Onderzoek naar de effectiviteit van verjagen ganzen- Interprovinciaal ganzenbeheerplan

Hoofdstuk 9 van het interprovinciaal ganzenbeheerplan staat online.

Lees je weer mee?

Je kunt reageren tot en met 19 maart.

Daarna gaan ze weer aan de slag met het verwerken van alle reacties

 

Afgelopen november interviewden wij Nelleke Buitendijk, die onderzoek deed naar grasschade door ganzen. Voor wie het nog niet gelezen had, hierbij een korte herhaling!

“Als je op de ene plek verjaagt, is het de bedoeling dat ganzen hun heil in een rustgebied zoeken. Maar je moet wel genoeg rustgebieden hebben om dat effect te realiseren. Anders vliegen ze van hot naar her en vinden nergens rust.

Daarbij hebben we nog een ander aspect meegenomen in de studie, namelijk de kosten van verjaging en de kosten die worden besteed aan de taxatie van schade. Als je veel verjaagt op veel verschillende velden, zijn er meer velden met schade. Die schade wordt op elk veld apart getaxeerd, dus die kosten gaan omhoog. Bovendien kost het verjagen op die manier veel tijd en moeite. Als je op minder velden verjaagt en een groter rustgebied hebt, dan heb je én minder inspanning (kosten) voor verjaging én minder kosten voor taxatie. Dat is een nieuw inzicht waarmee kosten en baten kunnen worden afgewogen.”

Lees hier het hele interview.




Uitnodiging Algemene ledenvergadering NOJG Regio Utrecht – vrijdag 22 maart te Scherpenzeel

NOJG Regio Utrecht

Geacht lid van de NOJG Regio Utrecht,

 

Het regiobestuur Utrecht nodigt u van harte uit voor de Algemene Ledenvergadering 2024.

Vrijdag 22 maart 2024

Locatie: SV Scherpenzeel, De Breelaan 4 te Scherpenzeel

Aanvang: 19.30, de zaal is open vanaf 19.00 uur

René Leegte, voorzitter van ons Landelijk Bestuur, zal deze avond met de leden in gesprek gaan.

Na afloop van de Algemene ledenvergadering zal een onderlinge klein kaliber-wedstrijd zijn. Voor deelname heeft u een geldig legitimatiebewijs nodig. Voor leden is deze schietwedstrijd gratis, voor eventuele introducees wordt €10 euro p.p. in rekening gebracht.

Opgeven kan via: utrecht@nojg.nl, onder vermelding van uw naam, adres en telefoonnummer en of u eventueel een introducee voor de klein kaliber-schietwedstrijd meeneemt. Als u zich opgeeft, krijgt u binnen 3 werkdagen een bevestigingsmail en de agenda voor deze avond. Ontvangt u deze mail niet, neem dan telefonisch contact op met onderstaand telefoonnummer.

Wij stellen uw aanwezigheid zeer op prijs.

Hartelijke groet,

Namens regiobestuur Utrecht,




Nieuwsbrief VVN provincie Utrecht – December 2023

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. In de nieuwsbrief vindt u deze keer daarom onderwerpen die betrekking hebben op de vergunningverlening onder de Omgevingswet. Het zal voor ons allemaal wennen zijn. Daarom is het belangrijk om contact te houden en zo te zorgen voor een goede samenwerking.

  • Het overgangsrecht voor lopende aanvraagprocedures
  • Wijzigingen in beslistermijnen
  • Flora- en fauna activiteiten en advies en instemming
  • Coördinatie bij een wateractiviteit
  • Participatie
  • Nieuw initiatief – vraag eerst advies bij een ecologisch deskundige
  • Wat wijzigt er in de leges?
  • Waar kunt u terecht met vragen?

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




LTO Noord bezorgd over gebrek aan balans in faunabeleid Utrecht

 

porovincie Utrecht

Hoewel wij erg blij zijn en zien dat provincie Utrecht duurzame landbouw hoog in het vaandel draagt, betreuren wij het gebrek aan balans in het faunabeleid. Wij roepen dan ook op eerst te zorgen voor beheerbare populaties van diersoorten, voordat het beleid wordt aangepast.

Koos Segers, themahouder Flora en Fauna: “Recent onderzoek in opdracht van de provincie naar diervriendelijke alternatieven om schade te voorkomen, met name gericht op ganzen, heeft geen afdoende methoden opgeleverd. Naast preventieve maatregelen is afschot noodzakelijk, zoals ook aangegeven in het Sovon-rapport Ganzenmonitoring, dat een sterke toename van de ganzenpopulatie aantoont.”

LTO Noord dringt verder aan op een adequaat systeem om beleid te ondersteunen en eerder gemaakte afspraken na te komen. Een goedgekeurd registratiesysteem voor het verzamelen van data over faunaschade en preventieve acties in Utrecht ontbreekt namelijk.

