BIJ12 publiceert rapport over wolvenaanvallen op runderen en paarden


BIJ12 heeft een rapport en een factsheet gepubliceerd over wolvenaanvallen op runderen en paarden in Nederland. Het onderzoek, uitgevoerd door Van Bommel Faunawerk, geeft inzicht in de omvang van deze aanvallen en identificeert welke dieren het grootste risico lopen om slachtoffer te worden. Voor het onderzoek combineerde het bureau een literatuurstudie met een data-analyse van schadegevallen uit Nederlandse, Duitse en Belgische databases. Dit werd aangevuld met informatie uit gesprekken met deskundigen en stakeholders in Nederland en buurlanden.

Het dieet van wolven bestaat voornamelijk uit wilde hoefdieren, maar wolven vallen ook landbouwhuisdieren aan. Van de wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren in de periode 2015-2023, waren schapen in 97% van de gevallen slachtoffer, in 2% ging het om runderen en bij 1% om paarden en pony’s die werden gedood of verwond. In Duitsland en België zijn de verhoudingen vergelijkbaar.

Deskundigen beschouwen aanvallen op runderen en paarden als normaal wolvengedrag. Naar verwachting stijgt met de groei van de wolvenpopulatie in Nederland ook het aantal aanvallen op onbeschermde runderen en paarden. De laatste jaren blijkt dat het aantal aanvallen op runderen en paarden relatief sterker toeneemt dan op schapen. Een wolf zal eerder een klein dier aanvallen om het risico op verwonding te verkleinen. Maar als een wolf eenmaal heeft geleerd dat een rund of paard een geschikte prooi is, zal hij deze dieren vaker aanvallen.

Het grootste risico op een wolvenaanval lopen jonge, zeer oude, zwakke, hoogdrachtige en solitair of in kleine groepen gehouden dieren. Bepaalde runderrassen die het meest op de oervorm lijken, zoals de Schotse Hooglander, Galloway en Limousin, kunnen zich beter weren tegen wolven. Pony’s lopen meer risico op een wolvenaanval dan een paard, met name rassen als Shetlander, Haflinger en Fjord. Daarnaast speelt de wilddichtheid een rol; hoe meer wilde hoefdieren er in een gebied beschikbaar zijn, hoe kleiner het risico dat wolven landbouwhuisdieren aanvallen.

Wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren kunnen worden voorkomen door preventieve maatregelen, zoals wolfwerende rasters, ’s nachts ophokken en kuddebeschermingshonden. Specifiek voor runderen en paarden kan ook de samenstelling van de kudde bescherming bieden. Het combineren van verschillende leeftijdsklassen, een gelijke geslachtsverhouding en het bij elkaar houden van zowel runderen als paarden kan de weerbaarheid tegen wolvenaanvallen verhogen. Ook wordt geadviseerd om nageboorten uit de wei te verwijderen, om te voorkomen dat wolven wennen aan het eten van runderen.

Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Literatuurstudie Wolvenpredatie op rund en paard‘ de ‘Factsheet Wolvenpredatie op rund en paard‘ en de ‘Faunaschade Preventiekit Wolven‘.

 

bron: BIJ12, 27/08/2024



Faunabeheerplan Overijssel goedgekeurd door GS

Huidige stand van zaken is dat het nieuwe faunabeheerplan 2024-2029 is ingediend en gisteren 28 augustus 2024 is behandeld in de Gedeputeerde Staten vergadering van de Provincie Overijssel.
Deze heeft het faunabeheerplan goedgekeurd! Goed nieuws dus.

Hiermee is de jacht en de landelijk vrijgestelde soorten veilig gesteld en gewoon nog mogelijk.

De ontheffingen (ree, wild zwijn en overzomerende ganzen) daarentegen zijn allen beëindigd per 1 september en zijn opnieuw aangevraagd. Deze zullen later dit jaar weer worden verleend onder de nieuwe omgevingswet.

