Faunabeheereenheden maken samen interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen

Landbouw en natuur ondervinden veel schade van ganzen. Ook kan de vliegveiligheid in gevaar komen. De faunabeheereenheden van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland Utrecht en Zeeland gaan voor de periode 2024-2030 werken richting één gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen. 

In elke provincie is er een Faunabeheereenheid die verantwoordelijk is voor het opstellen van faunabeheerplannen. Hierin staat welke maatregelen ingezet kunnen worden om schade door ganzen te voorkomen. Het gaat in eerste instantie om preventieve maatregelen, zoals weren met afschriklinten of verjagen met knalapparaten. Als dit soort maatregelen onvoldoende effect heeft, komt ook afschot in beeld.

De faunabeheereenheden van Flevoland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Zeeland maken samen het interprovinciale Ganzenplan 2024-2030. Hierbij betrekken zij beleidsmedewerkers van de provincies, omgevingsdiensten, BIJ12, wetenschappers, juristen en deskundigen.

Er wordt gewerkt in verschillende schrijfrondes. De conceptteksten worden op de website www.ganzenplan.nl geplaatst. Iedereen die er belang bij heeft, zoals jachtaktehouders, boswachters, grondgebruikers en natuur- en dierenbeschermingsorganisaties, kan reageren op de conceptteksten.

Mocht er iets missen, is iets niet duidelijk of heeft iemand een goede tip, dan kan men dat aangeven. Daarna worden de teksten zo nodig aangepast. Op deze manier kunnen alle belangen, kennis en inzichten goed worden afgewogen en wordt toegewerkt richting een gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen 2024-2030.

 

bron: Faunabeereenheid Utrecht, 30/10/2023



Moties bejaagbaarheid soorten is geen verrassing voor jagers

De Tweede Kamer heeft afgelopen dinsdag drie moties aangenomen die betrekking hebben op de bejaagbaarheid van verschillende diersoorten in Nederland.

Twee daarvan kunnen positief worden uitgelegd. De derde motie van Akerboom (PvdD) over het schrappen van soorten die in hun voortbestaan worden bedreigd van de landelijke vrijstellingslijst kwam niet als een verrassing gezien de uitspraak van de Raad van State in Noord-Holland eind april in een procedure tegen het goedkeuringsbesluit Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023 FBE Noord-Holland, waarin zij oordeelde dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan van de provincie onvoldoende zijn onderbouwd.

Motie PvdD

De motie waarin zonder meer gesteld wordt dat de dieren die op de landelijke vrijstellingslijst staan in hun voort bestaan bedreigd worden of gevaar lopen, dit naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dat deze in de lijst vermelde diersoorten, houtduif, zwarte kraai en kauw, konijn en vos niet voldoende onderbouwd is om aan de eisen van de Natuurbeschermingswet te voldoen. Daarmee zou de landelijke vrijstellingslijst niet langer van toepassing mogen zijn.

Geen gevolgen

De PvdD suggereert in haar motie dat meerdere diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst in hun voorbestaan bedreigd zouden worden. Dit is voor alle soorten op de vrijstellingslijst pertinent onjuist.

Enkel het konijn staat op de Rode Lijst als zijnde ‘gevoelig’. Dit is de meest lichte status: de geschatte populatie bedraagt tussen de 1.1 en 3.4 miljoen (bron: WEnR). Dit betekent dat deze motie – wanneer deze zou worden uitgevoerd – waarschijnlijk geen gevolgen heeft voor de bejaging van de diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst, op het konijn na. Ook als een soort (tijdelijk) niet is vrijgesteld, blijft bejaging op basis van een ontheffing eventueel wel mogelijk, maar de regeldruk neemt hierdoor fors toe. Ook voor de boeren is deze motie een potentiële tegenvaller, gezien de grote schade die de vrijgestelde soorten toebrengen aan de gewassen.

Voorsorteren op nieuwe situatie

 Deze uitspraak heeft ook de andere provincies doen inzien dat de Faunabeheerplannen in de toekomst – ook daar waar het de landelijk vrijgestelde soorten betreft – beter onderbouwd dienen te worden. Het afgelopen half jaar hebben diverse provincies daarom al voorgesorteerd op deze situatie.

Het is maar de vraag of de minister uitvoering zal geven aan de motie, gezien zij al meerdere keren heeft aangegeven bezig te zijn met een stelselwijziging van het faunabeheer in Nederland. Hierover hebben de Jagersverenigingen regelmatig en goed contact met de minister.

Motie Landelijke aanpak exotenbestrijding (BBB)

De motie van Van der Plas (BBB) die pleit voor een landelijke aanpak van het invasieve exotenbeleid, gezien de provinciale verschillen, werd niet onwelwillend ontvangen door de demissionair minister voor Natuur en Stikstof en is door een grote meerderheid van de Kamer aangenomen.

Motie (PvdD) Essentiële rol van grote predatoren in Natuurbeleid

Hetzelfde geldt voor de motie van Akerboom die de demissionair minister verzoekt om de essentiële rol van grote predatoren voor het functioneren van het ecosysteem mee te nemen in het toekomstbestendig maken van het natuurbeleid. In het eerste antwoord op deze motie stelt Van der Wal dat er in de natuurbeschermingsregelgeving ook vanuit wordt gegaan, dat bij beschermde soorten zoals de wolf nodig kan zijn beheersmaatregelen te treffen. Daarmee redeneert de minister in lijn met de Jagersvereniging, die de wolf als een toevoeging van het ecosysteem ziet, maar van mening is dat Nederland te klein is voor een ongecontroleerde toename van deze roofdieren.  

Voorzitter NOJG – René Leegte

Geeft aan dat op maandag 6 november, de NOJG en Jagersvereniging een bijeenkomst hebben gepland met het Ministerie van Natuur en Stikstof en op dinsdag 7 november is er ook een gesprek met de minister gepland waarin ook deze moties en de gevolgen van de uitspraak Bodemprocedure Haas en konijn besproken zullen worden.




Provincie Limburg maakt zich zorgen over toenemende gewasschade door wild

De provincie Limburg kampt met een aanzienlijk financieel tekort als het gaat om compensatie van boeren en tuinders die getroffen zijn door gewasschade door zoogdieren en vogels. Het speciale fonds dat vergoedingen uitkeert voor faunaschade, vertoont op dit moment een tekort van 700.00 euro, zo meldt De Limburger.

Het tekort is ontstaan doordat steeds meer agrariërs een beroep doen op het fonds. Daarnaast is de hoogte van de tegemoetkomingen gestegen, zo leidt de krant af uit cijfers van BIJ12, de organisatie die de samenwerkende provincies ondersteunt bij de uitvoering van wettelijke taken over het landelijk gebied en de (semi) openbare buitenruimte en ook alle aanvragen afhandelt.

