Ontheffingen voor het doden van kraaien en kauwen in Utrecht vernietigd

De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van De Faunabescherming tegen de ontheffingen voor het doden van kraaien en kauwen in Utrecht gegrond verklaard. Volgens de rechtbank heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht onvoldoende aangetoond dat er sprake is van concrete dreiging van belangrijke schade aan fruitpercelen.
De zwarte kraai en kauw zijn beide beschermde vogelsoorten waarbij het verboden is om deze vogels te doden en of te vangen. De soorten staan ook op de landelijke vrijstellingslijst en daardoor kunnen provincies ontheffingen verlenen om af te wijken van het verbod op het doden van de zwarte kraai en kauw, bijvoorbeeld ter voorkoming van schade aan fruitteelt.
De rechtbank heeft in een zaak die De Faunabescherming aanspande aangegeven dat de door het Utrechtse college overgelegde schadehistorie niet overtuigend was. Informatie over de aard en omvang van de schade op perceelsniveau ontbrak en in de laatste jaren waren er geen schademeldingen door kauwen en kraaien gedaan door fruittelers in Utrecht.
Verder heeft het provinciebestuur onvoldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende oplossingen zijn om schade aan de fruitpercelen te voorkomen. Zo was er niet gemotiveerd waarom de inzet van netten niet kan worden toegepast. Ook was de noodzaak tot het gebruik van vangkooien onvoldoende onderbouwd.
De rechtbank heeft het college van Utrecht opgedragen om een nieuwe beslissing op het bezwaar van De Faunabescherming tegen de verleende ontheffing te nemen. De ontheffingen worden geschorst tot zes weken na de te nemen nieuwe besluiten. Er mag tot die tijd geen gebruik worden gemaakt van de ontheffingen.
Uitnodiging Symposium “Alles weten over ganzen in wetenschap en praktijk”
Kom naar het symposium op dinsdagmiddag 1 oktober 2024 in Amersfoort!
Aanmelden is verplicht.
Meld je aan via de volgende link:
Het programma loopt van 12:30-17:00 en wordt nog inhoudelijk uitgewerkt. Het definitieve programma worden op een later moment gedeeld. De bijeenkomst wordt georganiseerd door de Werkgroep AEWA Ganzenaanpak en richt zich op (internationale) kennisontwikkeling en vertaling hiervan naar de praktijk.
Doelgroep: iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met ganzen, o.a. medewerkers en vertegenwoordigers vanuit de agrarische sector, jagers, provincies, waterschappen, natuurbeheerders, enz.
Voorlopige sprekers :
- Bart Nolet, onderzoeker
- Gerben Mensink, provincie Fryslân en voorzitter van de Werkgroep AEWA Ganzenaanpak
- Ida van Ommeren, BIJ12
- Monique de Jager, onderzoeker
- Nelleke Buitendijk, onderzoeker
- Patty Laan, Faunabeheereenheid Noord-Holland
Dagvoorzitter: Reinier Enzerink
Het is dus van groot belang dat deze bijeenkomsten worden bijgewoond door leden van de NOJG die betrokken zijn bij het ganzenbeheer in hun provincie.
Nadere informatie, wat is AEWA etc?De Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds (AEWA) is een belangrijke internationale overeenkomst, opgericht in 1995, gericht op de bescherming van migrerende watervogels in Afrika en Eurazië. Het AEWA-verdrag wordt beheerd door het United Nations Environment Programme (UNEP) en komt voort uit de Convention on Migratory Species (CMS). Nederland speelt een leidende rol als medeoprichter van dit verdrag, net als de Europese Unie, die ook partij is. Het doel van AEWA is om overheden en stakeholders samen te brengen voor een gecoördineerde aanpak van de bescherming en het beheer van migrerende watervogels en hun leefgebieden langs hun migratieroutes. European Goose Management Platform (EGMP)Een belangrijk onderdeel van AEWA is het European Goose Management Platform (EGMP). Dit platform is ontstaan uit de bezorgdheid over de groei van populaties grauwe ganzen en brandganzen, die buiten proportie leek te worden. Het EGMP werd opgericht in 2016, na een besluit van de Zesde Vergadering van Verdragsstaten in 2015. Dit platform is gericht op een duurzame en gecoördineerde bescherming, beheer en benutting van ganzenpopulaties gedurende hun hele migratie traject, van broedgebieden tot overwinteringsgebieden. Naast de grauwe gans en de brandgans worden ook de kleine rietgans en de taigarietgans door het platform beheerd. Het EGMP streeft ernaar om ganzenpopulaties in een gunstige conservatie status te behouden, waarbij ook rekening wordt gehouden met ecologische, economische en recreatieve belangen. Voor EU-lidstaten zijn de bepalingen van de Vogelrichtlijn hierbij leidend. Internationale beheersplannenAEWA kent International Single Species Action Plans (ISSAP), die voor een periode van 10 jaar beschrijven welke internationaal