Landschapsgebruik van wild verandert door de komst van de wolf

In 2015 keerde de wolf terug in Nederland. ARK Rewilding Nederland, de Zoogdiervereniging en Faunabeheereenheid Gelderland bespraken onlangs hoe het mogelijk is om het natuur- en faunabeheer op de Veluwe te laten meegroeien met de aanwezigheid van wolven.

 

Het landschapsgebruik van wild verandert als gevolg van de komst van de wolf. De mens is niet langer als enige van invloed op de aantallen zwijnen en herten. De meeste wolven leven in natuurgebieden en jagen op daar levende herten, reeën, zwijnen en kleiner wild zoals hazen. 

Ecologen, natuurbeheerders en wildbeheerders menen de invloed te zien van wolven op gedrag en aantallen van herten, zwijnen en reeën. Naast sterfte door afschot en incidenten zoals aanrijdingen, is er predatie door wolven bij gekomen. Iets om in het wildbeheer rekening mee te houden.

Hoe de interactie tussen wolf, aas en aaseters precies zit, moeten de komende jaren in kaart worden gebracht. Wanneer meer bekend is over de voedselbehoefte van wolven in het Nederlandse landschap, kan ook in relatie tot het beheer worden ingeschat of en zo ja hoeveel er in het faunabeheer rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van wolven. 

Er zijn ook juridische randvoorwaarden voor faunabeheer die voortvloeien uit de beschermde status van de wolf. Als gevolg van de strikte bescherming is onder meer het ‘opzettelijk verstoren’ van wolven verboden, en zijn overheden verplicht actief ‘instandhoudingsmaatregelen’ voor wolven te treffen.

 

Zie ook voor meer informatie: ARK Rewilding Nederland, 21/02/2023

 




De Faunadrone met de allernieuwste software, speciaal ontwikkeld om reekalfjes op te sporen

Wij vernamen zojuist, dat de leverancier van de Faunadrone ook op de jachtbeurs Jagd und Hund in Dortmund staat met de allernieuwste software, speciaal ontwikkeld om reekalfjes op te sporen. Dankzij deze ontwikkelde software, kunnen ook jagers/dronepiloten, (net als de veldwerkers van de weidevogelgroepen) op een zeer snelle en effectieve manier de coördinaten van de gevonden reekalfjes direct door sturen naar de mobiele telefoon van de collega jagers. De unieke software is ontwikkelde als gevolg van jarenlange ervaringen met de ontwikkeling van de Faunadrone, waar onze Vogelwerkgroep Geesteren al jaren mee vliegt en maakt het mogelijk, dat er veel meer terrein kan worden gescand en een veel korte tijd.

Deze software is uniek in de wereld. Voor onze Vogelwerkgroep betekend dit, dat wij nu 5x zoveel terrein kunnen vliegen, heel bijzonder.

Zie ook www.robor-nature.eu.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Ronde tafel gesprek met Tweede Kamer over jacht; Ecologen in Tweede Kamer: ‘Baseer jachtbeleid op goede cijfers’

 

De cijfers waarop het besluit is genomen om de jacht op de haas en het konijn te verbieden, zijn onbetrouwbaar. Dat betoogden Paul de Vos, namens de Wildbeheereenheid, en ecoloog Wim Knol, tijdens een hoorzitting over de jacht in de Tweede Kamer.

„De cijfers komen van de vrijwilligers van Sovon“, stelde De Vos. „Op landelijk niveau zijn die wel betrouwbaar, maar op provinciaal niveau niet.“ In veel provincies zijn de steekproeven te klein om valide te zijn, betoogde hij, en bovendien telt Sovon juist niet in de gebieden waar veel hazen voorkomen.

„Onbetrouwbare tellingen leiden tot onbetrouwbare trends“, voegde Knol daaraan toe. Hij wees erop dat de Sovon-vrijwilligers vooral overdag tellen, en hazen en konijnen als ‘bijvangst’ meenemen in de vogeltellingen waar ze in de eerste plaats het veld voor ingaan. Maar die hazen en konijnen zijn avond- en nachtdieren, die tevoorschijn komen wanneer de vrijwilligers alweer thuis zitten.

Knol pleitte ervoor om de tellingen van wildbeheereenheden ook mee te nemen. „Die tellen in 90 procent van het land, Sovon maar in één procent“, stelde hij. Bovendien tellen die ook ’s avonds, volgens gestandaardiseerde protocollen, en met behulp van apparatuur als infraroodcamera’s, die Sovon niet gebruikt.

Op een vraag waarom het CBS die tellingen dan niet meeneemt, gaf Knol een antwoord. „Daar heeft ze geen opdracht voor gekregen“, vertelde die. „De regering heeft het CBS opgedragen om de Sovon-tellingen te gebruiken“, stelde hij, „maar niet om ook andere data mee te nemen.“

De eerste ronde van het gesprek was zo nogal eenzijdig. Een spreker van Sovon (met de toepasselijke naam Rob Vogel) zou ook deelnemen, maar kon er niet op tijd zijn vanwege een treinstoring.

