Nieuwsbrief Jagen.nl

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Provincie Drenthe wil zes extra foerageergebieden voor ganzen

Brandganzen

Provincie Drenthe wil het aantal rustgebieden voor overwinterende ganzen flink uitbreiden. Het betreft nieuwe reservaten nabij het Leekstermeer, maar ook in het Hunzedal, Bargerveen en Dwingelderveld en bij Coevorden en Nijeveen.

De maatregel dient om de bescherming van het toenemende aantal trekganzen te verbeteren en maakt deel uit van het ganzenakkoord dat de Faunabeheereenheid Drenthe onlangs heeft gesloten.

Volgens voorzitter Piet van Dijk van de Faunabeheereenheid Drenthe vormt het ganzenakkoord de basis voor een goed evenwicht tussen schadebestrijding en een duurzaam beheer van ganzen in Drenthe. ‘Internationaal gezien is ons land van groot belang voor overwinterende watervogels, waaronder ganzen. Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land. Maar ook het aantal ganzen dat het hele jaar in ons land blijft, groeit de laatste jaren sterk. Dit leidt tot meer schade aan landbouwgewassen.’

Evenwicht

In het ganzenakkoord wordt een evenwicht gezocht tussen beschermen en beheren. Bij beschermen gaat het om de ruimte voor het dier en de internationale verplichting die Nederland heeft voor trekganzen. Bij beheren gaat het om het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Overwinterende ganzen mogen in de periode van 1 oktober tot 1 april al niet opzettelijk worden verstoord in de vier in 2017 aangewezen Drentse rustgebieden nabij het Leekstermeer ten noorden van Roden. Aan de zuidoever van het meer is indertijd 500 hectare ingetekend als foerageergebied voor de kolgans en de grauwe gans.

Eigenaren in de aangewezen gebieden krijgen sindsdien een vaste vergoeding van 50 euro per schade per hectare per jaar. Daarnaast is volledige vergoeding van schade mogelijk en zijn er geen taxatiekosten.

Analyseren

Van Dijk: ‘We gaan nog per deelgebied nader analyseren en onderbouwen waar extra foerageergebied kan worden aangewezen. Ook hier ontvangen de grondgebruikers dan hiervoor een vergoeding van de provincie. De manier van compenseren wordt vereenvoudigd om de deelnamebereidheid te vergroten.’

De voorzitter van de Faunabeheereenheid Drenthe overhandigde het akkoord vrijdag aan de provincie. ‘We hebben als Faunabeheereenheid Drenthe advies gevraagd aan een commissie van deskundigen die vanuit verschillende achtergronden naar de ganzenproblematiek heeft gekeken en een advies heeft gegeven over de inhoud van een akkoord. Dat advies heeft de Faunabeheereenheid Drenthe overgenomen, zodat het maatschappelijk draagvlak is verzorgd. We hebben een akkoord op hoofdlijnen dat een goede basis vormt voor een goede balans tussen het beperken van schade en ruimte voor instandhouding van een duurzame populatie.’

Bron: Nieuwe Oogst
 



Ganzenakkoord Drenthe verenigt partijen rond beheer en schade

Ganzen in morgenzon

Vrijdag 18 november overhandigde Piet van Dijk, voorzitter van de Faunabeheereenheid Drenthe (FBE) het zogeheten Drents ganzenakkoord aan gedeputeerde Henk Jumelet. In het akkoord zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende belanghebbenden. Ze vormen de basis voor een goed evenwicht tussen schadebestrijding en een duurzaam beheer van ganzen in Drenthe.

Internationaal gezien is ons land van groot belang voor overwinterende watervogels waaronder ganzen. Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land. Maar ook het aantal ganzen dat het hele jaar in ons land blijft, groeit de laatste jaren sterk. Dit leidt tot meer schade aan landbouwgewassen.

In de natuurvisie heeft de Provincie Drenthe daarom ingezet op het vinden van een balans tussen het beschermen en beheren van ganzen. Bij beschermen gaat het om de ruimte voor het dier en de internationale verplichting die Nederland heeft voor trekganzen. Bij beheren gaat het om het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.

Om de balans hiertussen te vinden heeft gedeputeerde Henk Jumelet de FBE gevraagd om tot een ganzenakkoord te komen. Dit omdat deze balans ook moet kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak. Henk Jumelet: “Diverse partijen en hun uiteenlopende belangen zijn in de FBE vertegenwoordigd. Ik heb de FBE daarom gevraagd of zij dit akkoord kunnen opstellen en ik ben blij dat zij daartoe in staat zijn geweest.”

Voorzitter van de FBE, Piet van Dijk, overhandigde vandaag dit akkoord formeel aan de provincie.

Voorzitter Piet van Dijk van Faunabeheereenheid Drenthe overhandigt het Drents ganzenakkoord aan gedeputeerde Henk Jumelet.

“We hebben als FBE advies gevraagd aan een commissie van deskundigen die vanuit verschillende achtergronden naar de problematiek hebben gekeken. Zij zijn in staat geweest een advies te geven over de inhoud van een akkoord. Dat advies heeft de FBE vastgesteld, zodat het maatschappelijk draagvlak is verzorgd. We hebben een akkoord op hoofdlijnen dat een goede basis vormt voor een goede balans tussen het beperken van schade en ruimte voor instandhouding van een duurzame populatie.”

Omdat de FBE ook naar maatwerk per gebied wil, worden op basis van het Drents ganzenakkoord nog nadere uitwerkingsplannen per deelgebied gemaakt. De gebieden zijn: Leekstermeer, Hunze, Bargerveen, Coevorden, Dwingelderveld en Nijeveen. Piet van Dijk: “Zo gaan we per deelgebied bijvoorbeeld nader analyseren en onderbouwen waar extra foerageergebied kan worden aangewezen. De grondgebruikers ontvangen hiervoor een vergoeding van de provincie. Ook de manier van compenseren wordt vereenvoudigd om de deelnamebereidheid te vergroten.”




