Wasbeerhond als exoot hoort niet in Nederland thuis

Onderzoek naar ziekteverwekkers bij wasbeerhonden en wasberen

Wasbeerhonden (Nyctereutes procyonoides) en wasberen (Procyon lotor) nemen in aantallen toe en verspreiden zich over Europa. Beide soorten kunnen verschillende ziekteverwekkers bij zich dragen die bij de mens ziektes kunnen veroorzaken. Recent is een publicatie verschenen (https://link.springer.com/article/10.1007%2Fs00436-017-5405-2) over Oostenrijks onderzoek, waarbij werd onderzocht welke ziekteverwekkers wasbeerhonden en wasberen in Oostenrijk bij zich droegen. Acht wasberen en tien wasbeerhonden waren onderzocht. De wasberen droegen nauwelijks ziekteverwekkers bij zich. Ook de wasberenspoelworm, Baylisascaris procyonis, die in zeldzame gevallen bij de mens ernstige ziekteverschijnselen kan veroorzaken, werd niet gevonden. Van de tien onderzochte wasbeerhonden was er één geïnfecteerd met vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) en drie met de parasiet Alaria alata. De bacterie Babesia cf. microti werd in vijf van acht geteste wasbeerhonden gevonden. Trichinella spp. werd niet gevonden.

Vergeleken met deze Oostenrijkse resultaten, zijn in Nederlandse wasbeerhonden en wasberen meer ziekteverwekkers gevonden: in 2014-2015 zijn negen wasbeerhonden onderzocht, waarvan bij één wasbeerhond Trichinella is gevonden, en bij één wasbeerhond vossenlintworm. Daarnaast heeft het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) bij twee wasberen, die eind 2014 werden gevonden in de omgeving van Doetinchem, wasberenspoelworm aangetoond. In 2016 is een nieuw onderzoek gestart. Van de tot nu toe (2016 – medio 2017) geteste zes wasbeerhonden, waren er drie positief voor A. alata, maar Trichinella spp. en Echinococcus multilocularis (vossenlintworm) werden niet gevonden. In deze periode zijn drie wasberen onderzocht, waarbij één dier besmet was met de wasberenspoelworm.

Heeft u een dode wasbeerhond of wasbeer gevonden?

Het Nederlandse onderzoek naar ziekteverwekkers bij wasbeerhonden en wasberen loopt nog tot eind 2017. Laat het ons weten als u een dode wasbeerhond of wasbeer heeft door melding te doen op de website van DWHC via de link Meld hier uw dode dier of neem telefonisch contact op met DWHC (030-2537925). DWHC zorgt dat een koerier het dode dier bij u op komt ophalen. Tips over het veilig verpakken van een kadaver vindt u hier.
Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met het RIVM via miriam.maas@rivm.nl

Meer informatie over het onderzoek is te lezen bij de Lopende projecten op de DWHC-website.




Bestrijding van vrijgestelde soorten in Gelderland weer toegestaan

Gepubliceerd op: 22 april 2025

Sinds 18 april 2025 is het in de provincie Gelderland weer toegestaan om een aantal vrijgestelde diersoorten te bestrijden. Daarom wordt er geen tegemoetkoming verleend bij schade veroorzaakt door deze soorten. Het gaat om de zwarte kraai, kauw, houtduif, vos (landelijk vrijgesteld) en veldmuis (provinciaal vrijgesteld).
Gevolgen voor tegemoetkoming

De provincie Gelderland heeft het aangepaste faunabeheerplan jacht en vrijstellingssoorten goedgekeurd . Daarmee zijn er per direct voldoende mogelijkheden om schade door de genoemde diersoorten aan landbouwgewassen te voorkomen of beperken.

Daarom is er geen tegemoetkoming meer mogelijk voor schade door de zwarte kraai, kauw, houtduif, vos en veldmuis.

Let op: voor schade veroorzaakt door de Canadese gans en het konijn blijft een tegemoetkoming wel mogelijk. Het besluit heeft geen invloed op deze soorten.