Michiel Houtzagers, bestuurder bij het Zuid-Hollands Landschap, wees erop dat Nederland een cultuurlandschap is, en geen natuurlandschap dat zichzelf onderhoudt. „In een cultuurlandschap moet je ingrepen doen om het in stand te houden“, zei hij, „en het beheren van de wildstand hoort daarbij.“ Hij sloot zich impliciet aan bij de sprekers uit de eerste ronde, en stelde dat voor een goed beheer goede data nodig zijn. „Dat zijn niet enkel de cijfers“, stelde hij, „maar ook wat je daaruit kunt afleiden.“

Wildlijst

Bestuurslid van Animal Rights Noor Evertsen en advocaat Marco van Duin hadden weinig boodschap aan de validiteit van de tellingen. Zij wezen op de Natuurbeschermingswet, die zegt dat er geen dieren mogen worden bejaagd als de stand van de instandhouding in het geding is. Op het moment staan er vijf soorten wild op de wildlijst – haas, konijn, fazant, houtduif en wilde eend – (en die mogen dus bejaagd worden), maar Van Duin stelde dat rapporten van de WUR en van Sovon aantoonden dat de staat van instandhouding van al deze vijf dieren slecht is. En volgens hem zou de wetgever de jacht op deze dieren dus moeten verbieden.

Willem Schimmelpenninck van Oijen, directeur van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, wees erop dat Van Duin de criteria van de Habitatrichtlijn en de definitie van de Natuurbeschermingswet door elkaar haalde. De criteria die Van Duin had genoemd over de staat van instandhouding staan in de Habitatrichtlijn, maar de Natuurbeschermingswet gaat daar niet van uit. Bovendien wees hij op een uitspraak van de Raad van State, die had geoordeeld dat een daling van de omvang van een populatie op zich niets zegt over de staat van instandhouding van een soort.

Wildschade

LTO-bestuurder Arnold Michielsen wees tenslotte op de schade die wild toebrengt. „In 2021 was de toegekende schade 37 miljoen euro“ vertelde hij de Kamer. „Dat is 6 miljoen euro meer dan in 2020, en toen was de schade ook al 6 miljoen hoger dan in 2019.“ Die schade blijft maar toenemen, wilde hij zeggen. „En bovendien is dat enkel de toegekende schade. De werkelijke schade is, volgens een berekening van het CLM, ruwweg vier keer zo groot.“

Het voorkómen van wildschade zou niet de taak van een ondernemer moeten zijn, vond hij. En bij de aanleg van nieuwe natuur zou tegelijk moeten worden bekeken hoe de door wild veroorzaakte schade vanuit die nieuwe natuur beheerst kan worden. „Dat gebeurt nog veel te weinig.“




Hazenjacht blijft gesloten in Utrecht, Limburg en Groningen

Bodemprocedure nodig voor definitief oordeel

De  dit seizoen te sluiten wordt doorgezet. Dat is het oordeel van de voorzieningenrechter van het kort geding dat 10 oktober jl. plaatsvond. De Jagersvereniging, NOJG en FPG en de andere betrokken partijen constateren dat het nodig is om dit onderwerp nu voor te leggen aan de bodemrechter die een meer kritische toets hanteert dan de voorzieningenrechter.

Het tegenvallende resultaat werkt niet door in de positie van de Jagersvereniging, NOJG, FPG en andere betrokken partijen in de bodemprocedure tegen de Staat. De bodemprocedure wordt op korte termijn opgestart. Hierin wordt de beslissing om de jacht op het haas en konijn te sluiten en de gronden waarop dit is gebeurd aangevochten. In deze procedure wordt de rechter verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode, die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van haas en konijn. Deze uitspraak is van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

Complex
De door de jagersverenigingen aangestelde advocaten hielden al rekening met een teleurstellende uitspraak in het kort geding. Dit omdat de gehanteerde methodiek en beoordeling van de staat van instandhouding, complexe zaken zijn voor een voorzieningenrechter om op een korte termijn uitspraak over te doen. Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib: “Deze uitspraak is een opstap naar de bodemprocedure waar drie rechters de besluitvorming van de overheid indringender zullen toetsen. De betrokken Jagersvereniging NOJG en FPG zien deze procedure met meer vertrouwen tegemoet, daar daarin wel de gehele besluitvorming en en waarop deze is gebaseerd wordt uitgezocht. het kan immers niet dat een overheid op onjuiste gegevens besluiten neemt.




Uiterlijk 20 oktober uitspraak voorzieningsrechter jacht, haas in de provincies Limburg, Utrecht en Groningen

 

Het kort geding dat de NOJG en de Jagersvereniging met onder meer de FPG tegen de Staat hebben aangespannen om een ontheffing te vragen op het ministeriële besluit om het jachtseizoen op de haas in drie provincies dit jachtseizoen (2022/2023) te sluiten, diende vandaag in de rechtbank van Den Haag.

‘Dit kort geding is echter een opstap, naar de hierop volgende bodemprocedure waar zij ook de beslissing aan om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is heeft plaats gevonden. Zij zien de uitspraak van de voorzieningenrechter met vertrouwen tegemoet.’

Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib van de Jagersverenigingen waren helder in hun pleitnota. De hazenstand is sinds de jaren ’60 alleen teruggelopen door de intensivering van de landbouw en toegenomen bebouwing en infrastructuur. Maar juist niet op de velden waarop wordt gejaagd. Bovendien is de afgelopen twintig jaar de trend van de hazenstand stabiel. Welk nut dient het dan de jacht op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Internationaal erkende wetenschappers
Bij de voorbereiding van het kort geding hadden de Jagersvereniging, Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Wildbeheereenheid Roerstreek en hun respectievelijke leden, niets aan het toeval overgelaten. Zij zijn bij internationaal erkende wetenschappers gespecialiseerd in hazenpopulaties te rade gegaan om de onderzoeken van Wageningen Environmental Research (WEnR) naar de staat van instandhouding van de haas en het konijn tegen het licht te houden.