Segers vervolgt: “Het voorstel van de provincie om het eigen risico voor ganzenschade te verhogen van 5% naar 20% bekritiseren wij sterk. De groeiende populatie ganzen heeft geleid tot aanzienlijke gewasschade, maar het is absoluut onredelijk om deze last bij de agrarische sector neer te leggen, vooral gezien de harmonisatie van faunabeleid van de buurprovincies.”

LTO Noord pleit voor een interprovinciaal faunabeheerplan voor ganzen en benadrukt het belang van een uniform beleid in alle provincies.

Ook de complexiteit van het omgaan met wolven werd aangestipt, waarbij wij hebben aangegeven dat de bescherming van de wolf ongewenste consequenties kan hebben voor schapenhouders. De uitdagingen bij het afrasteren van grote open gebieden in de provincie werden hierbij benadrukt.

De oproep van LTO Noord aan de provincie Utrecht is duidelijk. Een zorgvuldige aanpak van het faunabeleid, om een evenwicht te vinden tussen natuurbescherming en de belangen van boeren en tuinders in de provincie Utrecht, is van cruciaal belang.




Faunabeheereenheden maken samen interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen

Landbouw en natuur ondervinden veel schade van ganzen. Ook kan de vliegveiligheid in gevaar komen. De faunabeheereenheden van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland Utrecht en Zeeland gaan voor de periode 2024-2030 werken richting één gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen. 

In elke provincie is er een Faunabeheereenheid die verantwoordelijk is voor het opstellen van faunabeheerplannen. Hierin staat welke maatregelen ingezet kunnen worden om schade door ganzen te voorkomen. Het gaat in eerste instantie om preventieve maatregelen, zoals weren met afschriklinten of verjagen met knalapparaten. Als dit soort maatregelen onvoldoende effect heeft, komt ook afschot in beeld.

De faunabeheereenheden van Flevoland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Zeeland maken samen het interprovinciale Ganzenplan 2024-2030. Hierbij betrekken zij beleidsmedewerkers van de provincies, omgevingsdiensten, BIJ12, wetenschappers, juristen en deskundigen.

Er wordt gewerkt in verschillende schrijfrondes. De conceptteksten worden op de website www.ganzenplan.nl geplaatst. Iedereen die er belang bij heeft, zoals jachtaktehouders, boswachters, grondgebruikers en natuur- en dierenbeschermingsorganisaties, kan reageren op de conceptteksten.

Mocht er iets missen, is iets niet duidelijk of heeft iemand een goede tip, dan kan men dat aangeven. Daarna worden de teksten zo nodig aangepast. Op deze manier kunnen alle belangen, kennis en inzichten goed worden afgewogen en wordt toegewerkt richting een gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen 2024-2030.

 

bron: Faunabeereenheid Utrecht, 30/10/2023



Faunabeheerders Holland en Flevoland ontwikkelen gezamenlijk ganzenbeheerplan

De faunabeheereenheden (FBE’s) van Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland bundelen de krachten en gaan samen een interprovinciaal ganzenbeheerplan ontwikkelen voor de periode van 2024 tot 2030. Met de FBE Utrecht vindt collegiaal overleg plaats.

In de drie provincies is de overlast van ganzen het grootst. ‘Tot nu toe schrijft elke faunabeheereenheid (FBE) zijn eigen faunabeheerplan voor ganzen in de desbetreffende provincie. Dat pakken we deze keer anders aan. Ganzen vliegen immers gewoon over provinciegrenzen heen.

De FBE’s van Zuid-Holland, Flevoland en Noord-Holland kijken daarom over hun grenzen heen en werken samen richting één ganzenplan 24 – 2030′, zo wordt de aanleiding voor de samenwerking gemotiveerd.

Op dit moment worden de eerste teksten voor het interprovinciale ganzenbeheerplan uitgewerkt. Deze worden gepubliceerd op een speciale website www.ganzenplan.nl. Iedereen die er belang bij heeft, zoals jachtaktehouders, boswachters, grondgebruikers en natuur- en dierenbeschermingsorganisaties, kan reageren op de conceptteksten. Mocht er iets missen, is iets niet duidelijk of heeft iemand een goede tip, dan kan men dat aangeven. Daarna worden de teksten zo nodig aangepast.

bron: de Veldpost – het Landbouwnieuws




LTO Noord reageert op concept Faunabeleid van provincie Utrecht

LTO Noord heeft via een zienswijze gereageerd op het concept-Interim Omgevingswetprogramma Faunabeleid en Monitoring van de provincie Utrecht. De opmerkingen van de landbouworganisatie hebben onder andere betrekking op de verantwoordelijkheid voor faunaschade, het opstellen van passende beoordelingen, en de focus op preventieve maatregelen in het beleid.