Met vriendelijke groet,

FBE Overijssel




Analyse van schade aan vee door wolf over een langere periode (2000-2019) in Saksen (Duitsland)

Oostenrijkse wetenschappers verbonden aan de universiteit van Innsbruck hebben onderzoek gedaan naar de factoren die de kans op wolvenaanvallen op vee beïnvloeden. Met behulp van gegevens uit de periode 2000-2019 analyseerde de onderzoekers verschillende omgevings- en managementfactoren. Ze publiceerden over hun bevindingen in het wetenschappelijk tijdschrift Global Ecology and Conservation.

Algemeen.

 Het toenemende aantal wolven ( Canis lupus ) in Midden-Europa heeft de conflicten tussen wolven en vee doen toenemen. Verschillende onderzoeken hebben de impact van kuddestijlen en de mogelijke beïnvloedende factoren geanalyseerd.

Korte analyseperioden en het focussen op specifieke beïnvloedende factoren kunnen echter tot dubbelzinnige of tegenstrijdige resultaten leiden.

Deze studie maakte gebruik van lange termijn gegevens van 2000 tot 2019 in de deelstaat Saksen (Duitsland) om een ​​breed scala aan potentiële beïnvloedende factoren te evalueren, waardoor kritische factoren werden geïdentificeerd die een aanzienlijke invloed hebben op de waarschijnlijkheid van aanvallen op vee of op de omvang van de schade aan vee als gevolg van wolven.

Belangrijkste conclusies

  • Langetermijngegevens over een periode van twintig jaar werden gebruikt om het conflict tussen wolven en vee te analyseren.
  • Het aantal jongen en het totale aantal hoefdieren correleert positief met wolvenaanvallen.
  • Landbouwgrond, de overvloed aan edelherten en zwijnen zijn negatief gecorreleerd.
  • Preventieve en goed onderhouden beschermingsmaatregelen verminderen de schade.
  • De resultaten bieden suggesties voor de veehouderij met stijgende wolvenpopulaties.

Uit de studie blijkt dat vee, met name schapen en geiten, meer risico loopt op aanvallen door wolven wanneer er relatief weinig bos is in verhouding tot landbouwgrond, en er weinig edelherten als alternatief prooidier in een gebied aanwezig zijn. Het risico neemt toe bij een wolventerritorium dicht in de omgeving van het vee en wanneer er in een roedel jonge wolven aanwezig zijn.

Voor het modelleren werden gegeneraliseerde lineaire modellen gebruikt.

Uit de analyses bleek dat kleinvee meer risico liep op aanvallen van wolven als;

(1) het percentage bos in vergelijking met landbouwgrond laag was,

(2) wolvengebieden in de buurt waren en

(3) de overvloed aan edelherten laag was.

Bovendien gingen wolvenaanvallen gepaard met meer schade aan het vee wanneer;

(1) Sika- en edelherten in overvloed aanwezig waren,

(2) het vee in kleine kuddes werd gehouden en het aantal boerderijen laag was,

(3) beschermende maatregelen ontbraken, en

(4) in de roedels jonge wolven langer verbleven.

De informatie over de schermstijl, onafhankelijk van het optreden van wolvenaanvallen, zou toekomstig onderzoek aanzienlijk verbeteren en kan conflicten tussen wolven, vee en mensen helpen minimaliseren.

Grafische samenvatting

 

 

Naast omgevingsfactoren werd ook de impact van veehouderijpraktijken onderzocht. De onderzoekers zien dat wolvenaanvallen een grotere schade aanrichten wanneer het vee in kleinere kuddes wordt gehouden en wanneer beschermingsmaatregelen zoals elektrische afrasteringen ontbreken.

Meer informatie is te vinden in de publicatie ‘Wolf-related damage in livestock management: Long-term data analyses in Saxony, Germany‘.

bron: Global Ecology and Conservation, 24/06/2024




Per direct is het verboden om niet onthuid grofwild vanuit Duitsland mee te nemen naar Nederland.

 

Logo NOJG en JagersverenigingI.v.m. de AVP in Duitsland is overleg geweest met KJV, NOJG en ministerie over het meenemen van niet-onthuid wild vanuit Duitsland. De KJV heeft onderstaand persbericht opgesteld, met het verzoek dit eveneens te delen met de leden van de NOJG.

Per direct is het verboden om niet onthuid grofwild vanuit Duitsland mee te nemen naar Nederland.

