Nieuwsbrief FBE Limburg 1e Kwartaal 2024

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Besluit over damherten Hoeksche Waard

De provincie Zuid-Holland heeft na uitgebreid onderzoek besloten om de populatie damherten in de Hoeksche Waard tot 0 terug te brengen. Helaas is deze ingreep noodzakelijk om grote problemen te voorkomen.

Provinciale Staten hebben 8 maart 2023 in de Provinciale Verordening vastgelegd dat er in Zuid-Holland geen ruimte is voor damherten.  De Waterleidingduinen zijn het leefgebied voor damherten in de provincie. Buiten de duinen komen van nature geen damherten voor. Zo ook in de Hoeksche Waard, hier zijn de damherten ooit ontsnapt. Die zijn verwilderd en hebben zich vermenigvuldigd.

Zuid-Holland is een provincie met weinig ruimte waar mens, dier, natuur en bedrijven ieder een plek zoeken. Die zoektocht naar balans is soms ingewikkeld en vol tegenstrijdige belangen. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat in dit geval helaas geen evenwicht kan ontstaan zonder actief ingrijpen.

Geen alternatieven

Een grote populatie damherten vormt een bedreiging voor de biodiversiteit, de verkeersveiligheid en heeft een grote impact op de landbouw. Na onafhankelijk advies is besloten dat het, ook met het oog op dierenwelzijn, de juiste optie is om de verwilderde populatie binnen 5 jaar tot 0 te brengen.

Door naar 0 terug te gaan en niet voor het beheren van de populatie te kiezen, wordt voorkomen dat er jaarlijks damherten gedood moeten worden om de populatie op een bepaalde omvang te houden. Ook wordt voorkomen dat de populatie met inteelt (en alle nare gevolgen daarvan) te maken krijgen. Helaas zijn andere opties, zoals wegvangen of sterilisatie, wettelijk of praktisch onuitvoerbaar, blijkt uit onafhankelijk onderzoek. Daarom is afschot de enige en meest diervriendelijke mogelijkheid voor deze verwilderde populatie.




Friesland keerde in 2022-2023 12,8 miljoen euro uit voor ganzenschade

 
 
Samenvatting conclusie Jaarbericht;

Ganzenbescherming gaat goed; winter-, trekkende brand- en zomerganzen aantal blijft toenemen, grauwe ganzen nemen toe en trekkende kolganzen hebben een lichte daling. Het aantal zomerganzen blijft toenemen, maar veroorzaken ook meer schade (8% vs 3,6% in 2017/2018).

Het aantal geschoten ganzen is met 31% toegenomen ten opzichte van vorig seizoen.

Behandeling van eieren is verdubbeld ten opzichte van het vorige seizoen maar blijft laag, terwijl het aantal behandelde eieren van 2017 tot 2021 gemiddeld drie maal zo hoog lag.

Getaxeerde schade en oppervlakte nemen buiten foerageergebieden langzaam toe. Schade binnen foerageergebieden blijft gelijk, waardoor de beleidsdoelen om de vraatschade te verminderen niet behaald zijn.

Uitbetaalde en getaxeerde schadebedrag blijft stijgen, vooral door hogere grasprijzen per kg droge stof en stijging van getaxeerde schade buiten de foerageergebieden.

Meer informatie is te vinden in het Jaarbericht Fryske Guozzenoanpak 2022-2023.

 

bron: Provincie Friesland, 23/01/2024




Verhuizing konijnen van Luistenbuul naar Amsterdamse Waterleidingduinen

/*! elementor - v3.18.0 - 20-12-2023 */ .elementor-widget-image-box .elementor-image-box-content{width:100%}@media (min-width:768px){.elementor-widget-image-box.elementor-position-left .elementor-image-box-wrapper,.elementor-widget-image-box.elementor-position-right .elementor-image-box-wrapper{display:flex}.elementor-widget-image-box.elementor-position-right .elementor-image-box-wrapper{text-align:right;flex-direction:row-reverse}.elementor-widget-image-box.elementor-position-left .elementor-image-box-wrapper{text-align:left;flex-direction:row}.elementor-widget-image-box.elementor-position-top .elementor-image-box-img{margin:auto}.elementor-widget-image-box.elementor-vertical-align-top .elementor-image-box-wrapper{align-items:flex-start}.elementor-widget-image-box.elementor-vertical-align-middle .elementor-image-box-wrapper{align-items:center}.elementor-widget-image-box.elementor-vertical-align-bottom .elementor-image-box-wrapper{align-items:flex-end}}@media (max-width:767px){.elementor-widget-image-box .elementor-image-box-img{margin-left:auto!important;margin-right:auto!important;margin-bottom:15px}}.elementor-widget-image-box .elementor-image-box-img{display:inline-block}.elementor-widget-image-box .elementor-image-box-title a{color:inherit}.elementor-widget-image-box .elementor-image-box-wrapper{text-align:center}.elementor-widget-image-box .elementor-image-box-description{margin:0}