Steenmarterbeheer draagt bij aan nestsucces weidevogels in Friesland

Steenmarter

Er komen meer weidevogeleieren uit als de steenmarter beheerd wordt. Dat wijst de evaluatie van de pilot ‘Steenmarterbeheer 2017-2022’ in de provincie Friesland uit. Het percentage uitgekomen nesten bij optimaal steenmarterbeheer nam gemiddeld met 28% toe in de pilotgebieden. De pilot was een  amenwerking van de provincie Friesland met de partners van het Olterterp overleg.

Uit cameraonderzoek bij weidevogelnesten blijkt dat veel nesten verloren gaan omdat steenmarters de eieren opeten. Daarom is de pilot steenmarterbeheer van 2017 tot en met 2022 uitgevoerd, waarbij is onderzocht wat het effect van het vangen en doden van steenmarters op het percentage uitgekomen nesten is.

De pilot startte in 2017 in het gebied Soarremoarre bij Akkrum. Vanaf 2020 is dat uitgebreid naar in totaal 8 gebieden, in 2021 naar 14 en het afgelopen jaar naar 19 gebieden. Het gaat om gebieden waar boeren het weidebeheer al afstemmen op weidevogels. Bijvoorbeeld door later te maaien of het land in stroken te maaien.

De resultaten werden gemonitord met ongeveer 3800 wildcamera’s. Het blijkt dat wanneer het steenmarterbeheer optimaal is uitgevoerd, en aangevuld met beheer van de vos, het percentage uitgekomen nesten significant toeneemt. Waar dat vóór de pilot gemiddeld 50% was, is dat nu gemiddeld 78%. Het aandeel van de steenmarter in het totale nestverlies was 3,5% bij optimaal beheer van de predatoren. Dit was 17,7% in het jaar voorafgaand aan de pilot.

Wat verder opvalt is dat er jaarlijks een vrij constante instroom van nieuwe steenmarters in de pilotgebieden is. Om het beheer effectief uit te voeren dient het steenmarterbeheer dus elke winter en voorjaar opnieuw te worden uitgevoerd. Ook blijkt dat het doden van steenmarters niet leidt tot hogere nestpredatie door andere soorten. 

Op basis van de pilotresultaten heeft de Faunabeheereenheid Friesland voor het weidevogelseizoen 2023 een ontheffingsaanvraag voor steenmarterbeheer in de 19 pilotgebieden aangevraagd. Dit is aangevuld met nog eens 7 nieuwe gebieden.

 

bron: Provincie Friesland, 16/11/2022



De bodemprocedure, gedeelte sluiting wildlijst en tellingen – een Q&A

Inmiddels is het jachtseizoen al ruim een maand aan de gang. Toch voelt het dit jaar anders. De minister besloot om dit jachtseizoen de jacht op konijn in het hele land en het haas in drie provincies niet toe te staan. De Jagersvereniging heeft getracht via een kort geding tegen de Staat een voorlopige voorziening te vragen, waardoor de jacht op het haas in Groningen, Utrecht en Limburg toch kon doorgaan. Niet geheel onverwacht wees de voorzieningenrechter het verzoek af. Het onderwerp is te complex voor een korte termijn uitspraak. De zaak zal nu letterlijk en figuurlijk tot de bodem worden uitgezocht in een bodemprocedure tegen de Staat.

Vanzelfsprekend roept dit hele proces veel vragen op. Wij proberen in dit artikel de meest gestelde vragen te beantwoorden.

Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?
Het onderzoek waar de minister haar regeling op gebaseerd heeft, berust op onjuiste beoordelingsmethodes en discutabele keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Een paar korte punten:

  • Het referentiejaar 1950 is niet alleen discutabel, ook de bijbehorende grafiek die de ruim 60% daling van de populatie aangeeft klopt niet. Deze is samengesteld uit twee databronnen. De eerste jaren waarin de grootste daling te zien is, zijn gebaseerd op – hoogstwaarschijnlijk regionale – afschotcijfers van onderzoeker Broekhuizen. Het tweede – meer stabiele – deel van de grafiek bestaat uit afschotcijfers van jagers. Om een populatietrend te bepalen, kijk je naar meer recente gegevens van enkele generaties van de betreffende diersoort of hooguit 10 tot 20 jaar. De wereld zag er immers medio vorige eeuw compleet anders uit.
  • Dat het haas de status ‘gevoelig’ heeft gekregen op de Rode Lijst, wil niet zeggen dat de staat van instandhouding in het geding is. Dit is pas het geval wanneer een diersoort met uitsterven wordt bedreigd. En dat stempel kun je niet op het haas plakken, met een populatiegrootte van minimaal ruim 200.000 hazen in Nederland. Bovendien wil de Jagersvereniging dat de rechter duidelijkheid verschaft over het feit dat een ongunstige staat van instandhouding niet hetzelfde hoeft te zijn als dat de staat van instandhouding in het geding is. Hierbij komt dat de staat van instandhouding van de haas en de konijn gunstig is.
  • In het WEnR-rapport zijn de haas en het konijn behandeld als ‘habitatrichtlijnsoorten’. Dit zijn soorten die op Europees niveau op een speciale lijst zijn geplaatst omwille van hun kwetsbare populatie. Echter, de haas en het konijn staan helemaal niet op de habitatrichtlijn-lijst. Deze zoogdieren zouden daarom ook niet volgens de strenge habitatrichtlijnmethode langs de meetlat gelegd mogen worden.

Goed om te weten: habitatrichtlijnsoorten worden nauwlettend gemonitord, omdat er een rapportageplicht geldt voor lidstaten ten aanzien van deze bedreigde soorten. Haas en konijn zijn geen habitatrichtlijnsoorten; er bestaat dus geen rapportageplicht en de populaties van deze soorten worden niet nauwlettend gemonitord. Het is uiteindelijk helemaal niet bekend hoeveel hazen en konijnen er nu werkelijk voorkomen in Nederland.

De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Welk nut dient het dan de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?
Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op het soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten van WEnR en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst hoewel de bevindingen van beiden zeer discutabel en onjuist zijn.

Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?
De minister is bij de tijdelijke sluiting uitgegaan van de cijfers van de meest recente uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn het laatste jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan had er bijvoorbeeld in Zuid-Holland en Drenthe niet op het haas gejaagd kunnen worden en in Utrecht wel. Deze momentopnamen zijn populatieschommelingen en niet geschikt om beleid op te baseren, daarvoor moet je kijken naar de trend op de lange termijn. En met die trend is er – zeker wanneer je naar het haas kijkt – niet veel aan de hand. Je zou dus kunnen stellen dat deze provincies dus vooral pech hebben.

Waarom zijn de Jagersverenigingen niet verrast dat zij het kort geding verloren hebben?
Vanzelfsprekend zijn we teleurgesteld dat wij de NOJG, de  Jagersvereniging en de FPG die zich bij ons hebben aangesloten, het kort geding tegen de Staat hebben verloren. Maar we wisten van tevoren dat een kort geding eigenlijk niet de weg is om in te slaan wanneer je een zaak inhoudelijk – tot letterlijk op de bodem – wilt laten uitzoeken. Wij werden gedwongen om het kort geding te starten, omdat de minister kort voor het jachtseizoen besloot om de jacht niet te openen. Bovendien, de drempel in een kort geding is – in tegenstelling tot de bodemprocedure – heel hoog: er moet namelijk sprake zijn van ‘evidente onrechtmatigheid’. En de minister heeft op basis van de informatie die haar ter beschikking stond (het WEnR-rapport en de Rode Lijst) de beslissing genomen. Hoewel wij de kwaliteit van het rapport en de definiëring van het haas en konijn op de lijst betwisten, heeft de minister geen evidente onrechtmatigheid begaan door deze informatie als vertrekpunt te nemen volgens de voorzieningenrechter. Echter, als gezegd, de Staat kwam pas laat met de ministeriële regeling van de (gedeeltelijke) sluiting van de jacht op de twee wildsoorten op de proppen. Redelijkerwijs was het enige waarmee de Jagersverenigingen en de FPG de regeling op korte termijn konden aanvechten een kort geding. Je hoopt bij het nemen van de beslissing om een kort geding te starten dat de rechter meegaat in de redenering dat de minister op zo’n korte termijn de jagers niet voor een voldongen feit mag stellen.

Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de jagersverenigingen alsnog onterecht om de jacht te sluiten?
De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers tot in lengte van jaren kunnen genieten van een veld met een grote diversiteit aan flora en fauna. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke welstand te bewaken niet in acht nemen.

Waarom zijn de data jagers niet meegenomen? Waarom zijn die data niet gevalideerd?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kijkt naar landelijke telprotocollen. Jagers tellen ongeveer in het hele land op dezelfde manier. Echter als er kleine verschillen zitten in de telmethode van de provincies zet het CBS haar stempel er niet op. Dit zegt uiteraard niets over de data zelf, die blijft namelijk zeer waardevol. De teldata van jagers worden onder meer gebruikt voor provinciale beheerplannen. De jagersverenigingen zijn voorstander van eenduidige, landelijke telprotocollen en wil graag samenwerken met onder meer de Zoogdiervereniging en Sovon, die ook tellingen verzorgen. Ook de minister zit op deze lijn. De jagersverenigingen zijn dan ook nauw betrokken bij de overleggen die door het ministerie hierover worden geïnitieerd.

Wanneer starten de jagersverenigingen de bodemprocedure?

De Jagersvereniging wil samen met de NOJG, de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) en nog enkele andere partijen, zo snel mogelijk de bodemprocedure opstarten. De verwachting is dat dit nog deze maand gebeurt. Dankzij het kort geding is er al veel voorwerk gedaan door de partijen en het ingeschakelde advocatenbureau. Door snel door te pakken, hoopt de Jagersvereniging op een definitieve uitspraak vóórdat het jachtseizoen 2023/2024 van start gaat. Overigens heeft de uitspraak van het kort geding geen invloed op de bodemprocedure.

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaar, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Het is aan de minister of zij bereid is de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid wil inslaan, of de huidige koers wil blijven varen. Een koers die motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers beschadigt in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel. Daarom sorteren de jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. Dit verklaart ook waarom de Jagersverenigingen het kort geding ‘als opstapje’ zien naar de bodemprocedure. De onderzoeken naar de waarde van het WEnR-rapport, de tellingen van Sovon, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst.

Wordt er op dit moment al gewerkt aan nieuwe telprotocollen?

De Jagersvereniging en ook de NOJG vraagt de jagers om in 2023 wel het veld in te gaan om op dezelfde manier te tellen als altijd. Het is in de ontwikkeling naar een nieuw telprotocol heel belangrijk dat de datasets goed op elkaar aan blijven sluiten. Dat doe je door op dezelfde manier te blijven tellen. Ondertussen heeft het ministerie het initiatief genomen om een samen met alle betrokkenen te komen tot een eenduidig, gevalideerd telprotocol. De jagersverenigingen zijn hier nauw bij betrokken.

Hoe zit het met het rondetafelgesprek dat zou plaatsvinden?

Het rondetafelgesprek zou eerst eind september plaatsvinden. Dit ging echter niet door, omdat verschillende deskundigen en Kamerleden niet in de gelegenheid bleken aan te schuiven bij de discussietafels. Het rondetafelgesprek vindt nu volgende week alsnog plaats. Directeur Willem Schimmelpenninck is daarbij aanwezig namens de Jagersverenigingen. Er zijn vier gesprekrondes met verschillende thema’s:

  1. Wetenschap en tellingen
  2. Wet- en regelgeving
  3. Ethisch kader
  4. Belanghebbenden

De Jagersverenigingen sluiten aan bij ronde vier. Voorafgaande aan het rondetafelgesprek heeft de Jagersvereniging een position paper ingediend, waarin onze standpunten helder uiteen worden gezet. Meer info vindt u op de website van de Tweede Kamer: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A07428




“Waidmannsheil” het boek voor de jager die zelf slacht

Hoe slacht je een zwaan? Hoe lang mag je wild bewaren? Hoe ga je om met een ree: van ontweiden tot vacuumeren van de bovenbil?