afgestemde maatregelen nodig zijn om de populatie van een bepaalde soort beter te beschermen. Ook zijn er International Single Species Management Plans (ISSMP), gericht op het beheer van soorten die conflicteren met ecologische, economische of recreatieve belangen. Tot nu toe zijn er 26 ISSAP’s en 3 ISSMP’s vastgesteld. De ISSMP’s vormen de basis voor coördinatie tussen verschillende belanghebbende partijen om doelen te stellen met betrekking tot de bescherming en het beheer van ganzen, zoals het handhaven van populaties op een acceptabel niveau en het minimaliseren van maatschappelijke overlast zoals landbouwschade en risico’s voor de volksgezondheid. Adaptive Flyway Management Programma’s en Gunstige Referentie gegevensDe ISSMP’s leiden tot Adaptive Flyway Management Programmes (AFMP), die acties per soort en per managementunit (MU) specificeren. Voor elke soort wordt een Favourable Reference Value (FRV) vastgesteld, die een meetbare invulling is van de gewenste conservatiestatus. Dit omvat drie factoren: populatieomvang, verspreiding en beschikbaarheid van geschikt habitat. De FRV moet boven de Minimum Viable Population (MVP) liggen om de soort in stand te houden. Juridische status van AEWADe juridische status van AEWA en de FRV’s is belangrijk voor het huidige faunabeleid. De ISSMP’s en AFMP’s zijn gebaseerd op inspanningsverplichtingen en geen resultaatsverplichtingen. Dit betekent dat lidstaten zich inspannen om de afspraken na te komen, maar niet strikt verplicht zijn om gespecificeerde resultaten te bereiken. AEWA en het Nederlandse beleidNederland heeft zich gecommitteerd aan de AEWA-aanpak, waarbij de focus ligt op schadepreventie en het waarborgen van een gezonde populatie van ganzen. Specifieke Gunstige Referentie Populaties (GRP) zijn vastgesteld voor de grauwe gans en brandgans. Er is een verdeling van deze GRP’s over de provincies nodig om het populatiebeheer effectief te coördineren. Concluderend speelt AEWA een cruciale rol in het internationale beheer van ganzenpopulaties, waarbij samenwerking en balans tussen ecologische, economische en sociale belangen centraal staan. Het succes van deze inspanningen is afhankelijk van de samenwerking tussen landen en de toepassing van gezamenlijk opgestelde beleid en managementplannen. Adaptief Beheer van Grauwe Gans en Brandgans: Internationale Beheerplannen en Nederlandse AanpakAchtergrondOnder de Europese Goose Management Platform van AEWA (EGMP) zijn internationale beheerplannen ontwikkeld voor de grauwe gans en de brandgans. Deze plannen zijn gericht op de internationale bescherming van deze soorten en de aanpak van door hen veroorzaakte problemen, met als doel een duurzaam behoud van de populaties. De plannen zijn in eind 2018 goedgekeurd en worden nu uitgewerkt in konkrete werkplannen. UitdagingenEen belangrijke uitdaging binnen deze plannen is het ontwikkelen van beheerafspraken per trekroute, gezien de verschillende nationale benaderingen van jacht en schadebestrijding. Om deze afspraken te onderbouwen, zijn betrouwbare populatie- en afschotdata van wezenlijk belang. Adaptief BeheerHet concept van adaptief beheer houdt in dat het beheer van de populaties (jacht en schadebestrijding) periodiek geëvalueerd en aangepast kan worden op basis van actuele gegevens. Dit Adaptive Flyway Management Programma stelt de betrokken landen in staat om flexibele maatregelen te treffen en te zorgen voor een gezonde staat van de ganzenpopulaties. Populatie-informatie en FRV’sEen cruciaal aspect in dit beheer is inzicht in de populaties per trekroute. Hoewel de EU Vogelrichtlijn geen expliciet begrip hanteert voor de Staat van Instandhouding (SVI), wordt dit wel gebruikt in de context van AEWA. Voor de bepaling van SVI zijn zogenaamde Favourable Reference Values (FRV’s) noodzakelijk. Deze waarden zijn gebaseerd op de populatiegrootte, het areaal en het habitat, waarbij een systematiek is toegepast die ook de EU Habitatrichtlijn aanhaalt. Nationale Aanpak in NederlandIn Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor het ganzenbeheer bij de provincies, die moeten zorgen voor een strategie die in lijn is met de internationale afspraken. Dit gebied van schadebestrijding moet ervoor zorgen dat er flexibele afschotmaatregelen kunnen worden getroffen, gepaard gaande met de nodige afstemming tussen beleidsvorming en uitvoerende praktijken. Sovon Vogelonderzoek Nederland heeft, op verzoek van de Nederlandse Werkgroep AEWA-aanpak (WAG), gewerkt aan adviezen om de FRV’s voor zowel de grauwe gans als de brandgans vast te stellen. Deze adviezen zijn inmiddels onder de aandacht van AEWA gebracht. De WAG heeft de voorgestelde FRV’s vergeleken met eerdere bestuurlijke