Voorstel Provinciale Staten Zuid-Holland voor voorlopig 20 damherten in de Hoeksche Waard te houden.

Damherten

 

De provincie Zuid-Holland wil minimaal 20 damherten in de Hoeksche Waard voorlopig in leven laten. Het provinciebestuur is eigenlijk van plan de hele roedel, die momenteel bestaat uit circa 60 dieren, te laten afschieten. De organisaties Animal Rights en Fauna4Life hebben echter al aangegeven dat voorgenomen besluit aan te vechten bij de rechter als het besluit en de vergunning definitief zijn. De Omgevingsdienst Haaglanden werkt daar momenteel aan. Als die vergunning wordt verstrekt, mag de faunabeheereenheid de damherten in het poldergebied van de gemeente Hoeksche Waard afschieten.

De roedel damherten is ontstaan nadat enkele dieren die waren ontsnapt uit een hertenkamp. Onderzoek heeft volgens het provinciebestuur uitgewezen dat de dieren schade veroorzaken aan de landbouw, een gevaar vormen voor de verkeersveiligheid en dat de Hoeksche Waard geen geschikt leefgebied voor ze is. Vooruitlopend op een juridisch proces heeft Provinciale Staten in januari het college opgeroepen om, als daadwerkelijk beroep wordt aangetekend, tot een soort tussenoplossing te komen om te voorkomen dat de roedel zich uitbreidt. Het voorstel is nu om dan minimaal 20 dieren in leven te houden tot de rechter uitspraak heeft gedaan.

bron: AD, 18/04/2024

 




Nieuwsbrief FBE Limburg 2e kwartaal 2024

Limburg

Omgevingsvergunning (voorheen Ontheffing)

Per 1 januari jl. is de Omgevingswet in werking getreden.

Een ontheffing voor een activiteit die is verleend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt voortaan een omgevingsvergunning genoemd, als de activiteit onder de Omgevingswet vergunningplichtig is. Dit betekent dat alle vigerende ontheffingen voortaan Omgevingsvergunning genoemd gaan worden. Inhoudelijk verandert er niets: u mag de omgevingsvergunning met dezelfde voorschriften precies zo gebruiken als toen het nog een ontheffing genoemd werd.

 

Wijzigingen Omgevingsvergunningen:

  1. Met ingang van 6 februari 2024 is het in Limburg niet langer verplicht om Honden (niet zijnde lange honden) aangelijnd te houden als men Vossen beheert ter bescherming van Hamster, Patrijs of Weidevogel met de Omgevingsvergunning Vos Predatorenbeheer Soortenbescherming 2021-36.
  • Voorschrift 11 van deze provinciale ontheffing is gewijzigd inzake de definitie voor honden, om duidelijker te maken dat er nooit zogeheten lange honden gebruikt mogen worden;
  • Voorschrift 12 t.b.v. de aanlijnplicht van honden is in zijn geheel komen te vervallen.
  1. Met ingang van 29 november 2023 is de Omgevingsvergunning Konijn Graafschade 2023-03 gewijzigd naar aanleiding van een Kort Geding uitspraak.
  • Voorschrift 1 geeft nu aan dat de ontheffing enkel nog kan worden ingezet in het kader van openbare veiligheid en het algemeen belang ter voorkoming van bestrijding van schade of overlast aan dijklichamen en andere infrastructurele werken en bij de aanwezigheid van leidingen.

De inzetbaarheid van deze ontheffing die wij op voorhand al hadden voor schade of overlast aan industrieterreinen of sportvelden komt hiermee te vervallen.

Er kan nog wél een omgevingsvergunning voor Konijn op Sportvelden worden aangevraagd, alleen zal daar dan een uitgebreide aanvraag per locatie voor moeten worden opgesteld door de aanvrager. Deze aanvraag zal dan voor deze specifieke locatie alleen moeten worden ingediend bij de provincie.

  1. Met ingang van 23 februari 2024 is de Omgevingsvergunning Vos Graafschade 2023-04 gewijzigd naar aanleiding van een Kort Geding uitspraak:
  • Voorschrift 1 geeft nu aan dat de ontheffing enkel nog kan worden ingezet in het kader van openbare veiligheid en het algemeen belang ter voorkoming van bestrijding van schade of overlast aan dijklichamen en andere infrastructurele werken en bij de aanwezigheid van leidingen.

Schade of overlast aan industrieterreinen komt hiermee te vervallen;

  • Voorschrift 15 t.b.v. de aanlijnplicht van honden is in zijn geheel komen te vervallen.
  1. Met ingang van 9 april 2024 is de Omgevingsvergunning Bever 2021-35 gewijzigd.
  • Voorschrift 20: het kaliber is gewijzigd van .22 Magnum naar een iets lichter kaliber .22 LR.

 

Werkwijzen

De volgende werkwijzen zijn aangepast en vastgesteld door het bestuur van de FBE:

  • Werkwijze uitvoeringsschema machtiging Verwilderd Damhert
  • Werkwijze Doorschrijving Omgevingsvergunning Gas-, Lucht- en Veerdrukwapens

Al de werkwijzen van de FBE zijn via een link te vinden op de website https://limburg.faunabeheereenheid.com/algemeen/werkwijzen/

Monitoring

Op 6 april jl. heeft de landelijke voorjaarstelling plaatsgevonden. Wij willen iedereen die hieraan heeft deelgenomen hartelijk bedanken voor zijn of haar inzet.

Wij verzoeken alle WBE’s, voor zover men dat nog niet gedaan heeft, de telgegevens in FRS te registreren vóór 1 mei a.s. Zodra alle gegevens zijn verwerkt zullen deze worden gepubliceerd op de website van de FBE.

