NOJG streeft naar betere samenwerking met toezichthouders

HAAKSBERGEN – De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) spant zich in om te komen tot een betere samenwerking met de natuurtoezichthouders in ons land. Op dit moment zijn verhoudingen tussen boa’s en jagers wisselend. Beide partijen streven ernaar om nader tot elkaar te komen.

,,We hebben heel veel gezamenlijke belangen. De wil om elkaar beter te begrijpen is heel duidelijk aanwezig”, zegt landelijk NOJG-voorzitter René Leegte. Hij voerde onlangs een gesprek met de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Natuurtoezicht (KNVvN), de vakvereniging van toezichthouders. ,,Soms verloopt de samenwerking heel goed, maar soms ook niet. Zo komt het voor dat een boa naar een jager op zijn hoogzit loopt en daarmee de aanzitjacht op een ree verstoord. Dat moet natuurlijk niet. Zo zijn er tal van andere zaken die we kunnen oplossen als we met elkaar in gesprek blijven en de lijntjes kort houden.”

Stadse overheersing

De NOJG en de KNVvN spraken ook over de verschillen in uitvoering bij de Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) in verschillende regio’s. ,,Bij een organisatie als Staatsbosbeheer bijvoorbeeld zie je op landelijk niveau begrip voor jacht en beheer, maar loopt de regionale uitvoering daarvan sterk uiteen”, aldus Leegte. ,,Daar willen we graag verandering in brengen.”

De NOJG en de KNVnN maken zich beiden grote zorgen als het gaat om wat zij betitelen als de ‘stadse overheersing van het platteland’. KNVvN-voorzitter Rolf Overdiep: ,,We hebben te maken met mensen uit de stad die af en toe met hun SUV’s in het buitengebied komen, bijvoorbeeld om hun hond uit te laten. Ze vinden overal iets van, niet in de laatste plaats van de jacht, maar weten niet waar ze over praten. Daarnaast hebben we te maken met onbekendheid vanuit de diverse overheden. Zij hebben wel de verantwoordelijkheden als het gaat om regelgeving en regulering, maar de inhoudelijke kennis van zaken ontbreekt maar al te vaak.”

Interview

Voor het kerstnummer van Jacht & Beheer staat een interview gepland met Rolf Overdiep en Wouter Bax, de vicevoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Natuurtoezicht. Beiden vertellen over hun werk. Daarnaast zetten zij uiteen hoe boa’s te werk gaan. Ook gaan zij nader in op een aantal praktische zaken waar boa’s tijdens de uitoefening van hun werk mee te maken krijgen.  

 




Provincie Utrecht werkt aan nieuw faunabeleid

DD: 7 november 2023

 

Mensen, dieren en planten leven met en naast elkaar, ook in de provincie Utrecht. Soms botsen hun belangen. Zo kunnen dieren bijvoorbeeld schade veroorzaken aan de natuur en landbouwgewassen of een gevaar zijn voor de verkeersveiligheid.

Om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst een goede balans is tussen het behoud van dieren en het beperken van schade en overlast die zij kunnen veroorzaken, heeft de provincie een ontwerp Omgevingsprogramma Faunabeleid en Monitoring (OFM) opgesteld.

Nijlganzen

De belangrijkste reden voor het nieuwe kader zijn gerechtelijke uitspraken. Deze eisen dat duidelijker wordt of de inzet van preventieve (niet-dodende) maatregelen en afschot de schade aan de natuur, gewassen en andere

locaties daadwerkelijk vermindert. Om aan die eis te kunnen voldoen, zullen er meer data verzameld moeten worden. Daarnaast is beter inzicht in de staat van instandhouding van soorten nodig en moet er daarom in de toekomst beter gemonitord worden.

Zienswijze op het ontwerp

Het ontwerp-OFM, inclusief de nota van beantwoording, ligt van november tot 18 december 2023 ter inzage. In deze periode kan iedereen een zienswijze indienen op het ontwerp. Gedeputeerde Mirjam Sterk (Natuur en

Landbouw) roept op om hier zeker gebruik van te maken. “Met dit faunabeleid willen we ervoor zorgen dat bepaalde dieren zoals ganzen, vossen en herten niet in hun voortbestaan worden bedreigd, maar dat de schade en

de overlast die zij kunnen veroorzaken tegelijkertijd beperkt blijft. Als provincie vinden we het belangrijk om hierbij vooral gebruik te maken van preventieve, niet- dodende, maatregelen. Het spreekt voor zich dat wij

openstaan voor de ideeën, wensen en zorgen van alle betrokken partijen zodat we samen kunnen komen tot een toekomstbestendig beleid.”

De vier stappen in het nieuwe beleid

Het nieuwe faunabeleid omvat vier opeenvolgende stappen om schade en overlast te voorkomen.