Deze wetenschappers kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat bij de bewerking van de aangeleverde cijfers discutabele keuzes gemaakt zijn rond gebruikte data en referentiejaren. Bovendien ligt er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag. De conclusie is dat de staat van instandhouding van zowel de haas als het konijn in het geheel niet in het geding is.

Ali al Khatib: ‘We hebben te maken met een politieke wens om niet op hazen te jagen, die in een motie is opgenomen. Om deze motie ten uitvoer te brengen moet de minister de Wet natuurbeheer wijzigen. Dit is niet gebeurd. De minister heeft deze ingrijpende beslissing willen omzeilen door een aparte regeling te treffen. De voorgestelde regeling doet echter geen recht aan de situatie van de haas in Nederland, waarvan de staat van instandhouding in het geheel niet in het geding is. Er is dan ook geen enkele reden voor deze ongegronde beperking van de jacht.’

Bodemprocedure
In de bodemprocedure zal een rechter ten gronde toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is, ook voor wat betreft het konijn. De rechter wordt aan het einde van dit proces verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

De voorzieningenrechter doet uiterlijk 20 oktober uitspraak in dit kort geding.




De Jagersvereninging, NOJG, FPG en Wbe de Roerstreek vragen in kort geding om een voorlopige voorziening voor opening jacht op haas

Hazen

Het jachtseizoenen van de haas staat voor de deur. Daarom hebben de Jagersvereniging, NOJG, FPG en Wbe de Roerstreek besloten om via een kort geding om een voorlopige voorziening te vragen. Dit kort geding vindt plaats op 10 oktober en zou er voor moeten zorgen dat de jacht op de haas in ieder geval toegestaan blijft. In een bodemprocedure tegen de Staat vecht de NOJG en de Jagersvereniging daarnaast samen met de FPG en Wbe de Roerstreek, het totale besluit van de minister voor Natuur en Stikstof aan om de jacht op haas in drie provincies en konijn landelijk voorlopig te sluiten.

Op 14 april 2022 kondigde de minister aan voornemens te zijn de jacht op de haas in de provincies Groningen, Limburg en Utrecht, en op het konijn in alle provincies, voor het komend seizoen (2022/2023) niet te openen. Op 28 april 2022 heeft de minister het ontwerp voor de daarmee gepaarde gaande wijziging van de Regeling natuurbescherming gepubliceerd in het kader van een internetconsultatie. In totaal zijn 3801 zienswijzen ingediend waarbij partijen ook meerdere zienswijzen hebben ingediend. In deze zienswijzen is de minister verzocht dringend af te zien van het voornemen de jacht op de haas en het konijn te beperken, onder meer vanwege de constatering dat dit voornemen verschillende (inter)nationale rechtsnormen en – beginselen zou schenden. Toch is de wijziging van de Regeling natuurbescherming op 29 juli 2022 in werking getreden. Daarmee is sprake van een niet gerechtvaardigde inbreuk op de rechten van partijen.

De Jagersverenigingen zijn zeer ontstemd over het besluit van de minister en gaan samen met de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), en de Wildbeheereenheid Roerstreek en hun respectievelijke leden, een kort geding en een bodemprocedure voeren tegen de Nederlandse Staat.

Staat van instandhouding

Het besluit van de minister is mede tot stand gekomen op basis van een onderzoek van Wageningen Environmental Research (WEnR) naar de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Anders dan de Universiteit Wageningen heeft gerapporteerd, is de staat van instandhouding van deze twee diersoorten in het geheel niet in het geding. De Jagersvereniging heeft al eerder zeer duidelijk aangegeven dat er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag ligt. Ook zijn discutabele keuzes gemaakt rond gebruikte data en referentiejaren.

Onjuiste aannames

Het besluit van de minister berust op onjuiste aannames over de staat van de instandhouding van de haas en het konijn en het hanteren van een onjuiste beoordelingsmethode. Daarom heeft de Jagersvereniging besloten om een kort geding te starten vanwege het niet openen van de jacht op de haas en een bodemprocedure tegen de Nederlandse Staat te voeren. In de bodemprocedure zal een rechter toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is, ook voor wat betreft het konijn. De rechter wordt verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

Datum kort geding

Het kort geding zal plaatsvinden op 10 oktober 2022 om 09:00 uur. Wij houden u via de nieuwsbrief en de website op de hoogte over de voortgang van de procedure.




Beide Jagersverenigen, FPG en Wbe de Roerstreek sommeren MInister in een brief om de wijziging Regeling Natuurbescherming in te trekken

 

NOJG logo Logo FPG

 

Namens de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (Jagersvereniging), de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Wildbeheereenheid Roerstreek (WBE Roerstreek) heeft Stibbe Advocaten een brief gestuurd aan de Minister voor Natuur en Stikstof.

Hierin sommeren genoemde partijen de minister dringend, om de vorige week door haar bekendgemaakte wijziging van de Regeling natuurbescherming (“Rnb”) in te trekken dan wel niet toe te passen, zodat de jacht op het konijn en de haas op normale wijze geopend kan worden op 15 augustus respectievelijk 15 oktober.

