Waarom NOJG afziet van hoger beroep in bodemprocedure

De rechtbank in Den Haag maakte op 11 oktober van dit jaar bekend dat het besluit van de minister om de jacht op de haas in drie provincies en die op het konijn in het hele land te verbieden in stand mag blijven. De Jagersvereniging heeft vandaag (22 december 2023) aangekondigd dat zij pro forma in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de rechter in deze zogeheten bodemprocedure. De NOJG heeft besloten daar niet in mee te gaan, aldus landelijk voorzitter René Leegte. In deze extra nieuwsbrief legt hij uit waarom.

‘Dreigen met nadere stappen belemmert constructieve gesprekken’

Er lopen op dit moment constructieve gesprekken met het ministerie over een stelselwijziging. Als die tot stand komt, zijn we in staat een aantal fundamentele fouten in het huidige systeem op te lossen. Uit de gesprekken met ambtenaren die we met name de afgelopen maanden hebben gehad, leiden we af dat de mogelijkheid van een hoger beroep het overleg over een stelselwijziging zal bemoeilijken. Dat is in zekere zin ook logisch: aan de ene kant probeer je een constructieve oplossing te vinden, terwijl je aan de andere kant ruzie maakt over het oude stelsel.”

‘Hoger beroep kost veel geld, terwijl kans van slagen gering lijkt’

Een tweede reden om de Jagersvereniging niet te volgen hangt samen met het feit dat nieuwe juridische stappen opnieuw veel geld gaan kosten. ,,Wij hebben inmiddels 400.000 euro uitgegeven aan een rechtszaak zonder dat de openstelling van de jacht op de haas en het konijn dichterbij gekomen is”, aldus René Leegte. ,,Het argument van de rechter is dat het de minister vrij staat haar eigen telmethode te kiezen, ook als er andere telmethodes – zoals de WBE-tellingen – beschikbaar zijn. Onze inschatting is dat de rechter in hoger beroep daarover geen andere mening zal hebben.”

‘Uitspraak die er nu ligt kan ook in het voordeel zijn van jagers’

Maar belangrijker nog is het feit dat de uitspraak van de rechter de jachtorganisaties ook kan helpen als het gaat om tellingen rond de vrijstellingslijsten, aldus de landelijk NOJG-voorzitter. Zoals Johan Cruijff al zei: ‘Ieder nadeel heeft z’n voordeel’. In plaats van veel geld uitgeven aan een hoger beroep met een geringe slagingskans zoeken wij liever het constructieve gesprek met het ministerie om de jacht voor de toekomst beter te maken.”

‘Andere organisaties, deels andere belangen’

Hoewel de NOJG daarmee een ander inzicht heeft dan de Jagersvereniging, zal zij constructief blijven samenwerken met de Jagersvereniging, LTO en Federatie Particulier Grondbezit om via de stelselwijziging de jacht in Nederland voor de toekomst zeker te stellen, benadrukt Leegte. ,,We werken heel nauw met elkaar samen en zullen dat in de toekomst ook blijven doen. Maar we zijn andere verenigingen met andere inzichten. De focus van de NOJG is te zorgen dat onze boeren geen onnodige overlast en schade ondervinden van de verschillende wildsoorten die daarvoor verantwoordelijk zijn. Door niet in hoger beroep te gaan – zelfs niet pro forma – handelen we in het belang van onze leden.”




Landelijk NOJG-voorzitter René Leegte: constructief gesprek met minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof)

DEN HAAG – De NOJG, de Federatie Particulier Grondbezit (FGP) en de Jagersvereniging hebben vandaag (dinsdag 7 november) op het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) een ‘constructief’ gesprek gehad met minister Christianne van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof). Daarin is geconstateerd dat er in de discussie rond de zogeheten stelselwijziging voldoende ruimte is om op een open manier met elkaar van gedachten te wisselen. Die conclusie trekt landelijk NOJG-voorzitter René Leegte na afloop van het onderhoud.

In de bespreking werd onder meer teruggekeken op de uitspraak in de bodemprocedure tegen de Staat der Nederlanden over het lopende jachtverbod op onder meer de haas en het konijn, waarin de rechtbank in Den Haag op 11 oktober uitspraak heeft gedaan. De NOJG, de Jagersvereniging en de FPG werden weliswaar niet ontvankelijk verklaard, maar zijn van mening dat er met de uitspraak van de rechter – die niet op de inhoud van tellingen is ingegaan – voldoende ruimte ligt om de gesprekken op adequate wijze verder vorm te geven.

De besprekingen van vanmiddag geven aan dat die conclusie juist is, aldus René. “Wat we hebben geproefd is dat deze minister alle begrip heeft voor de jacht en de manier waarop jagers zich bezighouden met natuurbeheer. Inhoudelijk mag er met het oog op het verdere verloop in de bodemprocedure dan niet zo heel veel zijn gezegd, we zijn wel van mening dat we op bepaalde punten iets nader tot elkaar gekomen zijn. Aangezien zij nog een relatieve korte periode heeft als bewindspersoon is het van belang hoe zij de verschillende vragen, die gesteld heeft gaat uitwerken. Er komt in elk geval een vervolggesprek.”

 

 




Rechter gaat ten onrechte voorbij aan argumenten Jagersverenigingen en FPG

NOJG
DEN HAAG – De rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland verbiedt. De Jagersvereniging, de NOJG en FPG zijn teleurgesteld over het vonnis. Met name het gebrek aan inhoudelijke behandeling van de argumenten en onderbouwingen die de verenigingen hebben aangedragen is opvallend.

Met deze uitspraak is het begrip een ‘gunstige staat van instandhouding’ en het aantal konijnen en hazen er daarbij in Nederland behoort rond te lopen, vrijwel volledig afhankelijk geworden van de zienswijze van de minister. De rechtbank toetst de besluitvorming van de minister nagenoeg niet en stelt de politieke visie van de minister op de staat van instandhouding voorop.