Meer informatie

Meer informatie en de achtergrond van dit besluit leest u in het nieuwsbericht: Tegemoetkoming voor faunaschade door vrijgestelde soorten in Gelderland




Wolvenplan 2025 definitief vastgesteld door IPO-bestuur

Gepubliceerd op: 18 april 2025

Het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft het Wolvenplan 2025 vastgesteld. Daarmee is het plan definitief. Het Wolvenplan biedt gezamenlijke uitgangspunten om het samenleven met wolven in Nederland in goede banen te leiden. Daarbij wordt ingezet op schadepreventie, richtlijnen voor ingrijpen, publiekscommunicatie en samenwerking tussen de provincies en het Rijk.

Elke provincie vertaalt deze uitgangspunten naar eigen wolvenbeleid, passend bij de regionale situatie.

De twaalf provincies stemden op 27 maart al in (Deze link opent in een nieuw tabblad) met het plan. Sindsdien zijn er enkele tekstuele verbeteringen doorgevoerd en is het plan digitaal toegankelijk en doorklikbaar opgemaakt.

Bekijk het Wolvenplan 2025 (.pdf)Deze link opent in een nieuw tabblad

Aangepast aan huidige situatie

Het Wolvenplan 2025 vervangt het Wolvenplan uit 2019 en het addendum uit 2023. Sinds de publicatie van die eerdere stukken leven er veel meer wolven in Nederland. Dat roept uiteenlopende reacties en emoties op: er is enthousiasme over de komst van wolven als teken van natuurherstel, maar er zijn ook zorgen over de veiligheid van mensen en dieren. Het Wolvenplan is aangepast op die ontwikkelingen.

Meer aandacht voor schadepreventie

Provincies stimuleren dierhouders om wolfwerende rasters te plaatsen om aanvallen op vee te voorkomen. In veel provincies is subsidie beschikbaar voor zo’n raster. In de vernieuwde Faunaschade PreventieKitDeze link opent in een nieuw tabblad staat waaraan een wolfwerend raster moet voldoen. In het Wolvenplan staat dat zo’n raster in de toekomst verplicht kan worden voor een tegemoetkoming in wolvenschade.

Meer duidelijkheid over mogelijkheden voor ingrijpen

In de Interventierichtlijnen (.pdf) van het Wolvenplan staat hoe er gereageerd kan worden op gevaarlijke situaties met wolven. In het nieuwe Wolvenplan zijn meer scenario’s en mogelijkheden voor ingrijpen beschreven bij incidenten tussen wolven en mensen, honden of vee en bij een dode of gewonde wolf.

Betere samenwerking met het Rijk

Het Rijk en de provincies werken samen binnen de Landelijke Aanpak Wolven. Binnen die Landelijke Aanpak wordt aandacht besteed aan onder andere preventieve maatregelen tegen wolvenschade, kennisdeling en internationale samenwerking. De uitgangspunten van de Landelijke Aanpak zijn meegenomen in het nieuwe Wolvenplan. Over de uitvoering van de Landelijke Aanpak moeten nog financiële afspraken met het Rijk worden gemaakt.

Betere publiekscommunicatie

Onderdeel van de Landelijke Aanpak Wolven is het Landelijk Informatiepunt Wolf, dat wordt opgericht door het Rijk en de provincies. Burgers, dierhouders en andere belanghebbenden kunnen straks terecht bij het Informatiepunt voor betrouwbare en actuele informatie over wolven.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Jelle Beemsterboer, gedeputeerde en voorzitter van de Bestuurlijke Adviescommissie Landelijk Gebied: “De aanwezigheid van de wolf in Nederland roept veel vragen op. Dit geactualiseerde plan biedt duidelijkheid en handvatten voor het beheersen van schade aan vee, gevaar voor mensen en overlast. Samen met het Rijk en lokale partijen blijven we daaraan werken.”

Downloads

Wolvenplan 2025
Wolvenplan 2025 – Bijlage Interventierichtlijnen




Uitspraak Raad van State – Plannen van aanpak Wildbeheereenheden

Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 april 2025 (zaaknummer 202401928/1/A3):


Samenvatting uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak – 16 april 2025

Achtergrond

[Appellant] had bij het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om documenten over ontheffingen voor het beheer/bestrijding van bepaalde diersoorten tussen 2015 en 2020. Het college gaf de meeste documenten, maar weigerde de zogenoemde plannen van aanpak van wildbeheereenheden. Volgens het college berusten deze niet bij hen.