Waarnemingen zoogdieren

Aanvulling Nieuwsbrief 1e kwartaal 2024

Vanaf dit jaar verzoeken wij u waarnemingen van bijzondere zoogdieren (dus niet de zoogdieren die al geteld worden op basis van onze telplannen zoals Haas, Konijn, Ree) zodra u ze heeft gezien het hele jaar door te registreren op https://waarneming.nl/.

Voorgaande jaren konden een aantal bijzondere zoogdieren (zoals Muntjak, Wasbeerhond, Nerts, Verwilderde kat, Beverrat, Muskusrat) gedurende het gehele jaar in een telplan in FRS worden geregistreerd. Echter werden deze waarnemingen soms ook op de site van waarneming.nl geregistreerd. Om verwarring en dubbeltellingen te voorkomen, hebben wij gekozen voor 1 meldpunt.

De bedoeling is dat men dit niet gaat bundelen, maar direct zodra men een van deze zeldzame waarnemingen doet, men dit gaat melden op waarneming.nl, liefst met foto of camerabeelden ter validatie erbij.

Er kan dan eventueel direct actie op ondernomen worden (gericht beheer op bijvoorbeeld Muntjak).

Een uitzondering hierop zijn waarnemingen van Wasberen. Melden doet men via het Nationale Wasberenmeldpunt van de Zoogdiervereniging (https://www.zoogdiervereniging.nl/wat-we-doen/monitoring/wasberenmeldpunt).

Voor de Wolf wordt ook apart gevraagd een melding te maken op het Nationale Wolvenmeldpunt (https://wolvenmeldpunt.geowebonline.nl/vertigisstudio/web/?app=aad9a5e4006645398cd  4432b0b0a7e0f).

 

Kalender:

1 april

Tweede Paasdag FBE kantoor gesloten

27 april

Koningsdag FBE-kantoor gesloten

vóór 1 mei

Registratie voorjaarstelling in FRS

9 mei

Hemelvaart FBE-kantoor gesloten

20 mei

2e Pinksterdag FBE kantoor gesloten

20 juli

Zomertelling ganzen

*vóór 15 augustus

Registratie zomertelling ganzen in FRS

 




Onderzoek naar de effectiviteit van verjagen ganzen- Interprovinciaal ganzenbeheerplan

Hoofdstuk 9 van het interprovinciaal ganzenbeheerplan staat online.

Lees je weer mee?

Je kunt reageren tot en met 19 maart.

Daarna gaan ze weer aan de slag met het verwerken van alle reacties

 

Afgelopen november interviewden wij Nelleke Buitendijk, die onderzoek deed naar grasschade door ganzen. Voor wie het nog niet gelezen had, hierbij een korte herhaling!

“Als je op de ene plek verjaagt, is het de bedoeling dat ganzen hun heil in een rustgebied zoeken. Maar je moet wel genoeg rustgebieden hebben om dat effect te realiseren. Anders vliegen ze van hot naar her en vinden nergens rust.

Daarbij hebben we nog een ander aspect meegenomen in de studie, namelijk de kosten van verjaging en de kosten die worden besteed aan de taxatie van schade. Als je veel verjaagt op veel verschillende velden, zijn er meer velden met schade. Die schade wordt op elk veld apart getaxeerd, dus die kosten gaan omhoog. Bovendien kost het verjagen op die manier veel tijd en moeite. Als je op minder velden verjaagt en een groter rustgebied hebt, dan heb je én minder inspanning (kosten) voor verjaging én minder kosten voor taxatie. Dat is een nieuw inzicht waarmee kosten en baten kunnen worden afgewogen.”

Lees hier het hele interview.




Uitnodiging Algemene ledenvergadering NOJG Regio Utrecht – vrijdag 22 maart te Scherpenzeel

NOJG Regio Utrecht

Geacht lid van de NOJG Regio Utrecht,

 

Het regiobestuur Utrecht nodigt u van harte uit voor de Algemene Ledenvergadering 2024.

Vrijdag 22 maart 2024

Locatie: SV Scherpenzeel, De Breelaan 4 te Scherpenzeel

Aanvang: 19.30, de zaal is open vanaf 19.00 uur

René Leegte, voorzitter van ons Landelijk Bestuur, zal deze avond met de leden in gesprek gaan.

Na afloop van de Algemene ledenvergadering zal een onderlinge klein kaliber-wedstrijd zijn. Voor deelname heeft u een geldig legitimatiebewijs nodig. Voor leden is deze schietwedstrijd gratis, voor eventuele introducees wordt €10 euro p.p. in rekening gebracht.

Opgeven kan via: utrecht@nojg.nl, onder vermelding van uw naam, adres en telefoonnummer en of u eventueel een introducee voor de klein kaliber-schietwedstrijd meeneemt. Als u zich opgeeft, krijgt u binnen 3 werkdagen een bevestigingsmail en de agenda voor deze avond. Ontvangt u deze mail niet, neem dan telefonisch contact op met onderstaand telefoonnummer.

Wij stellen uw aanwezigheid zeer op prijs.

Hartelijke groet,

Namens regiobestuur Utrecht,




Zuid-Hollands faunabeheerplan vos 2024-2031 goedgekeurd

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben het faunabeheerplan vos Zuid-Holland 2024 -2031, zoals dat is vastgesteld door het  bestuur van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland, op grond van de Wet natuurbescherming goedgekeurd. In het faunabeheerplan wordt een planmatig en duurzaam beheer van de vos in de provincie Zuid-Holland beschreven. 

 

Het nieuwe faunabeheerplan vos Zuid-Holland 2024 -2031 is geheel in lijn met het recent vastgestelde soortenbeleid en het geeft uitwerking aan het actiepunt over predatie zoals genoemd in het Zuid-Hollandse Actieplan Boerenlandvogels. Ook geeft het plan uitvoering aan een aangenomen motie in de Provinciale Staten van Zuid-Holland over maatwerk bij weidevogelbescherming.

