Nieuwe EU natuurherstelwet gepubliceerd

FACE verwelkomt het voorstel voor een nieuwe Natuurherstelwet , dat vandaag door de Europese Commissie is gepubliceerd. Dit zal een belangrijke stap zijn om de natuur in heel Europa terug te brengen. Belangrijk is dat dit de allereerste wetgeving ooit is die expliciet gericht is op het herstel van de Europese natuur, het herstel de 80% van de Europese Habitats die in slechte staat verkeren, en het terugbrengen van de natuur in alle ecosystemen , inclusief bossen, landbouwgrond en zoetwaterecosystemen ( link ).

Het voorstel, dat de vorm aanneemt van een ontwerpverordening, definieert een reeks sleutelbegrippen en stelt juridisch bindende doelstellingen voor natuurherstel vast. Dit betekent dat de lidstaten hun eigen nationale herstelplannen moeten opstellen en de nodige werkzaamheden moeten verrichten om de noodzakelijke herstelmaatregelen vast te stellen om aan de doelstellingen en verplichtingen te voldoen. De wet zal de bestaande ervaringen met maatregelen voor natuurherstel uitbreiden en moet voortbouwen op het goede werk dat door de Europese jagers is verricht, zoals uiteengezet in het FACE-biodiversiteitsmanifest . Belangrijk is dat de lidstaten de belanghebbenden actief moeten betrekken bij het opstellen van herstelplannen om ervoor te zorgen dat plannen goed zijn afgestemd op de nationale omstandigheden.

Vanuit het gezichtspunt van FACE zou de wet belangrijke voordelen moeten opleveren voor klein wild in landbouwecosystemen. Zo worden er doelen gesteld voor een algehele toename van de biodiversiteit en een positieve trend voor graslandvlinders, akkervogels en zeer diverse landschapselementen op landbouwgrond. Wat watervogels, zullen de doelstellingen voor het herstel van wetlands, waaronder veengebieden en rivieren, ook belangrijke resultaten opleveren.

Even opmerkelijk voor bejaagbare en niet-bejaagbare soorten zijn herstelmaatregelen die moeten worden genomen voor in de lijst opgenomen Habitats van terrestrische, kust- en zoetwatersoorten die nodig zijn om de kwaliteit en kwantiteit van die Habitats te verbeteren, onder meer door ze te herstellen, en om de connectiviteit te verbeteren, totdat voldoende kwaliteit en kwantiteit van die Habitats is bereikt.

Nationale herstelplannen moeten de periode tot 2050 bestrijken en minimaal elke 10 jaar worden herzien. De Europese Commissie beoordeelt de ontwerpen van nationale herstelplannen binnen zes maanden na de datum van ontvangst. In het voorstel zijn ook monitoring- en rapportageverplichtingen voor de lidstaten vastgelegd.

Wat de doelen betreft, somt het voorstel een bindend overkoepelend doel op met bindende ecosysteem specifieke doelen. Het eerste houdt in dat de herstelmaatregelen tegen 2030 ten minste 20 % van de land- en zeegebieden van de EU moeten bestrijken en tegen 2050 alle ecosystemen die moeten worden hersteld.

In een reactie op het nieuws van vandaag verklaarde Torbjörn Larsson, voorzitter van FACE : “ We beoordelen het voorstel momenteel in detail, maar we kunnen nu al zien dat dit belangrijke voordelen zal opleveren voor de Europese natuur, wat een centraal verzoek is in onze Europese Jagerscampagne . De rol van belanghebbenden op het platteland, waaronder jagers, bij het vertalen van de wet in succesvolle initiatieven ter plaatse kan niet genoeg worden benadrukt. Het is van het grootste belang om de juiste prikkels te bieden om ervoor te zorgen dat in Europa gebaseerde natuurbehoud projecten waarbij jagers en andere belanghebbenden betrokken zijn, blijven evolueren ”.


 

FACE is de stem van Europese jagers.
Wij zorgen ervoor dat de jacht goed blijft voor de jager, de samenleving en de natuur.
www.face.eu

FACE is de Europese Federatie voor Jacht en Natuurbehoud. FACE, opgericht in 1977, vertegenwoordigt de belangen van de 7 miljoen jagers in Europa als een internationale non-profitorganisatie. FACE bestaat uit nationale jagersverenigingen uit 37 Europese landen, waaronder de EU-27. FACE wordt ondersteund door 7 geassocieerde leden en is gevestigd in Brussel. FACE handhaaft het principe van duurzaam gebruik en is sinds 1987 lid van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN). FACE werkt samen met haar partners aan een reeks jachtgerelateerde zaken, van internationale natuurbeschermingsovereenkomsten tot lokale implementatiekwesties met de doel de jacht in heel Europa in stand te houden.




Boodschap aan de politiek

 

Jagers in bevroren groenbemester

Volgens de Wet Natuurbescherming art 3.20 lid 3 is, Beheer en Schadebestrijding een wettelijke taak van de grondeigenaren, terreinbeheerders als jachthouders en indien deze rechten zijn verhuurd conform art 3.23 zijn dat de jachthouders. Dus niet van actiegroepen, die elke keer menen het beter te weten. Als ze een misstand menen waar te nemen, hebben ze natuurlijk het recht protest aan te tekenen. Echter, de uitvoering van genoemde wettelijke taak zou niet op voorhand stilgelegd mogen worden, maar pas nadat de klager eventueel in het gelijkgesteld is.

Verder is de benutting van wild op zijn gronden een grondrecht van de grondeigenaar. Dat de jager ook nog plezier beleeft aan de jacht, is hierbij volkomen irrelevant.

De invulling van de jacht wordt niet zomaar aan onze 27.000 jagers overgelaten. Elke provincie heeft een FBE (Faunabeheereenheid) die binnen de wet de grote lijn uitzet in haar Faunabeheerplannen die goed gekeurd worden door de betrokken provincies. Tenslotte bepaalt elk van de jachthóúders (kan ook een groepje zijn) in welke mate in zijn gebied wild geschoten mag en soms zelfs móét worden, waarbij verreweg de meesten van hen proberen een gezonde populatie in stand te houden. De meejagende collega’s hebben zich strikt aan hun aanwijzingen te houden, op straffe van uitsluiting. Een jachthouder heeft er geen belang bij zijn wildstand te ruïneren. Bovendien mag men gevoeglijk aannemen, dat de gemiddelde jachthouder veel meer van het wild EN van de natuur begrijpt, dan al de ideologisch gedreven onbenul, dat zoals hier aangegeven, medeverantwoordelijk is voor de afbraak.

Dus Politiek, breng de jacht terug waar ze hoort, vertrouw wat meer op de uitgebreide kennis en ervaring van de jagers EN hun constructieve instelling. Het is eenvoudig absurd, om bij elke maatregel er van uit te gaan, dat de jager niets liever doet dan de natuur te plunderen en uit te buiten.

Heb niet de illusie dat ideologisch gedreven actiegroepen het beter weten, met hun illusie ‘dat de natuur alles vanzelf oplost’. De schade die zij de natuur hebben aangedaan, is bijna onbeheersbaar geworden. Stop daarom met het chicaneren van de jagers bij elke gelegenheid en geef hun de middelen terug om hun wettelijke taak en hun grondwettelijke recht uit te voeren, middelen die hun in de loop van 50 jaar stukje voor stukje zijn afgenomen. En vergoed op zijn minst de kosten van de schadebestrijding.

De wettelijke taak Jachthouder: art 3.20 lid 3 Wn

De jachthouder doet datgene wat een goed jachthouder betaamt om een redelijke stand van de in zijn jachtveld aanwezige wild als bedoeld in het tweede lid te handhaven, dan wel, bij het ontbreken daarvan, te bereiken, en om schade door in zijn jachtveld aanwezig wild als bedoeld in het tweede lid te voorkomen.

