Eendaagse training praktisch kogelschieten

Schieten met een kogelgeweer onder jachtomstandigheden kan heel divers zijn.
Oefenen in praktijksituaties doet bijna niemand. Zo is het schieten vanaf een hoogzit of over een bers stok wezenlijk anders dan vanaf de
zandzak op de baan.

Fauna Service organiseert een ééndaagse training die gericht is op de alledaagse jachtpraktijk. Met relatief eenvoudige tips zullen de
resultaten in het veld snel verbeteren.

Voor wie?
Iedere jager die met de kogelbuks het veld in gaat. Of je nu al dertig aktes hebt of met de eerste gaat beginnen.

Aanbod
• Inschieten en controle van de buks;
• Schieten vanuit diverse houdingen, bijv. staand of vanaf een hoogzit;
• Schieten met behulp van een schiet/bers stok;
• Oefenen (buiten de baan) in het praktisch gebruik van schietstok en overige hulpmiddelen onder jacht omstandigheden.

Om persoonlijke aandacht te garanderen is de groepsgrootte max. zes deelnemers. Op verzoek kan hiervan afgeweken worden, bijvoorbeeld voor
jachtcombinaties.

Voor meer info: www.faunaservice.nl of direct contact opnemen via mail of telefoon.

Kosten: €199 incl koffie bij ontvangst, lunch, baanhuur en btw

 

John Houtveen

Email: j.houtveen@faunaservice.nl

Telefoonnummer: 0651530499




CDA wil wolf-vrije gebieden

PERSBERICHT CDA

De problematiek rond de wolf wordt steeds ernstiger en daarom wil het CDA regulering van de wolf, aanpassing van beschermde status en nieuwe maatregelen. Afgelopen week zijn er weer drachtige schapen gedood en verscheurd door een wolf. Nu in de provincie Friesland. In andere provincies zijn al eerder veel schapen gedood en verscheurd. Het CDA wil dat de provincies gaan inzetten op wolf-vrije gebieden en betere bescherming van schapen en ander vee tegen de wolf. Dit moet meegenomen worden in de update van het wolvenplan van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Dit is een gezamenlijke oproep van CDA Statenleden, CDA gedeputeerden Henk Jumelet (Drenthe)  en Peter Drenth (Gelderland) en CDA Tweede Kamerlid Derk Boswijk. ,,Met name voor de schapenhouders is de situatie ernstig en is actie noodzakelijk. Momenteel leven er 15 tot 20 wolven in Nederland. De financiële schade bedraagt landelijk inmiddels al meer dan 75.000 Euro maar daarnaast is de angst en onzekerheid over behoud van de kuddes onder dierhouders in diverse provincies zeer groot, zegt Statenlid Willemien Koning.

De CDA woordvoerders roepen daarnaast minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) op om bij de Eurocommissaris op EU niveau aan te dringen op extra maatregelen om de wolvenoverlast tegen te gaan. De bescherming van de wolf is geregeld in de habitatrichtlijn bij de EU. ,,Het niveau van bescherming van de wolf moet op Europees niveau minimaal 1 en liefst 2 tredes naar beneden. Als dat niet gebeurd komen ook N2000 doelstellingen in gevaar omdat die in diverse gebieden alleen behaald worden met begrazing door schapen,’’ aldus Tweede Kamerlid Derk Boswijk. Op maandag 28 februari  2022 behandelde de EU-commissie landbouw en plattelandsontwikkeling een resolutie over de bescherming van veehouderij en wolven in Europa. Daar heeft CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik ook gepleit voor betere regulering van de wolf.

gedood schaap wolfIn 2018 heeft de wolf zijn herintrede gedaan in Nederland. Waar de wolven eerst nog in grotere natuurgebieden in Duitslands en midden Europa bleven, zwerven zij nu in veel provincies in Nederland rond. De gevolgen hiervan zijn merkbaar op het platteland waar de wolven vooral veel schapen toetakelen en lak hebben aan veiligheidsmaatregelen die veehouders  treffen.

De CDA-politici achten het niet mogelijk op dit moment om de wolf uit Nederland te verbannen maar willen zo spoedig mogelijk regulering met wolf-vrije gebieden om de situatie te verbeteren. ,,Het plaatsen van afrastering rondom de weides waar de schapen lopen, is op lange termijn geen afdoende optie omdat veel kuddes steeds verweid worden naar andere percelen en omdat de wolven over hoge hekken heen kunnen springen. Alle percelen afrasteren met hoge hekken is ook niet wenselijk omdat andere dieren zich dan ook niet meer kunnen verplaatsen, ‘’ zegt Arjan Tolkamp, Statenlid provincie Gelderland. ‘’Zolang er nog geen sprake is van wolf-vrije gebieden moet er echter wel voldoende vergoeding beschikbaar zijn voor het plaatsen van hekwerk, voor de arbeid die daarmee gemoeid is en voor het vergoeden van de schade.’’

Provinciale CDA woordvoerders

 

  • Groningen – Jesper Bergsma 06-18562201
  • Friesland – Attje Meekma – 06-23737233
  • Drenthe – Eline Vedder – 06-28487660
  • Overijssel – Jeroen Piksen – 06-22267257
  • Gelderland – Arjan Tolkamp – 06-13475262
  • Brabant – Tanja van de Ven – 06-10109908
  • Limburg – Ingrid Voncken – 06-51361005
  • Flevoland – Chris Schotman – 06-23988260
  • Zeeland – Anton Geluk – 06-22405212
  • Zuid-Holland – Jaco Kastelein – 06-13232775
  • Utrecht – Marije Stegenga – 06-44988544
  • Noord-Holland – Willemien Koning – 06-23121275



Honderden vogels met vogelgriep: ‘Het is nog nooit zo erg geweest’ in Zeeland

In de Zeeuwse delta bezwijken sinds enkele weken honderden vogels aan het vogelgriepvirus. Het is de hevigste uitbraak van vogelgriep tot nu toe. Medewerkers van de dierenambulance draaien overuren. Ze zeggen dat de situatie op dit moment extreem is.

 
Vogelgriep grijpt om zich heen, dierenambulance krijgt meerdere meldingen per dag.
De dierenambulance rukt dagelijks enkele keren uit. “We hebben nog nooit zoveel vogelgriepslachtoffers gehad. We krijgen meerdere meldingen per dag”, zegt coördinator Karina Wijnands van de dierenbescherming. “Zo erg heb ik het nog nooit meegemaakt.”