afspraken over het beleid ten aanzien van ganzen in Nederland. Bijdrage van SovonSovon gebruikte gegevens uit diverse bronnen, waaronder atlasgegevens, om de FRV’s te bepalen. De methodieken om FRV’s te onderbouwen zijn nog in ontwikkeling, en AEWA fungeert als richtlijn voor de ecologische vereisten. De FRV’s stellen een minimaal ecologisch criterium vast om te waarborgen dat de soorten hun rol in ecosystemen kunnen vervullen. Interpretatie van FRV’sIn het kader van het adaptief beheer worden de FRV’s gebruikt als beschermingsinstrumenten. Ze zijn niet bedoeld als ambitieuze streefdoelen voor populatiegroei, maar als een veiligheidsnet om te voorkomen dat het omgang met ganzen leidt tot ongunstige instandhoudingsstatussen. Dit geldt voor zowel de grauwe gans, waarvoor een streefpopulatieniveau in de toekomst is voorzien, als voor de brandgans, waar de FRV’s dienstdoen als een referentiekader voor het toepassen van uitzonderingen onder de Vogelrichtlijn. Bij beide soorten wordt in beheersmaatregelen niet alleen gekeken naar aantallen, maar ook naar het areaal en de kwaliteit van hun habitat, wat fundamenteel is voor een gezonde en duurzame populatie. ConclusieHet adaptief beheer van de grauwe gans en de brandgans in Nederland, geïntegreerd met internationale beleidsplannen, biedt een model voor de duurzame bescherming en het beheer van deze belangrijke soorten. Door te voorzien in circulaire evaluatie en bijstelling van beheerstrategieën, is er een duidelijke weg vooruit in het effectief omgaan met deze taxa, rekening houdend met zowel ecologische als maatschappelijke belangen. Adaptief beheer als uitwerking van de Internationale Beheerplannen van AEWAvoor de grauwe gans en de brandgans. |
NVWA heeft vermoeden van blauwtong bij reeën en andere hertachtigen in onderzoek
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft signalen binnengekregen dat er in het Nederlandse wildbestand symptomen van blauwtong worden waargenomen. De NVWA vraagt jagers en wildverwerkers daarom alert te zijn op symptomen van het blauwtong virus bij reeën en andere hertachtigen. Blauwtong is nog niet bevestigd bij wilde herkauwers, maar er worden op dit moment wel enkele verdachte kadavers onderzocht op het virus.
Wanneer de vermoedens van blauwtong worden bevestigd, zal er vanuit de NVWA nadere informatie volgen om verspreiding tegen te gaan.
Blauwtong is een aangifteplichtige ziekte.
Melden bij NVWA
Meld een verdenking van blauwtong van een geschoten of gevonden ree of andere hertachtigen, direct bij de NVWA. Neem hiervoor contact op met het Landelijk meldpunt dierziekten: 045 – 546 31 88.
Karkassen van dieren waarvan vermoed wordt dat het blauwtong onder de leden zou kunnen hebben, mogen niet worden verplaatst.
Hoe kan ik blauwtong bij dieren herkennen?
Alleen bij dieren die erg ziek zijn kleurt de tong blauw. Andere symptomen van blauwtong zijn:
-
hoge koorts
-
veel speeksel aanmaken, kwijlen
-
zwelling van de kop, ook van tong en lippen
-
pijn en ontsteking van de kroonrand bij de hoeven
-
niet meer eten
-
veel liggen
-
kreupel lopen
-
met een bolle rug staan om de pijn in de poten te verlichten
Als gevolg van deze symptomen kunnen dieren overlijden. Vooral schapen hebben veel last van de ziekte. Infecties bij andere dieren zoals runderen en geiten verlopen vaak met minder ernstige verschijnselen. Besmette runderen hebben vaak wel veel virus in het bloed en het virus blijft ook langer in het bloed. Daardoor is er meer risico dat runderen het virus verspreiden.
Blauwtong positief per woonplaats 2024
Deze kaart en de bijbehorende tabel tonen het aantal besmettingen met blauwtong per woonplaats. Op de kaart staan alle besmettingen die in 2024 zijn vastgesteld.
De aantallen zijn uitgesplitst naar klinisch positief en PCR-positief. Bij klinisch positief zijn de besmettingen geconstateerd op basis van kenmerkende symptomen, zonder dat dit verder onderzocht is in een laboratorium. PCR-positief betekent dat de gevallen daadwerkelijk door bloedonderzoek zijn bevestigd. Deze kaart wordt elke maandag en donderdag bijgewerkt.
Download ‘Blauwtong positief per woonplaats 2024′
Landgoed de Treek deels afgesloten i.v.m. wolf
In korte tijd zijn er incidenten geweest met een wolf in de gemeente Leusden. Bij die incidenten hebben wolven zeer beschermend gereageerd, mogelijk omdat zij welpen hebben. Het eerdere advies van de provincie Utrecht om het gebied in Den Treek te vermijden heeft onvoldoende effect. Daarom heeft de gemeente Leusden besloten uit voorzorg een kerngebied af te sluiten voor recreanten en bezoekers per direct tot en met 15 augustus 2024. Het advies om een groter gebied op landgoed Den Treek te vermijden blijft van kracht.
