Onlangs heeft de Regiegroep¹ Ganzen haar advies aangeboden aan de provincie. Het advies is bedoeld voor het nieuw provinciale ganzenbeleid. De Regiegroep heeft de gedeputeerde gevraagd het advies mee te nemen bij de uitwerking van nieuw ganzenbeleid. In het voorjaar van 2024 besluit de provincie over het nieuwe ganzenbeleid. Dan wordt duidelijk hoe de provincie de komende jaren de ganzenschade gaat aanpakken.
Aanvragen ontheffingen faunabeheer Zeeland vanaf nu via nieuw loket
Het aanvragen van omgevingsvergunningen faunabeheer zou vanaf 1 januari 2024 makkelijker moeten gaan. Dat komt omdat vanaf nu alle vragen en aanvragen over die ontheffingen via het nieuwe 1-loket van de Faunabeheereenheid (FBE) lopen.
De bedoeling is dat het nu overzichtelijker is door de centrale registratie in het faunaregistratiesysteem.
Gegevens op 1 plek
Met deze verandering is een langgekoesterde wens van Provinciale Staten in vervulling gegaan. Er wordt al enkele jaren gesproken over de aanvraagprocedure van ontheffingen. Tot nu toe moest dat rechtstreeks bij de Provincie Zeeland. Dat leidde ertoe dat er geen goed overzicht was, en de cijfers van het afschot op verschillende plaatsen werden geregistreerd.
Kortom: bundelen op één plek. Dat gebeurt vanaf 1 januari dus bij de FBE. Via de 1-loket button op de website van de organisatie kom je bij alle informatie over het aanvragen van een ontheffing. Vervolgens kun je daar ook de aanvraag indienen. Ben je bijvoorbeeld agrariër en heb je faunaschade, waarvoor het mogelijk is om een vergunning aan te vragen, dan moet je bij de FBE zijn.
Toetsing provincie
Met de overstap naar het 1-Loket is de aanvraag (het formulier) ook gelijk wat simpeler en concreter gemaakt. Overigens is het niet zo dat de Provincie nu niets meer doet. De aanvragen worden gedaan via de FBE. Daarmee wordt de FBE vergunninghouder en dus eindverantwoordelijk. De FBE dient vervolgens als eindverantwoordelijke de aanvragen in bij de Provincie. Die toetst vervolgens of ze aan de wet voldoen en of de ontheffing verleend kan worden.
Het overzicht heeft uiteindelijk de FBE. Als eindverantwoordelijke weten zij vanaf volgend jaar precies wie er allemaal een ontheffing hebben, en hoeveel afschot er is aan het einde van het seizoen. Die cijfers worden doorgegeven aan de Provincie en aan Provinciale Staten. Op die manier is er goede controle en duidelijkheid voor iedereen.
Meer weten?
Als het gaat om vragen over de aanvraag of het doen van de aanvraag kunt u hier terecht. Ook kunt u rechtstreeks contact opnemen met de FBE Zeeland via: 0113-784030 of zeeland@fbezeeland.nl
Bron: Provincie Zeeland
Aantallen ganzen in de winter is stabiel
Onlangs verscheen de Vogelbalans 2023, het jaarlijkse overzicht van belangrijke ontwikkelingen bij de vogelpopulaties in Nederland. Uit deze uitgave van Sovon blijkt dat het aantal in de winter in Nederland verblijvende ganzen de laatste tien jaar stabiel is. Wat broedvogels betreft, bevindt ongeveer de helft van de populaties zich in een ongunstige staat. Vooral in agrarisch gebied nemen veel soorten af.
Op basis van verschillende vogeltellingen is Sovon Vogelonderzoek Nederland in staat om populatietrends te laten zien van 199 soorten broedvogels en van 209 vogelsoorten die Nederland alleen tijdens de seizoentrek aandoen of hier overwinteren. De meeste tellingen lopen al sinds de jaren zeventig of tachtig van de vorige eeuw. Daardoor is het mogelijk om naar de ontwikkelingen over een periode van 40 tot 50 jaar te kijken.