De wijziging van de Rnb stuit in meerdere opzichten op zwaarwegende bezwaren. Zo is dit besluit gebaseerd op een onderzoek waaraan serieuze gebreken kleven, waaronder het gebruik van een duidelijk onjuiste en ongeschikte beoordelingswijze van de staat van instandhouding van hazen en konijnen. Daarmee ontbreekt een feitelijke en juridische grondslag om de jacht op deze wildsoorten te beperken.

Hier komt bij dat de regeling een inbreuk is op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Bezwaarlijk is ook dat de minister pas zeer kort dag (twee weken voor de start van het jachtseizoen) met het besluit is gekomen, terwijl richting de Tweede Kamer en betrokkenen telkens de verwachting is gewekt en uitgesproken, dat ruim voor het jachtseizoen duidelijkheid zou worden geboden.

Door middel van de gestuurde sommatiebrief wordt de minister in de gelegenheid gesteld om haar besluit in te trekken. Blijft de komende twee weken een positieve reactie uit dan zijn de organisaties genoodzaakt om juridische procedures te starten.




Minister besluit om jachtseizoen haas en konijn te beperken en bodemprocedure en kort geding Jagersverenigingen.

Hazen
Jagersverenigingen starten bodemprocedure en kort geding

De minister voor Natuur & Stikstof heeft een definitief besluit genomen over het jachtseizoen 2022/2023. Aankomend jachtseizoen zal de jacht op konijn niet geopend worden. In de provincies Groningen, Limburg en Utrecht geldt dat hetzelfde voor het haas. De Jagersverenigingen zijn zeer ontstemd over dit besluit en gaat een bodemprocedure voeren tegen de Nederlandse Staat. Daarnaast zal er ook een kort geding worden aangespannen waarin wordt gevorderd dat het besluit van de minister wordt opgeschort.

Het besluit van de minister is mede tot stand gekomen op basis van een onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) naar de staat van instandhouding van haas en konijn. Anders dan de Universiteit Wageningen heeft gerapporteerd, is de staat van instandhouding van deze twee diersoorten in het geheel niet in het geding. De Jagersverenigingen hebben al eerder zeer duidelijk aangegeven dat er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag ligt. Ook zijn discutabele keuzes gemaakt rond gebruikte data en referentiejaren. De Jagersverenigingen zijn erg teleurgesteld dat ondanks de internetconsultatie en de gesprekken met ambtenaren en beleidsmedewerkers, de minister toch het besluit heeft genomen om de jachtseizoenen voor haas en konijn te beperken. De internetconsultatie heeft ruim 3. 800 reacties opgeleverd. De Jagersverenigingen ervaren dit als een enorme steun in de rug. Al deze reacties op de internetconsultatie bevatten inhoudelijke bezwaarpunten vanuit verschillende hoeken. De Jagersverenigingen achten het dan ook onbestaanbaar dat de minister stelt dat dit geen nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Naast de inhoudelijke kritiek is de minister haar belofte om het besluit ruim voor jachtseizoen bekend te maken aan de Tweede Kamer niet nagekomen. Evenals de juridische stappen zal de Jagersverenigingen richting de Tweede Kamer het onzorgvuldige proces verder aan de kaak stellen.

Bodemprocedure
Het besluit van de minister berust op onjuiste aannames over de staat van de instandhouding van de haas en het konijn en het hanteren van een onjuiste beoordelingsmethode. Daarom heeft de Jagersvereniging besloten om een bodemprocedure tegen de Nederlandse Staat te voeren. Er wordt met FPG, LTO en NOJG overleg gevoerd om de procedure samen met deze organisaties te voeren. In de bodemprocedure zal een rechter toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is. De rechter worden verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van haas en konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

Kort geding
De jachtseizoenen van haas en konijn breken al spoedig aan. Daarom heeft de Jagersvereniging ook besloten om via een kort geding om een voorlopige voorziening te vragen. Dit zou er voor moeten zorgen dat de jacht op haas en konijn in ieder geval toegestaan blijft totdat er een oordeel is in de bodemprocedure.

‘Besluit minister onrechtmatig en onnodig’
De Jagersvereniging is van mening dat het besluit van de minister onrechtmatig en onnodig is. Willem Schimmelpenninck van der Oije: ‘Het besluit van de minister is gebaseerd op zeer beperkte en onjuiste gegevens. Deze gegevens geven een vertekend beeld en stroken niet met de werkelijkheid. Daarnaast stelt de minister zelf dat de jacht geen drukfactor van belang is. Dit maakt dat het besluit van de minister niet alleen onrechtmatig is, maar ook zeer onnodig’.

Schadebestrijding blijft mogelijk
Het besluit van de minister om de jacht op het konijn niet te openen per 15 augustus heeft vooralsnog geen gevolgen voor de schadebestrijding. Op grond van de landelijke vrijstellingslijst blijft het mogelijk om schadebestrijding op konijnen uit te voeren. Datzelfde geldt voor het haas daar waar er sprake is van een provinciale ontheffing.


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Lage kuikenoverleving zorgt voor afname van wilde eenden in Nederland

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Onderzoekers van Sovon Vogelonderzoek, Radboud Universiteit en het Vogeltrekstation komen op basis van een analyse van vier verschillende datasets verzameld door burgerwetenschappers tot de conclusie dat een hoge kuikensterfte de belangrijkste oorzaak is voor de achteruitgang van het aantal wilde eenden in Nederland. Zij publiceren over het onderzoek in Ornithological Applications.