Landgoed Den Treek deels afgesloten
In het gebied dat de gemeente Leusden afsluit geldt een noodbevel waarmee de eigenaar van het landgoed Den Treek de opdracht krijgt het gebied niet langer open te stellen. Dat houdt in dat bezoekers en recreanten daar niet meer mogen komen en dat daar extra toezicht gaat komen vanuit landgoed Den Treek, ondersteund door gemeente en provincie. Het kerngebied is aangewezen op advies van wolvenexperts die zijn ingeschakeld door de provincie.
Burgemeester Bouwmeester van Leusden: ‘Er zijn in korte tijd enkele incidenten geweest met een wolf op Leusdens grondgebied. Ik begrijp dat dit erg beangstigend kan zijn voor wie dit is overkomen. We gaan daarom op advies van de experts van de provincie uit voorzorg een kerngebied afsluiten. Ik ga ervan uit dat iedereen hier begrip voor heeft en doe een dringend beroep op gezond verstand hierin, zodat iedereen in Leusden veilig en gezond kan blijven.
Gedeputeerde Huib van Essen: “We hebben de afgelopen dagen gezien dat het advies om het gebied niet te betreden helaas onvoldoende is nageleefd. Het is daarom goed dat de gemeente Leusden deze extra stap zet.”
Rust in het gebied
Naast het gebiedsverbod geldt voor een groter deel van het natuurgebied nog altijd het dringende advies van de provincie Utrecht om het te vermijden. Recreanten, sporters, wandelaars en (aangelijnde) honden kunnen verstorend zijn en nieuwe confrontaties veroorzaken.
Omdat deze confrontaties niet alleen beangstigend zijn voor de betrokkenen, maar ook de wolf bedreigen is het belangrijk dat er rust komt voor zowel mens als dier. Dat is nodig om de veiligheid van zowel mensen als de aanwezige wolven te waarborgen.
Gebiedsaanduiding op de kaart
Gebiedsaanduiding ziet u op de kaart. Het afgesloten kerngebied ligt tussen Waterlooweg, Doornseweg, Heetvelderweg en het onderste deel van Treekerweg tot Henschoten. Dit zal ook aangegeven zijn door borden en hekken.
Europees Hof acht verbod op de jacht op wolven in Oostenrijk gerechtvaardigd
Het Europees Hof van Justitie acht het verbod op de jacht op wolven dat in Oostenrijk van kracht is gerechtvaardigd. Een afwijking van dat verbod om economische schade te voorkomen mag alleen worden toegestaan als de wolvenpopulatie in een gunstige staat van instandhouding verkeert en dat is in Oostenrijk niet het geval.
Verschillende dierenbeschermings- en milieuorganisaties zijn in Oostenrijk naar de rechter gestapt omdat de provinciale regering van Tirol tijdelijk toestemming heeft gegeven voor de afschot van een wolf. Het betrof een dier dat eerder ongeveer 20 schapen op alpenweiden had gedood.
Wolven worden volgens de Europese Habitatrichtlijn streng beschermd. Het is daarom in principe verboden dat er op wolven wordt gejaagd. Echter, gezien de ontwikkeling van de wolvenpopulatie in Oostenrijk en het feit dat bepaalde lidstaten uitzonderingen hanteren, had de regionale administratieve rechtbank van Tirol twijfel over de geldigheid van het verbod. Daarom werden vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie.
De Oostenrijkse rechtbank vroeg het Europese Hof om de voorwaarden te specificeren waarbij er van het verbod op het afschieten van wolven afgeweken kan worden. Het Hof van Justitie stelt dat in onderzoek geen enkele factor aan het licht is gebracht om de strikte bescherming van wolven in Oostenrijk los te laten.
De Europese Unie is gebonden aan de Berner Conventie waarmee wolven streng worden beschermd. Bovendien heeft de Oostenrijkse regering zelf aangegeven dat de wolvenpopulatie in Oostenrijk niet in een gunstige staat van instandhouding verkeert. Om een afwijking te kunnen toestaan van het verbod op de wolvenjacht in Oostenrijk om ernstige schade aan bijvoorbeeld de veehouderij te voorkomen, moeten aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- De wolvenpopulatie moet zich in een gunstige staat van instandhouding bevinden, zowel op lokaal niveau als op nationaal niveau en de afwijking van mag het behoud van de gunstige staat van instandhouding op geen enkele manier schaden.
- Ernstige schade moet, in ieder geval grotendeels, te wijten zijn aan de specifieke af te schieten wolf. Indirecte schade die niet aan een specifieke wolf kan worden toegeschreven is niet voldoende.
