Aantal besmettingen Afrikaanse varkenspest in Europa stijgt
Het aantal besmettingen met Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen blijft oplopen, zowel in Duitsland als in Italië, Polen en andere Oost-Europese landen.
Terwijl er tot begin juni geen uitbraken van Afrikaanse varkenspest waren op varkensbedrijven, zijn er Polen toch al vier varkensbedrijven besmet geraakt. De derde besmetting met Afrikaanse varkenspest in Polen is op 15 juni vastgesteld op een bedrijfje met twee varkens. Het dorp Mycielin waar de besmette varkens werden gehouden, ligt hemelsbreed op 50 kilometer van Duitsland in de provincie Lubuskie. De vierde uitbraak is op 16 juni vastgesteld op een bedrijf met 74 varkens in het dorp Naguszewo in de provincie Ermland-Mazurië in het oosten van Polen.
In Noord-Italië is het aantal besmette zwijnen opgelopen naar 154 waarvan 97 in Piëmonte en 57 in de provincie Ligurië. Bij Rome zijn tot nu toe 36 besmette zwijnen gevonden. Naast het ene besmette bedrijfje zijn nog geen nieuwe besmettingen bij varkens vastgesteld. In de provincie Rieti blijft het bij één besmet wilde zwijn.
Animal Disease Information System
In Polen zijn volgens het Europese Animal Disease Information System (Adis) al 1.224 besmette wilde zwijnen gevonden.
Andere landen waar veel met Afrikaanse varkenspest besmette wilde zwijnen zijn gevonden, zijn Hongarije met 374 besmette zwijnen, Slowakije met 347 besmette zwijnen, Roemenië met 312 besmettingen en Letland met 265 besmettingen. In Roemenië is het aantal besmettingen onder de varkens het hoogst met 164 besmette vooral backyardbedrijven.
Duitsland
In Duitsland stijgt het totaal aantal bewezen gevallen van Afrikaanse varkenspest (AVP) met 12 tot in totaal 3.990. Er waren negen nieuwe gevallen in Brandenburg en slechts drie in Saksen.
Afrikaanse varkenspest in Mecklenburg-Vorpommern
In de regio Spree-Neisse werd buiten de witte zone een aan AVP overleden big gevonden. Het terrein ligt nabij het dorp Bärenklau, ongeveer 400 meter achter het bestaande dubbele hekwerk dat de witte zone omsluit. Het gebied rond het nieuwe terrein is nu direct omheind met nog eens 20 kilometer hekwerk.
Vrees voor mysterieuze ziekte onder reeën in Limburg
Een onbekende ziekte bedreigt de reeënpopulatie in Limburg. Net over de grens in België zijn er al tientallen dieren aan overleden.
Wetenschappers staan vooralsnog voor een raadsel over de oorzaak.
Kwestie van tijd Symptomen van de ziekte zijn diarree en sterke vermagering, waaraan de reeën uiteindelijk overlijden. Inmiddels zijn dode dieren aangetroffen van de regio Antwerpen tot vlak aan de Nederlandse grens. In Nederlands Limburg zijn nog geen gevallen van de onbekende ziekte bekend, maar dat lijkt een kwestie van tijd. “Als het er niet al over is, dan is het niet ver weg meer”, zegt Frederik Thoelen van het Natuurhulpcentrum in het Belgische Oudsbergen. Het Natuurhulpcentrum is een opvangcentrum voor wilde dieren, waarmee ook de Limburgse Dierenbescherming samenwerkt.
Thoelen zegt ‘geen paniekzaaier’ te willen zijn: “We hebben nog geen idee wat het probleem is. De universiteit van Gent en de overheid onderzoeken hoe ernstig de ziekte is. In elk geval zijn er in de dieren parasieten gevonden.”
Is er iets aan te doen? Volgens Alfred Melissen, secretaris van de Faunabeheereenheid Limburg én dierenarts, is dat laatste allesbehalve ongewoon: “Alle wilde dieren hebben parasieten, zoals lintwormen”, zegt hij. “Een recent aangetroffen ziekte onder reeën op de Veluwe was hersenvliesontsteking. Maar daar past vermagering als symptoom niet bij. Als er veel dieren worden gevonden met een ziekte, dan komt de oorzaak wel naar boven. Vervolgens is de vraag of er iets aan te doen is.”
Melissen wil niet speculeren over wat er aan de hand kan zijn en hoe ernstig de situatie voor de Limburgse reeën is. “Het is goed om te zien dat de Belgen dit uitzoeken”, zegt hij. Volgens het Natuurhulpcentrum kan er al op korte termijn meer duidelijk worden. “Zodra een volgende ree met de symptomen wordt gevonden, gaat het direct naar Gent. Soms is er binnen een dag een uitslag, het kan ook enkele weken duren”, vertelt Thoelen.
Vele duizenden reeën Limburg kent een grote reeënpopulatie. Bij de meest recente telling werden er ongeveer vierduizend reeën geconstateerd. Niet alle reeën in Limburg werden geteld, dus het zijn er ongetwijfeld meer. Bovendien vond de telling plaats vóór het paarseizoen. “Van de vierduizend dieren zijn er tweeduizend vrouwtjes, die elk twee kalfjes werpen. Dus er komen er in deze periode zomaar een paar duizend bij”, rekent Melissen van de Faunabeheereenheid voor.