Zieke vogels krijgen een spuitje

In volle beschermende uitrusting halen medewerkers van de dierenambulance zieke vogels op. Als zij dode vogels tegenkomen, nemen zij die ook mee. Zieke vogels krijgen bij de dierenarts een spuitje. De dode vogels gaan naar de destructie of naar onderzoekers van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de faculteit diergeneeskunde in Utrecht. Die laten de vogels in Lelystad bij het Wageningen Bioveterinary Research onderzoeken.
Woordvoerder Magriet Montizaan van het DWHC bevestigt het beeld. “Het is de ergste uitbraak ooit in Europa. Dat hebben we nog nooit zo meegemaakt.”
 
Vogelteller Pim Wolf: ‘Het slaat meteen op hun motoriek. Het is ongelofelijk zielig om te zien’ 
Projecten komt zieke vogels regelmatig tegen. “Het zijn totaal gedesoriënteerde beesten die niet meer rechtuit kunnen lopen of rechtuit kunnen zwemmen, maar voortdurend in rondjes bewegen. Het slaat meteen op hun motoriek. Het is ongelofelijk zielig om te zien.”

Vooral ganzen en roofvogels

De ziekte treft vooral ganzen en roofvogels, meldt de dierenambulance. “We hebben vorige week een buizerd opgehaald die op zijn rug vloog en neerstortte”, vertelt Karina Wijnands. “Bij de ganzen en zwanen zie je dat ze heel erg met hun kop schudden of rondjes zwemmen of lopen. Daar kunnen we het aan herkennen.”
 
 
     
Voor sommige soorten is vogelgriep een grote klap. “Voor brandganzen is het niet zo’n groot probleem, daar zijn er veel van. Maar voor kanoeten bijvoorbeeld, een kleine strandloper, die zijn erg gevoelig”, vertelt Wolf, “Als er daar tweeduizend van overlijden, dan heeft dat zeker effect. Die populatie is veel kleiner.”
De ziekte treft ook veel roofvogels zoals buizerds en valken. Die raken besmet door het eten van zieke vogels. “Dat leidt tot verliezen”, zegt Wolf. “Onder slechtvalken bijvoorbeeld. We zien nu een enorme afname van slechtvalken.”

Het is niet haalbaar om alle dode vogels te laten testen.

Margriet Montizaan, patholoog en dierenarts Universiteit Utrecht
Het is onduidelijk hoe groot de uitbraak van vogelgriep in Zeeland is in vergelijking met andere delen van het land. Een landelijk systeem van monitoring ontbreekt.
Wolf vermoedt dat vogelgriep in de noordelijke provincies en de Waddenzee heftiger toeslaat dan in Zeeland. “We hebben honderden dode brandganzen gevonden in het Haringvliet en ook op Schouwen-Duiveland in de Prunje, waar we vele tientallen dode beesten hebben gevonden. Maar op Walcheren kom je nauwelijks zieke beesten tegen.”

Niemand heeft goed zicht op de situatie

“Er is geen goed overzicht van de aantallen vogels die gestorven zijn”, zegt Magriet Montizaan, van het Dutch Wildlife Health Centre. Niet alle zieke vogels worden in Lelystad onderzocht of worden geregistreerd. “Het is belangrijk dat dode vogels op vogelgriep worden getest, maar het is niet haalbaar om alle dode vogels te laten testen. Het opruimen van dode vogels gebeurt grotendeels door gemeenten en dierenambulances. Er is nog geen landelijk systeem waar het melden voor onderzoek en het melden voor het opruimen van vogels goed op elkaar zijn afgestemd.”
De dierenbescherming kan het aantal meldingen van zieke vogels ternauwernood aan. “We komen al niet meer bij vogelopvangcentrum De Mikke,”, vertelt Mieke Wijnands “Nu gaan we meteen naar de destructiebak. Al die vogels worden niet meer onderzocht en worden niet meer geregistreerd. Dat is nu niet meer te doen.”
'Raak de vogels vooral niet aan en bel de dierenambulance' 

Het gevaar van vogelgriep wordt steeds urgenter gevoeld. Wilde vogels dragen vogelgriep nu jaarrond bij zich. Regelmatig worden in Nederland besmette pluimveebedrijven geruimd. Virologen waarschuwen al jaren voor het gevaar van het overspringen van vogelgriep op mensen.

'Vooral niet aanraken en schoenzolen ontsmetten'
Wat moet je doen als je een zieke vogel tegenkomt? “Vooral niet aanraken en de dierenambulance bellen”, zegt Wijnands. Voor pluimveebedrijven geldt op dit moment een ophokplicht. Mensen met kippen op hun erf of in de tuin wordt geadviseerd om de kippen in het hok te houden of af te schermen. Vogelgriep kan worden overgedragen door vogelpoep. “En heb je in de natuur gewandeld, dan zou je je schoenzolen kunnen ontsmetten.”



Meer nestsucces bij weidevogels door beheer steenmarters in Friesland

Steenmarter

 

Het beheer van steenmarters zorgde afgelopen seizoen in Friesland voor meer uitgekomen weidevogeleieren en overlevende kuikens. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken en pilots binnen de provincie Friesland. Betrokken partijen evalueren dit jaar de pilots en de uitkomsten van de onderzoeken van de afgelopen jaren om de verdere koers van het steenmarterbeheer te bepalen. Provinciale Staten worden daar in de herfst van 2022 over geïnformeerd.

Het afgelopen jaar zijn bij wijze van pilot in 13 weidevogelgebieden steenmarters gevangen  In het gebied Soarremoarre is nu 4 jaar op rij te zien dat meer weidevogeleieren uitkomen als steenmarters verwijderd worden. In 2021 waren dat 14 steenmarters. Dat zorgde ervoor dat 37% meer weidevogeleieren uitkomen  ten opzichte van 2017, het jaar van de nulmeting.

De steenmarterpilot is verder uitgebreid naar de Workumerwaard, Skriezekrite Idzegea, Skrok & Skrins en Runom, Fjûrlannen, St. Johannesga, Lytse Deelen, Feanhoop, Janssenstichting, De Ontginning, Raard, Kollum en Zwagermieden. Hier werden vorig jaar 141 steenmarters gevangen. In 8 van de 12 gebieden zorgde dat voor een afname van predatie. Ongeveer 70% van de nesten kwam uit. In de andere 4 gebieden was die afname niet te zien. Dat kwam bijvoorbeeld doordat in verhouding meer vossen de nesten leeghaalden.

Met behulp van 3800 nestcamera’s is in 50 weidevogelgebieden het aandeel van de steenmarter bij het leeghalen van de nesten onderzocht. De afgelopen 4 jaar had de steenmarter over al die gebieden het grootste aandeel. In het zuiden en oosten van de provincie had de vos ook een behoorlijk aandeel. Verder werden zwarte kraai, bruine rat, huiskatten en kleine marters zoals hermelijn gezien.