De Terrein Beherende Organisaties

Dwing de Terrein beherende Organisaties zoals Staats Bosbeheer en Natuurmonumenten eindelijk eens die wettelijke taak – Beheer EN Schadebestrijding – uit te voeren.

De TBO’s lijden niet onder de stikstofuitstoot van hun buren. De buren lijden onder de predator- en ganzenuitstoot van de TBO’s.

Het gevaar….

Wanneer de jachthouder steeds meer beknibbeld wordt op zijn rechten, zal de motivatie om predatoren te bestrijden afnemen. Dit zal door bepaalde groepen met een meer esoterische opvatting van ‘Moeder Aarde’ luid toegejuicht worden, maar zal onze biodiversiteit verder omlaag brengen.

Dit gevaar is zeer actueel vanwege de dreigende inperking van de bejaagbare soorten en het stoppen van de bestrijding van de vos op grond van een juridisch foutje.

Bureaucratie

Verminder ook de bureaucratie. Jagers en ambtenaren kunnen onmiddellijk sterk ontlast worden door de soorten, waarvoor jaar in jaar uit, ontheffingen verleend moeten worden, simpelweg terug op de wildlijst te zetten. Schaf alle regels af, die de ganzenjacht bemoeilijken, als men werkelijk de ganzendruk wil verminderen.

Deze bureaucratie helpt alleen die groepen, die menen dat de natuur beter af is zonder jagers – maar helpt de wildstand alleen maar verder naar beneden. De Fauna Beheereenheden (FBE) hebben ondertussen voldoende middelen om ongewenste ontwikkelingen bij te sturen.

Criminele bendes

Zet daarentegen zwaar in op de bestrijding van de desastreuze ‘stroperij voor de sport’ met de zo genoemde ‘lange honden’, die sinds het verdwijnen van de Veldpolitie extreme vormen aangenomen heeft. Op één nacht kan een hazenpopulatie, die door de jachthouder jaren zorgvuldig is beheerd, m.b.v. die honden gedecimeerd worden. De gedode hazen worden simpelweg in het veld achtergelaten.

Deze ‘sport’, waarbij met grote sommen (drugs)geld wordt gewed, is opgezet als een militaire organisatie en verlangt dan ook een navenante aanpak.

Terug naar een jachtwet, gebaseerd op de werkelijkheid 

Niet op sentimenten en goede bedoelingen.

Zie verder: De Groene Politiek 

 




Hoe de groene politiek……..

De geschiedenis.

De jagers dachten:

“Laat die dierenknuffelaars maar kletsen”

En toen:  

“Het waait wel over”

En toen:

“Het zijn er maar een paar”

En toen:

“Onze vertegenwoordigers leggen het wel uit”

En toen:

“Die paar zielenpieten in de Tweede Kamer stellen niets voor”

En toen:

“De politiek zal toch niet zo stom zijn?”

En toen:

“Onze vertegenwoordigers gaan wel praten in Den Haag”

En toen:

“Ik stuur een brief naar de krant” (maar hij werd niet geplaatst)

De boeren dachten:

 “Alweer een milieumaatregel”

En toen:

“En wat krijgen we morgen weer?”

En toen:

“Hoe houd ik mijn bedrijf overeind?”

Dierenvriend dacht:

“Wat een lustmoordenaars!”

En toen:

 “Ik stuur een brief naar de krant” (en hij werd geplaatst)

De stedeling dacht:

 “Jagen? Lekker knallen!”

En toen:

“Maar ook wel zielig”

De Jagersverenigingen dachten:

“We gaan het even uitleggen”

En toen:

“Het gezonde verstand zal natuurlijk winnen”

En toen:

“We krijgen de meeste partijen wel mee”

En toen:

“We moeten diplomatiek zijn”

En toen:

“Niet activistisch worden. Dan plaatsen we ons buitenspel”

De tegenpartij dacht:

“We hebben ons netwerk. En een hoop subsidie”

En toen:

“En onze ondergrondse actiegroepen”

En toen:

“Eerst die jagers aanpakken – elitaire patsers. Daarna de boeren”

En toen:

“Die vissers komen later wel”

En toen:

“We hebben de tijd. Ooit zijn ze allemaal veganist”

En op een dag werden jagers en boeren wakker, maar konden zich niet bewegen: ze waren ingepakt.

Waar ging het fout? Tegen wie vechten wij jagers?

Om daarachter te komen kunnen we eens kijken in een boek dat al in 2003 verschenen is, Econostra van Peter Siebelt.

Siebelt is een beveiligingsexpert (en ook publicist) en heeft in die hoedanigheid een ongelooflijke berg documenten verzameld over de buitenparlementaire bewegingen sinds de jaren 70 en hij stelt de betrokkenheid van de officiële politiek aan de orde.

De naam ECONOSTRA  heeft hij bedacht naar analogie van de Siciliaanse maffiaclub Cosa Nostra met een organisatiegraad, die de hele maatschappij en politiek doordringt. Door het wegvagen van de intellectuele vleugel op ‘rechts’ sinds 1968, dicteren de linkse nazaten van het jaren ’70/’80-activisme in de media tot de dag van vandaag de voorwaarden van het gesprek. Ook domineren ze het onderwijs, het programmeren van kinderen met klimazisme.

Het is onbegonnen werk voor mij om de juistheid van zijn analyses te beoordelen, maar één ding springt er in dit verband onmiddellijk uit:

Al in 1998 deed hij (Lubbers) een profetische uitspraak.

Regeringen raken de macht kwijt aan de actiegroepen, Ngo’s,(niet gekozen organisaties) de Derde Macht.

En is dit wat we zien vandaag. Het gaat dan niet alleen over de jacht. Nee, die jagers vormen maar een heel klein groepje zonder politieke macht, maar een groepje dat wel gemakkelijk negatief af te schilderen is en dus van enorm ideologisch belang. Zielige diertjes helpen daarbij. Nee, vanaf het begin was het ook de bedoeling de boeren het land uit te krijgen. Siebelt schrijft in 2003:

Een groot deel van de groene professoren zet door middel van;

lezingen en publicaties hun studenten indirect op tegen de boeren in ons land.

Beetje bij beetje wordt de Nederlandse boer helemaal de nek omgedraaid

En ook dat is vandaag in alle hevigheid aan de orde, hoewel de kwestie nog veel gecompliceerder geworden is. Maar in dezelfde la vinden we o.a. de door ecologen bedachte stikstofcrisis, (J&B 178 feb. 2021) en het veganisme.

Veganisme?

Een volgens veganisten ‘ethisch’ standpunt, dat uiteraard de jacht en veeteelt wil vernietigen. De reclame ervoor zien we nu overal.

Veganisten vormen 1% van de bevolking, vegetariërs 4%-5%. (Zie ook het kader onderaan: Dood in de pot) Maar hoe kan zo’n klein deel van de bevolking het voor elkaar krijgen, dat er op sommige universiteiten en zelfs in sommige bedrijven alleen nog maar Vega/vegetarisch geserveerd wordt in de kantine?  Een minderheid, die de meerderheid haar wil oplegt. Daar is invloed (macht en geld) en minachting voor de democratie voor nodig. Maar waar komt die macht vandaan?

Volgens Siebelt zit het zo:

  • De toplaag wordt gevormd door een aantal politieke partijen met een ‘groene’ ideologie;
  • Daaronder de media, die nauwelijks tegengeluiden doorlaten;
  • Daaronder de laag van NGO’s (Niet Gekozen Organisaties); Greenpeace, Milieudefensie e.d., ruimhartig gesubsidieerd door de toplaag, linkse stichtingen die nu meer macht en geld hebben dan de meeste politieke partijen.
  • Onderaan de actiegroepen, de grondtroepen, die het niet altijd even nauw nemen met de wet, maar die de steun genieten van de lagen hierboven.

