Wijziging EU-beschermingsstatus van de wolf

De Europese Instellingen hebben op basis van het gewijzigde Bern-verdrag besloten de wolf onder de Habitatrichtlijn te herclasseren van “strikt beschermd” (Annex IV) naar “beschermd” (Annex V). De Europese Commissie merkt op dat de wolvenpopulatie in Europa de afgelopen tien jaar is verdubbeld (van ongeveer 11.200 in 2012 naar ruim 20.300 in 2023). Het Europees Parlement stemde op 8 mei 2025 in met het voorstel van de Commissie tot deze wijziging, waarmee EU-wetgeving in lijn wordt gebracht met het aangepaste Bern-verdrag dat op 7 maart 2025 in werking trad. Strikt beschermd is vervangen door beschermd – lidstaten mogen de wolf nu beheren mits de gunstige staat van instandhouding behouden blijft.
De Europese Commissie merkt op dat wolven zich succesvol hebben hersteld over het continent (ruim 20.300 dieren in 2023). De nieuwe EU-regeling verlaagt het beschermingsniveau van “strikt beschermd” naar “beschermd”, waardoor lidstaten meer flexibiliteit krijgen.

Gevolgen voor Nederland

Voor Nederland heeft de EU-wijziging voorlopig geen directe juridische gevolgen. Pas nadat de aangepaste Habitatrichtlijn is omgezet in de Nederlandse Omgevingswet, komt er nieuwe ruimte voor beheermaatregelen. Tot die tijd blijft de wolf strikt beschermd en gelden de huidige nationale regels. In Nederland zijn provincies wettelijk verantwoordelijk voor het wolvenbeleid. Zolang Annex IV van kracht is, zijn ingrijpen en afschot alleen mogelijk via zware uitzonderingsprocedures (omgevingsvergunning volgens artikel 14 van de Wet Natuurbescherming

Na omzetting naar Annex V kunnen provincies méér maatregelen via algemene (in plaats van individuele) ontheffingen toepassen. De provincie krijgt dan de bevoegdheid om – binnen strikte kaders en met behoud van de populatie – ‘probleemwolven’ actief te bestrijden of te verjagen. Staatssecretaris Rummenie heeft aangegeven hiervoor nu algemene vergunningen voor alle provincies voor te bereiden, inclusief definitie van “probleemwolf” en versoepeling van vergunningsvereisten.

De overgang biedt wél perspectief op beleid waarbij provincies sneller kunnen ingrijpen bij aanhoudende schade. Tot nu toe duurden vergunningstrajecten lang en gaf jurisprudentie vaak geen ruimte voor afschot. Onder de nieuwe status kunnen provincies en terreinbeheerders «eindelijk de ruimte krijgen om adequaat te handelen», aldus de Jagersvereniging. In de praktijk blijft echter gelden dat elke maatregel moet passen binnen de gunstige staat van instandhouding en dat ontheffingen alleen worden verleend bij herhaald veeletsel, verwonding van mensen of ernstige risicosituaties.

Reacties van belanghebbenden

Jagersverenigingen. De Jagersverenigingen zijn tevreden met de versoepeling. Het verlagen van de status van de wolf is “belangrijk voor realistisch wildbeheer” zodoende worden een aantal juridische belemmeringen weggenomen en kan bij problemen adequaat worden ingegrepen ook zijn preventieve maatregelen en monitoring hierin heel belangrijk.

Boeren en landbouworganisaties. Landbouwpartijen en -politici juichen de wijziging toe. SGP-Europarlementslid B.-J. Ruissen spreekt van een “broodnodige” maatregel: bestuurders in landelijke gebieden zagen “toenemende slachtpartijen onder schapen” en kenden geen juridische ruimte om op te treden. De BoerBurgerBeweging (BBB) wijst erop dat de situatie drastisch is veranderd: er zijn tienduizenden wolven in Europa, die de veiligheid van vee en dijken bedreigen, terwijl bestaande weidebescherming vaak tekortschiet. Staatssecretaris Rummenie (BBB) laat weten dat de verlaging “alles in de startblokken” zet voor snelle nationale wetgeving.

