Fauna Beheer Eenheid Utrecht wil zo snel mogelijk weer vossen kunnen bestrijden

Fauna Beheer Eenheid wil zo snel mogelijk weer op vossen kunnen jagen; Haast is geboden, over twee maanden begint het broedseizoen in de polder

De Fauna Beheer Eenheid (FBE) Utrecht heeft opnieuw ontheffing aangevraagd bij de provincie Utrecht om vossen te mogen bejagen, als onderdeel van een totaalpakket om weidevogels te steunen.

,,We hebben goede hoop dat de provincie die ontheffing snel verleent”, stelt FBE-directeur Jeroen Nuissl. Haast is geboden, over twee maanden begint het broedseizoen en wat de weidevogels betreft moeten de vossen voor die tijd verdwenen zijn. ,,Weidevogels vestigen zich namelijk niet als ze vossen zien lopen, dan vliegen ze ergens anders heen.”

De FBE heeft de nieuwe aanvraag beter gemotiveerd dan vorige keer, toen de verleende vrijstelling door de rechter werd vernietigd. Het hoger beroep loopt nog. ,,Maar dat gaat allemaal traag, de Raad van State heeft daar nog niet eens een zittingsdatum voor bepaald.” Mocht de provincie een nieuwe vrijstelling verlenen dan volgen er vrijwel zeker weer nieuwe bezwaren en rechtszaken.

De FBE is een organisatie waarin onder meer de jagers, maar ook de dierenbescherming en natuurorganisaties in zijn vertegenwoordigd. De FBE coördineert de jacht en de schadebestrijding van dieren als onder meer vossen. De provincie gaar over de vergunningen, het daadwerkelijke jagen gebeurt door de diverse Wild Beheer Eenheden in de provincie, waarvan jagers met een jachtakte lid kunnen worden.

Bron:NoordHollandsdagblad

 




Wolf, overdag waargenomen in Zuid-Limburg

Wolf, overdag waargenomen in Zuid-Limburg, in de buurt van NUTH




Uitnodiging Online dialoog met de leden NOJG en de Jagersvereniging Friesland

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Faunaschade op Gelderse natuurpercelen niet langer vergoed

De provincie Gelderland geeft vanaf 1 november geen tegemoetkoming meer bij faunaschade op natuurpercelen. Dat geldt ook op natuurgraslanden in ganzenrustgebieden waar dat de laatste jaren nog wel het geval was. Daarmee wordt stapeling van natuurbeheervergoeding en faunaschades voorkomen. Voor natuurpercelen die meerjarig worden verpacht en waarbij het contract voor 15 mei 2022 is afgesloten, geldt een tijdelijke uitzondering op de nieuwe regel. Voor deze percelen mag tot 2025 wel een tegemoetkoming in faunaschade worden aangevraagd.

 

Het besluit betekent dat voor faunaschade die zich voordoet op gronden van het Gelders natuurnetwerk geen tegemoetkoming meer kan worden aangevraagd bij BIJ12. Het gaat om percelen die met een beheertype op de kaart staan in het natuurbeheerplan van de provincie Gelderland. Ze vallen onder het Subsidiestelsel Natuur en Landschap en hebben primair een natuurfunctie, geen landbouwfunctie.

Met het invoeren van de nieuwe beleidsregels vervalt ook de toets op landbouwkundige beperkingen in Gelderland. Zo hoeven boeren met gepachte percelen met landbouwkundige beperkingen niet langer een pachtovereenkomst aan te leveren bij een aanvraag om een tegemoetkoming. Dit maakt het aanvraagproces eenvoudiger.

De tegemoetkoming in faunaschade is oorspronkelijk bedoeld voor landbouwbedrijven die voor hun bedrijfsvoering afhankelijk zijn van de gewasopbrengst van hun gronden. De tegemoetkoming compenseert de gemiste inkomsten. Natuurpercelen worden niet primair ingezet voor de landbouw. Bovendien hebben deze gronden een lagere economische waarde en opbrengst dan grond met een landbouwbestemming.

Toch werd hier in een groot aantal gevallen een tegemoetkoming in schade voor verleend. De provincie Gelderland vindt dat niet langer passend. Verder is het zo dat eigenaren van natuurpercelen – naast een vergoeding voor faunaschade – meestal ook subsidie vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap krijgen. Met de nieuwe beleidsregels wordt stapeling van natuurbeheervergoeding en faunaschades voorkomen.

 

bron: BIJ12, 08/12/2022



Inspraak NOJG in provinciale staten Overijssel woensdag 23 november 2022

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Wild zwijn valt secretaris voetbalclub Maaseik ( België) aan en verwondt deze zwaar

 

 

Agressief everzwijn valt secretaris van voetbalclub aan: 66-jarige man loopt zware beenwond op

Een agressief everzwijn heeft donderdagavond de secretaris van voetbalclub WAVO in Maaseik aangevallen.