En we weten allemaal hoe die grondtroepen te werk gaan.

  • Bestook de media met zielige dieren en stuitende verhalen over de boeren en de jacht.
  • Frustreer de gang van zaken door elk gaatje in de wet of gemeentelijke regeling op te zoeken en protesteer of ga een juridische procedure aan. Ook al is er geen kans te winnen, de jacht wordt erdoor afgeremd en voor er een uitspraak is, is de broedtijd begonnen.
  • Provoceer jagers in de hoop dat ze hun zelfbeheersing verliezen en film dat. Gegarandeerd dat ze hun geweer mogen inleveren
  • Probeer zo veel mogelijk jachtpartijen te verstoren – dat is ons demonstratierecht!
  • Nee! Demonstreren doe je op het Malieveld. Verstoren van de uitoefening van een wettelijk goed gekeurde bezigheid is een misdrijf. De vraag is: waarom wordt hier niet effectief tegen opgetreden?
  • Of maak de positie van elke hoogzit/jachthut bekend op internet, natúúúúrlijk zonder aan te zetten tot vernieling. Maar hoe kan het dat zo’n site, die alleen maar bedoeld kán zijn om op te roepen tot verstoring van een volkomen wettige activiteit, kan blijven bestaan?

De toplaag daarentegen: de overheid, die ooit de maatschappij wilde beschermen door het gokken te verbieden, heeft de Postcodeloterij ingezet om clubs te financieren, die beweren het algemeen belang te vertegenwoordigen, zoals Greenpeace en Milieudefensie of Urgenda, die alle hun eigen agenda voeren.

En de jagers en boeren? Die houden hun eigen broek op en beschikken niet over grondtroepen en de gesubsidieerde financiële middelen om al die rechtszaken te bekostigen.

Film Marijn Poels

……..helpt onze natuur te vernielen.

Ik stem op de PvdD, want die doet geen vlieg kwaad.

Dit is vaak het argument wanneer men niet weet op wie men stemmen moet.

En inderdaad, de partij doet die vlieg  geen kwaad, maar wel een heleboel andere dieren.

  • Het bekendste voorbeeld is wel het door hun gepropageerde beleid in de Oostvaardersplassen, uitblinkend in gebrek aan inzicht in natuurlijke processen en basale logica.
  • Door het welkom heten van de wolf bezorgt ze een heleboel huisdieren, reeën, herten en zwijnen een gruwelijke dood
  • Door het frustreren van de jacht op de vos en andere predatoren heeft ze heel wat weidevogels op de rand van verdwijnen gebracht
  • Om dezelfde reden heeft ze lokaal de stand van hazen, fazanten en patrijzen ver naar beneden gebracht
  • Door het frustreren van de ganzenjacht is die populatie geëxplodeerd. Veel ‘weidevogelgebieden’ zijn veranderd in kaalgevreten, platgetrapte vlaktes, waar de weidevogels geen dekking meer vinden om te nestelen en kuikens groot te brengen.
  • Door de bescherming van zwerfkatten zijn grote aantallen vogels, zoogdieren en amfibieën gedood.

Natuurlijk is niet alleen de PvdD verantwoordelijk. Een meerderheid van de partijen heeft het jachtverbod op de vos gedurende 2 jaren, begin deze eeuw, toegelaten. Sindsdien heeft een vloedgolf van vossen ons land overspoeld. De grondbroeders in de duinen zijn erdoor gedecimeerd, de lepelaars uit het Naardermeer verdreven. De Groningse en Friese kwelders zijn hun enorme vogelrijkdom kwijt.

Het verbod op vangkooien voor kraaien en de bescherming van de ekster hebben zichtbaar een negatieve invloed op de zangvogels. Al een paar jaar is het ‘Silent Spring’ in veel van onze tuinen.

Conclusie: de groene beweging is in hoge mate medeschuldig aan de verarming van onze natuur.

Hoe geloofwaardig ben je als partij, wanneer je de komst van de wolf toejuicht terwijl je jarenlang de jager van buitensporige wreedheid hebt beschuldigd?

Hoe geloofwaardig ben je als partij, wanneer je je niet tegen windmolens en zonneparken verzet, terwijl je jarenlang de boeren van landschapsvernietiging hebt beschuldigd ?

Hoe geloofwaardig ben je als partij, wanneer je op Trumpiaanse wijze mensen met een andere visie de mond probeert te snoeren m.b.v. het strafrecht (zie kader: PvdD en Nepnieuws)?

Zie verder: Boodschap aan de Politiek

Veganisme – de dood in de pot

De echte veganist vindt dat je geen enkel dier mag doden en zelfs niet mag gebruiken voor leer, melk of eieren bijvoorbeeld. Planten eten mag wel.

Hiermee ontkennen ze de geldigheid van ons bestaan, want wij en alle dieren leven door andere dieren op te eten, te gebruiken of weg te concurreren. Ook in het laatste geval betekent dat de dood voor dat andere dier.

Ze menen het dus beter te weten dan (naar keuze) de Schepper of de Evolutie, die hebben het helemaal verkeerd gedaan!

Bovendien maken ze zichzelf iets wijs: ook als veganist of vegetariër verdring je andere organismen. En dat verdringen gaat door middel van één ding: verhongering. Weiger je dat te doen, dan ga je zelf dood.

Voor hun ‘ethische’ standpunt vinden ze onderbouwing in de theorie van de Australische filosoof Peter Singer, die zichzelf bio-ethicus noemt.

Hij stelt dat de mens zich niet boven andere diersoorten mag plaatsen, want dat is discriminatie!

Dit is een eersteklas drogreden: discriminatie betekent niets anders dan ‘onderscheid maken’.

En dat is op zich niet verwerpelijk. Verwerpelijk wordt het pas als we op grond van een onderscheid (afkomst, huidskleur, geaardheid) conclusies gaan trekken, die niets met dat onderscheid te maken hebben.

En welke autoriteit bepaalt, dat we geen onderscheid mogen maken tussen onszelf en een kip, regenworm of nematode?

Als de ware veganist voor de keuze komt te staan, zal hij zijn leven geven voor die regenworm. Vervolgens slikt een merel die worm wel door.

Doorredenerend zou het ook discriminatie zijn om planten te eten.

De bio-industrie hoeft zeker niet heilig verklaard te worden, verre van dat, maar:

. de mens kan geen gras verteren

. koeien kunnen het gras voor ons omzetten in hoogwaardig voedsel

. de hele veeteelt wordt op krampachtige wijze tot een klimaatprobleem gemaakt

. een koe kan nooit meer CO2 uitstoten dan zij opgevreten heeft in de vorm van gras

. en die CO2 wordt weer in gras omgezet – de ideale recycling

. op de wereld is er meer grond, die uitsluitend voor veeteelt geschikt is, dan grond voor akkerbouw

. zonder veeteelt of jacht kan de mens in veel gebieden niet leven (de dood in de pot – weg met ons)

Zie ook De Gekookte Kikker.

De PvdD en Nepnieuws

Begin dit jaar stelde de PvdD, geheel in lijn met de huidige tijdgeest, een aantal Kamervragen, die o.a. deze hilarische tekst bevatte:

Op welke manier kan de huidige wetgeving rondom haatzaaien, bedrog en misleiding ingezet worden om desinformatie over de wolf te bestrijden, zeker als dit kan leiden tot strafbare handelingen die gericht zijn tegen een beschermde diersoort?