LTO Noord vindt dat schade die voortvloeit uit de uitvoering van het faunabeleid volledig vergoed moet worden. De organisatie wijst ook op het complexe proces van het opstellen van passende beoordelingen voor beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden. Verder vindt LTO Noord dat de focus van het beleid op preventieve maatregelen moet verschuiven naar het realiseren van beheerbare populaties.

Voordat nieuwe populaties wilde dieren worden toegestaan, moet er een Fauna Effect Rapportage worden opgesteld om de consequenties en schade te beoordelen en volledige vergoeding van faunaschade moet worden gegarandeerd. Bij de uitvoering van effectief faunabeheer is dataverzameling cruciaal voor het onderbouwen van faunabeheerplannen en ontheffingen, benadrukt LTO Noord. Hiermee kunnen beleidsbeslissingen beter worden onderbouwd.

De landbouworganisatie vindt een verhoging van het eigen risico voor ganzenschade naar 20% niet aanvaardbaar, zolang de doelstellingen voor beheerbare ganzenpopulaties niet zijn behaald. LTO Noord roept op tot een interprovinciale aanpak voor ganzenbeheer, met name in het westen van Nederland. Samenwerking tussen provincies is essentieel om de problematiek aan te pakken.

 

bron: LTO Noord, 27/07/2023



Proef met Drone ganzen van grasland verjagen in Utrecht werkt goed.

In de provincie Utrecht is onderzocht of het mogelijk is om op 1.000 hectare grasland ganzen te verjagen met een drone. De praktijkproef in opdracht van de provincie Utrecht werd uitgevoerd door CLM onderzoek en Advies en Drowgoo in de polders van Spengen en Portengen. Daarbij is gewerkt met een door Drowgoo ontwikkelde methode om ganzen te verjagen. Gedurende tweeënhalve maand zijn ganzen verjaagd. Er waren minder ganzen aanwezig, ze bleven langer weg en er was minder gewasschade dan het jaar daarvoor. 

Ganzen zijn in de provincie Utrecht de grootste diersoortengroep die schade aan landbouwgewassen veroorzaakt. Ondanks de huidige inspanningen neemt de schade nog altijd toe, daarom is de provincie op zoek naar nieuwe methoden om ganzen gebiedsgericht effectiever te verjagen. Na goede ervaringen met de inzet van drones op kleine schaal in Noord-Holland wilde de provincie Utrecht het systeem op grotere schaal uitproberen.

Het systeem van Drowgoo maakt gebruik van sensoren die in de weilanden geplaatst worden om signalen op te vangen. Een algoritme filtert het ganzengeluid eruit en geeft een melding. Op basis van dat ganzengeluid is er gedurende de proefperiode gericht actie ondernomen. Zodra een bepaalde sensor veel geluid en dus ganzen detecteerde, werden deze ganzen door de piloten opgezocht en de polder uit gejaagd met de drone.

Om een beter beeld van het effect te krijgen is naast de polder waar ganzen met de drone zijn verjaagd ook een referentiepolder aangewezen waar niet is gevlogen met de drone. Beide gebieden zijn vergeleken op de aanwezigheid van ganzen. Het bleek dat de drone op lokale schaal werkt. Na een dronevlucht bleven de ganzen steeds langer weg uit het gebied en na verloop van tijd waren er minder en kortere vluchten nodig om de ganzen te verjagen. Ook is er in de zomermaanden in de vliegpolder minder gewasschade gemeld dan in de referentiepolder. Bij het verjagen van ganzen is wel sprake van verplaatsing en gaan ganzen op zoek naar gras.

Uit de proef bleek dat de inzet van een drone om ganzen te verjagen op lokale schaal goed werkt, maar dat er wel een paar verbeterpunten zijn. Het verkorten van de tijd tussen melding en start van de vlucht is een belangrijke. Ook de afstemming tussen drone-vliegers en boeren die zelf al ganzen verjagen kan beter. Op dit moment is het nog onbekend of de provincie vervolg zal geven aan deze praktijkproef.

Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Gebiedsgerichte ganzenaanpak – Praktijkproef voor het verjagen van ganzen van grasland met een drone‘.

 

bron: CLM Onderzoek en Advies, 04/07/2023



Voorlopige uitspraak RvS: vos mag worden afgeschoten in provincie Utrecht

In bepaalde gebieden in de provincie Utrecht waar weidevogels zijn, mogen voorlopig vossen worden afgeschoten. Dit om de weidevogels te beschermen, zo heeft de Raad van State donderdag besloten. Het gaat om een voorlopige uitspraak, later volgt nog een definitieve.


