Wijzigingen aanvraag Duitse jachtvergunning NordRhein-Westfalen met ingang van 15 februari 2024

JagdscheinVoor de aanvraag van een Duitse Jagdschein moet er vanaf 15 februari 2024 ook een betrouwbaarheidscontrole worden uitgevoerd. Zie hieronder de inhoud van de door ons vertaalde brief van het ministerie van Justitie in NordRhein-Westfalen (NRW)

Brief grubea32_240327-132927-860 van het ministerie van Justitie in NordRhein-Westfalen (NRW)

Aan:

de Districten en onafhankelijke steden en

– Lagere jachtautoriteiten – van de deelstaat NordRhein-Westfalen

 

Antecedentenonderzoek voor buitenlanders Jaarlijkse jachtvergunning Verduidelijking van het decreet van 15 februari 2024

Buitenlandse aanvragers (d.w.z. niet-Duitse staatsburgers in de zin van artikel 116 van de grondwet en geen mensen met een dubbele nationaliteit) kunnen een jachtvergunning voor buitenlanders krijgen in de vorm van een jaarlijkse jachtvergunning in overeenstemming met § 15 lid 6 van de federale jachtwet (BJagdG).

De weigeringsgronden voor de verkrijging van een jaarlijkse jachtvergunning voor buitenlanders op grond van § 17 BJagdG  gelden ook zonder beperking voor de buitenlandse aanvrager; Betrouwbaarheid en persoonlijke geschiktheid moeten worden gegeven. (vgl. Schuck/Tausch, 3e ed. 2019, BJagdG § 15 par. 17).

De verificatie van de betrouwbaarheid moet worden uitgevoerd door de overlegging van;

  • De Europese vuurwapenpas,
  • De overlegging van een Europees bewijs van goed gedrag (niet ouder dan 6 maanden) of
  • Door de onbeperkte informatie uit het strafregister van het land van herkomst in de Duitse taal of in de Duitse vertaling van de documenten die in een vreemde taal zijn opgesteld door Duitse of buitenlandse overheidsinstanties (bv. door de overheid aangestelde vertalers); die niet ouder mag zijn dan 6 maanden.

Bovendien moet volgens § 5 (5) van de wapenwet een onderzoek worden uitgevoerd bij het Bureau voor de bescherming van de grondwet, in het geval van buitenlanders is het Federaal Bureau voor de bescherming van de grondwet verantwoordelijk. Het verzoek wordt verzonden naar 1 B3@bfv.bund.de.



Wat betekent dit voor de Nederlandse jagers die jagen of willen gaan jagen in NRW gebied.

Dat u het aanvraagformulier opvraagt of download van de betreffende Kreis waar u gaat jagen, want alleen daar alleen kunt een Jagdschein aanvragen.

De aanvraagformulieren kunnen per Kreis verschillen, zie als voorbeeld het aanvraagformulier van de Kreis Heinsberg opgemaakt als invulbaar Pdf.

Documenten en voorschriften voor buitenlanders die in het buitenland wonen en een jachtvergunning aanvragen in Duitsland:

  • Aanvraagformulier jachtvergunning (antragsformular jagdschein) (download via betreffende Kreis waar u gaat jagen en uw aanvraag moet indienen)
  • Identiteitsbewijs middels paspoort of ID-kaart (kopie voldoende)
  • Bewijs van een jachtexamen dat is behaald in Nederland (verplicht bij eerste afgifte) en/of een geldige jachtvergunning (omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit) afgegeven in Nederland.
  • Gegevens uit het strafregister van het land van herkomst (niet ouder dan 6 maanden) dit is dus nieuw. ( geldt niet voor een Tages-schein)

    • U kunt Aanvraagformulier Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aanvraag indienen bij uw gemeente u vult dan alleen het voorblad de punten 1.1 en 1.2 geheel in en ondertekent dit op deze pagina, ga verder met
    • punt 2.1 Gegevens organisatie, hier vult de naam van het Kreisambt en alle adres gegevens in, geef hierbij wel duidelijk aan dat de VOG niet naar hen verstuurd moet worden, maar rechtstreeks aan u, daar u die moet inleveren met alle benodigde aanvraag documenten. Daar het Kreisambt uw aanvraag nog niet heeft ontvangen.
    • punt 2.2 Doel aanvraag in overige – omschrijving vult u in “Aanvraag Duitse jachtvergunning”;
    • punt 2.3 vult u “nee” in;
    • punt 2.4 vult u “nee” in;
    • punt 2.4b onder Goederen de punten 36 en 37 aanvinken.
    • Dan heeft alles in gevuld wat nodig is.
    • het kan zijn dat zij verlangen dat dit in het Duits vertaald moet worden, geef dan aan dat dit in andere plaatsen wel geaccepteerd wordt omdat dit ook in het Engels is opgesteld.
  • Duitse dag- of jaarlijkse jachtvergunningen (boekje), die al zijn afgegeven.
  • Bewijs van een voldoende jachtaansprakelijkheidsverzekering. (minimaal € 500.000 voor personenschade en € 50.000,- zaak schade).
  • Schriftelijke uitnodiging voor de jacht (hierin moet duidelijk worden vermeld dat de jacht in het district waar de jacht zal plaatsvinden; anders moet de aanvraag. worden afgewezen wegens gebrek aan verantwoordelijkheid.
  • Bij eerste afgifte bovendien: examencertificaat, eventueel bewijs van een gekwalificeerd persoon, foto.



‘Dit was een McDonald’s voor eenden’


Verslag van een rechtszitting
Rechtbank Rotterdam, 14 februari 2024

Op een mooie oktoberochtend in 2022 trekken Jos (75) en Arend (58)* er met een groep gastjagers opuit om te jagen op wilde eenden en fazanten. Arend staat aan het hoofd van een bedrijf dat al sinds jaar en dag in Molenlanden drijfjachten voor klanten organiseert. Jos is een ouwe rot in het vak: hij jaagt al zo’n 50 jaar in de omgeving.

Er is op het eerste gezicht niets mis met de drijfjacht: de jagers hebben een jachtakte, er is een jachthuur overeenkomst en sinds een kleine week mag er ook weer op fazanten worden geschoten. En er vallen die ochtend heel wat fazanten (12) en wilde eenden (45) uit de lucht. De jachthonden hebben het er maar druk mee. Maar wat zo frappant is: de tientallen wilde eenden die aan de hagelregen ontsnappen, vliegen niet weg; ze blijven in de buurt van het jachtveld. 

Voertonnen

Zo opmerkelijk is dat bij nader inzien niet, want er staan 2 met mais en tarwe en zonnebloempitten gevulde voertonnen in de bosschages naast het weiland. Daar kunnen de eenden geen nee tegen zeggen. Ondanks de schoten smikkelen ook de fazanten op de bodem van het lokvoer. Voertonnen zijn niet verboden, maar het is wel verboden om binnen een straal van 200 meter ervan te jagen. En dat doen jachthouder Jos en Arend, samen met hun kornuiten. En niet zo’n beetje ook: volgens de natuurinspecteur die de drijfjacht bespiedt, knallen de jagers de vogels op ‘enkele tientallen’ meters van de blauwe voertonnen uit de lucht. Ze krijgen een boete en de korpschef verlengt hun jachtacte niet. Dat laatste zit Jos en Arend erg hoog, en dus doen ze vandaag in zaal 4 van het Rotterdamse gerechtsgebouw hun beklag bij de economische politierechter.