Nederland huisvest met een geschat aantal broedparen tussen de 180.000 en 280.000 de grootste populatie wilde eenden in Europa. Toch zijn de aantallen met circa 30% afgenomen sinds 1990, een ontwikkeling die in omliggende landen niet zichtbaar is. Om de oorzaak te achterhalen hebben onderzoekers van Sovon Vogelonderzoek, Radboud Universiteit en het Vogeltrekstation een geïntegreerd populatiemodel ontwikkeld.

De onderzoekers gebruiken een rekenmethode waar alle variabelen in worden verwerkt die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van de aantallen, zoals aantallen broedvogels, legselgrootte, uitkomstsucces van de eieren en sterfte van jonge en volwassen vogels. Van de meeste variabelen in het populatiemodel zijn gegevens beschikbaar over vele jaren.

De ontwikkelingen in aantallen zijn afkomstig van broedvogelmonitoring, legselgrootte en nestsucces worden bepaald met nestonderzoek en overleving van volwassen vogels blijkt uit terugmeldingen van geringde vogels. Voor inzicht in de overleving van de kuikens deden vrijwilligers gedurende een aantal jaren tellingen met een mobiele applicatie.

Met name de kuikenoverleving blijkt in de afgelopen decennia gedaald. Op basis van historische gegevens lijkt het erop dat deze overleving is gehalveerd ten opzichte van de jaren 50 van de vorige eeuw. Ook in vergelijking met andere landen waar de populaties wilde eenden wel stabiel zijn, is de Nederlandse kuikenoverleving laag. Doorrekeningen met het populatiemodel bevestigen dat de kuikenoverleving bepalend is voor de ontwikkeling van de aantallen van de wilde eend in Nederland. Geen van de andere variabelen kon de afname van het aantallen verklaren.

Meer informatie is te vinden in de publicatie ‘Integrated population modeling identifies low duckling survival as a key driver of decline in a European population of the Mallard‘ in Ornithological Applications.

 




Doe mee aan de internationale handtekeningenactie FACE tegen jacht beperkingen in Europa door EU

Niet alleen in Nederland liggen er voorstellen om de jacht te beperken, maar nu ook in Brussel worden voorstellen voorbereidt, die de jacht op Europees niveau beperkt. De overkoepelende internationale jagersvereniging FACE probeert nu door middel van een internationale handtekeningenactie de plannen in Brussel van tafel te krijgen. Het gaat om de volgende maatregelen:

  • Brussel beperkt jacht op trekvogels (bijv. Turkse tortel)
  • Brussel belemmert wolvenbeheer in Europese landen (of andere grote carnivoren)
  • Brussel probeert de jacht op 10% van het EU grondgebied te verbieden.
  • Brussel voert slecht uitvoerbare wetten in voor jagers.
  • Brussel verbiedt alle regionale jachtactiviteiten in Europa

Het is dus erg belangrijk dat nu ook weer zoveel mogelijk jagers in Nederland en de ons omringende landen hun handtekening zetten tegen het beperken van de jacht. In Groot-Brittannië zijn al meer dan 10.000 reacties opgehaald. De NOJG deelt net als de Jagersvereniging de zorgen van FACE en roept alle leden op de bijgevoegde handtekeningformulier in te vullen. Het doel van FACE is om 1 miljoen handtekeningen in te zamelen binnen alle leden in Europa.




De Jagersverenigingen willen hun leden bedanken voor de reacties op de internet consultaties wildsoorten

Er zijn meer dan 3200 reacties geweest op de internetconsultatie wildsoorten op het voorstel van de minister van de Wal van natuur en Stikstof, om het konijn landelijk niet te openen en de haas voor 3 provincies. De NOJG en ook de Jagersvereniging zijn verheugd te zien dat er zoveel gefundeerde reacties zijn geweest door jachthouders, wildbeheereenheden en jachtaktehouders en dat hierdoor ook veel gebiedsgericht informatie is verstrekt. Hieruit blijkt dat ze de minister vragen af te zien van beslissingen, die op omstreden onjuiste data dreigen genomen te worden. Zij willen al hun leden hiervoor bedanken. Voor zover er sprake is van een actuele dalende populatietrend is ook al meermaals en onomstreden aangetoond dat die niet is toe schrijven aan de jacht!

Uit deze ingediende kritische en uitgebreid onderbouwde zienswijzen, blijkt dat de actuele stand van de haas stabiel is en konijn en vinden de meesten dat er verkeerde methoden en referentiejaren zijn gebruikt waarop de staat van instandhouding van de haas en konijn zijn bepaald en worden de theoretische regels van de Habitatrichtlijn die niet van toepassing zijn op de wildsoorten door de WUR gebruikt. Dat is anders dan voor soorten van de Europese Habitatrichtlijn.

Behandeling jachtdossier waarschijnlijk pas na zomerreces Tweede Kamer

Naar het zich laat aanzien zal de Tweede Kamer zich pas na het zomerreces buigen over het jachtdossier. Op 6 oktober staat een commissiedebat Natuur gepland, waaronder ook dit onderwerp valt. Naar verluidt wil de Kamer enkele weken daarvoor een rondetafelgesprek over jacht organiseren. Tijdens deze twee activiteiten zouden Kamerleden en stakeholders in de gelegenheid gesteld moeten worden verdere inzichten bij te dragen aan het vraagstuk. Ook dit pleit ervoor dat de minister nu geen overhaaste beslissingen neemt, maar de noodzakelijke input betrekt bij haar overwegingen.