Het voorliggende Faunabeheerplan vos Zuid-Holland 2024 – 2031 is dan ook een beschrijving en onderbouwing van het voorgenomen vossenbeheer in Zuid-Holland in de periode 2024 – 2031.

Het omvat een uitwerking van het in 2023 vastgestelde provinciale soortenbeleid en dan met name van de maatregel “Voorkomen dan wel beperken van de predatie ter bescherming van kwetsbare soorten waaronder grondbroedende vogels”. Het sluit tevens aan bij het Actieplan boerenlandvogels van de provincie Zuid-Holland waarin de ambitie is vastgelegd om in 2027 grotere populaties akker- en weidevogels te hebben dan in de periode 2013-2015.

Algemeen

Nederland is voor weidevogels van groot belang in Noordwest-Europa. Nederland herbergt van sommige weidevogelsoorten een substantieel deel van de wereldwijde populatie en het aantal akker- en weidevogels in Nederland daalt gestaag, mede veroorzaakt door predatie door de vos. Het beheer in dit faunabeheerplan komt in grote lijnen overeen met het in voorgaande faunabeheerplan (2017 – 2023) omschreven beheer.

Er zijn wel drie belangrijke wijzigingen:

  1. Toevoeging van beheermaatregelen ter bescherming van meeuwenpopulaties in het havengebied van Rotterdam;
  2. Beëindiging jaarrond optreden op basis van de landelijke vrijstelling;
  3. Specifieke aandacht voor kwetsbare soorten zoals bodembroeders

Het faunabeheerplan is nodig vanwege de negatieve trends in populaties van weidevogels en andere kwetsbare soorten. Door middel van het vossenbeheer en andere maatregelen hoopt men deze trends te keren en de populaties te beschermen.Het heeft als doel om het vossenbeheer in Zuid-Holland vorm te geven en uit te voeren, met als belangrijkste doel het beschermen van kwetsbare soorten zoals grondbroedende vogels. Daarnaast wordt er specifieke aandacht besteed aan de bescherming van meeuwenpopulaties in het havengebied van Rotterdam.

De vos is een belangrijke predator van weidevogels en andere bodembroeders, en het vossenbeheer is dan ook gericht op het verminderen van predatie door vossen. Het beheer bestaat onder andere uit het beperken van vossenpopulaties in bepaalde gebieden, waarbij ontheffingen worden aangevraagd bij de provincie. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden, zoals nachtelijk optreden en het bejagen van vossen.

Het is echter belangrijk om het beheer zorgvuldig uit te voeren en de impact op andere dieren en de ecologie in het gebied te minimaliseren.

Monitoring en evaluatie vormen belangrijke onderdelen van het vossenbeheer. De FBE verzamelt en publiceert jaarlijks beheergegevens en voert ook een jaarlijkse vossentelling uit. Op basis van deze gegevens kan het beheer worden geëvalueerd en indien nodig worden aangepast.

bron: Provincie Zuid-Holland, 30/01/2024



‘Dit was een McDonald’s voor eenden’


Verslag van een rechtszitting
Rechtbank Rotterdam, 14 februari 2024

Op een mooie oktoberochtend in 2022 trekken Jos (75) en Arend (58)* er met een groep gastjagers opuit om te jagen op wilde eenden en fazanten. Arend staat aan het hoofd van een bedrijf dat al sinds jaar en dag in Molenlanden drijfjachten voor klanten organiseert. Jos is een ouwe rot in het vak: hij jaagt al zo’n 50 jaar in de omgeving.

Er is op het eerste gezicht niets mis met de drijfjacht: de jagers hebben een jachtakte, er is een jachthuur overeenkomst en sinds een kleine week mag er ook weer op fazanten worden geschoten. En er vallen die ochtend heel wat fazanten (12) en wilde eenden (45) uit de lucht. De jachthonden hebben het er maar druk mee. Maar wat zo frappant is: de tientallen wilde eenden die aan de hagelregen ontsnappen, vliegen niet weg; ze blijven in de buurt van het jachtveld. 

Voertonnen

Zo opmerkelijk is dat bij nader inzien niet, want er staan 2 met mais en tarwe en zonnebloempitten gevulde voertonnen in de bosschages naast het weiland. Daar kunnen de eenden geen nee tegen zeggen. Ondanks de schoten smikkelen ook de fazanten op de bodem van het lokvoer. Voertonnen zijn niet verboden, maar het is wel verboden om binnen een straal van 200 meter ervan te jagen. En dat doen jachthouder Jos en Arend, samen met hun kornuiten. En niet zo’n beetje ook: volgens de natuurinspecteur die de drijfjacht bespiedt, knallen de jagers de vogels op ‘enkele tientallen’ meters van de blauwe voertonnen uit de lucht. Ze krijgen een boete en de korpschef verlengt hun jachtacte niet. Dat laatste zit Jos en Arend erg hoog, en dus doen ze vandaag in zaal 4 van het Rotterdamse gerechtsgebouw hun beklag bij de economische politierechter.

McDonald’s

Jos en Arend ontkennen niet dat ze binnen een straal van 200 meter van de voertonnen hebben geschoten, maar wel dat ze wisten dat die tonnen gevuld waren met lokvoer. Arend: ‘Mijn vader regelde de jacht altijd, en ik werd gewoon uitgenodigd voor zo’n dag. Ik wist niet wat er werd gevoerd.’ Jos wist wel dat in het verleden werd gevoerd. ‘Ik heb ‘s ochtends nog gevraagd of er gevoerd was. Er was vaker controle geweest. Daar kon je op wachten. Nee, dat was niet zo.’ Politierechter Pelle Tuinenburg: ‘Uw standpunt is: we wisten niet van die tonnen, dus we moeten worden vrijgesproken.’ Ja, reageren de mannen in koor. De rechter: ‘Nou valt wel op dat er uitzonderlijk veel eenden rondvlogen en dat ze zich niet gedroegen zoals ze zich gewoonlijk gedragen. De stelling van de natuurinspecteurs is: dit was een McDonald’s voor eenden.’ Jos: ‘De sloot zat vol met eenden en er lagen overal eikels. Daar houden eenden van. Het gebied staat ook bekend om zijn vele eenden.’