- Er is geen bevredigend alternatief om schade te voorkomen. Er moet rekening worden gehouden met alternatieven, zoals maatregelen ter bescherming van alpenweiden. Bovendien moeten de alternatieven in evenwicht zijn met de algemene doelstelling van het behouden of herstellen van een gunstige staat van instandhouding van de wolvenpopulatie.
Provincie Fryslân versoepelt weer jacht op grauwe gans: rustzone 300 meter rondom Natura 2000-gebied wordt versmald tot 150 meter
Gedeputeerde Staten hebben op 19 juli 2024 een wijzigingsbesluit verleend voor aanpassing van voorschrift nummer 9 van de omgevingsvergunning afschot overzomerende grauwe ganzen in Fryslân van 5 april 2024. Hiermee is de afstand rondom Natura2000 terreinen waarbinnen geen afschot van grauwe gans mag plaatsvinden gewijzigd van 300 meter naar 150 meter. Alle andere voorschriften zijn ongewijzigd.
Het wijzigingsbesluit vindt u in de bijlage.
Er worden geen nieuwe machtigingen verstrekt maar u kunt naar het bijgevoegde document verwijzen. FBE Fryslân
Het besluit om de regels voor het afschieten van ganzen te versoepelen is genomen vanwege de snelle groei van de populatie grauwe ganzen. Jagers mochten eerst geen ganzen schieten binnen 300 meter van een Natura-2000 gebied, maar deze afstand wordt nu teruggebracht naar 150 meter. Dit is nodig omdat veel jagers minder of niet meer schoten vanwege de onduidelijkheid over de afstand tot het natuurgebied. Op de eilanden was het zelfs helemaal niet meer mogelijk om te jagen.
Moeilijk om te jagen op de eilanden
De grens van 300 meter was gekozen om verstoring van andere dieren in het natuurgebied te voorkomen.”Op de eilanden kon er hierdoor helemaal niet meer worden verjaagd”, aldus De Vries. “Daar zat je bijna altijd binnen 300 meter van de Waddenzee of de Noordzee., die beide natura-2000 gebieden zijn”
De maatregel geldt tot 1 oktober, wanneer nieuw ganzenbeleid van kracht wordt en de jachttijden worden verruimd. De provincie heeft het besluit genomen na overleg met verschillende organisaties en overheden, omdat de populatie ganzen blijft groeien en de schade toeneemt. Hoewel er nog geen precieze tellingen zijn, delen natuurorganisaties de zorgen over de situatie.
Het besluit om de afstand te verkleinen naar 15o meter kan wel risico’s met zich meebrengen, gezien een eerdere rechtbankuitspraak in Overijssel. Desondanks heeft de gedeputeerde vertrouwen in het besluit van het provinciebestuur. Financieel gezien is het niet haalbaar om vast te houden aan de 300 meter-regel, aangezien de schade alleen maar toeneemt. De kosten voor het afschieten van ganzen komen uit het natuurpact en moeten worden gebruikt voor het realiseren van natuurmaatregelen in Fryslân.
Oproep LTO Noord
LTO Noord roept leden in Friesland op om de schade die ganzen op hun bedrijf aanrichten te melden en een tegemoetkoming in de schade aan te vragen. Vanaf 2025 wordt in Friesland nieuw ganzenbeleid van kracht, met aandacht voor schade die overzomerende ganzen aanrichten. Om de maatregelen die LTO Noord daarbij voorstelt te onderbouwen, is het belangrijk dat de cijfers uit 2024 de impact van de grote ganzenpopulatie laat zien.
Aanpassing 300 m grens rondom Natura2000 gebieden voor afschot grauwe gans
Wat betekent verkiezingsoverwinning van Labour voor de jacht in Engeland en Schotland
Labour heeft de algemene verkiezingen met een kolossale meerderheid gewonnen in wat politieke commentatoren de ‘Starmer-tsunami’ hebben genoemd. Labour heeft de algemene verkiezingen met een kolossale meerderheid gewonnen in wat politieke commentatoren de ‘Starmer-tsunami’ hebben genoemd.
Tim Bonner, CEO van de Countryside Alliance, zegt dat Sir Keir Starmer heeft gewonnen van het politieke centrum, maar vraagt zich af of hij vanuit dit centrum zal regeren. Het Labour-manifest had geen verplichting tot het recht om rond te zwerven en ze hebben eerder gezegd dat ze “duurzaam schieten uitgevoerd volgens de wet” steunen.
Vóór de verkiezingen beloofde Labour een einde te maken aan het ruimen van dassen, maar pas na de uitroeiing van tuberculose. Labour heeft zich er ook toe verbonden ‘de mazen in de wet van 2004 te dichten’, maar zoals Tim Bonner opmerkt: ‘Een specifieke belofte om waargenomen illegaliteit aan te pakken is niet de totale aanval op de jacht die anti-jachtorganisaties wilden.’