Federatie Particulier Grondbezit ( FPG) ontstemd over inperking jacht haas en konijn

Logo FPG

 

 

 

Minister Van der Wal-Zeggelink heeft besloten het jachtseizoen 2022/2023 voor het konijn landelijk niet te openen. En voor het haas wordt hetzelfde voorgesteld voor de provincies: Groningen, Utrecht en Limburg. Dit heeft de Minister voor Natuur en Stikstof op 14 april bekend gemaakt via een kamerbrief.  Dit besluit is genomen op basis van twee rapporten over de staat van instandhouding door de WUR en SOVON. De FPG is zeer ontstemd over het voorgenomen besluit. Voor schadebestrijding, fauna- en natuurbeheer blijft jacht van groot belang. Op de onderliggende onderzoeken en argumentatie is dan ook het nodige af te dingen. Het sluiten van de jacht is daarnaast een principiële inperking van het eigendomsrecht.

In de Kamerbrief geeft de Minister ook aan dat op basis van het onderzoek het jachtseizoen 2022/2023 wordt geopend voor de Fazant, Houtduif en Wilde Eend, maar volgend jaar dit wordt herbekeken met inachtneming van de provinciale trends. FPG blijft het gesprek met het ministerie en de Tweede Kamer aangaan om het belang van jacht voor goed faunabeheer te benadrukken, samen met de Jagersvereniging, NOJG en LTO.

Argumentatie voor sluiten jacht onduidelijk

De minister geeft aan dat uit de onderzoeken blijkt dat de jacht op alle wildsoorten niet of maar beperkt bijdraagt aan de ongunstige staat van instandhouding. Voor de achteruitgang van de soort liggen andere oorzaken aan ten grondslag. Over de staat van instandhouding (SvI) bestaat discussie. In de onderzoeken wordt de SvI van de Habitat- en Vogelrichtlijn toegepast, terwijl de Wet natuurbescherming andere beoordelingscriteria hanteert voor de SvI. De minister geeft dan ook aan dat het sluiten van de jacht op het haas en konijn niet of heel beperkt bijdragen aan het herstel van deze soorten. En dat de jacht juist kansen biedt om de achteruitgang van de populaties tegen te gaan. Immers eigenaren, pachters en jagers werken gezamenlijk aan het landschap en de soorten die hier leven. Het is de FPG en andere partijen dan ook onduidelijk waarom de minister met dit voorgenomen besluit komt.

Schade aan natuur en economie wordt erkend, nader onderzoek volgt

Het sluiten van de jacht zal een grote impact hebben op faunabeheer, schadebestrijding en natuurbeheer. De minister en de provincies geven aan zich hierover zorgen te maken. Zij streeft dan ook naar een gebiedsgerichte aanpak voor de deze thema’s. Hier wil zij het komend jaar aan werken samen met de provincies en stakeholders. Dit geldt ook voor de telprotocollen en de dataverzameling. Ten slotte zal in kaart worden gebracht wat de maatschappelijke en financiële impact van het niet openen van jacht is.

Internetconsultatie

Om het voorgenomen besluit van de minister in te voeren is een wijziging van de Regeling natuurbescherming nodig. Het ontwerp van deze wijziging wordt binnenkort gepubliceerd voor internetconsultatie. FPG voert overleg met haar partners over een reactie op het voorgenomen besluit van minister Van der Wal – Zeggelink. U kan ook een zienswijze indienen wanneer de internetconsultatie open staat. U wordt geïnformeerd op het moment dat de internetconsultatie online staat.




Haas en konijn met twee maten bemeten

Bron: Melkvee.nl

De landbouwsector kreeg gisteren weer een veeg uit de pan van het ministerie van LNV, omdat het slecht zou gaan met haas en konijn. Wie dieper kijkt, ziet dat er wetenschappelijk met twee maten wordt gemeten.

Volgens minister Van der Wal van Stikstof en Natuur gaat het niet goed met haas en konijn in Nederland. Zij schrijft: ‘De belangrijkste oorzaken zijn habitatverlies, afgenomen kwaliteit van het leefgebied en het effect van predatoren. Dit komt onder andere door intensivering en schaalvergroting van de landbouw, veranderingen in het landschap en landbouwmachines.’

De minister baseert zich op een rapport dat is opgesteld door Wageningen Environment and Research in opdracht van het ministerie, nadat de Zoogdierenvereniging twee jaar geleden haas en konijn op de Rode Lijst plaatsten. Voor het konijn viel daar wel iets voor te zeggen, want dat is door ziekte fors achteruitgegaan. Dat wordt in de kamerbrief en in de samenvatting van het rapport weggelaten, waardoor de focus vooral op landbouw wordt gericht. Het ministerie lijkt daarmee het rapport te gebruiken om haar eigen beleid ten aanzien van de landbouwtransitie die ze nodig acht kracht bij te zetten.

Napraten

Wie het onderzoek leest, concludeert dat de onderzoekers helemaal geen onderzoek hebben gedaan naar de oorzaken. Ze citeren enkel andere onderzoeksrapporten over de oorzaken. Dat is inmiddels een beproefd recept, waardoor je denkt dat er weer nieuw bewijs is maar het telkens om hetzelfde blijkt te gaan. Bij haas valt in die zin op dat er in drie rapporten gerapporteerd wordt over een daling van 61 procent sinds de jaren zestig. Nergens in het Basisrapport Rode Lijst, waar die 61 procent als eerste wordt opgevoerd, is een analyse terug te vinden waar de 61 procent afname op gebaseerd is en ontbreekt een verwijzing naar de gebruikte data. In het dossier van haas en konijn lijkt er mede daardoor doelbewust toegewerkt te worden naar het besluit om ze van de wildlijst te schrappen. In Limburg, Utrecht en Groningen is de jacht voor het komende seizoen al uitgesloten. De wetenschappelijk onderbouwing rammelt echter nogal.

