Jacht op andere wilde dieren op Veluwe mag doorgaan ondanks komst van wolf

Het jagen op wilde dieren op de Veluwe kan ondanks de komst van de wolf gewoon doorgaan. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland dinsdag bepaald.

De Faunabescherming is bang dat het jagen op damherten, edelherten, wilde zwijnen en reeën leidt tot een verstoring van de wolf. Daarom spande de organisatie een rechtszaak aan tegen de jachtontheffing.

De wolf heeft zich de afgelopen jaren op de Veluwe gevestigd met meerdere roedels. De wolf is een beschermde diersoort in Europa.

Maar het jagen op wilde hoefdieren op de Veluwe hoeft dus niet te worden stilgelegd vanwege de komst van de wolf. Volgens de rechtbank is het niet duidelijk of de wolven inderdaad door de jacht worden verstoord.

De rechtbank baseert zicht op een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen. De ontwikkelingen moeten volgens de wetenschappers eerst verder worden onderzocht. Ook oordeelt de rechtbank dat uit het rapport niet blijkt dat de mogelijke verstoring invloed heeft op de overlevingskansen, de voorplanting of het leefgebied van de wolf.

 



Tegemoetkoming bij schade aan gewassen door vogels in Noord-Holland

Houtduiven op graanDe provincie Noord-Holland gaat in gesprek met boeren over alternatieven voor het doden en bestrijden van dieren om op korte termijn schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Het gaat om de diersoorten knobbelzwaan, meerkoet, spreeuw, gaai, ekster, houtduif, zwarte kraai, kauw en konijn. Als er toch schade is, kunnen ondernemers een aanvraag indienen voor een schadetegemoetkoming. 

Het provinciebestuur komt tot het besluit na een uitspraak van Raad van State in april. In een beroepsprocedure tegen het Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023 voor Noord-Holland oordeelde de Raad van State dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan onvoldoende onderbouwd zijn.

Landelijke en provinciale vrijstellingen maken het mogelijk om diersoorten die schade aan landbouwgewassen veroorzaken te bestrijden. De uitspraak van de hoogste rechter betekent voor de resterende looptijd van het faunabeheerplan in Noord-Holland tot eind dit jaar vooral preventieve maatregelen ingezet moeten worden. Er kan alleen nog met ontheffingen voor bestrijding gewerkt worden. Dit geldt voor alle handelingen waar de vrijstellingen over gaan, zoals afschot en nestbehandeling.

Voor afschot van de 8 soorten is voortaan per situatie een ontheffing nodig. Om die te krijgen is een onderbouwing nodig waaruit blijkt dat voor het doden van de diersoorten alternatieven ontbreken. Ook moeten nut en noodzaak zijn aangetoond en mag de staat van instandhouding, dus de totale populatie dieren, niet in gevaar komen.

De komende tijd gaat de provincie in gesprek met LTO Noord, natuurorganisaties, de Faunabeheereenheid, Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord en BIJ12. De vraag ligt op tafel hoe om te gaan met de nieuwe situatie die is ontstaan als gevolg van de uitspraak. Ook werkt de faunabeheereenheid aan een nieuw faunabeheerplan algemene soorten.

De schadetegemoetkoming keert de provincie uit omdat het erg laat in het seizoen is voor boeren om zich aan te passen aan het plotseling wegvallen van de vrijstelling om dieren te doden. Om voor een schadetegemoetkoming in aanmerking te komen moet een ondernemer kunnen aantonen dat alles is gedaan om schade te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door het plaatsen van netten over de gewassen of door afschrikmethodes. Meer informatie hierover is te vinden op de website van uitvoeringsinstantie BIJ12.

De Raad van State noemt in de uitspraak ook de vos. Voor het beheren van de vos is de ontheffing nog wel geldig. Het beheerplan ganzen in weidevogelgebieden blijft ook geldig. De onderbouwing voor het doden van deze diersoorten voldoet.

 

bron: Provincie Noord-Holland, 17/05/2023



Voorlopige uitspraak RvS: vos mag worden afgeschoten in provincie Utrecht

In bepaalde gebieden in de provincie Utrecht waar weidevogels zijn, mogen voorlopig vossen worden afgeschoten. Dit om de weidevogels te beschermen, zo heeft de Raad van State donderdag besloten. Het gaat om een voorlopige uitspraak, later volgt nog een definitieve.


202202020/4/A3.
Datum uitspraak: 11 mei 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in verband met een ambtshalve ingesteld onderzoek naar het bestaan van aanleiding voor opheffing of wijziging (artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van de bij mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1792, getroffen voorziening hangende het geding tussen:

1.       stichting De Faunabescherming, gevestigd te Amstelveen,
2.       stichting Animal Rights, gevestigd te Den Haag, en stichting Fauna4Life, gevestigd te Amstelveen,
verzoekers,

en

het college van gedeputeerde staten van Utrecht,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft het college aan stichting Faunabeheereenheid Utrecht ontheffing verleend voor het ’s nachts afschieten van vossen met een geweer in bepaalde weidevogelgebieden en bij gebieden waar pluimveebedrijven met vrije uitloop (zogenoemde Freilandbedrijven) zijn gevestigd.