Weidelijkheid

Jagers dienen zich te houden aan de zogenoemde weidelijkheidsregels. Deze regels staan volgens de Nederlandse Jagersvereniging voor een ‘fatsoenlijke en respectvolle omgang met het landschap in het algemeen en in het wild levende dieren in het bijzonder’. Officier van justitie Hans Eijkelboom herinnert de 2 jagers eraan dat die regels volgens een rechtelijke uitspraak óók inhouden dat ‘je moet weten waar je knalt’. ‘De officier: ‘Je moet het jachtveld verkennen. Hoe legt u dat in uw situatie uit?’ Jos: ‘De voertonnen zijn heel veel jaren geleden daar neergezet. Toen we vroeger gingen jagen, stonden we er altijd verder dan 200 meter vandaan. Nu dachten we dat die tonnen leeg waren. Ik heb dat niet zelf gecontroleerd. Als ik had geweten dat er wel voer inzat, dan was ik niet met Jos en zijn relaties gaan jagen.’

Deksel

Het was de laatste jaren Gerards (71)* taak om de voertonnen in opdracht van Arends, inmiddels overleden, vader voor de jacht te vullen. Jos zegt dat hij Gerard die ochtend had gevraagd of hij ze had gevuld, en dat het antwoord nee was. Om te staven dat Jos geen verhaaltje vertelt, heeft advocaat Maurice Stassen Gerard opgeroepen als getuige (een verdachte mag tegen de rechter liegen, een getuige mag dat niet). Gerard: ‘Ik vulde in opdracht van de oude mijnheer de tonnen, maar toen hij ziek werd ben ik er in juni of juli 2022 mee gestopt. Mijnheer Jos vroeg mij inderdaad die ochtend of ik nog gevoerd had. Dat had ik absoluut niet.’ Wat vindt hij ervan dat in het in de zomer in de voertonnen gestopte aas 3 maanden later nog redelijk vers in en onder de tonnen lag? Gerard: ‘Ik dacht dat ze leeg waren, maar schijnbaar toch niet. Er zit een deksel op, dus het voer blijft wel droog. En het ligt ook aan het aantal eenden dat ervan eet.’ Politierechter Tuinenburg kan het maar moeilijk geloven. ‘In de 2 tonnen zat vers uitziend voer. Er worden etende fazanten aangetroffen. Dan heb ik de indruk dat dat voer er niet in juni is ingegaan. En dan is er nog iets. In uw combiwagen troffen de natuurinspecteurs die dag lege emmers en voer aan.’ Gerard: ‘Dat klopt, achter het kantoor hebben ze een grote vijver, en daar voer ik iedere dag vogels.’

Geschonden

Wilde eenden en fazanten zijn beschermde vogels. Ze mogen niet worden gedood, tenzij aan alle eisen wordt voldaan die aan de jacht worden gesteld, resumeert officier van justitie Eijkelboom. ‘1 van de eisen is dat niet gejaagd mag worden binnen een straal van 200 meter van een voederplaats. De jagers deden dat wel en doodden daarbij beschermde wilde eenden en fazanten.’ Of Arend en Jos nou wel of niet opzettelijk in de buurt van de voertonnen aan het schieten waren, doet er volgens de officier van justitie niet toe. Opzet is hier niet noodzakelijk om tot een schuldverklaring te komen. De jagers hebben de weide niet verkend, en daartoe waren ze volgens hun eigen weidelijkheidsregels wel verplicht. ‘De verdachten hebben daarmee de spelregels van de jacht grof geschonden’, aldus de officier van justitie, die vindt dat ze elk een boete van 1.000 euro verdienen.

Klanten

De rechter kan Jos en Arend niet kwalijk nemen dat ze binnen een straal van 200 meter op wilde eenden en fazanten aan het jagen hebben geschoten, meent advocaat Maurice Stassen. ‘De tonnen stonden niet in het zicht, niemand van de jagers heeft het geweten. Als ze het wel hadden geweten dan hadden ze toch gemakkelijk net buiten die straal van 200 meter kunnen jagen? Er waren eenden en fazanten genoeg.’ Jachthouder Jos deed wat hij moest doen, vindt de raadsman: hij informeerde naar de tonnen. ‘Hij wist dat in het verleden werd gevoerd, maar bij navraag op de jachtdag was dat nu niet gebeurd. Daarmee had hij aan zijn controleplicht voldaan. Arend wist niets van het verleden van die tonnen en nam zijn klanten mee. Hij zegt: waarom zou ik de kans lopen dat mijn relaties hun jachtacte kwijtraken?’ Omdat alle schuld afwezig is (in het strafrecht wordt deze schulduitsluitingsgrond ‘afwezigheid van alle schuld’ genoemd), zou de politierechter Jos en Arend moeten ontslaan van alle rechtsvervolging. 

Afschuiven

‘Er zijn opzettelijk eenden en fazanten gedood. Mocht dat in dit geval? Nee, want er is binnen een straal van 200 meter van een lokplaats op ze gejaagd’, concludeert politierechter Tuinenburg. Dat is te bewijzen, en daar is geen opzet voor nodig, aldus de rechter. ‘Maar het recht zou het recht niet zijn als er als geen achterdeurtje was, namelijk of iemand het écht niet kan worden verweten. Dan is er die afwezigheid van alle schuld. Ik zou u dan moeten ontslaan van alle rechtsvervolging, maar dat doe ik niet. Want dan zou u echt helemaal niets te verwijten zijn. En er valt u wel wat te verwijten. Er waren die ochtend opmerkelijk veel eenden rond het jachtveld en u wist dat ze in het verleden met voertonnen werden gelokt. Dat had u op zijn minst aan het denken moeten zetten. Of die tonnen waren gevuld met voer uit de zomer of net voor de jacht, en daar heb ik zo mijn gedachten over: het was uw beider verantwoordelijkheid om dat te controleren. Het afschuiven van die verantwoordelijkheid op een medewerker past u niet.’ Jos en Arend kunnen hun jachtacte met die uitspraak wel vergeten, en dat vindt de rechter zwaar genoeg. Als stok achter de deur geeft hij het tweetal wel een voorwaardelijke geldboete van 1.000 euro. 