Steeds meer boeren en tuinders kloppen aan bij de provincie omdat ze te maken hebben met schade door onder andere wilde zwijnen, dassen, roeken en zwarte kraaien. In totaal werd vorig jaar ruim € 900.000,- aan schadevergoeding uitgekeerd. Jarenlang lag dat bedrag op ongeveer de helft. De Limburgse gedeputeerde Léon Faassen roept agrarische ondernemers op om zelf ook maatregelen te nemen tegen eventuele faunaschade.

Theo Coumans, bestuurslid van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, laat De Limburger weten zich zorgen te maken over de toekomst. Volgens hem is de werkelijke schade vele malen hoger dan het totaal aan vergoedingen dat wordt uitgekeerd. Aanvragen voor een (gedeeltelijke) vergoeding zijn volgens hem veel te tijdrovend en bureaucratisch en daarom worden ook heel veel kleinere schades niet aangemeld en geeft het schadebeeld ook een vertekend beeld van de werkelijke faunaschade.




Onderzoek naar invloed ganzenvraat op grasgroei afgerond

Sovon Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga hebben een meerjarig onderzoek afgerond naar de invloed die ganzenvraat heeft op grasgroei. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van BIJ12, de uitvoeringsorganisatie voor het afhandelen van faunaschade voor de provincies. De uitkomsten zullen een belangrijke bouwsteen gaan vormen voor de nieuwe taxatierichtlijn gras die in 2024 door BIJ12 wordt opgesteld.

Ganzen kunnen veel schade veroorzaken in de landbouw. Vooral in het voorjaar wanneer ze het verse gras eten dat net begint te groeien. Voor de geleden schade ontvangen veehouders een tegemoetkoming van de provincie. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden voor het kopen van vervangend voer.

Het bepalen van de exacte omvang van grasschade gebeurt aan de hand van taxatierichtlijnen die door BIJ12, in opdracht van de provincies, zijn vastgesteld. Voor het opstellen van deze richtlijnen is actuele kennis nodig, bijvoorbeeld over grasgroei. Daarom liet BIJ12 de afgelopen jaren hier nieuw, aanvullend onderzoek naar doen door Sovon Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga.

Het onderzoek richtte zich op de relatie tussen de groei van gras en de mate waarin dit door ganzen begraasd wordt. Onderzocht werd hoe goed het gras na begrazing weer doorgroeit. In het onderzoek werd ook gekeken naar factoren als wisselingen in temperatuur en neerslag en de invloed daarvan op grasgroei, in combinatie met ganzenvraat. Het onderzoek vond plaats in de periode 2019-2022 op graslandpercelen in drie deelgebieden: twee in de provincies Fryslân en één in de provincie Noord-Holland.  

Naast de onderzoekers waren de agrarische natuurvereniging Rûnom De Deelen, LTO Noord, ganzencollectief Fryslân, taxatiebureau Van Ameyde en de deelnemende boeren in Friesland en Noord-Holland betrokken. Het onderzoek heeft geleid tot een grote database met veel data over verschillende gebieden en jaren. Onderzoekers hebben hieruit onderstaande algemene bevindingen afgeleid.

De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport ‘Grasgroei onder verschillende intensiteiten van ganzenbegrazing‘.

 

bron: BIJ12, 09/10/2023



Friesland verlaagt maximum afschot ganzen met tienduizenden

Vaststelling afschot trekganzen 2023-2024

Ieder jaar stelt GS het maximum aantal ganzen vast dat in de periode van 1 oktober tot en met 31 mei bij verjaging met ondersteunend afschot gedood mag worden. Dit staat in de Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017 en is conform de Fryske Guozzeoanpak. Hiermee wordt gewaarborgd dat de gunstige staat van instandhouding van de betreffende trekkende ganzensoorten niet in gevaar komt.

GS stellen het maximaal toegestane ganzenafschot voor 2023-2024 vast op brandgans 14.000, grauwe gans 12.000 en kolgans 22.500.

Het maximumaantal ganzen dat komende maanden in Friesland mag worden afgeschoten, is dus een stuk lager dan in 2022.

Het maximum qua afschot lag volgens de provinciewebsite vorig jaar op 100.000 brandganzen, 25.000 kolganzen en 25.000 grauwe ganzen. ‘Het aantal is lager dan vorig jaar. Dat komt door een uitspraak van de Raad van State van vorig jaar dat de populaties wel in stand moeten worden gehouden’, zegt de Friese gedeputeerde Matthijs de Vries (ChristenUnie). Hij zegt ook dat de aantallen die voor de komende maanden zijn vastgesteld, eigenlijk nooit worden gehaald. ‘We verwachten het ook dit jaar niet te halen.’

De gedeputeerde zegt dat het afschieten van de ganzen ondersteunend moet zijn aan het verjagen, maar dat verjagen de voorkeur heeft. Zo moet worden voorkomen dat ze te veel schade aanrichten aan landbouwgrond. De drie ganzensoorten samen zorgden vorig jaar voor ruim 34 miljoen euro aan schade, 23,5 miljoen euro aan schade werd veroorzaakt door de grauwe gans.

Eerder dit jaar werd bekend dat een BirdAlert met een knalapparaat een effectieve manier is om ganzen te verjagen. Dat apparaat begint te knallen zodra vogelgeluiden in de buurt van het apparaat worden vastgesteld. Als dat op een weiland staat, kunnen zo ganzen worden verjaagd.




Faunabeheerders Holland en Flevoland ontwikkelen gezamenlijk ganzenbeheerplan

De faunabeheereenheden (FBE’s) van Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland bundelen de krachten en gaan samen een interprovinciaal ganzenbeheerplan ontwikkelen voor de periode van 2024 tot 2030. Met de FBE Utrecht vindt collegiaal overleg plaats.

In de drie provincies is de overlast van ganzen het grootst. ‘Tot nu toe schrijft elke faunabeheereenheid (FBE) zijn eigen faunabeheerplan voor ganzen in de desbetreffende provincie. Dat pakken we deze keer anders aan. Ganzen vliegen immers gewoon over provinciegrenzen heen.

De FBE’s van Zuid-Holland, Flevoland en Noord-Holland kijken daarom over hun grenzen heen en werken samen richting één ganzenplan 24 – 2030′, zo wordt de aanleiding voor de samenwerking gemotiveerd.

