Vragen SGP en VVD aan de minister voor Natuur en Stikstof over het jachtbeleid.

2 hazen bijeen

De Tweede Kamerleden Roelof Bisschop (SGP) en Thom van Campen (VVD) hebben schriftelijke vragen gesteld aan de minister voor Natuur en Stikstof over het jachtbeleid naar aanleiding van de problemen door een rechterlijke uitspraak over de landelijke vrijstellingen, nieuwe inzichten in de hazenpopulaties en twijfels over de kwaliteit van de gebruikte data voor de Rode Lijst.

2022Z04623 (ingezonden 11 maart 2022)

  1. Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de landelijke vrijstelling van de jacht op de vos? 1)
  2. Hoe waardeert u het onverbindend verklaren van de vrijstelling voor de jacht op de vos, een belangrijke predator van weidevogels, in de Regeling natuurbescherming in verband met de blijkbaar gebrekkige aansluiting op de bepaling in de Wet natuurbescherming (artikel 3.15)?
  3. Bent u voornemens op zeer korte termijn in overleg te treden met provincies over de aanpak naar aanleiding van deze uitspraak?
  4. Bent u voornemens op zeer korte termijn ervoor te zorgen dat onderhavige vrijstelling en andere vergelijkbare vrijstellingen juridisch goed geregeld worden en dat provincies hierop kunnen anticiperen, zodat het komende broedseizoen predatoren van weide- en akkervogels bejaagd kunnen blijven worden?
  5. Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Bureau Waardenburg en de Jagersvereniging op basis van warmtebeeldtellingen dat erop wijst dat de populatieomvang van haas, konijn en ree wordt onderschat, omdat zoogdieren steeds meer in de nachtelijke uren actief zijn terwijl reguliere tellingen overdag plaatsvinden? 2)
  6. Hoe waardeert u de analyse dat sprake is van onderschatting van de wildstand omdat de tellingen die ten grondslag liggen aan de Rode Lijst vooral gebaseerd zijn op tellingen overdag?
  7. Deelt u de analyse dat onder meer hazen in de loop van de tijd door externe factoren als toenemende menselijke activiteiten en toenemende predatie steeds meer in de nacht in plaats
    van overdag actief zijn?
  8. Worden de uitkomsten van het genoemde onderzoek betrokken bij het onderzoek naar de staat van instandhouding van wildsoorten door Wageningen Environmental Research en de beleidsreactie daarop?
  9. Hoe waardeert u de inschatting van het Dutch Wildlife Health Centre op basis van Duits onderzoek dat de hazenpopulatie (ook) in Nederland de afgelopen drie jaar met een kwart is toegenomen? 3)
  10. Wordt de genoemde analyse eveneens betrokken bij het onderzoek naar de staat van instandhouding van wildsoorten door Wageningen Environmental Research en de beleidsreactie daarop?
  11. Zijn de cijfers en inzichten van faunabeheereenheden, die de wettelijke taak hebben om gegevens over wildpopulaties te verzamelen, integraal betrokken bij het genoemde onderzoek van Wageningen Environmental Research? Zo niet, gaat u ervoor zorgen dat dit alsnog gebeurt dan wel dat deze gegevens betrokken worden in het vervolgtraject?
  12. Deelt u de mening dat het hanteren van 1950 als referentiejaar voor de Rode Lijst geen goed beeld geeft, omdat destijds geen sprake was van structurele, landsdekkende monitoringsprogramma’s en ook van ander landgebruik?
  13. Gaat het bij de cijfers die zijn gebruikt voor de periode 1950-1980 om landsdekkende dan wel voor het hele land representatieve cijfers?
  14. Welke referentiejaren voor de beoordeling van de staat van instandhouding van wildsoorten hanteren omliggende landen?
  15. Gaat u in overleg met alle betrokken partijen die tellingen uitvoeren en/of wettelijk vastgestelde taken in het jachtdomein uitvoeren over de wijze waarop tellingen uitgevoerd worden en de uniformering daarvan en over de duiding van genoemde onderzoeken met betrekking tot de staat van instandhouding van wildsoorten alvorens maatregelen te nemen?
  16. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het tweeminutendebat Natuur?