Het incident gebeurde vlak voor de training. L.H. (66) liep een flinke wond op aan zijn been en werd afgevoerd naar het ziekenhuis.




Zorgen over veel te veel ganzen en zwijnen in Overijssel

rotte wilde zwijnen

Te veel ganzen en wilde zwijnen bezorgen boeren in Overijssel kopzorgen. Dat bleek deze week uit de inspraakreacties tijdens de behandeling van de nota Faunabeheer in de Statencommissie Landbouw & Natuur van provincie Overijssel. De nota vormt de basis voor het toekomstige faunabeleidsplan en bijbehorende faunabeheerplan.

 

Insprekers zijn kritisch op het voorstel van Gedeputeerde Staten om het eigenrisicopercentage voor ganzenschade te verhogen van 5 naar 10 procent. LTO Noord-bestuurder Hans van Beuzekom noemt het voorstel onredelijk, omdat er in de provincie de afgelopen jaren veel natte natuur is ontwikkeld. Dit zijn volgens hem nieuwe kraamkamers voor ganzen waarmee de populatie en dus de schade groeit.

‘In natuurgebieden mogen ganzen niet worden geschoten en inadequate beheermogelijkheden hebben de populatie doen vergroten. De aantallen moeten beheersbaar worden, voordat er wordt gekeken naar het eigen risico.’

Eigen risico verhogen

Gedeputeerde Staten willen ook het eigen risico voor wildezwijnenschade verhogen en wel naar 40 procent. Dat vinden insprekers namens LTO, de Producenten Organisatie Varkenshouderij en uit de regio rond Engbertsdijksvenen onredelijk, onhandig en onverstandig. Beheer in Engbertsdijksvenen is niet mogelijk. Hierdoor blijft er volgens de insprekers constante schadedruk op de omliggende landbouw.

De verhoging van het eigen risico zorgt voor spanning tussen boeren en jagers, terwijl er nu een goede samenwerking is. Insprekers stellen dat de verhoging gebaseerd lijkt te zijn op financiële motieven waar boeren de dupe van worden.

Ganzengedooggebieden

Ook blijkt dat er in de provincie weinig draagvlak is voor ganzenopvanggebieden. Dit komt enerzijds door de veel te grote populaties ganzen, anderzijds door de ervaringen die in het verleden op zijn gedaan bij eerdere foerageerregelingen.

Bufferzones rondom de opvanggebieden zorgen ook voor onrust. Van Beuzekom: ‘De foerageerregeling is vrijwillig, maar door deze keuze is het voor de naastgelegen boer geen vrijwillige keuze. Funest voor het draagvlak en saamhorigheid. Alleen een regeling met heldere, gunstige voorwaarden kan rekenen op lokaal draagvlak, maar die zien we niet in dit voorstel.’

Oktoberschade

Insprekers roepen Gedeputeerde Staten op om oktoberschade voortaan te vergoeden. ‘Tegenwoordig is het groeizaam weer in oktober waarmee er daadwerkelijk een redelijke opbrengst van het land kan worden gehaald’, stelt Van Beuzekom.

De behandeling van de nota Faunabeheer vindt plaats in de commissievergadering van januari.

bron: Nieuwe oogst

 



Meer ganzen in de wei betekent niet altijd minder opbrengst

Meer ganzen in de wei betekent niet altijd minder opbrengst. Dat is gebleken in onderzoek van een internationaal team geleid door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in Friesland. Hun eerste conclusie is dat het aantal grazende ganzen niet een-op-een is te vertalen naar een verminderde grasopbrengst. Ze hebben over hun bevindingen gepubliceerd in het Journal of Applied Ecology.

De onderzoekers combineerden de maandelijkse Sovon-tellingen van ganzen in de Friese rustgebieden met gegevens over de verplaatsingen van ganzen, die zij volgden via speciale GPS-zenders. De ‘graasdruk’ die dat opleverde, vergeleken ze met de geschatte opbrengstvermindering uit de officiële schaderapporten van BIJ12. Alleen voor brandganzen viel een duidelijke relatie vast te stellen tussen ganzen en schade. De schade per brandgans bleek af te nemen naarmate velden intensiever begraasd werden.

Naast het aantal ganzen moet ook rekening worden gehouden met de periode waarin de ganzen er zijn, stellen de onderzoekers. Brandganzen blijven in het voorjaar langer in Nederland dan de grauwe ganzen en kolganzen, tot na de eerste keer maaien. De grotere soorten vertrekken juist nog voor het gras begint met groeien. Hierdoor dragen niet alle ganzensoorten evenveel bij aan de schade. Daarnaast hebben de grotere soorten liever wat langer gras. Deze verschillen zorgen ervoor dat de twee grotere soorten minder voorkomen in de gebieden met de grootste schade.

