Rechter verbiedt proef bestrijden steenmarters in belangrijke weidevogelgebied in Fryslân
Hier volgt een samenvatting van de uitspraak over de “Steenmarterproef” uit oktober 2025 en geeft in hoofdlijnen de motivering, uitkomst en gevolgen van het vonnis weer
Kern van de zaak
– De Faunabeheereenheid Fryslân kreeg in 2022 een ontheffing van de provincie Fryslân om jaarlijks maximaal 429 steenmarters te vangen en doden ter bescherming van weidevogels.
– Verschillende dierenbelangenorganisaties (waaronder Fauna4life en Animal Rights) maakten bezwaar en stelden dat er betere alternatieven zijn, dat het beheer van de gebieden onvoldoende is en dat niet is voldaan aan de wettelijke eisen.
– De rechtbank moest oordelen of de ontheffing voldeed aan de voorwaarden van de Wet natuurbescherming.
Beoordeling door de rechtbank
– De rechtbank vindt dat de provincie onvoldoende heeft onderbouwd dat de betrokken gebieden voldoen aan de eisen voor “optimaal weidevogelbeheer”.
– De rechter concludeert dat niet voldoende is aangetoond dat predatiebeheer (door het doden van steenmarters) de enige of beste oplossing is, mede omdat in de meeste gebieden de kwaliteit van de habitat voor weidevogels onvoldoende is.
– De rechtbank vindt dat alternatieven zoals betere inrichting en beheer van gebieden als “bevredigende oplossingen” onvoldoende zijn onderzocht of toegepast.
– Voor het elektrisch afrasteren en watergangen rond gebieden is aannemelijk gemaakt dat deze als enige maatregel geen geschikte alternatieven zijn, maar het habitatbeheer volstaat niet.
Staat van instandhouding steenmarter
– Uit onderliggende rapporten blijkt dat de steenmarter in Fryslân in een gunstige staat van instandhouding verkeert, dus het vangen en doden van het toegewezen aantal bedreigt die staat niet.
– Cijfermatige verschillen tussen rapporten over de populatiegrootte zijn volgens de rechtbank wel voldoende verklaard.
Evenredigheid
– Het aantal te vangen/doden steenmarters (429 per jaar) is volgens de rechtbank niet goed gemotiveerd; er is niet bezien of een lager aantal ook zou volstaan.
Beroep gegrond; gevolgen
– Het besluit tot ontheffing wordt vernietigd omdat het onvoldoende is gemotiveerd.
– Tot zes weken na een nieuw besluit op bezwaar mag geen gebruik worden gemaakt van de verleende ontheffing.
– De rechtbank wijst schadevergoeding toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
– Provincie en Staat worden veroordeeld tot het betalen van proces- en schadevergoedingen aan de eisers en aan de Faunabescherming.
Belangrijkste overwegingen
– De nadruk ligt op het aantonen van afwezigheid van alternatieven, goed habitatbeheer als randvoorwaarde, en strikte toetsing van het aantal te doden dieren.
– De faunabeheermaatregel mag enkel als laatste redmiddel worden ingezet na zorgvuldig afwegen en als aan alle wettelijke eisen is voldaan.

