Mei de maand van tekenbeetziekten

Een klein beestje, een groot gevaar. De nieuwe campagne van Stichting Tekenbeetziekten moet Nederland zich er bewust van laten worden hoe gevaarlijk de teek is. Want dat besef is er te weinig, volgens de stichting. Om dat besef te creëren, lanceren zij in Mei Lyme Awaress Maand een campagne.

In eerste instantie zal men denken dat er een horrorfilm aankomt genaamd: Teken. Die is er ook, maar duurt slechts 10″ en is te zien op YouTube.

Al gauw zie je de belangrijke en slim verwerkte boodschappen. De belangrijkste boodschap uit de campagne luidt dat de teek het gevaarlijkste dier van Nederland is. Waardoor tienduizenden mensen in een hel op aarde terecht komen. Hier moet wat aan gebeuren. De campagne nodigt de kijker uit naar het gevaarlijkste dier van Nederland.nl te gaan om alles te weten te komen over tekenbeet ziekten, van voorkomen tot genezen.

Wie goed oplet ziet ook de subtiel verwerkte referenties. “Coming this spring”, verwijst naar het seizoen waarin de teek het meest actief is. “They infect your blood” (Ze infecteren je bloed red.) spreekt al bijna voor zich, want dit bloedzuigende beestje kan veel verschillende ziekteverwekkers overbrengen, waaronder ziekte van Lyme en tekenencefalitis.




Nieuwsbrief DWHC april 2024




Bestrijding van AVP in Zweden: samenwerking tussen jagers en autoriteiten vermindert het infectiegebied


 
Een belangrijke ontwikkeling is dat de Zweedse regering heeft aangekondigd een vermindering van de besmette zone met Afrikaanse varkenspest (ASF) . Dit is te danken aan de uitgebreide samenwerking en inspanningen op het gebied van karkasonderzoek , waarbij jagers een belangrijke rol spelen. De resterende zone wordt opgedeeld in een kerngebied en een buitengebied , waarbij in het buitengebied bepaalde beperkingen worden opgeheven om activiteiten te faciliteren die geen risico op verspreiding van het virus opleveren.

Zweedse jagers die lokaal, regionaal en nationaal worden gecoördineerd, zijn actief betrokken bij het zoeken naar de karkassen van besmette dieren . De Zweedse Vereniging voor Jacht- en Natuurbeheer heeft sinds de ontdekking van de uitbraak non-stop aan de zaak gewerkt. actief betrokken geweest bij de planning van de crisisbeheersingswerkzaamheden Zij is samen met de autoriteiten . De kennis van de jagers over wilde zwijnen is enorm belangrijk geweest om snel karkassen te kunnen vinden. Op de grond hebben jagers toegang tot de moeilijkste plekken van het gezoneerde gebied, die vaak de voorkeur genieten van wilde zwijnen.

De aankondiging van deze week betekent dat Zweden op koers ligt om in recordtijd vrij van AVP te worden verklaard dankzij deze samenwerking van jagers en autoriteiten. Als de vooruitgang zich in dit tempo voortzet, zou Zweden binnen slechts een jaar, mogelijk tegen eind september 2024, ASF-vrij kunnen worden verklaard . De methode die in Zweden wordt gebruikt, is een recept kan worden toegepast dat in andere Europese landen , vooral als de ziekte in een geïsoleerde zone voorkomt.

Gezien het belang van deze zaak bezocht FACE-voorzitter Torbjörn Larsson het door ASF getroffen gebied in Fagersta, Zweden . In een gesprek met de media ter plaatse zei hij:

Jagers hebben een belangrijke rol gespeeld bij het oplossen van dit ernstige probleem. Dierziektes nemen in Europa toe en vormen een grote bedreiging voor de bioveiligheid . We hebben alle hens aan dek nodig! Jagers zijn de ogen en oren van de bossen, en dit geval is daar een perfect voorbeeld van. Goed gedaan voor alle betrokkenen!”

Tijdens de drie maanden durende zoektocht werden in totaal 62 besmette karkassen van zwijnen ontdekt binnen een straal van vijf kilometer. Karl Ståhl , de hoofdepidemioloog van de staat, benadrukte dat de piek van de virusverspreiding eind augustus en begin september lag en dat er sinds eind september geen nieuwe gevallen zijn gemeld. Jagers hebben met een opmerkelijke inspanning een cruciale rol gespeeld bij het lokaliseren en identificeren van met AVP besmette wilde zwijnen.

De Hunters’ Association coördineert de inspanningen van de jagers en zorgt ervoor dat degenen die helpen bij het zoeken naar karkassen van wilde zwijnen financieel worden gecompenseerd. Hierdoor zijn ook jagers uit andere regio’s ingeschakeld om te helpen.
 
