dit jaar en de inmiddels volgroeide jongen van vorig jaar. Eén roedel bevindt zich in het grensgebied van Drenthe en Fryslân, drie roedels zijn aanwezig verspreid over de Veluwe. Daarnaast zijn er nog vier wolvenparen aanwezig op de Veluwe en één wolvenpaar in Drenthe.

Schademeldingen bij BIJ12

In de afgelopen periode van de eerste 3 maanden van 2023 zijn 157 meldingen van vermoedelijke wolvenschade aan landbouwhuisdieren binnengekomen bij BIJ12. In totaal ging het bij 95 meldingen om wolvenschade. De overige meldingen gaven een andere uitslag of moeten nog worden onderzocht. 

Binnengekomen meldingen monitoring

Er zijn in deze periode 1263 meldingen binnengekomen van (vermoedelijke) sporen van wolven. De meldingen werden gedaan bij het Wolvenmeldpunt van BIJ12, waarvan de uitvoering is belegd bij de Zoogdiervereniging. Bij 664 meldingen is op basis van bewijsmateriaal – zoals DNA-onderzoek op bijvoorbeeld een uitwerpsel – of beeldmateriaal duidelijk geworden dat het daadwerkelijk om een wolf ging. Van de overige 599 meldingen kon niet worden vastgesteld of dit een wolf betrof. 

Samenwerking

BIJ12 is de organisatie die namens provincies de beleidsuitvoering van het dossier van de wolf verzorgt. Dit heeft onder andere betrekking op monitoring en afhandeling van tegemoetkoming in schade. Dit bericht is tot stand gekomen met medewerking van Zoogdiervereniging (monitoring Wolvenmeldpunt), Wageningen University & Research (WENR) (DNA-analyses) en het CEwolf consortium (Centraal Europese wolvenpopulatie) (internationale uitwisseling genetische data).




Dijkveiligheid moet prioriteit hebben: gezamenlijk standpunt van de 10 kustjagersverenigingen in Nedersaksen en de staatsjagersvereniging in Bremen over de wolf.

 

 
10 Kustjagersverenigingen in Nedersaksen en de districtsjagersvereniging Bremen nemen een gezamenlijk standpunt over wolven aan.

10 Kustjagersverenigingen in Nedersaksen en de districtsjagersvereniging Bremen nemen een gezamenlijk standpunt over wolven aan. (Bron: Rolfes/DJV)


Vandaag, donderdag (6 april), hebben de 10 kustjagersverenigingen van de Staatsjagersvereniging van Nedersaksen (LJN) en de Bremer Staatsjagersvereniging een gezamenlijk standpunt over wolven in Aurich gepresenteerd en ondertekend. Naast de jachtverenigingen van Aurich, Emden, Friesland Wilhelmshaven, Leer, Norden, Wittmund, Wesermarsch Hadeln-Cuxhaven, Stade, Wesermünde-Bremerhaven en de Landesjägerschaft Bremen eV ondertekende ook de Landesjägerschaft Niedersachsen eV het papier.

“Al generaties, zo niet eeuwen, heeft dijkveiligheid de hoogste prioriteit aan de Duitse Noordzeekust. Deze basishouding wordt momenteel in twijfel getrokken door soortbeschermingsdoelen – hier in het bijzonder de bescherming van wolven”, zegt Simon Grootes, districtsvoorzitter van de jagersverenigingen in het district Ostfriesland en voorzitter van de Wittmund-jagersvereniging.

In hun position paper roepen ze de regionale federale en deelstaatparlementariërs op om zich aan de kust in te zetten voor een optimale verzorging van de dijken via de veestapel en daarmee voor een maximale bescherming van bezittingen en in extreme gevallen het leven van 1,1 miljoen mensen. Nedersaksen en 680.000 inwoners van Bremen die erop vertrouwen dat de maximale veiligheid en kwaliteit van de dijken wordt gegarandeerd. De internationale beschermingsinspanningen – bijvoorbeeld via de Habitatrichtlijn van de Europese Unie – hebben ertoe geleid dat de West-Europese wolf noch in Duitsland, noch in Nedersaksen in zijn populatie wordt bedreigd, integendeel.

Bovendien zal de aanwezigheid van territoriale kuddes in de klassieke graslandgebieden aan de kust in strijd zijn met het politieke doel van “begrazing” en zo een verdere achteruitgang van de begrazing en het daarmee gepaard gaande verlies van leefgebied en biodiversiteit in de hand werken.

“We doen een beroep op de regionale parlementsleden om hun bijzondere verantwoordelijkheid op te nemen en aan te dringen op de uitvoering van het akkoord in het regeerakkoord op federaal en deelstaatniveau, voor een regionaal gedifferentieerd portefeuillebeheer dat voldoet aan de Europese wetgeving”, voegt de hulpsheriff. Districtsvoorzitter (Jägerschaft Aurich), Gernold Lengert.