Een opvallende ontwikkeling is de stabilisatie van de aantallen ganzen die in Nederland overwinteren. Ganzen uit noordelijke streken arriveren bovendien later in het najaar en verblijven daardoor wat korter in Nederland dan voorheen. Vermoedelijk ligt de verklaring in een gunstige voedselsituatie en zachter herfstweer in gebieden ten noorden van Nederland. In totaal verblijven midden in de winter circa 2,4 miljoen ganzen in Nederland. Van de meeste ganzensoorten overwintert nog steeds een groot deel van de internationale populatie in Nederland.
In het agrarisch gebied is het aantal broedvogels sinds 1990 bijna gehalveerd. Alleen in andere open natuurgebieden zijn de afnames nog groter. Daar zijn soorten als de wulp, velduil en blauwe kiekendief bijna verdwenen. In bos en moeras is het beeld overwegend positief. Veel broedvogels profiteren van moerasherstel en van ouder wordende, gevarieerdere bossen.
De Vogelbalans 2023 geeft tevens een overzicht van de impact van hoog-pathogene vogelgriep. In Nederland is bij zeker 65 vogelsoorten vogelgriep vastgesteld. Er wordt geschat dat de grote stern en slechtvalk het zwaarste werden getroffen. Waarschijnlijk stierf in 2022 ongeveer 30% van grote sterns die in Nederland broeden. Bij slechtvalken werd de winterpopulatie hard getroffen. Mogelijk stierf tot ruim de helft van de valken doordat ze besmette vogels aten. Ook grote mantelmeeuwen, buizerds en knobbelzwanen werden zwaar getroffen, net als enkele eendensoorten.
De Vogelbalans 2023 is te vinden op de website van Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Provincie Zeeland schaft leges voor aanvraag tegemoetkoming faunaschade af
Vanaf 2024 gaat de provincie Zeeland geen leges meer heffen bij aanvragen voor tegemoetkoming van faunaschade. Dit besluit is genomen om leges geen bezwaar te laten zijn voor agrariërs die een tegemoetkoming willen aanvragen.
Motie ingediend en aangenomen
De motie ‘Afschaffen leges tegemoetkomingsaanvraag faunaschade’ werd tijdens de behandeling van de begroting 2024 van de provincie Zeeland, ingediend en aangenomen. De Provinciale Staten hebben daarop besloten vanaf 2024 geen leges meer te heffen. Vanaf 2024 zal er daarom niet meer gevraagd worden om leges te betalen voor een tegemoetkomingsaanvraag Faunaschade in de provincie Zeeland.
Aanvragen nieuwe ‘ omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit’ 2024
Bij de nieuwe aanvragen van een ‘omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit’ zijn de jachthouders als eerste aan de beurt.
Dit komt omdat de Omgevingswet op 1 januari 2024 ook gevolgen heeft voor het aanvragen van de ‘omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit’ zoals de jachtakte gaat heten. De omgevingswet brengt met zich mee, dat er veel nieuwe termen en uitdrukkingen in staan, die aangepast zijn aan deze wet. Ook nieuwe artikelen en besluiten waarna verwezen dient te worden in de bekende toestemmingen en een nieuw model aanvraagformulier voor de omgevingswet jachtgeweeractiviteit, die eigenlijk niet veel veranderen v.w.b de voorwaarden en eisen, voor de aanvragers.
U dient de volgende bescheiden mee te nemen:
- Een volledig ingevuld aanvraagformulier voor de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit.
- Bescheiden waaruit blijkt dat u in de gelegenheid bent tot jagen:
- Een jachthuurovereenkomst (of eigendomsrecht).
- Een toestemming om in of buiten gezelschap jachthouder te jagen .
- Een goed lijkende, recente pasfoto in kleur (omdat u een nieuw document krijgt, dient iedere aanvrager deze aan te leveren).