Wasberen en wasbeerhonden besmet met parasieten- ook gevaarlijk voor de mens
Universiteit en onderzoek
Een onderzoeksproject wil laten zien welke schade wasberen, wasbeerhonden en Amerikaanse nertsen in Europa aanrichten. De eerste resultaten zijn onsmakelijk en zorgwekkend.
Frankfurt ⋅ Hoe schattig de kleine mannetjes ook zijn – wie de eerste resultaten van het ZOWIAC-onderzoeksproject leest, heeft liever niets met wasberen en wasbeerhonden te maken. In ieder geval niet buiten een dierentuin. ZOWIAC staat voor “Zoonotic and Wildlife Ecological Impacts of Invasive Carnivores”; een van de projectleiders is de Frankfurter zoöloog Sven Klimpel. Hij en zijn collega’s willen weten wat uitheemse soorten wasbeerhonden, wasberen en Amerikaanse nertsen – ook wel nertsen genoemd – doen in hun nieuwe Europese vestigingsgebieden. De wetenschappers rekenen op de hulp van niet-universitaire experts, zoals jagers, en andere geïnteresseerde burgers.
De website zowiac.eu geeft uitgebreide informatie over het project. Ook is er een app ontwikkeld waarmee burgeronderzoekers waarnemingen van de kleine roofdieren kunnen melden in Duitsland. De biologen die met Klimpel werken, verzamelen de verspreidingsgegevens van de dieren, beoordelen fecaliën en bloedmonsters en documenteren met welke inheemse soorten de geïmporteerde pelsdragers zich voeden. Ze hebben aandacht nodig, niet alleen omdat ze kunnen jagen op bedreigde diersoorten en schade aanrichten aan gebouwen en landbouw. Als drager van ziekten kunnen ze soms zelfs een gevaar vormen voor de mens, zoals de tussentijdse resultaten van ZOWIAC suggereren.
Zoals Klimpel meldt, heeft het project tot nu toe ongeveer 350 wasberen uit verschillende habitats onderzocht, evenals 95 wasbeerhonden en 50 nertsen uit verschillende deelstaten, waaronder Hessen. De onderzoekers zochten in samenwerking met het Friedrich Loeffler Instituut naar virussen in ongeveer 200 bloedmonsters van wasberen en wasbeerhonden. Ze ontdekten herhaaldelijk het West-Nijlvirus. In één procent van de gevallen bij de mens kan de infectie die het veroorzaakt het zenuwstelsel aantasten en vervolgens fataal zijn.
Invasieve soorten hebben negatieve gevolgen voor de biodiversiteit
Volgens Klimpel hebben genetische analyses in het ZOWIAC-project ook aangetoond dat wasbeerhonden kunnen dienen als reservoirgastheren voor het SARS-CoV-2-coronavirus. Ook grotere parasieten voelen zich prettig bij de pelsdieren. In de onderzochte wasberen werden 22 verschillende soorten parasieten gedetecteerd, waarvan er vier mensen kunnen treffen. Deze omvatten de wasbeerrondworm, gevonden in 95 procent van de dieren. De wetenschappers hebben tot nu toe 18 soorten parasieten geïdentificeerd bij wasbeerhonden, waaronder de longhaarworm en de vossenlintworm. In zeldzame gevallen kan dit laatste dodelijke ziekten bij de mens veroorzaken. Volgens Klimpel zijn uitzendingen in de toekomst vaker te verwachten, vooral in steden – waar de wasbeer steeds meer binnendringt.
De observaties van de biologen en hun helpers bevestigen ook het vermoeden dat wasberen en wasbeerhonden de inheemse fauna schaden. In de magen van wasberen werden soorten op de rode lijst gevonden, zoals de geelbuikpad en de gewone pad. Wasbeerhonden hadden onder meer hazen en graskikkers gegeten. Klimpel concludeert dat de invasieve carnivoren “een enorme negatieve impact kunnen hebben op inheemse ecosystemen en vooral op de biodiversiteit”. Dit gevaar wordt de komende jaren waarschijnlijk nog groter, omdat beide roofzuchtige soorten nog niet alle ecologische niches hebben ingenomen die ze in Europa zouden kunnen veroveren, schrijft de professor van de Goethe-universiteit.
Hij is ervan overtuigd dat er maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat de indringers zich verder verspreiden. In Hessen is het bijvoorbeeld nodig om in bepaalde gebieden op wasberen te jagen, ongeacht de gesloten seizoenen. Omdat dit alleen niet voldoende is om de populatie voldoende te verkleinen, moeten andere methoden worden gebruikt, zoals castratie en daaropvolgende vrijlating. Aan de andere kant denkt de zoöloog niet veel na over een andere strategie die dierenliefhebbers misschien prefereren: “Het verplaatsen van gevangen wasberen is wettelijk niet mogelijk en zou het probleem alleen maar uitstellen.”
Update – Afrikaanse Varkenspest in Europa
888 wilde zwijnen met Afrikaanse varkenspest in Polen
In totaal zijn er in Polen dit jaar 888 wilde zwijnen gevonden of gedood die besmet waren met Afrikaanse varkenspest. Het is tot nu toe dit jaar wel gelukt om te voorkomen dat varkensbedrijven besmet zijn geraakt.
De besmette wilde zwijnen zijn in heel Polen gevonden. Ook vlak bij de grens met Duitsland worden nog steeds met Afrikaanse varkenspest besmette wilde zwijnen aangetroffen.