Ook is onderzocht of kleine marters zoals hermelijn, wezel en bunzing meer nesten zouden leeghalen als er meer steenmarters gevangen zouden worden. De aanleiding was een verhoogde nestpredatie door deze soorten in 2020. Onderzoek wijst uit dat er geen direct verband is, maar dat het mogelijk door de vele muizen dat jaar kwam. Afgelopen jaar nam de nestpredatie door de kleine marters weer af.

Dit jaar vindt er ook steenmarterbeheer plaats bij Bolsward, Meamerter- en Wammerterpolder, Anjumerkolken, Tusken Wâld en Ie en de Haskerveenpolder. Daar zagen agrarisch collectieven afgelopen jaar op camera’s dat veel steenmarters de nesten leeghaalden en dat er een laag broedsucces was. In circa 20 andere weidevogelgebieden zullen collectieven dit weidevogelseizoen ook met nestcamera’s nesten in de gaten houden.

 

bron: Provincie Friesland, 15/03/2022



Wildbeheereenheid en Altenatuur samen voor minder maaislachtoffers

Wildbeheereenheid en Altenatuur samen voor minder maaislachtoffers

Wildbeheereenheid Land van Altena en natuurbeschermingsvereniging Altenatuur zetten zich gezamenlijk in om het aantal maaislachtoffers in Altena te verminderen. Dit jaar starten zij een gezamenlijk project om dieren en weidevogels te sparen onder de aandacht te brengen. Om het gebruik van de wildredder te promoten kunnen agrariërs en loonwerkers binnen de gemeente Altena zich aanmelden voor een gratis akoestische wildredder waarmee het aantal maaislachtoffers kan worden verminderd.

De akoestische wildredder verjaagd met behulp van geluid dieren die zich in de buurt van de machine begeven. Hierdoor kunnen deze dieren tijdig vluchten en worden jonge weidevogels en andere dieren gespaard van de maaimachine. Uit veldproeven blijkt dit type wildredder het aantal maaislachtoffers met circa 60% te verminderen. Naast het gebruik van de wildredder is vooral ook het maaien van binnen een perceel naar buiten van grote invloed op het beperken van maaislachtoffers.

Behalve de meerwaarde voor de natuur biedt het gebruik van de wildredder ook voordelen voor de agrariër. Zo zal het aantal dode dieren als gevolg van het maaien in de voeropslag verminderen, waardoor de kans op rot en botulisme in het voer afneemt. Ook broedvogels op oevers van sloten en vaarten worden gespaard. Deze oevers worden gemaaid door zowel agrariërs als door het waterschap. Dit nieuwe type wildredder kan gemakkelijk op de maaimachine worden geplaatst. Met behulp van een magneet wordt het apparaat op de maaier geplaatst waarna deze via een snoer eenvoudig kan worden aangesloten op de tractor.

Het project wordt ondersteunt door de gemeente Altena, Brabants Landschap, Waterschap Rivierenland en de Nationale Postcodeloterij. Door de financiële bijdrage van de partners kunnen de wildredders kosteloos worden aangeboden.

Geïnteresseerde agrariërs of loonwerkers kunnen zich aanmelden via de jager en/of weidevogelbeschermer die op hun gronden actief zijn. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen via wildredder-altena@outlook.com.

De deelnemers ontvangen na hun aanmelding zo spoedig mogelijk de gratis akoestische wildredder, zolang de voorraad strekt.

 

Secretaris WBE ‘Land van Altena’  




Jagen Duitsland: Wettelijke bescherming van ouderdieren waarvan de jongen nog afhankelijk zijn.

In de loop der jaren hadden we honderden jongjagers te gast in het in Mecklenburg gelegen Lehrrevier van het jachtforum. Bij volle maan in winter en herfst maar ook in mei als ‘de bok open’ is en de ingelegde mais moet worden beschermd tegen al te vraatzuchtige zwartkielen.

De meeste jagers weten dat een zogende leitbagge niet mag worden geschoten, idem met geit of hinde waarbij het kalf nog loopt. Niet zelden echter zijn de jonge jachtgasten verbaasd over het feit dat we in mei geen roofwild vrijgeven. Geen vos, geen das, geen wasbeer en geen marterhond!. Ook in social media blijkt regelmatig dat in Duitsland jagende weidgenoten niet op de hoogte zijn van het wettelijk vastgelegde verbod ouderdieren te bejagen in het voorjaar.. Het lijkt me daarom goed hier nog eens uit te leggen hoe het bij onze oosterburen wettelijk is geregeld en waarom ouderdieren tijdens de zoog- en opvoedperiode bescherming genieten, ook dan wanneer geen sprake is van een schoontijd.

De bescherming van ouderdieren tijdens de (op)voeding van hun kroost is geregeld in het Bundesjagdgesetz (BjG). Deze bepaling treft ook wild dat geen schoontijd geniet, zoals (in vele deelstaten) de vos, marterhond en wasbeer. Vaak wordt ten onrechte aangenomen dat de rekel niet medeverantwoordelijk zou zijn voor de opvoeding en deze mitsdien geen bescherming zou genieten.

De vraag rijst hoe lang de rekel en moer noodzakelijk zijn voor de opvoeding van hun nageslacht.Waar dienen we op te letten?
§ 22 lid 4 Bundesjagdgesetz luidt: ”In den Setz- und Brutzeiten dürfen bis zum Selbständigwerden der Jungtiere die für die Aufzucht notwendigen Elterntiere, auch die von Wild ohne Schonzeit, nicht bejagt werden.”

Dit impliceert dat ouderdieren niet bejaagd mogen worden tot de jongen zelfstandig zijn. Dit voorkomt dat jonge dieren die zichzelf nog niet kunnen redden op jammerlijke wijze verkommeren. Jonge vossen worden geacht zelfstandig te zijn wanneer ze zichzelf van voedsel, warmte en beschutting kunnen voorzien. In het algemeen geldt in Duitsland de vuistregel dat jonge vossen vanaf 15 juli als zelfstandig kunnen worden beschouwd, waardoor de ouderdieren weer bejaagbaar zijn. Tot deze datum laat elke weidelijke jager ‘der Finger gerade’ zolang hij niet absoluut zeker is dat een vos geen jongen te verzorgen heeft. En dit is niet altijd duidelijk waarneembaar, reden om op zeker te gaan en sowieso Reintje & Co enkele maanden Jagdruhe te gunnen.