Hier vindt u het position paper “Auricher Declaration”
 




Jagersvereniging, NOJG, FPG en LTO sturen minister dringend verzoek tot overleg

De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) willen op de kortst mogelijk termijn met de minister voor Natuur en Stikstof in gesprek over de inhoud van de ‘Verzamelbrief soortenbeleid’ die zij 4 april verstuurde en het feit dat dit zonder enig overleg met de belangrijkste stakeholders is gebeurd. Dit staat in een brief die de vier organisaties vandaag aan minister Van der Wal-Zeggelink hebben gestuurd.

Voor de organisaties is het besluit om ook in het komende seizoen de jacht op konijn landelijk en het haas in de drie bekende provincies niet te openen volledig uit de lucht komen vallen. Hierbij heeft geen enkele vorm van de – ook richting de Tweede Kamer – toegezegde inhoudelijke heroverweging plaatsgevonden met grondeigenaren, jacht(akte)houders, wildbeheereenheden en grondgebruikers. Terwijl dit de mensen zijn met in de wet benoemde verantwoordelijkheden, rechten en plichten op het gebied van jacht en faunabeheer.

Snel duidelijkheid

In het gesprek met de minister hopen de vier organisaties te vernemen hoe de minister tot haar nieuwe besluit is gekomen en waarom dit zonder enig overleg of vooraankondiging is gebeurd. Daarnaast willen de Jagersvereniging, de NOJG, FPG en LTO samen met de minister bekijken hoe er tot een versnelling van de processen en onderzoeken gekomen kan worden, zodat de leden van de organisaties snel duidelijkheid krijgen over de toekomst van jacht, beheer en schadebestrijding.

Voor de bühne

Bij de vier organisaties is de manier waarop het besluit over de schutting is gegooid hard aangekomen. Temeer omdat zij meewerken aan door het ministerie geïnitieerde onderzoeken, overleggen en impactanalyses aangaande jacht, beheer en schadebestrijding. Ook liggen er twee recent breed aangenomen Kamermoties die nauwe betrokkenheid van zowel eerdere als toekomstige WBE-tellingen bij de besluitvorming voorop stellen. Verder hebben de organisaties geen goed woord over voor het feit dat alle inspanningen in het buitengebied van hun leden niet worden gewaardeerd: ‘Het lijkt er op dat er alleen voor de bühne met de betrokken organisaties wordt gesproken om later bij ingrijpende besluiten te kunnen zeggen dat ‘de besluitvorming zorgvuldig is geweest’.

Zitting einde zomer

Het nieuwe besluit over de sluiting van de jacht op het konijn landelijk en voor het haas in Utrecht, Groningen en Limburg, is genomen terwijl de discussie over hetzelfde besluit van de minister over het afgelopen jachtseizoen nog in volle gang is. Dat besluit heeft geleid tot een nog lopende bodemprocedure van de Jagersvereniging, NOJG en FPG tegen de Staat, waarbij naar verwachting aan het einde van de zomer de zitting voor de rechtbank in Den Haag plaatsvindt.




Veel te weinig wilde zwijnen geschoten in Gelderland

UDDEL – Het gewenste afschot van zo’n 2500 zwijnen op de Veluwe is in het afgelopen jachtseizoen bij lange na niet gehaald. Volgens Erik Koffeman van Faunabeheereenheid Gelderland (FBE) blijft het afschot ongeveer op de helft steken.

“We zagen het al wel een beetje aankomen”, zegt Koffeman. “We hadden vorig jaar een heel goed jaar als het om afschot gaat. Dat betekent dat er dit jaar minder zwijnen zijn. Dus kom je ze minder tegen en zijn ze moeilijker te bejagen. Verder was het een goed mastjaar. Dat betekent dat ze zich in een korte tijd kunnen volvreten en verder veel rusten. Dan is de kans kleiner dat een jager ze ziet.”

Een goed mastjaar komt ongeveer eens in de vier jaar voor. Bomen en planten dragen dan meer vrucht dan gemiddeld. Eikels, kastanjes en bosvruchten liggen dan voor voor het oprapen voor de wilde dieren.

Op zwijnen mocht van 1 juli 2022 tot half maart van dit jaar worden gejaagd. Dit is nog verlengd tot het einde van maart, maar volgens Koffeman gebeurt er nu niet veel meer. Het gewenste aantal wilde zwijnen op de Veluwe – de doelstand – ligt voor de FBE rond de 1100. Dat aantal zal nu dus niet worden gehaald.

Stand van de edelherten is goed

Verder werden er zo’n 1500 edelherten afgeschoten: dat komt wel overeen met het vooraf gewenste aantal. De jacht op de herten is inmiddels helemaal voorbij en de schatting is dat de stand van de edelherten goed is.
Invloed van de wolf

Overigens werd de jacht dit jaar volgens Koffeman ook beïnvloed door de wolf: “Het gedrag van dieren verandert wanneer er een wolf in de omgeving is. Zwijnen kunnen bijvoorbeeld een dag of drie redelijk op dezelfde plek blijven. Dan wordt het gemakkelijker om ze te bejagen. Maar je merkt nu dat ze de wolf ruiken en sneller verder trekken. Dat maakt de jacht tot een grotere uitdaging.”

Ieder jaar is er een planning voor afschot op de Veluwe. Volgens de Faunabeheereenheid is dit noodzakelijk voor de biodiversiteit en een goede balans van de natuur.