1) Rechtbank Midden-Nederland, 22 februari 2022, Zaaknummer UTR 21/1854 en UTR 21/2143 (ECLI:NL:RBMNE:2022:552, Rechtbank Midden-Nederland, UTR 21/1854 en UTR 21/2143 (rechtspraak.nl))
2) Website Nederlandse Jagersvereniging, 4 maart 2022, ‘Warmtebeeldtellingen: een verschil van dag en nacht’ (https://www.jagersvereniging.nl/nieuws/persbericht-warmtebeeldtellingen-eenverschil- van-dag-en-nacht/)
3) Website Nederlandse Jagersvereniging, 21 februari 2022, ‘Hazenpopulatie toont zich veerkrachtig’ (https://www.jagersvereniging.nl/nieuws/persbericht-onderzoek-duidt-op-25-groeihazenpopulatie/)




Update berichtgeving wildlijst en vrijstellingenlijst: Stakeholders sturen brief naar minister

Onduidelijkheid rondom de vrijstellingenlijst en het nog altijd niet openbaar gemaakte onderzoek van de Wageningen University and Research (WUR) naar de soorten op de wildlijst hielden ook afgelopen week de gemoederen weer bezig. De Jagersvereniging stuurde samen met de NOJG, FPG en LTO een brief naar minister Van der Wal. De kernboodschap: het beperken van een jachtseizoen is niet alleen ineffectief, maar levert zelfs averechts effect op ten aanzien van populaties en faunabeheer in brede zin.

In de discussies die op dit moment spelen, komen verschillende problemen rond het faunabeheer in Nederland bij elkaar. De afgelopen week heeft de Jagersvereniging wederom vele gesprekken gevoerd met ambtenaren en overheden. Hierbij is telkens aangehaald dat de studies die op dit moment op tafel liggen, niet zijn gebaseerd op betrouwbare telgegevens.

Onderzoek dag- en nachttellingen

Vandaag zijn ook de onderzoeksresultaten van het dag- en nachttellingenonderzoek van de Jagersvereniging in samenwerking met Bureau Waardenburg bekendgemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat er met name bij haas en ree, ’s nachts veel meer dieren worden geteld met de nachtkijker, dan overdag met een verrekijker. Dit onderzoek bevestigt opnieuw het belang van het gebruik van betrouwbare data. Deze data ontbreekt in de onderzoeken die het ministerie op dit moment raadpleegt. De Jagersverenigingen zijn van mening dat deze onderzoeken geen betrouwbare basis zijn voor besluitvorming. De Jagersverenigingen pleiten voor nader onderzoek en bieden hulp aan bij het ontwikkelen van betrouwbare telprotocollen.

Kritische kanttekeningen

De rechter van de rechtbank Midden-Nederland die onlangs oordeelde dat er een ontoereikende grondslag zou zijn voor de landelijke vrijstellingslijst in de vorm van een Ministeriële regeling, heeft met deze bewering veel onrust veroorzaakt. Terwijl alle ogen gericht zijn op de minister die geacht wordt deze uitspraak te duiden, wordt in de  provincies verschillend gereageerd op deze uitspraak met de nodige verschillen en onduidelijkheid per provincie als gevolg. Na de provincies Utrecht en Gelderland die al eerder aangegeven hebben dat de vos niet beheerd mag worden, heeft ook de FBE Noord-Brabant de jagers geadviseerd om geen uitvoering te geven aan het beheer van de vos op basis van de landelijke vrijstelling. De Provincie Flevoland heeft aangegeven niet handhavend op te treden.

De provincie Friesland, dat in eerste instantie de jacht op de vos ook had stilgelegd, heeft dit besluit inmiddels weer teruggedraaid. In een brief van de FBE Friesland aan de jachtaktehouders in Friesland valt te lezen: “Na overleg met andere provincies en het grondig bestuderen van de uitspraak is besloten dat het bejagen van vossen toch weer doorgang kan vinden. Dit tot eventueel nader bericht van LNV (…) Dit betekent dat u tot nader order de vos weer overdag in de gehele provincie – en indien u daarvoor een machtiging heeft – ’s nachts onder ontheffing kan bejagen.”