- Het inlichtingenformulier (WM32) met opgave van 3 referenten inclusief de handtekeningen van hen.
- Een WA-jacht verzekeringsbewijs waaruit de volgende gegevens blijken (het NOJG verzekeringsbewijs voldoet aan al deze voorwaarden):
- de naam en het adres van de verzekeraar;
- de naam en het adres van de verzekeringnemer;
- het polisnummer;
- de dagtekening en het jaar van de ingang en het einde van de dekking;
- de aanduiding van de personen die als verzekerden worden aangemerkt;
- het gebied waarin de verzekering van kracht is;
- het verzekerde bedrag van ten minste € 1.000.000 per gebeurtenis;
- bewijs van lidmaatschap WBE (geldt alleen voor aanvragers die tevens jachthouder zijn).
Zie voor een volledig overzicht van alle benodigde bescheiden onze webpagina ‘omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit aanvraag‘ en de aparte pagina met alle formulieren ten behoeve van een aanvraag/verlenging ‘omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit’ en ook de nieuwe Jachthuurovereenkomsten en toestemmingen grondgebruiker gebaseerd op de Omgevingswet.
Alle jachtaktehouders dienen voor het verlengen van hun jachtakte ook al is die nog niet vol, een nieuwe aanvraag in te dienen met een nieuw formulier en bijgevoegd een pasfoto. Dit kun je hier downloaden.
Let op: Op het aanvraagformulier voor de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit, dat je van de politie hebt ontvangen of nog zult ontvangen, staat vermeld dat de aanvrager een kopie van zijn jachtdiploma moet bijvoegen. Het is echter belangrijk op te merken dat deze vereiste alleen van toepassing is op nieuwe aanvragers. Indien je reeds in het bezit bent van een jachtakte en een aanvraag indient voor het jaar 2024/2025, is het niet nodig om een kopie van het jachtdiploma bij te voegen. Je hoeft maar één pasfoto bij te voegen , want er wordt een kleuren scan gemaakt van je omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit. Indien je Europees vuurwapenpas ook vernieuwd dient te worden, dien je daar ook een pasfoto voor bij te voegen. Het huidige nummer jachtakte blijft HETZELFDE voor de Omgevingsvergunning, dus kun je dit invullen op je aanvraagformulier en evt. op de uit te schrijven toestemmingen in of buiten gezelschap jachthouder. Bij vraag 7 wordt gevraagd de wapens op te geven. Hiervoor mag men een kopie van de bijlage huidige jachtakte bijvoegen, daar staan immers alle wapens op en ook de evt in medegebruik zijnde wapens en kan er dus niets mee mis gaan. |
De benodigde formulieren voor de aanvraag/verlenging veranderen dus in principe niet veel en je dient nog steeds een afspraak voor het in persoon aanvragen van de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit te doen.
Voor bestaande jachtaktehouders zal de nieuwe aanvraag dan ook als een verlenging worden afgehandeld en kost € 68,- wat vorig jaar ook is betaald. Voor nieuwe aanvragers geldt zoals voorheen het tarief van de eerste aanvraag van € 138,-.
Aanvragen nu in twee fasen
Alle jachtaktehouders hebben of krijgen binnenkort een brief ontvangen van de voor hun van toepassing zijnde teams Korpscheftaken, hierin wordt de hele procedure uitgelegd voor de nieuwe aanvragen voor de ‘omgevingsvergunning jachtactiviteit’. Daarin staat dat de teams Korpscheftaken de aanvragen in twee fasen zullen afhandelen. Als eerste worden alle landelijke aanvragen van de jachthouders afgehandeld, daarna pas de overige aanvragen.
Deze keuze is gemaakt om de eerste aanvragers die dus jachthouder zijn, in de gelegenheid te stellen om de zogenoemde in – en buitengezelschap toestemmingen af te geven die voor de overige jachtaktehouders van belang zijn voor hun aanvraag. De teams streven ernaar om vanaf 8 januari 2024 met de eerste fase te kunnen beginnen, afhankelijk van het overige werkaanbod en de beschikbare personele capaciteit.