Konijnen zijn met succes verhuisd van Luistenbuul naar de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) om de natuur te herstellen. De konijnen op Luistenbuul zorgden voor een extreem hoge graasdruk waardoor kenmerkende planten niet langer tot bloei komen en verdere verspreiding naar omliggende gebieden wordt belemmerd.
In de AWD waren vroeger konijnen talrijk en speelden zij een cruciale rol in het behoud van specifieke begroeiing, zoals duingrasland en open duin. Waternet heeft nu stimuleringsmaatregelen getroffen om de konijnenpopulatie te herstellen, zoals gericht maaiwerk en lokale herintroductie van konijnen.
De konijnen worden gemonitord met behulp van wildcamera’s en het succes wordt bepaald door de waarneming van jonge konijnen volgend voorjaar. Het project wordt mogelijk gemaakt door subsidies van de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland.


Lees meer




Verjagen van grasetende brandganzen kost vaak meer dan het oplevert

Meer beheer, minder schade? Met de toenemende populatieomvang kunnen de economische kosten van het beheren van ganzen om opbrengstverliezen te minimaliseren groter zijn dan de voordelen.

 

Het verjagen van brandganzen van weilanden in Friesland, wat nu de praktijk is, kost bij de huidige aantallen ganzen waarschijnlijk meer dan het oplevert. Dat blijkt uit een modelstudie van de Universiteit Utrecht,  Wageningen University & Research, de Universiteit van Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Ecologie. De studie werd uitgevoerd in het kader van de Nederlandse bijdrage aan het Europese ganzenbeheer. Het wegjagen van ganzen lijkt alleen kosteneffectief als er minder ganzen in het gebied zijn.

 

Brandganzen

Brandganzen zijn beschermd. In Friesland verblijven er in de winter circa 500 000.  De onderzoekers maakten een computermodel om inzicht te krijgen in wat vanuit economisch opzicht de meest optimale manier is om met de grasetende brandganzen om te gaan. Het model bootste de situatie in Friesland na, omdat daar in Nederland de meeste ganzen overwinteren.

In het model namen de onderzoekers onder andere mee hoeveel gras de ganzen eten, hoeveel opbrengst dat scheelt, hoe snel het gras groeit, wat de ganzen doen als ze verjaagd worden, hoeveel energie het de wegvliegende ganzen kost en wat de kosten zijn van het taxeren van de schade en van het verjagen. De onderzoekers gebruikten het model om te bekijken wat er gebeurt bij verschillende populatiegroottes van ganzen.

Uit het model blijkt dat verjagen zinvol is als er relatief weinig ganzen zijn, maar dat het beter is ganzen rustig te laten grazen, ook buiten de rustgebieden, als de populatie ganzen groter wordt. Niet alleen de kosten voor het taxeren van de schade nemen toe door de dieren te verjagen. Als de ganzen worden verjaagd, dan vliegen ze weg. Dat kost ze energie, waardoor ze nog meer voedsel nodig hebben. En dat halen ze dan in nabijgelegen andere graslandpercelen. 

Het model toont hoe complex de situatie is. Als er twee keer zoveel ganzen zijn, dan betekent dat niet automatisch dat boeren ook twee keer zoveel schade hebben, of dat de kosten van het verjagen van de ganzen twee keer zo groot worden. Dankzij dit model konden onderzoekers verschillende scenario’s uittesten en inzicht krijgen in de verbanden tussen verschillende kosten en baten.