Terreinbeheerders en natuurorganisaties. Diverse milieu- en natuurorganisaties reageren kritisch. Zij benadrukken dat de wolf als sleutelsoort waardevol is en dat afschot het conflict niet oplost. Vogelbescherming merkt op dat wolven vleeseters zijn die vee alleen aanvallen als deze gemakkelijk bereikbaar zijn – en pleit voor goede beveiliging (raster, hekwerk, kuddebewakingshonden) in plaats van extra afschot. Ook provinciaal gedeputeerde M. Sterk (Utrecht) waarschuwt dat de versoepeling pas later valt door te voeren en dat provincies nu nog beperkte middelen hebben. Zij benadrukt het belang van gebieden waar wolven wél of niet mogen voorkomen en van een “stand van instandhouding” die ruimte geeft voor beheer. Overigens wordt erkend dat de wijziging niet betekent dat álle beschermende regelgeving vervalt: de EU-wetgeving vereist nog steeds monitoring en stelt de eis van gunstige populatie.

Verwachte beheer- en preventiemaatregelen

Ontheffingen en schot. Provincies zullen naar verwachting algemene ontheffingen gaan opstellen voor het afschot van individueel problematische wolven. In de conceptwetgeving is opgenomen dat provincies probleemwolven mogen ‘beschieten’ zonder per geval een aparte vergunning, mits voldaan blijft aan alle wettelijke criteria. Dit geeft de jagers en terreinbeheerders een concreter instrument om herhaalde aanvallers op vee of agressieve wolven direct te verwijderen. Tegenstanders wijzen erop dat afschot alleen bij specifieke noodsituaties geoorloofd is en dat te kwistig doden de maatschappelijke weerstand kan vergroten.
Afrasteringen en preventie. Het kabinet zal naar verwachting door subsidieprogramma’s de aanleg van wolf veilige rasters en honden blijven ondersteunen. Provincies (zoals Gelderland, Drenthe, Zeeland, Utrecht) kennen al regelingen voor elektrische afrasteringen en schilderslinten. Vogelbescherming wijst erop dat het veiliger maken van weiden vaak effectiever is dan afschot. Standaardmaatregelen (Faunaschade PreventieKit) omvatten hoge stroomdraden, waakhonden en nachtelijk ophokken voor vee. De verwachting is dat deze preventieve investeringen onverminderd zullen doorgaan en mogelijk worden uitgebreid, zodat boeren beter beschermd zijn tegen aanvallen.
Monitoring en compensatie. De populatie blijft intensief worden gevolgd via het Landelijk Wolven-alarm en onderzoek, zoals nu het geval is. De gewijzigde status legt blijvende verplichtingen vast: lidstaten moeten de gunstige staat van instandhouding garanderen en wolvenpopulaties monitoren. Ook het EU-beleid benadrukt verdere investeringen in monitoring en schadepreventie. Compensatieregelingen voor veehouders (schadevergoeding voor gedode dieren) blijven onverminderd van kracht zoals nu. Over het algemeen voorziet het nieuwe regime in een breder palet aan beheersinstrumenten, gecombineerd met nadruk op preventie en kennisvergroting, om een werkbare balans tussen mens en wolf te bevorderen.

Bronnen: Europese (oorverdings)besluiten en beleidsdocumenten (o.a. EU-raad, Habitatrichtlijn), Kamerstukken en officiële verklaringen. Relevante reacties van de Jagersverenigingen, boerenvertegenwoordigers en natuurbeschermers geven inzicht in de gevolgen voor het Nederlandse wolvenbeheer.




Ganzen richten schade aan grasland, granen en groenten Noord-Holland

Vertegenwoordigers van LTO, Fauna Beheer Eenheid (FBE) Noord-Holland, Wildbeheer Eenheid (WBE) en Rijkswaterstaat kwamen op 24 april bijeen in Hobrede om met gedeputeerde Noordholland te praten over de ganzenpopulatie.