  1. De eerste stap is beschermen; voor soorten die niet in een gunstige staat van instandhouding verkeren, wordt geen vergunning meer verleend voor schadebestrijding.
  2. Daarna volgt preventie; de schade wordt beperkt met niet-dodende maatregelen. Denk hierbij bijvoorbeeld het aantrekkelijk of juist onaantrekkelijk maken van bepaalde gebieden of aan verjagende middelen zoals drones en vogelverschrikkers. Als alleen preventie niet voldoende is, volgt
  3. de derde stap: preventie en afschot. Dit houdt in dat er een vergunning kan worden aangevraagd voor verjaging met ondersteuning van afschot.
  4. En tot slot is er de mogelijkheid voor populatiebeheer en afschot. Dat wil zeggen dat voor soorten waarvan aangetoond kan worden dat het terugdringen in aantal nodig is vanwege ecologische en/of maatschappelijke belangen, populatiebeheer wordt toegestaan. Het gaat hier om soorten zoals grauwe gans, ree en damhert.
Het OFM zal naar verwachting in februari 2024 vastgesteld worden door Gedeputeerde Staten.

 




Gravende diersoorten zoals konijnen, dassen en bevers kosten Limburg alleen al miljoenen

/*! elementor - v3.18.0 - 20-12-2023 */ .elementor-widget-image{text-align:center}.elementor-widget-image a{display:inline-block}.elementor-widget-image a img[src$=".svg"]{width:48px}.elementor-widget-image img{vertical-align:middle;display:inline-block}

Weg- en spoorbeheerders moeten de komende jaren alleen al in de provincie Limburg vele miljoenen uittrekken om gevaarlijke situaties als gevolg van het gegraaf van konijnen, dassen en bevers te voorkomen.

Instanties als provincie, Rijkswaterstaat en ProRail moeten alles in het werk stellen om verzakkingen die worden veroorzaakt door de nijvere gravers te voorkomen. Doen zij dit niet, dan kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan, aldus De Limburger, die zich baseert op antwoorden van de provincie op vragen van VVD-Statenlid Hermans Nijskens, die zich ernstig zorgen maakt over de situatie.

Het probleem wordt goeddeels veroorzaakt door het feit het aantal gravers is toegenomen, doordat populaties zich hebben hersteld. Zo meldt de provincie Limburg dat het aantal dassen landelijk weer zo’n 5000 bedraagt, terwijl er in de jaren tachtig nog maar 1200 van over waren. Ook het aantal bevers is flink toegenomen. Die vestigden zich eerst in natuurgebieden, maar inmiddels zoeken ze steeds meer hun heil op rustige plekken in de buurt van wegen en het spoor.

Bijvoorbeeld; De reparatie van de afrit langs de A73 bij Venray duurde weken door gravende bevers wat vele tonnen kostte en de treinverbindingen tussen Sittard en Heerlen was weken gestremd, dassen hadden daar hier hun gangen gegraven. Het gevolg daarvan is dat er verzakkingen kunnen ontstaan, waardoor onder andere het treinverkeer belemmerd wordt en er vertragingen kunnen ontstaan of zelfs het treinverkeer op hele trajecten moet worden stilgelegd, met alle gevolgen voor reizigers van dien.




Vragen BBB-fractie Eerste Kamer inzake betrouwbaarheid natuurdata

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Nachtzichtapparatuur en geluidsdempers misschien mogelijk voor de jacht op wilde zwijnen in België

wild zwijn

foto/pixabay Paul_Henri

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil nachtkijkers en geluidsdempers mogelijk maken voor de jacht op everzwijnen. Ze anticipeert met een update van Vlaamse milieuregelgeving terzake op de wetswijziging die zij aan de federale regering vraagt. Ook wil ze de huidige regelgeving over de visserij, jacht, het natuurbeheer en soorten geregeld via verschillende, vaak verouderde, wetten en decreten. Demir wil nu een einde maken met alle oubollige milieuregelgeving en stelt een uitgebreide update voor.

Sinds 2006 zijn everzwijnen terug in opmars in Vlaanderen. De meeste everzwijnen zitten in Wallonië, Limburg, het noordoosten van Antwerpen en in Vlaams Brabant. De dieren zorgen onder meer voor vraatschade aan maïs en granen.

Al enkele jaren vragende partij

Voor de jacht op everzwijnen anticipeert Demir op de wetswijziging die zij aan de federale regering vraagt om nachtkijkers en geluidsdempers toe te laten voor de bestrijding. De Vlaamse minister van Omgeving is daar al enkele jaren vragende partij voor. “Indien de gevraagde aanpassing van de federale wapenwet er eindelijk komt, is de Vlaamse wetgeving er dus al op voorzien”, zegt de minister.

Het toelaten van nachtkijkers en geluidsdempers in de jacht tegen everzwijnen maakt deel uit van een groter pakket van hervormingen. Ze heeft haar hervormingsregelgeving na het akkoord van de Vlaamse ministerraad op 20 oktober bezorgd aan de adviesraden in de hoop dat de maatregelen in de loop van 2024 in kunnen gaan.

Door : Landbouwleven

Gepubliceerd op : 23/10/2023 17:01




Uitspraak bodemprocedure jacht haas en konijn

Rechter gaat ten onrechte voorbij aan argumenten jagersverenigingen
DEN HAAG – De rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling die de jacht op de haas in Groningen, Utrecht en Limburg en op het konijn in heel Nederland verbiedt. De Jagersvereniging, de NOJG en FPG zijn teleurgesteld over het vonnis. Met name het gebrek aan inhoudelijke behandeling van de argumenten en onderbouwingen die de verenigingen hebben aangedragen is opvallend.