Genoemde datum van 15 juli is weliswaar een vuistregel maar vormt geen garantie. De ranstijd loopt van december tot maart. Na een draagtijd van ruim 50 dagen komen de jongen ter wereld. Volgens biologen is de jonge vos eerst na drie maanden in staat zich zelf van voedsel te voorzien. Bij een worp van 30 april zou genoemde steekdatum dus niet opgaan. Wij houden om deze reden zekerheidshalve 15 augustus aan. De rest van het jaar bejagen we vos & Co intensief; met name in de ranstijd laat reintje zich goed bejagen.

Zoals hiervoor al aangegeven is ook de rekel nauw betrokken bij de verzorging van de welpen. Hij assisteert het door draagtijd en worp verzwakte moertje en sleept voedsel aan voor de jongen.Het moertje blijft, zeker in het begin in de bouw om de jongen warmte te bieden en haar kroost te beschermen tegen rivaliserende soortgenoten en andere vijanden. Het is dus een misvatting dat de rekel geen wettelijke bescherming zou genieten.
Vanzelfsprekend is er niks op tegen tijdens de aanzit bij de bouw eerst de jongen weg te nemen. Als men 100% zeker is dat alle jongen dood zijn, kan men uiteraard zonder problemen moer en /of rekel wegnemen.*

Let op: Misachting van de ‘Elterntierschütz’ ex §22 BjG is geen overtreding, maar levert overeenkomstig § 38 lid 1 en 2 BjG een zgn Straftatbestand (misdrijf) op. Naast gevangenisstraf en een fikse geldboete kost het je op grond van § 17 lid 2 BjG ook nog eens je Jagdschein!
* Dit gaat vanzelfsprekend niet in enkele deelstaten waar de vos schoontijd geniet.

Johan Offringa

Duitsland-consulent NOJG




Informatie Grauwe- en Brandgans en landelijk vrijgestelde diersoorten Friesland

 

 

Grauwe gans
Vanaf 1 april is schadebestrijding mogelijk voor grauwe gans op de ontheffing overzomerende grauwe gans 2019-2023. Hiervoor moet een machtiging worden aangevraagd. De machtiging aanvraag wordt vandaag opnieuw opengesteld. Afschot mag plaatsvinden van 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang. Gebruik van lokmiddelen is toegestaan.

Brandgans
Verder blijft schadebestrijding op brandgans mogelijk op de provinciale vrijstelling. Dit duurt nog tot 1 juni 2022. Afschot mag plaatsvinden van een half uur voor zonsopkomst tot 12 uur ’s middags.

Canadese gans, houtduif, kauw, konijn en roek
Voor de landelijk vrijgestelde soorten Canadese gans, houtduif (buiten het jachtseizoen), kauw en konijn en voor de provinciaal vrijgestelde roek is nog niets veranderd. Op deze soorten mag nog steeds GEEN afschot plaatsvinden. Het wachten blijft op een goedgekeurd faunabeheerplan.

Goedkeuring faunabeheerplan schadebestrijding 2022-2026
Aan dit eerder door de FBE vastgestelde faunabeheerplan wordt op verzoek van de provincie opnieuw (door de FBE) gesleuteld. Doel hiervan is om het faunabeheerplan zowel juridisch als inhoudelijk robuuster te maken voor bezwaarschriften. De provincie heeft daarvoor een aantal concrete aandachtspunten aangegeven. De FBE vindt deze de moeite en het uitstel waard.




Franse hartworm bij vos en wolf

Bron: DWHC

In 2021 heeft DWHC bij de helft van de tien onderzochte vossen een longontsteking vastgesteld die werd veroorzaakt door infectie met de Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum). De ernst van de longontstekingen varieerde van mild tot zeer ernstig. Alle vijf vossen waren door trauma om het leven gekomen, meestal door het uit lijden verlossen vanwege de slechte conditie van de vos.
Ook bij twee van de vier in 2021 onderzochte wolven, werd een uitgebreide longontsteking door de Franse hartworm vastgesteld. Beide wolven waren door een verkeersongeval om het leven gekomen.

De Franse hartworm

De Franse hartworm is een parasitaire rondworm die bij gehouden en wilde hondachtigen voor longontstekingen kan zorgen. De Franse hartworm heeft een levenscyclus waarbij de hondachtigen de eindgastheren zijn en slakken (Gastropoda), zowel naaktslakken als huisjesslakken, de tussengastheren (Morgan & Shaw, 2010). Voor meer informatie zie https://dwhc.nl/ziekten/angiostrongylus-vasorum-franse-hartworm/.
Hieronder staan twee filmpjes van larven van Franse hartworm.

Bewegende larven die zijn verzameld met de Baermann methode uit verse vossenuitwerpselen:

Krioelende larven van Franse hartwormen in een vossenlong:

 

Het voorkomen in Nederland

Bij honden werd in 2007 voor het eerst een in Nederland opgelopen besmetting van de Franse hartworm vastgesteld (Van Doorn et al., 2009).

Bij een onderzoek op vossen die in de periode februari 1978 – mei 1979  langs de Duits-Nederlandse grens waren verzameld, werd geen Franse Hartworm gevonden (Borgsteede, 1984). De eerste bekende vondst van Franse hartworm bij vossen was door DWHC in 2010: in dat jaar waren van de 15 onderzochte vossen 13 dieren besmet met deze parasiet. Zeven van deze 13 dieren kwamen uit één gemeente (Zeewolde) en hadden allen een geringe longontsteking. Van de overige zes besmette vossen hadden drie dieren een longontsteking, waarvan twee een zeer ernstige.
Het RIVM en de Universiteit Utrecht vonden bij een steekproef tijdens een parasieten-onderzoek in 2010-2012 ook Franse hartworm. Bij een vervolgonderzoek in 2015 werd een prevalentie van 34 % gevonden (E.R. Nijsse, persoonlijke communicatie 17-01-2019).

Zoals te zien is in grafiek 1, is er jaarlijks een verschil in zowel het totaal aantal bij DWHC onderzochte vossen als het aandeel van vossen dat besmet is met de Franse hartworm. Op figuur 1 wordt de verspreiding over Nederland weergegeven van de bij DWHC onderzochte en de besmette vossen.

Grafiek met het aantal bij DWHC onderzochte vossen met Franse hartworm
Grafiek 1: het aantal bij DWHC onderzochte vossen met Franse hartworm
kaart met verspreiding van Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum) bij vossen
Figuur 1: Verspreiding van bij DWHC onderzochte vossen en besmetting met Franse hartworm.