Meer informatie is te vinden in de publicatie;

‘More management, less damage? With increasing population size, economic costs of managing geese to minimize yield losses may outweigh benefits’ in Journal of Environmental Management.

bron: Universiteit Utrecht, 17/01/2024,


De provincie Fryslân zet echter vraagtekens bij het onderzoek, dat aantoont dat het niet altijd uit kan om brandganzen te verjagen. Een woordvoerder van de provincie zegt dat het nog niet duidelijk is of het theoretische onderzoek overeenkomt met de werkelijkheid in het veld.

“Wij moeten goed kijken in hoeverre het model overeenkomt met de werkelijke situatie. Maar dit wil niet zeggen dat wij de resultaten van dit onderzoek niet moeten en kunnen gebruiken. Er zijn aandachts- en aanknopingspunten ook voor het nieuwe beleid.”Brandganzen mogen niet worden afgeschoten, want ze zijn beschermd.Het verjagen van de ganzen uit gebieden buiten de opvanggebieden wordt volgens de provincie in het onderzoek berekend op maximaal tien euro per verjaagactie. Het kost bijna niets, zegt de woordvoerder van de provincie.
 

Taxatiekosten

De onderzoekers zien in hun onderzoek echter niet alleen naar kosten die jagers maken om ganzen te verjagen. Dat zijn ook nog eens kosten die jagers normaal niet in rekening brengen. Taxatiekosten voor de schade en de landbouwschade zelf hebben ook een belangrijke rol in het onderzoek. Daar gaat de provincie in haar reactie niet op in.
Jan Teade Kooistra van LTO Noord, en zelf ook boer, verjaagt de ganzen momenteel iedere dag van zijn land. “De afgelopen dertig jaar is de populatie ganzen enorm toegenomen”, zegt hij.
Kooistra is het wel eens met de onderzoekers dat de ganzen meer energie en dus meer voedsel verbruiken als ze worden verjaagd. “Als je ze vaker verjaagt, zullen ze ook wel meer moeten eten. Ik denk wel dat dat klopt.”
“Maar ik zit niet in een gedooggebied. Als ik schadevergoeding wil, ben ik zelfs verplicht ze te verjagen. Dat moet ik ook aantonen en ik krijg 20 procent eigen risico. Ik doe mijn best om de schade te beperken, maar dat lukt ook maar beperkt. Je bent er niet de hele dag bij.”
 

Lees ook:

https://youtu.be/aCRAUaHmo0U




Aanvragen ontheffingen faunabeheer Zeeland vanaf nu via nieuw loket

Damherten haringvreterHet aanvragen van omgevingsvergunningen faunabeheer zou vanaf 1 januari 2024 makkelijker moeten gaan. Dat komt omdat vanaf nu alle vragen en aanvragen over die ontheffingen via het nieuwe 1-loket van de Faunabeheereenheid (FBE) lopen.
De bedoeling is dat het nu overzichtelijker is door de centrale registratie in het faunaregistratiesysteem.

Gegevens op 1 plek

Met deze verandering is een langgekoesterde wens van Provinciale Staten in vervulling gegaan. Er wordt al enkele jaren gesproken over de aanvraagprocedure van ontheffingen. Tot nu toe moest dat rechtstreeks bij de Provincie Zeeland. Dat leidde ertoe dat er geen goed overzicht was, en de cijfers van het afschot op verschillende plaatsen werden geregistreerd.

Kortom: bundelen op één plek. Dat gebeurt vanaf 1 januari dus bij de FBE. Via de 1-loket button op de website van de organisatie kom je bij alle informatie over het aanvragen van een ontheffing. Vervolgens kun je daar ook de aanvraag indienen. Ben je bijvoorbeeld agrariër en heb je faunaschade, waarvoor het mogelijk is om een vergunning aan te vragen, dan moet je bij de FBE zijn.

Toetsing provincie

Met de overstap naar het 1-Loket is de aanvraag (het formulier) ook gelijk wat simpeler en concreter gemaakt. Overigens is het niet zo dat de Provincie nu niets meer doet. De aanvragen worden gedaan via de FBE. Daarmee wordt de FBE vergunninghouder en dus eindverantwoordelijk. De FBE dient vervolgens als eindverantwoordelijke de aanvragen in bij de Provincie. Die toetst vervolgens of ze aan de wet voldoen en of de ontheffing verleend kan worden.