Bij afzonderlijke besluiten van 30 maart 2021 heeft het college het door De Faunabescherming en Animal Rights en Fauna4Life (hierna tezamen: de stichtingen) daartegen gemaakte bezwaren gedeeltelijk gegrond verklaard en voor het overige ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 16 februari 2022 heeft de rechtbank de door de stichtingen daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 30 maart 2021 vernietigd en de ontheffing geschorst tot zes weken na het nemen van een nieuwe beslissing op de bezwaren. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben het college, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en De Faunabescherming hoger beroep ingesteld.

Bij besluiten van 21 maart 2023 heeft het college opnieuw besloten op de door de stichtingen gemaakte bezwaren.

De stichtingen hebben gronden aangevoerd tegen de besluiten van 21 maart 2023. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De Faunabeheereenheid, de minister en de stichtingen hebben nadere stukken ingediend.

Het college heeft schriftelijke uiteenzettingen gegeven.

De voorzieningenrechter heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 mei 2023. Na afloop daarvan is bij mondelinge uitspraak een ordemaatregel getroffen, die inhoudt dat de besluiten van 21 maart 2023, waarbij de ontheffing van 31 augustus 2020 is gewijzigd, worden geschorst, tot de voorzieningenrechter heeft beslist over de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening.

Overwegingen

1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.

2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

3.       Voor een beschrijving van de eerdere besluitvorming van het college en de uitspraak van de rechtbank wordt verwezen naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van 10 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1652. Bij de besluiten van 21 maart 2023 heeft het college de ontheffing opnieuw aangepast. De ontheffing geldt niet meer voor:

– het gebruik van het geweer ter voorkoming van belangrijke schade aan Freilandkippen;

– het gebruik van het geweer in een veld kleiner dan 40 hectare.

Het college heeft de motivering wat betreft het voorkomen van belangrijke schade aan flora en fauna, in dit geval de weidevogels, aangevuld. Volgens het college leidt predatie, dat wil zeggen: het doden en opeten door in dit geval vossen, tot een afname van het aantal weidevogels. Het college baseert zich voor die conclusie op het rapport “De rol van de vos bij weidevogelpredatie en de effectiviteit van het uitgevoerde vossenbeheer in de provincie Utrecht” van de Faunabeheereenheid van december 2022 (hierna: het FBE-rapport). Er hoeft niet precies bekend te zijn wat het aandeel van de vos is en de invloed daarvan op de weidevogels. In het rapport zijn, ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank van 16 februari 2022, ook de gegevensbronnen benoemd.

Beroepen

4.       De besluiten van 21 maart 2023 worden, gelet op artikel 6:24 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding.

De stichtingen voeren daartegen aan dat de noodzaak van het doden van de vos om weidevogels te beschermen niet is aangetoond. Het causale verband moet wetenschappelijk worden aangetoond, maar de brongegevens zijn niet controleerbaar. De stichtingen achten het afschieten van de vos zinloos, omdat de territoria van gedode vossen worden opgevuld door andere vossen of andere predatoren. In plaats van een generieke ontheffing te verlenen voor een groot deel van de provincie, moet er per gebied maatwerk worden verricht. Ook wordt betoogd dat het college de alternatieven niet voldoende heeft onderzocht. Eerst zouden de inrichtingsmaatregelen voor weidevogels moeten worden geoptimaliseerd. De stichtingen wijzen voor de onderbouwing van hun standpunten op rapportages van SOVON en van deskundige J.L. Mulder van ecologisch bureau Mulder Natuurlijk.

Verder voeren de stichtingen aan dat de noodzaak van nachtjacht niet is aangetoond en dat ten onrechte in de voorschriften is opgenomen dat het gebruik van lokvoer is toegestaan.

Beoordeling

5.       Met de verzoeken om voorlopige voorziening beogen de stichtingen de ontheffing te schorsen, zodat er hangende de bodemprocedure geen vossen mogen worden gedood. Deze voorlopige voorzieningenprocedure leent zich niet voor het beantwoorden van complexe rechtsvragen. Daarom zal de voorzieningenrechter aan de hand van een belangenafweging beoordelen of de verzoeken voor toewijzing in aanmerking komen.