Achtergrond:

Het bezoek van FACE volgt op de aankondiging van het Zweedse Landbouwagentschap en het Nationaal Veterinair Instituut over de verkleining van de AVP-beperkingszone.
Uit de aankondiging van de autoriteiten (gedaan op 30 november 2023) blijkt dat de besmette zone nu 617 vierkante kilometer zal beslaan, aanzienlijk minder dan de vorige 1.000 vierkante kilometer. De gemeente Fagersta en delen van de gemeente Norberg liggen binnen deze zone en hebben ongeveer 19.000 inwoners, waarvan bijna 13.000 in het kerngebied.
In de kerngebieden blijven de bestaande beperkingen van kracht, zoals het verbod op publieke toegang tot bossen en ijskoude meren. Terwijl in het buitengebied het publiek nu activiteiten mag ondernemen zoals wandelen, fietsen en paardrijden in bossen en op het ijs. Het motorvoertuiggebruik en de georganiseerde evenementen blijven in het buitengebied nog steeds beperkt om te voorkomen dat het virus opnieuw de kop opsteekt.

Neem voor vragen contact op met: torbjorn.larsson@face.eu  –  magnus.rydholm@jagareforbundet.se  –  communication@face.eu


FACE is de stem van Europese jagers.
Wij zorgen ervoor dat de jacht goed blijft voor de jagers, de samenleving en de natuur.
www.face.eu
 
FACE is de Europese Federatie voor Jacht en Natuurbehoud. FACE, opgericht in 1977, vertegenwoordigt de belangen van de zeven miljoen jagers in Europa als een internationale niet-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk. FACE bestaat uit nationale jagersverenigingen uit 37 Europese landen, waaronder de EU-28. FACE wordt ondersteund door 7 geassocieerde leden en is gevestigd in Brussel. FACE handhaaft het principe van duurzaam gebruik en is sinds 1987 lid van de Internationale Unie voor het behoud van de natuur (IUCN). FACE werkt samen met zijn partners aan een reeks jachtgerelateerde zaken, van internationale natuurbehoudsovereenkomsten tot lokale implementatiekwesties met de doel om de jacht in heel Europa in stand te houden.
Copyright © 2023 FACE – Europese Federatie voor Jacht en Natuurbehoud




RIVM ontkracht alarmerende berichten over TBE op Terschelling

LEEUWARDEN – Op Terschelling heerst enige ongerustheid nadat de afgelopen tijd in een betrekkelijk korte periode bij meerdere mensen tekenencefalitis (TBE) zou zijn vastgesteld na het oplopen van een tekenbeet. Het verhaal gaat dat slachtoffers op het Waddeneiland kampten met zulke ernstige gezondheidsklachten, dat ze in het ziekenhuis moesten worden opgenomen, maar die lezing wordt van officiële zijde niet bevestigd.

Woordvoerder Harald Wychgel van de Rijksdienst voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) reageert verbaast. Zijn organisatie houdt alle meldingen nauwlettend in de gaten. “Het enige wat ik bevestigd krijg, is dat bij twee mensen op het eiland TBE is vastgesteld. Maar van ernstige ziekteverschijnselen, of opname in een ziekenhuis is voor zover valt na te gaan geen sprake”, laat hij na een kortstondig veldonderzoek weten.

Tientallen keren

Tekenencefalitis of TBE (tick-borne encephalitis) komt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het voormalige Oostblok, in Nederland nauwelijks voor. In 2016 werd in ons land voor het eerst een patiënt ziek door een teek die het tekenencefalitis-virus bij zich droeg na het op zijn beurt weer hebben opgelopen bij een ree.

Sinds die tijd is het virus in Nederland enkele tientallen keren vastgesteld. Toch worden maar weinig mensen ziek. Volgens het RIVM gaat het tot nog toe om zestien mensen. Dat relatief lage aantal heeft te maken met het feit dat slechts 1 op de 1500 teken met het virus is besmet, zo blijkt uit cijfers van de rijksdienst.

Op je hoede

Maar aangezien de gevolgen inderdaad ernstig kunnen zijn – besmetting met het virus kan leiden tot verminderd bewustzijn, verlammingsverschijnselen, geheugenverlies en in uitzonderlijke gevallen tot hersen(vlies)ontsteking of ontsteking van het ruggenmerg – is het altijd goed om op je hoede te zijn nadat je in de natuur geweest bent, aldus RIVM-woordvoerder Harald Wychgel. ,,We geven sowieso altijd het advies om je lichaam te (laten) controleren op teken en die zo snel mogelijk de verwijderen, ook met het oog op voorkoming van de veel bekendere ziekte van Lyme.