Met deze uitspraak is het begrip een ‘gunstige staat van instandhouding’ en het aantal konijnen en hazen er daarbij in Nederland behoort rond te lopen, vrijwel volledig afhankelijk geworden van de zienswijze van de minister. De rechtbank toetst de besluitvorming van de minister nagenoeg niet en stelt de politieke visie van de minister op de staat van instandhouding voorop.

Afhankelijk van politieke wind

De jacht lijkt hiermee niet langer een fundamenteel recht, maar eerder afhankelijk te zijn van de politieke wind die er op een bepaald moment waait.

Enerzijds staat in het vonnis dat het goed is om beoordelingsprocedures en rekenmethoden ter discussie te stellen, anderzijds geeft de rechter met het vonnis de minister bijna volledige vrijheid van handelen, waardoor een serieuze toetsing van de gehanteerde procedures en methodes ontbreekt.

Niet ontvankelijk

Daarnaast is het opvallend dat de verenigingen als belangenbehartigers van de jagers in Nederland niet ontvankelijk worden verklaard. De advocaten van de jagersverenigingen en de FPG zeggen hierover: “Verenigingen hebben een (grond)recht om besluiten die hun eigen belang raken aan de rechter voor te leggen. Dit miskent de niet-ontvankelijkverklaring van de verenigingen”.

Rene Leegte van de NOJG zegt hierover: “ naast de verenigingen zijn er ook individuele personen naar voren geschoven, zodat er toch een uitspraak kon worden gedaan. Maar het is voor ons onbegrijpelijk dat we als NOJG geen belanghebbende zouden zijn terwijl we de belangen van alle jagers voorstaan. Ook het gebrek aan inhoudelijke oordelen verbaast ons zeer.” De Jagersvereniging, de NOJG en de FPG zullen het vonnis van de rechtbank uitvoeriger bestuderen en in onderling overleg besluiten of het wenselijk is in hoger beroep te gaan. Dit moet binnen drie maanden worden ingediend.

De volledige uitspraak van de rechter vind je hieronder of onder de navolgende link: https://www.nojg.nl/wp-content/uploads/2023/10/ECLI-NL-RBDHA-2023-14822.pdf


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Friesland verlaagt maximum afschot ganzen met tienduizenden

Vaststelling afschot trekganzen 2023-2024

Ieder jaar stelt GS het maximum aantal ganzen vast dat in de periode van 1 oktober tot en met 31 mei bij verjaging met ondersteunend afschot gedood mag worden. Dit staat in de Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017 en is conform de Fryske Guozzeoanpak. Hiermee wordt gewaarborgd dat de gunstige staat van instandhouding van de betreffende trekkende ganzensoorten niet in gevaar komt.

GS stellen het maximaal toegestane ganzenafschot voor 2023-2024 vast op brandgans 14.000, grauwe gans 12.000 en kolgans 22.500.

Het maximumaantal ganzen dat komende maanden in Friesland mag worden afgeschoten, is dus een stuk lager dan in 2022.

Het maximum qua afschot lag volgens de provinciewebsite vorig jaar op 100.000 brandganzen, 25.000 kolganzen en 25.000 grauwe ganzen. ‘Het aantal is lager dan vorig jaar. Dat komt door een uitspraak van de Raad van State van vorig jaar dat de populaties wel in stand moeten worden gehouden’, zegt de Friese gedeputeerde Matthijs de Vries (ChristenUnie). Hij zegt ook dat de aantallen die voor de komende maanden zijn vastgesteld, eigenlijk nooit worden gehaald. ‘We verwachten het ook dit jaar niet te halen.’

De gedeputeerde zegt dat het afschieten van de ganzen ondersteunend moet zijn aan het verjagen, maar dat verjagen de voorkeur heeft. Zo moet worden voorkomen dat ze te veel schade aanrichten aan landbouwgrond. De drie ganzensoorten samen zorgden vorig jaar voor ruim 34 miljoen euro aan schade, 23,5 miljoen euro aan schade werd veroorzaakt door de grauwe gans.

Eerder dit jaar werd bekend dat een BirdAlert met een knalapparaat een effectieve manier is om ganzen te verjagen. Dat apparaat begint te knallen zodra vogelgeluiden in de buurt van het apparaat worden vastgesteld. Als dat op een weiland staat, kunnen zo ganzen worden verjaagd.




Faunaspot registratie module FBE Noord-Holland grofwild uitgebreid

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Onderzoek wijst uit: nestbehandeling bij ganzen werkt niet

PERSBERICHT
5 oktober 2023

Nederland is een luilekkerland voor ganzen. De intensieve landbouw met een hoge opbrengst van gewassen zorgt voor een overvloed aan voedsel. Ganzen horen bij ons land, maar het zijn er veel. Zoveel, dat ze schade veroorzaken. Aan boerenland, maar ook aan de natuur. Daarnaast kan de vliegveiligheid in gevaar komen. Steeds vaker wordt het onklaar maken van ganzeneieren (‘nestbehandeling’) genoemd als diervriendelijke maatregel om de populatiegroei te beheersen. Recent onderzoek toont echter aan, dat deze maatregel niet effectief is.

