Wijziging EU-beschermingsstatus van de wolf
De Europese Instellingen hebben op basis van het gewijzigde Bern-verdrag besloten de wolf onder de Habitatrichtlijn te herclasseren van “strikt beschermd” (Annex IV) naar “beschermd” (Annex V). De Europese Commissie merkt op dat de wolvenpopulatie in Europa de afgelopen tien jaar is verdubbeld (van ongeveer 11.200 in 2012 naar ruim 20.300 in 2023). Het Europees Parlement stemde op 8 mei 2025 in met het voorstel van de Commissie tot deze wijziging, waarmee EU-wetgeving in lijn wordt gebracht met het aangepaste Bern-verdrag dat op 7 maart 2025 in werking trad. Strikt beschermd is vervangen door beschermd – lidstaten mogen de wolf nu beheren mits de gunstige staat van instandhouding behouden blijft.
De Europese Commissie merkt op dat wolven zich succesvol hebben hersteld over het continent (ruim 20.300 dieren in 2023). De nieuwe EU-regeling verlaagt het beschermingsniveau van “strikt beschermd” naar “beschermd”, waardoor lidstaten meer flexibiliteit krijgen.
Gevolgen voor Nederland
Voor Nederland heeft de EU-wijziging voorlopig geen directe juridische gevolgen. Pas nadat de aangepaste Habitatrichtlijn is omgezet in de Nederlandse Omgevingswet, komt er nieuwe ruimte voor beheermaatregelen. Tot die tijd blijft de wolf strikt beschermd en gelden de huidige nationale regels. In Nederland zijn provincies wettelijk verantwoordelijk voor het wolvenbeleid. Zolang Annex IV van kracht is, zijn ingrijpen en afschot alleen mogelijk via zware uitzonderingsprocedures (omgevingsvergunning volgens artikel 14 van de Wet Natuurbescherming
Na omzetting naar Annex V kunnen provincies méér maatregelen via algemene (in plaats van individuele) ontheffingen toepassen. De provincie krijgt dan de bevoegdheid om – binnen strikte kaders en met behoud van de populatie – ‘probleemwolven’ actief te bestrijden of te verjagen. Staatssecretaris Rummenie heeft aangegeven hiervoor nu algemene vergunningen voor alle provincies voor te bereiden, inclusief definitie van “probleemwolf” en versoepeling van vergunningsvereisten.
De overgang biedt wél perspectief op beleid waarbij provincies sneller kunnen ingrijpen bij aanhoudende schade. Tot nu toe duurden vergunningstrajecten lang en gaf jurisprudentie vaak geen ruimte voor afschot. Onder de nieuwe status kunnen provincies en terreinbeheerders «eindelijk de ruimte krijgen om adequaat te handelen», aldus de Jagersvereniging. In de praktijk blijft echter gelden dat elke maatregel moet passen binnen de gunstige staat van instandhouding en dat ontheffingen alleen worden verleend bij herhaald veeletsel, verwonding van mensen of ernstige risicosituaties.
Reacties van belanghebbenden
Jagersverenigingen. De Jagersverenigingen zijn tevreden met de versoepeling. Het verlagen van de status van de wolf is “belangrijk voor realistisch wildbeheer” zodoende worden een aantal juridische belemmeringen weggenomen en kan bij problemen adequaat worden ingegrepen ook zijn preventieve maatregelen en monitoring hierin heel belangrijk.
Boeren en landbouworganisaties. Landbouwpartijen en -politici juichen de wijziging toe. SGP-Europarlementslid B.-J. Ruissen spreekt van een “broodnodige” maatregel: bestuurders in landelijke gebieden zagen “toenemende slachtpartijen onder schapen” en kenden geen juridische ruimte om op te treden. De BoerBurgerBeweging (BBB) wijst erop dat de situatie drastisch is veranderd: er zijn tienduizenden wolven in Europa, die de veiligheid van vee en dijken bedreigen, terwijl bestaande weidebescherming vaak tekortschiet. Staatssecretaris Rummenie (BBB) laat weten dat de verlaging “alles in de startblokken” zet voor snelle nationale wetgeving.
Terreinbeheerders en natuurorganisaties. Diverse milieu- en natuurorganisaties reageren kritisch. Zij benadrukken dat de wolf als sleutelsoort waardevol is en dat afschot het conflict niet oplost. Vogelbescherming merkt op dat wolven vleeseters zijn die vee alleen aanvallen als deze gemakkelijk bereikbaar zijn – en pleit voor goede beveiliging (raster, hekwerk, kuddebewakingshonden) in plaats van extra afschot. Ook provinciaal gedeputeerde M. Sterk (Utrecht) waarschuwt dat de versoepeling pas later valt door te voeren en dat provincies nu nog beperkte middelen hebben. Zij benadrukt het belang van gebieden waar wolven wél of niet mogen voorkomen en van een “stand van instandhouding” die ruimte geeft voor beheer. Overigens wordt erkend dat de wijziging niet betekent dat álle beschermende regelgeving vervalt: de EU-wetgeving vereist nog steeds monitoring en stelt de eis van gunstige populatie.
Verwachte beheer- en preventiemaatregelen
• Ontheffingen en schot. Provincies zullen naar verwachting algemene ontheffingen gaan opstellen voor het afschot van individueel problematische wolven. In de conceptwetgeving is opgenomen dat provincies probleemwolven mogen ‘beschieten’ zonder per geval een aparte vergunning, mits voldaan blijft aan alle wettelijke criteria. Dit geeft de jagers en terreinbeheerders een concreter instrument om herhaalde aanvallers op vee of agressieve wolven direct te verwijderen. Tegenstanders wijzen erop dat afschot alleen bij specifieke noodsituaties geoorloofd is en dat te kwistig doden de maatschappelijke weerstand kan vergroten.
• Afrasteringen en preventie. Het kabinet zal naar verwachting door subsidieprogramma’s de aanleg van wolf veilige rasters en honden blijven ondersteunen. Provincies (zoals Gelderland, Drenthe, Zeeland, Utrecht) kennen al regelingen voor elektrische afrasteringen en schilderslinten. Vogelbescherming wijst erop dat het veiliger maken van weiden vaak effectiever is dan afschot. Standaardmaatregelen (Faunaschade PreventieKit) omvatten hoge stroomdraden, waakhonden en nachtelijk ophokken voor vee. De verwachting is dat deze preventieve investeringen onverminderd zullen doorgaan en mogelijk worden uitgebreid, zodat boeren beter beschermd zijn tegen aanvallen.
• Monitoring en compensatie. De populatie blijft intensief worden gevolgd via het Landelijk Wolven-alarm en onderzoek, zoals nu het geval is. De gewijzigde status legt blijvende verplichtingen vast: lidstaten moeten de gunstige staat van instandhouding garanderen en wolvenpopulaties monitoren. Ook het EU-beleid benadrukt verdere investeringen in monitoring en schadepreventie. Compensatieregelingen voor veehouders (schadevergoeding voor gedode dieren) blijven onverminderd van kracht zoals nu. Over het algemeen voorziet het nieuwe regime in een breder palet aan beheersinstrumenten, gecombineerd met nadruk op preventie en kennisvergroting, om een werkbare balans tussen mens en wolf te bevorderen.
Bronnen: Europese (oorverdings)besluiten en beleidsdocumenten (o.a. EU-raad, Habitatrichtlijn), Kamerstukken en officiële verklaringen. Relevante reacties van de Jagersverenigingen, boerenvertegenwoordigers en natuurbeschermers geven inzicht in de gevolgen voor het Nederlandse wolvenbeheer.