6.       Sinds de uitspraak van de rechtbank van 16 februari 2022 heeft in de provincie Utrecht geen vossenbeheer plaatsgevonden. De ontheffing was geschorst en van de landelijke vrijstelling kon geen gebruik worden gemaakt. De situatie verschilt van die in de provincie Zuid-Holland in de uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:814, waarop de stichtingen hebben gewezen. Het gaat in deze zaak niet slechts om een aanvulling op de landelijke vrijstellingsregeling. Daarnaast is het college in deze zaak gemotiveerd ingegaan op de gronden van de stichtingen. Op grond van die motivering en gelet op de nu betrokken belangen, komt de voorzieningenrechter tot een ander oordeel dan in de in 3. genoemde uitspraak van 10 juni 2022. Het college heeft onder verwijzing naar het FBE-rapport aangevoerd dat in 2022 ten opzichte van 2021 het aantal bekende legsels met 18,5% is afgenomen, het aantal gepredeerde legsels met 41,3% is gestegen en het aantal uitgekomen bekende legsels met 23,3% is gedaald. Aan die conclusie liggen de weidevogeldata in de Boerenlandvogelmonitor en de afschotdata van vossen in het Faunaregistratiesysteem als gegevensbronnen ten grondslag, waarbij – zo begrijpt de voorzieningenrechter – aan de hand van coördinaten locatiespecifiek onderzoek is verricht. In het FBE-rapport staat verder dat verwacht wordt dat door aanwas en meer inloop van vossen richting het ontheffingsgebied de aantallen bekende legsels in 2023 nog verder zullen afnemen. De deskundigen verschillen van mening over het bestaan van een correlatie tussen afschot van vossen en de aantallen weidevogels. Zonder daarover een inhoudelijk oordeel te vellen, volgt de voorzieningenrechter de bevindingen in het FBE-rapport over de periode na de uitspraak van de rechtbank, omdat die onvoldoende zijn weersproken. Het enkele feit dat niet-professionele vrijwilligers de gegevens hebben verzameld, acht de voorzieningenrechter zonder concrete voorbeelden van die gegevens niet genoeg om die als onbetrouwbaar aan te merken. De bevindingen in het FBE-rapport en de noodzaak van vossenbeheer worden bovendien ondersteund door zeer recente reacties van verschillende bij weidevogelbescherming betrokken organisaties. De voorzieningenrechter stelt vast dat in ieder geval een aantal van hen ook hun werkgebied in het ontheffingsgebied hebben, zoals Vereniging Natuurmonumenten, Weidevogelgroep Molenpolder en Collectief Alblasserwaard/Vijfherenlanden. Verder weegt de voorzieningenrechter mee dat de staat van instandhouding van de vos gunstig is en onweersproken is gebleven dat die staat van instandhouding niet wordt bedreigd bij het voorgestelde beheer. Daar tegenover staat dat de weidevogels in een slechte staat van instandhouding verkeren.

Conclusie en proceskosten

7.       Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de bij mondelinge uitspraak van 4 mei 2023 getroffen voorziening te wijzigen. De verzoeken van de stichtingen om het treffen van een voorlopige voorziening zullen alsnog worden afgewezen. Dit betekent dat de bij de besluiten van 21 maart 2023 gewijzigde ontheffing weer van kracht is en er binnen de grenzen van die ontheffing vossenbeheer mag plaatsvinden totdat in de bodemprocedure uitspraak wordt gedaan.

8.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijzigt de bij mondelinge uitspraak van 4 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1792, getroffen voorziening, in die zin dat de verzoeken worden afgewezen.

Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.E.E. Konings, griffier.

w.g. Verheij
voorzieningenrechter

w.g. Konings
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2023

612.




Onmiddellijk verbod op afschieten vossen in provincie Utrecht – 04-05-2023

 

Zeker een week mag er geen afschot van vossen plaatsvinden in een groot deel van de provincie Utrecht. Dat heeft de Raad van State donderdag bepaald in een spoedprocedure die was aangevraagd door enkele dierenorganisaties. De Faunabeheereenheid Utrecht begon woensdagnacht meteen vossen te doden, nadat eerder die dag de schorsing van de daarvoor vereiste ontheffing afliep.

‘Er mag dus niet meer geschoten worden’, maakte de raadsvoorzitter na de spoedzitting bij de Raad van de State bekend. Het verbod geldt tot volgende week. Dan beslist de raadsvoorzitter of het verbod voorlopig in stand blijft.

De Utrechtse rechtbank schorste vorig jaar de ontheffing die het mogelijk maakte om vossen te doden. Volgens de provincie was die ontheffing nodig om de weidevogels en loslopende kippen bij Freilandbedrijven te beschermen. Maar de rechtbank zette grote vraagtekens bij de noodzaak van de ontheffing, omdat er al een landelijke ontheffing bestaat om vossen te doden. (Die echter voor de provincie Utrecht sinds de uitspraak van juni 2022 is geschorst)

Ontheffing aangepast

Provincie Utrecht kreeg van de rechtbank opdracht om een nieuw besluit te nemen. Dat heeft de provincie gedaan. De ontheffing is aangepast. Vossen mogen niet meer worden afgeschoten voor de bescherming van de kippen. Het doden van vossen is nu alleen nog toegestaan om weidevogels te beschermen.

De raadsvoorzitter legde meteen de absurditeit van de nieuwe ontheffing bloot. ‘Als je een vos ziet lopen, hoe weet je dan of die op weg is naar een kip of een weidevogel?’ Maar volgens een woordvoerder van de Faunabeheereenheid Utrecht is de vos in dit seizoen vooral op zoek naar legsels van weidevogels.