Er is een boek dat al deze vragen voor de Nederlandse jager beantwoordt.

Een mooi cadeau voor Sint Nicolaas of de Kerst.

Waidmannsheil is een robust boek van 530 pagina’s met zeer uitgebreide foto’s van het slachtproces van houtduif tot edelhert, en alle andere dieren die jagers in Nederland kunnen tegenkomen, informatie over bewaartermijnen en materiaal. Met behulp van de plaatjes kunt u elk dier stap voor stap verwerken, leest u hoe u met uw materiaal om moet gaan en hoe u het vlees daarna bewaart om er later mee te kunnen koken. Een stevig naslagwerk voor iedere (jong)jager.

Het boek is geschreven door Guido Camps, docent bij Stichting Jachtopleidingen Nederland (SJN), Herman ter Weele zelfslachtende slager van de Veluwe en Thomas van Meel, poelier uit Amsterdam. Waidmannsheil wordt geleverd in een houten kist en een RVS wildhanger geschikt voor het kleinste kleinwild als het zwaarste grofwild.

De wildhanger helpt om hygiënisch te slachten, en kan ook gebruikt worden om het wild te laten rijpen. Wilt u weten hoe lang u wild mag laten rijpen voordat u het slacht, ook dat staat allemaal in het boek.

Waidsmannsheil is te koop in de betere jachtwinkel of via: https://waidmannsheil.guidocamps.com/




SGP Tweede Kamer- Wolven, natuurherstel en meer in debat over natuur

Bron: SGP Tweede Kamer

Op woensdag 9 november 2022 debatteerde de Tweede Kamer in commissieverband over de staat van de natuur in Nederland. Namens de SGP leverde Roelof Bisschop een bijdrage en sprak onder andere over de wolf, jacht, natuurherstel en PAS-melders in Overijssel. Zijn bijdrage is hieronder te lezen.

 

Wolf
De SGP maakt zich grote zorgen over het exponentieel stijgende aantal wolven. Honderden schapen zijn het slachtoffer. Scholieren die over de Veluwe fietsen voelen zich onveilig. Boeren gaan hun vee opstallen. Begrazing van natuurgebieden wordt de voet dwarsgezet. Afrasteringen belemmeren de migratie van eveneens beschermde diersoorten. Dit gaat niet goed!

Artikel 16 van de Habitatrichtlijn biedt ruimte om de wolvenpopulatie te beheren. Benut die. Biedt ruimte voor afschot van probleemwolven. Wijs gebieden aan waar de wolf geen problemen kan veroorzaken en zorg daarbuiten voor goed beheer. Of wijs gebieden aan waar de wolf niet mag komen. Het is niet alleen in het belang van dierenwelzijn, maar ook in het belang van natuurbescherming en veiligheid. Europees gezien staat stringent beheer een goede staat van instandhouding van de wolf niet de weg.

Natuurmonitoring
Groot manco in het Natura 2000-beleid is dat we de lokale staat van habitattypen niet weten. Die gegevens zijn hard nodig om weg te komen bij de eenzijdige stikstoffocus. Waarom duurt dat zo lang? Gaat de minister ervoor zorgen dat snel per habitat op basis van monitoring bepaald wordt of sprake is van verslechtering of niet? Remkes adviseerde om agrarische experts te betrekken bij de ecologische autoriteit. Hoe pakt de minister dit op?

Habitatrichtlijn
Samen met Remkes vinden we dat de Habitatrichtlijn een te statisch karakter heeft en teveel uitgaat van de maakbaarheid van de natuur. Herkent de minister deze constatering? Wil zij dit samen met andere lidstaten op Europees niveau aankaarten?

Ook nationaal moeten we scherper zijn. Bij de provinciale beoordeling van de kwaliteit van habitattypen wordt gekeken naar het aantal typische soorten. Ook naar soorten die al decennialang niet in een gebied voorkomen. Zowel Brussel als Den Haag stellen dat het gaat om behoud van aanwezige soorten. Wordt de provinciale beoordeling hierop aangepast? Anders kom je nooit uit het juridische moeras.

Verordening natuurherstel
De SGP is geschrokken van de Verordening natuurherstel. Geen verslechtering van de natuur buiten Natura 2000 gebieden? Allerlei bindende hersteldoelstellingen? Dit moeten we zo echt niet doen. Het zet ons land op slot. Trekt de minister samen met andere lidstaten de rode kaart?

Jacht
Gaat de minister ervoor zorgen dat er een landelijke vrijstelling komt voor de jacht op de vos, een belangrijke predator van weidevogels? Komt de minister voor het komende broedseizoen met reparatiewetgeving dan wel een andere oplossing voor de ontstane juridische impasse?

Europese hazenexperts schieten de wijze waarop de staat van instandhouding van de haas is bepaald af. Voor algemeen voorkomende soorten als haas en konijn is de Habitatrichtlijn-methode ongeschikt. Volgens de gebruikte referentie zouden er hazen kunnen voorkomen op het Malieveld. Hoe moeten die er ooit komen? Hooguit als ze mee kunnen liften op de trekker bij een nieuw boerenprotest…

Ik vraag de minister niet alleen de telmethode, maar ook de beoordelingswijze van de staat van instandhouding tegen het licht te houden. En dat zo snel mogelijk. Geen nieuwe sluiting zonder goede informatie.

Bossenstrategie
De minister geeft bosbeheerders via de gedragscode soortenbescherming ruimte voor vlaktekap tot een halve hectare. Ik hoor veel experts zeggen dat ook het wegkappen van een halve hectare de CO2-vastlegging ruïneert en negatieve gevolgen heeft voor de biodiversiteit. Waarom kiest de minister niet voor een lager maximumoppervlak voor vlaktekap en meer uitdunning?




Vermelden identiteitsbewijsgegevens referenten op gewijzigd Inlichtingenformulier (WM32) niet meer nodig

Zoals eerder aangegeven is de e-screener sinds 15 september voorlopig vervangen door een vernieuwd WM32-inlichtingenformulier. Op het gewijzigde formulier dient de aanvrager nu eveneens zijn of haar nationaliteit, geboorteplaats en geboorteland in te vullen. Bovendien moeten de drie referenten die het formulier ondertekenen nu ineens ook een identiteitsbewijs, zoals paspoort of rijbewijs met het nummer en datum van afgifte vermelden. Tegen dit laatste hebben de KNSA en Jagersvereniging succesvol bezwaar aangetekend: enkel een handtekening van de referenten volstaat voortaan.

