De provincie Gelderland verleende in 2019 een ontheffing die de jacht op wild in het leefgebied van de wolf mogelijk maakt. Deze winter moeten er volgens de Faunabeheereenheid (FBE) 8800 zwijnen, 3000 edelherten en 700 damherten worden afgeschoten om de gewenste doelstand te bereiken.
De Faunabescherming(FB) vindt dat bij de berekening van die aantallen geen rekening is gehouden met de wolven die op de Veluwe leven. Bovendien leidt de jacht volgens deze organisatie tot verstoring van de wolf, een zwaar beschermde diersoort. Ze vroeg een voorzieningenrechter om een voorlopige uitspraak. Die kwam er dus vlak voor de Kerst: de jacht mag doorgaan. Maar de FB legt zich daar niet bij neer.
Verstoring van wolven
De FB laat weten beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter en voelt zich daarbij gesterkt door de kanttekening die door de rechter werd geplaatst. Want hoewel er tijdens de huidige jachtperiode (tot 15 maart) niets verandert, is dit volgens de rechter wel hét moment om de situatie opnieuw te bekijken. Ze benadrukte dat toenemende menselijke activiteit wel degelijk tot verstoring van wolven kan leiden.
Er zal rekening moeten worden gehouden met de aanwezigheid van de wolf. Dat zal in de toekomst naar onze stellige overtuiging leiden tot een veel kritischer houding ten aanzien van het afschot van grote hoefdieren.’’
Hertenkalfjes
Namens de FBE werd tijdens de behandeling van de zaak bij de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht overigens benadrukt dat er bij de jacht al rekening wordt gehouden met de komst van de wolf. Zo is de jacht op edelherten in een deel van de Zuidwest-Veluwe stilgelegd, omdat er sinds de komst van wolven naar het gebied veel minder kalfjes werden gezien.