Opties zoals populatiebeheer moeten voorzichtig worden ingezet, vinden de onderzoekers. Het resultaat van een beheersmaatregel kan namelijk heel anders uitpakken dan gedacht. Als vervolg op dit eerste onderzoek bekijkt het team in een veldstudie ook de effecten van begrazing op de ontwikkeling van het gras. Daarna volgt er een nog een modelstudie waarin de onderzoekers alle kennis combineren, voor een beter inzicht in de effectiviteit van ganzenbeheer. De resultaten van de twee volgende studies worden begin 2023 verwacht.

Meer informatie is te vinden in de publicatie ‘More grazing, more damage? Assessed yield loss on agricultural grassland relates nonlinearly to goose grazing pressure’ in Journal of Applied Ecology.

 

bron: NIOO-KNAW, 23/11/2022



Spelende Drentse wolvenwelpen voor het eerst te zien

De welpen van Drenthe zijn door het Wolvenmeldpunt gefilmd. De beelden van een wildcamera in het Drents-Friese Wold tonen drie gezonde jonge wolven. Het zijn de eerste welpen in Noord-Nederland sinds de wolf ruim 150 jaar geleden in Nederland was uitgeroeid.

 

De opnames zijn van augustus dit jaar, de welpen waren toen drie maanden oud. Om de rust te waarborgen en de kans op verstoring door mensen te voorkomen komen de beelden nu pas naar buiten.

Bekijk hieronder de eerste beelden van de Drentse wolvenwelpen:

Spelende Drentse wolvenwelpen voor het eerst te zien
 

‘Rendez-vous-plek’

Twee reutjes (mannetjes) en een teefje verschenen in de zomer voor de wildcamera. Het is het kroost van het wolvenkoppel dat al ruim een jaar in Zuidwest-Drenthe aanwezig is. Op de beelden zie je de dieren kauwen op een tak, rondrennen en spelen met elkaar. Hans Hasper, provinciaal coördinator van het Wolvenmeldpunt, heeft na heel wat speurwerk de zogenaamde ‘rendez-vous-plek’ van de wolven gevonden: “Dit is de plek waar ouders de welpen achterlaten als ze gaan jagen.” Het is een rustige plek in het bos waar de welpen zich uren moeten vermaken, tot de ouders terugkomen met voedsel.

De beelden geven Hasper, die al jaren wolven in Drenthe en op de Veluwe monitort, een schat aan informatie. Hij ziet dat de welpen goed doorvoed zijn, dat ze op het eerste gezicht geen aandoeningen hebben zoals schurft of iets gebroken hebben. “Ze zien er bijzonder gezond uit”, zegt hij.

Met de ouders mee op pad

Er zijn meerdere van deze plaatsen in het bos. Hoe ouder de welpen zijn, hoe verder het van het ‘werphol’ af ligt. Nu ze zes maanden oud zijn, leren ze van de ouders hoe te jagen. “Ze zijn nu al echt volwaardige wolven: ze zijn zelfs al wat groter dan hun ouders. Ze gaan langzamerhand met de ouders mee op pad.” De ouders hebben reeën, hazen maar ook schapen als prooi gehad. De jonge wolven leren een wild dier te vangen, maar er is ook kans dat ze leren om schapen te pakken. “Het is de hoogste tijd om de handen ineen te slaan en ons vee te beschermen”, aldus Hasper.

Of de welpen uiteindelijk een eigen roedel in Drenthe gaan stichten is nog niet te zeggen. “De meeste jongen vertrekken als ze ongeveer anderhalf, twee jaar oud zijn. Het wil wel eens gebeuren dat ze wat omzwervingen maken als ze een maand of negen zijn. Ze kunnen ergens hier in Drenthe ook een roedel stichten, maar het kan ook in Duitsland zijn. Dat is koffiedik kijken.”

Meer weten over de welpen en de andere dieren op de rendez-vous-plek? Bekijk hier op ROEG! meer beelden van de wildcamera.




Provincie Drenthe wil zes extra foerageergebieden voor ganzen

Brandganzen

Provincie Drenthe wil het aantal rustgebieden voor overwinterende ganzen flink uitbreiden. Het betreft nieuwe reservaten nabij het Leekstermeer, maar ook in het Hunzedal, Bargerveen en Dwingelderveld en bij Coevorden en Nijeveen.

De maatregel dient om de bescherming van het toenemende aantal trekganzen te verbeteren en maakt deel uit van het ganzenakkoord dat de Faunabeheereenheid Drenthe onlangs heeft gesloten.

Volgens voorzitter Piet van Dijk van de Faunabeheereenheid Drenthe vormt het ganzenakkoord de basis voor een goed evenwicht tussen schadebestrijding en een duurzaam beheer van ganzen in Drenthe. ‘Internationaal gezien is ons land van groot belang voor overwinterende watervogels, waaronder ganzen. Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land. Maar ook het aantal ganzen dat het hele jaar in ons land blijft, groeit de laatste jaren sterk. Dit leidt tot meer schade aan landbouwgewassen.’

