Goudjakhals steeds meer waargenomen in Noord-Nederland

De goudjakhals is in Nederland net als in Duitsland in opkomst. Het dier is al gesignaleerd in Drenthe, Groningen en Friesland. Natuurbeheerders weten door DNA-onderzoek dat er een goudjakhals zit. In de overige oostelijke deel van Nederland gaan ze er vanuit dat het slechts een kwestie van tijd is voor de goudjakhals ook daar opduikt.

De organisatie Wolven in Nederland ziet alleen in Limburg al circa 300 mogelijke territoria voor roedels.

In tegenstelling tot een wolf heeft een goudjakhals niet veel ruimte nodig. Als er genoeg eten is, kan dat zelfs al een vierkante kilometer zijn. De dieren eten kleine zoogdieren, maar ook fruit, aas en afval. Een goudjakhals ziet eruit als een wolf en leeft ook in roedels, maar qua gedrag en habitat lijkt het dier meer op een vos. Het is een opportunist, die zich prima redt in talloze omgevingen.

Goudjakhals (Canis aureus)

De goudjakhals is een middelgrote hond die zowel in paren als in roedels leeft. Vanuit het oorspronkelijke vestigingsgebied op de Balkan verspreidt het zich steeds meer naar West-Europa er zijn al individuele dieren geregistreerd in Duitsland. Samen met terugkeerders zoals de wolf en de exoot zoals de wasbeerhond, is de goudjakhals een andere nieuwkomer die van nature nieuwe gebieden koloniseert.

Goudjakhals Canis aureus
Goudjakhals Canis aureus (Bron: Goudjakhals Project Oostenrijk/Leopoldsberger/DJV)

Markering

  • Qua uiterlijk en lichaamsgrootte houdt deze hondachtige het midden tussen een vos en een wolf: schouderhoogte 50 cm, lichaamslengte 70-90 cm, lont 20-30 cm, lichaamsgewicht tot 15 kg
  • Bijzonderheid: de ballen van de middeltenen groeien samen in een hoefijzervorm
                               
  • Pelskleur meestal roestbruin tot goudrood; Door de langere, donkergekleurde vachtharen vanaf de achterkant van het hoofd over de rug tot aan de punt van de lont, is er een aparte “zadelmarkering”. Bruin gezichtsmasker en witte markeringen op de onderrand van de snuit en op de nek   
  • Hij kan worden verward met een wolf, maar: de kop van de goudjakhals is smal en langwerpig, de kop van de wolf lijkt driehoekig door de kortere en bredere snuit
poot gouden jakhals
Poot Gouden Jakhals (Bron: Hatlauf/DJV)
Verspreiding en positie in het zoölogische systeem
  • De Afrikaanse goudjakhals (Canis anthus) is nauwer verwant aan de wolf (Canis lupus) dan de Euraziatische goudjakhals (Canis aureus), wiens verspreidingsgebied zich uitstrekt van Azië tot India, het Arabische schiereiland, het Nabije en Midden-Oosten en de Balkan. Ook in West- en Noord-Europese landen, waaronder Duitsland, worden sinds enkele jaren individuele dieren waargenomen. Blijkbaar vindt er momenteel een natuurlijk expansieproces plaats in de goudjakhalspopulaties. 
  • Locaties van de eerste waarnemingen laten zien dat revieren, wetlands en laaglandlandschappen fungeerden als trekroutes voor deze wilde hondensoort.
Leefgebied
  • Zeer flexibel in habitatkeuze en vertoont nauwelijks voorkeuren; houtvrije open landschappen worden echter vermeden.
  • Habitatstructuren die beschutting bieden (bossen, rietvelden) zijn belangrijk als opgroeiplaats en als dagverblijf.
  • Landelijke nederzettingen worden ook bezocht vanwege hun voedselvoorziening (afval, huisdieren), zolang er maar een dagopvang in de buurt is. 
Voedsel
  • Generalist wiens dieet wordt gevormd door habitat en seizoen
  • Breed scala aan voedsel: insecten, knaagdieren, amfibieën, vogels, middelgrote zoogdieren (bijv. Konijnen, reekalfjes, lammeren, schapen), fruit, knollen, maïs; naast actieve jacht ook verzamelaars van aas en afval 
  • Foerageren vindt ’s nachts en in de schemering alleen of in kleine groepen plaats
Sensorische prestaties en vocalisatie
  • Vocalisaties vergelijkbaar met hond (grommen, blaffen) en wolf (huilen); Goudjakhalzen hebben een hogere toon bij het huilen, snellere reeksen van gehuil dan de wolf, en de toonhoogte valt aan het einde weg; net als bij de wolf dient het huilen om de roedel bij elkaar te houden
  • Het goede reukvermogen en gehoor van de goudjakhals, evenals zijn snelheid, stellen hem in staat om succesvolle nachtelijke uitstapjes te maken
Reproductie
  • Goudjakhalzen zijn na één jaar geslachtsrijp en blijven hun hele leven als paar bij elkaar
  • Paartijd (=Ranz): half januari tot half februari
  • Na een draagtijd van ongeveer 60 dagen worden 1-5 jongen geboren
  • Verblijfplaatsen:oude vossen- en dassenholen, struikgewas in het riet of struiken
  • Jonge dieren blijven bij hun ouders tot de lente van het volgende jaar; Roedelvorming vooral waargenomen in Zuidoost-Europa: ouders, puppy’s en jonge dieren van voorgaande jaren     
Levensstijl en levensverwachting
  • Leeft in paren of roedels en bezet gebieden waarin kerngebieden van 2-3 km² worden verdedigd
  • Levensverwachting in het wild ongeveer 8 jaar
  • Wolven doden goudjakhalzen, wat resulteert in migratie of uitsterven van paren / roedels jakhalzen 
Gevolgen voor soortenbescherming
  • De goudjakhals staat in alle EU-lidstaten vermeld in bijlage V van de Habitatrichtlijn, wat de verplichting inhoudt om een ​​”gunstige staat van instandhouding” te behouden en monitoring uit te voeren. In Duitsland wordt het bewijs van de goudjakhals ook geregistreerd via monitoring van grote carnivoren in de deelstaten.
  • Met betrekking tot de bescherming van bedreigde diersoorten, zoals op de grond nestelende vogels, zou de vestiging van de goudjakhals vooral voor de weide- en akkervogels problematisch kunnen zijn, aangezien dit het toch al brede scala aan roofdieren (vossen, marters en exoten zoals wasbeerhonden, wasberen) uitbreidt.  
     