Labour heeft zich ertoe verbonden de licentiekosten voor vuurwapens te verhogen, met als doel de volledige kosten terug te verdienen, wat door de Telegraph een ‘wapenbelasting’ wordt genoemd. Campagnevoerders op het platteland hebben lange tijd een verhoging van de licentiekosten voor vuurwapens en jachtgeweren geaccepteerd als noodzakelijk, maar hebben de regering de verzekering gevraagd dat een dergelijke verhoging vergezeld zou gaan van stevige toezeggingen om de slechte licentieverlening te verbeteren.
Hoewel er in hun manifest geen melding van wordt gemaakt, heeft het nieuwe conservatieve parlementslid voor Mid Buckinghamshire, Greg Smith, beweerd dat Labour van plan is “in het geheim een enorme belastinginval van £1 miljard op boeren te ontketenen”. De heer Smith voegde eraan toe dat als Labour de successiebelastingvermindering afschaft, “vrijwel elke familieboerderij in dit land zal sterven”.
Labour bestempelde de beweringen als ‘wanhopige onzin’, maar heeft geweigerd de afschaffing van de successiebelastingvermindering voor Britse landbouwgrond uit te sluiten.
Christopher Graffius, uitvoerend directeur communicatie en public affairs van de British Association of Shooting and Conservation (BASC), zei tegen ST : “BASC is bereid om samen te werken met de nieuwe Labour-regering om ervoor te zorgen dat de waarde van schieten voor de Britse economie en de bijdrage die het levert aan de het behoud van ons platteland wordt volledig vertegenwoordigd en erkend.
“Schieten is £3,3 miljard waard voor de Britse economie, genereert het equivalent van 67.000 banen en draagt jaarlijks £500 miljoen bij aan natuurbehoudswaarde. Dit zijn cijfers die niet genegeerd kunnen worden.
“Het bereiken van positieve resultaten bij het schieten blijft de prioriteit van BASC en we zullen met alle partijen in het komende parlement samenwerken om resultaten te bereiken die het schieten ten goede komen.”
Verder inzicht in het toekomstige Labour-beleid zal worden gegeven op 17 juli, wanneer in de Koningstoespraak de agenda van Labour voor het eerste jaar zal worden uiteengezet.
Nieuwsbrief NOJG juli 2024

Verwarring over positie houtduif, zwarte kraai en kauw op landelijke vrijstellingslijst
NOJG: landelijk jachtverbod van tafel, maar situatie verschilt per provincie
HAAKSBERGEN – Onder NOJG-leden in den lande is enige onduidelijkheid ontstaan naar aanleiding van het bericht dat de houtduif, de zwarte kraai en de kauw voorlopig niet van de landelijke vrijstellingslijst worden gehaald. In de vorige week verschenen nieuwsbrief werd melding gemaakt van een door de Tweede Kamer aangenomen motie die dat moet regelen.
De strekking daarvan was dat de drie diersoorten tot nader order het hele jaar door kunnen worden bejaagd (met uitzondering van onder andere de provincies Friesland en Noord-Holland). Voorwaarde is wel dat kan worden aangetoond dat er binnen het werkgebied van een WBE sprake is van schade en dat die ook op deugdelijke wijze kan worden onderbouwd.
Aangezien het bericht enkel en alleen betrekking had op de Haagse werkelijkheid, bleef onvermeld dat de exacte regelgeving naar aanleiding van de landelijke vrijstellingslijst per provincie verschilt. Om misverstanden te voorkomen raadt de NOJG haar leden dan ook aan om bij twijfel altijd de website van de provinciale FBE te raadplegen.
Friesland
Zo is in de provincie Friesland de landelijke vrijstelling voor de Canadese gans, de houtduif, de kauw en het konijn momenteel niet van kracht. Een en ander heeft te maken met het ontbreken van een geldend faunabeheerplan voor deze vrijgestelde soorten. Bestrijding is daarom tot nader order niet toegestaan. Anders ligt dit voor de zwarte kraai. De jacht op deze vogel kan in de hele provincie Friesland plaatsvinden op basis van het goedgekeurde faunabeheerplan Predatie 2022-2026.
Noord-Holland
In de provincie Noord-Holland mogen de kauw en kraai, ondanks hun plek op de landelijke vrijstellingslijst, niet worden bestreden bij gebrek aan data. Onderzocht wordt nog of in geval van aanzienlijke schade perceelsgebonden ontheffingen kunnen worden verleend. Andere bedrijven kunnen wellicht een tegemoetkoming claimen. Vooral de houtduif is in Noord-Holland een belangrijke schadeveroorzaker. Het dier heeft het voornamelijk gemunt op vollegrondsgroenten. Voor 2023 staat de teller voor de houtduif alleen al op 1,6 miljoen euro. Verwacht wordt dat over 2024 de schade aanzienlijk hoger zal zijn.