202202020/4/A3.
Datum uitspraak: 11 mei 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in verband met een ambtshalve ingesteld onderzoek naar het bestaan van aanleiding voor opheffing of wijziging (artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van de bij mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1792, getroffen voorziening hangende het geding tussen:

1.       stichting De Faunabescherming, gevestigd te Amstelveen,
2.       stichting Animal Rights, gevestigd te Den Haag, en stichting Fauna4Life, gevestigd te Amstelveen,
verzoekers,

en

het college van gedeputeerde staten van Utrecht,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft het college aan stichting Faunabeheereenheid Utrecht ontheffing verleend voor het ’s nachts afschieten van vossen met een geweer in bepaalde weidevogelgebieden en bij gebieden waar pluimveebedrijven met vrije uitloop (zogenoemde Freilandbedrijven) zijn gevestigd.

Bij afzonderlijke besluiten van 30 maart 2021 heeft het college het door De Faunabescherming en Animal Rights en Fauna4Life (hierna tezamen: de stichtingen) daartegen gemaakte bezwaren gedeeltelijk gegrond verklaard en voor het overige ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 16 februari 2022 heeft de rechtbank de door de stichtingen daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 30 maart 2021 vernietigd en de ontheffing geschorst tot zes weken na het nemen van een nieuwe beslissing op de bezwaren. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben het college, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en De Faunabescherming hoger beroep ingesteld.

Bij besluiten van 21 maart 2023 heeft het college opnieuw besloten op de door de stichtingen gemaakte bezwaren.

De stichtingen hebben gronden aangevoerd tegen de besluiten van 21 maart 2023. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De Faunabeheereenheid, de minister en de stichtingen hebben nadere stukken ingediend.

Het college heeft schriftelijke uiteenzettingen gegeven.

De voorzieningenrechter heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 mei 2023. Na afloop daarvan is bij mondelinge uitspraak een ordemaatregel getroffen, die inhoudt dat de besluiten van 21 maart 2023, waarbij de ontheffing van 31 augustus 2020 is gewijzigd, worden geschorst, tot de voorzieningenrechter heeft beslist over de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening.

Overwegingen

1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.

2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

3.       Voor een beschrijving van de eerdere besluitvorming van het college en de uitspraak van de rechtbank wordt verwezen naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van 10 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1652. Bij de besluiten van 21 maart 2023 heeft het college de ontheffing opnieuw aangepast. De ontheffing geldt niet meer voor:

– het gebruik van het geweer ter voorkoming van belangrijke schade aan Freilandkippen;

– het gebruik van het geweer in een veld kleiner dan 40 hectare.

Het college heeft de motivering wat betreft het voorkomen van belangrijke schade aan flora en fauna, in dit geval de weidevogels, aangevuld. Volgens het college leidt predatie, dat wil zeggen: het doden en opeten door in dit geval vossen, tot een afname van het aantal weidevogels. Het college baseert zich voor die conclusie op het rapport “De rol van de vos bij weidevogelpredatie en de effectiviteit van het uitgevoerde vossenbeheer in de provincie Utrecht” van de Faunabeheereenheid van december 2022 (hierna: het FBE-rapport). Er hoeft niet precies bekend te zijn wat het aandeel van de vos is en de invloed daarvan op de weidevogels. In het rapport zijn, ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank van 16 februari 2022, ook de gegevensbronnen benoemd.

Beroepen

4.       De besluiten van 21 maart 2023 worden, gelet op artikel 6:24 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding.

De stichtingen voeren daartegen aan dat de noodzaak van het doden van de vos om weidevogels te beschermen niet is aangetoond. Het causale verband moet wetenschappelijk worden aangetoond, maar de brongegevens zijn niet controleerbaar. De stichtingen achten het afschieten van de vos zinloos, omdat de territoria van gedode vossen worden opgevuld door andere vossen of andere predatoren. In plaats van een generieke ontheffing te verlenen voor een groot deel van de provincie, moet er per gebied maatwerk worden verricht. Ook wordt betoogd dat het college de alternatieven niet voldoende heeft onderzocht. Eerst zouden de inrichtingsmaatregelen voor weidevogels moeten worden geoptimaliseerd. De stichtingen wijzen voor de onderbouwing van hun standpunten op rapportages van SOVON en van deskundige J.L. Mulder van ecologisch bureau Mulder Natuurlijk.

Verder voeren de stichtingen aan dat de noodzaak van nachtjacht niet is aangetoond en dat ten onrechte in de voorschriften is opgenomen dat het gebruik van lokvoer is toegestaan.

Beoordeling

5.       Met de verzoeken om voorlopige voorziening beogen de stichtingen de ontheffing te schorsen, zodat er hangende de bodemprocedure geen vossen mogen worden gedood. Deze voorlopige voorzieningenprocedure leent zich niet voor het beantwoorden van complexe rechtsvragen. Daarom zal de voorzieningenrechter aan de hand van een belangenafweging beoordelen of de verzoeken voor toewijzing in aanmerking komen.