De provincie Drenthe spant wel de kroon. Deze provincie liet weten de bestrijding van alle soorten op de vrijstellingslijst op te schorten. Gelukkig zijn de overige provincies terughoudend en wachten (naar onze mening terecht) de nadere duiding van de minister af. De ontheffingen en verstrekte WnB-opdracht bleven wel van kracht.

De Jagersverenigingen plaatsen enkele kritische kanttekeningen bij de uitspraak van de rechtbank over de vrijstellingslijst. De Wet, het Besluit en de Regeling natuurbescherming bieden in principe namelijk wel degelijk een (toereikende) grondslag voor de landelijke vrijstelling van de vos in de vorm van een Ministeriële regeling. Echter, die regelgeving blinkt niet uit in duidelijkheid. De Jagersverenigingen zijn van mening dat de minister aan zet is om de uitspraak eerst te duiden en vraagt de provincies terughoudend te zijn bij het opleggen van beperkingen.

Evenwichtige balans

Het stop zetten of beperken van predatorenbeheer heeft een desastreuze impact op het voortbestaan van kwetsbare diersoorten, zoals weidevogels en hamsters. Samen met andere stakeholders uit het veld, onderstreept de Jagersvereniging continu de noodzaak van faunabeheer bij de nieuwe regering in Den Haag en bij de provincies.

Daarnaast zal de Jagersvereniging de komende tijd de uitkomsten van het onderzoek ‘Dag- en nachttellingen’ van de Jagersvereniging in samenwerking met Bureau Waardenburg actief onder de aandacht brengen bij pers en politiek.




Jagersverenigingen bundelen krachten met betrokken partijen voor het faunabeheer in Nederland

Bron: Jagersvereniging

Faunabeheer verdient prioriteit en zorgvuldigheid minister

Met de recente commotie rondom landelijke vrijstellingen en ontheffingen, de eerder al ontstane omstreden aanmerking ‘gevoelig’ van haas en konijn op de Rode Lijst en een daaruit voortvloeiende Kamermotie, komen verschillende fundamentele vraagstukken rond het faunabeheer in Nederland bij elkaar. Daarbij komt nog het door de minister aangekondigde en binnenkort te verwachten onderzoek van de Wageningen University and Research (WUR) naar de staat van instandhouding van de vijf wildsoorten. De Jagersvereniging werkt voortdurend en intensief aan deze dossiers en zet dit ook kracht bij in samenwerking met gelijkgestemde partijen als FPG, NOJG en LTO Nederland.

De afgelopen weken heeft de Jagersvereniging al verschillende gesprekken gevoerd met betrokken ambtenaren op verschillende (overheids)niveaus, als het gaat om de staat van instandhouding van wildsoorten. Voor zover populaties zouden afnemen, wijzen onderzoeken herhaaldelijk uit dat de oorzaak niet wordt gevonden in jacht. Verbeteringen moeten daarom ook niet worden gezocht in beperking daarvan.

Integendeel, een dergelijk wegnemen van (wettelijk vastgelegde) verantwoordelijkheid en vertrouwen zou bepaald geen stimulerende werking hebben op het vele werk dat jagers (vrijwillig) verrichten rond biotoopverbetering, bescherming, tellingen, beperken van schade aan landbouw en infra, verkeersveiligheid en rond (signalering en voorkomen van) dierziekten.

Vanzelfsprekend willen de jagers hun kennis en kunde wel inzetten om de positie van de haas en andere soorten op de wildlijst te verbeteren. Dit is immers ook hun plicht, zoals vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Dit gaat hand in hand met het belang bij gezonde wildstanden in de velden waar jagers zorg voor dragen. Onder meer deze feiten en argumenten brengen wij consequent en proactief in. Daarbij benadrukken wij ook de samenhang die bestaat tussen nut en noodzaak en hoe faunabeheer is georganiseerd.

Vrijstelling van de vos
De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland die er afgelopen vrijdag voor heeft gezorgd dat de jacht op vossen in de provincie Utrecht op dit moment in zijn geheel niet is toegestaan, zorgt voor veel onrust. De Jagersvereniging plaatst enkele kritische kanttekeningen bij de uitspraak van de rechtbank. De Wet, het Besluit en de Regeling natuurbescherming bieden in principe namelijk wel degelijk een (toereikende) grondslag voor de landelijke vrijstelling van de vos in de vorm van een Ministeriële regeling. Echter, die regelgeving blinkt niet uit in duidelijkheid.