Bron: RTV L.O.V.E.




Gelderland geeft vergunning voor afschieten wolf na bijtincident: ‘Noodzakelijk voor de openbare veiligheid’

De provincie Gelderland heeft besloten een vergunning af te geven voor het afschieten van een zogenoemde ‘probleemwolf’. Dit dier beet op zondag 13 april een hardloopster op de Veluwe.

De Faunabeheereenheid Gelderland heeft nu toestemming gekregen om de wolf te doden teneinde verdere risico’s voor de openbare veiligheid te voorkomen, aldus de provincie.

Na het incident verklaarde een wolvendeskundige dat ingrijpen noodzakelijk is wanneer een wolf bovenmatige interesse in mensen toont. Hij benadrukte echter dat afschieten de laatste optie zou moeten zijn. Hij adviseerde om de wolf te verdoven en te voorzien van een zender, zodat het gedrag van het dier nauwkeurig kan worden gemonitord. Getuigen meldden dat zij de ‘probleemwolf’ van zeer dichtbij hadden gezien.

Een wandelaar die de hardloopster na het incident te hulp schoot, merkte op dat het voorval plaatsvond in een druk bezocht gebied nabij het bezoekerscentrum. Hij voegde eraan toe: „Het was ongelooflijk druk, er waren veel mensen in het bos.”
Uit dna-onderzoek, zo concludeerde de provincie op dinsdag, blijkt onomstotelijk dat het om een wolf gaat. De provincie beschouwt het gedrag van het dier als doelgericht en agressief, hetgeen afwijkend en ernstig wordt geacht. De wolf zocht actief contact met mensen en liet zich niet verjagen.

Naast dit incident was de wolf betrokken bij meerdere andere voorvallen, hetgeen volgens de Landelijke Aanpak Wolf en het wolvenplan van de provincies de noodzaak voor actie benadrukt. Alternatieve maatregelen, zoals het afsluiten van Nationaal Park. De Hoge Veluwe of het gebruik van pijnprikkels en verjaging, werden overwogen, maar als ineffectief of onuitvoerbaar beoordeeld.

Gelderland streeft er al langer naar om strenger op te treden tegen wolven, maar stuit op de internationaal beschermde status van deze roofdieren. Eerdere pogingen om wolven af te schrikken met een paintballgeweer mislukten in de rechtbank, omdat de provincie niet voldoende had aangetoond welke incidenten zich precies hadden voorgedaan en of het telkens om dezelfde wolf ging.




Statement NOJG en Jagersvereniging over schieten van broedende ganzen

Persbericht: 2 mei 2025

De afgelopen dagen is in de pers al veel geschreven over het schieten van broedende ganzen. De Jagersvereniging en de NOJG hebben vandaag een persbericht verzonden met het duidelijke statement dat dit niets met jacht te maken heeft. Lees hieronder het hele bericht.

Schieten van broedende ganzen heeft niets met jacht te maken
Op verzoek van de provinciale overheid zullen de komende weken ‘ganzenbestrijdingsteams’ van Natuurmonumenten broedende ganzen van het nest schieten. Ook worden ganzen die in de rui zijn – wanneer ze hun veren wisselen en niet kunnen vliegen – bijeengedreven en vergast. De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer veroordelen deze methodes. Het is een verkeerde oplossing voor een door de overheid ontstaan probleem; een basaal gebrekkig beheer van de ganzenpopulatie in Nederland. Dit heeft niets met jagen of jagers te maken.

Standpunt Jagersvereniging en NOJG
‘Het is noodzakelijk dat provinciale overheden het aantal ganzen wil terugbrengen. De schade die ganzen aan landbouwgewassen en natuur veroorzaken en het aantal botsingen van ganzen met vliegtuigen nemen nog steeds toe’, zeggen Laurens Hoedemaker, directeur van de Jagersvereniging, en René Leegte voorzitter van de NOJG. Het doden van ganzen in hun meest kwetsbare periode is echter in strijd met de Europese regels. In de Vogelrichtlijn staat dat ganzen in de herfst én winter bejaagd mogen worden en slechts bij uitzondering in de periode dat zij naar hun broedgebieden trekken, broeden en hun jongen verzorgen. Het schieten van ganzen op het nest veroorzaakt onaanvaardbaar dierenleed, omdat de jongen gewond raken of zonder ouderdieren achterblijven.