Afhankelijk van politieke wind
De jacht lijkt hiermee niet langer een fundamenteel recht, maar eerder afhankelijk te zijn van de politieke wind die er op een bepaald moment waait. Willem Schimmelpenninck, directeur van de Jagersvereniging: “Het feit dat de minister van de rechter zoveel ruimte krijgt is niet wenselijk en niet passend bij het feit dat het recht om te jagen onderdeel is van het eigendomsrecht. Een uitspraak als deze kan verstrekkende consequenties hebben. Als de uitspraak wordt gebruikt om alle algemeen voorkomende diersoorten voortaan zo te benaderen, heeft dit grote maatschappelijke gevolgen voor onder meer huizen- en wegenbouw en andere activiteiten waarbij dieren kunnen worden verstoord.”

Rene Leegte, de voorzitter van de NOJG is dat van harte met hem eens: “de uitspraak heeft meer impact dan de rechtbank kennelijk voor ogen heeft gehad. Bovendien is het gebrek aan inhoudelijke motiveringen opvallend en wekt de niet-ontvankelijkheidsverklaring van de verenigingen grote verbazing”.

Enerzijds staat in het vonnis dat het goed is om beoordelingsprocedures en rekenmethoden ter discussie te stellen, anderzijds geeft de rechter met het vonnis de minister bijna volledige vrijheid van handelen, waardoor een serieuze toetsing van de gehanteerde procedures en methodes ontbreekt.

Regulering eigendomsrecht
De belangrijkste vordering van de Jagersverengingen en de FPG was het terugdraaien van het onrechtmatige besluit van de minister om de Regeling natuurbescherming (Rnb) te wijzigen, zodat de jacht op haas en konijn in heel het land weer mogelijk zou zijn in het jachtseizoen. De rechter bevestigde in haar vonnis dat de minister met haar besluit de Rnb te wijzigen inderdaad het eigendomsrecht reguleert. Deze regulering is volgens de rechter toegestaan, omdat daarvoor een wettelijke basis bestaat en omdat deze regulering proportioneel is (oftewel niet te ver gaat). De jagersverenigingen en de FPG blijven echter bij hun standpunt dat de wettelijke basis hiervoor ontbreekt, omdat de minister heeft besloten een strengere toetsing toe te passen voor de staat van instandhouding dan in de wet is opgenomen en omdat het niet nodig was op de jacht op deze wijze te verbieden.

‘Gunstig’ of ‘in het geding’
De minister heeft de algemeen voorkomende soorten haas en konijn langs de meetlat van de Europese habitatrichtlijn gelegd en getoetst of de soorten in een ‘gunstige staat van instandhouding’ verkeren, in plaats van dat hun ‘staat van instandhouding in het geding is’. Bovendien werd opnieuw als referentiejaar voor de populatiedaling het jaar 1950 genomen, waarvan onderzoek inmiddels uitvoerig heeft aangetoond dat de tellingen in dit jaar geen landelijke, maar regionale cijfers betrof.
Daarnaast staan op habitatrichtlijn-lijst alleen diersoorten die toen die richtlijn in werking trad (1994) bedreigd waren. De advocaten van de Jagersvereniging en de FPG hebben de rechter voorgelegd dat de toepassing van de habitatrichtlijnmethode voor de bepaling van de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten, zoals de haas en het konijn onrechtmatig is. Ook in andere Europese landen is dit niet gebruikelijk.

Deze methode neemt als vertrekpunt dat de populatie van de dieren in de habitatrichtlijn-lijst even hoog moet zijn als in 1994. Er hoeven namelijk anno 2023 niet evenveel hazen en konijnen te zijn als in 1994. Immers in 1994 waren deze dieren niet bedreigd en zijn daarom niet opgenomen in de habitatrichtlijn-lijst. In het verlengde hiervan hebben de advocaten het verbod aan de Staat gevorderd om de habitatrichtlijnmethode in de toekomst toe te mogen passen voor de bepaling van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit zijn wezenlijke vorderingen die belangrijk zijn voor de vraag hoe wij in Nederland met wilde dieren willen omgaan en samenleven, maar ze zijn zonder afdoende inhoudelijke argumentatie door de rechter aan de kant geveegd.

Niet ontvankelijk
Daarnaast is het opvallend dat de verenigingen als belangenbehartigers van de jagers in Nederland niet ontvankelijk worden verklaard. De advocaten van de jagersverenigingen en de FPG zeggen hierover: “Verenigingen hebben een (grond)recht om besluiten die hun eigen belang raken aan de rechter voor te leggen. Dit miskent de niet-ontvankelijkverklaring van de verenigingen. Omdat we dit probleem al hadden voorzien hebben we hebben vanaf het begin twee WBE’s en drie individuele jagers mee laten doen als ‘eisers’. Feitelijk moest de rechtbank dus linksom of rechtsom een inhoudelijke uitspraak doen”.

Discussie noodzakelijk
Hoewel het vonnis van de rechtbank in Den Haag veel vragen oproept, benadrukt voorzitter van de Jagersvereniging Theo ten Haaf om ondanks de teleurstelling niet bij de pakken neer te gaan zitten. “Daarvoor is het belang van de jager en onze missie veel te belangrijk. De brede rol die jagers spelen in het Nederlands landschap blijft cruciaal, zeker nu mensen en dieren elkaar steeds vaker in de weg zitten. Ook na dit vonnis blijft het belangrijk om goede relaties te onderhouden met de politiek en andere belanghebbenden. Wij blijven politieke partijen onverminderd benaderen met onze standpunten. Met een bezoek van de minister in het vooruitzicht zullen wij de belangen van de jagers en de passie waarmee onze mensen zich inzetten voor de Nederlandse natuur blijvend voor het voetlicht brengen. Zonder rechtszaak hadden we geen discussie gehad over beoordelingsmethoden, rekenmodellen en het begrip ‘staat van instandhouding’. Deze discussie is wel noodzakelijk om de in de toekomst de wetenschappelijke grondslag van de beleidsvorming te verbeteren. Hoewel dit zich op dit moment niet heeft vertaald in een positieve uitspraak, is het zaak dat u zich blijft inzetten voor de jacht en wetgeving op basis van betere data en beoordelingsmethoden.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG houdt ook de moed erin: wij zullen samen met de Jagersvereniging het gespreek met de minister aangaan tijdens de komende bijeenkomsten. De politieke lobby, zeker in deze politiek spannende tijden, gaat onverminderd voort.”

Rene Leegte roept de leden van de NOJG op om de ALV van 16 november aanstaande te bezoeken om mee te praten over deze uitspraak en te discussiëren over de toekomst: “de inbreng van onze leden in deze discussie is van groot belang”.