De RIVM-woordvoerder wijst verder op een recent advies van de Gezondheidsraad aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (https://www.gezondheidsraad.nl/onderwerpen/vaccinaties/alle-adviezen-over-vaccinaties/vaccinatie-van-werknemers-tekenencefalitis). Daarin staat dat mensen die regelmatig (meer dan vijf keer per jaar) door teken worden gebeten er goed aan doen zich te laten vaccineren. Dit om besmetting met het TBE-virus – waar op dit moment nog geen behandeling voor is – te voorkomen.

Niet goedkoop

Mensen die zich uit hoofde van hun beroep vaak ophouden in bossen, duinen heide en parken zouden het vaccin vergoed moeten krijgen door hun werkgever, aldus de Gezondheidsraad, de onafhankelijke wetenschappelijke instantie die de regering en het parlement adviseert als het gaat om vraagstukken op het gebied van de volksgezondheid.

Een vaccin is met een kostprijs van een kleine zestig euro per keer niet goedkoop. Volgens officiële richtlijnen zijn er twee vaccinaties nodig om beschermd te zijn voor één seizoen. Na de derde vaccinatie ben je voor drie jaar beschermd. Neem je na drie jaar nog een boostervaccinatie, dan ben je vijf jaar beschermd tegen het TBE-virus.




Eindbericht onderzoek naar covid bij hertachtigen in Nederland

Damherten haringvreter

 Gezamenlijk bericht van Dutch Wildlife Health Centre, Erasmus MC, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Wageningen Bioveterinary Research, met dank aan Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, Nationaal Park Zuid-Kennemerland en Waternet.

Nadat in augustus 2021 in de Verenigde Staten en Canada witstaartherten positief waren getest op SARS-CoV-2 en uit onderzoek bleek dat ze de infectie ook hadden doorgegeven aan andere herten, riep de WOAH (Wereldorganisatie voor Diergezondheid) alle landen op om te kijken naar SARS-CoV-2 bij hertachtigen. In Europa is in meerdere landen, waaronder Nederland, hier onderzoek naar gedaan. In Nederland zijn in 2022 monsters van damherten en reeën getest op het Sars-CoV-2 virus. Er is geen virus of antistoffen aangetoond.

De achtergrond

In de Verenigde Staten en Canada zijn witstaartherten positief getest op SARS-CoV-2. Uit meerdere onderzoeken bleek dat de witstaartherten niet alleen besmet zijn geraakt, maar de infectie ook hebben doorgegeven aan andere herten. Daarom heeft de WOAH, voorheen OIE, (Wereldorganisatie voor Diergezondheid) alle landen opgeroepen om te kijken naar SARS-CoV-2 bij hertachtigen. In Europa wordt in meerdere landen onderzoek gedaan, hoewel hier geen witstaartherten in het wild voorkomen.

Daarnaast ontving DWHC meerdere vragen van bezorgde faunabeheerders over reeën met longproblemen. Uit onderzoek kwam naar voren dat longwormen de primaire oorzaak waren, maar het is toch belangrijk om corona als medeoorzaak uit te kunnen sluiten.

In Nederland richt het onderzoek zich op de damherten in de duinen, reeën verspreid over het land, en op bij DWHC voor onderzoek naar de doodsoorzaak binnengekomen hertachtigen.

Voor de damherten is gekozen, omdat zij net als witstaartherten in (kleine) roedels leven en in de duinen veel bezoekers komen, waardoor mogelijk een verhoogd risico is op blootstelling aan het virus. Het ree staat genetisch gezien dichter bij witstaartherten dan damherten en het is daarom belangrijk om ook reeën te testen op SARS-CoV-2.

Methode en uitvoering

Van damherten en reeën die in het kader van beheer werden geschoten, zijn een neusswab (is het dier op het moment van bemonsteren geïnfecteerd met het SARS-CoV-2 virus) en bloedmonsters (is het dier in het verleden in contact geweest of besmet geweest met het virus) genomen. De faunabeheerders van de Amsterdamse Waterleidingduinen (Waternet) en Nationaal Park Zuid-Kennemerland hebben de monsters van de damherten genomen. De reeën zijn via de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging door jagers bemonsterd. De reeënmonsters kwamen voornamelijk Noord-Brabant (19/25). Uit de DWHC-biobank zijn daarnaast nog long en bloedmonsters van reeën, damherten en edelherten getest.
De meeste damherten monsters zijn genomen tussen 24 januari en 4 februari 2022. Daarnaast nog enkele monsters in de periode 21 februari – 31 maart 2022. De periode voor het onderzoek bij reeën liep van 1 april tot en met 15 oktober 2022. Daarnaast is van de hertachtigen die in 2020, 2021 – bij DWHC voor onderzoek zijn binnengekomen, materiaal ook op het SARS-CoV-2 virus getest.

De neusswabs zijn bij het Erasmus MC getest, de bloedmonsters bij het RIVM en WBVR, en het DWHC-biobank materiaal is bij WBVR getest.