Evenwicht

In het ganzenakkoord wordt een evenwicht gezocht tussen beschermen en beheren. Bij beschermen gaat het om de ruimte voor het dier en de internationale verplichting die Nederland heeft voor trekganzen. Bij beheren gaat het om het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Overwinterende ganzen mogen in de periode van 1 oktober tot 1 april al niet opzettelijk worden verstoord in de vier in 2017 aangewezen Drentse rustgebieden nabij het Leekstermeer ten noorden van Roden. Aan de zuidoever van het meer is indertijd 500 hectare ingetekend als foerageergebied voor de kolgans en de grauwe gans.

Eigenaren in de aangewezen gebieden krijgen sindsdien een vaste vergoeding van 50 euro per schade per hectare per jaar. Daarnaast is volledige vergoeding van schade mogelijk en zijn er geen taxatiekosten.

Analyseren

Van Dijk: ‘We gaan nog per deelgebied nader analyseren en onderbouwen waar extra foerageergebied kan worden aangewezen. Ook hier ontvangen de grondgebruikers dan hiervoor een vergoeding van de provincie. De manier van compenseren wordt vereenvoudigd om de deelnamebereidheid te vergroten.’

De voorzitter van de Faunabeheereenheid Drenthe overhandigde het akkoord vrijdag aan de provincie. ‘We hebben als Faunabeheereenheid Drenthe advies gevraagd aan een commissie van deskundigen die vanuit verschillende achtergronden naar de ganzenproblematiek heeft gekeken en een advies heeft gegeven over de inhoud van een akkoord. Dat advies heeft de Faunabeheereenheid Drenthe overgenomen, zodat het maatschappelijk draagvlak is verzorgd. We hebben een akkoord op hoofdlijnen dat een goede basis vormt voor een goede balans tussen het beperken van schade en ruimte voor instandhouding van een duurzame populatie.’

Bron: Nieuwe Oogst
 



Ganzenakkoord Drenthe verenigt partijen rond beheer en schade

Ganzen in morgenzon

Vrijdag 18 november overhandigde Piet van Dijk, voorzitter van de Faunabeheereenheid Drenthe (FBE) het zogeheten Drents ganzenakkoord aan gedeputeerde Henk Jumelet. In het akkoord zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende belanghebbenden. Ze vormen de basis voor een goed evenwicht tussen schadebestrijding en een duurzaam beheer van ganzen in Drenthe.

Internationaal gezien is ons land van groot belang voor overwinterende watervogels waaronder ganzen. Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land. Maar ook het aantal ganzen dat het hele jaar in ons land blijft, groeit de laatste jaren sterk. Dit leidt tot meer schade aan landbouwgewassen.

In de natuurvisie heeft de Provincie Drenthe daarom ingezet op het vinden van een balans tussen het beschermen en beheren van ganzen. Bij beschermen gaat het om de ruimte voor het dier en de internationale verplichting die Nederland heeft voor trekganzen. Bij beheren gaat het om het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Om de balans hiertussen te vinden heeft gedeputeerde Henk Jumelet de FBE gevraagd om tot een ganzenakkoord te komen. Dit omdat deze balans ook moet kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak. Henk Jumelet: “Diverse partijen en hun uiteenlopende belangen zijn in de FBE vertegenwoordigd. Ik heb de FBE daarom gevraagd of zij dit akkoord kunnen opstellen en ik ben blij dat zij daartoe in staat zijn geweest.”

Voorzitter van de FBE, Piet van Dijk, overhandigde vandaag dit akkoord formeel aan de provincie.

Voorzitter Piet van Dijk van Faunabeheereenheid Drenthe overhandigt het Drents ganzenakkoord aan gedeputeerde Henk Jumelet.

“We hebben als FBE advies gevraagd aan een commissie van deskundigen die vanuit verschillende achtergronden naar de problematiek hebben gekeken. Zij zijn in staat geweest een advies te geven over de inhoud van een akkoord. Dat advies heeft de FBE vastgesteld, zodat het maatschappelijk draagvlak is verzorgd. We hebben een akkoord op hoofdlijnen dat een goede basis vormt voor een goede balans tussen het beperken van schade en ruimte voor instandhouding van een duurzame populatie.”

Omdat de FBE ook naar maatwerk per gebied wil, worden op basis van het Drents ganzenakkoord nog nadere uitwerkingsplannen per deelgebied gemaakt. De gebieden zijn: Leekstermeer, Hunze, Bargerveen, Coevorden, Dwingelderveld en Nijeveen. Piet van Dijk: “Zo gaan we per deelgebied bijvoorbeeld nader analyseren en onderbouwen waar extra foerageergebied kan worden aangewezen. De grondgebruikers ontvangen hiervoor een vergoeding van de provincie. Ook de manier van compenseren wordt vereenvoudigd om de deelnamebereidheid te vergroten.”