Hoger beroep
De Jagersvereniging, de NOJG en de FPG zullen het vonnis van de rechtbank uitvoeriger bestuderen en in onderling overleg besluiten of het wenselijk is in hoger beroep te gaan. Dit moet binnen drie maanden worden ingediend.

De volledige uitspraak van de rechter vind hier:ECLI NL RBDHA 2023 14822

 




Uitspraak Bodemprocedure voor opening jachtseizoen

De uitspraak van rechtbank in Den Haag in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland sluit wordt verwacht op woensdag 11 oktober a.s. Of de jacht op haas en konijn vervolgens wordt geopend, hangt af van de uitspraak. Vanzelfsprekend brengen wij samen met de andere belanghebbenden, waaronder de Jagersverening en de FPG, onze leden direct op de hoogte van de uitspraak en de gevolgen hiervan.

Vooralsnog is de rechtbank van plan de uitspraak per post naar betrokken partijen te versturen. Onze advocaten hebben de rechtbank verzocht de uitspraak per e-mail toe te sturen, zodat de uitspraak op 11 oktober bij iedereen bekend is. Lukt dit niet, dan zullen de advocaten zich maximaal inspannen de uitspraak op die dag alsnog via een andere weg te verkrijgen. Het bijwonen van de uitspraak in de rechtbank is niet mogelijk, dit heeft de rechter expliciet vermeld.

Grondige toetsing

De uitspraak omvat naar wordt gehoopt en verwacht een grondige toetsing van de beslissing van de minister, alsook de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen en de FPG medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 ook oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding.

Opening jacht haas en konijn

De Jagersvereniging, de NOJG, de FPG en andere belanghebbenden hebben bij de rechter negen punten aangekaart, waarop zij in het gelijk gesteld hopen te worden. De primaire inzet is de opening van de jacht op haas en konijn in heel Nederland bij aanvang van het jachtseizoen 2023/2024. Of dit op 15 oktober a.s. ook daadwerkelijk kan, hangt van het aantal punten waarop we in het gelijk worden gesteld en of de minister per direct uitvoering geeft aan de uitspraak. Ook zou de minister zich in een reactie op de uitspraak kunnen wenden tot een kort geding of een verzoek tot schorsing van de uitspraak kunnen indienen.

Vertrouwen

De uitspraak is van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur van de Jagersvereniging Willem Schimmelpenninck: “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Tijdens de zitting van de bodemprocedure tegen de Staat op maandag 21 augustus jl. kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen.”

Uitspraak

Direct na de uitspraak op 11 oktober zullen de betrokken verenigingen en de advocaten de uitspraak grondig bestuderen en zich – indien nodig – beraden op vervolgstappen. Daarnaast verwachten we na de uitspraak ook de terugkoppeling op onze vragen die voorafgaande aan de zitting van de bodemprocedure op 21 augustus aan de landsadvocaat zijn gesteld.




Vragen Rechtbank tijdens bodemprocedure tegen verbod jacht op haas en konijn

Tijdens de zitting op maandag 21 augustus jl. van de bodemprocedure tegen de Staat kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen. Daarnaast had de rechtbank een drietal vragen, waarmee zij de vinger precies op de zere plek wist te leggen.

 Wat ging vooraf?

In 2021 gaf de minister voor Natuur & Stikstof de opdracht om de staat van instandhouding van haas en konijn te toetsen aan de hand van de Habitatrichtlijn-methode. De conclusie van dit onderzoek was dat – ondanks dat er honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen in Nederland zijn – het haas en het konijn in zeer ongunstige staat van instandhouding verkeerden. De minister greep dit onderzoek aan om de jacht op het konijn in heel Nederland en de jacht op het haas in drie provincies niet te openen. Daartoe besloot ze in 2022 en is ze voornemens dat ook in 2023 te doen. Deze Habitatrichtlijn-methode is nooit eerder gebruikt om de staat van instandhouding van algemene soorten als de haas en konijnen te bepalen en is volstrekt ongeschikt daarvoor volgens meerdere experts. Mag deze Habitatrichtlijn-methode überhaupt worden gebruikt om de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten te toetsen? En is de staat van instandhouding werkelijk in het geding volgens de criteria van de Wet natuurbescherming? Deze vragen stonden centraal tijdens de zitting afgelopen maandag, getuige ook de vragen van de rechtbank:

Vraag 1. Is de wetenschap het erover eens dat de habitatrichtlijn geschikt is om de staat van instandhouding van hazen en konijnen te toetsen?

De rechtbank vroeg partijen of er wetenschappelijke consensus is over het gebruik van de Habitatrichtlijnmethode voor het haas en het konijn en of de methode elders is toegepast op de haas en het konijn. Nee, zo moest ook de Staat toegeven tijdens de zitting. Onze advocaten en de ecoloog van de Jagersvereniging, hebben toegelicht dat de Habitatrichtlijn-methode een ongeschikte methode voor hazen en konijnen is omdat deze uitsluitend van toepassing is op zogenaamde Habitatrichtlijn-soorten (bedreigde soorten). Nergens in Europa wordt de Habitatrichtlijnmethode zoals toegepast door de onderzoekers überhaupt gebruikt voor soorten die niet onder de Habitatrichtlijn vallen. Verklaringen van onze experts prof. dr. Gortazar en prof. dr. Hackländer bewijzen bovendien dat er geen consensus over bestaat. Zij zijn de absolute wereldtop op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar hazen en konijnen en verklaren klip en klaar dat de Habitatrichtlijnmethode ongeschikt is voor deze soorten. De Staat had deze methode dus niet mogen gebruiken en had andere methoden moeten laten onderzoeken.

 Vraag 2. Zijn er alternatieve methoden voor het toetsen van de staat van instandhouding van hazen en konijnen?