De resultaten

Van de damherten zijn 164 monsters binnengekomen, van de reeën 25 en uit de DWHC biobank zijn 54 dieren getest (1 damherten, 2 edelherten, 37 reeën). Zowel de neusswabs, als de longmonsters waren negatief voor SARS-CoV-2 virus. In geen van de bloedmonsters zijn SARS-CoV-2 antilichamen aangetoond.

 

Conclusie

Uit de testresultaten blijkt dat de geteste damherten en reeën zowel ten tijde van het onderzoek als in de maanden ervoor waarschijnlijk niet blootgesteld zijn geweest aan het Sars-CoV-2 virus.

De uitkomsten van het onderzoek zijn opgenomen in het RIVM rapport Staat van Zoönosen 2022 dat op 13 oktober 2022 online komt: https://www.onehealth.nl/staat-van-zoonosen-2022

Resultaten andere Europese landen:

Negatieve testresultaten in Europa:

In Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oostenrijk en Polen is geen SAR-CoV-2 gevonden bij edelherten en damherten.

Positieve testresultaten in Europa

In Dublin, Ierland zijn bij damherten in een stadspark, antilichamen tegen SARS-CoV-2 aangetoond. Deze damherten zijn dus met het virus in aanraking geweest. De damherten in dit park worden door mensen uit de hand gevoerd.

In Spanje zijn antilichamen aangetoond bij 4 damherten en 2 edelherten. De 4 damherten en 1 edelhert kwamen uit een stadspark, het andere edelhert uit landelijk gebied. Alle reeën samples waren negatief.

 

Meer informatie over SARS-CoV-2 bij hertachtigen o.a. in:

 Screening of wild deer populations for exposure to SARS‐CoV‐2 in the United Kingdom, 2020–2021 – Holding – 2022 – Transboundary and Emerging Diseases – Wiley Online Library (uu.nl)

SARS-CoV-2 has not emerged in roe, red or fallow deer in Germany or Austria during the COVID 19 pandemic | bioRxiv

Viruses | Free Full-Text | Wild Red Deer (Cervus elaphus) Do Not Play a Role as Vectors or Reservoirs of SARS-CoV-2 in North-Eastern Poland (mdpi.com)

Dublin deer herd first in Europe to be infected with COVID-19 virus, raising concerns about further spread | Science | AAAS (uu.nl)

SARS-CoV-2 Neutralizing Antibodies in Free-Ranging Fallow Deer (Dama dama) and Red Deer (Cervus elaphus) in Suburban and Rural Areas in Spain (hindawi.com)

https://www.theguardian.com/world/2021/nov/11/us-covid-wildlife-virus




Nieuwsbrief DWHC augustus 2023


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Weer een uitbraak van AVP in Brandenburg – district Oberspreewald-Lausitz

Weer een uitbraak van ASF in Brandenburg. Jachtverenigingen vragen vakantiegangers om overgebleven vlees veilig weg te gooien. (Bron: Grell/DJV)

3 augustus 2023 (DJV/LJVB) Berlijn/Michendorf

Na een pauze van 8 maanden in het district Oberspreewald-Lausitz (OSL) zijn er opnieuw wilde zwijnen gestorven aan de dierziekte. Minimaliseer het risico op verspreiding: DJV en LJVB vragen vakantiegangers om vleesresten veilig weg te gooien. Instructies in risicogebieden moeten worden opgevolgd en kadavers moeten worden gemeld.

Besmettingen mogelijkheden AVPIn het district OSL is de Afrikaanse varkenspest (AVP) na een onderbreking van acht maanden weer opgelaaid bij wilde zwijnen. Autoriteiten hebben momenteel zes gevallen bewezen. De Duitse Jachtvereniging (DJV) en de Brandenburgse Staatsjachtvereniging (LJVB) vragen daarom met name vakantiegangers om de bioveiligheid serieus te nemen. Dit geldt met name voor de transitroutes A12, A13 en A15. Restjes vlees moeten altijd in afsluitbare bakken worden weggegooid. Het AVP-virus overleeft zelfs in gerookt voedsel: een achteloos weggegooid salamibroodje kan genoeg zijn om de dierziekte te verspreiden.

De twee jachtverenigingen vragen recreanten en omwonenden om ter plekke te helpen de dierziekte in te dammen. Honden moeten altijd aangelijnd zijn in AVP-risicogebieden om het risico op ontvoering te minimaliseren. Let op informatieborden, poorten in AVP-beveiligingshekken moeten altijd gesloten blijven en beschadigde hekken moeten worden gemeld. Ook karkassen van wilde zwijnen moeten worden gemeld. Dit gaat heel eenvoudig via de dierenfondsregister-app ( www.tierfund-kataster.de ), de burgerhotline 115 of het alarmnummer van de politie.