Op dit moment worden de eerste teksten voor het interprovinciale ganzenbeheerplan uitgewerkt. Deze worden gepubliceerd op een speciale website www.ganzenplan.nl. Iedereen die er belang bij heeft, zoals jachtaktehouders, boswachters, grondgebruikers en natuur- en dierenbeschermingsorganisaties, kan reageren op de conceptteksten. Mocht er iets missen, is iets niet duidelijk of heeft iemand een goede tip, dan kan men dat aangeven. Daarna worden de teksten zo nodig aangepast.

bron: de Veldpost – het Landbouwnieuws




Raad van State keurt ontheffing vos provincie Zuid-Holland goed

De ontheffing die het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland in 2018 heeft verleend aan de Faunabeheereenheid voor het ook ’s nachts kunnen doden van vossen, om de weidevogels effectiever te kunnen beschermen is nu door de Raad van State goed gekeurd. Vossen komen in onze provincie onder andere in het duingebied bij Wassenaar voor. De Faunabeheereenheid wil met de ontheffing de omvang van de populatie vossen plaatselijk beperken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS is het daar dus mee eens. Bij het verlening van zo’n ontheffing moet volgens de Wet natuurbescherming wel worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo mag er geen andere bevredigende oplossing zijn om de vossen te bestrijden en de ontheffing moet nodig zijn voor de bescherming van de weidevogels en andere vogels die op de bodem broeden.

Zie hieronder de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS;

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Roeken veroorzaken meeste faunaschade in Drenthe?

De grauwe gans, kolgans en brandgans waren vorig jaar samen verantwoordelijk voor zo’n 36 miljoen euro aan faunaschade in ons land, waarmee ze verantwoordelijk zijn voor meer dan driekwart van de totale kosten (44 miljoen euro). In tien van de twaalf provincies voeren ganzen dan ook de lijst aan met dieren die de meeste schades veroorzaken, maar niet in Drenthe. Daar staat de roek bovenaan.
“Ganzen veroorzaken de meeste schade in water- en grasrijke gebieden, met name in kustprovincies. In de water- en grasrijke provincies Friesland en Noord-Holland is de schade daarom het grootst, onder meer omdat dit de laatste stop voor ganzen is voordat ze de overtocht maken naar broedgebieden. In Drenthe zijn minder graslanden, dus ook minder ganzen, dat maakt dat de schadepost van roeken groter is dan in andere provincies”, legt Christian Jansen van BIJ12 uit.
Maïs als favoriet
In Drenthe veroorzaken roeken vooral veel schade aan snij- en korrelmais en in mindere mate ook aan zomergraan, uien en voederbieten, Of roeken ook meer in onze provincie voorkomen dan in andere provincies, durft Jansen niet te zeggen. “Dat komt omdat per provincie nogal verschilt welke gewassen er aanwezig zijn en in welke mate.” BIJ12 becijferde eerder dat zo’n 80 procent van de roeken broedt in Gelderland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Friesland. Nederland telt zo’n 55.000 broedparen.
Tot 2021 werd mais als bescherming tegen vraatzuchtige vogels behandeld met het bestrijdingsmiddel Mesurol, maar dat is uit milieuoverwegingen niet meer toegestaan. Sinds Mesurol niet weer wordt gebruikt is de schade die vooral roeken toebrengen aan mais in heel Nederland aanzienlijk toegenomen. “Roeken staan erom bekend dat ze bij net ingezaaid mais graag het uitgekiemde plantje eruit eten”, weet Jansen.
Leeggeplunderde akker
De gevolgen daarvan weet Stan Boelens uit Loon maar al te goed. Even buiten het dorp heeft hij een akker, waar hij twee jaar geleden mais had ingezaaid. Toen een loonwerker in opdracht van hem wat onkruid zou wegspuiten tussen de jonge maisplantjes, maar zich afvroeg wat hij weg moest spuiten omdat er alleen maar onkruid stond, gingen bij Boelens alle alarmbellen af. “Toen zag ik hoe de maisakker leeggeplunderd was. Niet normaal, helemaal foetsie. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.”
Ook boer Dick Geerts uit Loon weet welke schade roeken kunnen aanrichten. Zo was hij in een mum van tijd zijn suikerbietenplantjes kwijt. “Je gelooft je ogen niet. Ze komen in een hele zwerm aanzetten. Binnen een halve dag vreten ze zomaar een heel stuk van je akker kapot. Want ze komen hier niet met vijfhonderd, maar met duizend.”
Agrariërs krijgen van gemeenten en BIJ12 extra informatie over de manier waarop roeken mogen worden verjaagd. De provincie wil op haart beurt beter aan agrariërs uitleggen hoe ze schade die roeken veroorzaken vergoed kunnen krijgen.



Graanboeren zien in heel Nederland de oogst in het water vallen

1 augustus 2023

Tarweveld plat geregend en getrapt door veel ganzen, kraaien en houtduiven

 
 
Hele percelen graan die plat liggen, graankorrels die alweer kiemen in de aar. Het is een slecht jaar voor de graanoogst en dat merken akkerbouwers.
“De kwaliteit over de hele linie valt tegen”, zegt Dirk Jan Beuling, akkerbouwer in 1e Exloërmond en bestuurder bij landbouworganisatie LTO. “Tot gisteren is het hier vier weken lang elke dag nat geweest. Misschien niet altijd grote buien, maar toch. Daardoor hebben we last van schot. Dat betekent dat de graankorrels in de aar zijn gaan kiemen. Daardoor is de kwaliteit uit het product verdwenen en is het niet meer bruikbaar voor brouwen van bier of het bakken van brood.”
Beuling heeft nog hoop dat het brouwgerst en de tarwe nog te gebruiken is als veevoer. “Misschien is dit nog mogelijk met enkele aanpassingen. Maar graan is moeilijk om te bewaren. Gelukkig is de korrel wel vrij droog, dat valt nog mee.”

Oogst in het water gevallen

Verder naar het zuiden, rondom Erica, heeft Wim Akkerman 70 hectare aan wintertarwe staan. Samen met familieleden zit hij in een maatschap. Naast graan verbouwen zij ook aardappels en suikerbieten en hebben zij een pluimveehouderij. “Wij hebben een kringloopbedrijf. Dat betekent dat we de mest gebruiken voor het bemesten van onze akkers en de wintertarwe het voer voor onze kippen is. Maar die oogst is letterlijk in het water gevallen.”
Het is een raar jaar wat betreft het weer. Vanaf april kenden we een erg natte periode. Die werd gevolgd door een lange periode van veel zon en hitte. Daarna volgde de storm Poly en volgde een maand aan regen. Allemaal ingrediënten die slecht zijn voor het graan.
“Door de regen konden we pas laat de mest op het land verspreiden”, blikt Akkerman terug. “Tijdens de periode van droogte hebben we ons graan veel meer moeten besproeien dan tijdens voorgaande jaren. Toen kwam die storm en ging het graan platliggen, gevolgd door de regen. Dat zorgde ervoor dat het ging ontkiemen in de aar.”