McDonald’s

Jos en Arend ontkennen niet dat ze binnen een straal van 200 meter van de voertonnen hebben geschoten, maar wel dat ze wisten dat die tonnen gevuld waren met lokvoer. Arend: ‘Mijn vader regelde de jacht altijd, en ik werd gewoon uitgenodigd voor zo’n dag. Ik wist niet wat er werd gevoerd.’ Jos wist wel dat in het verleden werd gevoerd. ‘Ik heb ‘s ochtends nog gevraagd of er gevoerd was. Er was vaker controle geweest. Daar kon je op wachten. Nee, dat was niet zo.’ Politierechter Pelle Tuinenburg: ‘Uw standpunt is: we wisten niet van die tonnen, dus we moeten worden vrijgesproken.’ Ja, reageren de mannen in koor. De rechter: ‘Nou valt wel op dat er uitzonderlijk veel eenden rondvlogen en dat ze zich niet gedroegen zoals ze zich gewoonlijk gedragen. De stelling van de natuurinspecteurs is: dit was een McDonald’s voor eenden.’ Jos: ‘De sloot zat vol met eenden en er lagen overal eikels. Daar houden eenden van. Het gebied staat ook bekend om zijn vele eenden.’

Weidelijkheid

Jagers dienen zich te houden aan de zogenoemde weidelijkheidsregels. Deze regels staan volgens de Nederlandse Jagersvereniging voor een ‘fatsoenlijke en respectvolle omgang met het landschap in het algemeen en in het wild levende dieren in het bijzonder’. Officier van justitie Hans Eijkelboom herinnert de 2 jagers eraan dat die regels volgens een rechtelijke uitspraak óók inhouden dat ‘je moet weten waar je knalt’. ‘De officier: ‘Je moet het jachtveld verkennen. Hoe legt u dat in uw situatie uit?’ Jos: ‘De voertonnen zijn heel veel jaren geleden daar neergezet. Toen we vroeger gingen jagen, stonden we er altijd verder dan 200 meter vandaan. Nu dachten we dat die tonnen leeg waren. Ik heb dat niet zelf gecontroleerd. Als ik had geweten dat er wel voer inzat, dan was ik niet met Jos en zijn relaties gaan jagen.’

Deksel

Het was de laatste jaren Gerards (71)* taak om de voertonnen in opdracht van Arends, inmiddels overleden, vader voor de jacht te vullen. Jos zegt dat hij Gerard die ochtend had gevraagd of hij ze had gevuld, en dat het antwoord nee was. Om te staven dat Jos geen verhaaltje vertelt, heeft advocaat Maurice Stassen Gerard opgeroepen als getuige (een verdachte mag tegen de rechter liegen, een getuige mag dat niet). Gerard: ‘Ik vulde in opdracht van de oude mijnheer de tonnen, maar toen hij ziek werd ben ik er in juni of juli 2022 mee gestopt. Mijnheer Jos vroeg mij inderdaad die ochtend of ik nog gevoerd had. Dat had ik absoluut niet.’ Wat vindt hij ervan dat in het in de zomer in de voertonnen gestopte aas 3 maanden later nog redelijk vers in en onder de tonnen lag? Gerard: ‘Ik dacht dat ze leeg waren, maar schijnbaar toch niet. Er zit een deksel op, dus het voer blijft wel droog. En het ligt ook aan het aantal eenden dat ervan eet.’ Politierechter Tuinenburg kan het maar moeilijk geloven. ‘In de 2 tonnen zat vers uitziend voer. Er worden etende fazanten aangetroffen. Dan heb ik de indruk dat dat voer er niet in juni is ingegaan. En dan is er nog iets. In uw combiwagen troffen de natuurinspecteurs die dag lege emmers en voer aan.’ Gerard: ‘Dat klopt, achter het kantoor hebben ze een grote vijver, en daar voer ik iedere dag vogels.’

Geschonden

Wilde eenden en fazanten zijn beschermde vogels. Ze mogen niet worden gedood, tenzij aan alle eisen wordt voldaan die aan de jacht worden gesteld, resumeert officier van justitie Eijkelboom. ‘1 van de eisen is dat niet gejaagd mag worden binnen een straal van 200 meter van een voederplaats. De jagers deden dat wel en doodden daarbij beschermde wilde eenden en fazanten.’ Of Arend en Jos nou wel of niet opzettelijk in de buurt van de voertonnen aan het schieten waren, doet er volgens de officier van justitie niet toe. Opzet is hier niet noodzakelijk om tot een schuldverklaring te komen. De jagers hebben de weide niet verkend, en daartoe waren ze volgens hun eigen weidelijkheidsregels wel verplicht. ‘De verdachten hebben daarmee de spelregels van de jacht grof geschonden’, aldus de officier van justitie, die vindt dat ze elk een boete van 1.000 euro verdienen.

Klanten

De rechter kan Jos en Arend niet kwalijk nemen dat ze binnen een straal van 200 meter op wilde eenden en fazanten aan het jagen hebben geschoten, meent advocaat Maurice Stassen. ‘De tonnen stonden niet in het zicht, niemand van de jagers heeft het geweten. Als ze het wel hadden geweten dan hadden ze toch gemakkelijk net buiten die straal van 200 meter kunnen jagen? Er waren eenden en fazanten genoeg.’ Jachthouder Jos deed wat hij moest doen, vindt de raadsman: hij informeerde naar de tonnen. ‘Hij wist dat in het verleden werd gevoerd, maar bij navraag op de jachtdag was dat nu niet gebeurd. Daarmee had hij aan zijn controleplicht voldaan. Arend wist niets van het verleden van die tonnen en nam zijn klanten mee. Hij zegt: waarom zou ik de kans lopen dat mijn relaties hun jachtacte kwijtraken?’ Omdat alle schuld afwezig is (in het strafrecht wordt deze schulduitsluitingsgrond ‘afwezigheid van alle schuld’ genoemd), zou de politierechter Jos en Arend moeten ontslaan van alle rechtsvervolging. 

Afschuiven

‘Er zijn opzettelijk eenden en fazanten gedood. Mocht dat in dit geval? Nee, want er is binnen een straal van 200 meter van een lokplaats op ze gejaagd’, concludeert politierechter Tuinenburg. Dat is te bewijzen, en daar is geen opzet voor nodig, aldus de rechter. ‘Maar het recht zou het recht niet zijn als er als geen achterdeurtje was, namelijk of iemand het écht niet kan worden verweten. Dan is er die afwezigheid van alle schuld. Ik zou u dan moeten ontslaan van alle rechtsvervolging, maar dat doe ik niet. Want dan zou u echt helemaal niets te verwijten zijn. En er valt u wel wat te verwijten. Er waren die ochtend opmerkelijk veel eenden rond het jachtveld en u wist dat ze in het verleden met voertonnen werden gelokt. Dat had u op zijn minst aan het denken moeten zetten. Of die tonnen waren gevuld met voer uit de zomer of net voor de jacht, en daar heb ik zo mijn gedachten over: het was uw beider verantwoordelijkheid om dat te controleren. Het afschuiven van die verantwoordelijkheid op een medewerker past u niet.’ Jos en Arend kunnen hun jachtacte met die uitspraak wel vergeten, en dat vindt de rechter zwaar genoeg. Als stok achter de deur geeft hij het tweetal wel een voorwaardelijke geldboete van 1.000 euro. 




Brief aan informateur Plasterk door FPG-JV-NOJG

De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) hebben vandaag een belangrijke brief gestuurd aan informateur Ronald Plasterk.

De verenigingen benadrukken dat goede samenwerking tussen overheid, terreinbeheerders, jagers en andere betrokken partijen essentieel is voor een effectief en duurzaam flora- en faunabeheer. Zij pleiten voor een brede benadering waarin ecologie, biodiversiteit en sociaal maatschappelijke aspecten worden meegenomen.

De verenigingen doen een aantal concrete aanbevelingen aan de informateur. Zo stellen zij voor om de neerwaartse spiraal van faunaschade te doorbreken door in te zetten op preventie en schadebeperking. Daarnaast pleiten zij voor een betere afstemming en samenwerking tussen alle betrokken partijen in het faunabeheer, zowel op lokaal als nationaal niveau.