In Duitsland zelf zijn er volgens de tellingen van het Friedrich Loeffler Institut dit jaar 583 besmette wilde zwijnen ontdekt. Het grootste deel daarvan, namelijk 384, was in de zuidelijke deelstaat Saksen. Daar zijn 279 met Afrikaanse varkenspest besmette zwijnen gevonden in de regio Görlitz, 18 in Meissen en 87 in Bautzen.
De Duitse deelstaat Mecklenburg-Voorpommeren telt 11 besmette zwijnen dit jaar. De eerst getroffen deelstaat Brandenburg met de meeste besmette gebieden krijgt Afrikaanse varkenspest redelijk onder controle. Daar zijn 188 besmette zwijnen gevonden.
3.706 besmette zwijnen Duitsland
Sinds de eerste uitbraak op 9 september 2020 zijn er in Duitsland 3.706 besmette wilde zwijnen gevonden en werden 4 bedrijven getroffen door Afrikaanse varkenspest.
Italië
In Italië zijn 80 besmette wilde zwijnen ontdekt, waarvan 48 in de provincie Piëmont en 32 in Ligurië. Het hele besmette gebied is nog niet doorzocht, dus meer besmettingen zijn te verwachten.
Honderden vogels met vogelgriep: ‘Het is nog nooit zo erg geweest’ in Zeeland
In de Zeeuwse delta bezwijken sinds enkele weken honderden vogels aan het vogelgriepvirus. Het is de hevigste uitbraak van vogelgriep tot nu toe. Medewerkers van de dierenambulance draaien overuren. Ze zeggen dat de situatie op dit moment extreem is.
Vogelgriep grijpt om zich heen, dierenambulance krijgt meerdere meldingen per dag.
De dierenambulance rukt dagelijks enkele keren uit. “We hebben nog nooit zoveel vogelgriepslachtoffers gehad. We krijgen meerdere meldingen per dag”, zegt coördinator Karina Wijnands van de dierenbescherming. “Zo erg heb ik het nog nooit meegemaakt.”
Zieke vogels krijgen een spuitje
In volle beschermende uitrusting halen medewerkers van de dierenambulance zieke vogels op. Als zij dode vogels tegenkomen, nemen zij die ook mee. Zieke vogels krijgen bij de dierenarts een spuitje. De dode vogels gaan naar de destructie of naar onderzoekers van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de faculteit diergeneeskunde in Utrecht. Die laten de vogels in Lelystad bij het Wageningen Bioveterinary Research onderzoeken.
Woordvoerder Magriet Montizaan van het DWHC bevestigt het beeld. “Het is de ergste uitbraak ooit in Europa. Dat hebben we nog nooit zo meegemaakt.”
Vogelteller Pim Wolf: ‘Het slaat meteen op hun motoriek. Het is ongelofelijk zielig om te zien’
Projecten komt zieke vogels regelmatig tegen. “Het zijn totaal gedesoriënteerde beesten die niet meer rechtuit kunnen lopen of rechtuit kunnen zwemmen, maar voortdurend in rondjes bewegen. Het slaat meteen op hun motoriek. Het is ongelofelijk zielig om te zien.”
Vooral ganzen en roofvogels
De ziekte treft vooral ganzen en roofvogels, meldt de dierenambulance. “We hebben vorige week een buizerd opgehaald die op zijn rug vloog en neerstortte”, vertelt Karina Wijnands. “Bij de ganzen en zwanen zie je dat ze heel erg met hun kop schudden of rondjes zwemmen of lopen. Daar kunnen we het aan herkennen.”
Een gans met vogelgriep is te herkennen aan zijn vreemde gedrag
Voor sommige soorten is vogelgriep een grote klap. “Voor brandganzen is het niet zo’n groot probleem, daar zijn er veel van. Maar voor kanoeten bijvoorbeeld, een kleine strandloper, die zijn erg gevoelig”, vertelt Wolf, “Als er daar tweeduizend van overlijden, dan heeft dat zeker effect. Die populatie is veel kleiner.”
De ziekte treft ook veel roofvogels zoals buizerds en valken. Die raken besmet door het eten van zieke vogels. “Dat leidt tot verliezen”, zegt Wolf. “Onder slechtvalken bijvoorbeeld. We zien nu een enorme afname van slechtvalken.”
Het is onduidelijk hoe groot de uitbraak van vogelgriep in Zeeland is in vergelijking met andere delen van het land. Een landelijk systeem van monitoring ontbreekt.
Wolf vermoedt dat vogelgriep in de noordelijke provincies en de Waddenzee heftiger toeslaat dan in Zeeland. “We hebben honderden dode brandganzen gevonden in het Haringvliet en ook op Schouwen-Duiveland in de Prunje, waar we vele tientallen dode beesten hebben gevonden. Maar op Walcheren kom je nauwelijks zieke beesten tegen.”
Niemand heeft goed zicht op de situatie
“Er is geen goed overzicht van de aantallen vogels die gestorven zijn”, zegt Magriet Montizaan, van het Dutch Wildlife Health Centre. Niet alle zieke vogels worden in Lelystad onderzocht of worden geregistreerd. “Het is belangrijk dat dode vogels op vogelgriep worden getest, maar het is niet haalbaar om alle dode vogels te laten testen. Het opruimen van dode vogels gebeurt grotendeels door gemeenten en dierenambulances. Er is nog geen landelijk systeem waar het melden voor onderzoek en het melden voor het opruimen van vogels goed op elkaar zijn afgestemd.”