De KNSA heeft er, mede namens de Jagersvereniging, bij het Ministerie en de Politie op gewezen dat met het invullen van de identiteitsbewijsgegevens op het formulier, de referenten privégegevens moeten afstaan die daarmee ook zichtbaar zijn voor andere referenten en voor de aanvrager. Tenslotte is erop gewezen dat deze gegevens geen enkele toegevoegde waarde hebben.

Wijziging per direct van kracht

De Korpsleiding van de Politie heeft inmiddels laten weten dat zij het Ministerie van Justitie en Veiligheid zal vragen om het formulier wederom te wijzigen. Ondertussen heeft de Politie bevestigd dat aanvragers en verlengers van een jachtakte hun referenten kunnen berichten, dat de gegevens van het identiteitsbewijs op het huidige formulier niet meer hoeven te worden ingevuld. Enkel de persoonsgegevens en een handtekening van de referenten volstaan.

Zie het aangepaste digitaal invul wm32-inlichtingenformulier politie november 2022




Drentse veeartsen: “Situatie rond wolf niet langer houdbaar”

Drentse veeartsen hebben ‘grote zorgen’ over het toenemend aantal wolvenaanvallen en vinden de situatie in hun provincie niet langer houdbaar. Onduidelijke communicatie over hoe te handelen bij gewonde dieren na een vermoedelijke aanval van de wolf zorgt volgens de veeartsen bovendien voor onnodig dierenleed. Dat valt te lezen in de brandbrief aan de Provincie Drenthe in handen van journalistiek onderzoeksplatform Pointer (KRO-NCRV).

Oorlogsgeneeskunde

De opstellers van de brandbrief roepen Henk Jumelet, gedeputeerde in de Provincie Drenthe op om na te denken over de lange termijn aanpak ten aanzien van de wolf. Tot nu toe ondertekenden 39 veeartsen uit de regio de brandbrief.

Katrien Verbist is één van de veeartsen die de noodklok luidt. “Het lijkt soms wel oorlogsgeneeskunde,” zo vertelt ze aan Pointer. “Vaak zie je na een wolvenaanval dat een aantal dieren nog leeft, maar die zijn niet altijd meer te redden en dan zou je ze graag zo snel mogelijk willen euthanaseren om onnodig lijden te voorkomen. En bij de minder gewonde dieren wil je zo snel mogelijk met de wond aan de slag.”

DNA-monsters na aanval wolf

Het is volgens de veeartsen echter verschillende keren voorgekomen dat een arts werd weggestuurd omdat dierhouders te horen hadden gekregen dat er eerst nog DNA-monsters moesten worden afgenomen door BIJ12. Dit is een organisatie die in opdracht van de provincies de faunaschade opneemt en afhandelt.

Schadeafhandeling BIJ12

Wanneer een veehouder te maken krijgt met een aanval van een wolf moet hij dat melden bij BIJ12. Zij sturen dan een taxateur die monsters afneemt om te kunnen vaststellen of het ook daadwerkelijk een wolf was die de dieren heeft aangevallen. Wanneer dat is vastgesteld wordt er een schadevergoeding uitgekeerd aan de veehouder. De taxateur komt altijd binnen 24 uur, zo staat op de website van de organisatie.

Professionele oordeel rondom wolf ondermijnd

Er is een sterke toename in het aantal door BIJ12 geregistreerde aanvallen door de wolf in Drenthe en de omliggende provincies. In Drenthe waren er tot nu toe bijvoorbeeld 74 geregistreerde aanvallen, in 2021 waren dat er nog 25. Er wordt geschat dat er zo’n 20 wolven in Nederland leven. Daarnaast zwerft er nog een aantal wolven door het land die op zoek zijn naar een leefgebied. Deze wolven kunnen echter inmiddels ook al weer in een van de buurlanden zitten.

Het zijn met name kleine grazers, zoals schapen, die het slachtoffer worden van een wolvenaanval, maar in de afgelopen maanden worden soms ook grotere dieren, zoals koeien, aangevallen. In sommige gevallen weigert BIJ12 volgens de veeartsen dan langs te komen en dat vinden zij ‘kwalijk’. “Zeker als de situatie al beoordeeld is door een dierenarts en deze geconcludeerd heeft dat een wolvenaanval niet uit te sluiten is. Ons professionele oordeel wordt op deze manier ondermijnd,” aldus de veeartsen.

Hittestress op stal

Dierenhouders zijn bij wet verplicht om hun dieren te beschermen tegen een aanval van de wolf, maar die beschermingsmaatregelen (zoals het plaatsen van rasters en het op stal zetten) zijn niet altijd in het belang van het welzijn van de landbouwhuisdieren betogen de veeartsen. “Schapen met een dikke wollen vacht binnenhouden leidt tot hittestress en kan ook gevolgen hebben voor hun ongeboren lammeren,” aldus de veeartsen.

“Een ander probleem is het uitbreken van dieren door wolven. Wanneer er een wolf in een kudde paarden of koeien komt, breekt er blinde paniek uit. Deze dieren gaan door alle afrasteringen heen. Dit levert gevaar voor dier en mens op,” aldus de brandbrief.

Reactie BIJ12 rondom situatie wolf

BIJ12 laat in een reactie aan Pointer weten ook voor grotere dieren taxateurs op pad te sturen, niet alleen in het kader van schadeafhandeling maar ook om de wolvenpopulatie goed in de gaten te kunnen houden. De organisatie zegt bovendien dat dierenartsen wel degelijk de ernstig gewonde dieren mogen euthanaseren en wonden mogen verzorgen.