De minister is echter van mening, dat dit onder de vrijheid van meningsuiting valt. En dat is goed nieuws voor de PvdD, want zelf doet ze al jaren aan haatzaaien, bedrog en misleiding en verspreidt ze nepnieuws:

  • Jaarlijks kreperen in Nederland 1 miljoen aangeschoten dieren;
  • Door het afschieten van zwijnen komen er meer, net als bij vossen;
  • Door bejaging zoeken zwijnen de bosrand op, met meer kans op aanrijding;
  • Zonder jacht onstaat er vanzelf een natuurlijke balans;
  • 97% van de Nederlanders is tegen de jacht;
  • Door de jacht vermindert de wildstand en de biodiversiteit;
  • De jagers willen zo veel mogelijk schieten.
 



Reactie NOJG op internetconsultatie wildsoorten

NOJGOnlangs heeft u van ons een nieuwsbrief ontvangen met een oproep en handleiding om via internet uw mening te geven over het plan om de jacht op konijn in het hele land, en haas in drie provincies te sluiten.

Wij willen u allen dringend verzoeken uw mening via die weg kenbaar te maken. Het is belangrijk dat we kunnen laten zien dat we met velen tegen dat plan zijn.

Zie: Internet Consultaties /wildlijst/reacties  en als voorbeeld onze NOJG reactie.

Indien u niet wil dat uw naam bekend wordt kunt u als naam “Anoniem” aangeven. Het mailadres dat u in moet vullen wordt niet openbaar gemaakt.

Maar u als lid NOJG, of als WBE, jagersvereniging of welk verband dan ook kan apart een zienswijze indienen. Hoe meer hoe beter, laten we ons allemaal zoveel mogelijk horen. Uiterlijk op 9 juni kunt u uw zienswijze ingeven. Zie de onderstaande NOJG reactie over hoe u dat kunt doen, het is niet moeilijk en u helpt de hele jachtwereld enorm met uw inbreng. Het is nu of nooit!


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Jacht, beheer en schadebestrijding in Flevoland niet meer mogelijk door nieuwe omgevingsverordening

De Provinciale Staten van Flevoland heeft afgelopen woensdag een gewijzigde omgevingsverordening met betrekking tot de wildbeheereenheden bekrachtigt die gelijk in werking is gesteld. Er is geen overgangstermijn opgenomen en geen van de wildbeheereenheden voldoet aan de nieuwe eisen. Dit heeft directe gevolgen voor de dagelijkse werkzaamheden die de jagers voor de grondgebruikers uitvoeren. Jacht, beheer en schadebestrijding liggen vanaf vandaag in Flevoland volledig stil.
 
Geen één wildbeheereenheid voldoet aan de eis
In de nieuwe omgevingsverordening is opgenomen dat er in Flevoland ruimte is voor drie wildbeheereenheden. Elke wildbeheereenheid heeft een aangesloten werkgebied met een duidelijk geografische begrenzing. De huidige WBE Flevoland omvat de hele provincie en voldoet daarmee niet aan de nieuwe eis. De drie initiatief-wildbeheereenheden die recentelijk zijn opgericht zijn om te voldoen aan de nieuwe omgevingsverandering zijn nog niet rechtsgeldig. Daarnaast vertegenwoordigd zij ook niet de jachthouders uit het werkgebied op democratische wijze. Die steun ligt tot op heden overduidelijk bij de oude WBE.
 
Vrijwel alle jagers in Flevoland zijn lid van de huidige WBE Flevoland. De Jagersvereniging en de NOJG zijn zeer ongelukkig met de ontstane situatie en ontvangen veel vragen. Hun achterban uit zorgen en frustratie.

Overgangstermijn
De leden van de WBE Flevoland hebben eerder tijdens de jaarvergadering al ingestemd met aanpassing van de structuur en organisatie als de Provincie de verordening zou goedkeuren. Echter zou er wel sprake moeten zijn van een redelijke overgangstermijn. Dat is nu niet het geval. WBE Flevoland gaat daarom een kort geding aanspannen tegen de Provincie Flevoland om deze te dwingen dat er een reële overgangstermijn komt.
 
Onaanvaardbare situatie
De Jagersvereniging en de NOJG willen dat deze onwerkbare situatie snel wordt opgelost en steunen het kort geding. Niet alleen in het belang van hun achterban maar ook voor de boeren en de terrein beherende organisaties met wie zij samenwerken om bijvoorbeeld de schade in gewassen te voorkomen en de verkeersveiligheid te borgen. Daarnaast verwachten de Jagersvereniging en de NOJG dat de provincie alle schades die optreden tijdens de periode dat er geen gebruik gemaakt kan worden van de vergunning voor haar rekening neemt.

Meer weten? Neem contact op met de Jagersvereniging. U kunt bellen naar 033-461 9841 of mailen naar:
Of NOJG neem dan contact op met Eric Römers van de NOJG op 06-53361203

Met vriendelijke groet,

Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging & Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG)




Uitbraak van varkenspest bij tamme varkens Boerderij in Baden-Württemberg

 

Een uitbraak van Afrikaanse varkenspest op een boerderij in Baden-Württemberg. Dat maakte de minister van Landbouw Peter Hoek (CDU) van Baden-Württemberg bekend op een online persconferentie in Stuttgart.

In slechts vijf dagen tijd stierven woensdag 16 van de 35 als huisdier gehouden varkens in doodsangst op de boerderij Forchheim (district Emmendingen). Het Friedrich Loeffler Instituut (FLI), dat verantwoordelijk is voor dierziekten, heeft woensdagavond de opkomst van het virus bij twee dode dieren bevestigd. Volgens Hook stierven de andere dieren woensdagochtend. Er is geen gevaar voor de menselijke gezondheid, varkensvlees kan worden geconsumeerd.

De staatsjachtvereniging waarschuwde bewoners. “Gooi geen restjes weg, vooral worsten en vleesproducten. Hoe eerder besmette varkens worden ontdekt, hoe sneller de ziekte wordt ingeperkt en dierenleed wordt vermeden”, zegt Jörg Friedmann, een staatsvisser.

Volgens Hook is het niet duidelijk hoe het virus in het bedrijf is gekomen. Misschien is de reden “menselijk handelen”. “De varkens werden in de open lucht gehouden, dubbel beschermd door het dubbele hekwerk. Het hekwerk was ook in de grond begraven, dus het was zeker dat de wilde zwijnen er niet in konden”, zei Hook. Rond de getroffen inrichting in Forsheim wordt een beschermingsgebied ingesteld met een straal van minimaal drie kilometer en een aangrenzend controlegebied met een buitenradius van tien kilometer. Het observatiegebied strekt zich uit over de graafschappen Emmendingen, Breisgau-Hochschwarzwald en het district Ortenau.

“Geen varken, geen varken erin”

Volgens Hooke is het overbrengen van varkens, sperma, eicellen en varkensembryo’s naar de uitsluitingszone verboden. Modder, mest en strooisel van varkens mogen ook niet uit boerderijen komen. Allereerst: “Geen varken, geen varken”, zei Hook. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk onder strikte voorwaarden. Sinds het uitbreken van de ziekte bij als huisdier gehouden varkens, zijn plantaardige producten zoals voer, hooi of andere landbouwproducten zoals rundvlees, fruit en groenten niet door de beperkingen getroffen.

Volgens Hooke is er momenteel geen bewijs dat de ziekteverwekker wilde zwijnen heeft besmet. Om dit echt uit te kunnen sluiten, moeten de wilde zwijnen in het gebied de komende weken worden gescreend op Afrikaanse varkenspest. Gevallen wild wordt ook gecontroleerd. Vanaf vrijdag gaan teams van twee met een hond op pad om lijken te zoeken. “Zoekteams worden buiten de beboste gebieden omringd door teams van drones die zijn uitgerust met warmtebeeldcamera’s”, zei Hook. Tot nu toe zijn deze onderzoeksteams alleen in Baden-Württemberg opgeleid en zijn ze al ingezet in andere regio’s van Duitsland die lijden aan Afrikaanse varkenspest.