,In opdracht van de FBE Noord-Holland deed Kees Koffijberg (Sovon) een uitgebreide literatuurstudie naar nestbehandeling. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in de notitie ‘Literatuurstudie naar de effecten van legselbehandeling op ganzenpopulaties’. De belangrijkste conclusie:
“Het is heel begrijpelijk dat mensen denken dat als er minder eieren uitkomen, er minder vogels volwassen worden en dat daarmee ook de populaties ganzen krimpen. Het lijkt zó logisch, en toch werkt het niet zo! Sterker nog, het onderzoek wijst uit dat nestbehandeling in de meeste gevallen niet effectief is.” (Kees Koffijberg, Sovon)

Ganzen verstoppen hun nesten goed en het is onmogelijk alle nesten te vinden. De kuikens die uit de niet-gevonden eieren komen, hebben een grote overlevingskans omdat ze minder concurrentie hebben van andere kuikens. Onder aan de streep worden er dan evenveel kuikens vliegvlug, zo laat het onderzoek zien.

Daarnaast blijkt nestbehandeling ongewenste effecten te hebben. Het leidt tot verstoring in natuurgebieden en vormt daarmee een bedreiging voor beschermde broedvogels zoals de bruine kiekendief en de purperreiger. Tot slot is nestbehandeling een zeer arbeidsintensieve en daarmee een dure maatregel.

“De FBE Noord-Holland zet in haar faunabeheerplannen in op preventieve maatregelen om schade door ganzen te voorkomen. Pas als die maatregelen niet werken, komt afschot in beeld. Om onze plannen te onderbouwen verzamelen we betrouwbare data, onder andere via onze app FaunaSpot. Daarnaast investeren wij in onderzoek, zoals dit onderzoek naar de effectiviteit van nestbehandeling. Het zou zonde zijn als we in Nederland deze maatregel blijven toepassen. Dan blijven de populaties namelijk groeien en dat heeft uiteindelijk alleen maar meer afschot tot gevolg. Dat moeten we echt niet willen.” (Patty Laan, directeur FBE Noord-Holland:

Op de website van de FBE Noord-Holland staat een interview met Kees Koffijberg met meer informatie (https://fbenoordholland.nl/a/nestbehandeling-wel-of-niet-effectief)

 




Zweden meldt eerste geval Afrikaanse varkenspest in Scandinavië.

Voor het eerst is Afrikaanse varkenspest vastgesteld in Scandinavië. Een dood wild zwijn werd in Zweden gevonden dat met het virus besmet bleek. Dat is woensdag gemeld door de Zweedse Diergezondheidsinstituut.

Het dode zwijn is gevonden in een beperkt toegankelijk natuurgebied in Fagersta, 145 kilometer ten noordwesten van Stockholm. Het is onduidelijk hoe de virusziekte Zweden is binnengekomen. Zeven dode wilde zwijnen zijn sinds 25 augustus in Västmanland gevonden. Van een van de zwijnen werd een monster van een poot opgestuurd naar het Diergezondheidsinstituut.

Uit onderzoek bleek dat het besmet was met Afrikaanse varkenspest. Inmiddels wordt een monster van een ander wild zwijn ook onderzocht. Woordvoerder Karl Stahl van het Zweedse Diergezondheidsinstituut gaat er op dit moment vanuit dat de infectie is binnengekomen via menselijk handelen.

Verspreiding via wilde zwijnen is uitgesloten. Daarvoor is de afstand tot de dichtstbijzijnde besmette gebieden veel te groot en daar ligt bovendien de Oostzee tussen. De afstand tot de besmette gebieden in Estland, Letland, Litouwen en Polen bedraagt minimaal 450 tot 500 kilometer.Tot nu tot hebben Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden niet te maken gehad met deze virusziekte.

Beheersplan in werking

In Zweden is nu het beheersplan voor Afrikaanse varkenspest direct in werking getreden. Als eerste wordt nu de omvang van het besmette gebied in kaart gebracht. Door gebeurt door samen met de verantwoordelijke autoriteiten en jagersorganisaties te zoeken naar dode wilde zwijnen, in combinatie met kennis van de leefgebieden van wilde zwijnen. De toegang tot het getroffen gebied is verboden.

Bessen of paddenstoelen plukken, jagen en bosbouwactiviteiten zijn niet toegestaan om verspreiding via vlees van zwijnen of door virussen op schoenen, gebruiksvoorwerpen en voertuigen te voorkomen. Varkenshouders krijgen het advies om hun bioveiligheidsmaatregelen te checken en contact op te nemen met een dierenarts als er tekenen van ziekte of verhoogde sterfte zijn. Aan de burgers en jagers wordt gevraagd dode wilde zwijnen te melden.




Veranderingen in de beschermingsstatus van wolven?


Europese Commissie lanceert nieuwe fase

Brussel, 5 september 2023 –  Door sommigen omschreven als een nieuwe “ Wolvenjacht ”, nodigt de Europese Commissie (EC) nu lokale gemeenschappen, wetenschappers en alle geïnteresseerde partijen uit om actuele gegevens over wolvenpopulaties en hun impact in te dienen als aanvulling op een verzoek dat al in april 2023 aan de lidstaten is gedaan. De
 
ontwikkelingen van deze week zijn een reactie op twee resoluties van het Europees Parlement waarin wordt opgeroepen tot een procedure om de bijlagen van de Habitatrichtlijn (op grond van artikel 19) voor grote carnivoren te wijzigen (zie link & link ). EP-leden – velen van hen maken deel uit van de intergroep “Biodiversiteit, Jacht, Platteland” van het Europees Parlement – ​​hebben hard gewerkt om deze resoluties te verwezenlijken.