Gezamenlijk proces
Het voorbereiden van de invoering van de Omgevingswet voor de afgifte van de ‘omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit’ is gezamenlijk opgepakt door de politie en de brancheorganisaties de NOJG en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging. Om de transitie naar de ‘Omgevingswet’ begin januari zo vlot mogelijk te laten verlopen, wordt er van de betrokken partijen ‘de jachtaktehouders’ gevraagd om zich dan ook aan het voorgestelde twee fasen aanvraagproces te houden.
Mochten er voor u zaken niet goed lopen, neemt dan contact op met één van deze partijen, zodat actie kan worden ondernomen om de zaken vlot te trekken.
Nieuwsbrief VVN provincie Utrecht – December 2023
Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. In de nieuwsbrief vindt u deze keer daarom onderwerpen die betrekking hebben op de vergunningverlening onder de Omgevingswet. Het zal voor ons allemaal wennen zijn. Daarom is het belangrijk om contact te houden en zo te zorgen voor een goede samenwerking.
- Het overgangsrecht voor lopende aanvraagprocedures
- Wijzigingen in beslistermijnen
- Flora- en fauna activiteiten en advies en instemming
- Coördinatie bij een wateractiviteit
- Participatie
- Nieuw initiatief – vraag eerst advies bij een ecologisch deskundige
- Wat wijzigt er in de leges?
- Waar kunt u terecht met vragen?
DWHC Nieuwsbrief december 2023
Nieuwsbrief lidmaatschap NOJG en de WA-jachtverzekering 2024
Schapenvet verspreid door drones voorkomt dat reekalveren slachtoffer worden van maaien
Tekst: Persbericht, DJ, SEGES en Technologisch Instituut
Het is aangetoond dat het sproeien van een middel op basis van schapenvet met een drone een effectieve bescherming biedt tegen maaislachtofferschap van reekalveren tijdens het maaien.
Graspercelen zijn een favoriete schuilplaats voor reewild, waar de kalveren in het eerste deel van hun leven dekking zoeken in plaats van vluchten. Bij het maaien van gras in mei en juni lopen reekalveren het risico om tijdens de oogstwerkzaamheden overreden, gedood of verminkt te worden. Het gedrag van verstoppen in het gras is een goede tegen natuurlijke vijanden, maar desastreus in relatie tot moderne maaimachines. Maaislachtoffers zijn dan ook ieder jaar een terugkerend probleem.
Jægernes Naturfond heeft daarom een project gesteund waarin het Deense Jægerforbund, SEGES Innovation, het Technologisch Instituut en Scandinavische Drone Solutions een praktische methode hebben ontwikkeld om het doden en verminken van reekalveren op graspercelen te voorkomen. – We weten uit eerdere studies en modelberekeningen dat jaarlijks tussen de 10.000 en 20.000 reekalveren het risico lopen gedood of verminkt te worden op graspercelen in Denemarken, zegt senior onderzoeker en wildbioloog Carsten Riis Olesen van de Deense Jagersvereniging.
Omdat een groot aantal reekalverenslachtoffer worden van maaimachines willen wij heel graag een bijdrage leveren aan het terugdringen daarvan. Ook de landbouwsector verlangt al lang naar een effectieve methode om deze botsingen, die ook een risico op vergiftiging van het grasvoer met zich meebrengen, te kunnen vermijden, net zoals het voor de tractorchauffeur ook een traumatische ervaring is om dieren te raken, aldus nationaal adviseur Torben Spanggaard Frandsen, SEGES Innovatie.