AVP Duitsland: afspraken niet-onthuid grof vrij wild opgeschort

In reactie op de recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest (AVP) bij wilde zwijnen in enkele Duitse deelstaten, heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) deze week nieuwe maatregelen aangekondigd die van belang zijn voor alle jagers die grofwild invoeren vanuit Duitsland.

Vanwege de verhoogde dreiging van AVP heeft Nederland besloten om de bestaande afspraken met Duitsland over het verplaatsen van niet-onthuid grof vrij wild op te schorten.

Dit betekent concreet dat niet-onthuid grof vrij wild dat vanuit Duitsland naar een Nederlandse wildbewerkingsinrichting wordt vervoerd, altijd vergezeld moet zijn van een gezondheidscertificaat zoals bedoeld in Hoofdstuk 2 van Bijlage II van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2020/2235 uitgegeven en getekend door een officiële dierenarts. Deze maatregel geldt echter niet voor het invoeren van grofwild voor eigen gebruik. Hiervoor blijven de huidige regels gelden.

AVP dreiging Duitsland

Verantwoording nemen

De AVP is een aangifteplichtige ziekte en we roepen dan ook iedereen op om hun verantwoordelijkheid te nemen. Gebruik je gezond verstand en houd je strikt aan de geldende regels. Als je verdachte gevallen van eventueel AVP tegenkomt, meld dit dan onmiddellijk bij de lokale autoriteiten, lees meer hierover in ons protocol.

Kadavers mogen onder geen beding worden versleept om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

Informatieve folder in samenwerking met het Ministerie

Als Jagersvereniging hebben wij, in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, een informatieve digitale folder samengesteld. Aangezien de situatie rond AVP voortdurend in ontwikkeling is, zal de inhoud van de folder regelmatig worden bijgewerkt. Wij zullen er actief op toezien dat de informatie up-to-date blijft en aangepast wordt waar nodig.

Download de folder hier.

Blijf op de hoogte en volg de regels

We dringen er bij alle jagers op aan om de berichtgeving over AVP nauwlettend in de gaten te houden. Zorg voor goede hygiëne tijdens en na de jacht, en houd u strikt aan alle geldende maatregelen. Voor meer informatie en updates kunt u terecht op onze website of contact opnemen met de lokale autoriteiten.

Deze maatregelen zijn in het belang van ons allemaal en zijn bedoeld om de dreiging van AVP zo goed mogelijk in te dammen. Uw medewerking is hierbij van cruciaal belang.

 

 

Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer

Postbus 72

7480 AB Haaksbergen

T: 053 – 57 24 833

secretariaat@nojg.nl | www.nojg.nl

Bekijk onlineUitschrijvenPrivacy beleid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




Ganzenbeheer in Zuid-Holland kan deels doorgaan

 

Het ganzenbeheer in Zuid-Holland kan in beperkte vorm doorgaan. De rechtbank Den Haag heeft ontheffingen voor ganzenbeheer van de provincie vernietigd. Het Faunabeheerplan Ganzen, dat een gedeelte van het ganzenbeheer onder de provinciale vrijstelling mogelijk maakt, valt niet onder deze uitspraak.

De landbouwschade door ganzen in Zuid-Holland is de laatste jaren enorm toegenomen. Alleen al de aan boeren uitgekeerde vergoeding van schade door de grauwe gans is meer dan vertienvoudigd van nog geen 400.000 in 2015 naar bijna 4,5 miljoen euro in 2023.

Het groeiende aantal ganzen veroorzaakt ook schade aan natuurgebieden door overbegrazing en verslemping van oevervegetaties, rietlanden en botanisch waardevolle graslanden. Dat tast het leefgebied van een groot aantal vogelsoorten aan en zet natuurgebieden nog verder onder druk. Ook vormen de ganzen risico’s voor het luchtverkeer en de waterkwaliteit en zorgen ze voor overlast.

Het Faunabeheerplan Ganzen Zuid-Holland 2022-2027 is opgesteld door de Faunabeheereenheid Zuid-Holland en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Dit plan is ervoor bedoeld om de ganzenpopulaties in balans te houden met de maatschappelijke draagkracht en daarmee ook de schade en risico’s van de ganzen te beperken. Dit faunabeheerplan geeft ook uitvoering aan het door de provincie vastgestelde soortenbeleid.