Bronnen:
  • Demeter, A.; Spassov, N. (1993): Canis aureus   – jakhals, gouden jakhals. In: Handboek van Zoogdieren van Europa. Deel 5 Roofzuchtige zoogdieren – Carnivora, deel. Stubbe, M. 6 Krapp, F. (red.) Aula Verlag Wiesbaden.
  • J.Hatlauf (2016): De goudjakhals (canis aureus) in Duitsland en Europa (18,19) in WILD jaarverslag gepubliceerd door de Duitse jachtvereniging.
  • S. Schwarz (2013): Goudjakhalzen in Europa – een voorbeeld van de dynamiek van de natuur. FaunaFocus 5, dieren in het wild Zwitserland.
     
Links
  • Er wordt onderzoek gedaan naar de goudjakhals in Europa en er wordt bewijsmateriaal verzameld: www.goldschakal.eu

 




Belangrijk ganzenakkoord bereikt in Groningen

 

Maximale inzet om de ganzenoverlast in Groningen te beperken. Dat is de uitkomst van het provinciaal ganzenakkoord dat onlangs is bereikt met LTO Noord, de collectieven voor agrarisch natuurbeheer, natuurorganisaties en de provincie Groningen.

Belangrijk akkoord

Regiobestuurder Wietse Duursma: ‘We hebben een belangrijk akkoord bereikt. Alle partijen hebben nu met elkaar afspraken gemaakt om daadwerkelijk het maximale te doen aan de ganzenoverlast. Zowel boeren, natuurorganisaties als de provincie beseffen dat er meer dient te gebeuren aan de overlast. We trekken gezamenlijk met elkaar op en we richten ons op maatwerk per gebied. Dit betekent dat we per gebied kijken wat er nodig is om de ganzenoverlast te verminderen in plaats van op provinciaal niveau. Ook komt er vanuit de provincie veel meer ondersteuning bij het verjagen, we moeten nog wel kijken hoe we dat vorm moeten geven samen met de jagers in de gebieden. Terwijl boeren nu veel op eigen kracht en op eigen rekening moeten doen.’

Meer praktijk

Een andere verandering is dat er veel meer gehandeld gaat worden naar de praktijk. ‘Er wordt gekeken naar de daadwerkelijke overlast en schade en niet alleen maar naar de geregistreerde aantallen en cijfers en daarmee is de uitgekeerde schade niet langer enkel de leidraad’, aldus Duursma. ‘Daarbij hebben het voor elkaar gekregen dat het eigen risico voor boeren op 5% is gebleven en niet naar 20% wordt getild zoals dat in andere provincies gebeurt. Kortom een goed akkoord waar we met elkaar aan zet zijn om daadwerkelijk aan de slag te gaan met de ganzenoverlast in de provincie.




Spelende Drentse wolvenwelpen voor het eerst te zien

De welpen van Drenthe zijn door het Wolvenmeldpunt gefilmd. De beelden van een wildcamera in het Drents-Friese Wold tonen drie gezonde jonge wolven. Het zijn de eerste welpen in Noord-Nederland sinds de wolf ruim 150 jaar geleden in Nederland was uitgeroeid.

 

De opnames zijn van augustus dit jaar, de welpen waren toen drie maanden oud. Om de rust te waarborgen en de kans op verstoring door mensen te voorkomen komen de beelden nu pas naar buiten.

Bekijk hieronder de eerste beelden van de Drentse wolvenwelpen:

Spelende Drentse wolvenwelpen voor het eerst te zien
 

‘Rendez-vous-plek’

Twee reutjes (mannetjes) en een teefje verschenen in de zomer voor de wildcamera. Het is het kroost van het wolvenkoppel dat al ruim een jaar in Zuidwest-Drenthe aanwezig is. Op de beelden zie je de dieren kauwen op een tak, rondrennen en spelen met elkaar. Hans Hasper, provinciaal coördinator van het Wolvenmeldpunt, heeft na heel wat speurwerk de zogenaamde ‘rendez-vous-plek’ van de wolven gevonden: “Dit is de plek waar ouders de welpen achterlaten als ze gaan jagen.” Het is een rustige plek in het bos waar de welpen zich uren moeten vermaken, tot de ouders terugkomen met voedsel.

De beelden geven Hasper, die al jaren wolven in Drenthe en op de Veluwe monitort, een schat aan informatie. Hij ziet dat de welpen goed doorvoed zijn, dat ze op het eerste gezicht geen aandoeningen hebben zoals schurft of iets gebroken hebben. “Ze zien er bijzonder gezond uit”, zegt hij.

Met de ouders mee op pad

Er zijn meerdere van deze plaatsen in het bos. Hoe ouder de welpen zijn, hoe verder het van het ‘werphol’ af ligt. Nu ze zes maanden oud zijn, leren ze van de ouders hoe te jagen. “Ze zijn nu al echt volwaardige wolven: ze zijn zelfs al wat groter dan hun ouders. Ze gaan langzamerhand met de ouders mee op pad.” De ouders hebben reeën, hazen maar ook schapen als prooi gehad. De jonge wolven leren een wild dier te vangen, maar er is ook kans dat ze leren om schapen te pakken. “Het is de hoogste tijd om de handen ineen te slaan en ons vee te beschermen”, aldus Hasper.

Of de welpen uiteindelijk een eigen roedel in Drenthe gaan stichten is nog niet te zeggen. “De meeste jongen vertrekken als ze ongeveer anderhalf, twee jaar oud zijn. Het wil wel eens gebeuren dat ze wat omzwervingen maken als ze een maand of negen zijn. Ze kunnen ergens hier in Drenthe ook een roedel stichten, maar het kan ook in Duitsland zijn. Dat is koffiedik kijken.”