Afrikaanse varkenspest (AVP) is een ernstige virale infectie die alleen wilde varkens en gedomesticeerde varkens treft. Het is bijna altijd dodelijk en ongeneeslijk. Deze ziekte is ongevaarlijk voor mensen of andere diersoorten. Eerst verspreidde het zich naar Oost-Europa. Op 10 september 2020 werd in Duitsland het eerste geval van AVP bij een wild zwijn bevestigd. Sindsdien hebben zich gevallen van AVP voorgedaan in Brandenburg (wilde en gedomesticeerde zwijnen), Saksen (wilde zwijnen) en in 2021 ook in Mecklenburg-Voor-Pommeren (wilde en gedomesticeerde zwijnen). (dpa)




Tweede Kamer wil dat groene boa extra bevoegdheden krijgt

Tweede kamer logoDe Tweede Kamer heeft dinsdag 24 mei vier moties aangenomen ter ondersteuning van de groene boa’s in Nederland. De Tweede Kamer wil onder andere dat de criteria voor het behoud en toekenning van een wapen voor groene boa’s worden gewijzigd zodat een veilige uitvoering van taken kan plaatsvinden. Bekwaamheidseisen moeten leidend zijn, niet het wel of niet gebruiken van het wapen in de praktijk. (In tegenstelling tot hun collega’s in de stad, zijn zogeheten groene boa’s soms wel volledig bewapend. Geen overbodige luxe, aangezien ze oog in oog staan met zware criminelen en de aanrijtijd van de politie lang is).

Een meerderheid in de Tweede Kamer steunde ook een motie waarin de regering wordt gevraagd te werken aan een samenwerkingsagenda voor groene boa’s en politie. De huidige samenwerking is te versnipperd, verschillend, en teveel afhankelijk van de goede wil van individuen.

Daarnaast werden in twee moties een aantal praktische zaken vastgelegd om veiligheid van mensen in de praktijk te bevorderen. Het moet mogelijk worden voor alle groene boa’s om het rijbewijzenregister van de Rijksdienst voor Wegverkeer te raadplegen. Ook wordt de regering gevraagd om voor groene boa’s de toegang tot systemen, de informatiedeling met de politie en hun passende uitrusting te verbeteren.

bron: Tweede Kamer, 24/05/2022



Overzicht schademeldingen Wolf in Nederland

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Federatie Particulier Grondbezit ( FPG) ontstemd over inperking jacht haas en konijn

Logo FPG

 

 

 

Minister Van der Wal-Zeggelink heeft besloten het jachtseizoen 2022/2023 voor het konijn landelijk niet te openen. En voor het haas wordt hetzelfde voorgesteld voor de provincies: Groningen, Utrecht en Limburg. Dit heeft de Minister voor Natuur en Stikstof op 14 april bekend gemaakt via een kamerbrief.  Dit besluit is genomen op basis van twee rapporten over de staat van instandhouding door de WUR en SOVON. De FPG is zeer ontstemd over het voorgenomen besluit. Voor schadebestrijding, fauna- en natuurbeheer blijft jacht van groot belang. Op de onderliggende onderzoeken en argumentatie is dan ook het nodige af te dingen. Het sluiten van de jacht is daarnaast een principiële inperking van het eigendomsrecht.

In de Kamerbrief geeft de Minister ook aan dat op basis van het onderzoek het jachtseizoen 2022/2023 wordt geopend voor de Fazant, Houtduif en Wilde Eend, maar volgend jaar dit wordt herbekeken met inachtneming van de provinciale trends. FPG blijft het gesprek met het ministerie en de Tweede Kamer aangaan om het belang van jacht voor goed faunabeheer te benadrukken, samen met de Jagersvereniging, NOJG en LTO.

Argumentatie voor sluiten jacht onduidelijk

De minister geeft aan dat uit de onderzoeken blijkt dat de jacht op alle wildsoorten niet of maar beperkt bijdraagt aan de ongunstige staat van instandhouding. Voor de achteruitgang van de soort liggen andere oorzaken aan ten grondslag. Over de staat van instandhouding (SvI) bestaat discussie. In de onderzoeken wordt de SvI van de Habitat- en Vogelrichtlijn toegepast, terwijl de Wet natuurbescherming andere beoordelingscriteria hanteert voor de SvI. De minister geeft dan ook aan dat het sluiten van de jacht op het haas en konijn niet of heel beperkt bijdragen aan het herstel van deze soorten. En dat de jacht juist kansen biedt om de achteruitgang van de populaties tegen te gaan. Immers eigenaren, pachters en jagers werken gezamenlijk aan het landschap en de soorten die hier leven. Het is de FPG en andere partijen dan ook onduidelijk waarom de minister met dit voorgenomen besluit komt.

Schade aan natuur en economie wordt erkend, nader onderzoek volgt

Het sluiten van de jacht zal een grote impact hebben op faunabeheer, schadebestrijding en natuurbeheer. De minister en de provincies geven aan zich hierover zorgen te maken. Zij streeft dan ook naar een gebiedsgerichte aanpak voor de deze thema’s. Hier wil zij het komend jaar aan werken samen met de provincies en stakeholders. Dit geldt ook voor de telprotocollen en de dataverzameling. Ten slotte zal in kaart worden gebracht wat de maatschappelijke en financiële impact van het niet openen van jacht is.

Internetconsultatie

Om het voorgenomen besluit van de minister in te voeren is een wijziging van de Regeling natuurbescherming nodig. Het ontwerp van deze wijziging wordt binnenkort gepubliceerd voor internetconsultatie. FPG voert overleg met haar partners over een reactie op het voorgenomen besluit van minister Van der Wal – Zeggelink. U kan ook een zienswijze indienen wanneer de internetconsultatie open staat. U wordt geïnformeerd op het moment dat de internetconsultatie online staat.




Haas en konijn met twee maten bemeten

Bron: Melkvee.nl

De landbouwsector kreeg gisteren weer een veeg uit de pan van het ministerie van LNV, omdat het slecht zou gaan met haas en konijn. Wie dieper kijkt, ziet dat er wetenschappelijk met twee maten wordt gemeten.

Volgens minister Van der Wal van Stikstof en Natuur gaat het niet goed met haas en konijn in Nederland. Zij schrijft: ‘De belangrijkste oorzaken zijn habitatverlies, afgenomen kwaliteit van het leefgebied en het effect van predatoren. Dit komt onder andere door intensivering en schaalvergroting van de landbouw, veranderingen in het landschap en landbouwmachines.’

De minister baseert zich op een rapport dat is opgesteld door Wageningen Environment and Research in opdracht van het ministerie, nadat de Zoogdierenvereniging twee jaar geleden haas en konijn op de Rode Lijst plaatsten. Voor het konijn viel daar wel iets voor te zeggen, want dat is door ziekte fors achteruitgegaan. Dat wordt in de kamerbrief en in de samenvatting van het rapport weggelaten, waardoor de focus vooral op landbouw wordt gericht. Het ministerie lijkt daarmee het rapport te gebruiken om haar eigen beleid ten aanzien van de landbouwtransitie die ze nodig acht kracht bij te zetten.