Het overzicht heeft uiteindelijk de FBE. Als eindverantwoordelijke weten zij vanaf volgend jaar precies wie er allemaal een ontheffing hebben, en hoeveel afschot er is aan het einde van het seizoen. Die cijfers worden doorgegeven aan de Provincie en aan Provinciale Staten. Op die manier is er goede controle en duidelijkheid voor iedereen.

Meer weten?

Als het gaat om vragen over de aanvraag of het doen van de aanvraag kunt u hier terecht. Ook kunt u rechtstreeks contact opnemen met de FBE Zeeland via: 0113-784030 of zeeland@fbezeeland.nl

Bron: Provincie Zeeland




Aantallen ganzen in de winter is stabiel

Ganzen in morgenzon

Onlangs verscheen de Vogelbalans 2023, het jaarlijkse overzicht van belangrijke ontwikkelingen bij de vogelpopulaties in Nederland. Uit deze uitgave van Sovon blijkt dat het aantal in de winter in Nederland verblijvende ganzen de laatste tien jaar stabiel is. Wat broedvogels betreft, bevindt ongeveer de helft van de populaties zich in een ongunstige staat. Vooral in agrarisch gebied nemen veel soorten af. 

Op basis van verschillende vogeltellingen is Sovon Vogelonderzoek Nederland in staat om populatietrends te laten zien van 199 soorten broedvogels en van 209 vogelsoorten die Nederland alleen tijdens de seizoentrek aandoen of hier overwinteren. De meeste tellingen lopen al sinds de jaren zeventig of tachtig van de vorige eeuw. Daardoor is het mogelijk om naar de ontwikkelingen over een periode van 40 tot 50 jaar te kijken.

Een opvallende ontwikkeling is de stabilisatie van de aantallen ganzen die in Nederland overwinteren. Ganzen uit noordelijke streken arriveren bovendien later in het najaar en verblijven daardoor wat korter in Nederland dan voorheen. Vermoedelijk ligt de verklaring in een gunstige voedselsituatie en zachter herfstweer in gebieden ten noorden van Nederland. In totaal verblijven midden in de winter circa 2,4 miljoen ganzen in Nederland. Van de meeste ganzensoorten overwintert nog steeds een groot deel van de internationale populatie in Nederland. 

In het agrarisch gebied is het aantal broedvogels sinds 1990 bijna gehalveerd. Alleen in andere open natuurgebieden zijn de afnames nog groter. Daar zijn soorten als de wulp, velduil en blauwe kiekendief bijna verdwenen. In bos en moeras is het beeld overwegend positief. Veel broedvogels profiteren van moerasherstel en van ouder wordende, gevarieerdere bossen. 

De Vogelbalans 2023 geeft tevens een overzicht van de impact van hoog-pathogene vogelgriep. In Nederland is bij zeker 65 vogelsoorten vogelgriep vastgesteld. Er wordt geschat dat de grote stern en slechtvalk het zwaarste werden getroffen. Waarschijnlijk stierf in 2022 ongeveer 30% van grote sterns die in Nederland broeden. Bij slechtvalken werd de winterpopulatie hard getroffen. Mogelijk stierf tot ruim de helft van de valken doordat ze besmette vogels aten. Ook grote mantelmeeuwen, buizerds en knobbelzwanen werden zwaar getroffen, net als enkele eendensoorten. 

De Vogelbalans 2023 is te vinden op de website van Sovon Vogelonderzoek Nederland.




Verandering beschermingstatus Wolf in Europa

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Faunaschade in het vizier! Brede infobijeenkomst zet Achterhoekse leden op scherp

 

 

Faunabeheer heeft baat bij een gezamenlijke aanpak en deugdelijke onderbouwing. Hiervoor zijn schademeldingen van groot belang, iets waar nog niet elke boer van doordrongen is. Daartoe organiseerde LTO Noord voor de drie Achterhoekse afdelingen een infobijeenkomst: ‘Faunaschade in het vizier!’

Het doel van deze bijeenkomst op 13 december: alle aspecten rondom landbouwschade door wilde dieren op een rij. Dan heb je het bijvoorbeeld over de wolf, bever, ree, das, gans en roek. Met name die laatste twee zorgen voor Achterhoekse boeren voor overlast én schade. Dan gaat het om het vervuilen van gewassen of verslemping, ofwel het aanpikken of wegvreten van gewassen.