Meer weten over de welpen en de andere dieren op de rendez-vous-plek? Bekijk hier op ROEG! meer beelden van de wildcamera.




Provincie Drenthe wil zes extra foerageergebieden voor ganzen

Brandganzen

Provincie Drenthe wil het aantal rustgebieden voor overwinterende ganzen flink uitbreiden. Het betreft nieuwe reservaten nabij het Leekstermeer, maar ook in het Hunzedal, Bargerveen en Dwingelderveld en bij Coevorden en Nijeveen.

De maatregel dient om de bescherming van het toenemende aantal trekganzen te verbeteren en maakt deel uit van het ganzenakkoord dat de Faunabeheereenheid Drenthe onlangs heeft gesloten.

Volgens voorzitter Piet van Dijk van de Faunabeheereenheid Drenthe vormt het ganzenakkoord de basis voor een goed evenwicht tussen schadebestrijding en een duurzaam beheer van ganzen in Drenthe. ‘Internationaal gezien is ons land van groot belang voor overwinterende watervogels, waaronder ganzen. Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land. Maar ook het aantal ganzen dat het hele jaar in ons land blijft, groeit de laatste jaren sterk. Dit leidt tot meer schade aan landbouwgewassen.’

Evenwicht

In het ganzenakkoord wordt een evenwicht gezocht tussen beschermen en beheren. Bij beschermen gaat het om de ruimte voor het dier en de internationale verplichting die Nederland heeft voor trekganzen. Bij beheren gaat het om het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Overwinterende ganzen mogen in de periode van 1 oktober tot 1 april al niet opzettelijk worden verstoord in de vier in 2017 aangewezen Drentse rustgebieden nabij het Leekstermeer ten noorden van Roden. Aan de zuidoever van het meer is indertijd 500 hectare ingetekend als foerageergebied voor de kolgans en de grauwe gans.

Eigenaren in de aangewezen gebieden krijgen sindsdien een vaste vergoeding van 50 euro per schade per hectare per jaar. Daarnaast is volledige vergoeding van schade mogelijk en zijn er geen taxatiekosten.

Analyseren

Van Dijk: ‘We gaan nog per deelgebied nader analyseren en onderbouwen waar extra foerageergebied kan worden aangewezen. Ook hier ontvangen de grondgebruikers dan hiervoor een vergoeding van de provincie. De manier van compenseren wordt vereenvoudigd om de deelnamebereidheid te vergroten.’

De voorzitter van de Faunabeheereenheid Drenthe overhandigde het akkoord vrijdag aan de provincie. ‘We hebben als Faunabeheereenheid Drenthe advies gevraagd aan een commissie van deskundigen die vanuit verschillende achtergronden naar de ganzenproblematiek heeft gekeken en een advies heeft gegeven over de inhoud van een akkoord. Dat advies heeft de Faunabeheereenheid Drenthe overgenomen, zodat het maatschappelijk draagvlak is verzorgd. We hebben een akkoord op hoofdlijnen dat een goede basis vormt voor een goede balans tussen het beperken van schade en ruimte voor instandhouding van een duurzame populatie.’

Bron: Nieuwe Oogst
 



Ganzenakkoord Drenthe verenigt partijen rond beheer en schade

Ganzen in morgenzon

Vrijdag 18 november overhandigde Piet van Dijk, voorzitter van de Faunabeheereenheid Drenthe (FBE) het zogeheten Drents ganzenakkoord aan gedeputeerde Henk Jumelet. In het akkoord zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende belanghebbenden. Ze vormen de basis voor een goed evenwicht tussen schadebestrijding en een duurzaam beheer van ganzen in Drenthe.

Internationaal gezien is ons land van groot belang voor overwinterende watervogels waaronder ganzen. Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land. Maar ook het aantal ganzen dat het hele jaar in ons land blijft, groeit de laatste jaren sterk. Dit leidt tot meer schade aan landbouwgewassen.

In de natuurvisie heeft de Provincie Drenthe daarom ingezet op het vinden van een balans tussen het beschermen en beheren van ganzen. Bij beschermen gaat het om de ruimte voor het dier en de internationale verplichting die Nederland heeft voor trekganzen. Bij beheren gaat het om het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Om de balans hiertussen te vinden heeft gedeputeerde Henk Jumelet de FBE gevraagd om tot een ganzenakkoord te komen. Dit omdat deze balans ook moet kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak. Henk Jumelet: “Diverse partijen en hun uiteenlopende belangen zijn in de FBE vertegenwoordigd. Ik heb de FBE daarom gevraagd of zij dit akkoord kunnen opstellen en ik ben blij dat zij daartoe in staat zijn geweest.”

Voorzitter van de FBE, Piet van Dijk, overhandigde vandaag dit akkoord formeel aan de provincie.

Voorzitter Piet van Dijk van Faunabeheereenheid Drenthe overhandigt het Drents ganzenakkoord aan gedeputeerde Henk Jumelet.

“We hebben als FBE advies gevraagd aan een commissie van deskundigen die vanuit verschillende achtergronden naar de problematiek hebben gekeken. Zij zijn in staat geweest een advies te geven over de inhoud van een akkoord. Dat advies heeft de FBE vastgesteld, zodat het maatschappelijk draagvlak is verzorgd. We hebben een akkoord op hoofdlijnen dat een goede basis vormt voor een goede balans tussen het beperken van schade en ruimte voor instandhouding van een duurzame populatie.”

Omdat de FBE ook naar maatwerk per gebied wil, worden op basis van het Drents ganzenakkoord nog nadere uitwerkingsplannen per deelgebied gemaakt. De gebieden zijn: Leekstermeer, Hunze, Bargerveen, Coevorden, Dwingelderveld en Nijeveen. Piet van Dijk: “Zo gaan we per deelgebied bijvoorbeeld nader analyseren en onderbouwen waar extra foerageergebied kan worden aangewezen. De grondgebruikers ontvangen hiervoor een vergoeding van de provincie. Ook de manier van compenseren wordt vereenvoudigd om de deelnamebereidheid te vergroten.”