Oproep
De beide jagersverenigingen pleiten voor het beheren van de ganzenpopulatie in de nazomer, herfst en winter. Dat is de tijd waarin de ganzen geen eieren of jongen meer verzorgen, terwijl de vraag naar wild in restaurants, winkels en bij particulieren op haar jaarlijkse hoogtepunt is. Ook doen zij een oproep aan de terrein beherende organisaties zoals Natuurmonumenten om mee te werken aan normaal populatiebeheer in het jachtseizoen om dit soort excessen te voorkomen.

Wat doen de Jagersverenigingen?
De Jagersverenigingen stimuleren haar leden en lokale jagersverenigingen (WBE’s) om samen met provincies, boeren en terreinbeheerders afspraken te maken over fatsoenlijk en effectief ganzenbeheer.




Wasbeerhond als exoot hoort niet in Nederland thuis

Onderzoek naar ziekteverwekkers bij wasbeerhonden en wasberen

Wasbeerhonden (Nyctereutes procyonoides) en wasberen (Procyon lotor) nemen in aantallen toe en verspreiden zich over Europa. Beide soorten kunnen verschillende ziekteverwekkers bij zich dragen die bij de mens ziektes kunnen veroorzaken. Recent is een publicatie verschenen (https://link.springer.com/article/10.1007%2Fs00436-017-5405-2) over Oostenrijks onderzoek, waarbij werd onderzocht welke ziekteverwekkers wasbeerhonden en wasberen in Oostenrijk bij zich droegen. Acht wasberen en tien wasbeerhonden waren onderzocht. De wasberen droegen nauwelijks ziekteverwekkers bij zich. Ook de wasberenspoelworm, Baylisascaris procyonis, die in zeldzame gevallen bij de mens ernstige ziekteverschijnselen kan veroorzaken, werd niet gevonden. Van de tien onderzochte wasbeerhonden was er één geïnfecteerd met vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) en drie met de parasiet Alaria alata. De bacterie Babesia cf. microti werd in vijf van acht geteste wasbeerhonden gevonden. Trichinella spp. werd niet gevonden.

Vergeleken met deze Oostenrijkse resultaten, zijn in Nederlandse wasbeerhonden en wasberen meer ziekteverwekkers gevonden: in 2014-2015 zijn negen wasbeerhonden onderzocht, waarvan bij één wasbeerhond Trichinella is gevonden, en bij één wasbeerhond vossenlintworm. Daarnaast heeft het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) bij twee wasberen, die eind 2014 werden gevonden in de omgeving van Doetinchem, wasberenspoelworm aangetoond. In 2016 is een nieuw onderzoek gestart. Van de tot nu toe (2016 – medio 2017) geteste zes wasbeerhonden, waren er drie positief voor A. alata, maar Trichinella spp. en Echinococcus multilocularis (vossenlintworm) werden niet gevonden. In deze periode zijn drie wasberen onderzocht, waarbij één dier besmet was met de wasberenspoelworm.

Heeft u een dode wasbeerhond of wasbeer gevonden?

Het Nederlandse onderzoek naar ziekteverwekkers bij wasbeerhonden en wasberen loopt nog tot eind 2017. Laat het ons weten als u een dode wasbeerhond of wasbeer heeft door melding te doen op de website van DWHC via de link Meld hier uw dode dier of neem telefonisch contact op met DWHC (030-2537925). DWHC zorgt dat een koerier het dode dier bij u op komt ophalen. Tips over het veilig verpakken van een kadaver vindt u hier.
Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met het RIVM via miriam.maas@rivm.nl

Meer informatie over het onderzoek is te lezen bij de Lopende projecten op de DWHC-website.