Brandenburg en Saksen dragen momenteel de hoofdverantwoordelijkheid om het AVP-risico voor heel Duitsland zo laag mogelijk te houden. Alleen al in Brandenburg bedragen de kosten van bestrijding van de epidemie nu 100 miljoen euro. DJV en LJVB bekritiseren dat de financiële steun van de federale overheid en andere deelstaten nog onvoldoende is.




Unieke samenwerking WBE Land van Horne en onderzoeksinstituten

Horn – 24 juni 2024

Jaarlijks organiseert WBE Land van Horne een kraaiendag. Hierbij staat het terugdringen van de kraaienpopulatie voorop, naast het uitoefenen van de lopende ontheffingen op vliegend soorten. Dit jaar is de samenwerking gezocht met een consortium van diverse onderzoeksinstituten die het geschoten wild nadere analyseren op voorkomende ziekten en besmettingen.

Klein gedeelte van het tableau sommigen al ingepakt voor nader onderzoek

Sinds vele jaren voert WBE Land van Horne een actief beleid uit om het schadelijk wild, waarvoor afschotmogelijkheden zijn, te reduceren ten voordele van de soorten die onder druk staan. Vrijwel alle jachtvelden van deze WBE doen mee aan dit initiatief. Jaarlijks worden grote aantallen schadelijk wild geschoten, dat zich uiteindelijk terugvertaalt in een mooie toename van de weidevogelstand, de hazenstand en niet in de laatste plaats de patrijzenstand.

Aangezien het beleid is dat elk afgeschoten stuk wild een bestemming moet krijgen, is dit jaar de samenwerking gezocht met de DHWC (Dutch Wildlife Health Centre).  Het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) is een organisatie in Nederland die zich richt op het bewaken van de gezondheid van in het wild levende dieren. Het doel van DHWC is het verzamelen, analyseren en delen van kennis over de gezondheid en ziekten van wilde dieren.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau

De DHWC werkt samen met verschillende partners, waaronder universiteiten, onderzoeksinstituten, natuurbeschermingsorganisaties en overheidsinstanties. Voor de samenwerking met WBE Land van Horne werkte de DHWC samen met de universiteiten van Utrecht, Rotterdam en Wageningen. Tevens was de Provincie Limburg erbij betrokken.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau foto 2

Van al het geschoten wild werden de uiterlijke kenmerken vastgelegd. Tevens werden bloedmonsters en overige (weefsel)monsters genomen om later in het laboratorium te analyseren op acht verschillende vogelziektes en invloeden van mogelijke verontreinigingen.

WBE voorzitter Vincent Deenen is trots op deze samenwerking: “Als jagers zetten we ons in voor het versterken van de biodiversiteit. Daar hoort nader onderzoek ook bij om zo veel mogelijk te weten te komen. De unieke samenwerking op onze kraaiendag samen met de verschillende onderzoeksinstituten is hier een mooi voorbeeld van.” Onderzoeker Henk van der Jeugd van het Nederlands Instituut voor Ecologie vult aan: “het is voor ons een hele mooie gelegenheid om zo veel dieren op één moment te kunnen analyseren op vele aspecten. Dit wordt gebruikt voor belangrijk onderzoek, waar uiteindelijk de natuur haar voordeel mee kan doen.” Al met al een mooie win-win situatie voor de jagers van WBE Land van Horne en de onderzoekers.

Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met:

WBE Land van Horne

Vincent Deenen (voorzitter)

wbe.lvh@ziggo.nl

 


WBE Land van Horne is een Wild Beheer Eenheid uit Midden Limburg. Het werkgebied omvat 10.000 ha. De wildbeheereenheid is een vereniging van jachthouders met een jachtakte en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd mede in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers en/of terreinbeheerders en mede ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.




Duitsland mag van EU gebied met Afrikaanse varkenspest (AVP) verkleinen

bron: de boerderij.nl

In delen van de deelstaat Brandenburg is al bijna twee jaar geen Afrikaanse varkenspest (AVP) meer vastgesteld. Die gebieden zijn nu officieel ziektevrij.

De beperkingsgebieden wegens Afrikaanse varkenspest (AVP) in de Duitse deelstaat Brandenburg worden deels opgeheven. Dat laat de regering van de deelstaat weten. Delen van de districten Oder-Spree en Dahme-Spreewald staan sinds 20 juli niet meer te boek als Sperrzone II, oftewel geïnfecteerd beperkingsgebied. Het gaat om een oppervlakte van 1.300 vierkante kilometer. Ook wordt de aangrenzende bufferzone verkleind.