Duiven, kraaien, kauwtjes en ganzen

Een extra tegenvaller voor Akkerman is de schade die houtduiven, kraaien, kauwtjes en ganzen aanrichten. “Als het graan plat ligt, komen er eerder vogels bij. Vanuit het Bargerveen hebben honderden ganzen ervan gegeten. Die faunaschade lijkt de laatste jaren steeds verder toe te nemen. Ik heb het idee dat er steeds meer ganzen bij komen.”
Het zorgt ervoor dat de kwaliteit van het graan matig is. “We moeten afwachten of het wel goed genoeg is om als voer te gebruiken. Ik heb nu tien tot vijftien procent geoogst en de slechtste stukken moeten er nog af.”

‘Niet miepen’

Een tegenvallend jaar voor een gewas, het is inherent aan het bestaan van een akkerbouwer. Beuling wil er niet over ‘miepen’. “Vorig jaar hadden we bijvoorbeeld een topopbrengst wat betreft graan.”
Ook Akkerman zegt dat misoogsten van alle tijden zijn. Desondanks zijn de gevolgen wel voelbaar, zeker voor zijn bedrijf en vele andere akkerbouwers in Nederland. “Dat betekent dat ze waarschijnlijk meer voer moeten aankopen en daardoor zullen de voerkosten van bijvoorbeeld het pluimvee ook weer stijgen.



Unieke samenwerking WBE Land van Horne en onderzoeksinstituten

Horn – 24 juni 2024

Jaarlijks organiseert WBE Land van Horne een kraaiendag. Hierbij staat het terugdringen van de kraaienpopulatie voorop, naast het uitoefenen van de lopende ontheffingen op vliegend soorten. Dit jaar is de samenwerking gezocht met een consortium van diverse onderzoeksinstituten die het geschoten wild nadere analyseren op voorkomende ziekten en besmettingen.

Klein gedeelte van het tableau sommigen al ingepakt voor nader onderzoek

Sinds vele jaren voert WBE Land van Horne een actief beleid uit om het schadelijk wild, waarvoor afschotmogelijkheden zijn, te reduceren ten voordele van de soorten die onder druk staan. Vrijwel alle jachtvelden van deze WBE doen mee aan dit initiatief. Jaarlijks worden grote aantallen schadelijk wild geschoten, dat zich uiteindelijk terugvertaalt in een mooie toename van de weidevogelstand, de hazenstand en niet in de laatste plaats de patrijzenstand.

Aangezien het beleid is dat elk afgeschoten stuk wild een bestemming moet krijgen, is dit jaar de samenwerking gezocht met de DHWC (Dutch Wildlife Health Centre).  Het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) is een organisatie in Nederland die zich richt op het bewaken van de gezondheid van in het wild levende dieren. Het doel van DHWC is het verzamelen, analyseren en delen van kennis over de gezondheid en ziekten van wilde dieren.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau

De DHWC werkt samen met verschillende partners, waaronder universiteiten, onderzoeksinstituten, natuurbeschermingsorganisaties en overheidsinstanties. Voor de samenwerking met WBE Land van Horne werkte de DHWC samen met de universiteiten van Utrecht, Rotterdam en Wageningen. Tevens was de Provincie Limburg erbij betrokken.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau foto 2

Van al het geschoten wild werden de uiterlijke kenmerken vastgelegd. Tevens werden bloedmonsters en overige (weefsel)monsters genomen om later in het laboratorium te analyseren op acht verschillende vogelziektes en invloeden van mogelijke verontreinigingen.

WBE voorzitter Vincent Deenen is trots op deze samenwerking: “Als jagers zetten we ons in voor het versterken van de biodiversiteit. Daar hoort nader onderzoek ook bij om zo veel mogelijk te weten te komen. De unieke samenwerking op onze kraaiendag samen met de verschillende onderzoeksinstituten is hier een mooi voorbeeld van.” Onderzoeker Henk van der Jeugd van het Nederlands Instituut voor Ecologie vult aan: “het is voor ons een hele mooie gelegenheid om zo veel dieren op één moment te kunnen analyseren op vele aspecten. Dit wordt gebruikt voor belangrijk onderzoek, waar uiteindelijk de natuur haar voordeel mee kan doen.” Al met al een mooie win-win situatie voor de jagers van WBE Land van Horne en de onderzoekers.

Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met:

WBE Land van Horne

Vincent Deenen (voorzitter)

wbe.lvh@ziggo.nl

 


WBE Land van Horne is een Wild Beheer Eenheid uit Midden Limburg. Het werkgebied omvat 10.000 ha. De wildbeheereenheid is een vereniging van jachthouders met een jachtakte en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd mede in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers en/of terreinbeheerders en mede ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.




Proef met Drone ganzen van grasland verjagen in Utrecht werkt goed.

In de provincie Utrecht is onderzocht of het mogelijk is om op 1.000 hectare grasland ganzen te verjagen met een drone. De praktijkproef in opdracht van de provincie Utrecht werd uitgevoerd door CLM onderzoek en Advies en Drowgoo in de polders van Spengen en Portengen. Daarbij is gewerkt met een door Drowgoo ontwikkelde methode om ganzen te verjagen. Gedurende tweeënhalve maand zijn ganzen verjaagd. Er waren minder ganzen aanwezig, ze bleven langer weg en er was minder gewasschade dan het jaar daarvoor. 

Ganzen zijn in de provincie Utrecht de grootste diersoortengroep die schade aan landbouwgewassen veroorzaakt. Ondanks de huidige inspanningen neemt de schade nog altijd toe, daarom is de provincie op zoek naar nieuwe methoden om ganzen gebiedsgericht effectiever te verjagen. Na goede ervaringen met de inzet van drones op kleine schaal in Noord-Holland wilde de provincie Utrecht het systeem op grotere schaal uitproberen.

Het systeem van Drowgoo maakt gebruik van sensoren die in de weilanden geplaatst worden om signalen op te vangen. Een algoritme filtert het ganzengeluid eruit en geeft een melding. Op basis van dat ganzengeluid is er gedurende de proefperiode gericht actie ondernomen. Zodra een bepaalde sensor veel geluid en dus ganzen detecteerde, werden deze ganzen door de piloten opgezocht en de polder uit gejaagd met de drone.

Om een beter beeld van het effect te krijgen is naast de polder waar ganzen met de drone zijn verjaagd ook een referentiepolder aangewezen waar niet is gevlogen met de drone. Beide gebieden zijn vergeleken op de aanwezigheid van ganzen. Het bleek dat de drone op lokale schaal werkt. Na een dronevlucht bleven de ganzen steeds langer weg uit het gebied en na verloop van tijd waren er minder en kortere vluchten nodig om de ganzen te verjagen. Ook is er in de zomermaanden in de vliegpolder minder gewasschade gemeld dan in de referentiepolder. Bij het verjagen van ganzen is wel sprake van verplaatsing en gaan ganzen op zoek naar gras.