Er zijn legio geschikte methodes om de staat van instandhouding van algemene soorten te bepalen, waaronder of er genoeg voortplantende individuen zijn. Dit is wat de minister in het verleden altijd heeft gedaan voordat hij de Habitatrichtlijnmethode van stal haalde. De wetgever toetste overigens ook in 2016-2017 of de staat van instandhouding van hazen en konijnen gunstig is en gebruikte daarbij uitdrukkelijk niet de Habitatrichtlijnmethode. De Groene Status van Soorten-methode van de International Union for Conservation of Nature (de IUCN) is bovendien ook geschikt voor hazen en konijnen. Deze methode is ontwikkeld door een gerenommeerd internationaal instituut in samenwerking met meer dan 200 wetenschappers van over de hele wereld. De Groene Status van Soorten-methode is bovendien op alle soorten van toepassing, en dus ook op hazen en konijnen. Maar waarom is deze methode dan niet gebruikt? Omdat het niet meet wat we willen weten, zo luidde de reactie van de zijde van de Staat, zonder daarvoor enige onderbouwing te geven. In tegendeel, zo verklaarde de ecoloog van de Jagersvereniging op basis van een uitvoerig rapport die wij hebben ingebracht als processtuk. De Groene Status van Soorten-methode sluit juist goed aan bij de criteria voor het toetsen van een gunstige staat van instandhouding volgens de Wet natuurbescherming: namelijk dat “uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven”.  En wat blijkt, de Groene Status van Soorten methode wijst uit dat de staat van instandhouding van het haas en het konijn allerminst in het geding is, zo concludeert ook expert prof. dr. Gortázar in zijn verklaringen die zijn ingebracht in de procedure.

Vraag 3. Hebben de Jagersverenigingen wel een belang in de bodemprocedure?

De derde vraag van de rechters ging over de ontvankelijkheid van de Jagersverenigingen. Hebben wij wel een zogenaamd belang in dit proces? Fauna-4-life en Animal rights, de twee stichtingen die zich voegden aan de zijde van de Staat, probeerden dit aan te vechten. Wij konden zelf dit soort formele argumenten gebruiken tegen de stichtingen, maar hebben ervoor gekozen dit niet te doen omdat wij menen sterk te staan in het inhoudelijke juridische debat. Het verbaast ons dat de stichtingen voor een dergelijke formalistische processtrategie kiezen. Natuurlijk hebben we wel een belang, we zijn immers de belangenbehartigers van het jagen als maatschappelijk instituut. Deze vraag werd dan ook deskundig en positief beantwoord door onze advocaten. Niet dat het uitmaakt, de rechter zal hoe dan ook een uitspraak doen. Al was het maar omdat de ontvankelijkheid van de individuele jagers aan onze zijde niet is aangevochten.

Op woensdag 11 oktober a.s. zal de rechtbank Den Haag een uitspraak doen in deze procedure en weten we hoe de rechters erover denken. We wachten de uitspraak met spanning maar ook met vertrouwen af.

 




Rechtbank Den Haag behandelt Bodemprocedure over Sluiting Jacht op Konijn en Haas

Gisterochtend, 21 augustus 2023, vond in de rechtbank van Den Haag de langverwachte zitting plaats in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijnen in heel Nederland en hazen in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Deze sluiting wil de minister voor Natuur en Stikstof ook het komende jachtseizoen handhaven. Een bomvolle rechtszaal bood plaats aan vertegenwoordigers van de Jagersvereniging, FPG en de NOJG, die gezamenlijk het besluit van de minister aanvechten.

 

Namens het bestuur van de NOJG waren aanwezig voorzitter Rene Leegte, secretaris Roderik Benoist en bestuurslid Maurice Stassen.

De aanleiding voor de start van de bodemprocedure was de uitspraak van de voorzieningenrechter in oktober 2022. Hierin oordeelde de voorzieningenrechter dat de complexiteit en omvang van de zaak niet geschikt waren voor een kort geding. Met als gevolg dat de ministeriële regeling werd voortgezet en de jacht op haas en konijn niet werd geopend.

Gedurende de zitting hebben de Jagersvereniging, FPG en de NOJG uitgebreide en wetenschappelijk onderbouwde informatie gepresenteerd om de beslissing om de jacht te sluiten, evenals de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan te vechten. Het uiteindelijke doel van de procedure is het verkrijgen van een definitief oordeel over de beoordelingsmethode die moet worden toegepast bij het vaststellen van de staat van instandhouding van deze diersoorten en of die al dan niet in het geding is.

Tom Barkhuysen, de advocaat van de jagersverenigingen de FPG vertelt: “wij hebben als team vandaag de gelegenheid gekregen een sterk en hopelijk overtuigend verhaal aan de rechtbank te presenteren. De voorzitter van de rechtbank heeft ook kritische vragen aan de procespartijen gesteld en wij zijn van mening dat wij die doeltreffend hebben beantwoord.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG zag een gedegen en onderbouwd verweer namens de Jagersverenigingen. “Het was duidelijk dat er geen argument onbesproken werd gelaten om de rechter te overtuigen van het ongelijk van de Staat.”

Maurice Stassen, bestuurslid juridische zaken: “het was duidelijk terug te zien dat de Jagersverenigingen en de FPG de zaken goed hadden voorbereid met onze advocaten, zodat de rechters een omvangrijk pakket goed onderbouwde argumenten kreeg.”

Theo ten Haaf, voorzitter van de Jagersvereniging, was ook aanwezig. Met tevredenheid kijkt hij terug op de inhoudelijke presentatie tijdens de zitting. ”Evelien Jongepier, onze teamleider Ecologie, heeft aan de drie rechters met behulp van een feitelijke, heldere en inhoudelijke uitleg duidelijk gemaakt waarom de minister haar beslissing baseert op onjuist gebruikte methoden voor het vaststellen van de staat van instandhouding voor haas en konijn.”

Directeur van de Jagersvereniging, Willem Schimmelpenninck van der Oije, was ook aanwezig bij de zitting. “Het was een lange zit waarin de voorzitter van de rechtbank alle partijen die aanwezig waren, de gelegenheid gaf hun verhaal te presenteren maar daar ook kritische vragen aan vastkoppelde. Daarnaast merkt Willem op dat: “samen met onze advocaten, onze collega’s van de FPG, de NOJG en niet te vergeten onze voorzitter van de Raad van Advies (red. Tom van Engers) vormen we een goed team. Dat heeft zich vertaald in een sterke presentatie vandaag.” Daaraan voegt hij toe: “ Met spanning maar ook met veel vertrouwen kijken we uit naar 11 oktober a.s. wanneer de rechtbank naar verwachting met een vonnis zal komen.”