“Als er ook dode dieren zijn waar DNA van kan worden afgenomen dan is het aan de dierenarts om daarin een beslissing te nemen. We willen te allen tijde dierenleed voorkomen. Wanneer het gaat om 1 aangevallen dier, dan is het verstandig om wel eerst met BIJ12 te communiceren over wat te doen, zodat er geen DNA verloren gaat,” aldus een woordvoerder.

Aanpassingen na aanleiding van vraag Pointer

Na contact met Pointer over de onduidelijkheid die er heerst bij veeartsen heeft BIJ12 wél de website en de informatieflyer aangepast om de procedure bij gewonde dieren duidelijker te communiceren naar veehouders en dierenartsen.

De uitzending van Pointer (KRO-NCRV) over de wolf is op zondag 20 november, 22:10 uur te zien op NPO2.

Bron: KRO-NCRV




Achtervolgd door 3 wolven

Berkay (26) werd achtervolgd door drie wolven: ‘Dit kon fataal aflopen’ Bekijk hier hoe Berkay de bewuste avond herbeleeft:
 
OTTERLO – “Mijn vriendin heeft slapeloze nachten”, vertelt Berkay Sahin (26) ruim een week nadat een fietsuitje op Het Nationale Park De Hoge Veluwe hem angstige minuten vol adrenaline bezorgden. De Almeloër zegt oog in oog te hebben gestaan met drie wolven. “Dit kon fataal aflopen”, zegt hij.
Het was vlak voor sluitingstijd toen Berkay met een vriendin per abuis naar de verkeerde parkuitgang in Hoenderloo fietste. Het werd al donker en de twee besloten alsnog naar de juiste uitgang in Schaarsbergen te trappen. “Ineens stond daar een wolf.”
“Hij stond op vier, vijf meter afstand. Mijn vriendin was helemaal in paniek. Ik dacht: hij wil de confrontatie aangaan. Die wil helemaal niet weg.” Heel anders dan op filmpjes die eerder verschenen van wolven die vlakbij mensen kwamen, meent Berkay. Daarop is te zien dat de wolf vaker in de buurt van wandelaars en fietsers lijkt te komen, vooral op de Hoge Veluwe.

Sluiphouding met kop omlaag

De situatie was anders dan bij het gezin waarbij een wolf dichtbij in de buurt kwam. Berkay: “Hij stond in een sluiphouding met de kop omlaag en stapte langzaam op ons af.” Een filmpje heeft Berkay niet gemaakt: “Wanneer je leven op het spel staat, denk je niet aan bewijsmateriaal.”
Door te stampen en zwaaien met de fiets zegt Berkay de wolf te hebben verjaagd. In paniek wegfietsend liep het duo schaafwonden op. Niet door de wolf, maar tijdens hun vlucht vielen ze een paar keer van hun fiets. Berkay laat foto’s van de verwondingen zien, maar deelt ze niet met de buitenwereld: “Ik houd ze liever privé”.

Opeens drie wolven

Angstig belde Berkay het alarmnummer, nadat het nummer van het nationale park onbeantwoord bleef. Het was inmiddels na sluitingstijd. Hij kreeg instructies om het oproepsignaal van zijn telefoon luid aan te zetten. Verderop richting de uitgang hoorden de vrienden geritsel: Op slechts een paar meter afstand renden drie wolven achter ze aan.
“Met m’n fiets kon ik geen weerstand bieden tegen drie wolven”, zucht Berkay. “Met de zaklamp van zijn telefoon scheen ik in hun ogen. Na enkele seconden verminderden ze hun snelheid. Uiteindelijk stopten ze.”

Aangifte politie

Eenmaal terug bij hun auto barstte Berkays vriendin, die liever anoniem blijft, in tranen uit. “Ze heeft er nog steeds slapeloze nachten van. Het was bizar: je wordt niet elke dag belaagd door een groep wilde wolven.”
Diezelfde avond had het tweetal nog contact met een boswachter van de Hoge Veluwe. Het park, dat bevestigt dat er die avond inderdaad een incident tussen bezoekers en een wolf plaatsvond, adviseerde het tweetal om aangifte te doen bij de politie. Berkay deed een melding, maar de politie kan dit desgevraagd niet aan Omroep Gelderland bevestigen. De Almeloër kan de omroep het proces verbaal laten zien dat op het politiebureau in zijn woonplaats is opgesteld.
Als natuurliefhebber, die in zijn jeugd vele boeken over de wolf verslond, had Berkay nooit gedacht in zo’n hachelijke situatie terecht te komen. “Stel je voor dat we een klein kind bij ons hadden, helemaal in paniek. Wellicht was het dan fataal afgelopen.”
 



Provincies bereiden nieuw aanpak ganzenschade voor

Bron: BIJ12




Kamervragen BBB Caroline van der Plas over de wolf

Vragen van Caroline van der Plas aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht “Tweede pony in korte tijd aangevallen in Wittelte” https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/15022154/tweede-pony-in-korte-tijd-aangevallen-in-wittelte