Data

De grootste omissie is dat er geen betrouwbare telgegevens zijn van konijn en haas. Ik schreef daar eerder al een column over toen de nieuwe Rode Lijst werd gepubliceerd. Mijn conclusie was dat haas enkel op de Rode Lijst is gekomen doordat het basisjaar waarmee werd vergeleken van 1960 naar 1950 werd veranderd. Dus niet doordat het de afgelopen jaren slechter ging met de haas.

De Wageningse onderzoekers baseren zich nu opnieuw op diezelfde data en uitkomsten en beginnen dan met jaar 1994 toen de Habitat-regeling werd vastgesteld, waarbij 15 hazen per 100 ha als minimum zou gelden en 40 hazen het maximum, dan zie je dat bepaalde data niet worden meegenomen om een trend te bepalen om wetenschappelijke redenen en andere data waar ook allerlei haken en ogen aan zitten wel. Ook worden onzekerheden die ook een verklaring kunnen vormen voor de uitkomsten die niet passen in het plaatje van achteruitgang weggelaten. Een paar voorbeelden.

Broedvogeltellingen

Om er achter te komen hoe het gaat met de haas beroepen de onderzoekers zich op data van het Meetneet Urbane Soorten (MUS) en de Broedvogelmonitoring. Binnen MUS worden broedvogels geteld binnen de stedelijke omgeving. Mocht daar toevallig een haas rondlopen dan kan die ook ingevoerd worden. Omdat hazen juist voorkomen buiten de stedelijke gebieden is de Broedvogelmonitoring een interessantere bron, maar ook hier is het doel om broedvogels te tellen en geen hazen en konijnen. Hazen zijn bijvangst en niet het doel van de telling. De onderzoekers gaan daar volledig aan voorbij. Onterecht naar mijn mening en dat blijkt ook uit mijn niet-representatieve steekproef binnen mijn eigen werkgroep van patrijzentellers.

Hazen niet ingevoerd

Sinds drie jaar ben ik teller van patrijzen voor Sovon in de Achterhoek. Ik vroeg vanmorgen wie naast patrijzen ook andere soorten invoert. Binnen een half uur reageerden zes tellers. Eentje voerde alles in, eentje enkel hazen want die had in zijn telgebied nog nooit een patrijs gezien en de overige vier voerden alleen patrijzen in. Ik denk dat in veel andere telgebieden het net zo gaat. Ik voer ze zelf sinds dit voorjaar wel in, omdat ik nu weet dat er overheidsbeleid op wordt gebaseerd. Maar erg wetenschappelijk zijn deze data natuurlijk niet. De onderzoekers concluderen echter omdat er een protocol ligt voor deze tellingen dat de kwaliteit van deze data zeer goed is en dus meegenomen kan worden. Het CBS heeft er vervolgens ook nog een stempel op gezet en dan is het waarheid.

Faunabeheereenheden

Data van de Faunabeheereenheden, waar wel gerichte tellingen van hazen en konijnen door jagers in zijn opgenomen, zijn niet meegenomen. Volgens de onderzoekers zijn die data niet gevalideerd en betrouwbaar genoeg. Navraag bij de Jagersvereniging levert op dat jagers door het hele land jaarlijks meerdere keren tellen. Alleen zijn de telprotocollen per Faunabeheereenheid verschillend. Daardoor is er geen uniformiteit en kan het CBS er geen stempel op zetten. In plaats van goed te kijken als onderzoekers wat je wel met die data kunt, hebben ze het nu in de prullenbak gegooid. Dat deed de Zoogdierenvereniging twee jaar geleden net zo.

Habitatrichtlijn

Volgens deze selectieve dataselectie blijkt onderaan de streep de hazenpopulatie jaarlijks af te nemen met 1,2 procent. Omdat dat meer is dan 1 procent concluderen de onderzoekers dat de staat van instandhouding zeer ongunstig is. Dat is wel nieuw in dit onderzoek, want voor haas en konijn is er nog niet eerder op die manier gekeken. Maar hier mag ook best een kanttekening bij. Die 1 procentregel is afgeleid uit de instandhoudingsdoelstellingen die afgeleid zijn van de habitatrichtlijn en die gaat over soorten die met uitsterven worden bedreigd. Waarom de onderzoekers die strenge richtlijn hebben toegepast op soorten die algemeen voorkomend zijn, is een raadsel. Ook hier zouden andere keuzes tot andere uitkomsten kunnen leiden.