De methode is in de praktijk getest Het onderzoek heeft zich gericht op het ontwikkelen van een praktisch toepasbare methode, zodat de boer in de drukke oogsttijd de kans krijgt om maaislachtoffers in de moderne landbouw te voorkomen. Reekalveren worden door de geit in open weilanden afgelegd en de eerste weken van hun leven dekken ze zich en reageren ze niet op mensen, machines of roofdieren. Het is dit gedrag dat ze erg kwetsbaar maakt tijdens maaien. Het idee van het project is om een afschrikmiddel op het gebied te plaatsen, waardoor de geit het kalf naar een veilige plek verplaatst, zodat de boer de volgende dag kan maaien zonder het risico te lopen een reekalf aan te raken. In het project is 300 ha geselecteerd. graslanden bij Nørreådalen tussen Viborg en Randers. De nacht vóór de plaatsing van het afweermiddel zijn met behulp van drones met thermische camera’s velden met reekalveren gevonden. De volgende dag wordt het TRICO-afweermiddel met een drone in banen van 3 meter breed, 20 meter de velden met reekalveren gesproeid. De volgende nacht vloog er weer een drone met thermische camera’s, zodat de locatie van de reekalveren op de velden weer gevolgd kon worden.
Het afschrikmiddel werkt
Op de 300 ha. de projectdeelnemers troffen in totaal 12 rauwe lammeren aan en na het sproeien met TRICO werden 11 van de 12 rauwe lammeren door de moeder verwijderd.
- Het laat een statistisch significant effect van het afweermiddel zien als we zowel op veldniveau als op individueel dierniveau onderzoeken, zegt academisch leider Thomas Nitschke, Technologisch Instituut. – We hebben ook geprobeerd te vliegen zonder TRICO te spuiten op een veld met twee kalveren, en er werden de volgende dag nog vier reekalveren afgelegd: dus het vliegen met de spuitdrone zonder TRICO werkte blijkbaar niet afschrikwekkend, voegt hij eraan toe. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat het aanleggen van het afweermiddel TRICO een praktische en effectieve methode is om het doden van rauwe lammeren bij het maaien te voorkomen.
– Het is mogelijk om de maaisterfte van reekalveren aanzienlijk te verminderen door gebruik te maken van het afweermiddel TRICO dat wordt ingezet met een sproeidrone, zegt Jens Rahbek, Scandinavische Drone Solutions. – Het onderzoek heeft echter ook uitdagingen geïdentificeerd; de huidige EU-wetgeving voor het spuiten door drones beperkt het gebruik. Maar we werken er actief aan om deze barrières te slechten, voegt hij eraan toe. Het resultaat kan in de toekomst gebruikt worden door boeren of loonbedrijven, waarbij TRICO eenvoudigweg met een drone of een gewone veldspuit in een border rond de velden wordt gespoten, waardoor de reekalveren de volgende dag ruim voordien van het veld wordt gehaald. De verificatie die de projectgroep heeft uitgevoerd met thermische camera’s is bij het dagelijks gebruik van TRICO niet noodzakelijk, maar eenvoudigweg uitgevoerd om de resultaten te kunnen verifiëren.
Het project wordt gefinancierd door Jægernes Naturfond.
Lees het volledige rapport in het Deens:
Werkzaamheidsstudie van afstotend middel tegen oogstdoden – door preventieve inzet met een drone
Gelderland wil grenzen kunnen stellen aan wolvenpopulatie in de provincie
Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland wil grenzen stellen aan de wolf in de provincie. In nieuw wolvenbeleid staat hoe het college wil toewerken naar een meer beheersbare situatie. De subsidie voor preventie wordt verbreed en het college wil probleemwolven sneller aanpakken. Het provinciebestuur wil eerder tot afschot kunnen overgaan bij onveilige situaties zoals aanvallen op goed beschermd vee. Als in een gebied 2 keer een wolf een wolfwerend raster passeert, moet de wolf daar afgeschoten kunnen worden.
De preventie tegen wolvenaanvallen op weidedieren moet beter, vindt het college. Door de subsidieregeling te verbeteren, moet het draagvlak voor preventieve maatregelen groter worden. Gedeputeerde Staten willen daarom op advies van de Gelderse Wolvencommissie de subsidieregeling hiervoor verruimen naar de hele provincie en alle kwetsbare hoefdieren, zoals pony’s en kalveren. Op dit moment kunnen alleen schapen- en geitenhouders op de Veluwe subsidie krijgen.