Vos is nu reservoir

Uit Zwitsers onderzoek(Gillis-Germitsch et al., 2020) blijkt dat vossen geen immuniteit opbouwen tegen de Franse hartworm. En als de vos opnieuw wordt besmet, neemt het aantal wormen (de wormenlast) toe. Met als gevolg dat niet alleen het aantal larven dat de vos uitscheidt toeneemt, maar dat deze ook continu worden uitgescheden.

In Zwitserland zag men in dertig jaar tijd een toename van 2,4 % naar 62% besmette vossen. In bepaalde regio’s verviervoudigde het aantal met Franse hartworm besmette vossen in 6-jaar tijd. Het Zwitsers onderzoek concludeert dat “dit de belangrijke rol van de vos als reservoir onderbouwt en verklaart de daarmee gepaard gaande toename van het aantal gevallen van Franse hartworm besmettingen bij honden rond de milleniumwisseling” (Gillis-Germitsch et al., 2020).

Honden

Foto: Margriet Montizaan

Honden kunnen zich besmetten door (delen van) slakken te eten. Dit kan ook onbedoeld gebeuren, bijvoorbeeld door het eten van gras of het spelen met/kauwen op takken en stokken, of graven en daarbij aarde binnenkrijgen. Bij een vroege besmetting zal de hond nog geen verschijnselen vertonen.
Als een hond regelmatig met de juiste medicijnen (macrocyclische lactonen) wordt ontwormd, kan een infectie de kop worden ingedrukt voordat het tot ernstige klachten leidt. Onbehandelde infecties kunnen ook bij de hond, net als bij deze vossen, tot ernstige longontsteking en uiteindelijk tot de dood leiden. De symptomen kunnen onder andere kortademigheid, hoesten, versnelde ademhaling, hijgen, etc. zijn. Onderzoek door een dierenarts is dan nodig om de juiste diagnose te stellen, de symptomen komen nl ook bij andere ziekten voor, en gepaste therapie in te zetten. Meer informatie over de Franse hartworm is te vinden op https://www.esccap.eu/uploads/docs/ucpeabnu_1.4_Franse_hartworm_Angiostrongylus_vasorum.pdf

Met het vochtige weer van de zomer en herfst in 2021, waren de weersomstandigheden gunstig voor de slakkenpopulatie. Dit zou er toe kunnen leiden dat er nu meer honden besmet zijn of worden. Vandaar dat alertheid geboden is. Het is raadzaam om honden die de kans lopen op het binnen krijgen van een slak, regelmatig te ontwormen. Voor meer informatie over wormbestrijding bij honden is te vinden in de ESCCAP Richtlijn 01 Wormbestrijding bij hond en kat (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites (ESCCAP), 2021)

Referentielijst

Borgsteede F.H. (1984) Helminth parasites of wild foxes (Vulpes vulpes L.) in The Netherlands. Z Parasitenkd 70(3):281–285.

European Scientific Counsel Companion Animal Parasites, 2020. Modulaire Richtlijnen 1 Tweede Druk. 1.4: Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum). Geraadpleegd op 26 maart 2022.  ucpeabnu_1.4_Franse_hartworm_Angiostrongylus_vasorum.pdf (esccap.eu)

European Scientific Counsel Companion Animal Parasites, 2021. Wormbestrijding bij hond en kat. ESCCAP Richtlijn 01 Zesde Druk – Mei 2021. Geraadpleegd op 7 maart 2022.

Gillis-Germitsch N., Tritten L., Hegglin D., Deplazes P., & Schnyder M. (2020). Conquering Switzerland: the emergence of Angiostrongylus vasorum in foxes over three decades and its rapid regional increase in prevalence contrast with the stable occurrence of lungworms. Parasitology. Sep;147(10):1071-1079. doi: 10.1017/S0031182020000700. Epub 2020 May 6. PMID: 32372743.

Franssen, F.,  Nijsse, R., Mulder, J., Cremers, H., Dam, C., Takumi, K., & van der Giessen, J. (2014). Increase in number of helminth species from Dutch red foxes over a 35-year period. Parasites Vectors 7, 166. doi.org/10.1186/1756-3305-7-166

Morgan E.R. & Shaw, S. (2010). Angiostrongylus vasorum infection in dogs: continuing spread and developments in diagnosis and treatment. Journal of Small Animal Practice 51, 616-621.

Van Doorn D.C., van de Sande A.H., Nijsse E.R., Eysker M., & Ploeger H.W. (2009). Autochthonous Angiostrongylus vasorum infection in dogs in The Netherlands. Vet Parasitol. 162,163–166. doi: 10.1016/j.vetpar.2009.02.019




Provincie Utrecht in hoger beroep tegen uitspraken over ontheffingen schadebestrijding vos etc.

 

Het provinciebestuur van Utrecht gaat in hoger beroep tegen rechterlijke uitspraken over ontheffingen voor schadebestrijding. De provincie wil van de Raad van State definitieve duidelijkheid over de wijze waarop ontheffingsaanvragen voor schadebestrijding beoordeeld moeten worden.

Om belangrijke schade aan onder andere weidevogels, vee en landbouwgewassen te voorkomen, heeft de Faunabeheereenheid Utrecht verschillende ontheffingen gekregen om diersoorten te beheren. Enkele dierenbeschermingsorganisaties hebben hiertegen bezwaar gemaakt en vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Midden-Nederland. De rechter heeft deze beroepen gegrond verklaard. Hierdoor kunnen de ontheffingen voor vossen, wilde zwijnen en knobbelzwanen niet meer worden gebruikt.

Verstrekkende gevolgen

De uitspraken hebben verstrekkende gevolgen onder andere voor het gebruik van de landelijke vrijstelling, het provinciale nulstandbeleid voor wilde zwijnen en de wijze waarop moet worden beoordeeld wanneer er sprake is van belangrijke schade.

Duidelijkheid over aanvraag van ontheffingen

Door de uitspraak te toetsen bij een hogere rechter, hoopt de provincie definitieve duidelijkheid te krijgen over de wijze waarop ontheffingsaanvragen voor schadebestrijding beoordeeld dienen te worden.

De rechter heeft vorige maand de door de provincie aan de Faunabeheereenheid Utrecht verleende ontheffing voor het afschieten van vossen, zwanen en zwijnen gegrond verklaard. Dit betekende dat de ontheffingen met onmiddellijke ingang werden vernietigd en dat er geen vossen, zwanen en zwijnen meer ogen worden geschoten ter bestrijding van schade. De rechtszaak was aangespannen door diverse dierenorganisaties.