Drentse veeartsen: “Situatie rond wolf niet langer houdbaar”

Drentse veeartsen hebben ‘grote zorgen’ over het toenemend aantal wolvenaanvallen en vinden de situatie in hun provincie niet langer houdbaar. Onduidelijke communicatie over hoe te handelen bij gewonde dieren na een vermoedelijke aanval van de wolf zorgt volgens de veeartsen bovendien voor onnodig dierenleed. Dat valt te lezen in de brandbrief aan de Provincie Drenthe in handen van journalistiek onderzoeksplatform Pointer (KRO-NCRV).

Oorlogsgeneeskunde

De opstellers van de brandbrief roepen Henk Jumelet, gedeputeerde in de Provincie Drenthe op om na te denken over de lange termijn aanpak ten aanzien van de wolf. Tot nu toe ondertekenden 39 veeartsen uit de regio de brandbrief.

Katrien Verbist is één van de veeartsen die de noodklok luidt. “Het lijkt soms wel oorlogsgeneeskunde,” zo vertelt ze aan Pointer. “Vaak zie je na een wolvenaanval dat een aantal dieren nog leeft, maar die zijn niet altijd meer te redden en dan zou je ze graag zo snel mogelijk willen euthanaseren om onnodig lijden te voorkomen. En bij de minder gewonde dieren wil je zo snel mogelijk met de wond aan de slag.”

DNA-monsters na aanval wolf

Het is volgens de veeartsen echter verschillende keren voorgekomen dat een arts werd weggestuurd omdat dierhouders te horen hadden gekregen dat er eerst nog DNA-monsters moesten worden afgenomen door BIJ12. Dit is een organisatie die in opdracht van de provincies de faunaschade opneemt en afhandelt.

Schadeafhandeling BIJ12

Wanneer een veehouder te maken krijgt met een aanval van een wolf moet hij dat melden bij BIJ12. Zij sturen dan een taxateur die monsters afneemt om te kunnen vaststellen of het ook daadwerkelijk een wolf was die de dieren heeft aangevallen. Wanneer dat is vastgesteld wordt er een schadevergoeding uitgekeerd aan de veehouder. De taxateur komt altijd binnen 24 uur, zo staat op de website van de organisatie.

Professionele oordeel rondom wolf ondermijnd

Er is een sterke toename in het aantal door BIJ12 geregistreerde aanvallen door de wolf in Drenthe en de omliggende provincies. In Drenthe waren er tot nu toe bijvoorbeeld 74 geregistreerde aanvallen, in 2021 waren dat er nog 25. Er wordt geschat dat er zo’n 20 wolven in Nederland leven. Daarnaast zwerft er nog een aantal wolven door het land die op zoek zijn naar een leefgebied. Deze wolven kunnen echter inmiddels ook al weer in een van de buurlanden zitten.

Het zijn met name kleine grazers, zoals schapen, die het slachtoffer worden van een wolvenaanval, maar in de afgelopen maanden worden soms ook grotere dieren, zoals koeien, aangevallen. In sommige gevallen weigert BIJ12 volgens de veeartsen dan langs te komen en dat vinden zij ‘kwalijk’. “Zeker als de situatie al beoordeeld is door een dierenarts en deze geconcludeerd heeft dat een wolvenaanval niet uit te sluiten is. Ons professionele oordeel wordt op deze manier ondermijnd,” aldus de veeartsen.

Hittestress op stal

Dierenhouders zijn bij wet verplicht om hun dieren te beschermen tegen een aanval van de wolf, maar die beschermingsmaatregelen (zoals het plaatsen van rasters en het op stal zetten) zijn niet altijd in het belang van het welzijn van de landbouwhuisdieren betogen de veeartsen. “Schapen met een dikke wollen vacht binnenhouden leidt tot hittestress en kan ook gevolgen hebben voor hun ongeboren lammeren,” aldus de veeartsen.

“Een ander probleem is het uitbreken van dieren door wolven. Wanneer er een wolf in een kudde paarden of koeien komt, breekt er blinde paniek uit. Deze dieren gaan door alle afrasteringen heen. Dit levert gevaar voor dier en mens op,” aldus de brandbrief.

Reactie BIJ12 rondom situatie wolf

BIJ12 laat in een reactie aan Pointer weten ook voor grotere dieren taxateurs op pad te sturen, niet alleen in het kader van schadeafhandeling maar ook om de wolvenpopulatie goed in de gaten te kunnen houden. De organisatie zegt bovendien dat dierenartsen wel degelijk de ernstig gewonde dieren mogen euthanaseren en wonden mogen verzorgen.

“Als er ook dode dieren zijn waar DNA van kan worden afgenomen dan is het aan de dierenarts om daarin een beslissing te nemen. We willen te allen tijde dierenleed voorkomen. Wanneer het gaat om 1 aangevallen dier, dan is het verstandig om wel eerst met BIJ12 te communiceren over wat te doen, zodat er geen DNA verloren gaat,” aldus een woordvoerder.

Aanpassingen na aanleiding van vraag Pointer

Na contact met Pointer over de onduidelijkheid die er heerst bij veeartsen heeft BIJ12 wél de website en de informatieflyer aangepast om de procedure bij gewonde dieren duidelijker te communiceren naar veehouders en dierenartsen.

De uitzending van Pointer (KRO-NCRV) over de wolf is op zondag 20 november, 22:10 uur te zien op NPO2.

Bron: KRO-NCRV




Uiterlijk 20 oktober uitspraak voorzieningsrechter jacht, haas in de provincies Limburg, Utrecht en Groningen

 

Het kort geding dat de NOJG en de Jagersvereniging met onder meer de FPG tegen de Staat hebben aangespannen om een ontheffing te vragen op het ministeriële besluit om het jachtseizoen op de haas in drie provincies dit jachtseizoen (2022/2023) te sluiten, diende vandaag in de rechtbank van Den Haag.

‘Dit kort geding is echter een opstap, naar de hierop volgende bodemprocedure waar zij ook de beslissing aan om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is heeft plaats gevonden. Zij zien de uitspraak van de voorzieningenrechter met vertrouwen tegemoet.’

Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib van de Jagersverenigingen waren helder in hun pleitnota. De hazenstand is sinds de jaren ’60 alleen teruggelopen door de intensivering van de landbouw en toegenomen bebouwing en infrastructuur. Maar juist niet op de velden waarop wordt gejaagd. Bovendien is de afgelopen twintig jaar de trend van de hazenstand stabiel. Welk nut dient het dan de jacht op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Internationaal erkende wetenschappers
Bij de voorbereiding van het kort geding hadden de Jagersvereniging, Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Wildbeheereenheid Roerstreek en hun respectievelijke leden, niets aan het toeval overgelaten. Zij zijn bij internationaal erkende wetenschappers gespecialiseerd in hazenpopulaties te rade gegaan om de onderzoeken van Wageningen Environmental Research (WEnR) naar de staat van instandhouding van de haas en het konijn tegen het licht te houden.

Deze wetenschappers kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat bij de bewerking van de aangeleverde cijfers discutabele keuzes gemaakt zijn rond gebruikte data en referentiejaren. Bovendien ligt er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag. De conclusie is dat de staat van instandhouding van zowel de haas als het konijn in het geheel niet in het geding is.

Ali al Khatib: ‘We hebben te maken met een politieke wens om niet op hazen te jagen, die in een motie is opgenomen. Om deze motie ten uitvoer te brengen moet de minister de Wet natuurbeheer wijzigen. Dit is niet gebeurd. De minister heeft deze ingrijpende beslissing willen omzeilen door een aparte regeling te treffen. De voorgestelde regeling doet echter geen recht aan de situatie van de haas in Nederland, waarvan de staat van instandhouding in het geheel niet in het geding is. Er is dan ook geen enkele reden voor deze ongegronde beperking van de jacht.’

Bodemprocedure
In de bodemprocedure zal een rechter ten gronde toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is, ook voor wat betreft het konijn. De rechter wordt aan het einde van dit proces verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

De voorzieningenrechter doet uiterlijk 20 oktober uitspraak in dit kort geding.




Reacties op wolvenbijeenkomst in Drenthe: ‘Duidelijk angst in het gebied’

Bron: RTV DrentheEen temperamentvolle bijeenkomst vol emoties en zorgen over de aanwezigheid van de wolf in Zuidwest-Drenthe gisteravond in het gemeentehuis in Diever. Maar wat leverde het op?
Hoewel lang niet alle vragen van bezorgde inwoners van het wolvengebied beantwoord konden worden, kijken betrokkenen positief terug op de avond. De boodschap die velen hadden, kon worden overgebracht. Met name zorgen over eigen veiligheid en die van kinderen bleven hangen.

Lees hieronder de reacties van verschillende aanwezigen van de wolvenbijeenkomst

Rikus Jager, burgemeester Westerveld

 
Burgemeester Jager over de bijeenkomst over de wolf

“Ik vond het indrukwekkend”, zegt burgemeester Rikus Jager. “Door het stille protest buiten de deur, vond ik het nog indrukwekkender. Het was aangrijpend, en tegelijkertijd liet men duidelijk merken dat er angst is in het gebied.”

Voorafgaand sprak Jager mensen buiten het gemeentehuis. “Ik sprak mensen die hun kinderen niet buiten durven laten spelen zonder toezicht. Dat betekent dat je je elk moment van de dag zorgen maakt, omdat hier een dier rondloopt waarvan men vindt dat het hier niet zou horen. Dat baart mij ook zorgen in de zin dat het invloed heeft op menselijk gedrag en op prestaties van kinderen bijvoorbeeld.”

Dat mensen af en toe boos werden tijdens de bijeenkomst, vindt Jager dan ook logisch. Voor hem maakte de avond andermaal duidelijk dat er veel zorgen zijn. “We zullen met elkaar moeten nadenken over wat er aan de hand is en dat zullen we duidelijk moeten maken in de hogere regionen in Den Haag, maar ook in Brussel.”

Piet de Brock uit Wateren

Piet de Brock uit Wateren stelde als eerste een vraag tijdens de bijeenkomst. Zelf deed hij 500 schapen van de hand. Hij wilde vijf minuten spreektijd, kreeg die niet en liep emotioneel richting het podium.

“De reden dat ik hiernaartoe ben gegaan is dat er over een beschermd dier wordt gesproken. In dit geval de wolf. Terwijl alles wat beschermd wordt, gaat zich op een gegeven moment tegen ons keren. Je kan alles gaan beschermen, maar zorg er dan voor dat je een beheersplan hebt. Of je nu vangen moet en wegsturen, of afschieten. Dat zal mij om het even zijn. Maar je moet gaan beheren.”

Na afloop staat hij kalm te vertellen dat volgens hem zijn boodschap is overgekomen, al wacht er binnenkort nog een gesprek met burgemeester Rikus Jager. De Brock complimenteert de burgemeester met het luisterend oor. “En ik hoop dat gedeputeerde Jumelet nu gaat laten zien dat ie kloten heeft.”

Désiré Karelse, Bij12

Als adviseur van BIJ12, de organisatie die wolvenschades voor provincies afhandelt, kreeg Désiré Karelse het flink voor de kiezen. “Het was een open en eerlijke avond met ruimte voor emoties. Ik hoop dat er meer begrip is voor iedereen. Er zijn dilemma’s als het gaat om voor en tegen de wolf zijn en het is goed dat zorgen geuit worden.”

Dat er soms flink werd ingehakt op zijn organisatie, lijkt hij wel een beetje gewend. Al blijft hij zich verzetten tegen het zaaien van twijfel over intenties van BIJ12. “Dat wordt vaker gedaan, maar is altijd ongegrond. Wij zijn een overheidsinstantie en die moet je kunnen vertrouwen. Wij zijn heel transparant en we zijn bezig alles nog beter inzichtelijk te maken op onze site. Ik heb ook gezegd dat er zaken in het verleden niet goed gingen.”