Napraten

Wie het onderzoek leest, concludeert dat de onderzoekers helemaal geen onderzoek hebben gedaan naar de oorzaken. Ze citeren enkel andere onderzoeksrapporten over de oorzaken. Dat is inmiddels een beproefd recept, waardoor je denkt dat er weer nieuw bewijs is maar het telkens om hetzelfde blijkt te gaan. Bij haas valt in die zin op dat er in drie rapporten gerapporteerd wordt over een daling van 61 procent sinds de jaren zestig. Nergens in het Basisrapport Rode Lijst, waar die 61 procent als eerste wordt opgevoerd, is een analyse terug te vinden waar de 61 procent afname op gebaseerd is en ontbreekt een verwijzing naar de gebruikte data. In het dossier van haas en konijn lijkt er mede daardoor doelbewust toegewerkt te worden naar het besluit om ze van de wildlijst te schrappen. In Limburg, Utrecht en Groningen is de jacht voor het komende seizoen al uitgesloten. De wetenschappelijk onderbouwing rammelt echter nogal.

Data

De grootste omissie is dat er geen betrouwbare telgegevens zijn van konijn en haas. Ik schreef daar eerder al een column over toen de nieuwe Rode Lijst werd gepubliceerd. Mijn conclusie was dat haas enkel op de Rode Lijst is gekomen doordat het basisjaar waarmee werd vergeleken van 1960 naar 1950 werd veranderd. Dus niet doordat het de afgelopen jaren slechter ging met de haas.

De Wageningse onderzoekers baseren zich nu opnieuw op diezelfde data en uitkomsten en beginnen dan met jaar 1994 toen de Habitat-regeling werd vastgesteld, waarbij 15 hazen per 100 ha als minimum zou gelden en 40 hazen het maximum, dan zie je dat bepaalde data niet worden meegenomen om een trend te bepalen om wetenschappelijke redenen en andere data waar ook allerlei haken en ogen aan zitten wel. Ook worden onzekerheden die ook een verklaring kunnen vormen voor de uitkomsten die niet passen in het plaatje van achteruitgang weggelaten. Een paar voorbeelden.

Broedvogeltellingen

Om er achter te komen hoe het gaat met de haas beroepen de onderzoekers zich op data van het Meetneet Urbane Soorten (MUS) en de Broedvogelmonitoring. Binnen MUS worden broedvogels geteld binnen de stedelijke omgeving. Mocht daar toevallig een haas rondlopen dan kan die ook ingevoerd worden. Omdat hazen juist voorkomen buiten de stedelijke gebieden is de Broedvogelmonitoring een interessantere bron, maar ook hier is het doel om broedvogels te tellen en geen hazen en konijnen. Hazen zijn bijvangst en niet het doel van de telling. De onderzoekers gaan daar volledig aan voorbij. Onterecht naar mijn mening en dat blijkt ook uit mijn niet-representatieve steekproef binnen mijn eigen werkgroep van patrijzentellers.

Hazen niet ingevoerd

Sinds drie jaar ben ik teller van patrijzen voor Sovon in de Achterhoek. Ik vroeg vanmorgen wie naast patrijzen ook andere soorten invoert. Binnen een half uur reageerden zes tellers. Eentje voerde alles in, eentje enkel hazen want die had in zijn telgebied nog nooit een patrijs gezien en de overige vier voerden alleen patrijzen in. Ik denk dat in veel andere telgebieden het net zo gaat. Ik voer ze zelf sinds dit voorjaar wel in, omdat ik nu weet dat er overheidsbeleid op wordt gebaseerd. Maar erg wetenschappelijk zijn deze data natuurlijk niet. De onderzoekers concluderen echter omdat er een protocol ligt voor deze tellingen dat de kwaliteit van deze data zeer goed is en dus meegenomen kan worden. Het CBS heeft er vervolgens ook nog een stempel op gezet en dan is het waarheid.

Faunabeheereenheden

Data van de Faunabeheereenheden, waar wel gerichte tellingen van hazen en konijnen door jagers in zijn opgenomen, zijn niet meegenomen. Volgens de onderzoekers zijn die data niet gevalideerd en betrouwbaar genoeg. Navraag bij de Jagersvereniging levert op dat jagers door het hele land jaarlijks meerdere keren tellen. Alleen zijn de telprotocollen per Faunabeheereenheid verschillend. Daardoor is er geen uniformiteit en kan het CBS er geen stempel op zetten. In plaats van goed te kijken als onderzoekers wat je wel met die data kunt, hebben ze het nu in de prullenbak gegooid. Dat deed de Zoogdierenvereniging twee jaar geleden net zo.

Habitatrichtlijn

Volgens deze selectieve dataselectie blijkt onderaan de streep de hazenpopulatie jaarlijks af te nemen met 1,2 procent. Omdat dat meer is dan 1 procent concluderen de onderzoekers dat de staat van instandhouding zeer ongunstig is. Dat is wel nieuw in dit onderzoek, want voor haas en konijn is er nog niet eerder op die manier gekeken. Maar hier mag ook best een kanttekening bij. Die 1 procentregel is afgeleid uit de instandhoudingsdoelstellingen die afgeleid zijn van de habitatrichtlijn en die gaat over soorten die met uitsterven worden bedreigd. Waarom de onderzoekers die strenge richtlijn hebben toegepast op soorten die algemeen voorkomend zijn, is een raadsel. Ook hier zouden andere keuzes tot andere uitkomsten kunnen leiden.

Afschotcijfers

In het rapport staat dat naast tellingen ook afschotgegevens zijn gebruikt, maar dan enkel tot met 2011. De afschotcijfers van de jaren daarna niet meer, terwijl die wel bekend zijn. Ook hiervoor ontbreekt de verklaring en lijken de onderzoekers enkel naar het rapport van de Zoogdierenvereniging te hebben gekeken in plaats van zelf data op te vragen. Uit die afschotcijfers, die beschikbaar zijn sinds 1960, zou volgens de Zoogdierenvereniging blijken dat die cijfers voldoende betrouwbaar zijn om ze te zien als cijfers over hoeveel hazen er in die periode voorkwamen. Het onderzoek waar deze vereniging zich op baseert is echter niet openbaar gepubliceerd. Dus kunnen andere wetenschappers ook niet zien hoe het tot stand is gekomen en het onderzoek herhalen om er achter te komen of het klopt. Door dan ook de afschotcijfers van na 2011 niet mee te nemen en je dan enkel te baseren op bijvangst van broedvogeltellingen voedt het de gedachte dat onwelgevallige data niet wordt meegenomen.

Telpunten gehalveerd

Een laatste voorbeeld gaat over de betrouwbaarheid van de cijfers. Hoeveel mensen tellen er eigenlijk? Is dat toe- of afgenomen en zou daar ook een verklaring kunnen zitten voor veranderingen? In Limburg bijvoorbeeld is het aantal telpunten de afgelopen 12 jaar gehalveerd. En dan heb ik nog niet genoemd dat het gedrag van de dieren door de toegenomen drukte in het landelijk gebied, bijvoorbeeld door recreatie, ook wel eens veranderd kan zijn. Dan zijn ze er wel, maar zijn ze meer nachtactief geworden. Ook daar staat niets over in het rapport.

Alle data op tafel

Tja, om dan vooral de pijlen weer op de landbouwsector te richten als boeman, geeft mij te denken. De minister zou er goed aan doen om alle data openbaar te maken en de onderzoekers te vragen zelf een eigen analyse te maken in plaats van andere onderzoekers en een belangenverenging voor zoogdieren na te praten. De ‘zeer ongunstige staat van instandhouding’ herken ik in ieder geval niet als ik de weilanden en akkers over kijk.




Minister stelt eenjarige landelijke sluiting jacht op konijn voor haas één jaar dicht in Groningen – Limburg en Utrecht

Geachte leden NOJG
 
De minister heeft vandaag een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met het voorstel om komend jachtseizoen de jacht op het konijn in het hele land niet te openen. Daarnaast stelt de Minister voor om de jacht op het haas in de provincies Limburg, Groningen en Utrecht niet te openen.
 