Het vonnis wordt inderdaad op 11 oktober verwacht. Dat zal schriftelijk gebeuren, zodra we dat ontvangen hebben zullen we dat met u delen.




Voorbereidingen bodemprocedure in volle gang

De donatiecampagne voor de financiering van de bodemprocedure is voortvarend van start gegaan. Daar zijn de Jagersverenigingen en de FPG ontzettend blij mee. Over een week, op 21 augustus, staan we in Den Haag voor de rechtbank. Op dit moment voorzien onze advocaten de rechtbank van relevante informatie en onderzoeken, waaruit blijkt dat het onterecht en niet nodig is om de jacht op het konijn landelijk en haas in drie provincies tijdelijk te sluiten. De Jagersverenigingen en de FPG hopen dat de rechter nog voor de start van het jachtseizoen hierover zijn uitspraak doet.

Aan de bodemprocedure doen ook naast de NOJG en Jagersvereniging de FPG mee. De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck (Jagersvereniging) : “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Donatiecampagne

Het vergaren van de informatie voor de bodemprocedure en al het werk dat de advocaten verzetten kosten veel geld. Waarom de Jagersvereniging en de andere belanghebbenden het dan toch essentieel vinden dat deze zaak wordt gevoerd, staat onder meer in de zomereditie van De Jager, in het voorwoord van de directeur en het artikel met voorzitter jagersvereniging Theo ten Haaf. U heeft ook een donatiebrief ontvangen via de nieuwsbrief NOJG. Hoewel er al ruim 160.000,- euro is opgehaald, is er meer nodig om te kosten te dekken. Doneren kan voorlopig nog via onze speciale webpagina https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Meest gestelde vragen

De voorbereidingen voor de bodemprocedure lopen al bijna acht maanden. In de tussentijd heeft (inmiddels demissionair) minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof de sluiting van de jacht op hazen in Groningen, Limburg en Utrecht en konijn in heel Nederland tot onze verbazing verlengd naar het komend jachtseizoen 2023/2024. Hier is de Jagersvereniging het niet mee eens. Maar hoe zit dat nu ook alweer precies?

  1. Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?

De twee rapporten waar de minister haar regeling – en ook de verlenging hiervan – op heeft gebaseerd, berusten op onjuiste beoordelingsmethodes en keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Dit betreft een rapport waarin de Rode Lijst status van het haas en het konijn zijn bepaald uit 2020, en een rapport waarin de staat van instandhouding van beiden soorten is getoetst.

Een paar punten, waarin wij ons niet kunnen vinden:

  1. Voor het beoordelen van de Rode Lijst status wordt teruggekeken naar het referentiejaar 1950. Een forse afname van de populatie sinds 1950 leidt tot de beoordeling ‘gevoelig’, zelfs voor zeer algemene soorten zoals hazen en konijnen. Voor het bepalen van Rode Lijst-status van hazen is echter gebruik gemaakt van verouderde gegevens, terwijl bij het vaststellen van de vorige Rode lijst in 2007 wel de meest actuele data is gebruikt. Het gevolg: in het Rode Lijst rapport 2020 wordt een historische afname gerapporteerd die ruim twee maal zo hoog ligt als in 2007 over nagenoeg dezelfde periode. In 2020 kreeg het haas daarom de status ‘gevoelig’, waar deze in 2007 nog ‘thans niet bedreigd’ was. Onbegrijpelijk, vooral omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vastgesteld dat er in 2020 meer hazen waren dan in 2007. Bij gebruik van de juiste gegevens zou de status van de haas in 2020 net als in 2007 ‘thans niet bedreigd’ zijn.
  2. Ook bij het toetsen van de staat van instandhouding zijn verkeerde keuzes gemaakt. Zo is de staat van instandhouding van hazen en konijnen niet getoetst aan de hand van de Wet Natuurbescherming, maar aan de hand van de Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijn is uitsluitend bedoeld voor Habitatrichtlijn-soorten. Dit zijn soorten die op een speciale lijst zijn geplaatst, omdat over deze soorten in 1994 ernstige zorgen bestonden. Voor deze soorten geldt daarom dat de populatiestand niet lager mag zijn dan het niveau in 1994. Hazen en konijnen zijn geen Habitatsrichtlijn-soorten. In 1994 waren er geen zorgen over hazen en konijnen, en met honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen anno nu is de staat van instandhouding van deze soorten absoluut niet in het geding.
  3. Bovendien is bij het toetsen van de staat van instandhouding wel gebruik gemaakt van tellingen uit stedelijke gebieden, maar niet van tellingen uit hazenrijk, agrarisch gebied. Niet alleen zijn de tellingen van de WBE’s buiten beschouwing gehouden, ook de tellingen uit het Meetnet Agrarische Soorten zijn niet meegenomen. Onbegrijpelijk, omdat deze door het CBS gevalideerde gegevens een forse toename laten zien in de hazenstand van wel 40% over de laatste vier jaar. Het gevolg: de hazenstand anno nu ligt op exact hetzelfde niveau als in 1994. Daarmee is de staat van instandhouding van het haas in Nederland, ook volgens de veel te strenge Habitatrichtlijn-methode, ‘gunstig’.

2. Waarom zo’n dure bodemprocedure, verandert dit wel iets?

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaren, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. De huidige onjuiste voorstelling van zaken zal ons namelijk ook in de toekomst in de weg blijven staan, wanneer er andere vragen over populaties, trends en de staat van instandhouding van soorten op tafel komen. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Wij hopen dat de minister bereid zal zijn de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid in te slaan, en zal afwijken van de huidige koers. De huidige koers beschadigt de motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

3. Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel wanneer de minister haar huidige koers doorzet. Daarom sorteren de Jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. De onderzoeken naar de waarde van de door de minister gebruikte rapporten, het gebruik van tellingen, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst. Dit is ook een belangrijke reden om de kostbare bodemprocedure aan te gaan.

4. De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Hoe komt zij dan tot het besluit de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan; ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op de soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten over de staat van instandhouding en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst, hoewel de bevindingen van deze onderzoeksresultaten onjuist zijn.

5. Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?