6.       Sinds de uitspraak van de rechtbank van 16 februari 2022 heeft in de provincie Utrecht geen vossenbeheer plaatsgevonden. De ontheffing was geschorst en van de landelijke vrijstelling kon geen gebruik worden gemaakt. De situatie verschilt van die in de provincie Zuid-Holland in de uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:814, waarop de stichtingen hebben gewezen. Het gaat in deze zaak niet slechts om een aanvulling op de landelijke vrijstellingsregeling. Daarnaast is het college in deze zaak gemotiveerd ingegaan op de gronden van de stichtingen. Op grond van die motivering en gelet op de nu betrokken belangen, komt de voorzieningenrechter tot een ander oordeel dan in de in 3. genoemde uitspraak van 10 juni 2022. Het college heeft onder verwijzing naar het FBE-rapport aangevoerd dat in 2022 ten opzichte van 2021 het aantal bekende legsels met 18,5% is afgenomen, het aantal gepredeerde legsels met 41,3% is gestegen en het aantal uitgekomen bekende legsels met 23,3% is gedaald. Aan die conclusie liggen de weidevogeldata in de Boerenlandvogelmonitor en de afschotdata van vossen in het Faunaregistratiesysteem als gegevensbronnen ten grondslag, waarbij – zo begrijpt de voorzieningenrechter – aan de hand van coördinaten locatiespecifiek onderzoek is verricht. In het FBE-rapport staat verder dat verwacht wordt dat door aanwas en meer inloop van vossen richting het ontheffingsgebied de aantallen bekende legsels in 2023 nog verder zullen afnemen. De deskundigen verschillen van mening over het bestaan van een correlatie tussen afschot van vossen en de aantallen weidevogels. Zonder daarover een inhoudelijk oordeel te vellen, volgt de voorzieningenrechter de bevindingen in het FBE-rapport over de periode na de uitspraak van de rechtbank, omdat die onvoldoende zijn weersproken. Het enkele feit dat niet-professionele vrijwilligers de gegevens hebben verzameld, acht de voorzieningenrechter zonder concrete voorbeelden van die gegevens niet genoeg om die als onbetrouwbaar aan te merken. De bevindingen in het FBE-rapport en de noodzaak van vossenbeheer worden bovendien ondersteund door zeer recente reacties van verschillende bij weidevogelbescherming betrokken organisaties. De voorzieningenrechter stelt vast dat in ieder geval een aantal van hen ook hun werkgebied in het ontheffingsgebied hebben, zoals Vereniging Natuurmonumenten, Weidevogelgroep Molenpolder en Collectief Alblasserwaard/Vijfherenlanden. Verder weegt de voorzieningenrechter mee dat de staat van instandhouding van de vos gunstig is en onweersproken is gebleven dat die staat van instandhouding niet wordt bedreigd bij het voorgestelde beheer. Daar tegenover staat dat de weidevogels in een slechte staat van instandhouding verkeren.

Conclusie en proceskosten

7.       Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de bij mondelinge uitspraak van 4 mei 2023 getroffen voorziening te wijzigen. De verzoeken van de stichtingen om het treffen van een voorlopige voorziening zullen alsnog worden afgewezen. Dit betekent dat de bij de besluiten van 21 maart 2023 gewijzigde ontheffing weer van kracht is en er binnen de grenzen van die ontheffing vossenbeheer mag plaatsvinden totdat in de bodemprocedure uitspraak wordt gedaan.

8.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijzigt de bij mondelinge uitspraak van 4 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1792, getroffen voorziening, in die zin dat de verzoeken worden afgewezen.

Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.E.E. Konings, griffier.

w.g. Verheij
voorzieningenrechter

w.g. Konings
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2023

612.




Onmiddellijk verbod op afschieten vossen in provincie Utrecht – 04-05-2023

 

Zeker een week mag er geen afschot van vossen plaatsvinden in een groot deel van de provincie Utrecht. Dat heeft de Raad van State donderdag bepaald in een spoedprocedure die was aangevraagd door enkele dierenorganisaties. De Faunabeheereenheid Utrecht begon woensdagnacht meteen vossen te doden, nadat eerder die dag de schorsing van de daarvoor vereiste ontheffing afliep.

‘Er mag dus niet meer geschoten worden’, maakte de raadsvoorzitter na de spoedzitting bij de Raad van de State bekend. Het verbod geldt tot volgende week. Dan beslist de raadsvoorzitter of het verbod voorlopig in stand blijft.