Bestrijding van vrijgestelde soorten in Gelderland weer toegestaan

Gepubliceerd op: 22 april 2025

Sinds 18 april 2025 is het in de provincie Gelderland weer toegestaan om een aantal vrijgestelde diersoorten te bestrijden. Daarom wordt er geen tegemoetkoming verleend bij schade veroorzaakt door deze soorten. Het gaat om de zwarte kraai, kauw, houtduif, vos (landelijk vrijgesteld) en veldmuis (provinciaal vrijgesteld).
Gevolgen voor tegemoetkoming

De provincie Gelderland heeft het aangepaste faunabeheerplan jacht en vrijstellingssoorten goedgekeurd . Daarmee zijn er per direct voldoende mogelijkheden om schade door de genoemde diersoorten aan landbouwgewassen te voorkomen of beperken.

Daarom is er geen tegemoetkoming meer mogelijk voor schade door de zwarte kraai, kauw, houtduif, vos en veldmuis.

Let op: voor schade veroorzaakt door de Canadese gans en het konijn blijft een tegemoetkoming wel mogelijk. Het besluit heeft geen invloed op deze soorten.

Meer informatie

Meer informatie en de achtergrond van dit besluit leest u in het nieuwsbericht: Tegemoetkoming voor faunaschade door vrijgestelde soorten in Gelderland




Wolvenplan 2025 definitief vastgesteld door IPO-bestuur

Gepubliceerd op: 18 april 2025

Het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft het Wolvenplan 2025 vastgesteld. Daarmee is het plan definitief. Het Wolvenplan biedt gezamenlijke uitgangspunten om het samenleven met wolven in Nederland in goede banen te leiden. Daarbij wordt ingezet op schadepreventie, richtlijnen voor ingrijpen, publiekscommunicatie en samenwerking tussen de provincies en het Rijk.

Elke provincie vertaalt deze uitgangspunten naar eigen wolvenbeleid, passend bij de regionale situatie.

De twaalf provincies stemden op 27 maart al in (Deze link opent in een nieuw tabblad) met het plan. Sindsdien zijn er enkele tekstuele verbeteringen doorgevoerd en is het plan digitaal toegankelijk en doorklikbaar opgemaakt.

Bekijk het Wolvenplan 2025 (.pdf)Deze link opent in een nieuw tabblad

Aangepast aan huidige situatie

Het Wolvenplan 2025 vervangt het Wolvenplan uit 2019 en het addendum uit 2023. Sinds de publicatie van die eerdere stukken leven er veel meer wolven in Nederland. Dat roept uiteenlopende reacties en emoties op: er is enthousiasme over de komst van wolven als teken van natuurherstel, maar er zijn ook zorgen over de veiligheid van mensen en dieren. Het Wolvenplan is aangepast op die ontwikkelingen.

Meer aandacht voor schadepreventie

Provincies stimuleren dierhouders om wolfwerende rasters te plaatsen om aanvallen op vee te voorkomen. In veel provincies is subsidie beschikbaar voor zo’n raster. In de vernieuwde Faunaschade PreventieKitDeze link opent in een nieuw tabblad staat waaraan een wolfwerend raster moet voldoen. In het Wolvenplan staat dat zo’n raster in de toekomst verplicht kan worden voor een tegemoetkoming in wolvenschade.

Meer duidelijkheid over mogelijkheden voor ingrijpen

In de Interventierichtlijnen (.pdf) van het Wolvenplan staat hoe er gereageerd kan worden op gevaarlijke situaties met wolven. In het nieuwe Wolvenplan zijn meer scenario’s en mogelijkheden voor ingrijpen beschreven bij incidenten tussen wolven en mensen, honden of vee en bij een dode of gewonde wolf.