LTO Noord: “Meld je schade, voor compensatie en onderbouwing”

LTO Noord, maar ook partners zoals de Faunabeheereenheid, constateren dat niet alle faunaschades gemeld worden. Dat is jammer”, stelt Hans van Beuzekom, bestuurslid LTO Noord regio Oost, met de portefeuille fauna. “Enerzijds laat een boer geld liggen waar hij of zij recht op heeft ter compensatie. Anderzijds dienen cijfers ter onderbouwing voor beleid. Het is dus van groot belang om schade te melden. En graag horen wij als LTO Noord ook graag waar je als boer tegenaan loopt bij je melding. Zo zijn veel regels gebaseerd op oudere processen; stel dat ganzen je duurdere kruidenrijke grasland aanvreten, dan wil je ook dat die reële schade vergoed wordt.”

 

 

 

 

 

Provincie, Faunabeheereenheid en BIJ12

Voor deze avond waren drie betrokken partijen uitgenodigd om de circa vijftig aanwezige boeren en tuinders bij te praten. Provincie Gelderland over het faunabeleid in Gelderland, FBE Gelderland over de uitvoering daarvan en BIJ12 over het protocol om schades te melden. Een goede samenwerking tussen boer en jager is hierbij van belang.

Afdelingsbestuurder: “Stel de agrariër centraal”

Volgens Robbert Remmelink, bestuurslid van LTO West Achterhoek, met onder meer de portefeuille fauna kwam de essentie goed over: “Succesvol schadebeheer met realistische vergoedingen ontstaat door een maximale samenwerking tussen provincie, FBE en BIJ12. De agrariër moet hierin centraal worden gesteld, aangezien dit de partij is met de daadwerkelijke schadekosten. Praktische invulling daarvan moet prioriteit krijgen, zodat het afhandelingsproces versnelt en de ergernis vermindert.”




Aanleveren van bejaagacties voor provincies Zeeland en Flevoland alleen nog in het Faunaschade Registratie Systeem

Voor het ontvangen van een tegemoetkoming voor faunaschade wordt er in sommige gevallen geëist dat er adequaat gebruik wordt gemaakt van de ontheffing of vrijstelling voor het bestrijden van de schadeveroorzakende dieren. Adequaat betekent minimaal tweemaal per week een bejaagactie. BIJ12 bekijkt de bejaagacties om het zorgvuldig gebruik van de ontheffing of vrijstelling te toetsen.
Met de ingang van de nieuwe beleidsregels kunnen grondgebruikers in de provincies Zeeland en Flevoland hun bejaagacties alleen nog maar aanleveren via het Schaderegistratie Systeem.

De wijziging van de regels betekent dat het los insturen van een document met bejaagacties niet meer wordt geaccepteerd. Om de bejaagacties in te zien, moet de grondgebruiker BIJ12 hiervoor akkoord geven in het Schaderegistratie Systeem. Zo kan BIJ12 direct na ontvangst van het eindtaxatierapport met de beoordeling van een aanvraag beginnen. Wanneer dit akkoord niet gegeven is en bestrijding wel mogelijk was, kan de aanvraag voor een tegemoetkoming geweigerd worden.

 

bron: BIJ12, 29/11/2023



LTO Noord bezorgd over gebrek aan balans in faunabeleid Utrecht

 

porovincie Utrecht

Hoewel wij erg blij zijn en zien dat provincie Utrecht duurzame landbouw hoog in het vaandel draagt, betreuren wij het gebrek aan balans in het faunabeleid. Wij roepen dan ook op eerst te zorgen voor beheerbare populaties van diersoorten, voordat het beleid wordt aangepast.

Koos Segers, themahouder Flora en Fauna: “Recent onderzoek in opdracht van de provincie naar diervriendelijke alternatieven om schade te voorkomen, met name gericht op ganzen, heeft geen afdoende methoden opgeleverd. Naast preventieve maatregelen is afschot noodzakelijk, zoals ook aangegeven in het Sovon-rapport Ganzenmonitoring, dat een sterke toename van de ganzenpopulatie aantoont.”

LTO Noord dringt verder aan op een adequaat systeem om beleid te ondersteunen en eerder gemaakte afspraken na te komen. Een goedgekeurd registratiesysteem voor het verzamelen van data over faunaschade en preventieve acties in Utrecht ontbreekt namelijk.