Extra lucht
Ondanks het feit dat de uitwerking van de landelijke regels per provincie verschilt, noemde landelijk NOJG-voorzitter René Leegte, die al geruime tijd met de minister in gesprek is over een zogeheten stelselwijziging ten aanzien van de jacht, het besluit van de Tweede Kamer ‘goed nieuws’. ,,Dit geeft ons in de hoopvolle besprekingen over de zo gewenste stelselwijziging wat extra lucht. De Kamer zegt met zoveel woorden dat het verstandig is om gelet op de toekomst geen overhaaste beslissingen te nemen. Als NOJG kunnen we daar natuurlijk alleen maar blij mee zijn. De vele provinciale interpretaties geven al aan dat een stelselherziening dringend gewest is.”
Op 17 oktober vorig jaar nam de Tweede Kamer een motie aan die was ingediend door Eva Akerboom van de Partij voor de Dieren. In het stuk werd de minister opgeroepen de jacht op de houtduif, de zwarte kraai en kauw zo snel mogelijk te stoppen. Dat zou moeten gebeuren door deze soorten ‘zo snel mogelijk’ van de landelijke vrijstellingslijst te halen.
Te complex
Volgens de PvdD was snel ingrijpen noodzakelijk, omdat uit de tellingen die deze partij hanteert zou blijken dat de betreffende populaties onder druk staan, iets wat op basis van andere tellingen kan worden tegengesproken.
De motie werd destijds door voormalig minister Christianne van der Wal (VVD) ontraden, omdat zij van mening was dat de uitwerking te complex zou zijn. Desondanks werd de motie aangenomen.
Toekomst
Een meerderheid van de Tweede Kamer (in nieuwe samenstelling) is nu van mening dat de uitwerking van de motie inderdaad complex is en dat die onder meer grote financiële gevolgen heeft voor de provincies. De opstellers wijzen verder op het feit dat er nog altijd een wetenschappelijke discussie is over de verschillende in omloop zijnde telprotocollen.
Daarbij komt dat hard wordt gewerkt aan een toekomstbestendig stelsel om het huidige systeem van faunabeheer meer in lijn te brengen met de Europese regelgeving bij de ons omringende landen en administratieve lasten voor grondbezitters en beheerders te verkleinen.
De door de BBB-Kamerleden Cor Pierik en Caroline van der PLAS ingediende motie kreeg de steun van NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, JA21 en PVV.
Utrechtse statenleden bezorgd na aanval wolf op aangelijnde hond
De Utrechtse statenfracties van de BBB en VVD hebben vragen gesteld nadat zaterdag een hond door een wolf werd aangevallen en meegenomen op landgoed Den Treek in Leusden. Dat meldt het AD. De politici willen onder meer weten of wordt overwogen om ook in Utrecht paintballgeweren in te zetten, aldus de krant.
De politieke ophef komt nadat eerder deze maand tijdens een wandeling met zijn baasje een hond gegrepen werd door een wolf, zich vervolgens met zijn buit uit de voeten maakte. De ontzetting is des te groter omdat het baasje de hond keurig had aangelijnd.
Het Utrechtse BBB-statenlid Kees van Vuuren zegt tegen het AD dat zijn fractie er behoorlijk van geschrokken is. ,,Tot nu toe gingen de berichten vooral over aanvallen van de wolf op vee.”
Dat er nu ook een incident heeft plaatsgevonden met een aangelijnde hond, zorgen voor grote onrust in het landelijke gebied, aldus het AD. Het vermoeden bestaat dat er al langere tijd meldingen zijn gemaakt van probleemgedrag door wolven in het gebied.
Zorgen over ontbreken geldig faunabeheerplan Overijssel?
In jagerskringen in Overijssel wordt getwijfeld over de vraag of er na 1 september nog gejaagd mag worden in deze provincie. Dat meldt dagblad De Stentor. Aanleiding voor de onzekerheid is het feit dat Faunabeheereenheid Overijssel uitstel heeft gevraagd voor het wettelijke verplichte faunabeheerplan, maar dat is door de provincie geweigerd.
Jagen mag in Nederland alleen als er sprake is van onderbouwde plannen. In dergelijke faunabeheerplannen moet onder meer een analyse worden gemaakt van de schade die bepaalde diersoorten veroorzaken en op welke andere manieren die schade eventueel te voorkomen is. Daarnaast moeten tellingen van dieren opgenomen zijn.
Juridisch probleem
Een faunabeheerplan wordt gemaakt door diverse partijen, waaronder jagersorganisaties (WBE’s), landbouworganisatie LTO, terreinbeheerders en natuurorganisaties. Deze partijen, verenigd in de Faunabeheereenheid Overijssel (FBE) had de provincie gevraagd om verlenging van het bestaande faunabeheerplan, maar dat is volgens Gedeputeerde Staten juridisch onmogelijk.