Procedureverloop

  • Het bezwaar van [appellant] werd gedeeltelijk gegrond verklaard.
  • De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep tegen die beslissing ongegrond.
  • [Appellant] ging in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Oordeel Afdeling

De Afdeling bevestigt het oordeel van de rechtbank:

  • Het college heeft geloofwaardig aangegeven dat de plannen van aanpak niet bij hen berusten, en het is aan [appellant] om het tegendeel aannemelijk te maken. Dat is niet gelukt.
  • Het feit dat in Limburg deze plannen soms wel gedeeld worden, maakt niet dat dit ook in Zuid-Holland verplicht is.
  • De wildbeheereenheden zijn geen bestuursorganen en werken ook niet onder verantwoordelijkheid van het college. Daarom hoeft het college deze plannen niet op te vragen of openbaar te maken volgens de Wob.
  • Het college was ook niet verplicht om het Wob-verzoek door te sturen naar de Faunabeheereenheid (FBE), omdat dat geen bestuursorgaan is.

Uitspraak

  • Het hoger beroep is ongegrond.
  • De uitspraak van de rechtbank blijft in stand.
  • Er is geen proceskostenvergoeding toegekend.




Populatie damherten in Hoeksche Waard Zuid-Holland kan naar verantwoord aantal worden teruggebracht

Gepubliceerd op 15 april 2025

Op maandag 14 april besloot de voorzieningenrechter een voorlopige uitspraak te doen over de damhertenpopulatie in de Hoeksche Waard. Deze mag worden teruggebracht tot 40 dieren. De uitvoering gebeurt op basis van het door de stichting Faunabeheereenheid Zuid-Holland opgestelde plan van aanpak.

Door deze uitspraak kan nu uitvoering worden gegeven aan de door Provinciale Staten aangenomen motie ‘Eerst beheren, dan evalueren!’ (motie nummer 1574). Daar in werd verzocht om: ‘tot aan de uitspraak van de rechter in de bodemprocedure per direct te kiezen voor beheer van de damherten naar een verantwoord aantal met betrekking tot de verkeersveiligheid, schadebeperking voor de agrarische ondernemers en de populatie in de Hoeksche Waard.’

Beheren en monitoren
In opdracht van de provincie gaat de stichting Faunabeheereenheid aan de slag met het beheren en monitoren van de populatie damherten. Dit gebeurt tot de zaak voorkomt bij de rechter in de bodemprocedure.

Veel schade
De damherten zijn in 2000 ontsnapt in de Hoeksche Waard en lopen in een gebied dat is ingericht voor agrarisch gebruik. Damherten komen van nature niet voor in de Hoekse Waard. Zij hebben geen eigen leefgebied. Een grote kudde damherten vormt een bedreiging voor de biodiversiteit, de verkeersveiligheid en de schade aan landbouwgewassen. Daarom is beheer noodzakelijk. Behalve de verdubbeling van de populatie eens in de drie jaar, leidt de keuze voor het voortbestaan van een kleiner aantal damherten op den duur mogelijk tot ziektes, waardoor de roedel alsnog mogelijk door onnodig lijden verdwijnt. In 2020 was het besluit van de provincie dat de beste beheervorm is om de damhertenpopulatie in de Hoeksche Waard terug te brengen tot 0.

Definitieve uitspraak
De definitieve uitspraak van de rechter in de bodemprocedure over het voortbestaan van de damherten in de Hoeksche Waard wordt pas over twee jaar verwacht. 

Meer informatie over de damherten vind je op onze webpagina (opent in nieuw venster)




Wasbeerhond rukt op in Nederland

Steeds vaker gespot

Tien jaar geleden was het nog bijzonder om een melding te krijgen van een wasbeerhond in Nederland – er kwamen er toen gemiddeld zo’n tien per jaar binnen. Maar sinds 2019 is dat flink veranderd. Steeds vaker worden deze schuwe nachtdieren vastgelegd op wildcamera’s, als verkeersslachtoffers gemeld of gewoon gezien door oplettende natuurliefhebbers. In 2022 was er een opvallende dip in het aantal meldingen, waarschijnlijk door de coronamaatregelen: minder verkeer én minder geplaatste wildcamera’s. Na die tijdelijke daling is de stijgende lijn weer doorgezet. Voor 2025 ligt het aantal meldingen nu nog laag, maar de zomermaanden – dé tijd om wasbeerhonden te spotten – moeten nog komen.