Drentse veeartsen: “Situatie rond wolf niet langer houdbaar”

Drentse veeartsen hebben ‘grote zorgen’ over het toenemend aantal wolvenaanvallen en vinden de situatie in hun provincie niet langer houdbaar. Onduidelijke communicatie over hoe te handelen bij gewonde dieren na een vermoedelijke aanval van de wolf zorgt volgens de veeartsen bovendien voor onnodig dierenleed. Dat valt te lezen in de brandbrief aan de Provincie Drenthe in handen van journalistiek onderzoeksplatform Pointer (KRO-NCRV).

Oorlogsgeneeskunde

De opstellers van de brandbrief roepen Henk Jumelet, gedeputeerde in de Provincie Drenthe op om na te denken over de lange termijn aanpak ten aanzien van de wolf. Tot nu toe ondertekenden 39 veeartsen uit de regio de brandbrief.

Katrien Verbist is één van de veeartsen die de noodklok luidt. “Het lijkt soms wel oorlogsgeneeskunde,” zo vertelt ze aan Pointer. “Vaak zie je na een wolvenaanval dat een aantal dieren nog leeft, maar die zijn niet altijd meer te redden en dan zou je ze graag zo snel mogelijk willen euthanaseren om onnodig lijden te voorkomen. En bij de minder gewonde dieren wil je zo snel mogelijk met de wond aan de slag.”

DNA-monsters na aanval wolf

Het is volgens de veeartsen echter verschillende keren voorgekomen dat een arts werd weggestuurd omdat dierhouders te horen hadden gekregen dat er eerst nog DNA-monsters moesten worden afgenomen door BIJ12. Dit is een organisatie die in opdracht van de provincies de faunaschade opneemt en afhandelt.

Schadeafhandeling BIJ12

Wanneer een veehouder te maken krijgt met een aanval van een wolf moet hij dat melden bij BIJ12. Zij sturen dan een taxateur die monsters afneemt om te kunnen vaststellen of het ook daadwerkelijk een wolf was die de dieren heeft aangevallen. Wanneer dat is vastgesteld wordt er een schadevergoeding uitgekeerd aan de veehouder. De taxateur komt altijd binnen 24 uur, zo staat op de website van de organisatie.

Professionele oordeel rondom wolf ondermijnd

Er is een sterke toename in het aantal door BIJ12 geregistreerde aanvallen door de wolf in Drenthe en de omliggende provincies. In Drenthe waren er tot nu toe bijvoorbeeld 74 geregistreerde aanvallen, in 2021 waren dat er nog 25. Er wordt geschat dat er zo’n 20 wolven in Nederland leven. Daarnaast zwerft er nog een aantal wolven door het land die op zoek zijn naar een leefgebied. Deze wolven kunnen echter inmiddels ook al weer in een van de buurlanden zitten.

Het zijn met name kleine grazers, zoals schapen, die het slachtoffer worden van een wolvenaanval, maar in de afgelopen maanden worden soms ook grotere dieren, zoals koeien, aangevallen. In sommige gevallen weigert BIJ12 volgens de veeartsen dan langs te komen en dat vinden zij ‘kwalijk’. “Zeker als de situatie al beoordeeld is door een dierenarts en deze geconcludeerd heeft dat een wolvenaanval niet uit te sluiten is. Ons professionele oordeel wordt op deze manier ondermijnd,” aldus de veeartsen.

Hittestress op stal

Dierenhouders zijn bij wet verplicht om hun dieren te beschermen tegen een aanval van de wolf, maar die beschermingsmaatregelen (zoals het plaatsen van rasters en het op stal zetten) zijn niet altijd in het belang van het welzijn van de landbouwhuisdieren betogen de veeartsen. “Schapen met een dikke wollen vacht binnenhouden leidt tot hittestress en kan ook gevolgen hebben voor hun ongeboren lammeren,” aldus de veeartsen.

“Een ander probleem is het uitbreken van dieren door wolven. Wanneer er een wolf in een kudde paarden of koeien komt, breekt er blinde paniek uit. Deze dieren gaan door alle afrasteringen heen. Dit levert gevaar voor dier en mens op,” aldus de brandbrief.

Reactie BIJ12 rondom situatie wolf

BIJ12 laat in een reactie aan Pointer weten ook voor grotere dieren taxateurs op pad te sturen, niet alleen in het kader van schadeafhandeling maar ook om de wolvenpopulatie goed in de gaten te kunnen houden. De organisatie zegt bovendien dat dierenartsen wel degelijk de ernstig gewonde dieren mogen euthanaseren en wonden mogen verzorgen.