De Jagersverenigingen zijn van mening dat de minister aan zet is om de uitspraak eerst te duiden en vraagt de provincies terughoudend te zijn bij het opleggen van beperkingen. Niettemin hebben naast Utrecht ook Friesland en Gelderland in hun provincie de jacht op de vos stilgelegd. FBE Noord-Brabant adviseert haar leden geen uitvoering te geven aan de landelijke vrijstelling vos, totdat de minister duidelijkheid heeft verstrekt over de rechtszekerheid van deze uitvoering. Vanzelfsprekend heeft de Jagersvereniging ook op dit punt aan de bel getrokken bij het ministerie.

Aangezien het Faunabeheerplan in (onder meer) Utrecht niet alleen op punt van de vos is aangevochten door dierenactivisten, maar vrijwel op alle onderdelen, worden er ook en met wisselende uitkomsten rechterlijke uitspraken gedaan omtrent knobbelzwanen, zwijnen en reeën. De Jagersverenigingen zijn formeel geen partij in dergelijke processen tegen de provincie, maar uiteraard houden we u zo goed mogelijk op de hoogte. Houdt u hiertoe ook de berichtgeving van FBE’s en WBE’s goed in de gaten.

Evenwichtige balans
Het stop zetten of beperken van predatorenbeheer heeft een desastreuze impact op het voortbestaan van kwetsbare diersoorten, zoals weidevogels en hamsters. Samen met LTO, FPG en andere stakeholders uit het veld, wil de Jagersvereniging de noodzaak van faunabeheer in Den Haag en bij de provincies onderstrepen. Het uitkeren van forse schadevergoedingen en jagers beperken in het uitvoeren van hun plicht, helpen niet om een evenwichtige balans in het Nederlands natuurlandschap te creëren.

Naast actieve belangenbehartiging om diverse ambtelijke niveaus, zorgt de Jagersvereniging daarnaast voor wetenschappelijke onderbouwing van de argumentatie. Onderdeel daarvan is de uitdrukkelijke wens om een betrouwbare telmethode voor de haas en andere diersoorten te hanteren; passend bij de soort. Voor de haas betekent dit dat nachtzichttellingen onontbeerlijk zijn om te komen tot een betrouwbaar telresultaat. Het onderzoek ‘Dag- en nachttellingen’ van de Jagersvereniging, laat duidelijk zien dat hazen van dag actieve zoogdieren, steeds meer nachtactief lijken te zijn geworden. De Jagersvereniging zal de uitkomsten van dit onderzoek breed onder de aandacht brengen bij pers en politiek.




Schapenhouders Drenthe zijn klaar met wolf: ‘Het is een lustmoordenaar’

Bron: NOS

Enkele schapenhouders in Zuidwest-Drenthe overwegen hun kudde weg te doen omdat ze genoeg hebben van wolvenaanvallen. Vijf schapenhouders zijn de afgelopen maanden bij tientallen aanvallen gezamenlijk bijna zeventig schapen verloren, meldt RTV Drenthe.

Lammert Koeling zegt er moedeloos van te worden. Een wolf viel zijn kudde afgelopen weekend voor de zevende keer aan. “Toen ik zondagochtend in de wei kwam, zag ik dat hij de strot had doorgebeten van een schaap. Verder doet hij er niets mee. Hij eet er niet van”, zegt hij tegen de regionale omroep. Koeling spreekt van een lustmoordenaar.

Hij vraagt zich hardop af of hij maar moet stoppen met schapen houden. “Ik ben 73 jaar en heb al 50 jaar schapen. Ik heb dit nog als hobby.” Als voorlopige oplossing heeft hij zijn dieren 15 kilometer verderop gezet. Daar is de wolf nog niet geweest, zegt hij. “Ik hoop dat het goed gaat nu. Je gaat iedere morgen weer heen en vraagt je af: hoe zou het zijn vanochtend? Nu lopen ze hier. Maar dat geeft geen garantie.”