Uit de proef bleek dat de inzet van een drone om ganzen te verjagen op lokale schaal goed werkt, maar dat er wel een paar verbeterpunten zijn. Het verkorten van de tijd tussen melding en start van de vlucht is een belangrijke. Ook de afstemming tussen drone-vliegers en boeren die zelf al ganzen verjagen kan beter. Op dit moment is het nog onbekend of de provincie vervolg zal geven aan deze praktijkproef.

Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Gebiedsgerichte ganzenaanpak – Praktijkproef voor het verjagen van ganzen van grasland met een drone‘.

 

bron: CLM Onderzoek en Advies, 04/07/2023



Schadebestrijding landelijk vrijgestelde diersoorten in Fryslân gewijzigd dit i.v.m. niet goed gekeurd Faunabeheerplan

Momenteel kan in Fryslân geen schadebestrijding met afschot worden uitgevoerd op Canadese gans, houtduif, kauw, konijn en roek. Schadebestrijding op vos en zwarte kraai is alleen mogelijk ter bestrijding van weidevogelpredatie.

Bij schade kan tegemoetkoming worden aangevraagd bij BIJ12 via Mijnfaunazaken. Daarvoor worden wel legeskosten van €300 per aanvraag in rekening gebracht.

Advies NOJG voor alle provincies:

Meldt nu altijd alle schade ook van de landelijk vrijgestelde diersoorten, dit omdat er voor de landelijk vrijgestelde diersoorten geen schadeverleden is geregistreerd, daar deze niet wordt vergoed door de provincies en BIJ12, daar er een landelijke vrijstelling is/was en zodoende niet voor vergoeding in aanmerking komt/kwam.


Een toelichting vindt u op de website van de FBE onder ‘Nieuws’ en hieronder in dit bericht.

De FBE doet daarom ook een dringend beroep om alle voorkomende schade te melden in het SchadeRegistratieSysteem. (Dit bericht is eerder verzonden op 28 juni maar heeft niet alle geadresseerden bereikt.) FBE Fryslân


Schadebestrijding vrijgestelde soorten

Gewijzigde procedure voor verlenen van vrijstelling

Landelijke vrijstelling werd tot voor kort verleend op basis van een Ministerieel besluit. De Raad van State heeft echter op 19 mei 2023 uitspraak gedaan dat de onderbouwing voor deze vrijstelling aan dezelfde voorwaarden dient te voldoen als elke andere vrijstelling, ontheffing of opdracht. Dat houdt onder meer in dat voldoende aannemelijk gemaakt moet worden dat er sprake is van belangrijke schade indien geen vrijstelling wordt verleend. Omdat deze eis tot voor kort niet werd gesteld, ontbreken momenteel de gegevens hiervoor.

Het Faunabeheerplan Vrijgestelde soorten 2023-2028, dat in concept gereed was, kon daarom niet worden vastgesteld en niet ter goedkeuring aan GS worden aangeboden.

Welke soorten mogen niet meer worden bejaagd

Dit betekent dat momenteel geen schadebestrijding mogelijk is op Canadese gans, houtduif, kauw, konijn en roek. Schadebestrijding op vos en zwarte kraai is nog wel mogelijk op basis van het eerder goedgekeurde Faunabeheerplan Predatie 2022-2026. Dit betekent dat óók geen schadebestrijding op zwarte kraai mag plaatsvinden ter bestrijding van andersoortige belangen dan weidevogelpredatie. Hier is sprake van een ‘grijs gebied’ omdat er niet altijd duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen dreigende schade aan bijvoorbeeld een landbouwbelang en het kort houden van de lokale kraaienpopulatie ter bescherming van weidevogels.

Melden van schade

Om opnieuw gebruik te kunnen maken van een vrijstelling zijn dringend gegevens nodig over de omvang van de schade zoals die dreigt te ontstaan wanneer geen schadebestrijding door middel van afschot mogelijk is. Het is daarom van groot belang dat deze (al dan niet dreigende) schade wordt gemeld in het Schade Registratie Systeem. Let wel: het gaat om de schademelding en niet om de ontheffingaanvraag! Ondanks herhaalde oproep gebeurt dit weinig! Sinds 1 april zijn 4 schademeldingen gedaan voor Canadese gans, 3 voor houtduif, 1 voor kauw, 0 voor konijn, 12 voor roek en 5 voor zwarte kraai (anders dan predatie).

Aanvraag tegemoetkoming

Vanwege de beperkingen in de mogelijkheden van schadebestrijding heeft de Provincie de mogelijkheid om tegemoetkoming in schade aan te vragen ook open gesteld voor vrijgestelde soorten. Daarvoor moet wel leges worden betaald van €300 per aanvraag. Dit betekent dat de aanvraag om tegemoetkoming financieel aantrekkelijk is vanaf een verwachte getaxeerde schade van circa €600. Meer nog dan de schademeldingen in SRS, zijn aanvragen van tegemoetkoming en de daaruit voortvloeiende taxaties van groot belang om gebruik van vrijstelling te herstellen.

Andere provincies

Het probleem met de vrijstelling speelt ook in andere provincies. In Fryslân is het echter urgenter omdat geen gebruik gemaakt kan worden van een nog lopend faunabeheerplan. Er is daarom geen reparatietijd waarvan in veel andere provincies wel gebruik gemaakt kan worden.

Samenvattend:
  • Geen schadebestrijding mogelijk op Canadese gans, houtduif, kauw, konijn en roek
  • Schadebestrijding op vos en zwarte kraai alleen ter bestrijding van weidevogelpredatie
  • Aanvraag voor tegemoetkoming in schade is opengesteld maar waarvoor wel € 300,- in rekening gebracht worden
  • Oproep op deze tegemoetkoming wel zo veel mogelijk aan te vragen, zodra dit financieel aantrekkelijk is (bij verwachte getaxeerde schade van meer dan circa € 600,- per aanvraag)
  • Oproep om ten minste een melding te doen van (dreigende) schade in SRS

 




Onderzoek naar effectiviteit BirdAlert voor verjagen vogels

 

Birdalert mét knalapparaat blijkt effectief voor verjaging ganzen.

Een BirdAlert mét knalapparaat is een effectief middel voor het verjagen van ganzen op graslanden. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 liet uitvoeren naar de werking van de BirdAlert.

Een BirdAlert is een apparaat dat kan worden ingezet om vogels – zoals ganzen – te verjagen wanneer zij schade veroorzaken aan landbouwpercelen. De BirdAlert is een soort kistje voorzien van zonnepanelen voor het opwekken van eigen stroom. Het apparaat is effectief binnen een straal van 250 meter. Op de BirdAlert kunnen andere apparaten worden aangesloten, zoals een knalapparaat, een opblaasbare vogelverschrikker of een luidspreker met afschrikkende geluiden. Deze apparaten worden geactiveerd op het moment dat de BirdAlert vogelgeluiden hoort.

