Meer duidelijkheid over opruimen dode wilde vogels met vogelgriep

image_pdfimage_print

Het opruimen van dode wilde vogels met vogelgriep wordt voortaan per regio georganiseerd. Het ministerie van LNV heeft een leidraad opgesteld om het opruimen van de vogels in bijvoorbeeld weilanden en bij plassen te coördineren. Volgens natuurorganisaties gaat de leidraad niet ver genoeg en zijn er meer maatregelen nodig.

Er komt onder meer een app en landelijke telefoonnummer om dode wilde vogels te melden. Ook wordt een landelijke werkgroep met experts opgericht om de regionale coördinatie van het opruimen van dode wilde vogels te faciliteren. Zo moet duidelijk zijn wie in welke regio de verantwoordelijkheid neemt. Dat kan een veiligheidsregio zijn, maar ook provincies of gemeentes kunnen de regie oppakken.

Een wettelijke verplichting voor terreineigenaren om kadavers op te ruimen komt er niet. Natuur- en dierenhulporganisaties hadden daar wel voor gepleit. De twee dierenhulporganisaties DierenLot en Wildopvang.nl willen ook financiële ondersteuning van de overheid.

De ‘Leidraad omgang met wilde vogels met vogelgriep‘ is te vinden op de website van het ministerie van LNV.

Deze leidraad gaat over het opruimen van dode in het wild levende vogels (hierna: wilde vogels), waarvan wordt vermoed dat ze besmet zijn met hoogpathogene vogelgriep (hierna: vogelgriep) en de omgang met zieke wilde vogels. Deze leidraad ziet met name op de situatie waarin grote aantallen wilde vogels in Nederland dood gaan, in grote waarschijnlijkheid aan een hoogpathogeen vogelgriepvirus.

Het opruimen van kadavers van wilde vogels kan belangrijk zijn om besmetting van mensen, in het wild levende (zoog)dieren en gehouden dieren te voorkomen. Het niet opruimen van grote hoeveelheden dode dieren kan ook andere ziekten in de hand werken zoals botulisme en kan invloed hebben op de waterkwaliteit. Het is daarom belangrijk dat grote aantallen dode vogels opgeruimd worden.

Het opruimen van dode vogels met vogelgriep is een complex vraagstuk dat van verschillende perspectieven bezien kan worden. De afweging waar en wanneer dode vogels opgeruimd moeten of kunnen worden is niet eenduidig. Opruimen op stranden, op openbare plaatsen of juist in natuurgebieden of broedkolonies vraagt ieder zijn eigen afweging en vergt soms ook hele specialistische expertise.

Het is belangrijk dat het opruimen afgestemd wordt met zowel deskundigen over vogelgriep in wilde vogels als deskundigen over de betreffende wilde vogelsoorten zelf. Daarbij is het uitgangspunt dat eigenaren van de grond waar de kadavers liggen of terreinbeheerders zelf bepalen hoe het opruimen ingevuld wordt en om de afweging te maken wanneer vogels wel of niet opgeruimd moeten worden.

De situatie waarin het opruimen van enkele vogels gewenst is vanwege sterfte in broedkolonies wordt in deze leidraad een aantal keer als voorbeeld van de complexiteit aangehaald. De leidraad biedt op dit moment geen concrete protocollen die in een dergelijke situatie in het veld gebruik kunnen worden. Hier wordt aan gewerkt. De leidraad zal op dit punt later worden aangevuld.

bron: Ministerie van LNV / NOS, 30/11/2022

Reacties zijn gesloten.