Ook pleiten de verenigingen voor een vereenvoudiging van de uitvoeringsregelingen, zodat deze minder bureaucratisch en complex worden. Dit zou de betrokkenheid van jagers vergroten en de uitvoering van het faunabeheer efficiënter maken.

Tot slot vragen de verenigingen aandacht voor de jagers zelf. Zij benadrukken het belang van een goede positie en juridische bescherming voor jagers, zodat zij hun maatschappelijke rol kunnen blijven vervullen. Ook pleiten zij voor voldoende opleidingsmogelijkheden en kennisdeling binnen de jachtsector.

Met deze brief hopen de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, de NOJG en de FPG dat de informateur rekening houdt met de belangen van de jagers en het belang van goed flora- en faunabeheer. Zij zijn van mening dat de Nederlandse jagers een onmisbare rol spelen in het behoud en beheer van de natuur en biodiversiteit.

De volledige brief aan de informateur leest hieronder.


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Waarom NOJG afziet van hoger beroep in bodemprocedure

De rechtbank in Den Haag maakte op 11 oktober van dit jaar bekend dat het besluit van de minister om de jacht op de haas in drie provincies en die op het konijn in het hele land te verbieden in stand mag blijven. De Jagersvereniging heeft vandaag (22 december 2023) aangekondigd dat zij pro forma in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de rechter in deze zogeheten bodemprocedure. De NOJG heeft besloten daar niet in mee te gaan, aldus landelijk voorzitter René Leegte. In deze extra nieuwsbrief legt hij uit waarom.

‘Dreigen met nadere stappen belemmert constructieve gesprekken’

Er lopen op dit moment constructieve gesprekken met het ministerie over een stelselwijziging. Als die tot stand komt, zijn we in staat een aantal fundamentele fouten in het huidige systeem op te lossen. Uit de gesprekken met ambtenaren die we met name de afgelopen maanden hebben gehad, leiden we af dat de mogelijkheid van een hoger beroep het overleg over een stelselwijziging zal bemoeilijken. Dat is in zekere zin ook logisch: aan de ene kant probeer je een constructieve oplossing te vinden, terwijl je aan de andere kant ruzie maakt over het oude stelsel.”

‘Hoger beroep kost veel geld, terwijl kans van slagen gering lijkt’

Een tweede reden om de Jagersvereniging niet te volgen hangt samen met het feit dat nieuwe juridische stappen opnieuw veel geld gaan kosten. ,,Wij hebben inmiddels 400.000 euro uitgegeven aan een rechtszaak zonder dat de openstelling van de jacht op de haas en het konijn dichterbij gekomen is”, aldus René Leegte. ,,Het argument van de rechter is dat het de minister vrij staat haar eigen telmethode te kiezen, ook als er andere telmethodes – zoals de WBE-tellingen – beschikbaar zijn. Onze inschatting is dat de rechter in hoger beroep daarover geen andere mening zal hebben.”

‘Uitspraak die er nu ligt kan ook in het voordeel zijn van jagers’

Maar belangrijker nog is het feit dat de uitspraak van de rechter de jachtorganisaties ook kan helpen als het gaat om tellingen rond de vrijstellingslijsten, aldus de landelijk NOJG-voorzitter. Zoals Johan Cruijff al zei: ‘Ieder nadeel heeft z’n voordeel’. In plaats van veel geld uitgeven aan een hoger beroep met een geringe slagingskans zoeken wij liever het constructieve gesprek met het ministerie om de jacht voor de toekomst beter te maken.”

‘Andere organisaties, deels andere belangen’

Hoewel de NOJG daarmee een ander inzicht heeft dan de Jagersvereniging, zal zij constructief blijven samenwerken met de Jagersvereniging, LTO en Federatie Particulier Grondbezit om via de stelselwijziging de jacht in Nederland voor de toekomst zeker te stellen, benadrukt Leegte. ,,We werken heel nauw met elkaar samen en zullen dat in de toekomst ook blijven doen. Maar we zijn andere verenigingen met andere inzichten. De focus van de NOJG is te zorgen dat onze boeren geen onnodige overlast en schade ondervinden van de verschillende wildsoorten die daarvoor verantwoordelijk zijn. Door niet in hoger beroep te gaan – zelfs niet pro forma – handelen we in het belang van onze leden.”




Bewaarloon wapens en uitgifte vergoeding Europees vuurwapenpas fors omhoog per 1 jan 2024

Middels deze mail informeren wij jullie over het voornemen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid om per 1 januari 2024 het bewaarloon en de onkostenvergoeding voor de afgifte van de Europese vuurwapenpas te wijzigen, zie ook de bijlage de publicatie in de Staatscourant.
Bewaarloon

In 1996 is het bewaarloon vastgesteld op €2,27 (toentertijd f 5,-). Sedertdien is het bewaarloon niet geïndexeerd. Dit heeft als gevolg dat het bewaarloon niet meer kostendekkend is voor de tijd, capaciteit en middelen die de korpschef van de politie moet inzetten om gevolg te kunnen geven aan de wettelijke taak met betrekking tot het in bewaring nemen van wapens.

Omdat de bewaring doorgaans het gevolg zal zijn van een voor de bezitter reeds nadelige en door hem niet gewenste situatie, is het redelijk niet reeds vanaf het begin van de bewaring bewaarloon te verlangen. Om die reden wordt daarvan in de aanvangsperiode (die in de regeling is gesteld op 3 kalendermaanden) afgezien.

De korpschef van de politie heeft in 2021 onderzocht welke kosten worden gemaakt bij het in bewaring geven van wapens. Op basis van de kostenanalyse van de korpschef is het voornemen om het bewaarloon vast te stellen op €15,- per maand.

Onkostenvergoeding afgifte Europese vuurwapenpas

Sinds 15 maart 2006 heft de politie een onkostenvergoeding van €40,- voor de afgifte van een Europese Vuurwapenpas en €5,- voor de verlenging van de geldigheidsduur daarvan. De kosten die de politie maakt zijn sinds 15 maart 2006 niet geïndexeerd.

De politie koopt de pas momenteel in voor €72,60. Derhalve is het voornemen om de onkostenvergoeding voor de afgifte van een Europese Vuurwapenpas vast te stellen op €72,60.

Voor de overige kosten ten aanzien van onder meer de tijd, capaciteit en middelen die de korpschef van de politie moet inzetten om gevolg te kunnen geven aan de afgifte én verlenging van de Europese vuurwapenpas is (nog) geen geactualiseerde kostenanalyse gemaakt.

 

Wij vertrouwen erop jullie hiermee tijdig en voldoende te hebben geïnformeerd.

……………………………………………………………………….
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding
Afdeling Strafrechtelijke Handhaving

Turfmarkt 147 | 2511 DP | Den Haag
Postbus 20301 | 2500 EH | Den Haag


Zie de publicatie in de Staatscourant:

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Nieuw boek “Jagersfatsoen” gaat over het hoofd en het hart van de jager.

Beste lezers,

‘Jagersfatsoen’ gaat over het hoofd en het hart van de jager. Waarom jaag je eigenlijk?

Hoe jaag je zoals ‘een goed jager betaamt’?

Wat is weidelijkheid en hoe belangrijk is dat in de discussie over de jacht?

Volop praktijkvoorbeelden waar de jager en natuurliefhebber mee te maken krijgt.

Met een rechte rug staan voor jouw passie voor de natuur en verantwoordelijkheid nemen.

Herkenbaar en toegankelijk geschreven door een jager voor jagers.

Ook voor niet-jagers die interesse hebben in de jacht. ‘Oh dat wist ik allemaal niet’, is vaak hun reactie na het lezen van dit boek.