De Faunabeheereenheid Utrecht had al jaren diverse ontheffingen van de provincie om bepaalde diersoorten die schade veroorzaken te bestrijden. Het reguleren van dieren zoals vos, knobbelzwanen en wilde zwijnen geldt als middel om schade aan bijvoorbeeld de weidevogelstand, vee en landbouwgewassen binnen de perken te houden.

Vossen worden gezien als gevaar voor het voortbestaan van weidevogels als grutto en tureluur, omdat de roofdieren veel kuikens doden. Knobbelzwanen zijn niet populair bij boeren omdat ze grasland beschadigen. Wilde zwijnen komen in de provincie Utrecht nog niet voor, maar Utrecht hanteerde tot nu toe de nulstand, wat betekent, dat de wilde zwijnen die vanaf de Veluwe naar de Utrechtse Heuvelrug trekken gedood mag worden.

Er worden in de provincie Utrecht jaarlijks zo’n 700 vossen geschoten en plus minus 800 knobbelzwanen.  Wilde zwijnen komen in Utrecht nog niet voor.

bron: Provincie Utrecht




Maatregelen in Alblasserwaard om aanrijdingen met reeën te voorkomen


Doodgereden reebokBron: Provincie Zuid-holland
 
Gepubliceerd op 24 maart 2022
 

Langs diverse provinciale wegen in de Alblasserwaard zijn waarschuwingsborden geplaatst en worden de bermen breder gemaaid om aanrijdingen met reeën te voorkomen.

De provincie deed dit op advies van de Wildbeheereenheden in het gebied, die signaleerden dat het aantal aanrijdingen flink toeneemt. Extra maatregelen worden nog onderzocht.

Het gaat goed met de reeën in de Alblasserwaard, maar dit heeft ook een keerzijde. Zo heeft de toename van het aantal reeën gevolgen voor de verkeersveiligheid. Waar in 2018-2019 in het gebied nog 9 aanrijdingen werden geregistreerd, is dat aantal in 2020-2021 gestegen naar 33. Met name in het voorjaar (mei/juni) en in augustus verplaatsen de jonge mannetjes zich naar nieuwe territoria en ze steken dan in de schemer de wegen over. Dan is er nog relatief veel verkeer op de weg, met alle gevolgen van dien. De Wildbeheereenheden (WBE) Alblasserwaard West en Oost hebben daarom de wegbeheerders benaderd om gezamenlijk te bekijken hoe aanrijdingen met reeën zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.

Bewustwording en zichtbaarheid

Voor het voorkomen van aanrijdingen is het belangrijk dat automobilisten weten dat de reeën er zijn en er rekening mee houden dat zij zomaar de weg over kunnen steken. Daar zijn de maatregelen dan ook voornamelijk op gericht. Zo heeft de provincie waarschuwingsborden geplaatst op locaties waar dat volgens de WBE het meest effectief is. Ook worden de bermen op sommige plekken vaker en breder gemaaid, voor beter zicht. De provincie en de WBE zijn nog in gesprek over andere mogelijke maatregelen, waaronder wildreflectors. De genoemde maatregelen moeten de verkeersveiligheid vergroten en passen in het faunabeheerplan reeën (verwijst naar een andere website), dat eerder door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd.

Meer informatie

Wat moet u doen bij het aanrijden van wild?

  • Bel direct de politie 09008844.
  • Bel ook de politie als het dier na de aanrijding wegloopt.
  • Probeer zo goed mogelijk de locatie door te geven.
  • Wacht de komst van de politie af.

Hoe kunt u een aanrijding voorkomen?

  • Houd u aan de adviessnelheid.
  • Let op de wildsignaleringsborden.
  • Houd uw hond aan de lijn. Ook loslopende honden kunnen de oorzaak zijn van aanrijdingen, doordat zij het wild opjagen.



Wijzigingen Herladers-erkenning

logo politie

Geachte leden,

 

Naar aanleiding van een uitspraak inzake de beperkingen van Kg kruit die aan zogenaamde herladers-erkenningen zijn verbonden, dient de politie normale erkenningen af te gaan geven zonder deze beperking.

Het ministerie van I&W heeft aangegeven dat de oude afspraak van de herlader-erkenning zoals deze tussen de ILT, de politie en de KNSA tot stand is gekomen, niet meer als zodanig uitgevoerd kan worden.

Dit betekent dat normale erkenningen verleend dienen te gaan worden waar de politie in april een start mee zal gaan maken.

Hierbij geldt dat reeds bestaande herladers-erkenningen bij het eerstvolgende moment van verlenging daadwerkelijk verlengd zullen worden door middel van de afgifte van een nieuwe erkenning tegen een onkostenvergoeding van € 60, =.

Daartoe dient ook een pasfoto te worden aangereikt. In het geval er sprake is van het aanvragen van een geheel nieuwe erkenning, dient rekening gehouden te worden met een onkostenvergoeding van € 121, =.

Reeds bestaande houders van een herladers-erkenning zullen hierover een brief ontvangen.

 

Portefeuillehouder Korpscheftaken,

 

Manon van Rosmalen       
Hoofd Operatiën
Politie | Oost-Brabant | Staf

Bezoekadres, 5212 VL ‘s-Hertogenbosch
Postbus 90163 5200 MS ’s-Hertogenbosch

Meer informatie? Kijk op politie.nl




Jagersverenigingen aan tafel met minister


bron: Jagersvereniging

Wildtellingen verbeteren en standaardiseren

 De minister voor Natuur en Stikstof wil de tellingen van wildsoorten verbeteren en standaardiseren. Zij gaat daarover in overleg met betrokken partijen. Dit gaf Christianne van der Wal-Zeggelink (VVD) dinsdag te kennen tijdens het tweeminutendebat Natuur in de Tweede Kamer. Ook zouden nieuwe inzichten en moderne methodes, zoals warmtebeeldtellingen benut moeten worden. Het debat volgde op een gesprek van de minister met de Jagersvereniging, LTO Nederland, FPG en NOJG.

Er is (al langer) discussie over welke tellingen en data wel of juist niet worden benut om populatietrends in beeld te brengen, erkende de minister tijdens het debat. Zo worden op basis van statistische argumentatie ecologisch waardevolle cijfers van Faunabeheereenheden (FBE’s) onbenut gelaten, terwijl juist die organen wettelijke invulling geven aan deze gegevensverzameling. Jaarlijks steken georganiseerde Wildbeheereenheden (WBE’s) en professioneel opgeleide vrijwilligers in het hele land gezamenlijk meer dan 300.000 uur in deze tellingen*. De minister wil dat deze inspanningen en informatie gebruikt gaan worden.