Woordvoerders van Animal Rights, Fauna4Life en de Faunabescherming vermoeden een andere reden waarom de provincie vossen niet meer wil laten doden in de buurt van Freilandbedrijven. ‘De noodzaak om ze af te schieten bij die bedrijven kon de provincie niet hardmaken. De kippenhouders hebben andere mogelijkheden om hun kippen te beschermen.’ In dat geval mag niet voor het zwaarste middel afschot worden gekozen.

Wie is de dader?

Volgens advocaten van provincie Utrecht is voor de aangepaste ontheffing een gebiedsgericht onderzoek gedaan. Daaruit zou de vos als belangrijkste schuldige naar voren zijn gekomen. Afname van het aantal vossen zou een direct verband hebben met een afname van gedode kippen en weidevogels.

Volgens Harm Niesen van de Faunabescherming is dat onzin. Voor een gedode vos komen juist meerdere terug die zijn territorium willen overnemen, zegt hij. Afschot werkt dus averechts. Niesen noemt het onderzoek van de provincie ook oude wijn in nieuwe zakken. ‘Nepwetenschap.’ Concreet nieuw onderzoek zou niet zijn gedaan. In zijn ogen zijn alleen oude gegevens opnieuw opgediend.

De advocaat van de Faunabescherming zegt ook dat je aan aangevreten eieren en dode kuikens niet kunt zien wie de dader is. Maar de provincie houdt vol dat er een nieuw degelijk onderzoek is gedaan. Er is significant bewijs dat de vos de dader is.




Vos kan weer bestreden worden in de provincie Utrecht met ingang van 3 mei 2023

Provincie Utrecht – bestrijden vos vanaf 3 mei 2023 weer jagen op de vos in onze provincie voor de bescherming van de weidvogels en andere diersoorten. Daarom heeft de provincie Utrecht toestemming gegeven om op vossen te bestrijden.
 
Drie grote natuurorganisaties zijn het niet eens met die toestemming en stappen weer naar de Raad van State.
De vos is een goede jager, daar hebben boeren en weidevogels last van. Het dier jaagt op vogels, zoekt eieren en rooft regelmatig kippenhokken leeg.
Reden voor de provincie om een nieuwe ontheffing te verlenen die het jagen op vossen ‘s nachts toelaat.
Bij Collectief Eemland zijn ze daar blij mee, want de weidevogel zit in groten getale in de Eempolder. “En die moet beschermd worden. Helaas ten koste van de vos”, vindt gebiedscoördinator Wilhelm Bos. “Het is een prachtig beest, dat vinden wij ook. En als het er één zou zijn hebben wij er ook geen probleem mee, maar het zijn er gewoon te veel.”

Weidevogel beschermen

Vossen hebben geen natuurlijke vijanden en daardoor neemt de populatie makkelijk per jaar met meer dan 200% toe. “Jonge vossen gaan dan ook op zoek naar een eigen territorium en trekken steeds vaker vanuit andere velden de polder in”, legt Bos uit. En daar hebben de boeren en de weidevogels volgens het collectief flink last van. Als vossen jagen, hebben ze het vaak op meerdere dieren gemunt. “Ze eten er maar één op, maar doden er vaak meerdere, die ze dan begraven. Zoals bijvoorbeeld bij een kippenhok of een nest.”
Het collectief Eemland, een organisatie bestaande uit boeren uit het gebied, zet zich al jaren in voor het beschermen van de weidevogel. “Daar zit de afgelopen jaren ook behoorlijk wat geld in.” Met verschillende maatregelen is het gelukt om de verschillende vogelsoorten te behouden, maar de vos gooit roet in het eten.
 
Om de weidevogels te beschermen gaf de provincie Utrecht een ontheffing af, om ‘s nachts op de dieren te mogen jagen. De rechter oordeelde in 2022 dat die ontheffing ongegrond was omdat de Minister van Natuur en Stikstof niet bevoegd was om de vos op de landelijke vrijstelling te plaatsen, waar de minister het niet mee eens is en ook hoger beroep hiertegen heeft aangetekend. Maar na aanpassingen kwam er een nieuwe ontheffing van de provincie Utrecht die vanavond ingaat en het jagen op de vos weer mogelijk maakt. Tot grote onvrede van natuurorganisaties, die morgen tegenover de provincie bij de Raad van State staat.
 

De jacht op de vos is een langslepend juridisch gevecht tussen de provincie en de natuurorganisaties.

In de zomer van 2020 verleende het college van gedeputeerde staten van Utrecht een ontheffing aan de faunabeheereenheid. Daardoor mocht er ‘s nacht gejaagd worden op het roofdier in bepaalde gebieden in de provincie.

Natuurorganisaties gingen tegen deze ontheffing in beroep en in februari 2022 gaf de rechter de organisaties gelijk: de provincie moest hun besluit aanpassen. In juni 2022 wilde de provincie dat de rechter die uitspraak zou schorsen. Dat is niet gebeurd. Daaropvolgend heeft de provincie een nieuw besluit genomen, met aanpassingen in de onderbouwing. Verder laat de provincie wel in stand dat er op de vos gejaagd mag worden. En die ontheffing gaat vanavond – 3 mei – in.