Waar zitten ze vooral?

Wie de verspreidingskaart erbij pakt, ziet het meteen: de wasbeerhond heeft vooral in het noorden van het land vaste voet aan de grond gekregen. Friesland, Groningen, Drenthe en delen van Overijssel zijn inmiddels vaste woonplaatsen voor deze exoot. Ze voelen zich vooral thuis in gebieden met veel water en natuur, zoals het Friese merengebied, De Onlanden, het Zuidlaardermeergebied en de Kop van Overijssel. Ook in Flevoland, met name in het Horsterwold, zit inmiddels een populatie. Verder duiken ze op langs de IJssel, in de Gelderse Poort, en zelfs in het westen en zuiden van het land zijn er waarnemingen gedaan. Zelfs op Vlieland en Ameland zijn (aangespoelde) dieren gevonden – avonturiers die het misschien zwemmend probeerden.

Wat betekent dit?

Het is duidelijk: de wasbeerhond is niet langer een zeldzame verschijning, maar maakt serieus deel uit van de Nederlandse fauna. En dat vraagt om actie, want de soort staat op de Europese Unielijst van invasieve exoten. Dat betekent dat Nederland verplicht is om iets te doen. In het geval van de wasbeerhond – een zogeheten artikel-19-soort – moeten er beheersmaatregelen komen. Uitroeien is in de praktijk haast onmogelijk, want ze zijn schuw, ’s nachts actief en planten zich snel voort. Maar lokaal ingrijpen in kwetsbare gebieden waar overlast dreigt, is wél haalbaar en belangrijk.

Help mee

Wie een wasbeerhond ziet, kan dat melden via Telmee.nl of Waarneming.nl. Heb je een wildcamera en wil je bijdragen aan het onderzoek? Sluit je dan aan bij het NEM Meetprogramma Exoten.

bron: Zoogdiervereniging op Nature Today, 10/04/202




Tweede Kamer wil jacht beperken: ‘Wild is voor de wolf’

De Tweede Kamer heeft recentelijk een motie aangenomen om de jacht op prooidieren van de wolf tijdelijk te stoppen in gebieden waar wolven voorkomen. Dit moet voorkomen dat wolven door voedseltekort vaker vee zoals schapen aanvallen Het voorstel, ingediend door PvdD en PVV, kreeg brede steun, ondanks bezwaren van staatssecretaris Jean Rummenie (BBB), die een eigen wolvenplan ontwikkelt. Hij gaf aan dat niet het ministerie, maar de provincies verantwoordelijk zijn voor het op stellen van de Faunabeheerplannen en het verlenen van de ontheffingen, voor de bejaging van grofwild zoals; herten, wilde zwijnen en reewild en de minister hier dus niet over gaat.

Beleid en onderzoek
Staatssecretaris Rummenie richt zich op het verlagen van de beschermde status van de wolf via Brussel, wat een langdurig proces is. Daarnaast onderzoekt hij de staat van instandhouding van de wolvenpopulatie om toekomstige beleidsruimte te creëren.

Politieke discussies
Tijdens het Kamerdebat botsten partijen over de wolf. Caroline van der Plas (BBB) bekritiseerde eerdere “sprookjes” over wolven die schuw zouden blijven, terwijl PVV’er Dion Graus tegen afschot pleitte en collega’s persoonlijk aanviel. Anderen, zoals GroenLinks-PvdA en D66, benadrukten het belang van samenleven met wolven en vroegen om meer preventieve maatregelen.

PVV-Kamerlid Dion Graus stelde dat dit mogelijk kan voorkomen dat de wolf, wanneer zijn voornaamste prooi niet meer beschikbaar is, overgaat op alternatieve dieren zoals schapen. Deze maatregel zou volgens hem bovendien helpen om de populatie wilde zwijnen beter in kaart te brengen en zo waardevolle kennis en ervaring op te doen met de wolf in het ecosysteem.