Gebaseerd op dit faunabeheerplan zijn ontheffingen verleend op basis waarvan het ganzenbeheer in Zuid-Holland de afgelopen jaren plaatsvond. Deze ontheffingen heeft de rechter op 6 augustus vernietigd. Daardoor zijn op dit moment ruivangsten niet toegestaan, en is het ook niet toegestaan om grauwe ganzen in de winterperiode te beheren voordat ze tot broeden overgaan.

Naast de ontheffingen biedt het Faunabeheerplan Ganzen ook de mogelijkheid van het gebruik van de provinciale vrijstelling voor ganzenbeheer die is opgenomen in de Omgevingsverordening. Deze vrijstelling heeft de rechter niet buiten werking gesteld. Hierdoor komt het beheer van de ganzenpopulaties niet geheel stil te liggen.

Met de ontheffingen, die volgens de rechtbank enkele tekortkomingen vertonen in de onderbouwing, gaat de Omgevingsdienst Haaglanden aan de slag. In de tussentijd beperkt het zomerbeheer tot en met 31 oktober de risico’s en schades veroorzaakt door de forse populaties ganzen.

 

bron: Provincie Zuid-Holland, 14/08/2024



Praktijk Centrum Jacht & Fauna – augustus 2024


Lader Aan het laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [230.62 KB]





Kuikenoverleving van de wilde eend te laag

 

Datum: 07 augustus 2024
Bron: Populairwetenschappelijk tijdschrift Limosa

Inleiding

De wilde eend (Anas platyrhynchos) is een veelvoorkomende broedvogel in Nederland, maar haar populatie vertoont al jaren een zorgwekkende afname. Onderzocht is of de lage overlevingskansen van kuikens daarbij een belangrijke rol spelen. Dit werd gedaan in het Jaar van de Wilde Eend, met ondersteuning van ruim 1.400 vrijwilligers via een speciale app.

Huidige status van de populatie

Sinds de piek in de jaren ’80 is de broedpopulatie van de wilde eend met ongeveer 25% gedaald. Het merendeel van de kuikens bereikt geen volwassenheid, met overlevingskansen van slechts 13-24%, wat laag is vergeleken met buitenlandse cijfers van 35-50%.

Onderzoeksmethoden

De kuikenteller-app, die sinds 2016 bestaat, heeft meer dan 25.000 waarnemingen opgeleverd. Hierdoor kon een populatiemodel worden opgesteld, dat inzicht biedt in de demografische processen en de factoren die invloed hebben op kuikenoverleving.

Factoren die de kuiken-overleving beïnvloeden

  1. Leefomgeving: Kuikens op land overleven beter dan op water. Troebel water biedt betere overlevingskansen dan helder water, vermoedelijk door lagere predatiedruk van roofvissen.
  2. Vegetatie: Hoge oevervegetatie vergroot de overlevingskans van kuikens. Dit biedt schuilmogelijkheden en een beter voedselaanbod.
  3. Leefgebieden: Kuikens doen het slechter in agrarische gebieden en dichtbebouwde stedelijke gebieden, mogelijk door voedselgebrek en hoge predatiedruk.
  4. Predatie: De meeste kuikensterfte vindt buiten zicht plaats. Predatie is een belangrijke oorzaak, maar indirecte factoren zoals voeding en dekking spelen ook een rol.

Aanbevelingen voor verbetering

  1. Oevervegetatie: Stimuleren van de groei van hoge oevervegetatie langs wateren.
  2. Schuilplaatsen: Creatie van schuilmogelijkheden in tuinen en bij vijvers.
  3. Broedkorven/kunstnesten: plaatsen door gemeenten en jagers en natuurorganisaties.
  4. Beheer door Gemeenten: Aansporen van overheden om oevertjes geschikt te maken voor eendenkuikens, door het vermijden van kale oevers.