Herkenning van vogelgeluiden

De BirdAlert komt pas in actie wanneer er vogels op de percelen komen. De bijbehorende acties – zoals knallen – volgen elkaar daarna op onregelmatige, onvoorspelbare wijze op. Hierdoor treedt er niet snel gewenning op onder de vogels. Bij veel andere maatregelen gebeurt dit wel, waardoor ze al snel niet meer effectief zijn. Het voordeel van de BirdAlert is dat het de geluiden herkent van specifieke vogels. Het is dus mogelijk de BirdAlert alleen in actie te laten komen wanneer er bijvoorbeeld ganzen aanwezig zijn, maar juist niet wanneer er weidevogels zitten.

Gewenning

Binnen het onderzoek dat gehouden werd door Altenburg & Wymenga, in samenwerking met SOVON, is de BirdAlert getest op graslandpercelen waar veel ganzen komen. Ganzen kunnen op grasland veel schade aanrichten. Grondgebruikers, maar ook provincies, zoeken daarom naar middelen om ganzen effectief te kunnen verjagen. In veel gevallen mogen ganzen ook worden geschoten, maar verjagen zonder te doden heeft altijd de voorkeur. In sommige gevallen is de inzet van verjagende middelen een voorwaarde om voor een tegemoetkoming in de faunaschade in aanmerking te komen. Vaak worden vlaggen en lintjes ingezet, maar bijvoorbeeld ook knalapparaten, vogelverschrikkers en lazers. Een grondgebruiker kan ook zelf het veld in gaan om te verjagen met bijvoorbeeld drones, honden of een lichtpistool. Maar dit kost veel tijd. Bij de andere genoemde middelen treedt snel gewenning op. Ganzen negeren die middelen na verloop van tijd.

Telling aantal ganzen

De BirdAlert is getest op in totaal 65 graslandpercelen. Dit was in het voorjaar, zomer en winter van 2021 en in het voorjaar van 2022, in de provincies Noord-Holland, Friesland, Zeeland, Zuid-Holland en Utrecht. In sommige gevallen was er op de BirdAlert een knalapparaat aangesloten, in sommige gevallen niet. De reden daarvoor is dat omwonenden soms klaagden over het lawaai. Vervolgens is gekeken naar het aantal aanwezige ganzen op de percelen. Dit gebeurde door directe veldobservaties en ganzenkeuteltellingen. Ganzen poepen met vaste regelmaat (iedere 3 minuten) een keutel uit. Het aantal keutels is dus een goede maat voor de aanwezigheid van ganzen. Er is niet gekeken naar het verlies aan gras. Dit is namelijk ook sterk afhankelijk van de grasgroei. En grasgroei wordt weer sterk bepaald door het weer, de bodem en het beheer.

Geen verstoring weidevogels

Met de veldproef is overtuigend aangetoond dat de BirdAlert mét knalapparaat een effectief middel is om ganzen te verjagen. Uit telling bleek dat er na gebruik van de BirdAlert aanzienlijk minder ganzen aanwezig waren op de percelen. Zonder knalapparaat is het verjagende effect te klein om statistisch te kunnen bewijzen. Weidevogels lijken niet verstoord te worden door de BirdAlert. Vanwege deze uitkomsten zal BIJ12 de BirdAlert nu opnemen als verjagend middel in de faunaschade preventiekits. Ook wordt in voorlichting over verjagende middelen aandacht gegeven aan de Birdalert. In de provincie Utrecht wordt onderzocht of de BirdAlert ook gebiedsgericht ingezet kan worden. Dit om te voorkomen dat de ganzen wel worden verjaagd, maar zich vervolgens bij de buurman vestigen.

 

Lees hier het ‘Onderzoek naar de effectiviteit van BirdAlert voor het verjagen van wilde ganzen’




Actualiteiten faunazaken Zuid-Holland i.v.m. nieuw Faunabeheerplan

 

De afgelopen periode zijn er een aantal uitspraken van de rechtbank geweest die gevolgen hebben voor het beheer en schadebestrijding en/of jacht. Alle zaken vind je in het onderstaande overzicht.

Faunabeheerplannen en juridische procedures

Vanuit de provincie Zuid-Holland en de FBE Zuid-Holland is de volgende informatie ontvangen:

  • Een recente uitspraak van de Raad van State over een faunabeheerplan voor Noord-Holland heeft ook serieuze consequenties voor de uitvoering van het faunabeheer in Zuid-Holland voor wat betreft de vrijgestelde soorten.

  • Onlangs zijn er bij de Raad van State zittingen geweest over het vossen- en konijnenbeheer in Zuid-Holland. De uitspraken in deze zaken zijn van belang voor de nieuwe faunabeheerplannen en de daarop gebaseerde ontheffingen.

Het voorgaande heeft gevolgen voor de planning maar ook voor de inhoud van de nieuwe faunabeheerplannen. Het is onvermijdelijk dat de mogelijkheden voor faunabeheer aanzienlijk worden beperkt. Hierna lichten we dit per diersoort toe. We hebben geprobeerd dit kort maar begrijpelijk te doen maar zaken zijn complex. Als jullie nadere vragen hebben, kunnen jullie deze aan de FBE stellen.

Uitspraak landelijke vrijstelling

De Raad van State heeft op 19 april jl. een uitspraak gedaan over het goedkeuringsbesluit van een Noord-Hollands faunabeheerplan. De Raad van State komt daarbij tot het oordeel dat de minister de landelijke vrijstellingen (kauw, zwarte kraai, houtduif, Canadese gans, vos, konijn) onvoldoende heeft onderbouwd. De Raad van State heeft de vrijstellingen niet buiten werking gesteld maar heeft zich op het standpunt gesteld dat uitvoering afhankelijk is van de onderbouwing die hiervoor is gegeven in het faunabeheerplan. Aan deze onderbouwing hebben ze vergaande eisen gesteld. Dit betekent dat het faunabeheerplan voldoende concrete/plaats-specifieke en/of wetenschappelijke gegevens moet bevatten om het volgende te onderbouwen.

  1. De desbetreffende soort veroorzaakt ernstige schade; voor de onderbouwing is de schadehistorie van belang in een specifiek gebied.

  2. Er is geen bevredigende alternatieve oplossing om deze schade te voorkomen.

  3. Het voorgestelde beheer heeft geen effect op de staat van instandhouding.

Aan al deze eisen kan niet worden voldaan o.a. omdat er weinig tot geen schadegegevens, i.v.m. landelijke vrijstelling waarvoor geen schade registratie nodig zijn en veel soorten zich zgn. in een ongunstige staat van instandhouding bevinden. De uitspraak van de Raad van State ziet alleen op de uitvoering van de vrijstelling en dus niet op uitvoering van de jacht. Hiervoor hoeven provincie en FBE alleen aan onderdeel c te voldoen.