De komende jaren wil het college 1 miljoen euro per jaar uittrekken om aanvallen door wolven op vee te voorkomen. Het moet daarbij ook makkelijker worden om subsidie aan te vragen en schades af te handelen. Gedeputeerde Staten vinden het bijvoorbeeld niet meer nodig om DNA-onderzoek af te wachten. Dan kan de schade sneller worden uitgekeerd.
Op de Veluwe leven nu circa 80 wolven. Gezien de vele aanvallen op dieren en een groeiend gevoel van onveiligheid bij mensen vinden Gedeputeerde Staten dat daarmee een maximale wolvenpopulatie is ontstaan in Gelderland. Om populatiebeheer mogelijk te maken, moet er een internationaal wolvenplan komen. Het provinciebestuur doet een dringend beroep op de minister van LNV om hier het initiatief voor te nemen. Bij de Europese Unie wordt gelobbyd om de beschermde status van de wolf te verlagen.
Gedeputeerde Staten leggen het nieuwe beleid voor aan Provinciale Staten met daarbij het verzoek om snel extra geld beschikbaar te stellen om de subsidie voor preventie te verbeteren.
Regiegroep Ganzen geeft advies over ganzenbeleid in Friesland
YuoTube filmpjes mini-workshop “Hoe praat ik over de jacht”
Tijdens de Brede Bijeenkomst NOJG-regio Noord-Holland in Zwanenburg, Noord Holland was er een imago workshop georganiseerd voor jagers en WBE’s over wat jagers kunnen doen om een positief beeld van de jacht uit te dragen.
https://www.nojg.nl/nojg-algemeen/youtube-kanaal-nojg-communicatie
Faunabeheereenheid Zuid-Holland mag van RvS ontheffing verlenen voor het bestrijden van schade konijnen met kuntslicht en geluidsdemper
De Faunabeheereenheid Zuid-Holland mag toch na zonsondergang jagen op konijnen met kunstlicht en met geweren met geluiddemper. Dit vindt de Raad van State.
Voor de jacht op konijnen hebben grondeigenaren een landelijke vrijstelling. Maar daar zitten beperkingen aan. De Faunabeheereenheid vroeg de provincie ontheffing om te mogen jagen in het donker met geweren, kunstlicht, geluiddemper, in de buurt van eendenkooien en in de omgeving van de bebouwde kom. De ontheffing werd verleend door de provincie Zuid-Holland maar de rechtbank in Den Haag stak er een stokje voor. Dat gebeurde na protesten van stichtingen Animal Rights en Fauna4Life.
Voldaan aan voorwaarden
In hoger beroep heeft de Raad van State woensdag de uitspraak van de rechtbank vernietigd. De hoogste bestuursrechter vindt dat voldaan is aan de voorwaarden waaronder de ontheffing verleend mag worden. Die voorwaarden zijn dat er geen andere manier is om de konijnen te bestrijden, dat het jagen nodig is om schade te voorkomen en dat de jacht niet zover mag gaan dat de hele soort van de kaart wordt geveegd. De ontheffing die door de rechtbank Den Haag werd tegengehouden gold voor de periode februari 2019 tot juli 2023. Die periode is voorbij. De uitspraak is toch van belang omdat de Faunabeheereenheid Zuid-Holland een nieuwe ontheffing heeft aangevraagd.
Zie de volledige uitspraak hier :De Faunabeheereenheid Zuid-Holland mag toch na zonsondergang jagen op konijnen met kunstlicht en met geweren met geluiddemper. Dit vindt de Raad van State.
Minister Van der Wal maakt kennis met het werk van jagers in natuurgebied bij Nijkerk
NIJKERK – Minister Christianne van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof) heeft deze week met eigen ogen kunnen zien wat jagers bijdragen aan biodiversiteit en optimalisering van de leefgebieden van kwetsbare diersoorten.