Op basis van deze updates over de technische en wetenschappelijke vooruitgang zal de EC, waar nodig, een voorstel overwegen om de beschermingsstatus te wijzigen, het wettelijke kader bij te werken en verdere flexibiliteit in te voeren in overeenstemming met de Habitatrichtlijn.

De volledige implementatie van artikel 19 is iets waar FACE en andere plattelandsgroepen al lang op aandringen – zie de gezamenlijke  verklaring . Een ander belangrijk verzoek uit de recente #SignForHunting-campagne van FACE is het verkrijgen van “ nauwkeurige beoordelingen van grote carnivorenpopulaties op basis van geschikte criteria ”.

Dus wat gaat de EC doen met al deze nieuwe wetenschappelijke gegevens verzameld door lokale gemeenschappen, wetenschappers en andere partijen. Vanuit ons perspectief zijn er twee verschillende wegen die de EC zou kunnen inslaan:

  • Erken de positieve trends die wetenschappelijk zijn vastgesteld en ga verder met een procedure om de bijlagen te wijzigen.

OF

  • Zaken zoals gewoonlijk. Ga door met het beoordelen van de staat van instandhouding van wolven met behulp van ongepaste biogeografische eenheden ( link ), die de indruk wekken van een verslechterende status in plaats van een toestand met een voortdurende bevolkingsgroei en -uitbreiding. Tot nu toe heeft deze aanpak geleid tot meer bescherming en conflicten op nationaal niveau.

Afgezien van de status van de gezonde Europese wolvenpopulatie, die in veel delen van Europa duidelijk een sociale draagkracht aan het bereiken is, blijft het kernprobleem een ​​praktisch en juridisch probleem. Bijlage IV (strikte bescherming) creëert een bijna onmogelijke situatie: de richtlijnen van de EG zijn onduidelijk, de nationale rechtbanken zijn zeer voorzichtig en de EG blijft actief in het vervolgen van wettelijke overtredingen (bijv.  link ), en dit alles frustreert plattelandsgemeenschappen.

Volgens FACE-voorzitter  Torbjörn Larsson :

Vanuit ons perspectief is het moeilijk om de verklaring van Commissievoorzitter  Von der Leyen “Ik dring er bij lokale en nationale autoriteiten op aan om waar nodig actie te ondernemen” te koppelen aan dezelfde Commissie, die zo bereid is maatregelen te nemen of dreigen met juridische stappen als dergelijke stappen op nationaal niveau worden ondernomen. Om vooruit te komen moet er duidelijk worden erkend dat het goed gaat met de wolf, en moet artikel 19 van de Habitatrichtlijn worden geïmplementeerd.”

  • Om een ​​gedetailleerder beeld te krijgen van hoe het met de wolf gaat en de afwijkingen in de huidige beoordelingscriteria:




Roeken veroorzaken meeste faunaschade in Drenthe?

De grauwe gans, kolgans en brandgans waren vorig jaar samen verantwoordelijk voor zo’n 36 miljoen euro aan faunaschade in ons land, waarmee ze verantwoordelijk zijn voor meer dan driekwart van de totale kosten (44 miljoen euro). In tien van de twaalf provincies voeren ganzen dan ook de lijst aan met dieren die de meeste schades veroorzaken, maar niet in Drenthe. Daar staat de roek bovenaan.
“Ganzen veroorzaken de meeste schade in water- en grasrijke gebieden, met name in kustprovincies. In de water- en grasrijke provincies Friesland en Noord-Holland is de schade daarom het grootst, onder meer omdat dit de laatste stop voor ganzen is voordat ze de overtocht maken naar broedgebieden. In Drenthe zijn minder graslanden, dus ook minder ganzen, dat maakt dat de schadepost van roeken groter is dan in andere provincies”, legt Christian Jansen van BIJ12 uit.
Maïs als favoriet
In Drenthe veroorzaken roeken vooral veel schade aan snij- en korrelmais en in mindere mate ook aan zomergraan, uien en voederbieten, Of roeken ook meer in onze provincie voorkomen dan in andere provincies, durft Jansen niet te zeggen. “Dat komt omdat per provincie nogal verschilt welke gewassen er aanwezig zijn en in welke mate.” BIJ12 becijferde eerder dat zo’n 80 procent van de roeken broedt in Gelderland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Friesland. Nederland telt zo’n 55.000 broedparen.
Tot 2021 werd mais als bescherming tegen vraatzuchtige vogels behandeld met het bestrijdingsmiddel Mesurol, maar dat is uit milieuoverwegingen niet meer toegestaan. Sinds Mesurol niet weer wordt gebruikt is de schade die vooral roeken toebrengen aan mais in heel Nederland aanzienlijk toegenomen. “Roeken staan erom bekend dat ze bij net ingezaaid mais graag het uitgekiemde plantje eruit eten”, weet Jansen.
Leeggeplunderde akker
De gevolgen daarvan weet Stan Boelens uit Loon maar al te goed. Even buiten het dorp heeft hij een akker, waar hij twee jaar geleden mais had ingezaaid. Toen een loonwerker in opdracht van hem wat onkruid zou wegspuiten tussen de jonge maisplantjes, maar zich afvroeg wat hij weg moest spuiten omdat er alleen maar onkruid stond, gingen bij Boelens alle alarmbellen af. “Toen zag ik hoe de maisakker leeggeplunderd was. Niet normaal, helemaal foetsie. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.”
Ook boer Dick Geerts uit Loon weet welke schade roeken kunnen aanrichten. Zo was hij in een mum van tijd zijn suikerbietenplantjes kwijt. “Je gelooft je ogen niet. Ze komen in een hele zwerm aanzetten. Binnen een halve dag vreten ze zomaar een heel stuk van je akker kapot. Want ze komen hier niet met vijfhonderd, maar met duizend.”
Agrariërs krijgen van gemeenten en BIJ12 extra informatie over de manier waarop roeken mogen worden verjaagd. De provincie wil op haart beurt beter aan agrariërs uitleggen hoe ze schade die roeken veroorzaken vergoed kunnen krijgen.