Voorstel voor een nieuw ganzenbeleid in Fryslân, genaamd ‘Gans in balans’,

Ganzen

Het voorstel voor een nieuw ganzenbeleid in Fryslân, genaamd ‘Gans in balans’, heeft als doel om een evenwicht te bereiken tussen het beperken van de schade die ganzen aanrichten aan weilanden en het beschermen van de ganzen. Het college wil actief aan de slag gaan met het verminderen van schade aan gras, terwijl de bescherming van ganzen en weidevogels ook een belangrijke taak is.

In het scenario ‘Gans in balans’ krijgen de Faunabeheereenheid (FBE) en andere gebiedspartijen meer regie om per gebied tot een aanpak te komen. Er wordt ruimte geboden voor pilots en ondersteuning van een ganzencoördinator bij de FBE, om te onderzoeken welke werkwijze effectief is in het voorkomen van schade aan gras. Ook kunnen de partijen de effecten van een dergelijke gebiedsaanpak in kaart brengen, zoals het gedrag van ganzen en het effect van verjaging op weidevogels.

Een nieuw aspect van dit scenario is de introductie van foerageergebieden in oktober, waar boeren op aanvraag een tegemoetkoming in schade kunnen krijgen. De vraatschade door trekganzen, zoals de brandgans en kolgans, is de afgelopen jaren vrij stabiel gebleven. Maar de vraatschade door jaarrond aanwezige ganzen, met name de grauwe gans, neemt juist toe. Daarom wordt de schade door deze ganzen in dit scenario harder aangepakt dan in het huidige beleid.

De kosten voor tegemoetkomingen in schade aan gras blijven stijgen, voornamelijk door de stijgende prijzen voor vervangend voer voor vee. Van € 8,5 miljoen in 2018 zijn de kosten gestegen naar € 12,6 miljoen in 2023.

Het college heeft advies gekregen van een regiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van landbouw- en natuurpartijen, die het nieuwe beleid hebben geadviseerd. Het advies van de regiegroep wordt gezien als belangrijk en de provincie adviseert Provinciale Staten om te kiezen voor het scenario ‘Gans in balans’, dat het meest overeenkomt met het advies van de regiegroep.

Op 20 maart neemt Provinciale Staten een besluit over het nieuwe ganzenbeleid, waarbij hoofdlijnen en kaders worden vastgesteld. Het college zal het gekozen scenario vervolgens verder uitwerken. Naast het scenario ‘Gans in balans’ worden nog twee andere scenario’s voorgelegd: het complete advies van de regiegroep en een scenario gebaseerd op de basisvoorwaarden van Provinciale Staten. Het scenario ‘Gans in balans’ zal naar verwachting ongeveer 1,1 miljoen euro per jaar extra kosten ten opzichte van het huidige beleid.

Mogelijke inhoudelijke kwesties om te bespreken met betrekking tot het nieuwe ganzenbeleid:

  1. Beperking van graslandschade: Het is belangrijk om te onderzoeken welke werkwijzen effectief zijn om graslandschade te voorkomen. Het betrekken van de Faunabeheereenheid en betrokken gebiedspartijen bij het bepalen van een aanpak op regionaal niveau kan helpen bij het vinden van passende oplossingen.

  2. Bescherming van ganzen en weidevogels: Naast het verminderen van graslandschade, moet ook de bescherming van ganzen en weidevogels in acht worden genomen. Het is belangrijk om de effecten van verjagen van ganzen op weidevogels en het gedrag van ganzen te monitoren, zodat een evenwicht kan worden gevonden tussen het beschermen van verschillende diersoorten.

  3. Foerageergebied in oktober: De introductie van een foerageergebied in oktober kan helpen om schade door ganzen te beperken. Het is belangrijk om duidelijke regels en criteria vast te stellen voor boeren die in aanmerking willen komen voor een tegemoetkoming in de schade.

  4. Kosten en financiering: Het is van belang om rekening te houden met de toenemende kosten voor tegemoetkomingen in grasschade. Het scenario “Gans in balans” zal naar verwachting extra kosten met zich meebrengen. Het is essentieel om een realistisch financieel plan op te stellen om deze extra kosten te kunnen dekken.

  5. Betrokkenheid van belanghebbenden: Het is belangrijk om belanghebbenden, waaronder zowel boeren als natuurbeschermingsorganisaties, bij het nieuwe ganzenbeleid te betrekken. Het opzetten van een regiegroep met vertegenwoordigers van verschillende partijen is een positieve stap, maar verdere betrokkenheid en input van alle belanghebbenden moeten worden aangemoedigd.

  6. Monitoring en evaluatie: Het is belangrijk om de effectiviteit van het nieuwe ganzenbeleid regelmatig te monitoren en te evalueren. Door middel van pilots en ondersteuning van een ganzencoördinator kunnen de effecten van de gebiedsaanpak worden geëvalueerd en mogelijke aanpassingen worden gedaan indien nodig.

 




Nieuwsbrief FBE Limburg 1e Kwartaal 2024

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Besluit over damherten Hoeksche Waard

De provincie Zuid-Holland heeft na uitgebreid onderzoek besloten om de populatie damherten in de Hoeksche Waard tot 0 terug te brengen. Helaas is deze ingreep noodzakelijk om grote problemen te voorkomen.