De minister is bij de sluiting in 2022 uitgegaan van de cijfers van de uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn vorig jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan was de trend in Utrecht stabiel. Ook in 2023 blijkt de meerjarentrend in Utrecht weer stabiel. Daarmee vervalt de basis waarop de minister besloot tot een sluiting in de provincie Utrecht. Desondanks heeft de minister besloten om ook voor komend jachtseizoen de jacht op het haas gesloten te houden.

6. Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de Jagersvereniging alsnog onterecht om de jacht te sluiten?

De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers ook dat het jachtveld waar hij zorg voor draagt een grote diversiteit aan flora en fauna heeft. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke wildstand te bewaken niet in acht nemen.

7. Waarom zijn de teldata van jagers niet meegenomen in de besluitvorming van de minister? Waarom zijn die data niet gevalideerd?

In aanloop naar de voorjaarstellingen heeft de Jagersvereniging zich ingezet voor het vergroten van het vertrouwen in de tellingen van de WBE’s. De nieuwe handleiding voorjaarstellingen is positief ontvangen door het CBS, en we zijn gezamenlijk aan de slag met de bestaande WBE-tellingen. Desondanks heeft de minister ook in haar besluit over komend jachtseizoen geen gebruik gemaakt van de tellingen van de WBE’s.

Zitting bijwonen

De NOJG, Jagersverening en FPG en andere belanghebbenden kunnen op maandag 21 augustus om 09:30 uur alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting in de rechtbank van Den Haag.

U kunt daarbij aanwezig zijn en op die manier onze stellingen kracht bij zetten. Het is dan wel van belang dat u even een mailtje stuurt naar M.stassen@nojg.nl, zodat we weten hoeveel mensen er komen.

 




Nieuwsbrief Augustus 2023 – Praktijk Centrum Jacht en Fauna

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Jacht op andere wilde dieren op Veluwe mag doorgaan ondanks komst van wolf

Het jagen op wilde dieren op de Veluwe kan ondanks de komst van de wolf gewoon doorgaan. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland dinsdag bepaald.

De Faunabescherming is bang dat het jagen op damherten, edelherten, wilde zwijnen en reeën leidt tot een verstoring van de wolf. Daarom spande de organisatie een rechtszaak aan tegen de jachtontheffing.

De wolf heeft zich de afgelopen jaren op de Veluwe gevestigd met meerdere roedels. De wolf is een beschermde diersoort in Europa.

Maar het jagen op wilde hoefdieren op de Veluwe hoeft dus niet te worden stilgelegd vanwege de komst van de wolf. Volgens de rechtbank is het niet duidelijk of de wolven inderdaad door de jacht worden verstoord.

De rechtbank baseert zicht op een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen. De ontwikkelingen moeten volgens de wetenschappers eerst verder worden onderzocht. Ook oordeelt de rechtbank dat uit het rapport niet blijkt dat de mogelijke verstoring invloed heeft op de overlevingskansen, de voorplanting of het leefgebied van de wolf.

 



Constructief gesprek met minister Van der Wal 

Op de foto van links naar rechts: Gerbrand van ’t Klooster (FPG), Arnoud Meijering (Jagersvereniging), Christiaan van Daalen (Jagersvereniging), Willem Schimmelpenninck van der Oije (Jagersvereniging), minister Christianne van der Wal – Zeggelink, René Leegte (NOJG) en Sjaak van der Tak (LTO).

De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging hebben dinsdag 23 mei een constructief gesprek gehad met minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal over de sluiting van de jacht op haas en konijn en de ‘Verzamelbrief soortenbeleid’. Het overleg vond plaats naar aanleiding van een brandbrief van de organisaties. Na afloop van het gesprek waren de organisaties gematigd positief.

De Jagersverenigingen, FPG en LTO  gaven vorige maand in een brandbrief aan verbolgen te zijn over het feit dat zij als stakeholders niet op de hoogte zijn gebracht van het versturen van de ‘Verzamelbrief soorten’ op 4 april. Daarnaast viel ook het besluit om ook in het komende seizoen de jacht op konijn landelijk en het haas in de drie bekende provincies niet te openen niet in goede aarde. Immers, er heeft bij dit besluit geen enkele vorm van de – ook richting de Tweede Kamer – toegezegde inhoudelijke heroverweging plaatsgevonden met grondeigenaren, jacht(akte)houders, wildbeheereenheden en grondgebruikers. Ook werd de brief verstuurd terwijl er in het hele land nog volop werd geteld volgens het aangepaste telprotocol in het kader van de jaarlijkse voorjaarstelling van de soorten op de wildlijst.

Niet in lijn met afspraken

Het doel van het gesprek met de minister was te vernemen hoe de minister tot haar nieuwe besluit is gekomen en waarom dit zonder enig overleg of vooraankondiging is gebeurd. Ook wilden de Jagersvereniging, de FPG, LTO en de NOJG samen met de minister bekijken hoe er tot een versnelling van de processen en onderzoeken gekomen kan worden, zodat de leden van de organisaties snel duidelijkheid krijgen over de toekomst van jacht, beheer en schadebestrijding. Van der Wal erkende in het gesprek dat de gang van zaken rondom de verzending van de ‘Verzamelbrief soorten’ niet in lijn was met de eerder door haar en ons gemaakte afspraken en zei dit te betreuren.

Juridisch getouwtrek

In het gesprek kwamen ook het besluit om de jacht op haas en konijn gesloten te houden en de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State in Noord-Holland met betrekking tot de landelijk vrijgestelde soorten aan de orde. De vier organisaties hebben benadrukt dat jagers verantwoordelijkheid nemen bij schadebestrijding, maar ook bij een dalende wildstand. Daarbij hebben zij wederom aangegeven dat jagers zeer waardevolle oren en ogen in het veld zijn en een belangrijke rol spelen bij biotoopverbetering. De besluitvorming tot sluiting van de jacht en juridisch getouwtrek in provincies werken ronduit frustrerend en demotiverend voor de jagers.

Belang van de jacht

De minister onderschrijft het belang van de jacht bij goed natuurbeheer en schadebestrijding in onder meer de landbouw en streeft ernaar voor het einde van het jaar de situatie rond de landelijke vrijstellingen te repareren. Zij stelde niet als doel te hebben de jacht op soorten te willen sluiten. Wel wil zij de wettelijke verantwoordelijkheid voor de bescherming van soorten kunnen nemen. Verder gaf zij aan de jagersverenigingen goed aangehaakt te willen houden bij de hervorming van de wildtellingen en het opnemen van teldata van de WBE’s in het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Tot slot gaf de minister de partijen enkele concrete vragen mee naar huis. Hiermee gaan de organisaties nu voortvarend aan de slag, met als doel de minister zo volledig mogelijk te informeren alvorens nieuwe stappen in het proces worden genomen.