Segers vervolgt: “Het voorstel van de provincie om het eigen risico voor ganzenschade te verhogen van 5% naar 20% bekritiseren wij sterk. De groeiende populatie ganzen heeft geleid tot aanzienlijke gewasschade, maar het is absoluut onredelijk om deze last bij de agrarische sector neer te leggen, vooral gezien de harmonisatie van faunabeleid van de buurprovincies.”

LTO Noord pleit voor een interprovinciaal faunabeheerplan voor ganzen en benadrukt het belang van een uniform beleid in alle provincies.

Ook de complexiteit van het omgaan met wolven werd aangestipt, waarbij wij hebben aangegeven dat de bescherming van de wolf ongewenste consequenties kan hebben voor schapenhouders. De uitdagingen bij het afrasteren van grote open gebieden in de provincie werden hierbij benadrukt.

De oproep van LTO Noord aan de provincie Utrecht is duidelijk. Een zorgvuldige aanpak van het faunabeleid, om een evenwicht te vinden tussen natuurbescherming en de belangen van boeren en tuinders in de provincie Utrecht, is van cruciaal belang.




Faunaschade op Overijsselse natuurpercelen niet langer vergoed

De provincie Overijssel geeft vanaf 1 november geen tegemoetkoming meer bij faunaschade op natuurpercelen. Daarmee wordt stapeling van natuurbeheervergoeding en faunaschades voorkomen. Het gaat om percelen die met een beheertype op de kaart staan in het natuurbeheerplan van de provincie Overijssel. Ze vallen onder het Subsidiestelsel Natuur en Landschap en hebben primair een natuurfunctie. Eventueel landbouwkundig medegebruik is ondergeschikt aan de natuurfunctie.

 

Met het invoeren van de nieuwe beleidsregels vervalt ook de toets op landbouwkundige beperkingen in Overijssel. Zo hoeven boeren met gepachte percelen met landbouwkundige beperkingen niet langer een pachtovereenkomst aan te leveren bij een aanvraag om een tegemoetkoming. Dit maakt het aanvraagproces eenvoudiger. Voor natuurpercelen die meerjarig worden verpacht en waarbij het contract voor 15 mei 2022 is afgesloten, geldt een tijdelijke uitzondering op de nieuwe regel. Voor deze percelen mag tot 2025 wel een tegemoetkoming in faunaschade worden aangevraagd.

De tegemoetkoming in faunaschade is oorspronkelijk bedoeld voor landbouwbedrijven die voor hun bedrijfsvoering afhankelijk zijn van de gewasopbrengst van hun landbouwgronden. De tegemoetkoming compenseert de gemiste inkomsten. In de oude Beleidsregel was al sprake van uitsluiting van gepachte reservaatgronden met beperkingen. Die lijn is nu doorgezet voor alle natuurgronden.

Natuurpercelen worden niet primair ingezet voor de landbouw. Bovendien hebben deze gronden een lagere economische waarde en lagere opbrengst dan grond met een landbouwbestemming. Toch werd hier in een aantal gevallen een tegemoetkoming in schade voor verleend. De provincie Overijssel vindt dat niet langer passend. Verder is het zo dat eigenaren van natuurpercelen – naast een vergoeding voor faunaschade – meestal ook een subsidie voor natuurbeheer krijgen. Met de nieuwe beleidsregels wordt stapeling van natuurbeheervergoeding en faunaschades voorkomen.

Boeren en grondgebruikers dienen hun aanvraag voor een tegemoetkoming in faunaschade in bij BIJ12, via de online portal MijnFaunazaken. Wanneer Overijsselse boeren binnenkort een nieuwe aanvraag indienen, is dit dus niet meer mogelijk voor natuurpercelen. Percelen binnen het natuurnetwerk worden nog wel getoond in MijnFaunazaken, maar in de laatste kolom ‘Gegevens compleet’ staat een rood kruisje. Dat betekent dat deze niet meer geselecteerd kunnen worden.

bron: BIJ12, 28/11/2023



‘Wolf kent nog geen gunstige staat van instandhouding’

Minister Van der Wal wil in haar standpunt en houding jegens de wolf niet vooruitlopen op een advies dat de Raad van Diergelegenheden op haar verzoek opstelt en de uitkomsten van de analyse die in opdracht van de Europese Commissie wordt gemaakt. Dat schrijft zij aan de Tweede Kamer in een reactie op vragen van het CDA. De minister wijst er op dat wolf in Nederland nog geen gunstige staat van instandhouding kent.