De dierenbescherming kan het aantal meldingen van zieke vogels ternauwernood aan. “We komen al niet meer bij vogelopvangcentrum De Mikke,”, vertelt Mieke Wijnands “Nu gaan we meteen naar de destructiebak. Al die vogels worden niet meer onderzocht en worden niet meer geregistreerd. Dat is nu niet meer te doen.”
'Raak de vogels vooral niet aan en bel de dierenambulance'
Het gevaar van vogelgriep wordt steeds urgenter gevoeld. Wilde vogels dragen vogelgriep nu jaarrond bij zich. Regelmatig worden in Nederland besmette pluimveebedrijven geruimd. Virologen waarschuwen al jaren voor het gevaar van het overspringen van vogelgriep op mensen.
'Vooral niet aanraken en schoenzolen ontsmetten'
Wat moet je doen als je een zieke vogel tegenkomt? “Vooral niet aanraken en de dierenambulance bellen”, zegt Wijnands. Voor pluimveebedrijven geldt op dit moment een ophokplicht. Mensen met kippen op hun erf of in de tuin wordt geadviseerd om de kippen in het hok te houden of af te schermen. Vogelgriep kan worden overgedragen door vogelpoep. “En heb je in de natuur gewandeld, dan zou je je schoenzolen kunnen ontsmetten.”
In 2021 heeft DWHC bij de helft van de tien onderzochte vossen een longontsteking vastgesteld die werd veroorzaakt door infectie met de Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum). De ernst van de longontstekingen varieerde van mild tot zeer ernstig. Alle vijf vossen waren door trauma om het leven gekomen, meestal door het uit lijden verlossen vanwege de slechte conditie van de vos.
Ook bij twee van de vier in 2021 onderzochte wolven, werd een uitgebreide longontsteking door de Franse hartworm vastgesteld. Beide wolven waren door een verkeersongeval om het leven gekomen.
De Franse hartworm
De Franse hartworm is een parasitaire rondworm die bij gehouden en wilde hondachtigen voor longontstekingen kan zorgen. De Franse hartworm heeft een levenscyclus waarbij de hondachtigen de eindgastheren zijn en slakken (Gastropoda), zowel naaktslakken als huisjesslakken, de tussengastheren (Morgan & Shaw, 2010). Voor meer informatie zie https://dwhc.nl/ziekten/angiostrongylus-vasorum-franse-hartworm/.
Hieronder staan twee filmpjes van larven van Franse hartworm.
Bewegende larven die zijn verzameld met de Baermann methode uit verse vossenuitwerpselen:
Krioelende larven van Franse hartwormen in een vossenlong:
Het voorkomen in Nederland
Bij honden werd in 2007 voor het eerst een in Nederland opgelopen besmetting van de Franse hartworm vastgesteld (Van Doorn et al., 2009).
Bij een onderzoek op vossen die in de periode februari 1978 – mei 1979 langs de Duits-Nederlandse grens waren verzameld, werd geen Franse Hartworm gevonden (Borgsteede, 1984). De eerste bekende vondst van Franse hartworm bij vossen was door DWHC in 2010: in dat jaar waren van de 15 onderzochte vossen 13 dieren besmet met deze parasiet. Zeven van deze 13 dieren kwamen uit één gemeente (Zeewolde) en hadden allen een geringe longontsteking. Van de overige zes besmette vossen hadden drie dieren een longontsteking, waarvan twee een zeer ernstige.
Het RIVM en de Universiteit Utrecht vonden bij een steekproef tijdens een parasieten-onderzoek in 2010-2012 ook Franse hartworm. Bij een vervolgonderzoek in 2015 werd een prevalentie van 34 % gevonden (E.R. Nijsse, persoonlijke communicatie 17-01-2019).
Zoals te zien is in grafiek 1, is er jaarlijks een verschil in zowel het totaal aantal bij DWHC onderzochte vossen als het aandeel van vossen dat besmet is met de Franse hartworm. Op figuur 1 wordt de verspreiding over Nederland weergegeven van de bij DWHC onderzochte en de besmette vossen.
In Zwitserland zag men in dertig jaar tijd een toename van 2,4 % naar 62% besmette vossen. In bepaalde regio’s verviervoudigde het aantal met Franse hartworm besmette vossen in 6-jaar tijd. Het Zwitsers onderzoek concludeert dat “dit de belangrijke rol van de vos als reservoir onderbouwt en verklaart de daarmee gepaard gaande toename van het aantal gevallen van Franse hartworm besmettingen bij honden rond de milleniumwisseling” (Gillis-Germitsch et al., 2020).
Honden
Honden kunnen zich besmetten door (delen van) slakken te eten. Dit kan ook onbedoeld gebeuren, bijvoorbeeld door het eten van gras of het spelen met/kauwen op takken en stokken, of graven en daarbij aarde binnenkrijgen. Bij een vroege besmetting zal de hond nog geen verschijnselen vertonen.