“Als er ook dode dieren zijn waar DNA van kan worden afgenomen dan is het aan de dierenarts om daarin een beslissing te nemen. We willen te allen tijde dierenleed voorkomen. Wanneer het gaat om 1 aangevallen dier, dan is het verstandig om wel eerst met BIJ12 te communiceren over wat te doen, zodat er geen DNA verloren gaat,” aldus een woordvoerder.

Aanpassingen na aanleiding van vraag Pointer

Na contact met Pointer over de onduidelijkheid die er heerst bij veeartsen heeft BIJ12 wél de website en de informatieflyer aangepast om de procedure bij gewonde dieren duidelijker te communiceren naar veehouders en dierenartsen.

De uitzending van Pointer (KRO-NCRV) over de wolf is op zondag 20 november, 22:10 uur te zien op NPO2.

Bron: KRO-NCRV




Jacht op de wildsoorten in Friesland wederom mogelijk op 26 oktober i.v.m. goedkeuren Faunabeheerplan

Op 25 oktober 2022 is het faunabeheerplan jacht 2022-2026 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.

Daarmee is de jacht in Fryslân vanaf 26 oktober 2022 weer geopend op fazant, haas, houtduif en wilde eend.

De jacht op konijn blijft gesloten vanwege landelijke regelgeving, alleen schadebestrijding is wel mogelijk.

 




Nieuwsbrief 4e Kwartaal Faunabeheereenheid Limburg

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Uiterlijk 20 oktober uitspraak voorzieningsrechter jacht, haas in de provincies Limburg, Utrecht en Groningen

 

Het kort geding dat de NOJG en de Jagersvereniging met onder meer de FPG tegen de Staat hebben aangespannen om een ontheffing te vragen op het ministeriële besluit om het jachtseizoen op de haas in drie provincies dit jachtseizoen (2022/2023) te sluiten, diende vandaag in de rechtbank van Den Haag.

‘Dit kort geding is echter een opstap, naar de hierop volgende bodemprocedure waar zij ook de beslissing aan om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is heeft plaats gevonden. Zij zien de uitspraak van de voorzieningenrechter met vertrouwen tegemoet.’

Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib van de Jagersverenigingen waren helder in hun pleitnota. De hazenstand is sinds de jaren ’60 alleen teruggelopen door de intensivering van de landbouw en toegenomen bebouwing en infrastructuur. Maar juist niet op de velden waarop wordt gejaagd. Bovendien is de afgelopen twintig jaar de trend van de hazenstand stabiel. Welk nut dient het dan de jacht op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Internationaal erkende wetenschappers
Bij de voorbereiding van het kort geding hadden de Jagersvereniging, Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Wildbeheereenheid Roerstreek en hun respectievelijke leden, niets aan het toeval overgelaten. Zij zijn bij internationaal erkende wetenschappers gespecialiseerd in hazenpopulaties te rade gegaan om de onderzoeken van Wageningen Environmental Research (WEnR) naar de staat van instandhouding van de haas en het konijn tegen het licht te houden.

Deze wetenschappers kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat bij de bewerking van de aangeleverde cijfers discutabele keuzes gemaakt zijn rond gebruikte data en referentiejaren. Bovendien ligt er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag. De conclusie is dat de staat van instandhouding van zowel de haas als het konijn in het geheel niet in het geding is.

Ali al Khatib: ‘We hebben te maken met een politieke wens om niet op hazen te jagen, die in een motie is opgenomen. Om deze motie ten uitvoer te brengen moet de minister de Wet natuurbeheer wijzigen. Dit is niet gebeurd. De minister heeft deze ingrijpende beslissing willen omzeilen door een aparte regeling te treffen. De voorgestelde regeling doet echter geen recht aan de situatie van de haas in Nederland, waarvan de staat van instandhouding in het geheel niet in het geding is. Er is dan ook geen enkele reden voor deze ongegronde beperking van de jacht.’

Bodemprocedure
In de bodemprocedure zal een rechter ten gronde toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is, ook voor wat betreft het konijn. De rechter wordt aan het einde van dit proces verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

De voorzieningenrechter doet uiterlijk 20 oktober uitspraak in dit kort geding.




Reacties op wolvenbijeenkomst in Drenthe: ‘Duidelijk angst in het gebied’

Bron: RTV DrentheEen temperamentvolle bijeenkomst vol emoties en zorgen over de aanwezigheid van de wolf in Zuidwest-Drenthe gisteravond in het gemeentehuis in Diever. Maar wat leverde het op?
Hoewel lang niet alle vragen van bezorgde inwoners van het wolvengebied beantwoord konden worden, kijken betrokkenen positief terug op de avond. De boodschap die velen hadden, kon worden overgebracht. Met name zorgen over eigen veiligheid en die van kinderen bleven hangen.