Wolfwerend raster

Koeling heeft de dieren achter twee stroomdraden gezet, maar dat is niet genoeg om een wolf tegen te houden. Volgens hem hebben andere schapenhouders wel een wolfwerend raster geplaatst en andere maatregelen genomen zoals een hond en een ezel bij de schapen. “En toch blijft de wolf toeslaan”, aldus Koeling.

Zijn zoon Erwin heeft meer dan duizend schapen, verdeeld over 23 percelen. Hij verloor acht schapen in de afgelopen paar maanden. Maar de dieren verplaatsen gaat niet zomaar omdat hij dan ook zijn wolfwerende hek moet verplaatsen en dat is kostbaar. “Ik krijg 20.000 euro subsidie voor mijn hek en dat lijkt veel, maar het is veel te weinig. De arbeid wordt niet vergoed. Mijn inkomsten stijgen niet. Het levert zo niets meer op.”

‘Ik zet ze op Marktplaats’

Ook de schapen van Stefan Worst zijn de afgelopen tijd zeven keer aangevallen. Bij de laatste aanval kwam een schaap om het leven en twee andere waren bijna dood. Uit frustratie zei hij tegen zijn vader dat hij zijn kudde op Marktplaats gaat zetten. Zijn vriendin plaatste een emotioneel bericht op Facebook. “Mijn vriend bleef aanval na aanval positief, hoopvol en op zoek naar oplossingen. Maar toch zag ik vandaag na de zevende aanval de radeloosheid toeslaan.”

Een schadevergoeding hebben de schapenhouders nog niet ontvangen, terwijl zij de aanvallen in oktober en november al hebben gemeld. Bij12, dat provincies ondersteunt met de uitvoering van wettelijke taken, erkent dat de termijn van zes weken niet altijd wordt gehaald. Dat komt omdat er regelmatig losse eindjes zijn in dossiers, zoals bij gewonde of vermiste dieren. En soms komt de factuur van een dierenarts of destructiebedrijf te laat binnen.

“We begrijpen de frustratie en vragen waarom dit zo lang moet duren, maar tegelijkertijd vraagt dit proces wel om nauwkeurigheid en zijn er veel verschillende schijven bij betrokken”, zegt een woordvoerder van Bij12.

‘Afschieten geen optie’

De provincie Drenthe heeft een wolvenconsulent aangesteld die schapenhouders advies gaat geven over preventieve maatregelen. Volgens de omroep begint die volgende maand. Wat er nu precies met de wolven moet gebeuren is niet helemaal duidelijk, maar volgens de gebiedscommissie is afschieten geen optie.

“Ik denk dat de grens pas is bereikt als de wolf heel gevaarlijk gedrag vertoont richting mensen of in de stedelijke omgeving gaat opereren. Dan kom je in de problemen. Maar op dit moment denk ik dat er binnen de wetgeving niks mogelijk is”, zegt een woordvoerder.

Geen prooidieren

Platform Wolven in Nederland erkent het probleem van de Drentse schapenhouders. “We zien dat de huidige situatie voor schapenhouders echt heel lastig is”, zegt een woordvoerder. “We moeten als maatschappij wennen aan het feit dat de wolf weer terug is. We zijn verleerd welke maatregelen we moeten nemen nu ze hier weer rondlopen.”

De woordvoerder ziet in dat er een acuut probleem is voor de houders van wie de dieren worden doodgebeten. Maar omdat de wolf een beschermd dier is, is er geen snelle makkelijke oplossing, zegt hij. “Zeker in Drenthe niet, omdat daar een beperkt aantal prooidieren leeft. Op de Veluwe lopen zwijnen en herten rond zodat de wolf gevarieerd kan eten. Je kunt je daarom afvragen of er zwijnen moeten worden toegelaten in Drenthe, maar dat is een politieke keuze.”




De Hoge Veluwe kraakt onderzoeksrapport ‘De wolf terug in Nederland’

Woensdag 02 februari 2022

De overheid maakt beleid ten aanzien van wolven en zegt zich hierbij te baseren op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. In het Interprovinciaal wolvenplan (IPO 2019) wordt het huidige beleid ten aanzien van de wolf beschreven. Met het voornemen om het huidige beleidsplan te herzien werd Wageningen Environmental Research gevraagd een onafhankelijk onderzoek te doen dat antwoord moest geven op 25 onderzoeksvragen die het toekomstige beleid zullen beïnvloeden. Deze factfinding study genaamd ‘De wolf terug in Nederland’ werd onlangs gepubliceerd.

Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe heeft grote bedenkingen bij het kader, de gebruikte rekenmethoden en de onafhankelijkheid van het rapport.

In de eerste plaats wordt in het rapport puur gekeken naar één enkel facet van natuur en landschap, zijnde de wolf. Dit terwijl beheer van soorten, habitats en landschappen vraagt om een integrale benadering van het ecosysteem. Beleid moet dan ook veel meer vanuit die brede kijk en visie worden opgesteld, anders ontstaat er een disbalans in het geheel. Dat is nu met de wolf, ondersteund door deze studie, ook aan de hand.

In de tweede plaats vraagt het Park zich af of er voldoende diepgravend onderzoek is gedaan naar onderliggende data, waarom slechts delen van geciteerde conclusies worden gebruikt en waarom verschillende (Europese) onderzoeken niet worden gebruikt.

Zo weerlegt het Park de stelling dat honden veel meer schade aan schapen toebrengen dan wolven. Onvergelijkbare onderzoeksmethodieken en twijfelachtige rekenmethoden die in het onderzoek worden gebruikt bepalen de in het rapport herhaalde stelling dat jaarlijks 4.000 tot 13.000 schapen ten prooi vallen aan honden en vossen en dat schade door wolven daarmee vergeleken verwaarloosbaar is. Het Park rekent op basis van de gebruikte data echter voor dat als 1 wolf 15 schapen doodt daar meer dan 6.000 honden voor nodig zijn.

Ten laatste, en wellicht het meest zorgwekkend, worden de objectiviteit en de onafhankelijkheid van het rapport in twijfel getrokken. Zo is het rapport geschreven door uitgesproken voorstanders van de aanwezigheid van de wolf in Nederland. Daarnaast werd het rapport niet door een onafhankelijk wetenschappelijk expert gecontroleerd, maar door een directe collega van de hoofdauteur. Het zorgt voor een situatie waarin de slager zijn eigen vlees keurt en heeft daarmee een hoog WC- eend-gehalte.

Haar bedenkingen aangaande het rapport heeft de directie van het Park gedeeld met de betrokken opdrachtgevers met daarbij de oproep om de discussie over het nieuw te vormen wolvenbeleid breder te voeren en om een nieuw integraal onderzoek te laten doen door onbevooroordeelde buitenlandse wetenschappers met ruime ervaring met wolven.

Het is voor Het Nationale Park De Hoge Veluwe van groot belang dat beleid stoelt op een afweging van alle (natuur)belangen. Een integrale landschaps- en ecosysteembenadering waarvan de wolf onderdeel uitmaakt, is daarbij essentieel. Het Park is van mening dat het rapport ‘De wolf terug in Nederland’ niet zelfstandig in die missie kan slagen en dus niet zonder inachtneming van de overige betrokken belangen aan het beleid ten grondslag kan worden gelegd. 

In de bijlagen bij dit persbericht treft u de brief met titel ‘brief rapport wolf terug in Nederland’ die naar de opdrachtgevers werd gestuurd en de weerlegging van de stelling dat circa 4.000 – 13.000 schapen ten prooi vallen aan honden en vossen.

Brief rapport “De wolf terug in Nederland”

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download

Bijlage weerlegging van de stelling dat circa 4.000 tot 13.000 schapen ten prooi vallen aan honden en vossen

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Nieuwe Jachthuurovereenkomst Provinciegronden Limburg

Nieuwsbericht Jagersvereniging afdeling Limburg 

De Jagersvereniging afdeling Limburg heeft na een goed gesprek met gedeputeerde Gabriëls kunnen bereiken dat de jachthuurovereenkomsten voor de meeste gronden, die eigendom zijn van de provincie weer voor 6 jaren worden verlengd. Deze verlenging was noodzakelijk omdat de oude huurovereenkomsten afliepen op 31 december jl. waardoor delen van jachtvelden onbejaagbaar zouden kunnen worden voor jacht beheer en schadebestrijding met het geweer.