Hoe nu verder

De Zuid-Hollandse faunabeheerplannen voor de jacht- en vrijgestelde soorten (m.u.v. Canadese gans) lopen tot half juli 2023. De FBE heeft vervangende plannen in voorbereiding maar moet nu de concept-faunabeheerplannen aanpassen op basis van deze uitspraak. Dat leidt onvermijdelijk tot vertraging. Ook is het, gezien het vorenstaande, nog de vraag of het gaat lukken om al deze plannen ‘Raad van State-proof’ te krijgen. Het in lijn brengen van de faunabeheerplannen met de uitspraak van de Raad van State heeft consequenties.

Voor de duidelijkheid hierbij de informatie per soort samengevat:

Soort

Wat staat vast?

Opmerkingen

Vos

Geen beheer (vrijstelling en/of ontheffing) vanaf 16 juli 2023
Afhankelijk van onderbouwing en uitspraak Raad van State is er beheer, provinciebreed of per regio, mogelijk; op zijn vroegst na de zomer.

Konijn

Geen jacht en ook geen beheer (vrijstelling en/of ontheffing) t.b.v. landbouwgewassen vanaf 16 juli 2023
Beheer (vrijstelling en/of ontheffing) op specifieke locaties ter bescherming van volksgezondheid en openbare veiligheid blijft mogelijk (tenzij een rechter hier ook op ingrijpt).

Fazant, wilde eend, haas, houtduif

Er wordt ingezet op het mogelijk maken van de Jacht in seizoen 2023-2024.
Geen beheer (vrijstelling en/of ontheffing) vanaf 16 juli 2023.
Er zijn risico’s voor de uitvoering van de jacht gezien de staat van instandhouding en het vatbaar zijn van het goedkeuringsbesluit faunabeheerplan voor bezwaar en beroep.
Afhankelijk van de onderbouwing is er beheer per locatie ter bescherming van landbouwgewassen mogelijk; na opbouwen schadehistorie.

Zwarte kraai

Geen beheer (vrijstelling en/of ontheffing) vanaf 16 juli 2023
Afhankelijk van onderbouwing is er beheer, provinciebreed of per regio, mogelijk ter voorkoming van predatie; op zijn vroegst na de zomer.
Afhankelijk van onderbouwing is er beheer per locatie ter bescherming van landbouwgewassen mogelijk; na opbouwen schadehistorie.

Kauw

Geen beheer (vrijstelling en/of ontheffing) per 16 juli 2023
Afhankelijk van onderbouwing is er beheer per locatie ter bescherming van landbouwgewassen mogelijk; na opbouwen schadehistorie.

Vos
Voor het vossenbeheer dat kan worden uitgevoerd op de landelijke vrijstelling en daarnaast op ontheffing voor beheer met het geweer in de nacht, geeft de staat van instandhouding van de vos waarschijnlijk geen onderbouwingsproblemen. Echter gegevens over schade, waaronder (regionale) predatie- en onderzoeksgegevens, zijn waarschijnlijk nog van onvoldoende omvang en kwaliteit om het beheer te onderbouwen. Op 16 mei 2023 was de zitting bij de Raad van State waarin men zich boog over ons hoger beroep aangaande de ontheffing voor afschot in de nacht. De uitspraak wordt op zijn vroegst eind juni verwacht. Deze uitspraak geeft naar verwachting belangrijke aanwijzingen over de benodigde onderbouwing van al het vossenbeheer. Dit leidt ertoe dat de provincie pas na de zomer kan besluiten over het nieuwe faunabeheerplan. Dit betekent dat het beheer van de vos in ieder geval volledig stil komt te liggen van 16 juli tot de goedkeuring van het nieuwe faunabeheerplan.

Het is nog niet duidelijk in hoeverre de landelijke vrijstelling kan worden uitgevoerd op basis van het nieuwe faunabeheerplan. Het kan zijn dat vossenbeheer alleen wordt toegestaan op basis van gebiedsontheffingen waarvoor voldoende onderbouwing is.

Konijn
Konijnen bevinden zich in een ongunstige staat van instandhouding maar er is wel onderbouwing voor beheer van konijnen op industrieterreinen, bij infrastructuur en op sportvelden. Ook voor het konijnenbeheer geldt dat de Raad van State zich op 16 mei boog over het hoger beroep van de FBE. Ondanks het feit dat de uitspraak waarschijnlijk niet op tijd komt om nog te worden verwerkt in het nieuwe faunabeheerplan, biedt de FBE het nieuwe plan binnenkort ter goedkeuring bij de provincie aan. Dit omdat het beheer vanwege de veiligheidsrisico’s niet al te lang stil kan liggen.

Er is onvoldoende onderbouwing voor beheer ter voorkoming van landbouwschade. Sinds vorig jaar is de jacht op het konijn door de minister gesloten vanwege de landelijke ongunstige staat van instandhouding. Voorgaande betekent dat konijnen in Zuid-Holland vanaf 16 juli alleen nog kunnen worden beheerd op specifieke locaties in het kader van de volksgezondheid of openbare veiligheid.

Fazant, wilde eend, haas en houtduif
Fazant, wilde eend, haas en houtduif zijn soorten waarop de jacht in Zuid-Holland is geopend. De minister heeft aangekondigd dat dit in ieder geval zo blijft voor het seizoen 2023-2024, ondanks het oordeel dat er sprake is van een landelijk ongunstige staat van instandhouding. Gelet op de huidige juridische stand van zaken, kunnen de faunabeheerplannen voor deze soorten worden goedgekeurd en het voornemen is om dat voorafgaand aan het aanstaande jachtseizoen te doen. Sluiting van de jacht op deze soorten is niet aan de provincie maar aan de minister. We kunnen echter niet uitsluiten dat nieuwe juridische procedures een risico gaan vormen voor de uitvoering van de jacht op deze soorten. 

Voor de houtduif geldt er ook een landelijke vrijstelling. Deze vrijstelling kan vanaf 16 juli 2023 niet meer worden gebruikt omdat er onvoldoende onderbouwing is voor schade aan landbouwgewassen. De schade door houtduif aan landbouwgewassen komt in beginsel in aanmerking voor een tegemoetkoming. De praktijk moet uitwijzen tot welk schadebedrag dat leidt. Pas nadat er voldoende schade is gedocumenteerd, kunnen eventueel noodzakelijke ontheffingen worden verleend.

Zwarte kraai
Voor de zwarte kraai is er een landelijke vrijstelling. Deze vrijstelling kan vanaf 16 juli 2023 niet meer worden gebruikt omdat er onvoldoende onderbouwing is voor de schade (landbouwgewassen en predatie). De schade door zwarte kraai aan landbouwgewassen komt in beginsel in aanmerking voor een tegemoetkoming. De praktijk moet uitwijzen tot welk schadebedrag dat leidt. Pas nadat er voldoende schade is gedocumenteerd, kunnen eventueel noodzakelijke ontheffingen worden verleend.