Motie SGP

Roelof Bisschop (SGP) diende een motie in. Deze verzoekt de regering ‘te zorgen voor benutting van telgegevens van alle partijen die taken hebben op het gebied van monitoring, voor afstemming van telprotocollen en voor het betrekken van de genoemde resultaten van warmtebeeldtellingen bij onderzoeken naar de staat van instandhouding van wildsoorten, bij de beleidsreactie daarop en bij het evalueren van telprotocollen’. De minister adviseerde de heer Bisschop om deze motie aan te houden, nu zij al had toegezegd ‘heel graag in gesprek te gaan met partijen om ervoor te zorgen dat alle telgegevens gebruikt kunnen worden’.

Belangrijke rol

Thom van Campen (VVD) sprak namens de grootste Kamerfractie uit dat ‘onze jagers een belangrijke rol spelen in het onderhoud en het beheer van de wildstand in onze natuur’. Hij benadrukte dat het zaak is om beleid te baseren op actuele informatie.

De Partij voor de Dieren (PvdD) was de enige fractie die zich tijdens het debat bij monde van Frank Wassenberg negatief opstelde tegenover het verbeteren en standaardiseren van de wijze waarop wildpopulatietrends in beeld worden gebracht. PvdD was daarmee een dissonant in het debat. SGP-Kamerlid Roelof Bisschop plaatste ernstige bedenkingen bij de getoonde onwil om tellingen te objectiveren en standaardiseren.

In gesprek blijven

Dinsdag voorafgaande aan het tweeminutendebat sprak de Jagersvereniging mede namens LTO Nederland, FPG en NOJG met de minister. Behalve een nadere kennismaking, waren ook voornoemde punten en de actuele problematiek rond landelijke vrijstellingen en provinciale ontheffingen onderwerp van gesprek. De minister heeft toegezegd met de Jagersvereniging, LTO Nederland, FPG en NOJG in gesprek te blijven, en ervoor te zorgen dat genoemde gespreksonderwerpen ook op ambtelijke niveau spoedig een vervolg krijgen.

*) Rapport Regeldrukeffecten Wetsvoorstel Natuurbescherming, SIRA Consulting i.o.v. Ministerie van EZ, 2015

 



Vragen SGP en VVD aan de minister voor Natuur en Stikstof over het jachtbeleid.

2 hazen bijeen

De Tweede Kamerleden Roelof Bisschop (SGP) en Thom van Campen (VVD) hebben schriftelijke vragen gesteld aan de minister voor Natuur en Stikstof over het jachtbeleid naar aanleiding van de problemen door een rechterlijke uitspraak over de landelijke vrijstellingen, nieuwe inzichten in de hazenpopulaties en twijfels over de kwaliteit van de gebruikte data voor de Rode Lijst.

2022Z04623 (ingezonden 11 maart 2022)

  1. Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de landelijke vrijstelling van de jacht op de vos? 1)
  2. Hoe waardeert u het onverbindend verklaren van de vrijstelling voor de jacht op de vos, een belangrijke predator van weidevogels, in de Regeling natuurbescherming in verband met de blijkbaar gebrekkige aansluiting op de bepaling in de Wet natuurbescherming (artikel 3.15)?
  3. Bent u voornemens op zeer korte termijn in overleg te treden met provincies over de aanpak naar aanleiding van deze uitspraak?
  4. Bent u voornemens op zeer korte termijn ervoor te zorgen dat onderhavige vrijstelling en andere vergelijkbare vrijstellingen juridisch goed geregeld worden en dat provincies hierop kunnen anticiperen, zodat het komende broedseizoen predatoren van weide- en akkervogels bejaagd kunnen blijven worden?
  5. Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Bureau Waardenburg en de Jagersvereniging op basis van warmtebeeldtellingen dat erop wijst dat de populatieomvang van haas, konijn en ree wordt onderschat, omdat zoogdieren steeds meer in de nachtelijke uren actief zijn terwijl reguliere tellingen overdag plaatsvinden? 2)
  6. Hoe waardeert u de analyse dat sprake is van onderschatting van de wildstand omdat de tellingen die ten grondslag liggen aan de Rode Lijst vooral gebaseerd zijn op tellingen overdag?
  7. Deelt u de analyse dat onder meer hazen in de loop van de tijd door externe factoren als toenemende menselijke activiteiten en toenemende predatie steeds meer in de nacht in plaats
    van overdag actief zijn?
  8. Worden de uitkomsten van het genoemde onderzoek betrokken bij het onderzoek naar de staat van instandhouding van wildsoorten door Wageningen Environmental Research en de beleidsreactie daarop?
  9. Hoe waardeert u de inschatting van het Dutch Wildlife Health Centre op basis van Duits onderzoek dat de hazenpopulatie (ook) in Nederland de afgelopen drie jaar met een kwart is toegenomen? 3)
  10. Wordt de genoemde analyse eveneens betrokken bij het onderzoek naar de staat van instandhouding van wildsoorten door Wageningen Environmental Research en de beleidsreactie daarop?
  11. Zijn de cijfers en inzichten van faunabeheereenheden, die de wettelijke taak hebben om gegevens over wildpopulaties te verzamelen, integraal betrokken bij het genoemde onderzoek van Wageningen Environmental Research? Zo niet, gaat u ervoor zorgen dat dit alsnog gebeurt dan wel dat deze gegevens betrokken worden in het vervolgtraject?
  12. Deelt u de mening dat het hanteren van 1950 als referentiejaar voor de Rode Lijst geen goed beeld geeft, omdat destijds geen sprake was van structurele, landsdekkende monitoringsprogramma’s en ook van ander landgebruik?
  13. Gaat het bij de cijfers die zijn gebruikt voor de periode 1950-1980 om landsdekkende dan wel voor het hele land representatieve cijfers?
  14. Welke referentiejaren voor de beoordeling van de staat van instandhouding van wildsoorten hanteren omliggende landen?
  15. Gaat u in overleg met alle betrokken partijen die tellingen uitvoeren en/of wettelijk vastgestelde taken in het jachtdomein uitvoeren over de wijze waarop tellingen uitgevoerd worden en de uniformering daarvan en over de duiding van genoemde onderzoeken met betrekking tot de staat van instandhouding van wildsoorten alvorens maatregelen te nemen?
  16. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het tweeminutendebat Natuur?