 

Prijs       : Euro 19,95 excl. verzendkosten

Bestellen online via www.jagersfatsoen.nl




Landelijk NOJG-voorzitter René Leegte: constructief gesprek met minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof)

DEN HAAG – De NOJG, de Federatie Particulier Grondbezit (FGP) en de Jagersvereniging hebben vandaag (dinsdag 7 november) op het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) een ‘constructief’ gesprek gehad met minister Christianne van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof). Daarin is geconstateerd dat er in de discussie rond de zogeheten stelselwijziging voldoende ruimte is om op een open manier met elkaar van gedachten te wisselen. Die conclusie trekt landelijk NOJG-voorzitter René Leegte na afloop van het onderhoud.

In de bespreking werd onder meer teruggekeken op de uitspraak in de bodemprocedure tegen de Staat der Nederlanden over het lopende jachtverbod op onder meer de haas en het konijn, waarin de rechtbank in Den Haag op 11 oktober uitspraak heeft gedaan. De NOJG, de Jagersvereniging en de FPG werden weliswaar niet ontvankelijk verklaard, maar zijn van mening dat er met de uitspraak van de rechter – die niet op de inhoud van tellingen is ingegaan – voldoende ruimte ligt om de gesprekken op adequate wijze verder vorm te geven.

De besprekingen van vanmiddag geven aan dat die conclusie juist is, aldus René. “Wat we hebben geproefd is dat deze minister alle begrip heeft voor de jacht en de manier waarop jagers zich bezighouden met natuurbeheer. Inhoudelijk mag er met het oog op het verdere verloop in de bodemprocedure dan niet zo heel veel zijn gezegd, we zijn wel van mening dat we op bepaalde punten iets nader tot elkaar gekomen zijn. Aangezien zij nog een relatieve korte periode heeft als bewindspersoon is het van belang hoe zij de verschillende vragen, die gesteld heeft gaat uitwerken. Er komt in elk geval een vervolggesprek.”

 

 




Jachtbelevenissen – “Een knipoog van Diana” Alles wat je moet weten over de jacht

Jachtbelevenissen

Alles wat je moet weten over de jacht

Ondanks dat er vroeger vaak gejaagd werd, lijkt de kennis van jagen in de hedendaagse samenleving af te nemen. Jagers jagen tijdens het jachtseizoen op verschillende dieren om de wildstand onder controle te houden. Nederland bevat dan ook in totaal zo’n 2.5 miljoen hectare jachtveld, waardoor veel jagers nodig zijn.

 
Nadat Bert uit Lekkerkerk in 2013 zijn eerste verhalenbundel uitgaf, ervaarde hij een wens naar meer. Zo ontstond dan ook het nieuwe boek ‘Een knipoog van Diana – Jachtbelevenissen’. In deze bundel vertelt Bert passievol over zijn verschillende jachtbelevenissen. Onderwerpen zoals hoe je een schot voorbereidt, waar je rekening mee moet houden en welke keuzes je moet maken na het zien van een prooi, passeren hierin de revue.
 
Deze verhalenbundel, die zowel voor ervaren jagers als mensen die nog onbekend zijn met jagen geschikt is, wordt op vrijdag 3 november uitgegeven door Uitgeverij Boekscout.

In ‘Een knipoog van Diana’ neemt Bert u mee op jacht. Belevenissen in de vroege uurtjes van de dag of tegen de avondschemering.

In binnen- en buitenland. Van het vangen van konijnen met fretjes tot het aanbersen van herten in de Schotse hooglanden.

Dagdromend op een hoogzit of verscholen in het riet voor het waterwild. Niet altijd valt er een schot en vaak wint het wild het van de jager.

Ook wordt gewerkt en geoogst met een eendenkooi.

 
 

Over de auteur

Bert Pellegrom heeft een diepgewortelde band met het wild en zijn omgeving. Is het liefst buiten en al sinds zijn jeugd bezig met jacht en schadelijk wild bestrijding. Met oneindig veel geduld met verrekijker en geweer struinen in de Schotse hooglanden is zijn grootste passie. Vaak is hij te vinden in onze mooie Hollandse polders. Maar ook op vele aanzit en drijfjachten in ons buurland. Hij is gepensioneerd boswachter. Daarnaast is hij een kooiker en ringer van watervogels. Bert is een schrijver voor jachtbladen en jacht gerelateerde bladen met ruim honderd publicaties, vaak onder het pseudoniem MacPel. Auteur van het in 2013 uitgegeven boek ‘Jacht en Vangst.’

Boekgegevens

Titel: Een knipoog van Diana – Jachtbelevenissen
Auteur: Bert Pellegrom
Verschijningsdatum:  03-11-2023 Aantal pagina’s:   246
ISBN:  9789464898286 Geïllustreerd:  nee
Verkoopprijs:  € 22,50 Uitvoering: Paperback

* inclusief kosteloze verzending in Nederland en België

Het boek is te bestellen via de site van Boekscout (google) Bol.com en te bestellen via erkende boekhandel



Nederlandse politiek sterk verdeeld als het gaat om natuurbeheer door jagers

De Nederlandse politiek laat een duidelijke tweedeling zien als het gaat om de jacht en het daarmee samenhangende natuurbeheer. Dat blijkt uit een inventarisatie van de beschikbare (concept)programma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen op woensdag 22 november.  Hieronder een overzicht van de standpunten.
De duidelijkste voorstanders van de jacht zijn VVD, BBB en het CDA. D66, GroenLinks/PvdA en de PVV moeten er weinig van hebben, terwijl de ChristenUnie zich wat meer op de vlakte houdt en laat weten alleen te kunnen instemmen met de jacht in geval van natuur- en faunabeheer. De Partij voor de Dieren wil, zoals verwacht, dat er zo spoedig mogelijk een einde komt aan de jacht.
VVD: ‘Jagers hard nodig voor effectief en actief natuurbeheer’

 De VVD pleit voor een ‘effectief en actief natuurbeheer’, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor jagers. Die zorgen immers voor de instandhouding van de biodiversiteit, aldus de partij. De liberalen koersen af op nieuwe wetgeving die erop gericht is dat de stand van een diersoort regionaal wordt bepaald. Ook wil de VVD een nieuw telprotocol invoeren.

CDA: ‘Natuur kan niet zonder goed opgeleide jagers’

Het CDA is voorstander van een ‘doeltreffend faunabeheer’. Een dergelijke aanpak, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor fauna- en wildbeheereenheden én opgeleide jagers, is essentieel voor het behoud van gezonde dierpopulaties, staat in het verkiezingsprogramma van de christendemocraten. ,,Jagers, als vakbekwame vrijwilligers, dragen bij aan verkeersveiligheid, fungeren als waarnemers in landelijke gebieden en zijn betrokken bij het beheer en de bestrijding van schade.”

CDA: ‘Geen plaats voor de wolf in Nederland’

Net als de VVD is het CDA voor de invoering van een nieuwe telmethodiek. Die zou het hele leefgebied van diersoorten moeten bestrijken, zodat een op maat gemaakt faunabeheer mogelijk is.

Voor de wolf is wat het CDA betreft geen plek in Nederland. ,,De Europese beschermde status (van de wolf, red.) moet omlaag, zodat de populatie in Nederland kan worden beheerd”, aldus de christendemocraten in hun inmiddels vastgestelde verkiezingsprogramma.