Wat Karelse het meest bijblijft zijn de zorgen over hun persoonlijke veiligheid. “Zorgen van dierenhouders hoor ik iedere dag. Maar dat mensen bang zijn als ze in het bos gaan lopen, is nu ook duidelijk. Daar moeten we ook mee aan de slag. Beter uitleggen wat je moet doen als je een wolf tegenkomt bijvoorbeeld.”

Rena Bosma, Spier

Niet alleen inwoners uit de gemeente Westerveld waren aanwezig in het gemeentehuis in Diever. Onder de niet-Westervelders bevond zich Rena Bosma, advocate en paardenhouder uit Spier. Zij wil dat de provincie ‘ballen toont’ en Europese regels aan de laars lapt. “Men is te bang voor Europese wet- en regelgeving”, stelt Bosma.

Volgens haar kijkt Europa vaker weg als er Europese regels worden overtreden. “Er worden dagelijks regels overtreden zonder dat er iets gebeurt, kijk maar naar de manier waarop mensen aan de grenzen worden teruggeduwd.”

Zij ziet op verschillende manieren hoe verschillende wetten en regels tegenstrijdigheden geven. “Ik moet mijn paarden beschermen, maar als ik vraag om een grote stal of een twee meter hoog hek te bouwen, of een stroomaansluiting te krijgen voor de omheining, mag dat niet.” Ze stelde voor een proefproces te starten, zodat duidelijk wordt welke regels het zwaarst wegen. Die van de wet waarin ze haar dieren moet beschermen of die van de wet die de wolf beschermt.

Jumelet wil met haar doorpraten. “Ik ga altijd in gesprek, maar ik denk niet dat we er samen uitkomen”, klinkt ze niet erg hoopvol. Haar bijdrage kon overigens op luid applaus rekenen van de zaal.

Rena Bosma stelt vragen tijdens de wolvenbijeenkomst

Maarten van Meerwijk uit Havelte:

“Wat er gebeurt is gewoon schandelijk. Als je ziet hoeveel gemoord wordt in vijf weken, is dat gewoon schandelijk. Gewoon meer dan honderd schapen en nu horen we van Jumelet al twaalf runderen”, briest Maarten van Meerwijk uit Havelte meteen na de bijeenkomst. “Dan praat je niet over konijnen, dan praat je over grote dieren. Dat kan niet. Het loopt volledig uit de hand.”

Ook tijdens de bijeenkomst werd hij ‘nijdig’, omdat hij klaar is met alle aangekondigde overlegrondes en vindt dat er nu actie nodig is. Desondanks vindt hij de avond zinvol en kreeg hij de indruk dat gemeente en provincie ervan doordrongen zijn dat er actie nodig is.

“Ik heb een goed gevoel over deze bijeenkomst. Ik denk dat de mensen die hier in de zaal zaten ook snappen dat ze (Jumelet en Jager, red.) niet alles in één keer kunnen doen. Ik heb oprecht het gevoel dat ze goed geluisterd hebben en er ook werk van gaan maken.”

Edwin van Pelt, Uffelte

“Er wordt wel geluisterd naar alle verhalen. En er wordt wel wat mee gedaan, dat denk ik wel”, reageert Edwin van Pelt na afloop. Hij deed al zijn schapen al eerder weg na een wolvenaanval. Volgens hem neemt Jumelet de zorgen uit de zaal serieus.

Voor Van Pelt lijkt nieuw beleid te laat. Hij ziet geen toekomst meer als schaaphouder. “Op 19 augustus heb ik een aanval gehad van de wolf. Dat heeft geresulteerd in zeven dode schapen. Als je dat ziet, dan zakt de moed je in de schoenen. Je moet het zo zien: een mens verliest een dierbare, dat zijn dan kinderen of andere familieleden. Dit verlies van de schapen voelt voor mij als verlies van dierbaren.”

Mieke Wachters, Wateren

Na de bijeenkomst staat een groepje paardenhouders uit Wateren na te praten. Allemaal zijn ze positief over de bijeenkomst. “Er is geluisterd naar de emoties”, zegt Mieke Wachters, die bij het groepje staat. “Je zag ook de emotie bij Jager en Jumelet. En ik heb het idee dat ze de geluiden serieus nemen.”

Voor Wachters speelt vooral het menselijke leed een belangrijke rol. “Je krijgt straks ook mensen met trauma’s. Paarden zijn een soort gezinslid, en als die aangevallen worden dan heeft dat impact.”

Ook verminderd leefgenot doet volgens Wachters het nodige met mensen. “In Drenthe kon je altijd naar buiten, de natuur in. Dat is nu anders, nu ga je gespannen naar het bos.”

 
Reactie aanwezigen op wolvenbijeenkomst

Henk Jumelet, gedeputeerde Drenthe

“Het was een drukke avond met heel veel vragen”, blikt gedeputeerde Henk Jumelet terug. Het gros van de vragen moest hij beantwoorden. “Er waren veel mensen, ook online. Ik begreep dat er achthonderd mensen hebben meegekeken en dat zij veel vragen hebben ingestuurd. Het was een avond die wat mij betreft heel constructief was.”

Vooraf was duidelijk dat er geen toezeggingen konden worden gedaan. Het was een informatieavond, met ruimte voor het uiten van zorgen en het stellen van vragen. “Dan hoop je dat je de vragen kunt beantwoorden, in grote mate is dat ook gebeurd. Al blijven er natuurlijk vragen openstaan. Veel vragen zijn gesteld, er komt sowieso een vervolg op een of andere manier.”

De gedeputeerde zegt energie te krijgen van zo’n avond, ook al zijn de verhalen soms schrijnend. “Ik hoorde mensen zeggen: ‘Het gaat niet om het geld.’ Schade krijgen ze vergoed, voor een deel. Maar het gaat vooral om de emotionele schade, en dat komt wel binnen”, vertelt Jumelet.

“Die verhalen heb ik wel eerder gehoord, maar vanavond komt het allemaal bij elkaar. Daar moet je wat mee; ik kan de zorg en angst niet wegnemen, maar door informatie te geven en ze serieus te nemen denk ik dat we hebben laten zien dat we er zijn voor elkaar en voor de inwoners van Westerveld.”