Provinciale Staten hebben 8 maart 2023 in de Provinciale Verordening vastgelegd dat er in Zuid-Holland geen ruimte is voor damherten.  De Waterleidingduinen zijn het leefgebied voor damherten in de provincie. Buiten de duinen komen van nature geen damherten voor. Zo ook in de Hoeksche Waard, hier zijn de damherten ooit ontsnapt. Die zijn verwilderd en hebben zich vermenigvuldigd.

Zuid-Holland is een provincie met weinig ruimte waar mens, dier, natuur en bedrijven ieder een plek zoeken. Die zoektocht naar balans is soms ingewikkeld en vol tegenstrijdige belangen. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat in dit geval helaas geen evenwicht kan ontstaan zonder actief ingrijpen.

Geen alternatieven

Een grote populatie damherten vormt een bedreiging voor de biodiversiteit, de verkeersveiligheid en heeft een grote impact op de landbouw. Na onafhankelijk advies is besloten dat het, ook met het oog op dierenwelzijn, de juiste optie is om de verwilderde populatie binnen 5 jaar tot 0 te brengen.

Door naar 0 terug te gaan en niet voor het beheren van de populatie te kiezen, wordt voorkomen dat er jaarlijks damherten gedood moeten worden om de populatie op een bepaalde omvang te houden. Ook wordt voorkomen dat de populatie met inteelt (en alle nare gevolgen daarvan) te maken krijgen. Helaas zijn andere opties, zoals wegvangen of sterilisatie, wettelijk of praktisch onuitvoerbaar, blijkt uit onafhankelijk onderzoek. Daarom is afschot de enige en meest diervriendelijke mogelijkheid voor deze verwilderde populatie.




Friesland keerde in 2022-2023 12,8 miljoen euro uit voor ganzenschade

 
 
Samenvatting conclusie Jaarbericht;

Ganzenbescherming gaat goed; winter-, trekkende brand- en zomerganzen aantal blijft toenemen, grauwe ganzen nemen toe en trekkende kolganzen hebben een lichte daling. Het aantal zomerganzen blijft toenemen, maar veroorzaken ook meer schade (8% vs 3,6% in 2017/2018).

Het aantal geschoten ganzen is met 31% toegenomen ten opzichte van vorig seizoen.

Behandeling van eieren is verdubbeld ten opzichte van het vorige seizoen maar blijft laag, terwijl het aantal behandelde eieren van 2017 tot 2021 gemiddeld drie maal zo hoog lag.

Getaxeerde schade en oppervlakte nemen buiten foerageergebieden langzaam toe. Schade binnen foerageergebieden blijft gelijk, waardoor de beleidsdoelen om de vraatschade te verminderen niet behaald zijn.

Uitbetaalde en getaxeerde schadebedrag blijft stijgen, vooral door hogere grasprijzen per kg droge stof en stijging van getaxeerde schade buiten de foerageergebieden.

Meer informatie is te vinden in het Jaarbericht Fryske Guozzenoanpak 2022-2023.

 

bron: Provincie Friesland, 23/01/2024




Verjagen van grasetende brandganzen kost vaak meer dan het oplevert

Meer beheer, minder schade? Met de toenemende populatieomvang kunnen de economische kosten van het beheren van ganzen om opbrengstverliezen te minimaliseren groter zijn dan de voordelen.

 

Het verjagen van brandganzen van weilanden in Friesland, wat nu de praktijk is, kost bij de huidige aantallen ganzen waarschijnlijk meer dan het oplevert. Dat blijkt uit een modelstudie van de Universiteit Utrecht,  Wageningen University & Research, de Universiteit van Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Ecologie. De studie werd uitgevoerd in het kader van de Nederlandse bijdrage aan het Europese ganzenbeheer. Het wegjagen van ganzen lijkt alleen kosteneffectief als er minder ganzen in het gebied zijn.

 

Brandganzen

Brandganzen zijn beschermd. In Friesland verblijven er in de winter circa 500 000.  De onderzoekers maakten een computermodel om inzicht te krijgen in wat vanuit economisch opzicht de meest optimale manier is om met de grasetende brandganzen om te gaan. Het model bootste de situatie in Friesland na, omdat daar in Nederland de meeste ganzen overwinteren.

In het model namen de onderzoekers onder andere mee hoeveel gras de ganzen eten, hoeveel opbrengst dat scheelt, hoe snel het gras groeit, wat de ganzen doen als ze verjaagd worden, hoeveel energie het de wegvliegende ganzen kost en wat de kosten zijn van het taxeren van de schade en van het verjagen. De onderzoekers gebruikten het model om te bekijken wat er gebeurt bij verschillende populatiegroottes van ganzen.

Uit het model blijkt dat verjagen zinvol is als er relatief weinig ganzen zijn, maar dat het beter is ganzen rustig te laten grazen, ook buiten de rustgebieden, als de populatie ganzen groter wordt. Niet alleen de kosten voor het taxeren van de schade nemen toe door de dieren te verjagen. Als de ganzen worden verjaagd, dan vliegen ze weg. Dat kost ze energie, waardoor ze nog meer voedsel nodig hebben. En dat halen ze dan in nabijgelegen andere graslandpercelen. 

Het model toont hoe complex de situatie is. Als er twee keer zoveel ganzen zijn, dan betekent dat niet automatisch dat boeren ook twee keer zoveel schade hebben, of dat de kosten van het verjagen van de ganzen twee keer zo groot worden. Dankzij dit model konden onderzoekers verschillende scenario’s uittesten en inzicht krijgen in de verbanden tussen verschillende kosten en baten.

Meer informatie is te vinden in de publicatie;

‘More management, less damage? With increasing population size, economic costs of managing geese to minimize yield losses may outweigh benefits’ in Journal of Environmental Management.

bron: Universiteit Utrecht, 17/01/2024,


De provincie Fryslân zet echter vraagtekens bij het onderzoek, dat aantoont dat het niet altijd uit kan om brandganzen te verjagen. Een woordvoerder van de provincie zegt dat het nog niet duidelijk is of het theoretische onderzoek overeenkomt met de werkelijkheid in het veld.

