Afschotdiscussie over edelherten nadert ontknoping.
Bron: de Stentor
De noodzaak voor het afschieten van edelherten in de Oostvaardersplassen: dat punt stond vandaag ter discussie bij de Raad van State. Eind vorig jaar oordeelde de rechter nog dat de Gedeputeerde Staten en Staatsbosbeheer dat niet voldoende konden onderbouwen. Een afschotverbod volgde
Met het afschieten van honderden edelherten krijg je in de Oostvaardersplassen niet de natuur terug die er eind jaren negentig was, stelde de raadsvrouw van natuurorganisatie Faunabescherming vandaag bij de Raad van State. Laat dat nu volgens Staatsbosbeheer en de provincie Flevoland juist een belangrijke reden om het aantal edelherten wél van zo’n 1.500 naar 490 terug te brengen.
Volgens GS en Staatsbosbeheer hebben de herten en andere grote grazers de Oostvaardersplassen de afgelopen twintig jaar van een afwisselend moerasgebied in een monotoon grasland afgevreten. Daardoor zijn er volgens een ecoloog van Staatsbosbeheer meer dan veertig beschermde broedvogel- en knaagdierensoorten uit het gebied verdwenen. En daarom moet de hertenstand flink worden ingedamd.
GS en Staatsbosbeheer hopen dan ook dat de Raad een eerder afschotverbod van de rechtbank in hoger beroep van tafel veegt. Als het hoogste bestuursrechtscollege dat doet kan er vanaf volgende maand weer op edelherten worden geschoten, zo bleek tijdens een rechtszaak in Den Haag.
Afschotverbod
Een aantal natuurorganisaties, zoals Faunabescherming en Dierbaar Flevoland, ziet dat helemaal niet zitten en vindt dat de rechtbank eind vorig jaar terecht een afschotverbod afkondigde. De rechter vond toen dat GS en Staatsbosbeheer de noodzaak voor het afschieten van zoveel herten niet goed heeft onderbouwd.
Volgens de zegsvrouw van Staatsbosbeheer is er wel een goede onderbouwing, namelijk het terugbrengen van meer biodiversiteit. Want sinds eind jaren negentig is in de Oostvaardersplassengebied door de enorme groei van het aantal edelherten en andere grote grazers veel biodiversiteit verdwenen. Door het jarenlange grazen ontstonden steeds grotere vlaktes, die vooral geschikt zijn voor de grazers, ganzen en andere weidevogels.
Staatsbosbeheer wil terug naar toestand eind jaren negentig toen er nog veel meer riet, ruigtes en bosjes waren, waar veel zangvogels, kleine knaagdieren en roofvogels, zoals de kiekendief, voorkwamen. Door een groot aantal herten af te schieten en delen van het gebied natter te maken willen Staatsbosbeheer en Flevoland meer verschillende landschappen en vogelsoorten terugkrijgen.