Europese Commissie stemt in met verkleining

De Europese Commissie heeft ingestemd met het verzoek om het beperkingsgebied te verkleinen. Dat betekent dat deze gebieden officieel AVP-vrij zijn. In het geïnfecteerde gebied is 29 oktober 2021 voor het laatst een wild zwijn positief op AVP getest. In het gebied is het virus al negentien maanden niet meer aangetoond, zodat is voldaan aan de Europese voorwaarden om de beperkingen op te heffen.

Brandenburg kampt sinds 10 september 2020 met AVP. Tot dusver zijn onder wilde zwijnen 3.176 gevallen van AVP vastgesteld. De deelstaat liet eerder dit jaar al weten dat een aanvraag naar Brussel was gestuurd met het verzoek om een deel van het beperkingsgebied op te heffen.




Opruimen kadavers wilde vogels door Vogelgriep moet betaald worden vanuit Diergezondheidsfonds

 

De kosten voor dierenartsen en beschermingsmaterialen die nodig zijn bij de bestrijding van vogelgriep moeten worden gefinancierd uit het Diergezondheidsfonds. Dat geldt ook voor kosten die daarbij samenhangen bij het opruimen van kadavers van in het wild levende vogels en andere dieren die aan vogelgriep bezwijken. Een motie van D66 waarin dit wordt gepleit werd op dinsdag 28 maart aangenomen in de Tweede Kamer.

D66 stelt dat het ruimen van kadavers door vrijwilligers een belangrijke bijdrage levert aan het voorkomen van verspreiding van vogelgriep naar pluimveebedrijven, wilde zoogdieren en mensen. Het vernietigen van de kadavers is nu niet goed geregeld. Vaak gebeurt het op kosten van vrijwilligersorganisaties. Ook zijn er kosten voor dierenartsen.

D66 stelt dat de kosten voor de vrijwilligersorganisaties hoog zijn, maar afgezet tegen de ruimingskosten voor commerciële pluimveehouderijen zijn de kosten verwaarloosbaar. Bovendien draagt een effectieve ruiming bij aan een besparing in het Diergezondheidsfonds.

De SP vraagt de regering in een motie om een voorlichtingscampagne te starten zodat breed bekend wordt hoe om te gaan met besmette wilde dieren. In deze motie wordt ook gevraagd om te komen tot een structurele vergoeding voor dierenhulpverleners en om de veiligheid van dierenhulpverleners te verbeteren.

bron: Tweede Kamer, 28/03/2023



Regelgeving Gekwalificeerd Persoon wordt aangepast

wilde zwijnen geschotenHet ministerie van LNV (NVWA) heeft in samenspraak met o.a. SJN, de Jagersvereniging en de NOJG overlegd de aanpassing van de Wetgeving ten aanzien van gekwalificeerde personen (GP). De overeenkomst moest worden aangepast om te voldoen aan een gewijzigde Benelux overeenkomst op dat punt (Beneluxbeschikking M(2019)13).  De Benelux overeenkomst betreft met name een onderlinge erkenning van elkaars gekwalificeerde personen en de aanleg van een (digitaal) register dat in de Benelux-landen is te raadplegen.
Vanuit de NVWA bestond sterk de wens om eens in de vier jaar de lijst van gekwalificeerde personen op te schonen, middels een verplicht examen.
Standpunt van de Jagersvereniging

De Jagersvereniging heeft aangegeven dat zij voorstander is van het aanleggen van een register dat in Benelux-verband kan worden geraadpleegd. Dit vereenvoudigd de administratieve lasten van onze Gekwalificeerde personen en maakt het makkelijker om in betrokken landen geschoten wild in het veld te beoordelen op eventuele voedselveiligheidsrisico’s. De Jagersvereniging vindt dan ook dat het goed zou zijn als meerdere landen tot een vergelijkbare erkenning en harmonisatie zouden komen.

De verplichte hertoetsing leidt echter tot een onevenredige verzwaring voor de Nederlandse GP, terwijl wij wel belang hechten aan een continue proces van bijscholing, gericht op actuele dierziektes en zoönosen dat de kwaliteit van de Gekwalificeerd Persoon(GP) up date houdt.

Bereikte overeenstemming

Er wordt voorzien in een register van Gekwalificeerde Personen, dat ook in de andere Benelux-landen kan worden geraadpleegd.

De NVWA gebruikt deze lijst voor het informeren van de Nederlands GP over actuele dierziektes en symptomen waarop gelet dient te worden.

  • Een maal in de vier jaar wordt middels een verplichte herscholingsmodule de lijst van Nederlandse GP geactualiseerd.
  • Tijdens deze digitale bijeenkomst zal de nadruk liggen op het delen van nieuwe inzichten en nieuwe informatie waarbij ook enkele belangrijke punten uit de cursus Wildhygiëne worden meegenomen.
  • Het verplichte karakter van deelname zorgt ervoor dat de GP, deze nieuwe inzichten tot zich nemen.
  • Het niet deelnemen aan deze bijeenkomst kan aanleiding zijn de GP-registratie door te halen.
  • Een toets maakt geen onderdeel uit van deze verplichte bijscholing.
  • Deze manier van bijscholing komt overeen met andere vormen die in Nederland gebruikelijk zijn, bijv. in de luchtvaart d.m.v. een herhalingseminar vlieginstructeur.