“Wij moeten goed kijken in hoeverre het model overeenkomt met de werkelijke situatie. Maar dit wil niet zeggen dat wij de resultaten van dit onderzoek niet moeten en kunnen gebruiken. Er zijn aandachts- en aanknopingspunten ook voor het nieuwe beleid.”Brandganzen mogen niet worden afgeschoten, want ze zijn beschermd.Het verjagen van de ganzen uit gebieden buiten de opvanggebieden wordt volgens de provincie in het onderzoek berekend op maximaal tien euro per verjaagactie. Het kost bijna niets, zegt de woordvoerder van de provincie.
 

Taxatiekosten

De onderzoekers zien in hun onderzoek echter niet alleen naar kosten die jagers maken om ganzen te verjagen. Dat zijn ook nog eens kosten die jagers normaal niet in rekening brengen. Taxatiekosten voor de schade en de landbouwschade zelf hebben ook een belangrijke rol in het onderzoek. Daar gaat de provincie in haar reactie niet op in.
Jan Teade Kooistra van LTO Noord, en zelf ook boer, verjaagt de ganzen momenteel iedere dag van zijn land. “De afgelopen dertig jaar is de populatie ganzen enorm toegenomen”, zegt hij.
Kooistra is het wel eens met de onderzoekers dat de ganzen meer energie en dus meer voedsel verbruiken als ze worden verjaagd. “Als je ze vaker verjaagt, zullen ze ook wel meer moeten eten. Ik denk wel dat dat klopt.”
“Maar ik zit niet in een gedooggebied. Als ik schadevergoeding wil, ben ik zelfs verplicht ze te verjagen. Dat moet ik ook aantonen en ik krijg 20 procent eigen risico. Ik doe mijn best om de schade te beperken, maar dat lukt ook maar beperkt. Je bent er niet de hele dag bij.”
 

Lees ook:

https://youtu.be/aCRAUaHmo0U




Aanvragen ontheffingen faunabeheer Zeeland vanaf nu via nieuw loket

Damherten haringvreterHet aanvragen van omgevingsvergunningen faunabeheer zou vanaf 1 januari 2024 makkelijker moeten gaan. Dat komt omdat vanaf nu alle vragen en aanvragen over die ontheffingen via het nieuwe 1-loket van de Faunabeheereenheid (FBE) lopen.
De bedoeling is dat het nu overzichtelijker is door de centrale registratie in het faunaregistratiesysteem.

Gegevens op 1 plek

Met deze verandering is een langgekoesterde wens van Provinciale Staten in vervulling gegaan. Er wordt al enkele jaren gesproken over de aanvraagprocedure van ontheffingen. Tot nu toe moest dat rechtstreeks bij de Provincie Zeeland. Dat leidde ertoe dat er geen goed overzicht was, en de cijfers van het afschot op verschillende plaatsen werden geregistreerd.

Kortom: bundelen op één plek. Dat gebeurt vanaf 1 januari dus bij de FBE. Via de 1-loket button op de website van de organisatie kom je bij alle informatie over het aanvragen van een ontheffing. Vervolgens kun je daar ook de aanvraag indienen. Ben je bijvoorbeeld agrariër en heb je faunaschade, waarvoor het mogelijk is om een vergunning aan te vragen, dan moet je bij de FBE zijn.

Toetsing provincie

Met de overstap naar het 1-Loket is de aanvraag (het formulier) ook gelijk wat simpeler en concreter gemaakt. Overigens is het niet zo dat de Provincie nu niets meer doet. De aanvragen worden gedaan via de FBE. Daarmee wordt de FBE vergunninghouder en dus eindverantwoordelijk. De FBE dient vervolgens als eindverantwoordelijke de aanvragen in bij de Provincie. Die toetst vervolgens of ze aan de wet voldoen en of de ontheffing verleend kan worden.

Het overzicht heeft uiteindelijk de FBE. Als eindverantwoordelijke weten zij vanaf volgend jaar precies wie er allemaal een ontheffing hebben, en hoeveel afschot er is aan het einde van het seizoen. Die cijfers worden doorgegeven aan de Provincie en aan Provinciale Staten. Op die manier is er goede controle en duidelijkheid voor iedereen.

Meer weten?

Als het gaat om vragen over de aanvraag of het doen van de aanvraag kunt u hier terecht. Ook kunt u rechtstreeks contact opnemen met de FBE Zeeland via: 0113-784030 of zeeland@fbezeeland.nl

Bron: Provincie Zeeland




Nieuwsbrief VVN provincie Utrecht – December 2023

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. In de nieuwsbrief vindt u deze keer daarom onderwerpen die betrekking hebben op de vergunningverlening onder de Omgevingswet. Het zal voor ons allemaal wennen zijn. Daarom is het belangrijk om contact te houden en zo te zorgen voor een goede samenwerking.

  • Het overgangsrecht voor lopende aanvraagprocedures
  • Wijzigingen in beslistermijnen
  • Flora- en fauna activiteiten en advies en instemming
  • Coördinatie bij een wateractiviteit
  • Participatie
  • Nieuw initiatief – vraag eerst advies bij een ecologisch deskundige
  • Wat wijzigt er in de leges?
  • Waar kunt u terecht met vragen?

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Faunaschade in het vizier! Brede infobijeenkomst zet Achterhoekse leden op scherp

 

 

Faunabeheer heeft baat bij een gezamenlijke aanpak en deugdelijke onderbouwing. Hiervoor zijn schademeldingen van groot belang, iets waar nog niet elke boer van doordrongen is. Daartoe organiseerde LTO Noord voor de drie Achterhoekse afdelingen een infobijeenkomst: ‘Faunaschade in het vizier!’