Als een hond regelmatig met de juiste medicijnen (macrocyclische lactonen) wordt ontwormd, kan een infectie de kop worden ingedrukt voordat het tot ernstige klachten leidt. Onbehandelde infecties kunnen ook bij de hond, net als bij deze vossen, tot ernstige longontsteking en uiteindelijk tot de dood leiden. De symptomen kunnen onder andere kortademigheid, hoesten, versnelde ademhaling, hijgen, etc. zijn. Onderzoek door een dierenarts is dan nodig om de juiste diagnose te stellen, de symptomen komen nl ook bij andere ziekten voor, en gepaste therapie in te zetten. Meer informatie over de Franse hartworm is te vinden op https://www.esccap.eu/uploads/docs/ucpeabnu_1.4_Franse_hartworm_Angiostrongylus_vasorum.pdf
Met het vochtige weer van de zomer en herfst in 2021, waren de weersomstandigheden gunstig voor de slakkenpopulatie. Dit zou er toe kunnen leiden dat er nu meer honden besmet zijn of worden. Vandaar dat alertheid geboden is. Het is raadzaam om honden die de kans lopen op het binnen krijgen van een slak, regelmatig te ontwormen. Voor meer informatie over wormbestrijding bij honden is te vinden in de ESCCAP Richtlijn 01 Wormbestrijding bij hond en kat (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites (ESCCAP), 2021)
Referentielijst
Borgsteede F.H. (1984) Helminth parasites of wild foxes (Vulpes vulpes L.) in The Netherlands. Z Parasitenkd 70(3):281–285.
European Scientific Counsel Companion Animal Parasites, 2021. Wormbestrijding bij hond en kat. ESCCAP Richtlijn 01 Zesde Druk – Mei 2021. Geraadpleegd op 7 maart 2022.
Gillis-Germitsch N., Tritten L., Hegglin D., Deplazes P., & Schnyder M. (2020). Conquering Switzerland: the emergence of Angiostrongylus vasorum in foxes over three decades and its rapid regional increase in prevalence contrast with the stable occurrence of lungworms. Parasitology. Sep;147(10):1071-1079. doi: 10.1017/S0031182020000700. Epub 2020 May 6. PMID: 32372743.
Franssen, F., Nijsse, R., Mulder, J., Cremers, H., Dam, C., Takumi, K., & van der Giessen, J. (2014). Increase in number of helminth species from Dutch red foxes over a 35-year period. Parasites Vectors 7, 166. doi.org/10.1186/1756-3305-7-166
Morgan E.R. & Shaw, S. (2010). Angiostrongylus vasorum infection in dogs: continuing spread and developments in diagnosis and treatment. Journal of Small Animal Practice 51, 616-621.
Van Doorn D.C., van de Sande A.H., Nijsse E.R., Eysker M., & Ploeger H.W. (2009). Autochthonous Angiostrongylus vasorum infection in dogs in The Netherlands. Vet Parasitol. 162,163–166. doi: 10.1016/j.vetpar.2009.02.019
Ganzen vallen uit lucht in Utrecht door vogelgriep, vrees voor overdracht op mens
Ze vallen letterlijk met bosjes uit de lucht: doodzieke ganzen die besmet zijn met de vogelgriep. Medewerkers van dierenambulances in de provincie Utrecht draaien overuren. Ze proberen de zeer besmettelijke variant van de vogelgriep, die ook op mensen overgedragen kan worden, onder controle te krijgen.
“Het is heel triest, we hebben er vorige week in drie dagen tijd bijna zeshonderd opgehaald”, zegt Gerrit de Boon (manager dierenambulance), terwijl hij dode ganzen uit het weiland raapt.
Ook mensen overleden
Deze variant van de vogelgriep wordt heel makkelijk overgedragen, maar niet alleen onder vogels. “Het is al bekend dat er vossen besmet zijn, er zijn bunzinkjes besmet. Aangezien dat allemaal zoogdieren zijn en de mens ook een zoogdier is, is het wel degelijk heel gevaarlijk en zullen we heel erg op onze hoede moeten zijn”, zegt De Boon.
In Europa zijn in de afgelopen vijf jaar 689 mensen besmet geraakt met het vogelgriepvirus, “daarvan is bijna de helft overleden”.
Het opruimen van de vogels is vrijwilligerswerk. Zo’n 65 medewerkers zetten zich nu in, maar moeten alles zelf betalen. De vrijwilligers hebben de afgelopen twee weken al zo’n vijfduizend euro uitgegeven aan beschermings- en reinigingsmiddelen. “De overheid is hartstikke enthousiast dat we het doen, alleen mogen we de rekening zelf betalen en dat is niet helemaal eerlijk”.
Volgens De Boon gaan we nooit meer van het vogelgriepvirus afkomen, “eer dit over is, begint de voorjaarstrek en krijgen we alweer de volgende golf. Ik houd mijn hart vast”.
Duitse jagers schoten in het jachtseizoen 2020/2021 bijna 690.000 wilde zwijnen af. Hoewel er dat bijna 200.000 minder waren dan een jaar eerder, is dat het op twee na hoogste aantal in één seizoen.
De Duitse Jagersbond (DJV) wijst er op dat het uitdunnen van het bestand wilde zwijnen een belangrijk instrument is om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest (AVP) te vertragen en roept de politiek op tot meer inzet om het aantal te verhogen.