Het ministerie van LNV is gevraagd actief aan de slag te gaan om er voor te zorgen dat ook België en Luxemburg deze route zullen volgen. Er ontstaat anders scheefgroei tussen de drie landen en dat ondermijnt de acceptatie en vertrouwen in de Benelux-overeenkomst in het algemeen en in de kwalificatie van de GP’s in het bijzonder.

Aanpassing van de wetgeving mag niet leiden tot (extra) beperkingen voor jagers die geen GP zijn.




Jacht en faunabeheer niet langer standaard beperkt of verboden geval van vogelgriep

 

De minister van LNV heeft 27 januari besloten dat jacht en faunabeheer niet langer standaard beperkt of verboden worden in regio’s waar een geval van vogelgriep is vastgesteld.

Let op! Dit geldt voor nieuw vastgestelde uitbraken van vogelgriep. Bij de nog bestaande uitbraken in Loo, Nijkerk en Abbega gelden nog de oude maatregelen.

Caroline van der Plas (BBB) bracht het punt in tijdens het laatste Kamerdebat over vogelgriep. Afgelopen vrijdag besloot de minister het standaard verbod op faunabeheer in de beperkingszone op te heffen. In zijn brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond vogelgriep stelde hij:

“In het commissie debat zoönosen en dierziekten van 13 oktober 2022 heb ik toegezegd de Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de belangenafwegingen inzake sector, jacht, recreatie en militair gebruik van en in natuurgebieden. Onderdeel van de in te stellen maatregelen in de beperkingszones, die ingesteld worden wanneer een bedrijf besmet is met vogelgriep, is een verbod op het vangen en doden van wilde watervogels en andere dieren in het kader van populatiebeheer en de uitoefening van de jacht, wanneer dat wilde watervogels kan verstoren. Ik heb besloten voortaan niet meer standaard een verbod op faunabeheer in te stellen in de beperkingszone.”

In de beslisnota staat hierover aangegeven;

Jagen en beheer van wild

• U informeert de Kamer over uw besluit om niet meer standaard een verbod op faunabeheer in te stellen in een beperkingszone. Enkele provincies hebben meermaals laten weten problemen te ervaren door deze maatregel. Dit was aanleiding om deze maatregelen te heroverwegen.
• De Deskundigengroep Dierziekten is daarom om advies gevraagd, ze hebben in aangegeven dat het mogelijk is dat in gebieden rondom de uitbraak de prevalentie (het percentage) zieke wilde vogels hoger is, en het daarom zinvol is om vogels niet te verstoren. Er zijn echter geen gegevens die aangeven wat de bijdrage is van faunabeheer met betrekking tot het verstoren van wilde vogels.
• Er zijn naast faunabeheer nog tal van andere activiteiten die wilde watervogels kunnen verstoren, waarvoor niet is voorzien in een verbod in de beperkingszone. Voorbeelden zijn watersporten en vliegen met drones en harde geluiden. Het is niet mogelijk en niet proportioneel om in beperkingszones al deze activiteiten te verbieden en zo te sturen op het voorkomen van verplaatsingen van wilde vogels. Daarnaast verplaatsen wilde vogels zich voornamelijk vanwege veranderende weersomstandigheden en de aantrekkelijkheid van bepaalde foerageergebieden.
• Het verbod op bejagen heeft consequenties voor provincies; provincies moeten de schade die ganzen veroorzaken vergoeden wanneer zij niet in het kader van faunabeheer gedood mogen worden. En als er niet beheerd kan worden is de schade hoger.
• Daarom heeft u deze maatregel voor dit moment opnieuw tegen het licht gehouden en de nut en noodzaak afgewogen tegen de impact.
• Daaruit volgt dat u heeft besloten voortaan niet meer standaard een verbod op bejagen in te stellen in de beperkingszone

De volledige Kamerbrief is hier te downloaden:

https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=2023D03089




Uitbraak Afrikaanse varkenspest in Tsjechië na vijf jaar

 
In Tsjechië is opnieuw na bijna vijf jaar een uitbraak van Afrikaanse varkens ontdekt bij een wild zwijn. Het dier werd op zo’n twintig kilometer van de Duitse grens gevonden nabij het dorp Jindrichovice pod Smrkem in de gemeente Liberec. Er is door de autoriteiten in Tsjechië direct een gebied van tweehonderd vierkante kilometer ingesteld ter observatie.