Het argument van de provincie voor de jacht op vossen is dat ze de weidevogel in gevaar brengen. De natuurorganisaties vechten dit opnieuw aan en vragen bij de Raad van State om een zogenoemde ordemaatregel. Dat betekent dat ze willen dat de jacht wordt stopgezet, totdat de rechter met een definitieve uitspraak komt.

 
 
Het collectief Eemland hoopt dat na morgen blijkt dat er juist wel ‘s nachts op de dieren mag worden gejaagd. “Dat hoeft wat ons betreft niet provinciebreed, ze veroorzaken namelijk lang niet overal overlast”, vindt Bos. “In het natuurlijk territorium van de dieren valt het heel erg mee, maar de grote populatie trekt dus de polder op.”



Stichting Jachtopleidingen Nederland start weer met reeks webinars

Vanaf 23 mei start de SJN weer met een reeks nieuwe interessante webinars. In anderhalf uur durende webinars wordt een breed aanbod aan onderwerpen binnen de jacht en natuurbeheer behandeld. U kunt u al inschrijven voor de volgende webinars:

  • 23-05: Webinar nachtzicht en elektronische hulpmiddelen voor jacht en beheer.
  • 22-06: Webinar ganzenbeheer

Kijk snel op www.jachtopleiding.com voor meer informatie!




Brief Faunabeheereenheid Noord-Holland – “Onderbouwen schadetegemoetkoming in Noord-Holland”

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Wolf komt door wolfwerende omheining heen in Amen en doodt meerdere schapen

Een dierenarts hecht de wonden van een schaap van Bert Zinger © Bert Zinger
Twee schapen zijn gedood en drie schapen raakten gewond bij een aanval in Amen door vermoedelijk een wolf. De schapen stonden achter een wolfwerende omheining met vijf draden. Het was de vijfde wolvenaanval op schapen van Bert Zinger uit Hijken; het was de eerste keer dat ze wolfwerend stonden.
Zinger vond de dode en gewonde dieren gisteren rond het middaguur. “Er zijn er twee direct dood en drie zijn gewond, waarvan ik van twee betwijfel of die het overleven”, zegt hij in een filmpje op Facebook.
 
Scepsis over wolfwerende rasters
Hij baalt ontzettend van de aanval. “Ik heb een wolfwerend raster geplaatst op de manier zoals BIJ12 het wil. Het heeft gigantisch veel werk en geld gekost. Volgens de provincie en de wolvenconsulent zou dit de oplossing moeten zijn. Wij schapenhouders zijn hier sceptisch over en het blijkt nu wel dat dit terecht is”, aldus Zinger.
In het filmpje zegt hij al meerdere gesprekken te hebben gevoerd met de provincie, maar niet verder te komen. “Die blijft zeggen dat wolfwerende rasters de oplossing zijn. Het blijkt nu dat het niet zo is. Voor wolven die door dit soort afrasteringen heen komen is maar één oplossing en dat is beheer. En beheer houdt afschot in.”
 
Geplaatst volgens de norm
De taxateur die het dna heeft afgenomen is ook wolvenconsulent in Gelderland. Hij de noemde de omheining ‘wolfwerend’. Dat wil zeggen dat het voldeed aan de normen van BIJ12, de instantie die de schadeafhandeling voor de provincies uitvoert. Enkele van de normen zijn dat de hoogte 1.20 meter moet zijn, dat er minimaal 4,5 duizend volt op dient te staan en dat de onderste draad niet hoger dan 20 centimeter boven de grond hangt.
Eerder kwam ook de Drentse wolvenconsulent na zo’n melding de staat van de omheining bekijken. Maar die is niet welkom bij Zinger. “Iemand die zelf geen wolfwerend raster heeft hoeft mij niet te vertellen hoe ik het moet doen. Hij moet het goede voorbeeld geven”, vindt Zinger.
 
Paaltje afgebroken
Een exmoorpony van wolvenconsulent Jaap Mekel werd afgelopen zondag met aangevreten karkas gevonden in een perceel dat Mekel voor Natuurmonumenten begraast. Het dier stond achter twee stroomdraden. Mekel en Natuurmonumenten zijn van mening dat de kans op een wolvenaanval klein was omdat de dieren kuddegedrag vertonen en dus weerbaarder zijn tegen de wolf dan landbouwhuisdieren.
De provincie bevestigt de lezing van de taxateur. “Een van de paaltjes is aan de onderkant afgeknapt. Volgens de taxateur is de wolf er daar doorheen gekomen”, zegt een woordvoerder.
 
Verschil van opvatting
Eerder verschilden de Drentse en Gelderse wolvenconsulent van mening over de wolfwerendheid van een omheining. De Gelderse wolvenconsulent had een omheining bij schapenhouder Stefan Worst in Vledder in februari als ‘wolfwerend’ bestempeld, maar de Drentse wolvenconsulent constateerde dat de afrastering op meerdere punten niet voldeed aan de normen van BIJ12.
De aanval in Amen vond plaats binnen de driehoek waar zich een wolvenpaar heeft gevestigd. Het dna van wolvin GW3011f en wolf GW2864 is op dode schapen aangetroffen in het gebied tussen Grolloo, Borger en Zwiggelte. Het dna van het mannetje wordt sinds juni vorig jaar regelmatig aangetroffen en bij het vrouwtje is dat sinds september vorig jaar. Dna-onderzoek moet uitwijzen of dit wolvenpaar inderdaad verantwoordelijk is voor de aanval in Amen.
 