De Utrechtse rechtbank schorste vorig jaar de ontheffing die het mogelijk maakte om vossen te doden. Volgens de provincie was die ontheffing nodig om de weidevogels en loslopende kippen bij Freilandbedrijven te beschermen. Maar de rechtbank zette grote vraagtekens bij de noodzaak van de ontheffing, omdat er al een landelijke ontheffing bestaat om vossen te doden. (Die echter voor de provincie Utrecht sinds de uitspraak van juni 2022 is geschorst)

Ontheffing aangepast

Provincie Utrecht kreeg van de rechtbank opdracht om een nieuw besluit te nemen. Dat heeft de provincie gedaan. De ontheffing is aangepast. Vossen mogen niet meer worden afgeschoten voor de bescherming van de kippen. Het doden van vossen is nu alleen nog toegestaan om weidevogels te beschermen.

De raadsvoorzitter legde meteen de absurditeit van de nieuwe ontheffing bloot. ‘Als je een vos ziet lopen, hoe weet je dan of die op weg is naar een kip of een weidevogel?’ Maar volgens een woordvoerder van de Faunabeheereenheid Utrecht is de vos in dit seizoen vooral op zoek naar legsels van weidevogels.

Woordvoerders van Animal Rights, Fauna4Life en de Faunabescherming vermoeden een andere reden waarom de provincie vossen niet meer wil laten doden in de buurt van Freilandbedrijven. ‘De noodzaak om ze af te schieten bij die bedrijven kon de provincie niet hardmaken. De kippenhouders hebben andere mogelijkheden om hun kippen te beschermen.’ In dat geval mag niet voor het zwaarste middel afschot worden gekozen.

Wie is de dader?

Volgens advocaten van provincie Utrecht is voor de aangepaste ontheffing een gebiedsgericht onderzoek gedaan. Daaruit zou de vos als belangrijkste schuldige naar voren zijn gekomen. Afname van het aantal vossen zou een direct verband hebben met een afname van gedode kippen en weidevogels.

Volgens Harm Niesen van de Faunabescherming is dat onzin. Voor een gedode vos komen juist meerdere terug die zijn territorium willen overnemen, zegt hij. Afschot werkt dus averechts. Niesen noemt het onderzoek van de provincie ook oude wijn in nieuwe zakken. ‘Nepwetenschap.’ Concreet nieuw onderzoek zou niet zijn gedaan. In zijn ogen zijn alleen oude gegevens opnieuw opgediend.

De advocaat van de Faunabescherming zegt ook dat je aan aangevreten eieren en dode kuikens niet kunt zien wie de dader is. Maar de provincie houdt vol dat er een nieuw degelijk onderzoek is gedaan. Er is significant bewijs dat de vos de dader is.




Vos kan weer bestreden worden in de provincie Utrecht met ingang van 3 mei 2023

Provincie Utrecht – bestrijden vos vanaf 3 mei 2023 weer jagen op de vos in onze provincie voor de bescherming van de weidvogels en andere diersoorten. Daarom heeft de provincie Utrecht toestemming gegeven om op vossen te bestrijden.
 
Drie grote natuurorganisaties zijn het niet eens met die toestemming en stappen weer naar de Raad van State.
De vos is een goede jager, daar hebben boeren en weidevogels last van. Het dier jaagt op vogels, zoekt eieren en rooft regelmatig kippenhokken leeg.
Reden voor de provincie om een nieuwe ontheffing te verlenen die het jagen op vossen ‘s nachts toelaat.
Bij Collectief Eemland zijn ze daar blij mee, want de weidevogel zit in groten getale in de Eempolder. “En die moet beschermd worden. Helaas ten koste van de vos”, vindt gebiedscoördinator Wilhelm Bos. “Het is een prachtig beest, dat vinden wij ook. En als het er één zou zijn hebben wij er ook geen probleem mee, maar het zijn er gewoon te veel.”

Weidevogel beschermen

Vossen hebben geen natuurlijke vijanden en daardoor neemt de populatie makkelijk per jaar met meer dan 200% toe. “Jonge vossen gaan dan ook op zoek naar een eigen territorium en trekken steeds vaker vanuit andere velden de polder in”, legt Bos uit. En daar hebben de boeren en de weidevogels volgens het collectief flink last van. Als vossen jagen, hebben ze het vaak op meerdere dieren gemunt. “Ze eten er maar één op, maar doden er vaak meerdere, die ze dan begraven. Zoals bijvoorbeeld bij een kippenhok of een nest.”
Het collectief Eemland, een organisatie bestaande uit boeren uit het gebied, zet zich al jaren in voor het beschermen van de weidevogel. “Daar zit de afgelopen jaren ook behoorlijk wat geld in.” Met verschillende maatregelen is het gelukt om de verschillende vogelsoorten te behouden, maar de vos gooit roet in het eten.
 