  1. Is er compleet / volledig register van alle aanvragen en meldingen bij Bij12 van vermoedelijke wolvenschade? 
  2. En als dit register er is, is dit register dan inclusief de meldingen, van mensen die telefonisch direct al afgewezen zijn bij wolvenschade? 
  3. En zo ja, bij hoeveel meldingen is zo’n afwijzing het geval geweest? En op welke grond vond die afwijzing plaats?
  4. En zo nee, op welke wijze houdt BIJ12 dan het overzicht, op het totale aantal binnengekomen meldingen van wolvenschade ? 
  5. Gaat een taxateur altijd langs voor onderzoek naar een gemelde wolvenschade bij grotere landbouwhuisdieren zoals koeien en paarden? En zo ja, bij hoeveel pony’s en paarden is de taxateur in 2021 en 2022 langs geweest voor onderzoek? En hoe vaak heeft hij daar ook daadwerkelijk een monster genomen?
  6. En zo nee, wat was de reden van niet langsgaan voor onderzoek en/of bemonstering na een melding?
  7. En klopt het dat een taxateur enkel op basis van foto’s / beeldmateriaal kan besluiten, om verder geen onderzoek ter plaats uit te voeren? En zo ja, worden foto’s / beeldmateriaal door een 2e taxateur geverifieerd?
  8. Kan er -zowel door bedrijven als particulieren- bezwaar worden aangetekend tegen een besluit van BIJ12 om – op basis van telefonisch en/of digitaal beeld informatie – niet langs te komen voor onderzoek en afnemen van DNA-monster bij (vermeende) wolvenschade?
  9. En zo ja; worden melders van schade direct op deze bezwaar mogelijkheid gewezen? 
  10. En zo nee, waarom niet?
  11. Is bekend én openbaar hoeveel meldingen van wolvenschade er in 2021 en 2022 in totaal zijn gedaan, hoeveel hiervan zonder nader onderzoek ter plaatse zijn afgewezen en hoe vaak tegen de werkwijze van BIJ12 bezwaar is ingediend? 
  12. En hoe verhouden zich deze cijfers, tegenover het totaal aantal klachten over BIJ12?
  13. En indien er geen gegevens zijn over meldingen van wolvenschade in 2021 en 2022 die zonder nader onderzoek ter plaatse direct zijn afgewezen, bent u het dan met ons eens, dat die cijfers er wel zouden moeten komen? En dat er een volledig overzicht moet komen van gemelde wolvenschade, inclusief de meldingen die direct worden afgewezen voor nader onderzoek, mét vermelding van de reden van afwijzing?
  14. Is er een mogelijkheid -voor bedrijven/ burgers- voor een vorm van erkende contraexpertise bij wolvenschade zoals bijvoorbeeld DNA afname door een erkend dierenarts en vervolgens onderzoek door een gecertificeerd (Europees) laboratorium.
  15. En zo ja, worden melders van wolvenschade hierop geattendeerd?
  16. En zo nee, wat is de reden dat deze mogelijkheid niet geboden wordt? 
  17. Deelt u de mening dat met name bij paarden, de lokale dierenarts vaak eerder ter plekke zal zijn, dan een taxateur van BIJ12? En dat – bij beenwonden – direct met behandelen gestart moeten worden om een infectie te voorkomen? Zijn er voor deze situatie uitzonderingsbepalingen ten aanzien van DNA-afname getroffen? (NB: Te denken valt aan veiligstellen van DNA door een dierenarts) En zo nee, waarom niet?
  18. In kamerstuk 31-03-2014  Tweede Kamer der Staten-Generaal 2013-2014, 26407 nr. 89 geeft onder het kopje “Onderzoek” de toenmalige staatsecretaris aan: “Genetisch referentiemateriaal van wolven is nu versnipperd aanwezig is bij diverse Europese instituten en onderzoekers. Ik zal daarom stimuleren dat materiaal beter kan worden uitgewisseld, ook met Nederland. Daarmee kan dan zowel in ons eigen land als op Europese schaal het identificeren van wolven worden vereenvoudigd.” Kunt u aangeven, welke stimulatie inmiddels heeft plaatsgevonden? En wat de stand van zaken hierin is; dus waar die stimulatie toe heeft geleid?
  19. En in hoeverre kan nu gebruik gemaakt worden, van elkaars genetische databases? En kunnen ook onafhankelijke buitenlandse Europese instituten (zoals ForGen) nu gebruik maken van bijvoorbeeld de Nederlandse database? En zo nee, waarom niet?
  20. Ben u het met ons eens dat –bij aanvallen op grotere landbouwhuisdieren- het juist ook hier van belang is, om de activiteiten en voorkeuren van wolven te monitoren? En een zo volledig mogelijke database op te bouwen?
  21. Bij de aanwijzing van de wolf als beschermde inheemse diersoort,(zie 30-06-2014 09:00 Ministerie van Economische Zaken, Staatscourant 2014, 18306 Besluiten van algemene strekking 25-06-2014) gaf de toenmalige Staatsecretaris aan: “De lasten voor burgers en bedrijven, die voortvloeien uit de aanwijzing, blijven naar verwachting beperkt. Veehouders zullen schade kunnen ondervinden in het geval een wolf een prooi zoekt onder hun vee. Provincies en Faunafonds geven daarbij aan dat in het geval van een zwervende, individuele wolf, niet kan worden geëist dat agrariërs preventieve maatregelen nemen. 2 De enkele zwervende wolf, die Nederland aandoet, zal hier maar kort verblijven en bijzonder schuw zijn. Preventieve maatregelen zijn kostbaar en niet effectief zolang niet duidelijk is in welk gebied een wolf zich ophoudt en hoelang hij daar blijft.” Kunt u aangeven hoe deze visie zich verhoud tot de huidige provinciale beleidsvoornemens, om afrasteren tegen zwervende wolven als een “vanzelfsprekende voorwaarde” te gaan beschouwen, voor compensatie bij schade door zwervende wolven? Dus enkel schade door zwervende wolven te willen gaan vergoeden, wanneer er ‘wolvenproof’ tegen zwervende wolven afgerasterd is? 
  22. En tot slot; is er bij de definiëring van het “beperkt blijven van de lasten” aan een plafond gedacht?  Dus op welk moment zijn de lasten voor burgers en bedrijven – die voortvloeien uit de aanwijzing van de wolf als beschermde inheemse diersoort – dan  niet meer “beperkt” te noemen, als het gaat om schade en preventieve maatregelen? 
  23. En indien dat plafond nog niet gedefinieerd is; wat acht u acceptabel? 
  24. En zijn bij het definiëren van die “beperkte lasten” dan ook de arbeids- / c.q. loonlasten in acht genomen? (Zoals niet alleen plaatsen of verplaatsen van afrasteringen, maar ook de terugkerende lasten zoals wekelijks maaien onder de onderste -op 20 cm hangende – draden en/of bijvoorbeeld de verzorging en africhting van waakhonden). 
  25. En zo nee, waarom zijn deze (terugkerende) lasten niet meegenomen?
  26. Besluiten vanuit de overheid die van grote invloed zijn op onze leefomgeving mogen alleen genomen worden, nadat een MER heeft plaatsgevonden. Indien inderdaad alle dierenhouders moeten gaan afrasteren, is dit dan ook MER-plichtig (immers met een draad op 20 cm hoogte, kunnen egeltjes, dassen hazen en konijnen etc etc niet meer migreren – door de hoogte van de afrastering 1.10 á 1.20 met 4500 volt kunnen de reeën e.a. groot wild geen gebruik meer maken van de weilanden)?
  27. Mogen wolven volgens de geldende wetgeving voorzien worden van een chip en/of een gps-tracker? En zo nee, met welk(e) wetsartikel(en) in welke wet(ten) is dat in strijd?
  28. Wat zijn de exacte criteria die gelden voor het legaal doden van wolven?
  29. Wilt u bovengenoemde vragen allen afzonderlijk beantwoorden?