BBB: ‘Meer vertrouwen in jagers dan in theoretische modellen’

 BBB vertrouwt, als het natuurbeschermingsbeleid gaat, meer op deskundigen in het veld dan op theoretische modellen, aldus het inmiddels vastgestelde programma. Bij het vaststellen van beleid rondom de jacht, hecht BBB sterk aan waarnemingen van ‘mensen die weten waar ze over praten’, zoals jagers, boeren, telers, tuinders, vissers en terreinbeheerders. BBB is zelfs bereid voor hun inzet te betalen. Daarnaast worden hun bevindingen gebruikt om een nieuwe ambitie voor de Nederlandse biodiversiteit te formuleren. ,,Deze ambitie wordt leidend in de gesprekken met de Europese Unie en maatgevend voor nieuwe Nederlandse doelstellingen”, aldus BBB.

BBB: ‘Boerennatuur is óók natuur”

De relatieve nieuwkomer in de Nederlandse politiek merkt verder op dat ‘boerennatuur ook natuur is’. ,,Onderhoud en beheer van natuur besteden we uit aan de lokaal gevestigde agrariërs en het beheer van de wildstand aan jagers.”

ChristenUnie: ‘Jagen ja, maar niet als sport’

De ChristenUnie is eveneens voorstander van de jacht, zolang die maar ten dienste staat van goed faunabeheer en schadebestrijding. De christelijke partij is uitdrukkelijk van mening dat jagen géén sport mag zijn. Afgeschoten wild moet als voedsel worden aangeboden, aldus de ChristenUnie.

 


GroenLinks/PvdA: ‘Beheerjacht ja, maar slechts in uitzonderlijke gevallen’

Als het aan GroenLinks/PvdA ligt, is het binnenkort afgelopen met wat ze noemen de ‘plezierjacht’ in Nederland en is er enkel nog plaats voor beheerjacht. Zelfs die laatste vorm van jacht dient enkel te worden toegestaan in uitzonderlijke gevallen, zo vinden GroenLinks en PvdA. ,,Beheerjacht staan we alleen toe bij bedreiging van de volksgezondheid, veiligheid en biodiversiteit en als bewezen is dat andere – diervriendelijke  – alternatieven niet werken.”

D66: ‘Juridische status van dieren versterken’

D66 gaat nog een heel stuk verder. De partij is van plan ‘de juridische status van dieren versterken’, aldus het conceptverkiezingsprogramma. ,,D66 wil dieren voor de wet erkennen als wezens met bewustzijn en gevoel”, zo staat te lezen op pagina 159.

PVV: ‘Stroperij keihard aanpakken’

De PVV is niet alleen fel tegenstander van de ‘plezierjacht’, maar neemt ook een keihard standpunt in als het gaat om zaken rondom de jacht die het daglicht niet kunnen verdragen. ,,Illegale  handelaren, malafide broodfokkers, stropers en trofeejagers dienen ( ) hard te worden aangepakt en bestraft, evenals de in- en export en de doorvoer van handel in hieruit verkregen producten.”




Rechter gaat ten onrechte voorbij aan argumenten Jagersverenigingen en FPG

NOJG
DEN HAAG – De rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland verbiedt. De Jagersvereniging, de NOJG en FPG zijn teleurgesteld over het vonnis. Met name het gebrek aan inhoudelijke behandeling van de argumenten en onderbouwingen die de verenigingen hebben aangedragen is opvallend.

Met deze uitspraak is het begrip een ‘gunstige staat van instandhouding’ en het aantal konijnen en hazen er daarbij in Nederland behoort rond te lopen, vrijwel volledig afhankelijk geworden van de zienswijze van de minister. De rechtbank toetst de besluitvorming van de minister nagenoeg niet en stelt de politieke visie van de minister op de staat van instandhouding voorop.

Afhankelijk van politieke wind
De jacht lijkt hiermee niet langer een fundamenteel recht, maar eerder afhankelijk te zijn van de politieke wind die er op een bepaald moment waait. Willem Schimmelpenninck, directeur van de Jagersvereniging: “Het feit dat de minister van de rechter zoveel ruimte krijgt is niet wenselijk en niet passend bij het feit dat het recht om te jagen onderdeel is van het eigendomsrecht. Een uitspraak als deze kan verstrekkende consequenties hebben. Als de uitspraak wordt gebruikt om alle algemeen voorkomende diersoorten voortaan zo te benaderen, heeft dit grote maatschappelijke gevolgen voor onder meer huizen- en wegenbouw en andere activiteiten waarbij dieren kunnen worden verstoord.”

Rene Leegte, de voorzitter van de NOJG is dat van harte met hem eens: “de uitspraak heeft meer impact dan de rechtbank kennelijk voor ogen heeft gehad. Bovendien is het gebrek aan inhoudelijke motiveringen opvallend en wekt de niet-ontvankelijkheidsverklaring van de verenigingen grote verbazing”.

Enerzijds staat in het vonnis dat het goed is om beoordelingsprocedures en rekenmethoden ter discussie te stellen, anderzijds geeft de rechter met het vonnis de minister bijna volledige vrijheid van handelen, waardoor een serieuze toetsing van de gehanteerde procedures en methodes ontbreekt.

Regulering eigendomsrecht
De belangrijkste vordering van de Jagersverengingen en de FPG was het terugdraaien van het onrechtmatige besluit van de minister om de Regeling natuurbescherming (Rnb) te wijzigen, zodat de jacht op haas en konijn in heel het land weer mogelijk zou zijn in het jachtseizoen. De rechter bevestigde in haar vonnis dat de minister met haar besluit de Rnb te wijzigen inderdaad het eigendomsrecht reguleert. Deze regulering is volgens de rechter toegestaan, omdat daarvoor een wettelijke basis bestaat en omdat deze regulering proportioneel is (oftewel niet te ver gaat). De jagersverenigingen en de FPG blijven echter bij hun standpunt dat de wettelijke basis hiervoor ontbreekt, omdat de minister heeft besloten een strengere toetsing toe te passen voor de staat van instandhouding dan in de wet is opgenomen en omdat het niet nodig was op de jacht op deze wijze te verbieden.

‘Gunstig’ of ‘in het geding’
De minister heeft de algemeen voorkomende soorten haas en konijn langs de meetlat van de Europese habitatrichtlijn gelegd en getoetst of de soorten in een ‘gunstige staat van instandhouding’ verkeren, in plaats van dat hun ‘staat van instandhouding in het geding is’. Bovendien werd opnieuw als referentiejaar voor de populatiedaling het jaar 1950 genomen, waarvan onderzoek inmiddels uitvoerig heeft aangetoond dat de tellingen in dit jaar geen landelijke, maar regionale cijfers betrof.
Daarnaast staan op habitatrichtlijn-lijst alleen diersoorten die toen die richtlijn in werking trad (1994) bedreigd waren. De advocaten van de Jagersvereniging en de FPG hebben de rechter voorgelegd dat de toepassing van de habitatrichtlijnmethode voor de bepaling van de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten, zoals de haas en het konijn onrechtmatig is. Ook in andere Europese landen is dit niet gebruikelijk.

Deze methode neemt als vertrekpunt dat de populatie van de dieren in de habitatrichtlijn-lijst even hoog moet zijn als in 1994. Er hoeven namelijk anno 2023 niet evenveel hazen en konijnen te zijn als in 1994. Immers in 1994 waren deze dieren niet bedreigd en zijn daarom niet opgenomen in de habitatrichtlijn-lijst. In het verlengde hiervan hebben de advocaten het verbod aan de Staat gevorderd om de habitatrichtlijnmethode in de toekomst toe te mogen passen voor de bepaling van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit zijn wezenlijke vorderingen die belangrijk zijn voor de vraag hoe wij in Nederland met wilde dieren willen omgaan en samenleven, maar ze zijn zonder afdoende inhoudelijke argumentatie door de rechter aan de kant geveegd.