De NOJG is teleurgesteld.
 
Het voorstel is slecht onderbouwd met louter theoretische onderzoeken. Echter, nog niet zo heel lang geleden stond het er veel slechter voor en wilde de Minister de jacht op alle soorten niet openen. Door alert reageren van de NOJG en andere stakeholders heeft de daaropvolgende lobby geholpen. Maar dat wil niet zeggen dat we nu tevreden achterover moeten leunen. Integendeel.
 
Op korte termijn volgt een mogelijkheid om via internet zienswijzen (bezwaren) in te dienen tegen dit voorstel.
 
Organisaties zoals de twee Jagersverenigingen, de FPG en de LTO zullen daar zeker gebruik van gaan maken, maar ook u als jager, Wbe of Jagersvereniging kunnen daar aan deelnemen. Wij zullen u nog informeren hoe.
 
Het thans voorgestelde plan is tijdelijk, het heeft enkel voor komend seizoen te gelden.
Die tijd moeten we samen, ook met de andere organisaties goed gebruiken om te voorkomen dat het daarna nog erger wordt.
 
We zijn strijdbaar en houden u op de hoogte!
 
Met hartelijke jagersgroet,
 
Het Landelijk bestuur NOJG
 
Zie als bijlage de brief waarin de Minister voor Natuur en Stikstof de beslissing voor de sluiting van de jacht voor konijn en Limburg haas toelicht.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Nieuwsbrief DWHC april 2022

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Update Haas en Konijn op de Rode Lijst en de landelijke vrijstellingen

De landelijke vrijstelling en de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland hierover, dat de vos op onbevoegde wijze was opgenomen in de ministeriële regeling heeft gezorgd voor veel onrust en ook van willekeurige beslissingen door het opschorten van de in landelijke vrijstellingen genoemde diersoorten door verschillende provincies in Nederland.

In de provincies Gelderland, Utrecht, Noord Brabant en nu ook Zuid-Holland mag de vos niet beheerd mag worden op basis van de landelijke vrijstellingen. De provincies Drenthe en Groningen zijn nog een stap verder gegaan en hebben de bestrijding van alle soorten op de landelijke vrijstellingslijst op opgeschort. De overige provincies hebben de minister gevraagd omtrent meer duidelijkheid en hier kan dan ook uitvoering van de landelijke vrijstelling plaats vinden en/of er wordt er niet op gehandhaafd.

 

Procedure Raad van State

Inmiddels loopt er ook een procedure bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, over de houdbaarheid van de landelijke vrijstelling door het hoger beroep van de provincie Utrecht. Zowel de NOJG als de Jagersvereniging volgen uiteraard beide zaken op de voet en merken dat er toch nogal wat vraagtekens zijn, daar de Raad van State juridisch de zaak geheel anders benaderd dan de rechtbank Midden-Nederland, waarbij door één van de rechters de uitspraak van de rechtbank Midden Nederland in twijfel werd getrokken. Wij vinden zoals ook in de brief aan de Minister is gevraagd om duidelijkheid te hierin te scheppen.

 

Kamervragen

De Tweede Kamerleden Roelof Bisschop (SGP) en Thom van Campen (VVD) hebben schriftelijke vragen gesteld aan de minister voor Natuur en Stikstof over het jachtbeleid naar aanleiding van de problemen door een rechterlijke uitspraak over de landelijke vrijstellingen, nieuwe inzichten in de hazenpopulaties en twijfels over de kwaliteit van de gebruikte data voor de Rode Lijst.    2022Z04623 (ingezonden 11 maart 2022)

De parlementariërs vragen de minister om recente publicaties te betrekken bij de nu lopende analyse van een studie naar wildsoorten. Hieruit blijkt dat vooral de hazenpopulaties veel groter zijn dan in eerdere onderzoeken werd aangenomen. Verder worden bij de vraagstelling over de kwaliteit van de data die zijn gebruikt voor de eind 2020 verschenen Rode Lijst, ook kanttekeningen geplaatst bij de keuze van 1950 als referentiejaar. SGP en VVD hebben de minister gevraagd of zij deze relevante nieuwe inzichten betrekt bij haar beleidsafwegingen.

Hoewel de minister heeft aangegeven dat de vragen van de Kamerleden niet tijdig te kunnen beantwoorden, deed zij enkele weken geleden in een persoonlijk gesprek met de Jagersvereniging, LTO, PFG en NOJG de toezegging de stakeholders te willen betrekken bij ambtelijke overleggen omtrent de actuele problematiek rond landelijke vrijstellingen en provinciale ontheffingen. De minister wil de tellingen van wildsoorten verbeteren en standaardiseren, waarbij ook nieuwe inzichten en moderne methodes, zoals warmtebeeldtellingen benut moeten worden.

 

WEnR-rapport

De Jagersvereniging heeft voor wetenschappelijke onderbouwing van de argumentatie een rapport laten opstellen door gerenommeerd bureau in Nederland. Wij wachten daarom ook op de uitkomsten van het WEnR-onderzoek en hopen dan ook zeer dat alle betrokken stakeholders  zoals de Jagersverenigingen, de Federatie Particulier Grondbezit en LTO Nederland ook hun zienswijze op dit rapport kunnen indienen en niet alleen binnen het Ministerie behandeld wordt.




Eendaagse training praktisch kogelschieten

Schieten met een kogelgeweer onder jachtomstandigheden kan heel divers zijn.
Oefenen in praktijksituaties doet bijna niemand. Zo is het schieten vanaf een hoogzit of over een bers stok wezenlijk anders dan vanaf de
zandzak op de baan.

Fauna Service organiseert een ééndaagse training die gericht is op de alledaagse jachtpraktijk. Met relatief eenvoudige tips zullen de
resultaten in het veld snel verbeteren.

Voor wie?
Iedere jager die met de kogelbuks het veld in gaat. Of je nu al dertig aktes hebt of met de eerste gaat beginnen.

Aanbod
• Inschieten en controle van de buks;
• Schieten vanuit diverse houdingen, bijv. staand of vanaf een hoogzit;
• Schieten met behulp van een schiet/bers stok;
• Oefenen (buiten de baan) in het praktisch gebruik van schietstok en overige hulpmiddelen onder jacht omstandigheden.

Om persoonlijke aandacht te garanderen is de groepsgrootte max. zes deelnemers. Op verzoek kan hiervan afgeweken worden, bijvoorbeeld voor
jachtcombinaties.

Voor meer info: www.faunaservice.nl of direct contact opnemen via mail of telefoon.

Kosten: €199 incl koffie bij ontvangst, lunch, baanhuur en btw

 

John Houtveen

Email: j.houtveen@faunaservice.nl

Telefoonnummer: 0651530499




Honderden vogels met vogelgriep: ‘Het is nog nooit zo erg geweest’ in Zeeland

In de Zeeuwse delta bezwijken sinds enkele weken honderden vogels aan het vogelgriepvirus. Het is de hevigste uitbraak van vogelgriep tot nu toe. Medewerkers van de dierenambulance draaien overuren. Ze zeggen dat de situatie op dit moment extreem is.

 
Vogelgriep grijpt om zich heen, dierenambulance krijgt meerdere meldingen per dag.
De dierenambulance rukt dagelijks enkele keren uit. “We hebben nog nooit zoveel vogelgriepslachtoffers gehad. We krijgen meerdere meldingen per dag”, zegt coördinator Karina Wijnands van de dierenbescherming. “Zo erg heb ik het nog nooit meegemaakt.”