NVWA introduceert factsheet over wasbeer.

Wasbeer

In deze factsheet vindt u informatie over de wasbeer (Procyon lotor), zoals over de verspreiding en het effect van die verspreiding in de EU en in Nederland. Ook de introductieroute(s) van de soort in de EU en in Nederland worden beschreven.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




LTO Noord met publiek op ‘safari’ langs slachtoffers wolf

LTO Noord organiseert dit najaar excursies waarbij het publiek met eigen ogen kan zien wat de gevolgen van de wolf in Nederland zijn. Het roofdier heeft inmiddels op verschillende plekken slachtoffers gemaakt.

gedood schaap wolfTijdens de ‘safari’ gaan deelnemers langs agrarische bedrijven waar de wolf slachtoffers heeft gemaakt. ‘Ze komen zo in contact met dierenhouders die zich elke nacht weer afvragen of hun dieren het volgende slachtoffer zijn’, aldus LTO Noord in een verklaring. Een dierenarts is aanwezig om te vertellen wat de dieren meemaken als ze worden gepakt.

Mensen kunnen zich bij LTO Noord opgeven voor de excursie. Ze worden dan gebeld als er nieuwe slachtoffers zijn gevallen. Geïnteresseerden worden in contact gebracht met de eigenaren van de slachtoffers van wolvenaanvallen. Dierenarts Bernd Hietberg zal ter plekke iets vertellen over de getroffen dieren. ‘We raden het jongeren onder de 18 jaar aan om thuis te blijven. Deze excursies zijn helaas alleen geschikt voor mensen met een sterke maag.’

Natuurmonumenten

De rondleidingen zijn een alternatief voor de wolvenexcursie die Natuurmomenten binnenkort houdt. ‘Ineens begreep ik waarom Natuurmonumenten zo dol is op de wolf. Het is voor hen gewoon een verdienmodel’, zegt voorzitter Dirk Bruins van LTO Noord. ‘Dit is een tik in het gezicht van mensen die hun dieren verloren en gedood zagen worden.’ Bruins heeft al talloze boeren gesproken die schapen, paarden en koeien hebben verloren. ‘Nederland heeft niet de juiste leefomstandigheden voor de wolf.’

LTO Noord pleit al behoorlijke tijd voor het beheer van wolven. Daarvoor ontvangt de organisatie ook steeds meer steun. De provinciale politiek in Drenthe en Friesland heeft zich inmiddels uitgesproken voor een beheerplan, evenals verschillende gemeenten. Maar het beheer van de wolf ligt ingewikkeld door Brusselse regelgeving. Bruins: ‘Van diverse provincies hoor ik al dat zij deze regels willen herzien. Ik roep landbouwminister Piet Adema daarom op om zo snel mogelijk naar Brussel te gaan.’

Tekst gaat verder onder video.

Volgens de jongste cijfers van de provinciale uitvoeringsorganisatie BIJ12 hebben wolven in de maand september bijna dertig schapen gedood in de provincie Drenthe en 157 in de maanden ervoor. Ook enkele koeien en kalveren zijn aangevallen. Tussen 2015 en juli 2022 telde Drenthe 411 door de wolf gedode schapen, een derde van het totaalaantal slachtoffers van wolven in Nederland. In de provincie zijn dit jaar minstens elf individuele wolven gespot.

Bekijk meer over:




Uitnodiging Thema bijeenkomst “biodiversiteit, natuur- en faunabeheer” met 5 vertegenwoordigers PS Noord-Holland i.v.m. Statenverkiezingen maart 2023

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Gelderland gaat met paintballgeweren op tamme wolf schieten

Hoe schuw zijn de wolven nog?

De provincie Gelderland gaat paintballgeweren gebruiken om een tamme wolf af te schrikken. Het is de bedoeling dat de wolf zo weer schuw wordt en minstens dertig meter afstand houdt van mensen. Vooral een jong exemplaar is nu te nieuwsgierig naar mensen.

Het gaat om de wolf die recent te zien was op beelden die waren gemaakt op de Hoge Veluwe, waarbij hij vlak langs een gezin liep.

Vorige week is het besluit genomen om paintballgeweren in te zetten, zegt de provincie Gelderland: “We hebben te maken met een wolf die te tam is. Dus we moeten hem afschrikken van mensen”, zegt een woordvoerder tegen Omroep Gelderland.

De provincie gaat voor het schieten eigen handhavers inzetten. In de ontheffing is te lezen dat de handhavers herkenbaar zullen zijn voor het publiek.

Parkdirecteur Van Voorst tot Voorst van Nationaal Park De Hoge Veluwe is niet blij met de maatregel. “Ze willen de beesten bang maken, zodat ze mensen niet aanvallen. Het is een schijnoplossing om maar niet te hoeven zeggen: schiet de wolf maar dood”, zegt Van Voorst tot Voorst.

De Hoge Veluwe zegt wel te zullen meewerken aan de nieuwe werkwijze.

Aangifte

De beelden van de wolf nabij het gezin leidden tot ophef, net als beelden daarna van natuurfotografen die een wolf omsingelden.

Stichting De Faunabescherming heeft vorige week daarom aangifte gedaan tegen de directie van Het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Het zou zijn zorgplicht niet nakomen, waardoor een of meer wolven hun natuurlijke angst voor mensen verliezen en tam zijn geworden. Het Nationaal Park zegt geen belang te hebben bij tamme wolven en sprak van een “kansloze missie”.