Afschotcijfers

In het rapport staat dat naast tellingen ook afschotgegevens zijn gebruikt, maar dan enkel tot met 2011. De afschotcijfers van de jaren daarna niet meer, terwijl die wel bekend zijn. Ook hiervoor ontbreekt de verklaring en lijken de onderzoekers enkel naar het rapport van de Zoogdierenvereniging te hebben gekeken in plaats van zelf data op te vragen. Uit die afschotcijfers, die beschikbaar zijn sinds 1960, zou volgens de Zoogdierenvereniging blijken dat die cijfers voldoende betrouwbaar zijn om ze te zien als cijfers over hoeveel hazen er in die periode voorkwamen. Het onderzoek waar deze vereniging zich op baseert is echter niet openbaar gepubliceerd. Dus kunnen andere wetenschappers ook niet zien hoe het tot stand is gekomen en het onderzoek herhalen om er achter te komen of het klopt. Door dan ook de afschotcijfers van na 2011 niet mee te nemen en je dan enkel te baseren op bijvangst van broedvogeltellingen voedt het de gedachte dat onwelgevallige data niet wordt meegenomen.

Telpunten gehalveerd

Een laatste voorbeeld gaat over de betrouwbaarheid van de cijfers. Hoeveel mensen tellen er eigenlijk? Is dat toe- of afgenomen en zou daar ook een verklaring kunnen zitten voor veranderingen? In Limburg bijvoorbeeld is het aantal telpunten de afgelopen 12 jaar gehalveerd. En dan heb ik nog niet genoemd dat het gedrag van de dieren door de toegenomen drukte in het landelijk gebied, bijvoorbeeld door recreatie, ook wel eens veranderd kan zijn. Dan zijn ze er wel, maar zijn ze meer nachtactief geworden. Ook daar staat niets over in het rapport.

Alle data op tafel

Tja, om dan vooral de pijlen weer op de landbouwsector te richten als boeman, geeft mij te denken. De minister zou er goed aan doen om alle data openbaar te maken en de onderzoekers te vragen zelf een eigen analyse te maken in plaats van andere onderzoekers en een belangenverenging voor zoogdieren na te praten. De ‘zeer ongunstige staat van instandhouding’ herken ik in ieder geval niet als ik de weilanden en akkers over kijk.




Rapport WUR staat van instandhouding (SvI) haas en konijn in Nederland

Op 3 november 2020 is door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) de herziene Rode Lijst van de Nederlandse zoogdieren vastgesteld. Deze vaststelling is gedaan op basis van het basisrapport Rode Lijst Zoogdieren 2020 (Van Norren et al., 2020), opgesteld door de Zoogdiervereniging.

Op 11 februari 2021 is vervolgens door de leden Wassenberg en Futselaar van de Tweede Kamer der Staten- Generaal een motie aangenomen (kst-35616-9)2 tijdens het Notaoverleg over de Initiatiefnota van het lid Von Martels, ‘Weidse blik op de weidevogels’. In de motie wordt de regering verzocht om de zoogdiersoorten haas en konijn te schrappen van de lijst van vrij bejaagbare soorten op basis van de status ‘Gevoelig’ van beide soorten op de Rode Lijst Zoogdieren.

Om tegemoet te kunnen komen aan de motie, die een inperking betreft van het eigendomsrecht (op basis van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; EVRM), is een wettelijke onderbouwing nodig.

In de Wet Natuurbescherming (art. 3.22 lid 5) staat dat de jacht niet geopend wordt wanneer de staat van instandhouding (hierna: SvI) in het geding is. Het Ministerie van LNV heeft aan Wageningen Environmental Research gevraagd om te bepalen wat op dit moment de SvI van beide soorten is.

In dit rapport is allereerst uiteengezet op welke wijze de SvI voor haas en konijn moet worden beoordeeld. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat de wijze van beoordeling gelijk is aan die voor soorten die onder de HR vallen.(waar haas en konijn niet in zijn genoemd) Vervolgens is deze methodiek toegepast en is de SvI voor beide soorten bepaald.

Zie hieronder het volledig rapport van Wageningen Environmental Research als pdf.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Minister stelt eenjarige landelijke sluiting jacht op konijn voor haas één jaar dicht in Groningen – Limburg en Utrecht

Geachte leden NOJG
 
De minister heeft vandaag een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met het voorstel om komend jachtseizoen de jacht op het konijn in het hele land niet te openen. Daarnaast stelt de Minister voor om de jacht op het haas in de provincies Limburg, Groningen en Utrecht niet te openen.
 
De NOJG is teleurgesteld.
 
Het voorstel is slecht onderbouwd met louter theoretische onderzoeken. Echter, nog niet zo heel lang geleden stond het er veel slechter voor en wilde de Minister de jacht op alle soorten niet openen. Door alert reageren van de NOJG en andere stakeholders heeft de daaropvolgende lobby geholpen. Maar dat wil niet zeggen dat we nu tevreden achterover moeten leunen. Integendeel.
 
Op korte termijn volgt een mogelijkheid om via internet zienswijzen (bezwaren) in te dienen tegen dit voorstel.
 
Organisaties zoals de twee Jagersverenigingen, de FPG en de LTO zullen daar zeker gebruik van gaan maken, maar ook u als jager, Wbe of Jagersvereniging kunnen daar aan deelnemen. Wij zullen u nog informeren hoe.
 
Het thans voorgestelde plan is tijdelijk, het heeft enkel voor komend seizoen te gelden.
Die tijd moeten we samen, ook met de andere organisaties goed gebruiken om te voorkomen dat het daarna nog erger wordt.
 
We zijn strijdbaar en houden u op de hoogte!
 
Met hartelijke jagersgroet,
 
Het Landelijk bestuur NOJG
 
Zie als bijlage de brief waarin de Minister voor Natuur en Stikstof de beslissing voor de sluiting van de jacht voor konijn en Limburg haas toelicht.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download