Om de weidevogels te beschermen gaf de provincie Utrecht een ontheffing af, om ‘s nachts op de dieren te mogen jagen. De rechter oordeelde in 2022 dat die ontheffing ongegrond was omdat de Minister van Natuur en Stikstof niet bevoegd was om de vos op de landelijke vrijstelling te plaatsen, waar de minister het niet mee eens is en ook hoger beroep hiertegen heeft aangetekend. Maar na aanpassingen kwam er een nieuwe ontheffing van de provincie Utrecht die vanavond ingaat en het jagen op de vos weer mogelijk maakt. Tot grote onvrede van natuurorganisaties, die morgen tegenover de provincie bij de Raad van State staat.
 

De jacht op de vos is een langslepend juridisch gevecht tussen de provincie en de natuurorganisaties.

In de zomer van 2020 verleende het college van gedeputeerde staten van Utrecht een ontheffing aan de faunabeheereenheid. Daardoor mocht er ‘s nacht gejaagd worden op het roofdier in bepaalde gebieden in de provincie.

Natuurorganisaties gingen tegen deze ontheffing in beroep en in februari 2022 gaf de rechter de organisaties gelijk: de provincie moest hun besluit aanpassen. In juni 2022 wilde de provincie dat de rechter die uitspraak zou schorsen. Dat is niet gebeurd. Daaropvolgend heeft de provincie een nieuw besluit genomen, met aanpassingen in de onderbouwing. Verder laat de provincie wel in stand dat er op de vos gejaagd mag worden. En die ontheffing gaat vanavond – 3 mei – in.

Het argument van de provincie voor de jacht op vossen is dat ze de weidevogel in gevaar brengen. De natuurorganisaties vechten dit opnieuw aan en vragen bij de Raad van State om een zogenoemde ordemaatregel. Dat betekent dat ze willen dat de jacht wordt stopgezet, totdat de rechter met een definitieve uitspraak komt.

 
 
Het collectief Eemland hoopt dat na morgen blijkt dat er juist wel ‘s nachts op de dieren mag worden gejaagd. “Dat hoeft wat ons betreft niet provinciebreed, ze veroorzaken namelijk lang niet overal overlast”, vindt Bos. “In het natuurlijk territorium van de dieren valt het heel erg mee, maar de grote populatie trekt dus de polder op.”



Uitnodiging NOJG leden regio Utrecht

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Uitnodiging ALV NOJG-regio Utrecht 24 maart 2023 te Scherpenzeel

NOJG Regio Utrecht

 

Geacht lid van de NOJG afdeling Utrecht,

 

Het regiobestuur Utrecht nodigt u van harte uit voor de Algemene Ledenvergadering 2023.

Vrijdag 24 maart 2023

Locatie: SV Scherpenzeel, De Breelaan 4 te Scherpenzeel

Aanvang: 19.30, de zaal is open vanaf 19.00 uur

Ganzencoördinator Sandro Broeke zal deze avond een presentatie geven over het Ganzenverjaag-project Eemland.

Na afloop van de Algemene ledenvergadering zal een onderlinge klein kaliber-wedstrijd zijn. Voor deelname heeft u een geldig legitimatiebewijs nodig. De kosten voor deze schietwedstrijd zijn voor leden van de NOJG €10 euro p.p. en €15 euro voor niet-leden.

Opgeven kan via: utrecht@nojg.nl, onder vermelding van uw naam, adres en telefoonnummer en of u eventueel een introducee voor de klein kaliber-schietwedstrijd meeneemt. Als u zich opgeeft, krijgt u binnen 3 werkdagen een bevestigingsmail en de agenda voor deze avond. Ontvangt u deze mail niet, neem dan telefonisch contact op met onderstaand telefoonnummer.

 

Wij stellen uw aanwezigheid zeer op prijs.

Hartelijke groet,

Namens regiobestuur Utrecht,

 




Meld u aan voor het groene verkiezingsdebat in Utrecht van 7 maart 2023

De Utrechtse Natuur en milieuorganisaties organiseren op dinsdag 7 maart vanaf 19 uur het Groene Verkiezingsdebat in Kanaal30, Kanaalweg 30 in Utrecht. De verschillende partijen gaan dan met elkaar in debat aan de hand van verschillende groene thema’s. Ben jij erbij? Onderwerpen waarover de partijen met elkaar in discussie gaan zijn; mobiliteit, water en bodem, duurzame landbouw en natuur, duurzame energie en klimaatverandering en circulaire samenleving.

Meld je hier aan voor het debat van 7 maart in Kanaal30

Utrecht wil een groene en gezonde regio zijn. De provincie Utrecht heeft een grote aantrekkingskracht vanwege het vele groen in combinatie met de bereikbaarheid en een goed draaiende economie. Door de groei van de bevolking en de bebouwing komen de ambities om een groene en gezonde regio te zijn onder druk te staan. Stem daarom voor natuur en laat je stem niet verloren gaan.