Dit zou kunnen door de bureaucratie rondom de zwijnenjacht te verminderen en de kosten van bijvoorbeeld trichine onderzoek, dat standaard moet worden uitgevoerd bij afgeschoten dieren, door de overheid te laten vergoeden. Ook het opleiden van honden die ingezet kunnen worden bij de zoektocht naar kadavers van dieren zou beter financieel kunnen worden ondersteund.
Aantal AVP-gevallen loopt iets terug
Het aantal zwijnen dat positief wordt getest op het AVP-virus is de afgelopen maanden wat teruggelopen. In november werden nog een recordaantal van 319 besmette zwijnen in Duitsland aangetroffen, in de maanden december en januari respectievelijk 262 en 178. Toch is er niet al te veel reden voor optimisme: op meerdere plekken werden de restrictiegebieden de afgelopen maanden uitgebreid omdat er besmette dieren buiten de bestaande afgezette zones werden gevonden.
20-JAN-2022 – In Zuid-Holland is een bunzing aangetroffen met de zeer ziekmakende vogelgriepvariant H5N1. Elders in Nederland blijken ook vossen besmet te zijn met het virus, zo blijkt uit onderzoek van het Dutch Wildlife Health Centre, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en Wageningen Bioveterinary Research.
Op 8 januari 2022 werd bij Dirklandse Sas op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee een bunzing (Mustela putorius) aangetroffen die zich zeer vreemd gedroeg. Het dier draaide ongecontroleerd met haar kop en was volledig gedesoriënteerd. Zulk gedrag wijst vaak op een aandoening aan het zenuwstelstel. De bunzing werd per dierenambulance overgebracht naar Vogelklas Karel Schot in Rotterdam, een opvangcentrum voor wilde vogels en zoogdieren. Omdat de symptomen zeer hevig waren, werd daar besloten het dier na 24 uur te euthanaseren en haar verder lijden te besparen. Dergelijke neurologische symptomen komen ook voor bij watervogels die ziek zijn van vogelgriep. Daarom werd besloten de dode bunzing in het lab van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) te laten testen.
Vogelgriep
Uit de testresultaten kwam naar voren dat de bunzing inderdaad besmet was met de zeer ziekmakende vogelgriepvariant H5N1. Het virus werd aangetoond in de hersenen van het dier, maar monsters uit keel en endeldarm werden negatief getest. Er is momenteel een vogelgriepepidemie gaande onder wilde watervogels in Nederland en in het buitenland. In december werden grote aantallen dode kanoetstrandlopers langs de kust van de Waddenzee aangetroffen die positief testten op H5N1. Ook onder brandganzen en zwanen vallen veel slachtoffers, zoals in de Oostvaardersplassen, Friesland en Noord- en Zuid-Holland.
Ongecontroleerde bewegingen bij een bunzing met vogelgriep (Bron: Vogelklas Karel Schot)
Aasetende zoogdieren en vogels
Inmiddels is duidelijk dat ook wilde zoogdieren geïnfecteerd kunnen worden met H5N1. In mei 2021 werden er al besmette jonge vosjes (Vulpes vulpes) aangetroffen in Groningen. Afgelopen december werd opnieuw een zieke vos aangetroffen, nu in Zuid-Nederland. Vooralsnog gaat het om roofdieren die het virus vermoedelijk oplopen door het eten van besmette wilde vogels. Deze manier van besmetting is ook aangetoond bij roofvogels, zoals in 2015 bij een zeearend die vogelgriepvariant H5N8 bleek te hebben. Deze vogelgriepvariant is in de winter van 2020/2021 ook aangetoond bij buizerd, torenvalk en slechtvalk.
Voorzichtigheid is geboden – honden aan de lijn!
De nu aangetoonde gevallen van vogelgriep bij zoogdieren wijzen erop dat voorzichtigheid is geboden tijdens deze vogelgriepepidemie. Het is namelijk bekend dat ook honden en katten gevoelig zijn voor vogelgriep. Houd honden daarom uit voorzorg aan de lijn bij plekken waar dode (water)vogels kunnen liggen. Daarmee voorkomt u dat honden in aanraking komen met besmette, dode vogels. Voor wandelaars geldt dat direct contact met zieke en dode watervogels zoveel mogelijk vermeden moet worden.
Opruimen en melden zieke dieren
Kadavers van dieren blijven meestal in de natuur liggen, waarna aaseters de kadavers opruimen. Dat is echter niet verstandig bij door vogelgriep gestorven vogels. De aaseters die daarvan eten, kunnen ook zelf ziek worden. Voor het opruimen van kadavers heeft de NVWA daarom hygiëneprotocollen opgesteld voor terreinbeheerders en dierenambulances. Voor dierenhulporganisaties die te maken krijgen met zieke, nog levende dieren zijn handvatten gepubliceerd via Stichting Dierenlot. Signaleert u zelf zieke dieren? Meld dat dan bij de NVWA en houd rekening met het feit dat ook wilde zoogdieren vogelgriep kunnen hebben.
Met dank aan Jolianne Rijks (DWHC), Marcel Spierenburg en Harry Rozendaal (NVWA).