Deelplannen
Volgens De Stentor kan het ontbreken van een geldig faunabeheerplan betekenen dat er na 1 september niet meer mag worden gejaagd in de provincie, tenzij er tijdig een nieuw plan wordt aangeleverd. Inmiddels hebben GS aangegeven dat er delen van een faunabeheerplan kunnen worden ingediend, zodat deze afzonderlijk beoordeeld kunnen worden. Bij die deelplannen zou het gaan om beheerplannen voor specifieke soorten zoals ganzen, reeën of exotische soorten, aldus De Stentor. Voorzitter Anneke Raven van de FBE Overijssel zegt tegenover de krant te hopen dat de deadline van 1 september daarmee voor grote delen van het Faunabeheerplan toch gehaald wordt.
| Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer Postbus 72 7480 AB Haaksbergen T: 053 – 57 24 833 secretariaat@nojg.nl | www.nojg.nl |
BIJ12 publiceert vernieuwde FaunaschadePreventieKits (FPK’s)
BIJ12 verwijdert de niet-effectieve verjaagmiddelen uit FaunaschadePreventieKits
BIJ12 heeft nieuwe versies van de FaunaschadePreventieKits (FPK’s) gepubliceerd. De FPK’s zijn herzien op basis van nieuwe inzichten. Daarmee zijn de maatregelen effectiever tegen faunaschade en duidelijker voor de gebruiker. Vanaf 1 november 2024 toetst BIJ12, in opdracht van de provincies, preventieve maatregelen voor faunaschade op basis van de nieuwe FPK’s. Dit kan gevolgen hebben voor tegemoetkomingen in faunaschade. Daarom is het belangrijk dat grondgebruikers hun maatregelen controleren en waar nodig aanpassen op de nieuwe FPK’s.
Nieuwe inzichten
Grondgebruikers zijn verantwoordelijk voor het voorkomen of beperken van schade aan hun landbouwgewassen die wordt veroorzaakt door beschermde dieren. In de FPK’s staat welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade.
De FPK’s zijn herzien op basis van de nieuwste kennis op het gebied van ecologische effectiviteit, praktische inzetbaarheid en wet- en regelgeving. De maatregelen werken beter tegen faunaschade en zijn duidelijker voor de gebruiker. De herziening is, in opdracht van BIJ12, uitgevoerd door agrarisch adviesbureau De Natuurverdubbelaars en ecologisch adviesbureau Altenburg & Wymenga.
Effectieve maatregelen
Zowel de preventieve maatregelen uit de huidige FPK’s als nieuwe innovatieve maatregelen zijn getoetst. Dat gebeurde op basis van wetenschappelijk onderzoek, beoordelingen van experts en praktijkervaringen van agrariërs. Met ingang van de nieuwe FPK’s worden alleen nog effectieve maatregelen geaccepteerd. Maatregelen die de schadeveroorzakende diersoort niet voldoende verjagen of een hoge gewenningsgraad hebben, zijn verwijderd uit de FPK’s.
Een voorbeeld van een maatregel die niet terugkomt in de nieuwe FPK’s, is het gebruik van vlaggen en linten voor het verjagen van ganzen. Het is bewezen dat dit de schadeveroorzakende diersoort niet voldoende afschrikt en er snel gewenning optreedt. Daarom is het niet meer nodig om die maatregel te nemen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade.
Andere maatregelen werken juist goed, zoals vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen en de BirdAlert. Zij verjagen schadeveroorzakende diersoorten en zijn dus opgenomen in de nieuwe FPK’s. Nieuwe innovatieve maatregelen kunnen worden gemeld bij BIJ12. Ze worden dan periodiek bekeken en, als ze effectief zijn, toegevoegd aan de FPK’s.
Een nieuw onderdeel van de FPK’s is de praktische inzetbaarheid van de maatregelen. Daarbij is gekeken naar tijd, kosten en onderhoud. Ook zijn de FPK’s uitgebreid met aandachtspunten in de wet- en regelgeving rond de preventieve maatregelen. Daarmee bieden de FPK’s meer duidelijkheid en context voor de gebruiker.
Gevolgen voor tegemoetkomingen
Vanaf 1 november 2024 toetst BIJ12 de genomen maatregelen aan de hand van de nieuwe FPK’s. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade, is het voor grondgebruikers van belang dat zij de preventieve maatregelen nemen die in de nieuwe FPK’s staan.
Voor een aantal diersoorten staan in de nieuwe FPK’s slechts enkele effectieve en redelijke maatregelen. Voor die diersoorten is het vanaf 1 november 2024 voldoende om één preventieve maatregel te nemen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade. Indien er voldoende maatregelen mogelijk zijn, blijft het vereist om twee preventieve maatregelen te nemen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming. Grondgebruikers kunnen in de nieuwe FPK’s controleren wat in hun geval noodzakelijk is.
Verbeteren van gebruikersgemak
Nu de FPK’s inhoudelijk zijn herzien, gaat BIJ12 het gebruikersgemak en de uitstraling van de FPK’s verbeteren. Daarmee worden de preventieve maatregelen per situatie overzichtelijker en makkelijker vindbaar voor de grondgebruiker. BIJ12 verwacht dat die herziening deze zomer start en begin 2025 klaar is.
Vragen?
Hebt u vragen over de nieuwe FPK’s? Neem dan contact op met BIJ12 Faunazaken via info@mijnfaunazakenbij12.nl of 085 – 486 22 22.