 

 




Zitting bodemprocedure tegen de Staat op 21 augustus 2023

De rechtbank heeft de zittingsdatum bekendgemaakt van de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijn in heel Nederland en de haas in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Op 21 augustus 2023 vindt de zitting plaats in de rechtbank van Den Haag. De Jagersvereniging, NOJG en de FPG hopen op een uitspraak nog voor de start van het jachtseizoen.

De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen en FPG medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 ook oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Definitief oordeel

Het tegenvallende resultaat in het kort geding zegt overigens niets over de positie van de Jagersverenigingen in de bodemprocedure tegen de Staat. Hierin wordt de beslissing om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is gebeurd aangevochten op basis van uitvoerige en wetenschappelijk onderbouwde informatie die door onder meer de Jagersvereniging de afgelopen tijd is aangeleverd. In deze procedure wordt de rechter verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode, die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van haas en konijn.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck: “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Zitting bijwonen

De Jagersvereniging, NOJG, FPG en andere belanghebbenden kunnen op 21 augustus alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting om 09.30 uur in de rechtbank van Den Haag. Iedereen die dat wil, is van harte welkom deze belangrijke ochtend voor de jacht in Nederland bij te wonen.




Gezocht: Landelijk Secretaris Vereniging Het Ree

 

Nederland telt zeker 100.000 reeën. Overal komen ze voor: in bossen, akkers, polders en heide. Reeën zijn sierlijk en elegant. Ze zijn ook kwetsbaar. Daarom zoeken ze beschutting en rust. Vereniging Het Ree zet zich in voor goede, gezonde en duurzame reeënpopulaties.

Als vereniging zijn we dé kennis- en adviesorganisatie voor én over het ree. Onze activiteiten zijn onderverdeeld in vijf categorieën:
 ● Verzamelen van kennis over het ree in onze eigen kennisbank.
 ● Ontwikkelen en begeleiden van activiteiten gericht op een duurzaam beheer van reeën.
 ● Ondersteunen van leden bij de uitvoering van het beheer.
 ● Samenwerken met derden op het gebied van leefbaarheid en biodiversiteit.
 ● Voorlichting geven over het ree in de vorm van tijdschriften, boeken, workshops en 
    voordrachten.

Ben jij de nieuwe secretaris van vereniging Het Ree?
Onze vereniging bestaat uit meer dan 100 enthousiaste vrijwilligers, die zich samen inzetten voor een prachtige diersoort. Wij zoeken een nieuwe secretaris, die zich bij onze vrijwilligers voegt. Als secretaris ben je het ‘geweten’ van het bestuur. Dit uit zich in het vertegenwoordigen van de belangen van het voortbestaan van het Ree: de diersoort én de vereniging. Tevens is de secretaris lid van het team dat verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur.
 
De werkzaamheden van onze secretaris
Onze secretaris waakt over de naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement. Er wordt één keer per jaar een algemene ledenvergadering georganiseerd. Naast de algemene ledenvergadering komt het bestuur één keer per maand samen. De secretaris zorgt voor de voorbereiding van de vergadering, coördineert de besluitvorming en zorgt voor de verslaglegging en archivering hiervan. Viermaal per jaar wordt ons eigen tijdschrift verstuurd aan alle leden van de vereniging. De secretaris draagt zorg voor de ledenadministratie en de verzendlijsten van ons tijdschrift en de nieuwsbrief. De wisselprijs “Vereniging Het Ree” wordt 1 maal per 2 jaar uitgereikt aan een lid dat zich zeer bijzonder heeft ingezet voor het ree. De secretaris neemt deel aan de jury en draagt zorg voor de uitreiking van de prijs.

Zie jij jezelf bovenstaande activiteiten op je nemen en beschik je daarnaast over:
 ● +/- 16 uur per maand vrije tijd om je in te zetten voor de vereniging
 ● Goede contactuele eigenschappen
 ● HBO/academisch werk- en denkniveau
 ● Goede beheersing Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk
 ● Samenwerkingskwaliteiten
 ● Politieke antenne
 ● Kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken
 ● Inspirerende kwaliteiten
 
Meer weten over deze functie?
Neem dan contact op met Jan van Wulfften Palthe (huidig secretaris)
E-mailadres: secretaris@hetree.nl

 



Wildvoorjaarstelling 2023

De jaarlijkse wildvoorjaarstelling staat weer voor de deur. Dit jaar gaat de telling uitgevoerd worden op basis van de vernieuwde handleiding. Deze vernieuwde handleiding is door de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging opgesteld. Belangrijk is dat de adviezen van het Centraal Bureau voor de Statistiek hierin zijn verwerkt. Ook heeft er afstemming plaats gevonden met de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer.

De instructies in de handleiding sluiten aan op de voorjaartellingen in de regio’s. Het is van groot belang dat op dezelfde wijze geteld wordt als voorgaande jaren. Hiermee wordt geborgd dat de tellingen van dit jaar aansluiten op de tellingen van voorgaande jaren en er dus een goed vergelijk mogelijk is.

Het verschil met de vorige handleiding is dat er vanaf heden genoteerd wordt met welke vervoers- en hulpmiddelen er geteld wordt. Hierop zijn de telformulieren aangepast, dit wordt overgenomen in FRS. De uitvoering in de praktijk vindt dus op dezelfde wijze plaats als in voorgaande jaren.

Elke WBE stelt een een WBE- fauna of telcoördinator aan. Voor deze rol biedt de vernieuwde handleiding en concrete takenlijsten meer ondersteuning. Voor praktische vragen kunt u zich het best tot deze coördinator richten.

De handleiding is te bekijken via de volgende link www.jagersvereniging.nl/voorjaarstellingen.

Succes met tellen!