DE PAANDER VACATURES

 


De PAANDER

Enthousiaste fulltime verkoper m/v

Fulltime verkoper Jacht – m/v
Verkoper met interesse in jacht en optiek

Ben jij een enthousiaste en ervaren verkoper met een passie voor jacht? Dan hebben wij een uitdagende functie voor jou!

Wij zijn op zoek naar een gedreven verkoper voor onze outdoorwinkel, gespecialiseerd in jacht, munitie en bijbehorende optiek. Als verkoper ben je verantwoordelijk voor het realiseren van verkoop en het geven van advies in jouw specialisatie. Daarnaast speel je een belangrijke rol in het bijhouden van de administratie, voorraad en marketing.

Taken:

  • Je geeft deskundig advies en realiseert verkoop op het gebied van jacht, munitie en optiek.
  • Het beheren van verkoopadministratie, wapenregister en consenten.
  • Zorgvuldig bijhouden van de voorraad en gericht inkopen.
  • Actieve input leveren voor marketing en social media om samen een effectief marketingplan op te stellen.

Wat verwachten wij van jou?

  • Een aantoonbare interesse in en ervaring met jacht.
  • Beschikbaarheid voor een fulltime werkweek (38 uur), van dinsdag tot en met zaterdag.
  • Minimaal MBO+ werk- en denkniveau.
  • Representatief, enthousiast en uitstekende communicatieve vaardigheden om klanten en collegas goed te kunnen bedienen.
  • Administratief onderlegd, zodat je zelfstandig je eigen afdeling kunt runnen.
  • In staat om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) af te leggen.
  • Ervaring in een vergelijkbare functie is een pluspunt, maar geen vereiste.
  •  
  • Vloeiende beheersing van de Nederlandse taal en goede beheersing van het Duits.

Wat hebben wij te bieden?

  • Een uitdagende baan waarbij ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling.
  • Een hecht en betrokken team met een informele werksfeer.
  • Een marktconform salaris en goede arbeidsvoorwaarden.
  • Veel vrijheid en verantwoordelijkheid binnen je eigen afdeling.
  • De mogelijkheid tot een langdurige samenwerking.

Heb jij affiniteit met jacht en de benodigde verkoop- en communicatieve vaardigheden om klanten te adviseren en inspireren? Wil jij werken in een gezellig team waarin jouw passie gewaardeerd wordt? Solliciteer dan nu en stuur je CV en motivatiebrief naar jachtshop@depaander.nl
We kijken uit naar jouw sollicitatie en wie weet verwelkomen we jou binnenkort als onze nieuwe collega!

T:0548-788530

I: www.depaander.nl

E: jachtshop@depaander.nl




Goudjakhals steeds meer waargenomen in Noord-Nederland

De goudjakhals is in Nederland net als in Duitsland in opkomst. Het dier is al gesignaleerd in Drenthe, Groningen en Friesland. Natuurbeheerders weten door DNA-onderzoek dat er een goudjakhals zit. In de overige oostelijke deel van Nederland gaan ze er vanuit dat het slechts een kwestie van tijd is voor de goudjakhals ook daar opduikt.

De organisatie Wolven in Nederland ziet alleen in Limburg al circa 300 mogelijke territoria voor roedels.

In tegenstelling tot een wolf heeft een goudjakhals niet veel ruimte nodig. Als er genoeg eten is, kan dat zelfs al een vierkante kilometer zijn. De dieren eten kleine zoogdieren, maar ook fruit, aas en afval. Een goudjakhals ziet eruit als een wolf en leeft ook in roedels, maar qua gedrag en habitat lijkt het dier meer op een vos. Het is een opportunist, die zich prima redt in talloze omgevingen.

Goudjakhals (Canis aureus)

De goudjakhals is een middelgrote hond die zowel in paren als in roedels leeft. Vanuit het oorspronkelijke vestigingsgebied op de Balkan verspreidt het zich steeds meer naar West-Europa er zijn al individuele dieren geregistreerd in Duitsland. Samen met terugkeerders zoals de wolf en de exoot zoals de wasbeerhond, is de goudjakhals een andere nieuwkomer die van nature nieuwe gebieden koloniseert.