 
Henk Jumelet over de wolvenbijeenkomst



Voedselaanbod en predatoren bepalen broedsucces van wadvogels

In 2020 startte een consortium, bestaande uit Ecosensys, Altenburg & Wymenga, Sovon en de Rijksuniversiteit Groningen, onder leiding van Het Groninger Landschap een onderzoek naar het broedsucces van wadvogels aan de kust van het vaste land. De aanwezigheid van predatoren blijkt een bepalende factor voor het broedsucces en laten weinig nesten van wadvogels in de kwelders ongemoeid.

Tijdens dit onderzoek zijn verschillende maatregelen getest om het broedsucces een positieve impuls te geven. Belangrijke aandachtspunten vormen de kwaliteit van het voedselaanbod en de aanwezigheid van predatoren.  Om de beweging van grondpredatoren langs de noordelijke kust 3 tot 6 maanden te kunnen volgen zijn tussen 2020 en 2022 vossen en steenmarters gezenderd.

Combineer beheermethoden

De aanwezigheid van predatoren blijkt een bepalende factor voor het broedsucces en laten weinig nesten van wadvogels in de kwelders ongemoeid. ‘Steenmarters en vossen zijn inventief en volhardend. Vossen schuwen water niet en zwemmen relatief lange afstanden om een broedeiland te bereiken, ondanks dat ze een voorkeur hebben om zich over het droge te bewegen. Maar over volhardend gesproken: we hebben ook vossen gemonitord die volledig op de kwelders leven.’

De aanbevelingen zijn wat Jonge Poerink betreft helder.

Het kluteneiland in de kwelders van de Dollard is omringd door water en voorzien van een stroomraster. Dat blijkt een zeer effectieve combinatie om predatoren buiten het broedgebied te houden. Daar is geen vos of steenmarter gesignaleerd. Het gebruik van één beheermethode is minder effectief, maar een goede aanleg eens te meer cruciaal. Het predatieonderzoek gaat de komende tijd door om meer conclusies te kunnen trekken die terrein beherende organisaties handvatten bieden bij het predatiemanagement.

Altenburg & Wymenga leidde het onderzoek naar het voedselaambod. In 2020 werd een eerste inzicht verkregen van het voedselaanbod voor klutenjongen in binnen- en buitendijkse gebieden langs de vastelandskust. De onderzoekers stelden vast dat het voedselaanbod bij de Klutenplas bij Westernieland op het moment van bemonsteren, aanzienlijk lager was dan in de andere gebieden. Het onderzoek in 2021 richtte zich daarom op dit gebied.

De beschikbaarheid van insecten houdt verband met de weersomstandigheden. Bijvoorbeeld, hoe hoger de temperatuur, hoe meer insecten. Het zoutgehalte bepaalt de aanwezigheid van verschillende soorten benthos. Daarnaast werd het gebied in 2021 gevoed door een brakwatertoevoer. Hoewel dit niet statistisch is aangetoond, is dit mogelijk wel van belang geweest voor de ontwikkeling van de voedselbeschikbaarheid in het gebied

 

bron: Het Groninger Landschap, 27/06/2022
 



Provincies hebben geen bevoegdheid voor sluiting landelijke vrijgestelde soorten.

Provincies gaan boekje te buiten, Raad van State geeft aan dat de uitspraak Rechtbank Midden Nederland, alleen de proces partijen (provincie Utrecht) bindt. De minister is het ook oneens met uitspraak rechtbank Midden Nederland inzake onverbindend verklaren Rnb ten aanzien van de vos en heeft inmiddels hoger beroep ingesteld.

 

De provincies kunnen namelijk het bejagen van de nationaal vrijgestelde soorten in hun provincie niet verbieden, het wel of niet bejagen van deze soorten uitdrukkelijk geen bevoegdheid van de provincie. Alleen de minister is in deze het wettelijk bevoegd gezag.

De desbetreffende provincies gaan dus juridisch gezien hun boekje ver te buiten, dus geldt dit ook voor de provincies Groningen, Drenthe, Zuid-Holland en nu ook Limburg v.w.b. de vos. Deze provincies handelen niet alleen onbevoegd maar daarnaast is dus hun interpretatie van de uitspraak rechtbank Midden Nederland ook nog eens onjuist. volgens de RvS.

Namelijk, vandaag diende het verzoek om een voorlopige voorziening van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (hierna GS Utrecht) naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Midden Nederland over de ontheffing nachtelijk afschot vossen. De rechter overwoog tijdens de behandeling dat de onverbindend verklaring in deze uitspraak alleen bindend is ten aanzien van de bij deze procedure betrokken partijen.

Hiermee zijn de gevolgen van de uitspraak dus niet landelijk en blijven deze beperkt tot binnen de provinciegrenzen van Utrecht. 

De minister heeft inmiddels aangegeven dat zij het oneens is met de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Zij is zoals blijkt uit haar antwoord op Tweede Kamer vragen van de leden Bisschop (SGP) en Van Campen (VVD) over het jachtbeleid. De minister heeft bij de beantwoording onomwonden gesteld het volstrekt oneens te zijn met de uitspraak van de rechtbank Midden Nederland waarbij de bepaling van artikel 3.1, tweede lid, van de Rnb onverbindend is verklaard ten aanzien van de vos.

Zij verwoorde dit als volgt:

Ik ben het niet eens met het oordeel van de rechtbank dat ik onbevoegd ben om de vrijstelling in artikel 3.1, tweede lid, van de Rnb op te nemen. Van onbevoegdheid is geen sprake, want de vrijstelling is door het bevoegde orgaan verleend binnen de door artikel 3.15 van de Wnb voorgeschreven kaders. Ik ben daarom voornemens om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak.”

Uit voorgaande vloeit volgens ons alsook de Jagersvereniging voort, dat het (onrechtmatige) beleid dat enkele provincies ten aanzien van de nationaal vrijgestelde soorten voorstaan volstrekt onhoudbaar is geworden. Wij zijn dan ook van mening dat de betreffende provincies per direct dienen te reageren en de schadebestrijding op alle landelijke vrijgestelde diersoorten dienen toe te staan, zij zijn immers niet bevoegd en de uitspraak van de RvS geeft aan dat deze uitspraak alleen kan gelden voor de provincie Utrecht.