Conclusie

De lage kuikenoverleving blijkt een significante factor in de afname van de wilde eendpopulatie. Verdere onderzoeken zijn nodig om de oorzaken van deze lage overleving te doorgronden en effectieve bescherming maatregelen te implementeren.

bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland, 06/08/2024

 




Bijtincident tussen wolf en hond in Zeist

Op woensdagochtend 7 augustus heeft er rond 11.00 uur nabij de Krakelingweg in Zeist een confrontatie plaatsgevonden tussen een wolf en een hond. Daarbij is er tot tweemaal toe contact geweest vanuit de wolf richting de hond. De hond is onderzocht door een dierenarts, waarbij gelukkig geen bijtverwondingen lijken te zijn aangetroffen.

Naar nu blijkt heeft de dierenarts woensdag 7 augustus wel een ‘bijtpunctie’ (bijtverwonding) geconstateerd bij de hond die betrokken was bij de confrontatie met de wolf op de Krakelingweg in Zeist. De hond is hiervoor behandeld door de dierenarts.

 

Rondom het incident is door een op de plek aanwezige een video gemaakt van de betrokken wolf. De provincie heeft wolvendeskundigen gevraagd deze beelden te bestuderen. Zij zien sterke uiterlijke overeenkomsten met de alleenstaande wolf waarvan bekend is dat deze zijn leefgebied heeft op de Utrechtse Heuvelrug en volgens deskundigen ook een bovengemiddelde interesse lijkt te hebben voor honden. 

Aanvraag voor weer schuw maken van de wolf

De provincie heeft reeds een vergunningsaanvraag lopen voor het vangen, zenderen en weer schuw maken van de wolf. Het incident van 7 augustus in Zeist zal betrokken worden in de onderbouwing van deze vergunningaanvraag, omdat het lijkt te wijzen op een wolf die niet schuw is voor honden en daarmee ook dicht in de buurt komt van mensen.   

Dringend advies

De provincie herhaalt het dringende advies afgegeven na het incident van 31 juli in Austerlitz om niet met kleine kinderen het bosgebied van de Utrechtse Heuvelrug in te gaan en honden aan te lijnen en heel dichtbij te houden. Lees hier tips over wat het best te doen wanneer je een wolf tegenkomt.

  

Bron :provincie Utrecht 

 




Ontheffing vangkooi kraai en kauw provincie Utrecht vernietigd

Op 27 juni 2024 deed de rechtbank Midden-Nederland uitspraak over het gebruik van een vangkooi inclusief levende en niet levende lokvogels in de provincie Utrecht.

Deze (aanvullende) ontheffing kraaienvangkooi is vernietigd. De rechters achtten de schadehistorie niet overtuigend. Ook vonden zij dat onvoldoende was gemotiveerd dat er sprake is van concrete dreiging van belangrijke schade.
Deze ontheffing beperkte zich tot het gebruik van vangkooien van 1 juli tot en met 31 augustus, voor het voorkomen van schade op percelen met rijpend fruit (peer) en direct daaraan grenzende percelen door kauw en kraai.

De ontheffing gold enkel voor de wildbeheereenheden Kromme Rijn, Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden.

Het gebruik van de landelijke vrijstellingen voor de zwarte kraai en kauw zijn normaal uit te voeren bij schade of te verwachten schade, dit geldt echter niet voor het gebruik van de vangkooi

Zie hier de gehele uitspraak rechtbank Midden-Nederland




Beheer zomerganzen niet meer mogelijk in Zuid-Holland

Op 6 augustus 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraken gedaan over de ontheffingen die toezien op populatiebeheer van de standganzen. De rechter heeft deze ontheffingen vernietigd. Op dinsdag 6 augustus heeft de Rechtbank Den Haag uitspraken gedaan over de ontheffingen die toezien op populatiebeheer van de standganzen in de provincie Zuid-Holland. De rechter heeft deze ontheffingen vernietigd. De rechter oordeelt dat het provinciebestuur de noodzaak voor de ontheffingen onvoldoende heeft onderbouwd.

In Zuid-Holland mag met onmiddellijke ingang geen gebruik meer worden gemaakt van de ontheffingen voor ganzenbeheer in de zomerperiode, ruivangsten en voor populatiebeheer van grauwe gans in de winterperiode. Dat betekent dat het vooralsnog niet mogelijk om in de provincie populatiebeheer en schadebestrijding op grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen uit te voeren.