Tijdens een werkbezoek aan de Arkemheenpolder bij Nijkerk kreeg ze uitleg over onder andere ganzenbeheer en het belang van het gebruik van de wildtellingen van jagers.
Het werkbezoek was georganiseerd door de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), de Jagersvereniging en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG). Jagers zijn met hun kennis en kunde van het buitengebied een onmisbare schakel in het agrarisch natuurbeheer.
De minister maakte tijdens haar tocht door de velden kennis met een aantal zaken die voor haar compleet nieuw waren. Zo kwam ze tot de ontdekking dat jagers met hun kennis en kunde van het buitengebied een onmisbare schakel vormen in het agrarisch natuurbeheer.
Weidevogels
Terwijl ze met een verrekijker verschillende weidevogels, eenden en ganzen spotte, werd de minister door o.a. landelijk NOJG-voorzitter René Leegte bijgepraat over de bescherming van kwetsbare soorten tegen een veelheid aan roofdieren. ,,De Arkemheenpolder is een prachtig gebied zoals het is. Goed om eens in de praktijk te zien hoe jagers zich inzetten voor faunabeheer en het in stand houden van dit natuurgebied”, constateerde ze na afloop.
Eén van de verantwoordelijkheden die jagers op zich nemen is het plaatsen van broedkorven. Deze veilige nestplaatsen voor onder meer de wilde eend, zorgen ervoor dat zij hun eieren veilig kunnen uitbroeden. Kraaien, reigers, vossen en andere roofdieren kunnen er niet bij.
Minister Van der Wal ging enthousiast met Willem Schimmelpenninck, directeur van de Jagersvereniging, te water om een broedkorf te plaatsen. ,,Dit is ook wat jagers doen. En dat is ook de reden van mijn bezoek: met eigen ogen zien wat jagers kunnen betekenen voor de balans in het veld.”
Bevolkingsgroei
Minister Van der Wal werd verder bijgepraat over de tellingen van jagers. Daarover is op dit moment onder jagers en natuurbeschermers veel te doen. Zo heeft de bevolkingsgroei van de afgelopen tientallen jaren (alleen al in de gemeente Nijkerk is het aantal inwoners sinds 1994 met 30 procent toegenomen) een enorme impact gehad op de natuur, maar is in de faunabeheerplannen onvoldoende rekening gehouden met dat gegeven.
Doordat er meer gebouwd is, is er bijvoorbeeld minder plaats voor dieren, zoals de haas. Maar het betekent niet per definitie dat het ook slecht gaat met de hazen in de agrarische gebieden rond Nijkerk, zo werd tijdens het bezoek van de minister onderstreept.
Dat laatste past precies in de gesprekken die de NOJG en de Jagersvereniging op dit moment voeren met de minister, aldus René Leegte. ,,De wereld verandert voortdurend en toch houden we vast aan allerlei criteria die niet meer passen bij de doelen die we met z’n allen hebben. Het is goed als dat gegeven onderdeel van de discussie wordt.”
Gesprekken tussen landelijk NOJG-voorzitter en nieuwe topvrouw LNV
DEN HAAG – De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer heeft onlangs uitgebreid kennisgemaakt met Geertje van Hooijdonk, de nieuwe directeur bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Zij is per 15 augustus aangetreden.
Het kennismakingsprogramma, waarvoor ook de Jagersvereniging werd uitgenodigd, vond plaats op initiatief van landelijk NOJG-voorzitter René Leegte. Hij en Geertje van Hooijdonk kennen elkaar al lang. “Geertje heeft gewerkt bij Natuur en Milieu en bij verschillende energiebedrijven, waar ze betrokken was bij de strategie”.