Daartegenover staat, de coalitiepartij BBB, vindt dat de jacht en het bredere faunabeheerplan, waar onder meer het beheer van flora en fauna in een ‘aangeharkte tuin’ als Nederland onder valt, niet verstoord moet worden. Caroline van der Plas benadrukte dat het huidige beheer onlosmakelijk verbonden is met het geheel van natuurbescherming en -beheer.
Deze discussie illustreert de spanning tussen het behoud van een evenwichtig ecosysteem – waarin de wolf een rol speelt – en het traditionele beheer van fauna in Nederland.

Een motie van BBB en PVV voor onderzoek naar “valwild” – kadavers die na aanrijdingen in natuurgebieden blijven liggen – is ook aangenomen. Theorieën suggereren dat wolven hierdoor mensengeur associëren met voedsel, wat tot minder schuw gedrag leidt.

Praktische maatregelen
Rummenie kondigde een landelijk team aan voor het plaatsen van wolfwerende hekken en ondersteuning bij subsidieaanvragen. Een ruimtelijke visie moet duidelijk maken waar wolven wel en niet gewenst zijn, terwijl een informatiepunt burgers en boeren moet adviseren. Budgettaire invulling hiervan volgt nog via de voorjaarsnota.

Toekomstplannen
Er wordt gewerkt aan definities voor “probleemwolven” en juridische kaders voor afschotvergunningen, met een AMvB-voorstel voor eind 2025. Incidenten zoals de aanval op een meisje in Leusden onderstrepen de urgentie, maar concrete acties blijven afhankelijk van Europese goedkeuring en onderzoeksresultaten.





Grofwildjagers gezocht voor het invullen van een korte vragenlijst over karkas en ontweidsel

Het Dutch Wildlife Health Centre(DWHC) is op zoek naar grofwildjagers die een korte vragenlijst willen invullen over het eerste onderzoek naar grofwild. Daarmee helpen jullie het DWHC met gegevens verzamelen voor een dierziektemodel over afwezigheid van rundertuberculose.

Wat houdt meedoen aan dit onderzoek in?

Hiervoor moet u een enquête invullen (dit kost ongeveer 10 minuten).
Dit kan via de QR code hiernaast of de volgende link: https://survey.uu.nl/jfe/form/SV_eEfalt35VwWq97g

Wie kan meedoen?

Elke grofwildjager, zowel gekwalificeerde personen (GP) als anders.

Waarom doen we dit onderzoek?

Nederland is sinds 1999 officieel vrij van rundertuberculose, maar in het buitenland komt de ziekte, in zowel gehouden als wilde dieren, wel voor. Ondanks voorzorgsmaatregelen is de import van de ziekte rundertuberculose vanuit het buitenland mogelijk.
Daarom is het van belang een vinger aan de pols te houden. Maar hoe goed is onze monitoring van rundertuberculose bij wilde dieren? Wat is de kans dat als het niet waargenomen wordt het er ook echt niet is? En stel er wordt ineens wel een casus gevonden, hoeveel zijn er dan misschien al besmet waarvan het niet weten?
Hiermee wil het DWHC de bijdrage, van o.a. grofwildjagers in het veld, aan de kans op het ontdekken van rundertuberculose in wilde dieren op verschillende niveaus te bepalen. De jager verricht namelijk na afschot het eerste onderzoek bij grofwild en draagt daarmee bij aan de monitoring.

Wat gebeurt er met de resultaten van de enquête?

De resultaten worden gebruikt in een model waarmee we kunnen berekenen wat de kans is dat wilde dieren rundertuberculose-vrij zijn op basis van de monitoring die plaatsvindt. 

Wat is rundertuberculose?

Rundertuberculose is een chronische bacteriële ziekte bij dieren die veroorzaakt wordt door bacteriën van het Mycobacterium tuberculose-complex, met name M. bovis. Het is een ziekte die van dier op mens kan worden overgebracht (zoönose), en runderen zijn de belangrijkste bron van besmetting van mensen. De ziekte besmet naast runderen ook andere gehouden dieren zoals schapen, geiten, paarden, varkens, honden, katten, en wilde diersoorten zoals wilde zwijnen, dassen en hertachtigen. De naam tuberculose komt van de knobbels (tuberkels) die gevormd worden in de lymfeknopen en andere weefsels bij geïnfecteerde dieren en mensen.

Waarom meedoen aan dit onderzoek?