Niet ontvankelijk
Daarnaast is het opvallend dat de verenigingen als belangenbehartigers van de jagers in Nederland niet ontvankelijk worden verklaard. De advocaten van de jagersverenigingen en de FPG zeggen hierover: “Verenigingen hebben een (grond)recht om besluiten die hun eigen belang raken aan de rechter voor te leggen. Dit miskent de niet-ontvankelijkverklaring van de verenigingen. Omdat we dit probleem al hadden voorzien hebben we hebben vanaf het begin twee WBE’s en drie individuele jagers mee laten doen als ‘eisers’. Feitelijk moest de rechtbank dus linksom of rechtsom een inhoudelijke uitspraak doen”.

Discussie noodzakelijk
Hoewel het vonnis van de rechtbank in Den Haag veel vragen oproept, benadrukt voorzitter van de Jagersvereniging Theo ten Haaf om ondanks de teleurstelling niet bij de pakken neer te gaan zitten. “Daarvoor is het belang van de jager en onze missie veel te belangrijk. De brede rol die jagers spelen in het Nederlands landschap blijft cruciaal, zeker nu mensen en dieren elkaar steeds vaker in de weg zitten. Ook na dit vonnis blijft het belangrijk om goede relaties te onderhouden met de politiek en andere belanghebbenden. Wij blijven politieke partijen onverminderd benaderen met onze standpunten. Met een bezoek van de minister in het vooruitzicht zullen wij de belangen van de jagers en de passie waarmee onze mensen zich inzetten voor de Nederlandse natuur blijvend voor het voetlicht brengen. Zonder rechtszaak hadden we geen discussie gehad over beoordelingsmethoden, rekenmodellen en het begrip ‘staat van instandhouding’. Deze discussie is wel noodzakelijk om de in de toekomst de wetenschappelijke grondslag van de beleidsvorming te verbeteren. Hoewel dit zich op dit moment niet heeft vertaald in een positieve uitspraak, is het zaak dat u zich blijft inzetten voor de jacht en wetgeving op basis van betere data en beoordelingsmethoden.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG houdt ook de moed erin: wij zullen samen met de Jagersvereniging het gespreek met de minister aangaan tijdens de komende bijeenkomsten. De politieke lobby, zeker in deze politiek spannende tijden, gaat onverminderd voort.”

Rene Leegte roept de leden van de NOJG op om de ALV van 16 november aanstaande te bezoeken om mee te praten over deze uitspraak en te discussiëren over de toekomst: “de inbreng van onze leden in deze discussie is van groot belang”.

Hoger beroep
De Jagersvereniging, de NOJG en de FPG zullen het vonnis van de rechtbank uitvoeriger bestuderen en in onderling overleg besluiten of het wenselijk is in hoger beroep te gaan. Dit moet binnen drie maanden worden ingediend.

De volledige uitspraak van de rechter vind hier:ECLI NL RBDHA 2023 14822

 




Uitspraak Bodemprocedure voor opening jachtseizoen

De uitspraak van rechtbank in Den Haag in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland sluit wordt verwacht op woensdag 11 oktober a.s. Of de jacht op haas en konijn vervolgens wordt geopend, hangt af van de uitspraak. Vanzelfsprekend brengen wij samen met de andere belanghebbenden, waaronder de Jagersverening en de FPG, onze leden direct op de hoogte van de uitspraak en de gevolgen hiervan.

Vooralsnog is de rechtbank van plan de uitspraak per post naar betrokken partijen te versturen. Onze advocaten hebben de rechtbank verzocht de uitspraak per e-mail toe te sturen, zodat de uitspraak op 11 oktober bij iedereen bekend is. Lukt dit niet, dan zullen de advocaten zich maximaal inspannen de uitspraak op die dag alsnog via een andere weg te verkrijgen. Het bijwonen van de uitspraak in de rechtbank is niet mogelijk, dit heeft de rechter expliciet vermeld.

Grondige toetsing

De uitspraak omvat naar wordt gehoopt en verwacht een grondige toetsing van de beslissing van de minister, alsook de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen en de FPG medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 ook oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding.

Opening jacht haas en konijn

De Jagersvereniging, de NOJG, de FPG en andere belanghebbenden hebben bij de rechter negen punten aangekaart, waarop zij in het gelijk gesteld hopen te worden. De primaire inzet is de opening van de jacht op haas en konijn in heel Nederland bij aanvang van het jachtseizoen 2023/2024. Of dit op 15 oktober a.s. ook daadwerkelijk kan, hangt van het aantal punten waarop we in het gelijk worden gesteld en of de minister per direct uitvoering geeft aan de uitspraak. Ook zou de minister zich in een reactie op de uitspraak kunnen wenden tot een kort geding of een verzoek tot schorsing van de uitspraak kunnen indienen.

Vertrouwen

De uitspraak is van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur van de Jagersvereniging Willem Schimmelpenninck: “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Tijdens de zitting van de bodemprocedure tegen de Staat op maandag 21 augustus jl. kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen.”

Uitspraak

Direct na de uitspraak op 11 oktober zullen de betrokken verenigingen en de advocaten de uitspraak grondig bestuderen en zich – indien nodig – beraden op vervolgstappen. Daarnaast verwachten we na de uitspraak ook de terugkoppeling op onze vragen die voorafgaande aan de zitting van de bodemprocedure op 21 augustus aan de landsadvocaat zijn gesteld.




Actie Jachthuis Leimuiden “Red de jacht”

Red de jacht en biedt op het prachtige Laksen Huntsman Automatic G2 horloge
Uniek en gelimiteerde uitgave van wereldwijd slechts 75 stuks
Bieden vanaf € 650,-
Horloge wordt verkocht aan de hoogste bieder en de opbrengst gaat volledig naar:
https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Zie voor meer info over het horloge op:
https://www.jachthuisleimuiden.com/a-64873966/overig/laksen-huntsman-automatic-g2-horloge-bronze/#description

 
Stuur een e-mail met uw bod naar: info@jachthuisleimuiden.nl
Bieden mogelijk tot 15 september 2023



Vragen Rechtbank tijdens bodemprocedure tegen verbod jacht op haas en konijn

Tijdens de zitting op maandag 21 augustus jl. van de bodemprocedure tegen de Staat kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen. Daarnaast had de rechtbank een drietal vragen, waarmee zij de vinger precies op de zere plek wist te leggen.

 Wat ging vooraf?

In 2021 gaf de minister voor Natuur & Stikstof de opdracht om de staat van instandhouding van haas en konijn te toetsen aan de hand van de Habitatrichtlijn-methode. De conclusie van dit onderzoek was dat – ondanks dat er honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen in Nederland zijn – het haas en het konijn in zeer ongunstige staat van instandhouding verkeerden. De minister greep dit onderzoek aan om de jacht op het konijn in heel Nederland en de jacht op het haas in drie provincies niet te openen. Daartoe besloot ze in 2022 en is ze voornemens dat ook in 2023 te doen. Deze Habitatrichtlijn-methode is nooit eerder gebruikt om de staat van instandhouding van algemene soorten als de haas en konijnen te bepalen en is volstrekt ongeschikt daarvoor volgens meerdere experts. Mag deze Habitatrichtlijn-methode überhaupt worden gebruikt om de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten te toetsen? En is de staat van instandhouding werkelijk in het geding volgens de criteria van de Wet natuurbescherming? Deze vragen stonden centraal tijdens de zitting afgelopen maandag, getuige ook de vragen van de rechtbank:

Vraag 1. Is de wetenschap het erover eens dat de habitatrichtlijn geschikt is om de staat van instandhouding van hazen en konijnen te toetsen?