Proces samenwerking
Tijdens de kennismaking ging het niet over de inhoud, maar meer over het proces van samenwerking en hoe daaraan het beste vorm kan worden gegeven, aldus Leegte. “Voor het kennismakingsgesprek hebben wij ook de Jagersvereniging uitgenodigd, omdat het verstandig is met beide verenigingen op te trekken.”
Bodemprocedure
Beide organisaties trekken ook gezamenlijk op in de bodemprocedure tegen de Staat der Nederlanden, waarin de Haagse rechtbank op 11 oktober uitspraak heeft gedaan. De zaak, die draaide om het besluit van de minister om de bejaagbaarheid van de haas en het konijn, is voorlopig gewonnen door het ministerie. ,”Tijdens de ALV op 16 november zal onder meer worden gepeild hoe onze leden staan ten opzichte van een eventueel hoger beroep”, aldus NOJG-voorzitter René Leegte.
Algemene ledenvergadering
Met de uitspraak van de rechter – die niet op de inhoud van tellingen is ingegaan – ligt er voldoende ruimte in de gesprekken rond de stelselwijziging jacht. ,”Een groot dossier dat veel aandacht zal vragen. Als NOJG spelen wij daarbij een belangrijke rol, omdat wij de mensen goed kennen en een goed verhaal te vertellen hebben.”
René Leegte roept da ook de leden van de NOJG op om de ALV van 16 november aanstaande te bezoeken om mee te praten over deze uitspraak en te discussiëren over de toekomst. “De inbreng van onze leden in deze discussie is van groot belang.”
NOJG streeft naar betere samenwerking met toezichthouders
HAAKSBERGEN – De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) spant zich in om te komen tot een betere samenwerking met de natuurtoezichthouders in ons land. Op dit moment zijn verhoudingen tussen boa’s en jagers wisselend. Beide partijen streven ernaar om nader tot elkaar te komen.
,,We hebben heel veel gezamenlijke belangen. De wil om elkaar beter te begrijpen is heel duidelijk aanwezig”, zegt landelijk NOJG-voorzitter René Leegte. Hij voerde onlangs een gesprek met de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Natuurtoezicht (KNVvN), de vakvereniging van toezichthouders. ,,Soms verloopt de samenwerking heel goed, maar soms ook niet. Zo komt het voor dat een boa naar een jager op zijn hoogzit loopt en daarmee de aanzitjacht op een ree verstoord. Dat moet natuurlijk niet. Zo zijn er tal van andere zaken die we kunnen oplossen als we met elkaar in gesprek blijven en de lijntjes kort houden.”
Stadse overheersing
De NOJG en de KNVvN spraken ook over de verschillen in uitvoering bij de Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) in verschillende regio’s. ,,Bij een organisatie als Staatsbosbeheer bijvoorbeeld zie je op landelijk niveau begrip voor jacht en beheer, maar loopt de regionale uitvoering daarvan sterk uiteen”, aldus Leegte. ,,Daar willen we graag verandering in brengen.”
De NOJG en de KNVnN maken zich beiden grote zorgen als het gaat om wat zij betitelen als de ‘stadse overheersing van het platteland’. KNVvN-voorzitter Rolf Overdiep: ,,We hebben te maken met mensen uit de stad die af en toe met hun SUV’s in het buitengebied komen, bijvoorbeeld om hun hond uit te laten. Ze vinden overal iets van, niet in de laatste plaats van de jacht, maar weten niet waar ze over praten. Daarnaast hebben we te maken met onbekendheid vanuit de diverse overheden. Zij hebben wel de verantwoordelijkheden als het gaat om regelgeving en regulering, maar de inhoudelijke kennis van zaken ontbreekt maar al te vaak.”
Interview
Voor het kerstnummer van Jacht & Beheer staat een interview gepland met Rolf Overdiep en Wouter Bax, de vicevoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Natuurtoezicht. Beiden vertellen over hun werk. Daarnaast zetten zij uiteen hoe boa’s te werk gaan. Ook gaan zij nader in op een aantal praktische zaken waar boa’s tijdens de uitoefening van hun werk mee te maken krijgen.