Dit zette Bert Zinger zelf op Facebook:



Schadebestrijding in Noord-Holland alleen nog op basis van ontheffing

Uitspraak 201905176/1/A3

 



Extra aandacht in april en mei voor het vergroot risico op aanrijdingen met wilde dieren

De NOJG vraagt hier net als de Jagersvereniging nu extra aandacht voor en geeft hierbij enkele tips om deze ongevallen door aanrijding te kunnen voorkomen.

Huidige evaluatie: De helft van de aanrijdingen met reewild vindt plaats bij zonsopkomst en zonsondergang, met de meest voorkomende ongevallen in april en mei. Vooral de tijd van 05.00 uur tot 07.00 uur en van 21.00 uur tot 23.00 uur is gevaarlijk voor mens en dier.

De verhoogde kans op wildaanrijdingen is in verband met het verzetten van de klok van winter- naar zomertijd. Door de tijdswisseling op 26 maart is het in de ochtend weer donkerder en valt van de ene op de andere dag weer in de spits van veel wilde dieren. Wilde dieren vertrouwen op hun biologische klok en moeten de komende dagen weer wennen en zich aanpassen aan de activiteiten door het nieuwe dagritme van het verkeer.

Doodgereden reebokVooral in de schemering zijn reeën, vossen en hazen op zoek naar voedsel. De herbivoor zoals het ree leeft in de winter in energiebesparende modus, in de lente is vers groen essentieel om te overleven: verandering van vacht, ontwikkeling van de foetus of groei van het gewei zijn dan uitputtend. Op zoek naar de eerste sappige knoppen en gras zijn reeën in april en mei erg actief – zelfs aan de overkant van de wegen. Jonge, geslachtsrijpe reebokken worden nu verjaagd en moeten hun eigen territorium zoeken. Dit terwijl er in velden nog helemaal geen natuurlijke dekking is.

Carnivoren zoals vossen, dassen, wasbeerhonden en wasberen zijn verantwoordelijk voor 10 procent van de ongevallen met wilde dieren, en elke tiende aanrijding op wegen vindt plaats met hazen en konijnen.

Dit zijn de resultaten van wetenschappers in Duitsland, die bijna 48.200 datasets uit het dieren-vondsten register (tierfund-kataster.de ) van 2019 tot 2022 evalueerden voor de Duitse jachtvereniging (DJV). Weggebruikers kunnen in Duitsland via een app dode dieren melden in het dierenvond register. De omvang van ongevallen met wilde dieren waarbij kleinere zoogdieren betrokken waren, werd pas door het project duidelijk.

Schade bij wildaanrijdingen

De materiële en immateriële schade van een wildaanrijding bedraagt per aanrijding bijna 2.500, – euro, zo weet Gijs van Aardenne, van de Stichting Wildaanrijdingen Nederland (SWN). Het Verbond van Verzekeraars wist begin 2021 al te melden dat het gemiddelde schadebedrag na een aanrijding met een (wild) dier over de afgelopen jaren flink is toegenomen.

Alleen al in Nederland vinden er meer dan 10.000 aanrijdingen met wild plaats en als daar 50% met reewild plaats vindt betekent dit dat er hier alleen al sprake is van meer dan € 1.000.000 aan materiële schade en dan nog mee gerekend wat het betekent voor degene die dit overkomt en de letselschade die hieraan verbonden kan zijn en zelf mensen die hierdoor overlijden.

Tips ter voorkoming van aanrijding met wilde dieren.

 

Hoe voorkom je het beste een aanrijding met een wild dier?

  • Vooral in de schemering: Verminder snelheid langs de randen van bossen en velden die moeilijk te zien zijn.
  • Bijzonder gevaarlijk: nieuwe wegen door bosgebieden en langs bosranden, omdat dieren bekende wissels gebruiken.
  • Dier aan de kant van de weg: langzamer rijden, toeteren, remmen. In geval van nood: rem krachtig en wijk vooral niet uit.
  • Een dier komt zelden alleen: chauffeurs moeten altijd rekening houden met de zgn. nakomers.

Wat moet ik doen na een aanrijding met een wild dier?

  • Beveilig de plaats van het ongeval: zet de alarmlichten aan, trek het veiligheidshesje aan, zet de gevarendriehoek op en bel de politie via 112.
  • Pas op voor besmettingsgevaar: raak dode dieren aan met handschoenen en trek ze zo ver mogelijk van de weg.
  • Verwijderd houden van levende dieren.
  • Neem geen wild mee.
  • Volg geen vluchtend dier. Vermeld de vluchtrichting in het ongevalsrapport. Dit maakt het voor de jager gemakkelijker om het gewonde dier te vinden.
  • Zorg voor een bewijs zoals een foto van het ongeval met wilde dieren, of een verklaring afgegeven door de politie voor verzekeringsdoeleinden.