Goudjakhals Canis aureus
Goudjakhals Canis aureus (Bron: Goudjakhals Project Oostenrijk/Leopoldsberger/DJV)

Markering

  • Qua uiterlijk en lichaamsgrootte houdt deze hondachtige het midden tussen een vos en een wolf: schouderhoogte 50 cm, lichaamslengte 70-90 cm, lont 20-30 cm, lichaamsgewicht tot 15 kg
  • Bijzonderheid: de ballen van de middeltenen groeien samen in een hoefijzervorm
                               
  • Pelskleur meestal roestbruin tot goudrood; Door de langere, donkergekleurde vachtharen vanaf de achterkant van het hoofd over de rug tot aan de punt van de lont, is er een aparte “zadelmarkering”. Bruin gezichtsmasker en witte markeringen op de onderrand van de snuit en op de nek   
  • Hij kan worden verward met een wolf, maar: de kop van de goudjakhals is smal en langwerpig, de kop van de wolf lijkt driehoekig door de kortere en bredere snuit
poot gouden jakhals
Poot Gouden Jakhals (Bron: Hatlauf/DJV)
Verspreiding en positie in het zoölogische systeem
  • De Afrikaanse goudjakhals (Canis anthus) is nauwer verwant aan de wolf (Canis lupus) dan de Euraziatische goudjakhals (Canis aureus), wiens verspreidingsgebied zich uitstrekt van Azië tot India, het Arabische schiereiland, het Nabije en Midden-Oosten en de Balkan. Ook in West- en Noord-Europese landen, waaronder Duitsland, worden sinds enkele jaren individuele dieren waargenomen. Blijkbaar vindt er momenteel een natuurlijk expansieproces plaats in de goudjakhalspopulaties. 
  • Locaties van de eerste waarnemingen laten zien dat revieren, wetlands en laaglandlandschappen fungeerden als trekroutes voor deze wilde hondensoort.
Leefgebied
  • Zeer flexibel in habitatkeuze en vertoont nauwelijks voorkeuren; houtvrije open landschappen worden echter vermeden.
  • Habitatstructuren die beschutting bieden (bossen, rietvelden) zijn belangrijk als opgroeiplaats en als dagverblijf.
  • Landelijke nederzettingen worden ook bezocht vanwege hun voedselvoorziening (afval, huisdieren), zolang er maar een dagopvang in de buurt is. 
Voedsel
  • Generalist wiens dieet wordt gevormd door habitat en seizoen
  • Breed scala aan voedsel: insecten, knaagdieren, amfibieën, vogels, middelgrote zoogdieren (bijv. Konijnen, reekalfjes, lammeren, schapen), fruit, knollen, maïs; naast actieve jacht ook verzamelaars van aas en afval 
  • Foerageren vindt ’s nachts en in de schemering alleen of in kleine groepen plaats
Sensorische prestaties en vocalisatie
  • Vocalisaties vergelijkbaar met hond (grommen, blaffen) en wolf (huilen); Goudjakhalzen hebben een hogere toon bij het huilen, snellere reeksen van gehuil dan de wolf, en de toonhoogte valt aan het einde weg; net als bij de wolf dient het huilen om de roedel bij elkaar te houden
  • Het goede reukvermogen en gehoor van de goudjakhals, evenals zijn snelheid, stellen hem in staat om succesvolle nachtelijke uitstapjes te maken
Reproductie
  • Goudjakhalzen zijn na één jaar geslachtsrijp en blijven hun hele leven als paar bij elkaar
  • Paartijd (=Ranz): half januari tot half februari
  • Na een draagtijd van ongeveer 60 dagen worden 1-5 jongen geboren
  • Verblijfplaatsen:oude vossen- en dassenholen, struikgewas in het riet of struiken
  • Jonge dieren blijven bij hun ouders tot de lente van het volgende jaar; Roedelvorming vooral waargenomen in Zuidoost-Europa: ouders, puppy’s en jonge dieren van voorgaande jaren     
Levensstijl en levensverwachting
  • Leeft in paren of roedels en bezet gebieden waarin kerngebieden van 2-3 km² worden verdedigd
  • Levensverwachting in het wild ongeveer 8 jaar
  • Wolven doden goudjakhalzen, wat resulteert in migratie of uitsterven van paren / roedels jakhalzen 
Gevolgen voor soortenbescherming
  • De goudjakhals staat in alle EU-lidstaten vermeld in bijlage V van de Habitatrichtlijn, wat de verplichting inhoudt om een ​​”gunstige staat van instandhouding” te behouden en monitoring uit te voeren. In Duitsland wordt het bewijs van de goudjakhals ook geregistreerd via monitoring van grote carnivoren in de deelstaten.
  • Met betrekking tot de bescherming van bedreigde diersoorten, zoals op de grond nestelende vogels, zou de vestiging van de goudjakhals vooral voor de weide- en akkervogels problematisch kunnen zijn, aangezien dit het toch al brede scala aan roofdieren (vossen, marters en exoten zoals wasbeerhonden, wasberen) uitbreidt.  
     