De Wet natuurbescherming en het Besluit en de Regeling natuurbescherming zijn de grondslagen voor de landelijke vrijstelling van de vos in de vorm van een Ministeriële regeling.gezien de uitspraak van de minister.

Bovenstaande staat overigens los van een andere procedure die bij de RvS loopt en die ook over de houdbaarheid van de landelijke vrijstelling gaat. Deze procedure kent een andere invalshoek en is juridisch inhoudelijk gezien van een andere orde dan de procedure bij de rechtbank Midden Nederland.

De kwestie die bij de RvS speelt gaat over de mogelijkheden tot uitvoering van de landelijke vrijstelling en de koppeling daarvan met het provinciale Faunabeheerplan. 




Schapenhouders Drenthe zijn klaar met wolf: ‘Het is een lustmoordenaar’

Bron: NOS

Enkele schapenhouders in Zuidwest-Drenthe overwegen hun kudde weg te doen omdat ze genoeg hebben van wolvenaanvallen. Vijf schapenhouders zijn de afgelopen maanden bij tientallen aanvallen gezamenlijk bijna zeventig schapen verloren, meldt RTV Drenthe.

Lammert Koeling zegt er moedeloos van te worden. Een wolf viel zijn kudde afgelopen weekend voor de zevende keer aan. “Toen ik zondagochtend in de wei kwam, zag ik dat hij de strot had doorgebeten van een schaap. Verder doet hij er niets mee. Hij eet er niet van”, zegt hij tegen de regionale omroep. Koeling spreekt van een lustmoordenaar.

Hij vraagt zich hardop af of hij maar moet stoppen met schapen houden. “Ik ben 73 jaar en heb al 50 jaar schapen. Ik heb dit nog als hobby.” Als voorlopige oplossing heeft hij zijn dieren 15 kilometer verderop gezet. Daar is de wolf nog niet geweest, zegt hij. “Ik hoop dat het goed gaat nu. Je gaat iedere morgen weer heen en vraagt je af: hoe zou het zijn vanochtend? Nu lopen ze hier. Maar dat geeft geen garantie.”

Wolfwerend raster

Koeling heeft de dieren achter twee stroomdraden gezet, maar dat is niet genoeg om een wolf tegen te houden. Volgens hem hebben andere schapenhouders wel een wolfwerend raster geplaatst en andere maatregelen genomen zoals een hond en een ezel bij de schapen. “En toch blijft de wolf toeslaan”, aldus Koeling.

Zijn zoon Erwin heeft meer dan duizend schapen, verdeeld over 23 percelen. Hij verloor acht schapen in de afgelopen paar maanden. Maar de dieren verplaatsen gaat niet zomaar omdat hij dan ook zijn wolfwerende hek moet verplaatsen en dat is kostbaar. “Ik krijg 20.000 euro subsidie voor mijn hek en dat lijkt veel, maar het is veel te weinig. De arbeid wordt niet vergoed. Mijn inkomsten stijgen niet. Het levert zo niets meer op.”

‘Ik zet ze op Marktplaats’

Ook de schapen van Stefan Worst zijn de afgelopen tijd zeven keer aangevallen. Bij de laatste aanval kwam een schaap om het leven en twee andere waren bijna dood. Uit frustratie zei hij tegen zijn vader dat hij zijn kudde op Marktplaats gaat zetten. Zijn vriendin plaatste een emotioneel bericht op Facebook. “Mijn vriend bleef aanval na aanval positief, hoopvol en op zoek naar oplossingen. Maar toch zag ik vandaag na de zevende aanval de radeloosheid toeslaan.”

Een schadevergoeding hebben de schapenhouders nog niet ontvangen, terwijl zij de aanvallen in oktober en november al hebben gemeld. Bij12, dat provincies ondersteunt met de uitvoering van wettelijke taken, erkent dat de termijn van zes weken niet altijd wordt gehaald. Dat komt omdat er regelmatig losse eindjes zijn in dossiers, zoals bij gewonde of vermiste dieren. En soms komt de factuur van een dierenarts of destructiebedrijf te laat binnen.

“We begrijpen de frustratie en vragen waarom dit zo lang moet duren, maar tegelijkertijd vraagt dit proces wel om nauwkeurigheid en zijn er veel verschillende schijven bij betrokken”, zegt een woordvoerder van Bij12.

‘Afschieten geen optie’

De provincie Drenthe heeft een wolvenconsulent aangesteld die schapenhouders advies gaat geven over preventieve maatregelen. Volgens de omroep begint die volgende maand. Wat er nu precies met de wolven moet gebeuren is niet helemaal duidelijk, maar volgens de gebiedscommissie is afschieten geen optie.

“Ik denk dat de grens pas is bereikt als de wolf heel gevaarlijk gedrag vertoont richting mensen of in de stedelijke omgeving gaat opereren. Dan kom je in de problemen. Maar op dit moment denk ik dat er binnen de wetgeving niks mogelijk is”, zegt een woordvoerder.

Geen prooidieren

Platform Wolven in Nederland erkent het probleem van de Drentse schapenhouders. “We zien dat de huidige situatie voor schapenhouders echt heel lastig is”, zegt een woordvoerder. “We moeten als maatschappij wennen aan het feit dat de wolf weer terug is. We zijn verleerd welke maatregelen we moeten nemen nu ze hier weer rondlopen.”

De woordvoerder ziet in dat er een acuut probleem is voor de houders van wie de dieren worden doodgebeten. Maar omdat de wolf een beschermd dier is, is er geen snelle makkelijke oplossing, zegt hij. “Zeker in Drenthe niet, omdat daar een beperkt aantal prooidieren leeft. Op de Veluwe lopen zwijnen en herten rond zodat de wolf gevarieerd kan eten. Je kunt je daarom afvragen of er zwijnen moeten worden toegelaten in Drenthe, maar dat is een politieke keuze.”