De wolf heeft in Europa een beschermde status via de Habitatrichtlijn. Er kunnen redenen van sociale of economische aard zijn om af te wijken van bepaalde verbodsbepalingen in de richtlijn wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en op voorwaarde dat de populaties van de soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding blijft voortbestaan. De provincies zijn het bevoegde gezag om een ontheffing voor een afwijking met betrekking tot de wolf af te geven.

Momenteel werken provincies aan het actualiseren van het Interprovinciaal wolvenplan, waarin zij gezamenlijk tot een definitie van een ‘probleemwolf’ willen komen. Op dit moment is de populatie wolven in Nederland niet groot genoeg om van een gunstige staat van instandhouding te kunnen spreken, stelt de minister. Ze merkt daarbij wel op dat het voor sommige soorten die veel rondtrekken moeilijk kan zijn om binnen lidstaten zelf een gunstige staat van instandhouding te bereiken.

Het ministerie van LNV is in overleg met de Duitse, Deense, Belgische, Luxemburgse en Franse overheid om te komen tot een gezamenlijk internationaal wolvenplan. Hierin kan worden afgesproken om met een gezamenlijke rapportage over de Centraal-Europese wolvenpopulatie te komen. Door de diverse nationale populaties als een gezamenlijke grensoverschrijdende groep te behandelen, is er ook sprake van een grotere populatie waarin een gunstige staat van instandhouding wellicht eerder wordt bereikt.

De Europese Commissie is ook bezig met een analyse van alle beschikbare wetenschappelijke en technische informatie over de situatie van wolven in de Europese Unie. Naar verwachting komt deze analyse begin volgend jaar beschikbaar. Verder heeft minister Van der Wal de Raad voor de Dieraangelegenheden gevraagd een maatschappelijke dialoog op te zetten over de wolf in Nederland en om op basis daarvan advies te geven over hoe in Nederland kan worden samengeleefd met de wolf en wat daarvoor nodig is.

 

bron: Ministerie van LNV, 27/11/2023
 
Zie ook:



Belangrijke stap voor dierenwelzijn bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

 


Links op de foto: Willem van der Steeg – Hoogheemraad Dierenwelzijn
Rechts op de foto: Luuk Massop – Adviseur Watergangen en Ecologie

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft onlangs een belangrijke stap gezet in het beschermen van grote dieren tegen verdrinking; de eerste grote Fauna Uittrede Plaats (FUP) is gerealiseerd nabij Oudewater aan de Hollandsche IJssel. Hoewel we al kleine FUP’s integreren in de oevers, betekent deze grote FUP een verbetering voor het welzijn van grotere dieren.

Investeren in dierenwelzijn

Willem van der Steeg, Hoogheemraad Dierenwelzijn: “De gekozen locatie voor deze FUP in Oudewater is strategisch gelegen in een zogenaamde ‘groene zone.’ Dat betekent dat bijvoorbeeld reeën hier proberen het water over te steken. Watergangen met een hoge kade vormen vaak een obstakel voor deze dieren. Een hoge kade maakt het voor veel dieren onmogelijk om weer veilig aan land te komen, met helaas verdrinking tot gevolg. De kleine en grote FUP zijn speciaal ontworpen om dit probleem aan te pakken. Zo helpen we kleinere dieren zoals eenden, amfibieën, konijnen en watervogelkuikens maar ook grotere dieren zoals reeën, dassen, wilde zwijnen, vossen en marterachtigen. Binnen mijn rol ben ik erg enthousiast dat het waterschap ook investeert in dierenwelzijn. Zo gaat het verbeteren van de kade en dierenwelzijn hand in hand.”

Natuurvriendelijke oevers

Luuk Massop, Adviseur Watergangen en Ecologie: “Om verdrinking van dieren te voorkomen, kunnen we het beste natuurvriendelijke oevers aanleggen. Bij oevers wordt er gestreefd naar een zo flauw mogelijke overgangszone tussen water en land. Een natuurvriendelijke oever is vanuit het waterschap het meest wenselijk, omdat dieren dan makkelijker de kant op kunnen klimmen. Een natuurvriendelijke oever is alleen niet altijd mogelijk. Delen van de Hollandsche IJssel vragen om een stabielere oeverconstructie, vanwege recreatie, de aanwezige stroming en boten die zorgen voor een sterke golfslag. Een stabiele kade is hier noodzakelijk om instorting of afzwakking van de oever tegen te gaan. Bij deze oeverconstructies worden steeds vaker FUP’s gerealiseerd om verdrinking van dieren tegen te gaan.”