Belangrijk ganzenakkoord bereikt in Groningen

 

Maximale inzet om de ganzenoverlast in Groningen te beperken. Dat is de uitkomst van het provinciaal ganzenakkoord dat onlangs is bereikt met LTO Noord, de collectieven voor agrarisch natuurbeheer, natuurorganisaties en de provincie Groningen.

Belangrijk akkoord

Regiobestuurder Wietse Duursma: ‘We hebben een belangrijk akkoord bereikt. Alle partijen hebben nu met elkaar afspraken gemaakt om daadwerkelijk het maximale te doen aan de ganzenoverlast. Zowel boeren, natuurorganisaties als de provincie beseffen dat er meer dient te gebeuren aan de overlast. We trekken gezamenlijk met elkaar op en we richten ons op maatwerk per gebied. Dit betekent dat we per gebied kijken wat er nodig is om de ganzenoverlast te verminderen in plaats van op provinciaal niveau. Ook komt er vanuit de provincie veel meer ondersteuning bij het verjagen, we moeten nog wel kijken hoe we dat vorm moeten geven samen met de jagers in de gebieden. Terwijl boeren nu veel op eigen kracht en op eigen rekening moeten doen.’

Meer praktijk

Een andere verandering is dat er veel meer gehandeld gaat worden naar de praktijk. ‘Er wordt gekeken naar de daadwerkelijke overlast en schade en niet alleen maar naar de geregistreerde aantallen en cijfers en daarmee is de uitgekeerde schade niet langer enkel de leidraad’, aldus Duursma. ‘Daarbij hebben het voor elkaar gekregen dat het eigen risico voor boeren op 5% is gebleven en niet naar 20% wordt getild zoals dat in andere provincies gebeurt. Kortom een goed akkoord waar we met elkaar aan zet zijn om daadwerkelijk aan de slag te gaan met de ganzenoverlast in de provincie.




Drenthe tot op het bot verdeeld over de wolf

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Boeren: voorkomen faunaschade is gezamenlijk probleem

Bron: BIJ12
Veel boeren ervaren gewasschade door ganzen als een groot probleem. Maar ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Ook zijn er te veel ganzen. Daarom zien boeren het inzetten van preventieve maatregelen vaak niet als zinvol. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 onlangs liet uitvoeren.



Standpunt Minister Natuur en Stikstof over gebruik landelijke vrijstelling vos

Vrij recent (9 november 2022) heeft de Minister van Natuur en Stikstof nog tijdens het Commissiedebat Natuur in de Tweede Kamer de navolgende tekst uitgesproken ter bevestiging van haar eerdere standpunt.

Zie pagina 71 van het onderstaand verslag van de Commissie vergadering Natuurbeleid.

Minister van Natuur en Stikstof

“Dan kom ik op de vraag van de heer Bisschop over de vrijstelling voor de vos en de juridische impasse. Er is geen sprake van een juridische impasse, want provincies maken nog steeds gebruik van de landelijke vrijstelling voor de vos. Alleen in Utrecht is men inderdaad gebonden aan de uitspraak van de rechter. Gevraagd werd of ik ervoor ga zorgen dat er een landelijke vrijstelling komt voor de jacht op de vos in de context dat die een belangrijke predator is van weidevogels. De landelijke vrijstelling van de vos voor schadebestrijding is nog steeds van kracht. In Utrecht heeft de rechter de ontheffing buiten werking gesteld. Dat besluit is momenteel onderwerp van een hogerberoepsprocedure.”

 

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-1063841

Zie ook de: Brief NOJG aan GS Limburg 02122022

 


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Jacht en faunabeheer niet langer standaard beperkt of verboden geval van vogelgriep

 

De minister van LNV heeft 27 januari besloten dat jacht en faunabeheer niet langer standaard beperkt of verboden worden in regio’s waar een geval van vogelgriep is vastgesteld.

Let op! Dit geldt voor nieuw vastgestelde uitbraken van vogelgriep. Bij de nog bestaande uitbraken in Loo, Nijkerk en Abbega gelden nog de oude maatregelen.

Caroline van der Plas (BBB) bracht het punt in tijdens het laatste Kamerdebat over vogelgriep. Afgelopen vrijdag besloot de minister het standaard verbod op faunabeheer in de beperkingszone op te heffen. In zijn brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond vogelgriep stelde hij:

“In het commissie debat zoönosen en dierziekten van 13 oktober 2022 heb ik toegezegd de Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de belangenafwegingen inzake sector, jacht, recreatie en militair gebruik van en in natuurgebieden. Onderdeel van de in te stellen maatregelen in de beperkingszones, die ingesteld worden wanneer een bedrijf besmet is met vogelgriep, is een verbod op het vangen en doden van wilde watervogels en andere dieren in het kader van populatiebeheer en de uitoefening van de jacht, wanneer dat wilde watervogels kan verstoren. Ik heb besloten voortaan niet meer standaard een verbod op faunabeheer in te stellen in de beperkingszone.”