Betere samenwerking met het Rijk

Het Rijk en de provincies werken samen binnen de Landelijke Aanpak Wolven. Binnen die Landelijke Aanpak wordt aandacht besteed aan onder andere preventieve maatregelen tegen wolvenschade, kennisdeling en internationale samenwerking. De uitgangspunten van de Landelijke Aanpak zijn meegenomen in het nieuwe Wolvenplan. Over de uitvoering van de Landelijke Aanpak moeten nog financiële afspraken met het Rijk worden gemaakt.

Betere publiekscommunicatie

Onderdeel van de Landelijke Aanpak Wolven is het Landelijk Informatiepunt Wolf, dat wordt opgericht door het Rijk en de provincies. Burgers, dierhouders en andere belanghebbenden kunnen straks terecht bij het Informatiepunt voor betrouwbare en actuele informatie over wolven.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Jelle Beemsterboer, gedeputeerde en voorzitter van de Bestuurlijke Adviescommissie Landelijk Gebied: “De aanwezigheid van de wolf in Nederland roept veel vragen op. Dit geactualiseerde plan biedt duidelijkheid en handvatten voor het beheersen van schade aan vee, gevaar voor mensen en overlast. Samen met het Rijk en lokale partijen blijven we daaraan werken.”

Downloads

Wolvenplan 2025
Wolvenplan 2025 – Bijlage Interventierichtlijnen




Uitspraak Raad van State – Plannen van aanpak Wildbeheereenheden

Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 april 2025 (zaaknummer 202401928/1/A3):


Samenvatting uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak – 16 april 2025

Achtergrond

[Appellant] had bij het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om documenten over ontheffingen voor het beheer/bestrijding van bepaalde diersoorten tussen 2015 en 2020. Het college gaf de meeste documenten, maar weigerde de zogenoemde plannen van aanpak van wildbeheereenheden. Volgens het college berusten deze niet bij hen.

Procedureverloop

  • Het bezwaar van [appellant] werd gedeeltelijk gegrond verklaard.
  • De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep tegen die beslissing ongegrond.
  • [Appellant] ging in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Oordeel Afdeling

De Afdeling bevestigt het oordeel van de rechtbank:

  • Het college heeft geloofwaardig aangegeven dat de plannen van aanpak niet bij hen berusten, en het is aan [appellant] om het tegendeel aannemelijk te maken. Dat is niet gelukt.
  • Het feit dat in Limburg deze plannen soms wel gedeeld worden, maakt niet dat dit ook in Zuid-Holland verplicht is.
  • De wildbeheereenheden zijn geen bestuursorganen en werken ook niet onder verantwoordelijkheid van het college. Daarom hoeft het college deze plannen niet op te vragen of openbaar te maken volgens de Wob.
  • Het college was ook niet verplicht om het Wob-verzoek door te sturen naar de Faunabeheereenheid (FBE), omdat dat geen bestuursorgaan is.

Uitspraak

  • Het hoger beroep is ongegrond.
  • De uitspraak van de rechtbank blijft in stand.
  • Er is geen proceskostenvergoeding toegekend.




Populatie damherten in Hoeksche Waard Zuid-Holland kan naar verantwoord aantal worden teruggebracht

Gepubliceerd op 15 april 2025

Op maandag 14 april besloot de voorzieningenrechter een voorlopige uitspraak te doen over de damhertenpopulatie in de Hoeksche Waard. Deze mag worden teruggebracht tot 40 dieren. De uitvoering gebeurt op basis van het door de stichting Faunabeheereenheid Zuid-Holland opgestelde plan van aanpak.

Door deze uitspraak kan nu uitvoering worden gegeven aan de door Provinciale Staten aangenomen motie ‘Eerst beheren, dan evalueren!’ (motie nummer 1574). Daar in werd verzocht om: ‘tot aan de uitspraak van de rechter in de bodemprocedure per direct te kiezen voor beheer van de damherten naar een verantwoord aantal met betrekking tot de verkeersveiligheid, schadebeperking voor de agrarische ondernemers en de populatie in de Hoeksche Waard.’

Beheren en monitoren
In opdracht van de provincie gaat de stichting Faunabeheereenheid aan de slag met het beheren en monitoren van de populatie damherten. Dit gebeurt tot de zaak voorkomt bij de rechter in de bodemprocedure.