Rundertuberculose is dus een ernstige ziekte voor dier en mens. Veel leed kan voorkomen worden als de ziekte snel opgespoord wordt.

Toestemming en privacy

Er worden geen persoonsgegevens gevraagd bij dit onderzoek.




Ondersteun beginnende jagers door uw mentorschap

Om de toekomst van verantwoord en duurzaam jagen te waarborgen, willen we binnen de WBE’s mentorschappen stimuleren. Ervaren jagers kunnen een cruciale rol spelen in de begeleiding van beginnende jagers door praktijkkennis, ethiek en veiligheidsprincipes over te dragen.

www.BeginnendeJagers.com is een platform voor nieuwe jagers die hun kennis, vaardigheden en netwerk willen uitbreiden. Wij brengen beginnende en ervaren jagers samen om verantwoord en duurzaam jagen te bevorderen. Via mentorschap, praktische tips en gedeelde ervaringen helpen we jagers groeien binnen de jachtgemeenschap. Samen zorgen we voor een sterke en toekomstbestendige jachtcultuur in Nederland.
 
Wij willen u daarom vragen deze oproep onder de WBE’s in uw provincie te verspreiden en hen te enthousiasmeren om bij te dragen aan dit initiatief. WBE’s kunnen hierin een actieve rol spelen door zelf invulling te geven aan de inhoudelijke activiteiten binnen het mentorschap. Zo kunnen deze aansluiten bij de specifieke uitdagingen en thema’s binnen hun eigen provincie of gebied.

Wij horen graag of u bereid bent deze oproep te delen en denken graag mee over de verdere invulling. Staat een WBE open voor mentorschappen en willen ze beginnende jagers ondersteunen? Laat ze dan aub contact met ons opnemen via de website of dit e-mail adres.

Met vriendelijke groet

Daniel Datau
Oprichter | Beginnende Jagers

T:06 41122332
E: info@beginnendejagers.com
I: www.beginnendejagers.com




Ganzenbeheer nu toch mogelijk rond Natura 2000-gebieden in Friesland

De eerder gehanteerde 150 meter verstoringsvrije zone, zoals opgenomen in de populatievergunning grauwe gans 2024, komt te vervallen. Dat besluiten Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Friesland.

Beheer binnen Natura 2000-gebieden kan daarentegen uitsluitend plaatsvinden wanneer aantoonbaar vaststaat dat dit niet leidt tot een significant negatief effect op de aanwezige natuurwaarden of indien hier vergunning voor is verleend, zo benadrukken GS. Het dagelijks bestuur van de provincie heeft het faunabeheerplan Grauwe Ganzen 2024-2029 vastgesteld. Vanaf 1 april is bestrijding van de grauwe gans, middels de verleende populatievergunning, mogelijk.

Afschot van 1 maart tot en met 30 september

Populatiebeheer middels afschot van 1 maart tot en met 30 september, nestbehandeling van januari tot 1 juli en koppelvormerbeheer in februari zijn bijbehorende maatregelen, zo meldt Faunabeheereenheid (FBE) Fryslân. Deze maatregelen gelden voor de duur van het faunabeheerplan en voor 2025 zal afschot starten vanaf 1 april in plaats van 1 maart.

GS schrapt tevens de vier weken wachttermijn, waarbinnen de nieuwe populatievergunning normaal gesproken nog niet kan worden gebruikt. Dit vanwege de sterk toenemende schade die door de grauwe gans volgende maand in april wordt aangericht. De grote Canadese gans is aangewezen als landelijk vrijgestelde soort en hiervan zijn de schadegegevens nog incompleet. Voor deze soort wordt daarom op dit moment geen populatievergunning afgegeven. De cijfers van 2025 zullen bepalend zijn voor de beheermogelijkheden in 2026.

Evengoed schade melden

Volgens de FBE draagt de populatievergunning bij aan de provinciale doelstelling om schade door grauwe ganzen effectief te bestrijden. De FBE vraagt om schade die ondanks alle inspanningen in de komende maanden niet kan worden voorkomen, te melden bij BIJ12 Faunazaken. Ook roept de beheersorganisatie op om actief deel te nemen aan de gebiedsdekkende ganzentelling omdat deze volgens de FBE belangrijk zijn voor schadebestrijding en populatiebeheer.