Filmpje: Vogelklas Karel Schot
Laatste update Afrikaanse varkenspest in Duitsland en Italië
Laatste AVP-nieuws Duitsland: eerste week 2022 27 nieuwe AVP besmettingen, teller naar 3.147
Eerste week 2022: 27 nieuwe AVP-besmettingen, teller naar 3.153
In de eerste week van 2022 heeft het Duitse Friedrich Loeffler Instituut (FLI) 27 nieuwe besmettingen bij wilde zwijnen geconstateerd. Het betrof 12 dieren in Saksen, 13 dieren in Brandenburg en 2 in Mecklenburg-Voor-Pommeren. Daarmee komt de teller sinds de eerste vaststelling op 3.147 besmette dieren. Dinsdag 11 januari werden zes nieuwe besmettingen door het FLI bevestigd. Twee in Brandenburg en vier in Saksen wat zorgt voor 3.153 vastgestelde AVP-besmettingen.
Polen
In Polen waart het AVP-virus nog volop rond. Alleen al in de laatste week van 2021 werden ruim 120 nieuwe met AVP besmette wilde zwijnen geregistreerd. Daarmee staat de teller voor 2021 op ruim 3.100 met AVP besmette wilde zwijnen. Daarnaast werd afgelopen jaar op 124 Poolse boerderijen het AVP-virus vastgesteld.
3 januari: 3.120 besmettingen
Het Friedrich Loeffler Instituut (FLI) heeft op 30 en 31 december in totaal 3.116 AVP-gevallen vastgesteld bij wilde zwijnen in Brandenburg, Saksen en Mecklenburg-Voor-Pommeren. De meeste vondsten waren recentelijk in Frankfurt (Oder) Stadt in Brandenburg en de Saksische wijk Meißen. Er zijn momenteel geen verdere vermoedelijke gevallen gemeld in Mecklenburg-Voor-Pommeren. In het geval van AVP-gevallen bij gedomesticeerde varkensstapels is het tot nu toe gebleven bij de vier eerder getroffen bedrijven.
Verhoging ‘jachtpremie Brandenburg’
De deelstaatregering van Brandenburg heeft de jachtpremie verhoogd van 50 naar 80 euro. De nieuwe bonus is bedoeld om de jagers te motiveren om bepaalde gebieden, die eerder nog niet zijn doorzocht op wilde zwijnen, nu wel te doorzoeken en de populatie van wilde zwijnen verder terug te dringen. Het gaat daarbij om gebieden met (overlopende) beken. De premie wordt daarom ook wel de ‘beekbonus’ genoemd.
29 december: teller naar 3.095 besmettingen
Een week voor de jaarwisseling is de teller, wat betreft het aantal AVP gevallen in Duitsland, gestegen tot 3.095. Tussen 21 december en 27 december 2021 registreerde het Friedrich-Loeffler-Institut (FLI) 63 nieuwe AVP-gevallen bij wilde zwijnen in de deelstaten Brandenburg en Saksen. In Brandenburg werden in deze tijdsperiode 38 besmette dieren aangetroffen en in Saksen 25. Volgens de huidige informatie van het Animal Disease Information System (TSIS) zijn er nu in totaal 3.095 bevestigde AVP-gevallen. Wat betreft het aantal AVP gevallen bij varkens gehouden op bedrijven staat de teller tot nu toe op vier gevallen.
Nieuwe landbouw minister kondigt verdergaande maatregelen aan
De nieuwe Duitse minister van Landbouw Cem Özdemir streeft naar een stringentere aanpak van de AVP in zijn land en steun voor de getroffen varkenshouders. Özdemir: „Ons doel is om een verdere verspreiding van AVP en dit virus uit te roeien. Als federale overheid zullen wij onze coördinerende rol meer op ons nemen. Een belangrijke factor hierbij is het sterk terugdringen van het aantal wilde zwijnen.” De minister zegt ook in onderhandeling te zijn met de Europese Commissie hoe de varkenshouders financieel kunnen worden ondersteund in overeenstemming met de Europese subsidies en regelgeving. Met betrekking tot de samenwerking met Polen benadrukt Özdemir: „Ook al hebben we in deze kwestie verschillende opvattingen, we willen de gesprekken met Polen over aanpak van de AVP voortzetten. Dit omdat de infectiedruk van wilde zwijnen die van daaruit naar Duitsland overlopen nog steeds hoog is. Ik juich het toe dat de Europese Commissie een EUVET-missie naar Polen heeft gepland voor begin 2022.”
EUVET-team
Het EUVET-team (European Veterinary Emergency Team) prees onlangs de systematische bestrijding van de AVP-epidemie in Duitsland. Het werk van de EUVET-adviesgroep is een nuttige bouwsteen om lokale autoriteiten te ondersteunen. Een aanbeveling is het vaststellen van een gecoördineerde procedure en uniforme documentatie met betrekking tot AVP-monitoring in de getroffen landen. In dat kader hebben de Duitse federale- en de deelstaatregeringen begin december afspraken gemaakt over verschillende maatregelen. Ook in AVP-vrije landen wordt de vroegtijdige opsporing van AVP geïntensiveerd.
Italië meldt vondst twee wilde zwijnen met Afrikaanse varkenspest
Italië bevestigde dinsdag de vondst van nog twee met Afrikaanse varkenspest besmette wilde zwijnen in Noordwest-Italië. Die melding volgt na de vondst van het eerste besmette zwijn op het vasteland van Italië die 7 januari werd bevestigd.
Het eerste besmette zwijn is gevonden in Ovada, ten noorden van Genua. Die twee andere zwijnen zijn op tientallen kilometers afstand van het eerste besmette wilde zwijn gevonden in Isola del Cantona en Fraconalto. Een groot gebied van ongeveer 40 bij 40 kilometer in de regio’s Piëmonte, Ligurië en Lombardije in Noordwest-Italië is tot besmet gebied verklaard.