In de beslisnota staat hierover aangegeven;

Jagen en beheer van wild

• U informeert de Kamer over uw besluit om niet meer standaard een verbod op faunabeheer in te stellen in een beperkingszone. Enkele provincies hebben meermaals laten weten problemen te ervaren door deze maatregel. Dit was aanleiding om deze maatregelen te heroverwegen.
• De Deskundigengroep Dierziekten is daarom om advies gevraagd, ze hebben in aangegeven dat het mogelijk is dat in gebieden rondom de uitbraak de prevalentie (het percentage) zieke wilde vogels hoger is, en het daarom zinvol is om vogels niet te verstoren. Er zijn echter geen gegevens die aangeven wat de bijdrage is van faunabeheer met betrekking tot het verstoren van wilde vogels.
• Er zijn naast faunabeheer nog tal van andere activiteiten die wilde watervogels kunnen verstoren, waarvoor niet is voorzien in een verbod in de beperkingszone. Voorbeelden zijn watersporten en vliegen met drones en harde geluiden. Het is niet mogelijk en niet proportioneel om in beperkingszones al deze activiteiten te verbieden en zo te sturen op het voorkomen van verplaatsingen van wilde vogels. Daarnaast verplaatsen wilde vogels zich voornamelijk vanwege veranderende weersomstandigheden en de aantrekkelijkheid van bepaalde foerageergebieden.
• Het verbod op bejagen heeft consequenties voor provincies; provincies moeten de schade die ganzen veroorzaken vergoeden wanneer zij niet in het kader van faunabeheer gedood mogen worden. En als er niet beheerd kan worden is de schade hoger.
• Daarom heeft u deze maatregel voor dit moment opnieuw tegen het licht gehouden en de nut en noodzaak afgewogen tegen de impact.
• Daaruit volgt dat u heeft besloten voortaan niet meer standaard een verbod op bejagen in te stellen in de beperkingszone

De volledige Kamerbrief is hier te downloaden:

https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=2023D03089




Boeren zien weinig heil in preventieve maatregelen tegen ganzenschade

Veel boeren ervaren gewasschade door ganzen als een groot probleem. Maar ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Ook zijn er te veel ganzen. Daarom zien boeren het inzetten van preventieve maatregelen vaak niet als zinvol. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 onlangs liet uitvoeren. 

 

Ganzen richten jaarlijks voor tientallen miljoenen euro’s aan schade aan, met name aan grasland. Hiervoor kunnen zij een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12, die de tegemoetkomingsregeling namens de 12 provincies uitvoert. Een boer is volgens de wet zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van grasschade. Dit kan door de inzet van preventieve middelen, zoals vlaggen, linten, knalapparaten of lasers.

Ook kunnen boeren aan verjaging ondersteunend afschot inzetten om schade te voorkomen. In sommige gevallen mogen ganzen ook in kader van populatiebeheer neergeschoten worden. Desondanks blijft de ganzenschade jaar over jaar toenemen.

BIJ12 gaf de bureaus Wing en D&B opdracht te onderzoeken hoe boeren en jagers aankijken tegen het voorkomen van schade aan landbouwgewassen door ganzen. Provincies willen namelijk graag dat boeren zich meer inzetten voor het voorkomen van schade. Om dit te bevorderen moeten boeren in sommige provincies een deel eigen risico betalen bij ganzenschade.

In het onderzoek is gekeken hoe boeren en jagers aankijken tegen de mogelijkheden om schade te voorkomen. Ook is gekeken naar de rol die zij daarin voor zichzelf zien weggelegd. Hiervoor werd met boeren en jagers gesprekken gevoerd en een schriftelijke enquête uitgezet.

Er werd gevraagd wat boeren en jagers op dit moment zelf doen om schade te voorkomen. En waarom zij bepaalde instrumenten wel of niet inzetten.

Uit het onderzoek blijkt dat veel boeren schade door ganzen als een probleem ervaren, maar het gevoel hebben dat het inzetten van preventieve maatregelen weinig zinvol is, zolang andere partijen niet ook hun steentje bijdragen. Bovendien zijn er te veel ganzen om effectief schadepreventie in te kunnen zetten. Ganzenschade is een probleem dat niet alleen door boeren kan worden opgelost.

Jagers geven aan dat ze vanuit de samenleving en de politiek weinig steun ervaren voor hun inzet om schade te bestrijden. De regelgeving en administratieve druk wordt als complex ervaren. Toch voelen jagers een belangrijke mate van verantwoordelijkheid tegenover de boer.

De onderzoekers raden aan om lokaal met alle partijen de handen ineen te slaan. Ook moet gesproken worden over ieders verantwoordelijkheid en de onderlinge verwachtingen. Verder moeten boeren en jagers het vertrouwen en de vrijheid krijgen om binnen de gestelde kaders hun eigen keuzes te maken. Ook hebben boeren en jagers behoefte aan meer en betere informatie. Het is voor boeren en jagers niet altijd duidelijk wat het effect is van hun acties.  Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Van gansrijk naar kansrijk‘.

bron: BIJ12, 02/02/2023