De rechtbank vroeg partijen of er wetenschappelijke consensus is over het gebruik van de Habitatrichtlijnmethode voor het haas en het konijn en of de methode elders is toegepast op de haas en het konijn. Nee, zo moest ook de Staat toegeven tijdens de zitting. Onze advocaten en de ecoloog van de Jagersvereniging, hebben toegelicht dat de Habitatrichtlijn-methode een ongeschikte methode voor hazen en konijnen is omdat deze uitsluitend van toepassing is op zogenaamde Habitatrichtlijn-soorten (bedreigde soorten). Nergens in Europa wordt de Habitatrichtlijnmethode zoals toegepast door de onderzoekers überhaupt gebruikt voor soorten die niet onder de Habitatrichtlijn vallen. Verklaringen van onze experts prof. dr. Gortazar en prof. dr. Hackländer bewijzen bovendien dat er geen consensus over bestaat. Zij zijn de absolute wereldtop op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar hazen en konijnen en verklaren klip en klaar dat de Habitatrichtlijnmethode ongeschikt is voor deze soorten. De Staat had deze methode dus niet mogen gebruiken en had andere methoden moeten laten onderzoeken.

 Vraag 2. Zijn er alternatieve methoden voor het toetsen van de staat van instandhouding van hazen en konijnen?

Er zijn legio geschikte methodes om de staat van instandhouding van algemene soorten te bepalen, waaronder of er genoeg voortplantende individuen zijn. Dit is wat de minister in het verleden altijd heeft gedaan voordat hij de Habitatrichtlijnmethode van stal haalde. De wetgever toetste overigens ook in 2016-2017 of de staat van instandhouding van hazen en konijnen gunstig is en gebruikte daarbij uitdrukkelijk niet de Habitatrichtlijnmethode. De Groene Status van Soorten-methode van de International Union for Conservation of Nature (de IUCN) is bovendien ook geschikt voor hazen en konijnen. Deze methode is ontwikkeld door een gerenommeerd internationaal instituut in samenwerking met meer dan 200 wetenschappers van over de hele wereld. De Groene Status van Soorten-methode is bovendien op alle soorten van toepassing, en dus ook op hazen en konijnen. Maar waarom is deze methode dan niet gebruikt? Omdat het niet meet wat we willen weten, zo luidde de reactie van de zijde van de Staat, zonder daarvoor enige onderbouwing te geven. In tegendeel, zo verklaarde de ecoloog van de Jagersvereniging op basis van een uitvoerig rapport die wij hebben ingebracht als processtuk. De Groene Status van Soorten-methode sluit juist goed aan bij de criteria voor het toetsen van een gunstige staat van instandhouding volgens de Wet natuurbescherming: namelijk dat “uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven”.  En wat blijkt, de Groene Status van Soorten methode wijst uit dat de staat van instandhouding van het haas en het konijn allerminst in het geding is, zo concludeert ook expert prof. dr. Gortázar in zijn verklaringen die zijn ingebracht in de procedure.

Vraag 3. Hebben de Jagersverenigingen wel een belang in de bodemprocedure?

De derde vraag van de rechters ging over de ontvankelijkheid van de Jagersverenigingen. Hebben wij wel een zogenaamd belang in dit proces? Fauna-4-life en Animal rights, de twee stichtingen die zich voegden aan de zijde van de Staat, probeerden dit aan te vechten. Wij konden zelf dit soort formele argumenten gebruiken tegen de stichtingen, maar hebben ervoor gekozen dit niet te doen omdat wij menen sterk te staan in het inhoudelijke juridische debat. Het verbaast ons dat de stichtingen voor een dergelijke formalistische processtrategie kiezen. Natuurlijk hebben we wel een belang, we zijn immers de belangenbehartigers van het jagen als maatschappelijk instituut. Deze vraag werd dan ook deskundig en positief beantwoord door onze advocaten. Niet dat het uitmaakt, de rechter zal hoe dan ook een uitspraak doen. Al was het maar omdat de ontvankelijkheid van de individuele jagers aan onze zijde niet is aangevochten.

Op woensdag 11 oktober a.s. zal de rechtbank Den Haag een uitspraak doen in deze procedure en weten we hoe de rechters erover denken. We wachten de uitspraak met spanning maar ook met vertrouwen af.

 




Rechtbank Den Haag behandelt Bodemprocedure over Sluiting Jacht op Konijn en Haas

Gisterochtend, 21 augustus 2023, vond in de rechtbank van Den Haag de langverwachte zitting plaats in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijnen in heel Nederland en hazen in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Deze sluiting wil de minister voor Natuur en Stikstof ook het komende jachtseizoen handhaven. Een bomvolle rechtszaal bood plaats aan vertegenwoordigers van de Jagersvereniging, FPG en de NOJG, die gezamenlijk het besluit van de minister aanvechten.

 

Namens het bestuur van de NOJG waren aanwezig voorzitter Rene Leegte, secretaris Roderik Benoist en bestuurslid Maurice Stassen.

De aanleiding voor de start van de bodemprocedure was de uitspraak van de voorzieningenrechter in oktober 2022. Hierin oordeelde de voorzieningenrechter dat de complexiteit en omvang van de zaak niet geschikt waren voor een kort geding. Met als gevolg dat de ministeriële regeling werd voortgezet en de jacht op haas en konijn niet werd geopend.

Gedurende de zitting hebben de Jagersvereniging, FPG en de NOJG uitgebreide en wetenschappelijk onderbouwde informatie gepresenteerd om de beslissing om de jacht te sluiten, evenals de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan te vechten. Het uiteindelijke doel van de procedure is het verkrijgen van een definitief oordeel over de beoordelingsmethode die moet worden toegepast bij het vaststellen van de staat van instandhouding van deze diersoorten en of die al dan niet in het geding is.

Tom Barkhuysen, de advocaat van de jagersverenigingen de FPG vertelt: “wij hebben als team vandaag de gelegenheid gekregen een sterk en hopelijk overtuigend verhaal aan de rechtbank te presenteren. De voorzitter van de rechtbank heeft ook kritische vragen aan de procespartijen gesteld en wij zijn van mening dat wij die doeltreffend hebben beantwoord.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG zag een gedegen en onderbouwd verweer namens de Jagersverenigingen. “Het was duidelijk dat er geen argument onbesproken werd gelaten om de rechter te overtuigen van het ongelijk van de Staat.”

Maurice Stassen, bestuurslid juridische zaken: “het was duidelijk terug te zien dat de Jagersverenigingen en de FPG de zaken goed hadden voorbereid met onze advocaten, zodat de rechters een omvangrijk pakket goed onderbouwde argumenten kreeg.”

Theo ten Haaf, voorzitter van de Jagersvereniging, was ook aanwezig. Met tevredenheid kijkt hij terug op de inhoudelijke presentatie tijdens de zitting. ”Evelien Jongepier, onze teamleider Ecologie, heeft aan de drie rechters met behulp van een feitelijke, heldere en inhoudelijke uitleg duidelijk gemaakt waarom de minister haar beslissing baseert op onjuist gebruikte methoden voor het vaststellen van de staat van instandhouding voor haas en konijn.”

Directeur van de Jagersvereniging, Willem Schimmelpenninck van der Oije, was ook aanwezig bij de zitting. “Het was een lange zit waarin de voorzitter van de rechtbank alle partijen die aanwezig waren, de gelegenheid gaf hun verhaal te presenteren maar daar ook kritische vragen aan vastkoppelde. Daarnaast merkt Willem op dat: “samen met onze advocaten, onze collega’s van de FPG, de NOJG en niet te vergeten onze voorzitter van de Raad van Advies (red. Tom van Engers) vormen we een goed team. Dat heeft zich vertaald in een sterke presentatie vandaag.” Daaraan voegt hij toe: “ Met spanning maar ook met veel vertrouwen kijken we uit naar 11 oktober a.s. wanneer de rechtbank naar verwachting met een vonnis zal komen.”

Het vonnis wordt inderdaad op 11 oktober verwacht. Dat zal schriftelijk gebeuren, zodra we dat ontvangen hebben zullen we dat met u delen.