Vaarbreedte Hollandsche IJssel

De FUP wordt beheerd en onderhouden door HDSR en is zo ontworpen dat het niet ten koste gaat van de vaarbreedte van de Hollandsche IJssel. Om dit te realiseren is een stuk grond beschikbaar gesteld door een bewoner. De duurzame aanpak laat zien dat goed waterbeheer samen gaat met dierenwelzijn.

Bron: Hoogheemraadschap ‘ De Stichtse Rijnlanden”




Oproep FACE aan de EU om de beschermingsstatus wolf aan te passen

Europese jagers willen dat Ursula von der Leyen meer doet om boeren tegen wolven te beschermen en de voortdurende herziening van de beschermingsstatus van de grote carnivoor te versnellen.

In een brief aan de voorzitter van de Europese Commissie heeft de Europese Federatie voor Jacht en Natuurbescherming Von der Leyen gevraagd om ‘snel actie te ondernemen om praktische beheerskaders voor coëxistentie vast te stellen’.

Face vroeg de Commissie om de beschermingsstatus van wolven te herzien door de bijlagen van de EU-habitatrichtlijn te wijzigen – iets waar milieugroeperingen zich tegen verzetten. De grote carnivoor staat momenteel onder strikte bescherming, wat betekent dat het schieten op wolven in de meeste gevallen verboden is, maar onder specifieke omstandigheden kan worden toegestaan, met name wanneer het dier een gevaar vormt voor mensen en vee.

De jagers riepen ook op om “de flexibiliteit te verduidelijken” die de EU-landen krijgen om wolven te beheren en “een nieuwe aanpak te implementeren om de staat van instandhouding van de wolf te beoordelen.”

Von der Leyen riep in september op tot een herevaluatie van de beschermingsstatus van wolven en lanceerde een openbare raadpleging over dit onderwerp, die meer dan 17.000 reacties ontving. Het kwam nadat haar  geliefde pony  vorig jaar in Duitsland door een wolf werd gedood.

De raadpleging had tot doel informatie en bewijsmateriaal te verzamelen over de toestand van de wolvenpopulaties op het hele continent, evenals advies en beste praktijken over het beheer van conflicten tussen het vee van boeren en de grote carnivoor.

“We dringen er nu bij u op aan om snel naar de volgende stap te gaan en praktische oplossingen te implementeren om ervoor te zorgen dat er passende beheerskaders aanwezig zijn om coëxistentie te garanderen”, zeiden de Europese jagers.

Verwacht wordt dat de Commissie vóór het einde van het jaar een vervolg op de raadpleging zal geven met aanbevelingen over hoe conflicten beter kunnen worden beheerd.




Oproep gemeente Meerssen aan Provincie Limburg mbt aanpak overlast wilde zwijnen

Sinds begin dit jaar is er in de gemeente Meerssen in toenemende mate overlast door wilde zwijnen. Op 8 oktober heeft burgemeester Mirjam Clermonts-Aretz hierover een gesprek gehad met gedeputeerde Léon Faassen. Deze week uitte het college van burgemeester en wethouders nogmaals nadrukkelijk zijn zorgen richting de Provincie Limburg over de toename van het aantal wilde zwijnen. Dit vanwege de veiligheid van inwoners en bezoekers. Daarnaast spreekt het college in het schrijven haar zorgen uit over de uitvoering van het Faunabeheerplan dat door Gedeputeerde Staten is vastgesteld en de belemmeringen die de Wildbeheereenheid ondervindt. Je leest hierover meer in de brief (zie onderaan deze tekst).

Met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 zijn de taken en bevoegdheden voor de bescherming van natuurgebieden en planten- en diersoorten overdragen aan de provincie. Het college van B&W gaat er dan ook vanuit dat de provincie de regie voert in deze. Het college van B&W wil in het belang van de veiligheid van de inwoners geïnformeerd worden over en betrokken worden bij verdere vervolgstappen.

Lees hier de brief aan de provincie Limburg


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download