Bronnen:
  • Demeter, A.; Spassov, N. (1993): Canis aureus   – jakhals, gouden jakhals. In: Handboek van Zoogdieren van Europa. Deel 5 Roofzuchtige zoogdieren – Carnivora, deel. Stubbe, M. 6 Krapp, F. (red.) Aula Verlag Wiesbaden.
  • J.Hatlauf (2016): De goudjakhals (canis aureus) in Duitsland en Europa (18,19) in WILD jaarverslag gepubliceerd door de Duitse jachtvereniging.
  • S. Schwarz (2013): Goudjakhalzen in Europa – een voorbeeld van de dynamiek van de natuur. FaunaFocus 5, dieren in het wild Zwitserland.
     
Links
  • Er wordt onderzoek gedaan naar de goudjakhals in Europa en er wordt bewijsmateriaal verzameld: www.goldschakal.eu

 




LTO Noord reageert op concept Faunabeleid van provincie Utrecht

LTO Noord heeft via een zienswijze gereageerd op het concept-Interim Omgevingswetprogramma Faunabeleid en Monitoring van de provincie Utrecht. De opmerkingen van de landbouworganisatie hebben onder andere betrekking op de verantwoordelijkheid voor faunaschade, het opstellen van passende beoordelingen, en de focus op preventieve maatregelen in het beleid.

LTO Noord vindt dat schade die voortvloeit uit de uitvoering van het faunabeleid volledig vergoed moet worden. De organisatie wijst ook op het complexe proces van het opstellen van passende beoordelingen voor beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden. Verder vindt LTO Noord dat de focus van het beleid op preventieve maatregelen moet verschuiven naar het realiseren van beheerbare populaties.

Voordat nieuwe populaties wilde dieren worden toegestaan, moet er een Fauna Effect Rapportage worden opgesteld om de consequenties en schade te beoordelen en volledige vergoeding van faunaschade moet worden gegarandeerd. Bij de uitvoering van effectief faunabeheer is dataverzameling cruciaal voor het onderbouwen van faunabeheerplannen en ontheffingen, benadrukt LTO Noord. Hiermee kunnen beleidsbeslissingen beter worden onderbouwd.

De landbouworganisatie vindt een verhoging van het eigen risico voor ganzenschade naar 20% niet aanvaardbaar, zolang de doelstellingen voor beheerbare ganzenpopulaties niet zijn behaald. LTO Noord roept op tot een interprovinciale aanpak voor ganzenbeheer, met name in het westen van Nederland. Samenwerking tussen provincies is essentieel om de problematiek aan te pakken.

 

bron: LTO Noord, 27/07/2023



Zuid-Holland maakt aanvraag tegemoetkoming faunaschade mogelijk voor konijn, zwarte kraai, kauw, vos en houtduif – BIJ12

In de provincie Zuid-Holland kan vanaf 16 juli 2023 voor meer diersoorten een tegemoetkoming in faunaschade worden aangevraagd. Aanleiding is een recente uitspraak van de Raad van State waarin staat dat de landelijke vrijstellingen onvoldoende onderbouwd zijn. Daarnaast maakt de provincie het mogelijk om sommige schades gratis te laten taxeren.Houtduiven op graan

Tegemoetkoming

Als gevolg van de uitspraak kunnen in Zuid-Holland vossen, konijnen, zwarte kraaien, kauwen en houtduiven vanaf 16 juli 2023 niet meer worden bestreden ter voorkoming van landbouwschade. De provincie maakt het daarom mogelijk om een tegemoetkoming in faunaschade aan te vragen voor deze soorten. Grondgebruikers kunnen vanaf 16 juli 2023 hiervoor een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12 via het online portaal MijnFaunazaken. Let op: omdat de houtduif in het jachtseizoen nog wel bejaagd mag worden, komt de schade die ontstaat tussen 15 oktober en 31 januari, niet in aanmerking voor een tegemoetkoming.

Voorwaarden tegemoetkoming

Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Zo moeten – behalve bij blijvend grasland – preventieve maatregelen genomen worden. In zijn algemeenheid geldt dat één akoestisch middel (bijvoorbeeld een gaskanon) en één visueel middel (bijvoorbeeld vlaggen) moeten zijn ingezet. In de Faunaschade preventiekits van BIJ12 staat een overzicht van de maatregelen die genomen kunnen worden. Klik hier voor een volledig overzicht van de voorwaarden. Het is niet nodig voor de genoemde diersoorten een ontheffing aan te vragen.

Taxeren schade door zwarte kraai, kauw, houtduif, fazant, wilde eend, haas en konijn

Naast de mogelijkheid om een tegemoetkoming in de schade aan te vragen, is het ook – per direct – mogelijk om de schade door zwarte kraai, kauw, houtduif, fazant, wilde eend, haas en konijn te laten taxeren. De grondgebruiker ontvangt dan geen tegemoetkoming maar de schadecijfers worden wel geregistreerd. De provincie Zuid-Holland gebruikt deze cijfers om het provinciale faunabeleid en de uitvoering daarvan te onderbouwen.

Het werkt als volgt: een grondgebruiker doet gewoon een aanvraag voor een tegemoetkoming bij BIJ12 via het online portaal MijnFaunazaken. Na aanvraag en betaling van € 300,- leges wordt de opdracht doorgezet naar taxatiebureau.

De leges worden per ommegaande geretourneerd.