1) Rechtbank Midden-Nederland, 22 februari 2022, Zaaknummer UTR 21/1854 en UTR 21/2143 (ECLI:NL:RBMNE:2022:552, Rechtbank Midden-Nederland, UTR 21/1854 en UTR 21/2143 (rechtspraak.nl))
2) Website Nederlandse Jagersvereniging, 4 maart 2022, ‘Warmtebeeldtellingen: een verschil van dag en nacht’ (https://www.jagersvereniging.nl/nieuws/persbericht-warmtebeeldtellingen-eenverschil- van-dag-en-nacht/)
3) Website Nederlandse Jagersvereniging, 21 februari 2022, ‘Hazenpopulatie toont zich veerkrachtig’ (https://www.jagersvereniging.nl/nieuws/persbericht-onderzoek-duidt-op-25-groeihazenpopulatie/)




Analyse dag-/nachttellingen Haas, konijn en ree

De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging heeft een onderzoek uitgevoerd waarbij de telmethodiek van de wildsoorten haas, konijn en ree onder het licht is gehouden. Er werd specifiek gekeken naar de invloed van de telmethode (verrekijker vs. warmtebeeldcamera) en de tijd van tellen (ochtend-, avond- en nachtronde) op het aantal waarnemingen. Uit deze gegevens is gebleken dat er voor alle drie de soorten meer dieren werden geteld als er warmtebeeldcamera’s werden gebruikt. Voor haas was dit verschil bijna dubbel zo groot, bij ree en konijn was dit minder groot. Het tijdstip van de telrondes heeft ook uitgemaakt voor het aantal getelde dieren. In de nachtrondes zijn er namelijk meer hazen en reeën geteld dan in de ochtend- en avondrondes. Voor het aantal getelde konijnen maakte het tijdstip niet uit. Zie hieronder het onderzoeksrapport van Bureau Waardenburg, dat in opdracht van de Jagersvereniging is onderzocht.


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Nieuwsbrief Praktijk Centrum Jacht en Fauna

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Update berichtgeving wildlijst en vrijstellingenlijst: Stakeholders sturen brief naar minister

Onduidelijkheid rondom de vrijstellingenlijst en het nog altijd niet openbaar gemaakte onderzoek van de Wageningen University and Research (WUR) naar de soorten op de wildlijst hielden ook afgelopen week de gemoederen weer bezig. De Jagersvereniging stuurde samen met de NOJG, FPG en LTO een brief naar minister Van der Wal. De kernboodschap: het beperken van een jachtseizoen is niet alleen ineffectief, maar levert zelfs averechts effect op ten aanzien van populaties en faunabeheer in brede zin.

In de discussies die op dit moment spelen, komen verschillende problemen rond het faunabeheer in Nederland bij elkaar. De afgelopen week heeft de Jagersvereniging wederom vele gesprekken gevoerd met ambtenaren en overheden. Hierbij is telkens aangehaald dat de studies die op dit moment op tafel liggen, niet zijn gebaseerd op betrouwbare telgegevens.

Onderzoek dag- en nachttellingen

Vandaag zijn ook de onderzoeksresultaten van het dag- en nachttellingenonderzoek van de Jagersvereniging in samenwerking met Bureau Waardenburg bekendgemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat er met name bij haas en ree, ’s nachts veel meer dieren worden geteld met de nachtkijker, dan overdag met een verrekijker. Dit onderzoek bevestigt opnieuw het belang van het gebruik van betrouwbare data. Deze data ontbreekt in de onderzoeken die het ministerie op dit moment raadpleegt. De Jagersverenigingen zijn van mening dat deze onderzoeken geen betrouwbare basis zijn voor besluitvorming. De Jagersverenigingen pleiten voor nader onderzoek en bieden hulp aan bij het ontwikkelen van betrouwbare telprotocollen.

Kritische kanttekeningen

De rechter van de rechtbank Midden-Nederland die onlangs oordeelde dat er een ontoereikende grondslag zou zijn voor de landelijke vrijstellingslijst in de vorm van een Ministeriële regeling, heeft met deze bewering veel onrust veroorzaakt. Terwijl alle ogen gericht zijn op de minister die geacht wordt deze uitspraak te duiden, wordt in de  provincies verschillend gereageerd op deze uitspraak met de nodige verschillen en onduidelijkheid per provincie als gevolg. Na de provincies Utrecht en Gelderland die al eerder aangegeven hebben dat de vos niet beheerd mag worden, heeft ook de FBE Noord-Brabant de jagers geadviseerd om geen uitvoering te geven aan het beheer van de vos op basis van de landelijke vrijstelling. De Provincie Flevoland heeft aangegeven niet handhavend op te treden.

De provincie Friesland, dat in eerste instantie de jacht op de vos ook had stilgelegd, heeft dit besluit inmiddels weer teruggedraaid. In een brief van de FBE Friesland aan de jachtaktehouders in Friesland valt te lezen: “Na overleg met andere provincies en het grondig bestuderen van de uitspraak is besloten dat het bejagen van vossen toch weer doorgang kan vinden. Dit tot eventueel nader bericht van LNV (…) Dit betekent dat u tot nader order de vos weer overdag in de gehele provincie – en indien u daarvoor een machtiging heeft – ’s nachts onder ontheffing kan bejagen.”

De provincie Drenthe spant wel de kroon. Deze provincie liet weten de bestrijding van alle soorten op de vrijstellingslijst op te schorten. Gelukkig zijn de overige provincies terughoudend en wachten (naar onze mening terecht) de nadere duiding van de minister af. De ontheffingen en verstrekte WnB-opdracht bleven wel van kracht.

De Jagersverenigingen plaatsen enkele kritische kanttekeningen bij de uitspraak van de rechtbank over de vrijstellingslijst. De Wet, het Besluit en de Regeling natuurbescherming bieden in principe namelijk wel degelijk een (toereikende) grondslag voor de landelijke vrijstelling van de vos in de vorm van een Ministeriële regeling. Echter, die regelgeving blinkt niet uit in duidelijkheid. De Jagersverenigingen zijn van mening dat de minister aan zet is om de uitspraak eerst te duiden en vraagt de provincies terughoudend te zijn bij het opleggen van beperkingen.

Evenwichtige balans

Het stop zetten of beperken van predatorenbeheer heeft een desastreuze impact op het voortbestaan van kwetsbare diersoorten, zoals weidevogels en hamsters. Samen met andere stakeholders uit het veld, onderstreept de Jagersvereniging continu de noodzaak van faunabeheer bij de nieuwe regering in Den Haag en bij de provincies.

Daarnaast zal de Jagersvereniging de komende tijd de uitkomsten van het onderzoek ‘Dag- en nachttellingen’ van de Jagersvereniging in samenwerking met Bureau Waardenburg actief onder de aandacht brengen bij pers en politiek.