Lees hieronder de reacties van verschillende aanwezigen van de wolvenbijeenkomst

Rikus Jager, burgemeester Westerveld

 
Burgemeester Jager over de bijeenkomst over de wolf

“Ik vond het indrukwekkend”, zegt burgemeester Rikus Jager. “Door het stille protest buiten de deur, vond ik het nog indrukwekkender. Het was aangrijpend, en tegelijkertijd liet men duidelijk merken dat er angst is in het gebied.”

Voorafgaand sprak Jager mensen buiten het gemeentehuis. “Ik sprak mensen die hun kinderen niet buiten durven laten spelen zonder toezicht. Dat betekent dat je je elk moment van de dag zorgen maakt, omdat hier een dier rondloopt waarvan men vindt dat het hier niet zou horen. Dat baart mij ook zorgen in de zin dat het invloed heeft op menselijk gedrag en op prestaties van kinderen bijvoorbeeld.”

Dat mensen af en toe boos werden tijdens de bijeenkomst, vindt Jager dan ook logisch. Voor hem maakte de avond andermaal duidelijk dat er veel zorgen zijn. “We zullen met elkaar moeten nadenken over wat er aan de hand is en dat zullen we duidelijk moeten maken in de hogere regionen in Den Haag, maar ook in Brussel.”

Piet de Brock uit Wateren

Piet de Brock uit Wateren stelde als eerste een vraag tijdens de bijeenkomst. Zelf deed hij 500 schapen van de hand. Hij wilde vijf minuten spreektijd, kreeg die niet en liep emotioneel richting het podium.

“De reden dat ik hiernaartoe ben gegaan is dat er over een beschermd dier wordt gesproken. In dit geval de wolf. Terwijl alles wat beschermd wordt, gaat zich op een gegeven moment tegen ons keren. Je kan alles gaan beschermen, maar zorg er dan voor dat je een beheersplan hebt. Of je nu vangen moet en wegsturen, of afschieten. Dat zal mij om het even zijn. Maar je moet gaan beheren.”

Na afloop staat hij kalm te vertellen dat volgens hem zijn boodschap is overgekomen, al wacht er binnenkort nog een gesprek met burgemeester Rikus Jager. De Brock complimenteert de burgemeester met het luisterend oor. “En ik hoop dat gedeputeerde Jumelet nu gaat laten zien dat ie kloten heeft.”

Désiré Karelse, Bij12

Als adviseur van BIJ12, de organisatie die wolvenschades voor provincies afhandelt, kreeg Désiré Karelse het flink voor de kiezen. “Het was een open en eerlijke avond met ruimte voor emoties. Ik hoop dat er meer begrip is voor iedereen. Er zijn dilemma’s als het gaat om voor en tegen de wolf zijn en het is goed dat zorgen geuit worden.”

Dat er soms flink werd ingehakt op zijn organisatie, lijkt hij wel een beetje gewend. Al blijft hij zich verzetten tegen het zaaien van twijfel over intenties van BIJ12. “Dat wordt vaker gedaan, maar is altijd ongegrond. Wij zijn een overheidsinstantie en die moet je kunnen vertrouwen. Wij zijn heel transparant en we zijn bezig alles nog beter inzichtelijk te maken op onze site. Ik heb ook gezegd dat er zaken in het verleden niet goed gingen.”

Wat Karelse het meest bijblijft zijn de zorgen over hun persoonlijke veiligheid. “Zorgen van dierenhouders hoor ik iedere dag. Maar dat mensen bang zijn als ze in het bos gaan lopen, is nu ook duidelijk. Daar moeten we ook mee aan de slag. Beter uitleggen wat je moet doen als je een wolf tegenkomt bijvoorbeeld.”

Rena Bosma, Spier

Niet alleen inwoners uit de gemeente Westerveld waren aanwezig in het gemeentehuis in Diever. Onder de niet-Westervelders bevond zich Rena Bosma, advocate en paardenhouder uit Spier. Zij wil dat de provincie ‘ballen toont’ en Europese regels aan de laars lapt. “Men is te bang voor Europese wet- en regelgeving”, stelt Bosma.

Volgens haar kijkt Europa vaker weg als er Europese regels worden overtreden. “Er worden dagelijks regels overtreden zonder dat er iets gebeurt, kijk maar naar de manier waarop mensen aan de grenzen worden teruggeduwd.”

Zij ziet op verschillende manieren hoe verschillende wetten en regels tegenstrijdigheden geven. “Ik moet mijn paarden beschermen, maar als ik vraag om een grote stal of een twee meter hoog hek te bouwen, of een stroomaansluiting te krijgen voor de omheining, mag dat niet.” Ze stelde voor een proefproces te starten, zodat duidelijk wordt welke regels het zwaarst wegen. Die van de wet waarin ze haar dieren moet beschermen of die van de wet die de wolf beschermt.