Zieke vogels krijgen een spuitje

In volle beschermende uitrusting halen medewerkers van de dierenambulance zieke vogels op. Als zij dode vogels tegenkomen, nemen zij die ook mee. Zieke vogels krijgen bij de dierenarts een spuitje. De dode vogels gaan naar de destructie of naar onderzoekers van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de faculteit diergeneeskunde in Utrecht. Die laten de vogels in Lelystad bij het Wageningen Bioveterinary Research onderzoeken.
Woordvoerder Magriet Montizaan van het DWHC bevestigt het beeld. “Het is de ergste uitbraak ooit in Europa. Dat hebben we nog nooit zo meegemaakt.”
 
Vogelteller Pim Wolf: ‘Het slaat meteen op hun motoriek. Het is ongelofelijk zielig om te zien’ 
Projecten komt zieke vogels regelmatig tegen. “Het zijn totaal gedesoriënteerde beesten die niet meer rechtuit kunnen lopen of rechtuit kunnen zwemmen, maar voortdurend in rondjes bewegen. Het slaat meteen op hun motoriek. Het is ongelofelijk zielig om te zien.”

Vooral ganzen en roofvogels

De ziekte treft vooral ganzen en roofvogels, meldt de dierenambulance. “We hebben vorige week een buizerd opgehaald die op zijn rug vloog en neerstortte”, vertelt Karina Wijnands. “Bij de ganzen en zwanen zie je dat ze heel erg met hun kop schudden of rondjes zwemmen of lopen. Daar kunnen we het aan herkennen.”
 
 
     
Voor sommige soorten is vogelgriep een grote klap. “Voor brandganzen is het niet zo’n groot probleem, daar zijn er veel van. Maar voor kanoeten bijvoorbeeld, een kleine strandloper, die zijn erg gevoelig”, vertelt Wolf, “Als er daar tweeduizend van overlijden, dan heeft dat zeker effect. Die populatie is veel kleiner.”
De ziekte treft ook veel roofvogels zoals buizerds en valken. Die raken besmet door het eten van zieke vogels. “Dat leidt tot verliezen”, zegt Wolf. “Onder slechtvalken bijvoorbeeld. We zien nu een enorme afname van slechtvalken.”

Het is niet haalbaar om alle dode vogels te laten testen.

Margriet Montizaan, patholoog en dierenarts Universiteit Utrecht
Het is onduidelijk hoe groot de uitbraak van vogelgriep in Zeeland is in vergelijking met andere delen van het land. Een landelijk systeem van monitoring ontbreekt.
Wolf vermoedt dat vogelgriep in de noordelijke provincies en de Waddenzee heftiger toeslaat dan in Zeeland. “We hebben honderden dode brandganzen gevonden in het Haringvliet en ook op Schouwen-Duiveland in de Prunje, waar we vele tientallen dode beesten hebben gevonden. Maar op Walcheren kom je nauwelijks zieke beesten tegen.”

Niemand heeft goed zicht op de situatie

“Er is geen goed overzicht van de aantallen vogels die gestorven zijn”, zegt Magriet Montizaan, van het Dutch Wildlife Health Centre. Niet alle zieke vogels worden in Lelystad onderzocht of worden geregistreerd. “Het is belangrijk dat dode vogels op vogelgriep worden getest, maar het is niet haalbaar om alle dode vogels te laten testen. Het opruimen van dode vogels gebeurt grotendeels door gemeenten en dierenambulances. Er is nog geen landelijk systeem waar het melden voor onderzoek en het melden voor het opruimen van vogels goed op elkaar zijn afgestemd.”
De dierenbescherming kan het aantal meldingen van zieke vogels ternauwernood aan. “We komen al niet meer bij vogelopvangcentrum De Mikke,”, vertelt Mieke Wijnands “Nu gaan we meteen naar de destructiebak. Al die vogels worden niet meer onderzocht en worden niet meer geregistreerd. Dat is nu niet meer te doen.”
'Raak de vogels vooral niet aan en bel de dierenambulance' 

Het gevaar van vogelgriep wordt steeds urgenter gevoeld. Wilde vogels dragen vogelgriep nu jaarrond bij zich. Regelmatig worden in Nederland besmette pluimveebedrijven geruimd. Virologen waarschuwen al jaren voor het gevaar van het overspringen van vogelgriep op mensen.

'Vooral niet aanraken en schoenzolen ontsmetten'
Wat moet je doen als je een zieke vogel tegenkomt? “Vooral niet aanraken en de dierenambulance bellen”, zegt Wijnands. Voor pluimveebedrijven geldt op dit moment een ophokplicht. Mensen met kippen op hun erf of in de tuin wordt geadviseerd om de kippen in het hok te houden of af te schermen. Vogelgriep kan worden overgedragen door vogelpoep. “En heb je in de natuur gewandeld, dan zou je je schoenzolen kunnen ontsmetten.”



Meer nestsucces bij weidevogels door beheer steenmarters in Friesland

Steenmarter

 

Het beheer van steenmarters zorgde afgelopen seizoen in Friesland voor meer uitgekomen weidevogeleieren en overlevende kuikens. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken en pilots binnen de provincie Friesland. Betrokken partijen evalueren dit jaar de pilots en de uitkomsten van de onderzoeken van de afgelopen jaren om de verdere koers van het steenmarterbeheer te bepalen. Provinciale Staten worden daar in de herfst van 2022 over geïnformeerd.

Het afgelopen jaar zijn bij wijze van pilot in 13 weidevogelgebieden steenmarters gevangen  In het gebied Soarremoarre is nu 4 jaar op rij te zien dat meer weidevogeleieren uitkomen als steenmarters verwijderd worden. In 2021 waren dat 14 steenmarters. Dat zorgde ervoor dat 37% meer weidevogeleieren uitkomen  ten opzichte van 2017, het jaar van de nulmeting.

De steenmarterpilot is verder uitgebreid naar de Workumerwaard, Skriezekrite Idzegea, Skrok & Skrins en Runom, Fjûrlannen, St. Johannesga, Lytse Deelen, Feanhoop, Janssenstichting, De Ontginning, Raard, Kollum en Zwagermieden. Hier werden vorig jaar 141 steenmarters gevangen. In 8 van de 12 gebieden zorgde dat voor een afname van predatie. Ongeveer 70% van de nesten kwam uit. In de andere 4 gebieden was die afname niet te zien. Dat kwam bijvoorbeeld doordat in verhouding meer vossen de nesten leeghaalden.

Met behulp van 3800 nestcamera’s is in 50 weidevogelgebieden het aandeel van de steenmarter bij het leeghalen van de nesten onderzocht. De afgelopen 4 jaar had de steenmarter over al die gebieden het grootste aandeel. In het zuiden en oosten van de provincie had de vos ook een behoorlijk aandeel. Verder werden zwarte kraai, bruine rat, huiskatten en kleine marters zoals hermelijn gezien.

Ook is onderzocht of kleine marters zoals hermelijn, wezel en bunzing meer nesten zouden leeghalen als er meer steenmarters gevangen zouden worden. De aanleiding was een verhoogde nestpredatie door deze soorten in 2020. Onderzoek wijst uit dat er geen direct verband is, maar dat het mogelijk door de vele muizen dat jaar kwam. Afgelopen jaar nam de nestpredatie door de kleine marters weer af.

Dit jaar vindt er ook steenmarterbeheer plaats bij Bolsward, Meamerter- en Wammerterpolder, Anjumerkolken, Tusken Wâld en Ie en de Haskerveenpolder. Daar zagen agrarisch collectieven afgelopen jaar op camera’s dat veel steenmarters de nesten leeghaalden en dat er een laag broedsucces was. In circa 20 andere weidevogelgebieden zullen collectieven dit weidevogelseizoen ook met nestcamera’s nesten in de gaten houden.

 

bron: Provincie Friesland, 15/03/2022