Daar wordt nu gezocht naar nog meer kadavers van wilde zwijnen. Geschoten wilde zwijnen zullen ook worden onderzocht. Het zoeken naar kadavers zal in het grote deels bergachtige gebied een flinke klus zijn.
Vogelgriep bij vos vastgesteld in Noord-Brabant.
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) heeft bij een vos uit Dorst in de provincie Brabant vogelgriep vastgesteld.
Het virus is getypeerd als hoog pathogene vogelgriep type H5N1. De vos werd begin december gevonden en vertoonde neurologische verschijnselen zoals rondjes lopen, omvallen en was waarschijnlijk blind. De vos werd opgevangen door een dierenopvang, en is daar wegens de ernstige verschijnselen geëuthanaseerd.
WBVR heeft vervolgens verder onderzoek gedaan naar de genetische samenstelling van het vossenvirus. Het virus lijkt erg op de virussen die werden gevonden bij besmette wilde vogels in Nederland. Het is daarom aannemelijk dat de vos besmet is geraakt door het eten van met vogelgriep besmette wilde vogels. Het bij de vos gevonden virus is niet verwant aan de zoönotische hoog pathogene aviaire influenza (HPAI) H5N1 stammen die in Azië ook mensen geïnfecteerd hebben.
Zoogdieren met vogelgriep
Infectie van vossen met H5N1 virus werd eerder aangetoond in twee vossenpups gevonden in Groningen in mei 2021. Ook elders in Europa zijn enkele H5N1-geïnfecteerde vossen, zeehonden en een otter gevonden. De genetische analyse van het vossenvirus heeft ook aangetoond dat dit virus een marker bevat die belangrijk is voor virusinfectie van zoogdieren. Vergelijkbare genetische markers werden ook gevonden in enkele virussen uit geïnfecteerde zoogdieren in andere landen. Er zijn echter meer genetische aanpassingen nodig voordat een vogelgriepvirus zich kan verspreiden tussen mensen.
Risico voor mensen is klein
De kans dat mensen besmet raken met vogelgriep is heel klein, en het risico voor de volksgezondheid wordt door het RIVM nog steeds ingeschat als laag. Het is belangrijk om alert te zijn op vossen en andere zoogdieren met neurologische verschijnselen die mogelijk worden veroorzaakt door vogelgriep. Daarbij wordt aangeraden om contact met zieke en dode vogels of andere dieren te vermijden. Dode vogels en andere wilde dieren kunnen worden gemeld bij de NVWA of bij Dutch Wildlife Health Centre (DWHC).
Het aantal uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens en wilde zwijnen in Europa is in 2021 gestegen in vergelijking met het jaar daarvoor. De virusziekte is niet tot staan te brengen.
Sinds kort is Afrikaanse varkenspest weer terug bij gehouden varkens in Italië. Het Europese Animal Disease Information System (Adis) meldt een uitbraak op 15 december 2021. Details zijn niet bekend. De vorige uitbraak bij gehouden varkens in Italië dateert van 25 januari 2019. Op het eiland Sardinië is Afrikaanse varkenspest al jarenlang aanwezig onder wilde zwijnen en het lukt nog steeds niet om die besmetting daar weg te krijgen.
In totaal telde het Adis tot 19 december 2021 1.844 uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens. Dat zijn er ruim 600 meer dan in 2020 en weer bijna net zoveel als in 2019, toen er 1.908 uitbraken waren. De stijging in 2021 komt grotendeels voor rekening voor Roemenië. In dat land waren er op 17 december 2021 al 1.648 uitbraken tegenover 1.053 in 2020 en 1.724 in 2019.
Ook in Polen ligt het aantal uitbraken met 124 in 2021 hoger dan in 2020, toen er 103 uitbraken waren. In 2019 waren er in Polen 48 uitbraken. In beide landen gaat het vooral om backyardbedrijven of kleinere varkensbedrijven.
In 2021 waren er in Europa ook nog uitbraken van Afrikaanse varkenspest in Bulgarije, Estland, Letland, Moldavië, Servië, Slowakije en Oekraïne.
Meer besmette wilde zwijnen
Bij wilde zwijnen waren er in 2021 opnieuw meer uitbraken van Afrikaanse varkenspest dan in 2020. De teller bij het Adis staat voorlopig op 11.712, terwijl er 11.027 uitbraken waren in 2020. In 2019 waren het er met 6.407 uitbraken nog veel minder.
Het totale aantal uitbraken zal in 2021 nog wel oplopen. De cijfers over de laatste weken zijn nog niet in het Adis verwerkt. Volgens de cijfers van het Friedrich-LoefflerInstitut zijn er in 2021 in Duitsland 2.717 met Afrikaanse varkenspest besmette zwijnen gevonden. Bij het Adis staat de teller op 2.431 besmettingen.
De meeste besmette wilde zwijnen zijn gevonden in Polen met 3.023 dieren. Daarna volgen Hongarije met 2.568 besmette dieren, Slowakije met 1.622 besmette dieren en Roemenië met 1.019 besmettingen. Ook Bulgarije, Estland, Italië, Letland, Litouwen, Servië en Oekraïne hebben besmette wilde zwijnen gevonden.