Het groene verkiezingsdebat 2023




Fauna Beheer Eenheid Utrecht wil zo snel mogelijk weer vossen kunnen bestrijden

Fauna Beheer Eenheid wil zo snel mogelijk weer op vossen kunnen jagen; Haast is geboden, over twee maanden begint het broedseizoen in de polder

De Fauna Beheer Eenheid (FBE) Utrecht heeft opnieuw ontheffing aangevraagd bij de provincie Utrecht om vossen te mogen bejagen, als onderdeel van een totaalpakket om weidevogels te steunen.

,,We hebben goede hoop dat de provincie die ontheffing snel verleent”, stelt FBE-directeur Jeroen Nuissl. Haast is geboden, over twee maanden begint het broedseizoen en wat de weidevogels betreft moeten de vossen voor die tijd verdwenen zijn. ,,Weidevogels vestigen zich namelijk niet als ze vossen zien lopen, dan vliegen ze ergens anders heen.”

De FBE heeft de nieuwe aanvraag beter gemotiveerd dan vorige keer, toen de verleende vrijstelling door de rechter werd vernietigd. Het hoger beroep loopt nog. ,,Maar dat gaat allemaal traag, de Raad van State heeft daar nog niet eens een zittingsdatum voor bepaald.” Mocht de provincie een nieuwe vrijstelling verlenen dan volgen er vrijwel zeker weer nieuwe bezwaren en rechtszaken.

De FBE is een organisatie waarin onder meer de jagers, maar ook de dierenbescherming en natuurorganisaties in zijn vertegenwoordigd. De FBE coördineert de jacht en de schadebestrijding van dieren als onder meer vossen. De provincie gaar over de vergunningen, het daadwerkelijke jagen gebeurt door de diverse Wild Beheer Eenheden in de provincie, waarvan jagers met een jachtakte lid kunnen worden.

Bron:NoordHollandsdagblad

 




Uiterlijk 20 oktober uitspraak voorzieningsrechter jacht, haas in de provincies Limburg, Utrecht en Groningen

 

Het kort geding dat de NOJG en de Jagersvereniging met onder meer de FPG tegen de Staat hebben aangespannen om een ontheffing te vragen op het ministeriële besluit om het jachtseizoen op de haas in drie provincies dit jachtseizoen (2022/2023) te sluiten, diende vandaag in de rechtbank van Den Haag.

‘Dit kort geding is echter een opstap, naar de hierop volgende bodemprocedure waar zij ook de beslissing aan om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is heeft plaats gevonden. Zij zien de uitspraak van de voorzieningenrechter met vertrouwen tegemoet.’

Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib van de Jagersverenigingen waren helder in hun pleitnota. De hazenstand is sinds de jaren ’60 alleen teruggelopen door de intensivering van de landbouw en toegenomen bebouwing en infrastructuur. Maar juist niet op de velden waarop wordt gejaagd. Bovendien is de afgelopen twintig jaar de trend van de hazenstand stabiel. Welk nut dient het dan de jacht op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Internationaal erkende wetenschappers
Bij de voorbereiding van het kort geding hadden de Jagersvereniging, Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Wildbeheereenheid Roerstreek en hun respectievelijke leden, niets aan het toeval overgelaten. Zij zijn bij internationaal erkende wetenschappers gespecialiseerd in hazenpopulaties te rade gegaan om de onderzoeken van Wageningen Environmental Research (WEnR) naar de staat van instandhouding van de haas en het konijn tegen het licht te houden.

Deze wetenschappers kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat bij de bewerking van de aangeleverde cijfers discutabele keuzes gemaakt zijn rond gebruikte data en referentiejaren. Bovendien ligt er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag. De conclusie is dat de staat van instandhouding van zowel de haas als het konijn in het geheel niet in het geding is.

Ali al Khatib: ‘We hebben te maken met een politieke wens om niet op hazen te jagen, die in een motie is opgenomen. Om deze motie ten uitvoer te brengen moet de minister de Wet natuurbeheer wijzigen. Dit is niet gebeurd. De minister heeft deze ingrijpende beslissing willen omzeilen door een aparte regeling te treffen. De voorgestelde regeling doet echter geen recht aan de situatie van de haas in Nederland, waarvan de staat van instandhouding in het geheel niet in het geding is. Er is dan ook geen enkele reden voor deze ongegronde beperking van de jacht.’

Bodemprocedure
In de bodemprocedure zal een rechter ten gronde toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is, ook voor wat betreft het konijn. De rechter wordt aan het einde van dit proces verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

De voorzieningenrechter doet uiterlijk 20 oktober uitspraak in dit kort geding.