Het doel van deze bijeenkomst op 13 december: alle aspecten rondom landbouwschade door wilde dieren op een rij. Dan heb je het bijvoorbeeld over de wolf, bever, ree, das, gans en roek. Met name die laatste twee zorgen voor Achterhoekse boeren voor overlast én schade. Dan gaat het om het vervuilen van gewassen of verslemping, ofwel het aanpikken of wegvreten van gewassen.

LTO Noord: “Meld je schade, voor compensatie en onderbouwing”

LTO Noord, maar ook partners zoals de Faunabeheereenheid, constateren dat niet alle faunaschades gemeld worden. Dat is jammer”, stelt Hans van Beuzekom, bestuurslid LTO Noord regio Oost, met de portefeuille fauna. “Enerzijds laat een boer geld liggen waar hij of zij recht op heeft ter compensatie. Anderzijds dienen cijfers ter onderbouwing voor beleid. Het is dus van groot belang om schade te melden. En graag horen wij als LTO Noord ook graag waar je als boer tegenaan loopt bij je melding. Zo zijn veel regels gebaseerd op oudere processen; stel dat ganzen je duurdere kruidenrijke grasland aanvreten, dan wil je ook dat die reële schade vergoed wordt.”

 

 

 

 

 

Provincie, Faunabeheereenheid en BIJ12

Voor deze avond waren drie betrokken partijen uitgenodigd om de circa vijftig aanwezige boeren en tuinders bij te praten. Provincie Gelderland over het faunabeleid in Gelderland, FBE Gelderland over de uitvoering daarvan en BIJ12 over het protocol om schades te melden. Een goede samenwerking tussen boer en jager is hierbij van belang.

Afdelingsbestuurder: “Stel de agrariër centraal”

Volgens Robbert Remmelink, bestuurslid van LTO West Achterhoek, met onder meer de portefeuille fauna kwam de essentie goed over: “Succesvol schadebeheer met realistische vergoedingen ontstaat door een maximale samenwerking tussen provincie, FBE en BIJ12. De agrariër moet hierin centraal worden gesteld, aangezien dit de partij is met de daadwerkelijke schadekosten. Praktische invulling daarvan moet prioriteit krijgen, zodat het afhandelingsproces versnelt en de ergernis vermindert.”




Aanleveren van bejaagacties voor provincies Zeeland en Flevoland alleen nog in het Faunaschade Registratie Systeem

Voor het ontvangen van een tegemoetkoming voor faunaschade wordt er in sommige gevallen geëist dat er adequaat gebruik wordt gemaakt van de ontheffing of vrijstelling voor het bestrijden van de schadeveroorzakende dieren. Adequaat betekent minimaal tweemaal per week een bejaagactie. BIJ12 bekijkt de bejaagacties om het zorgvuldig gebruik van de ontheffing of vrijstelling te toetsen.
Met de ingang van de nieuwe beleidsregels kunnen grondgebruikers in de provincies Zeeland en Flevoland hun bejaagacties alleen nog maar aanleveren via het Schaderegistratie Systeem.

De wijziging van de regels betekent dat het los insturen van een document met bejaagacties niet meer wordt geaccepteerd. Om de bejaagacties in te zien, moet de grondgebruiker BIJ12 hiervoor akkoord geven in het Schaderegistratie Systeem. Zo kan BIJ12 direct na ontvangst van het eindtaxatierapport met de beoordeling van een aanvraag beginnen. Wanneer dit akkoord niet gegeven is en bestrijding wel mogelijk was, kan de aanvraag voor een tegemoetkoming geweigerd worden.

 

bron: BIJ12, 29/11/2023



LTO Noord bezorgd over gebrek aan balans in faunabeleid Utrecht

 

porovincie Utrecht

Hoewel wij erg blij zijn en zien dat provincie Utrecht duurzame landbouw hoog in het vaandel draagt, betreuren wij het gebrek aan balans in het faunabeleid. Wij roepen dan ook op eerst te zorgen voor beheerbare populaties van diersoorten, voordat het beleid wordt aangepast.

Koos Segers, themahouder Flora en Fauna: “Recent onderzoek in opdracht van de provincie naar diervriendelijke alternatieven om schade te voorkomen, met name gericht op ganzen, heeft geen afdoende methoden opgeleverd. Naast preventieve maatregelen is afschot noodzakelijk, zoals ook aangegeven in het Sovon-rapport Ganzenmonitoring, dat een sterke toename van de ganzenpopulatie aantoont.”

LTO Noord dringt verder aan op een adequaat systeem om beleid te ondersteunen en eerder gemaakte afspraken na te komen. Een goedgekeurd registratiesysteem voor het verzamelen van data over faunaschade en preventieve acties in Utrecht ontbreekt namelijk.

Segers vervolgt: “Het voorstel van de provincie om het eigen risico voor ganzenschade te verhogen van 5% naar 20% bekritiseren wij sterk. De groeiende populatie ganzen heeft geleid tot aanzienlijke gewasschade, maar het is absoluut onredelijk om deze last bij de agrarische sector neer te leggen, vooral gezien de harmonisatie van faunabeleid van de buurprovincies.”

LTO Noord pleit voor een interprovinciaal faunabeheerplan voor ganzen en benadrukt het belang van een uniform beleid in alle provincies.

Ook de complexiteit van het omgaan met wolven werd aangestipt, waarbij wij hebben aangegeven dat de bescherming van de wolf ongewenste consequenties kan hebben voor schapenhouders. De uitdagingen bij het afrasteren van grote open gebieden in de provincie werden hierbij benadrukt.

De oproep van LTO Noord aan de provincie Utrecht is duidelijk. Een zorgvuldige aanpak van het faunabeleid, om een evenwicht te vinden tussen natuurbescherming en de belangen van boeren en tuinders in de provincie Utrecht, is van cruciaal belang.