bron: Agrio
Met het afschieten van de ganzen, knalapparaten, lasermachines of nepvossen in het land trachten de boeren vaak tevergeefs de ganzen van hun land te verjagen. Ludolf Fledderman, akkerbouwer in de Kerkhovenpolder in Woldendorp (GR), is veel tijd kwijt met het bestrijden van de ganzen. Vaak zonder resultaat.
„Het helpt even, maar een dag later zijn ze er weer. We hebben al jaren overlast, maar ik merk dat de aantallen groter worden. Met name hebben we hier last van grote koppels met duizenden brandganzen bij de percelen aan de zeedijk. Die zitten hier eerder in het jaar op aardappelland van boeren in de Veenkoloniën. Als de boeren in het land daar aan de slag gaan, komen ze hier naartoe gevlogen. Er komen ook wel eens grauwe ganzen voorbij, maar de meeste schade veroorzaken de brandganzen.”
Schade aan 70 hectare
De schade is aanzienlijk, vertelt Fledderman, die een bedrijf runt met 500 hectare (wintertarwe, suikerbieten, luzerne, consumptieaardappelen, veldbonen). „Ik moet elk jaar wel rekening houden met schade aan tenminste 60 tot 70 hectare akkerbouwland met granen (wintertarwe) door de brandganzen.”
In Groningen en Drenthe is vorig jaar door de provincies weer meer faunaschade vergoed dan voorheen, die vooral door ganzen werden veroorzaakt. In totaal ging het om 25 miljoen euro, ruim 2,5 miljoen euro meer dan in het jaar daarvoor. Boeren hebben een eigen risico en krijgen daarom niet alle schade vergoed.
Lees het volledige interview in de Veldpost van zaterdag 28 augustus. Nog geen abonnee? Vraag hier een gratis proefnummer aan.
Tekst: Agrio