Veel schade
De damherten zijn in 2000 ontsnapt in de Hoeksche Waard en lopen in een gebied dat is ingericht voor agrarisch gebruik. Damherten komen van nature niet voor in de Hoekse Waard. Zij hebben geen eigen leefgebied. Een grote kudde damherten vormt een bedreiging voor de biodiversiteit, de verkeersveiligheid en de schade aan landbouwgewassen. Daarom is beheer noodzakelijk. Behalve de verdubbeling van de populatie eens in de drie jaar, leidt de keuze voor het voortbestaan van een kleiner aantal damherten op den duur mogelijk tot ziektes, waardoor de roedel alsnog mogelijk door onnodig lijden verdwijnt. In 2020 was het besluit van de provincie dat de beste beheervorm is om de damhertenpopulatie in de Hoeksche Waard terug te brengen tot 0.

Definitieve uitspraak
De definitieve uitspraak van de rechter in de bodemprocedure over het voortbestaan van de damherten in de Hoeksche Waard wordt pas over twee jaar verwacht. 

Meer informatie over de damherten vind je op onze webpagina (opent in nieuw venster)




Wasbeerhond rukt op in Nederland

Steeds vaker gespot

Tien jaar geleden was het nog bijzonder om een melding te krijgen van een wasbeerhond in Nederland – er kwamen er toen gemiddeld zo’n tien per jaar binnen. Maar sinds 2019 is dat flink veranderd. Steeds vaker worden deze schuwe nachtdieren vastgelegd op wildcamera’s, als verkeersslachtoffers gemeld of gewoon gezien door oplettende natuurliefhebbers. In 2022 was er een opvallende dip in het aantal meldingen, waarschijnlijk door de coronamaatregelen: minder verkeer én minder geplaatste wildcamera’s. Na die tijdelijke daling is de stijgende lijn weer doorgezet. Voor 2025 ligt het aantal meldingen nu nog laag, maar de zomermaanden – dé tijd om wasbeerhonden te spotten – moeten nog komen.

Waar zitten ze vooral?

Wie de verspreidingskaart erbij pakt, ziet het meteen: de wasbeerhond heeft vooral in het noorden van het land vaste voet aan de grond gekregen. Friesland, Groningen, Drenthe en delen van Overijssel zijn inmiddels vaste woonplaatsen voor deze exoot. Ze voelen zich vooral thuis in gebieden met veel water en natuur, zoals het Friese merengebied, De Onlanden, het Zuidlaardermeergebied en de Kop van Overijssel. Ook in Flevoland, met name in het Horsterwold, zit inmiddels een populatie. Verder duiken ze op langs de IJssel, in de Gelderse Poort, en zelfs in het westen en zuiden van het land zijn er waarnemingen gedaan. Zelfs op Vlieland en Ameland zijn (aangespoelde) dieren gevonden – avonturiers die het misschien zwemmend probeerden.

Wat betekent dit?

Het is duidelijk: de wasbeerhond is niet langer een zeldzame verschijning, maar maakt serieus deel uit van de Nederlandse fauna. En dat vraagt om actie, want de soort staat op de Europese Unielijst van invasieve exoten. Dat betekent dat Nederland verplicht is om iets te doen. In het geval van de wasbeerhond – een zogeheten artikel-19-soort – moeten er beheersmaatregelen komen. Uitroeien is in de praktijk haast onmogelijk, want ze zijn schuw, ’s nachts actief en planten zich snel voort. Maar lokaal ingrijpen in kwetsbare gebieden waar overlast dreigt, is wél haalbaar en belangrijk.

Help mee

Wie een wasbeerhond ziet, kan dat melden via Telmee.nl of Waarneming.nl. Heb je een wildcamera en wil je bijdragen aan het onderzoek? Sluit je dan aan bij het NEM Meetprogramma Exoten.

bron: Zoogdiervereniging op Nature Today, 10/04/202