Na een tweetal verlengingen heeft de provincie nu besloten om de aflopende jachthuurovereenkomsten niet opnieuw te verlengen per 1 februari, maar deze te vervangen door een nieuwe Jachthuurovereenkomst. “jacht op afroep”

Conform de nieuwe jachthuurovereenkomst “jacht-op-afroep” kan ieder perceel van de provincie Limburg meegeteld worden voor het aantal hectares en de benodigde cirkels in een jachtveld. De provincie heeft hiervoor een beslisboom gemaakt, waarop de provincie Limburg een afweging kan maken om “jacht-op-afroep” wel of niet toe te kennen.

Om de afgesproken werkwijze met de provincie in de praktijk werkbaar te houden is het erg belangrijk dat de jacht op afroep alleen wordt ingeroepen voor die percelen waar jagers tijdens het jachtseizoen DAADWERKELIJK een haas, een fazant of een wilde eend verwachten te kunnen schieten.

Alle overige afschot – van ontheffingen tot de landelijke vrijstelling – is immers al op basis van de huidige overeenkomst toegestaan. Om dit maatwerk te kunnen leveren is het van groot belang dat niet de WBE die selectie maakt, maar de individuele jager voor zijn jachtveld. Immers, alleen HIJ weet waar tijdens het””jachtseizoen de drie te bejagen wildsoorten daadwerkelijk verwacht kunnen worden.

De meeste WBE’s hebben inmiddels de nieuw aangeboden huurovereenkomst ondertekend ingeleverd. Deze zijn inmiddels ook al doorgezonden naar de provincie voor ondertekening.

Indien de WBE nog niet in de gelegenheid is geweest om de nieuwe huurovereenkomst met de provincie te verlengen betekent dit voor u, als jachthouder in Limburg dat u ná 31 januari niet meer deze gronden met een geweer mag betreden in het kader van jacht, beheer en schadebestrijding omdat u dan de Wet natuurbescherming overtreedt hetgeen tot intrekking van uw jachtakte kan leiden.

Inmiddels hebben al 21  van de 31 WBE’s ondertekend en ingeleverd (stand 30 januari 2022).

Uw WBE kan u berichten wanneer zij weer over een nieuwe huurovereenkomst op de provinciale gronden beschikt.




Provinciale Staten Flevoland wil splisting Wbe Flevoland in 3 aparte Wbe’s

 

Jagers tegen opdelen Wildbeheereenheid Flevoland

De Wildbeheereenheid Flevoland dient te worden opgesplitst in drie aparte wildbeheereenheden dit is woensdagavond besloten tijdens een vergadering van Provinciale Staten.

Een groot deel van de leden van de WBE is tegen het voorstel en overweegt nu juridische stappen.

De Wildbeheereenheid (WBE) Flevoland ziet geen meerwaarde in het opsplitsen van hun vereniging in drie aparte eenheden. Als provincie Flevoland het plan toch doorzet, stapt het verenigingsbestuur naar de rechter.

Dat zegt WBE-voorzitter Henk Suelmann voorafgaand aan een debat over de mogelijke opdeling komende woensdag in Provinciale Staten. Provincie Flevoland stelt dat de opdeling in drie WBE’s, voor de Noordoostpolder en Oostelijk en Zuidelijk Flevoland, het verlenen van ontheffingen makkelijker maakt. Die zijn dan beter toe te spitsen op de lokale situatie.

Volgens Suelmann maakt een opsplitsing het werk van de aangesloten jagers in Flevoland er alleen maar lastiger op. ‘Je moet een goed functionerende vereniging niet willen opdelen, 95 procent van onze leden steunt ons daarin. Een voetbalvereniging wordt er ook niet beter op als je die in drieën opdeelt.’

Persoonlijke opvattingen

In Suelmanns ogen is er geen wettelijke aanleiding, maar spelen eerder persoonlijke opvattingen een rol. ‘Een overheid mag volgens de juristen die wij raadpleegden ook niet ingrijpen in een privaatrechtelijke vereniging, zeker als daar wettelijk geen aanleiding voor is.’

LTO Noord Flevoland stelt zich neutraal op in het conflict. ‘Zo lang het bestrijden van wildschade er maar niet onder lijdt’, zegt voorzitter Arnold Michielsen.