Wandelen in de bossen is beperkt, maar jagen is helemaal verboden, zodat de wilde zwijnen niet opgejaagd worden en op die manier AVP verder verspreiden. Doel van de maatregelen is onder meer om de wilde dieren niet op te jagen om zo verspreiding van de ziekteverwekker sneller te kunnen indammen. Alle karkassen van dieren moeten worden onderzocht op de ziekten en worden verwijderd.

Tsjechië is sinds drie jaar AVP-vrij, nadat in de zomer van 2017 bij twee wilde zwijnen in het oosten van Tsjechië het varkenspestvirus werd vastgesteld. Voor Tsjechië is het een nieuwe domper, want ze hebben de varkenspestbestrijding in 2017 voortvarend aangepakt, maar de uitbraken in Duitsland zijn een constante bron van zorg geweest. Zeker door het groot aantal gevallen in de deelstaat Saksen, die grenst aan Tsjechië. De Tsjechen zijn er altijd vanuit gegaan dat er een nieuwe besmetting via Duitsland zou kunnen komen en die zorg is nu waarheid geworden.

De verspreiding in Oost- en Zuid-Europa is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ondanks de genomen controlemaatregelen worden er nog steeds talrijke gevallen van AVP vastgesteld, zowel bij wilde als varkens. Polen is tot nu toe het land met het hoogste aantal uitbraken van wilde zwijnen in 2022, terwijl Roemenië en Servië de meeste gevallen hebben gehad bij tamme varkens. Met de hernieuwde uitbraak in Tsjechië komt daar nog een land bij.




Minister overweegt nog dit jaar of de jachtbeperkingen bij vogelgriep nog nodig zijn.

Op donderdag 13 oktober debatteerde de Tweede Kamer met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vogelgriep, die overal in Nederland al het gehele jaar door her en der opduikt. Meerdere fracties, met name BBB (bij monde van Caroline van der Plas) en SGP (Roelof Bisschop), stelden kritische vragen over de nu standaard toegepaste jachtbeperking in getroffen gebieden en de effectiviteit ervan, terwijl daarentegen andere activiteiten zoals waterrecreatie bijvoorbeeld gewoon door kunnen gaan. De minister Piet Adema heeft daarop toegezegd deze maatregel nog dit jaar te zullen heroverwegen. Hij voegde daaraan toe dat ook de Deskundigengroep Dierziekten vraagtekens plaatst bij de effectiviteit van de maatregel.

De NOJG vindt net als de jagersvereniging dat de door de minister aan de Kamer toegezegde heroverweging vooral een goede stap is. Daar zij ervan overtuigt is dat de jagers juist een belangrijke signaal functie hebben in het tegengaan van de vogelgriep.

 




Nieuwsbrief Dutch Health Wild Center (DWHC) oktober 2022

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Vogelgriepvirus bij vossen aangepast aan zoogdieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bron: Wageningen University & Research, 25/07/2022

Onlangs stelde Wageningen Bioveterinary Research infecties met vogelgriep vast bij drie wilde vossen in Nederland. De dieren vertoonden neurologische verschijnselen veroorzaakt door vogelgriep van het virustype H5N1. Uit verdere analyse blijkt nu dat het virus bij vossen zich heeft aangepast aan zoogdieren. Bovendien is het opmerkelijk dat het virus vooral in de hersenen aanwezig was, terwijl het een luchtwegvirus betreft.

Hoogpathogene vogelgriepvirussen van het type H5N1 veroorzaken momenteel een hoge sterfte onder wilde vogels in Nederland. Genetische analyse toonde aan dat de virussen bij vossen lijken op die bij wilde vogels worden aangetroffen. De vossen zijn waarschijnlijk besmet door het eten van wilde vogels met vogelgriep. Uit de studie bleek ook dat het virus mogelijk de hersenen is binnengedrongen via de reukzenuw.

Twee bij de vossen geïsoleerde virussen bevatten een mutatie die in verband wordt gebracht met aanpassing aan zoogdieren. Uit het onderzoek blijkt dat het gemuteerde virus zich beter vermenigvuldigt in cellen van zoogdieren dan in die van vogels, en bij de lagere lichaamstemperatuur van zoogdieren.

Infecties bij zoogdieren moeten nauwlettend in de gaten worden gehouden. Het huidige virus kan niet worden overgedragen tussen zoogdieren of op mensen, maar verdere mutaties kunnen het zoönotische potentieel van de H5N1-virussen vergroten. Daarom is een snelle detectie van verdere mutaties belangrijk, net als het vermijden van contact met zieke en dode vogels.

Meer informatie is te vinden in de publicatie ‘Highly pathogenic avian influenza H5N1 virus infections in wild red foxes (Vulpes vulpes) show neurotropism and adaptive virus mutations‘ op bioRxiv.