Nieuwsbrief Praktijk Centrum Jacht & Fauna – maart-2023

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




(video) debat: toekomst jacht en platteland in Fryslân

Jager Tones Meijer in een schuilhut locatie Hege Warren. Foto: Actief Media

(video) Zaterdagavond 11 maart vindt in Glinstra State in Burgum een politiek debat plaats over de toekomst van het Friese platteland en de positie van de jacht en het wildbeheer daarin. Oud-journalist van Omrop Fryslân Eelke Lok zal dit debat leiden.

Initiatiefnemer voor het debat is de Friese afdeling van de NOJG, de Nederlandse Organisatie van Jagers voor Jacht & Grondbeheer. Regio-secretaris Tones Meijer, zelf een jager, licht toe: “It plattelân fan Fryslân driget stadichwei leech te rinnen: hieltyd minder boeren, hieltyd minder greidefûgels, hieltyd minder fee, hieltyd it mear ferrûgjen fan it lânskip.”

Dat wordt volgens Meijer versterkt door het niet beperken – door de provinciale politiek – met behulp van jagers in hun taak als Faunabeheerders – van roofdieren, zoals vossen, marterachtigen en wolven, maar ook de ganzen. Mede daardoor komt volgens Meijer het voortbestaan van weidevogels en konijn in gevaar.

“Jagers wurde troch stedsminsken faak beskôge as ‘plezierjagers’. Mar wat wy dogge is professioneel wyldbehear: de jagers krije allegearre in goeie oplieding, folgje geregeld kursussen en dogge harren wurk sa’t it moat.”

Het effect van goed beheer is volgens Meijer dat bijvoorbeeld de reeënstand na de Tweede Wereldoorlog flink gegroeid is. Zo is het volgens hem ook van belang dat het aantal woerden (mannetjes van de wilde eend) niet uit de hand loopt. “As dêr te folle fan binne, dan wurde de wyfkes troch te folle jerken ferkrêfte en fersûpe se!”

Meijer is zich er van bewust dat over de toekomst van wildbeheer, jacht, landbouw en platteland in het algemeen zeer verschillend wordt gedacht. “Dêrom skriuwe wy ek gjin stellingen foar, foarôfgeand oan it debat. Wy litte it oan Eelke Lok oer om it debat te lieden, sadat elk kandidaat-steatelid dat meidocht oan it debat, syn of har eigen ynbring hawwe kin.”

Het debat is namelijk ook bedoeld om de inwoners van Fryslân er op te wijzen dat er woensdag 15 maart verkiezingen zijn voor de Provinciale Staten en dat hun stem er toe doet. Tegelijk daarmee zijn ook de verkiezingen voor de waterschappen, dus ook voor het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân.




Stropers uit Gemert weer het haasje: twee weken cel in en honden kwijt

Waren twee boezemvrienden uit Gemert in november 2021 op klaarlichte dag hun honden aan het uitlaten of waren ze aan het stropen? Voor het Openbaar Ministerie én de rechtbank is het zonneklaar. De mannen moeten twee weken de cel in, oordeelde de politierechter dinsdag in Den Bosch.

De mannen van 37 en 40 zijn die zondag in het buitengebied van Aarle-Rixtel gezien met een voor de jacht geprepareerde wagen en vier hazewindhonden die op een prooi aasden.

“Wij hebben van onze fouten geleerd.”

Eén van de twee kreeg nog eens twee weken aan zijn broek, omdat hij tijdens zijn proeftijd was betrapt. In 2019 waren de mannen al eens veroordeeld voor stroperij. Volgens hen hebben ze de schijn tegen en zijn ze nu ten onrechte het haasje. “We hebben van onze fouten geleerd, wij jagen niet meer”, zo verwoordde een van hen het. Met tegenzin accepteren ze de uitspraak.

Wat ze veel erger vonden: ze zullen de auto, maar vooral hun honden nooit meer terugzien. De dieren zijn in beslag genomen en inmiddels overgegaan naar een andere eigenaar. De mannen zien hun honden als hun kinderen, stonden ermee op en gingen ermee naar bed. Tijdens de zitting toonden ze foto’s en filmpjes waarop te zien is hoe dol hun gezinnen erop waren.

“Ze zijn aan het lijntje gehouden.”

Ze werden dan ook emotioneel toen de officier van justitie vertelde dat de honden niet meer op een opvangadres, maar elders verblijven. Eén van de twee mannen: “Ik heb zo vaak gevraagd hoe het met onze honden is en waar ze waren, maar kreeg nooit een antwoord.” Hun advocaat, Menno Buntsma, vatte het als volgt samen: “Ze zijn aan het lijntje gehouden.”

Terug naar 24 november 2021. Het was een zonnige zondagmiddag. De twee mannen waren naar Aarle-Rixtel gereden om hun honden, vier hazewindhonden en een labrador, uit te laten. Aangelijnd, althans, dat verklaarden ze voor de rechter. Andere bedoelingen hadden ze niet, zo houden ze vol.

Toch had iemand gezien dat er een opvallende wagen door de bossen reed en dat zogeheten lange honden (de bijnaam van hazewindhonden) achter een haas aan zaten. De getuige, een jager, alarmeerde de politie en die hield de twee mannen aan voor het in bezit hebben van ‘niet tot jagen geoorloofde middelen’. Dat waren de honden en de auto, die volgens de rechter speciale lampen en allerlei lichtschakelaars had om het jagen te vergemakkelijken.

De twee mannen, de een geniet een uitkering, de ander is werkzaam in de veilingwereld, snapten er niks van. Waarom, zo vroegen zij zich af, ga je overdag met lichtbakken jagen en waarom neem je dan ook een voor jacht ongeschikt dier als een labrador mee? Bovendien was er niks mis met de wagen.

De jager zwakte zijn getuigenverklaring later overigens af, maar daar tilde de politierechter niet zo zwaar aan. Ze hechtte meer waarde aan de eerste melding, ook omdat die door de politie was bevestigd. Advocaat Buntsma zei dat de getuige ‘opgejaagd’ moet zijn door agenten, die hem hadden gevraagd de vermeende stropers te volgen.

LEES OOK:

De schimmige wereld van het stropen: ‘Dit zijn geen mensen van adel’

Twee stropers opgepakt en vier ‘lange honden’ in beslag genomen

Strop voor stropers: taakstraf en boete, auto’s en hazewindhonden verbeurd verklaard