Voorbereidingen bodemprocedure in volle gang

De donatiecampagne voor de financiering van de bodemprocedure is voortvarend van start gegaan. Daar zijn de Jagersverenigingen en de FPG ontzettend blij mee. Over een week, op 21 augustus, staan we in Den Haag voor de rechtbank. Op dit moment voorzien onze advocaten de rechtbank van relevante informatie en onderzoeken, waaruit blijkt dat het onterecht en niet nodig is om de jacht op het konijn landelijk en haas in drie provincies tijdelijk te sluiten. De Jagersverenigingen en de FPG hopen dat de rechter nog voor de start van het jachtseizoen hierover zijn uitspraak doet.

Aan de bodemprocedure doen ook naast de NOJG en Jagersvereniging de FPG mee. De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck (Jagersvereniging) : “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Donatiecampagne

Het vergaren van de informatie voor de bodemprocedure en al het werk dat de advocaten verzetten kosten veel geld. Waarom de Jagersvereniging en de andere belanghebbenden het dan toch essentieel vinden dat deze zaak wordt gevoerd, staat onder meer in de zomereditie van De Jager, in het voorwoord van de directeur en het artikel met voorzitter jagersvereniging Theo ten Haaf. U heeft ook een donatiebrief ontvangen via de nieuwsbrief NOJG. Hoewel er al ruim 160.000,- euro is opgehaald, is er meer nodig om te kosten te dekken. Doneren kan voorlopig nog via onze speciale webpagina https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Meest gestelde vragen

De voorbereidingen voor de bodemprocedure lopen al bijna acht maanden. In de tussentijd heeft (inmiddels demissionair) minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof de sluiting van de jacht op hazen in Groningen, Limburg en Utrecht en konijn in heel Nederland tot onze verbazing verlengd naar het komend jachtseizoen 2023/2024. Hier is de Jagersvereniging het niet mee eens. Maar hoe zit dat nu ook alweer precies?

  1. Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?

De twee rapporten waar de minister haar regeling – en ook de verlenging hiervan – op heeft gebaseerd, berusten op onjuiste beoordelingsmethodes en keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Dit betreft een rapport waarin de Rode Lijst status van het haas en het konijn zijn bepaald uit 2020, en een rapport waarin de staat van instandhouding van beiden soorten is getoetst.

Een paar punten, waarin wij ons niet kunnen vinden:

  1. Voor het beoordelen van de Rode Lijst status wordt teruggekeken naar het referentiejaar 1950. Een forse afname van de populatie sinds 1950 leidt tot de beoordeling ‘gevoelig’, zelfs voor zeer algemene soorten zoals hazen en konijnen. Voor het bepalen van Rode Lijst-status van hazen is echter gebruik gemaakt van verouderde gegevens, terwijl bij het vaststellen van de vorige Rode lijst in 2007 wel de meest actuele data is gebruikt. Het gevolg: in het Rode Lijst rapport 2020 wordt een historische afname gerapporteerd die ruim twee maal zo hoog ligt als in 2007 over nagenoeg dezelfde periode. In 2020 kreeg het haas daarom de status ‘gevoelig’, waar deze in 2007 nog ‘thans niet bedreigd’ was. Onbegrijpelijk, vooral omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vastgesteld dat er in 2020 meer hazen waren dan in 2007. Bij gebruik van de juiste gegevens zou de status van de haas in 2020 net als in 2007 ‘thans niet bedreigd’ zijn.
  2. Ook bij het toetsen van de staat van instandhouding zijn verkeerde keuzes gemaakt. Zo is de staat van instandhouding van hazen en konijnen niet getoetst aan de hand van de Wet Natuurbescherming, maar aan de hand van de Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijn is uitsluitend bedoeld voor Habitatrichtlijn-soorten. Dit zijn soorten die op een speciale lijst zijn geplaatst, omdat over deze soorten in 1994 ernstige zorgen bestonden. Voor deze soorten geldt daarom dat de populatiestand niet lager mag zijn dan het niveau in 1994. Hazen en konijnen zijn geen Habitatsrichtlijn-soorten. In 1994 waren er geen zorgen over hazen en konijnen, en met honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen anno nu is de staat van instandhouding van deze soorten absoluut niet in het geding.
  3. Bovendien is bij het toetsen van de staat van instandhouding wel gebruik gemaakt van tellingen uit stedelijke gebieden, maar niet van tellingen uit hazenrijk, agrarisch gebied. Niet alleen zijn de tellingen van de WBE’s buiten beschouwing gehouden, ook de tellingen uit het Meetnet Agrarische Soorten zijn niet meegenomen. Onbegrijpelijk, omdat deze door het CBS gevalideerde gegevens een forse toename laten zien in de hazenstand van wel 40% over de laatste vier jaar. Het gevolg: de hazenstand anno nu ligt op exact hetzelfde niveau als in 1994. Daarmee is de staat van instandhouding van het haas in Nederland, ook volgens de veel te strenge Habitatrichtlijn-methode, ‘gunstig’.

2. Waarom zo’n dure bodemprocedure, verandert dit wel iets?

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaren, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. De huidige onjuiste voorstelling van zaken zal ons namelijk ook in de toekomst in de weg blijven staan, wanneer er andere vragen over populaties, trends en de staat van instandhouding van soorten op tafel komen. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Wij hopen dat de minister bereid zal zijn de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid in te slaan, en zal afwijken van de huidige koers. De huidige koers beschadigt de motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

3. Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel wanneer de minister haar huidige koers doorzet. Daarom sorteren de Jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. De onderzoeken naar de waarde van de door de minister gebruikte rapporten, het gebruik van tellingen, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst. Dit is ook een belangrijke reden om de kostbare bodemprocedure aan te gaan.

4. De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Hoe komt zij dan tot het besluit de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan; ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op de soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten over de staat van instandhouding en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst, hoewel de bevindingen van deze onderzoeksresultaten onjuist zijn.

5. Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?

De minister is bij de sluiting in 2022 uitgegaan van de cijfers van de uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn vorig jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan was de trend in Utrecht stabiel. Ook in 2023 blijkt de meerjarentrend in Utrecht weer stabiel. Daarmee vervalt de basis waarop de minister besloot tot een sluiting in de provincie Utrecht. Desondanks heeft de minister besloten om ook voor komend jachtseizoen de jacht op het haas gesloten te houden.

6. Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de Jagersvereniging alsnog onterecht om de jacht te sluiten?

De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers ook dat het jachtveld waar hij zorg voor draagt een grote diversiteit aan flora en fauna heeft. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke wildstand te bewaken niet in acht nemen.

7. Waarom zijn de teldata van jagers niet meegenomen in de besluitvorming van de minister? Waarom zijn die data niet gevalideerd?

In aanloop naar de voorjaarstellingen heeft de Jagersvereniging zich ingezet voor het vergroten van het vertrouwen in de tellingen van de WBE’s. De nieuwe handleiding voorjaarstellingen is positief ontvangen door het CBS, en we zijn gezamenlijk aan de slag met de bestaande WBE-tellingen. Desondanks heeft de minister ook in haar besluit over komend jachtseizoen geen gebruik gemaakt van de tellingen van de WBE’s.

Zitting bijwonen

De NOJG, Jagersverening en FPG en andere belanghebbenden kunnen op maandag 21 augustus om 09:30 uur alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting in de rechtbank van Den Haag.

U kunt daarbij aanwezig zijn en op die manier onze stellingen kracht bij zetten. Het is dan wel van belang dat u even een mailtje stuurt naar M.stassen@nojg.nl, zodat we weten hoeveel mensen er komen.

 




Nieuwsbrief Augustus 2023 – Praktijk Centrum Jacht en Fauna

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download