Jumelet wil met haar doorpraten. “Ik ga altijd in gesprek, maar ik denk niet dat we er samen uitkomen”, klinkt ze niet erg hoopvol. Haar bijdrage kon overigens op luid applaus rekenen van de zaal.

Rena Bosma stelt vragen tijdens de wolvenbijeenkomst

Maarten van Meerwijk uit Havelte:

“Wat er gebeurt is gewoon schandelijk. Als je ziet hoeveel gemoord wordt in vijf weken, is dat gewoon schandelijk. Gewoon meer dan honderd schapen en nu horen we van Jumelet al twaalf runderen”, briest Maarten van Meerwijk uit Havelte meteen na de bijeenkomst. “Dan praat je niet over konijnen, dan praat je over grote dieren. Dat kan niet. Het loopt volledig uit de hand.”

Ook tijdens de bijeenkomst werd hij ‘nijdig’, omdat hij klaar is met alle aangekondigde overlegrondes en vindt dat er nu actie nodig is. Desondanks vindt hij de avond zinvol en kreeg hij de indruk dat gemeente en provincie ervan doordrongen zijn dat er actie nodig is.

“Ik heb een goed gevoel over deze bijeenkomst. Ik denk dat de mensen die hier in de zaal zaten ook snappen dat ze (Jumelet en Jager, red.) niet alles in één keer kunnen doen. Ik heb oprecht het gevoel dat ze goed geluisterd hebben en er ook werk van gaan maken.”

Edwin van Pelt, Uffelte

“Er wordt wel geluisterd naar alle verhalen. En er wordt wel wat mee gedaan, dat denk ik wel”, reageert Edwin van Pelt na afloop. Hij deed al zijn schapen al eerder weg na een wolvenaanval. Volgens hem neemt Jumelet de zorgen uit de zaal serieus.

Voor Van Pelt lijkt nieuw beleid te laat. Hij ziet geen toekomst meer als schaaphouder. “Op 19 augustus heb ik een aanval gehad van de wolf. Dat heeft geresulteerd in zeven dode schapen. Als je dat ziet, dan zakt de moed je in de schoenen. Je moet het zo zien: een mens verliest een dierbare, dat zijn dan kinderen of andere familieleden. Dit verlies van de schapen voelt voor mij als verlies van dierbaren.”

Mieke Wachters, Wateren

Na de bijeenkomst staat een groepje paardenhouders uit Wateren na te praten. Allemaal zijn ze positief over de bijeenkomst. “Er is geluisterd naar de emoties”, zegt Mieke Wachters, die bij het groepje staat. “Je zag ook de emotie bij Jager en Jumelet. En ik heb het idee dat ze de geluiden serieus nemen.”

Voor Wachters speelt vooral het menselijke leed een belangrijke rol. “Je krijgt straks ook mensen met trauma’s. Paarden zijn een soort gezinslid, en als die aangevallen worden dan heeft dat impact.”

Ook verminderd leefgenot doet volgens Wachters het nodige met mensen. “In Drenthe kon je altijd naar buiten, de natuur in. Dat is nu anders, nu ga je gespannen naar het bos.”

 
Reactie aanwezigen op wolvenbijeenkomst

Henk Jumelet, gedeputeerde Drenthe

“Het was een drukke avond met heel veel vragen”, blikt gedeputeerde Henk Jumelet terug. Het gros van de vragen moest hij beantwoorden. “Er waren veel mensen, ook online. Ik begreep dat er achthonderd mensen hebben meegekeken en dat zij veel vragen hebben ingestuurd. Het was een avond die wat mij betreft heel constructief was.”

Vooraf was duidelijk dat er geen toezeggingen konden worden gedaan. Het was een informatieavond, met ruimte voor het uiten van zorgen en het stellen van vragen. “Dan hoop je dat je de vragen kunt beantwoorden, in grote mate is dat ook gebeurd. Al blijven er natuurlijk vragen openstaan. Veel vragen zijn gesteld, er komt sowieso een vervolg op een of andere manier.”

De gedeputeerde zegt energie te krijgen van zo’n avond, ook al zijn de verhalen soms schrijnend. “Ik hoorde mensen zeggen: ‘Het gaat niet om het geld.’ Schade krijgen ze vergoed, voor een deel. Maar het gaat vooral om de emotionele schade, en dat komt wel binnen”, vertelt Jumelet.

“Die verhalen heb ik wel eerder gehoord, maar vanavond komt het allemaal bij elkaar. Daar moet je wat mee; ik kan de zorg en angst niet wegnemen, maar door informatie te geven en ze serieus te nemen denk ik dat we hebben laten zien dat we er zijn voor elkaar en voor de inwoners van Westerveld.”

 
Henk Jumelet over de wolvenbijeenkomst