Het beheer ter voorkoming van predatie wordt toegestaan op basis van gebiedsontheffingen waarvoor voldoende onderbouwing is. Deze onderbouwing is er op het ogenblik nog niet.

Kauw
Voor de kauw is er een landelijke vrijstelling. Deze vrijstelling kan vanaf 16 juli 2023 niet meer worden gebruikt omdat er onvoldoende onderbouwing is voor de schade aan landbouwgewassen. De schade door kauw aan landbouwgewassen komt in beginsel in aanmerking voor een tegemoetkoming. De praktijk moet uitwijzen tot welk schadebedrag dat leidt. Pas nadat er voldoende schade is gedocumenteerd, kunnen eventueel noodzakelijke ontheffingen worden verleend.

Als wij voorzichtig naar de toekomst kijken, is het onze inschatting dat we vaker moeten werken op basis van een regionale aanpak. De problematiek verschilt per gebied en per soort en dat kan ertoe leiden dat ontheffingen per WBE worden verleend. Een goede registratie van schade, waaronder predatie, is daarmee voor iedereen van groot belang.

Ree
De rechter heeft hierbij een positieve uitspraak gedaan voor het beheer. Alle eisen van de Eisende partijen zijn ongegrond verklaard. Dit houdt in dat het beheer bij de ree gewoon door mag gaan.

Overzicht van de huidige juridische procedures die van belang zijn voor de agrarische sector
  • Faunabeheerplan knobbelzwaan. Tegenpartijen zijn Dierenradar en de Faunabescherming. Zitting bij Raad van State is geweest op 4 april. Uitspraak wordt niet eerder dan eind mei verwacht.
  • Ontheffingen ganzenbeheer (vier procedures). Tegenpartijen zijn Animal Rights/Fauna4life en de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland. Nog geen zittingen bij rechtbank gepland.

Oproep: Meld schade!

Als laatste de oproep om faunaschade aan landbouwgewassen te melden en/of een tegemoetkoming aan te vragen. Zoals uit bovenstaande informatie blijkt is het opbouwen van een schadehistorie van groot belang. Als er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over schade aan landbouwgewassen dan is op (korte) termijn schadebestrijding niet meer mogelijk. We hebben namelijk ‘data’ nodig om het beheer van schadeveroorzakende soorten in faunabeheerplannen te kunnen onderbouwen. Dat deze oproep geen ‘loze kreet’ is bewijst de uitspraak van de Raad van State van 19 april jl. over het Faunabeheerplan Algemene Soorten Noord-Holland. Door het ontbreken van data (preventieve maatregelen, afschotgegevens, schade aan gewassen) is het beheer en schadebestrijding van verschillende soorten beëindigd.

Voor vragen/opmerkingen kunt u contact opnemen met Basjan Niemansverdriet, themahouder Flora en Fauna LTO Noord Zuid-Holland – 06-20 435 416

Bron: LTO-Noord



Jacht op andere wilde dieren op Veluwe mag doorgaan ondanks komst van wolf

Het jagen op wilde dieren op de Veluwe kan ondanks de komst van de wolf gewoon doorgaan. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland dinsdag bepaald.

De Faunabescherming is bang dat het jagen op damherten, edelherten, wilde zwijnen en reeën leidt tot een verstoring van de wolf. Daarom spande de organisatie een rechtszaak aan tegen de jachtontheffing.

De wolf heeft zich de afgelopen jaren op de Veluwe gevestigd met meerdere roedels. De wolf is een beschermde diersoort in Europa.

Maar het jagen op wilde hoefdieren op de Veluwe hoeft dus niet te worden stilgelegd vanwege de komst van de wolf. Volgens de rechtbank is het niet duidelijk of de wolven inderdaad door de jacht worden verstoord.

De rechtbank baseert zicht op een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen. De ontwikkelingen moeten volgens de wetenschappers eerst verder worden onderzocht. Ook oordeelt de rechtbank dat uit het rapport niet blijkt dat de mogelijke verstoring invloed heeft op de overlevingskansen, de voorplanting of het leefgebied van de wolf.

 



Tegemoetkoming bij schade aan gewassen door vogels in Noord-Holland

Houtduiven op graanDe provincie Noord-Holland gaat in gesprek met boeren over alternatieven voor het doden en bestrijden van dieren om op korte termijn schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Het gaat om de diersoorten knobbelzwaan, meerkoet, spreeuw, gaai, ekster, houtduif, zwarte kraai, kauw en konijn. Als er toch schade is, kunnen ondernemers een aanvraag indienen voor een schadetegemoetkoming. 

Het provinciebestuur komt tot het besluit na een uitspraak van Raad van State in april. In een beroepsprocedure tegen het Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023 voor Noord-Holland oordeelde de Raad van State dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan onvoldoende onderbouwd zijn.

Landelijke en provinciale vrijstellingen maken het mogelijk om diersoorten die schade aan landbouwgewassen veroorzaken te bestrijden. De uitspraak van de hoogste rechter betekent voor de resterende looptijd van het faunabeheerplan in Noord-Holland tot eind dit jaar vooral preventieve maatregelen ingezet moeten worden. Er kan alleen nog met ontheffingen voor bestrijding gewerkt worden. Dit geldt voor alle handelingen waar de vrijstellingen over gaan, zoals afschot en nestbehandeling.

Voor afschot van de 8 soorten is voortaan per situatie een ontheffing nodig. Om die te krijgen is een onderbouwing nodig waaruit blijkt dat voor het doden van de diersoorten alternatieven ontbreken. Ook moeten nut en noodzaak zijn aangetoond en mag de staat van instandhouding, dus de totale populatie dieren, niet in gevaar komen.

De komende tijd gaat de provincie in gesprek met LTO Noord, natuurorganisaties, de Faunabeheereenheid, Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord en BIJ12. De vraag ligt op tafel hoe om te gaan met de nieuwe situatie die is ontstaan als gevolg van de uitspraak. Ook werkt de faunabeheereenheid aan een nieuw faunabeheerplan algemene soorten.

De schadetegemoetkoming keert de provincie uit omdat het erg laat in het seizoen is voor boeren om zich aan te passen aan het plotseling wegvallen van de vrijstelling om dieren te doden. Om voor een schadetegemoetkoming in aanmerking te komen moet een ondernemer kunnen aantonen dat alles is gedaan om schade te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door het plaatsen van netten over de gewassen of door afschrikmethodes. Meer informatie hierover is te vinden op de website van uitvoeringsinstantie BIJ12.

De Raad van State noemt in de uitspraak ook de vos. Voor het beheren van de vos is de ontheffing nog wel geldig. Het beheerplan ganzen in weidevogelgebieden blijft ook geldig. De onderbouwing voor het doden van deze diersoorten voldoet.

 

bron: Provincie Noord-Holland, 17/05/2023