Uitnodiging NOJG leden regio Overijssel kleiduivenwedstrijd op zaterdag 7 oktober 2023 – Weideke Rietmolen

Zaterdag 7 oktober a.s. wordt weer de jaarlijkse kleiduivenschietwedstrijd van de afdeling Overijssel gehouden, bij schietsportcentrum ’t Weideke, Weenkweg 3 te Rietmolen.

Aanvang: vanaf 13.00 uur, inschrijven tot 15.30 uur.

Denk eraan uw jachtakte bij u te hebben, voor het inschrijven

Kosten voor de wedstrijd;

1e ronde:

  • Leden € 27,50
  • niet leden € 30,00

2e ronde:

  • leden en ook niet leden € 25,00

De wedstrijd wordt opgedeeld in 3 categorieën, zodat iedereen kans maakt om in de prijzen te vallen. Voor diegene die geen wapen heeft, of dit niet meebrengt: er zijn baangeweren beschikbaar.

Ook introducés zijn van harte welkom.

Bij deelname zijn: kop koffie, plak cake en gehaktbal inbegrepen. 

 

Met vriendelijke groet en hopende u hier te mogen ontmoeten,

De kleiduivencommissie van de NOJG regio Overijssel




Uitnodiging Brede Bijeenkomst NOJG Regio Noord-Holland – 30 sept 2023

INSCHRIJVEN VOOR DEZE BREDE BIJEENKOMST




Veranderingen in de beschermingsstatus van wolven?


Europese Commissie lanceert nieuwe fase

Brussel, 5 september 2023 –  Door sommigen omschreven als een nieuwe “ Wolvenjacht ”, nodigt de Europese Commissie (EC) nu lokale gemeenschappen, wetenschappers en alle geïnteresseerde partijen uit om actuele gegevens over wolvenpopulaties en hun impact in te dienen als aanvulling op een verzoek dat al in april 2023 aan de lidstaten is gedaan. De
 
ontwikkelingen van deze week zijn een reactie op twee resoluties van het Europees Parlement waarin wordt opgeroepen tot een procedure om de bijlagen van de Habitatrichtlijn (op grond van artikel 19) voor grote carnivoren te wijzigen (zie link & link ). EP-leden – velen van hen maken deel uit van de intergroep “Biodiversiteit, Jacht, Platteland” van het Europees Parlement – ​​hebben hard gewerkt om deze resoluties te verwezenlijken.

Op basis van deze updates over de technische en wetenschappelijke vooruitgang zal de EC, waar nodig, een voorstel overwegen om de beschermingsstatus te wijzigen, het wettelijke kader bij te werken en verdere flexibiliteit in te voeren in overeenstemming met de Habitatrichtlijn.

De volledige implementatie van artikel 19 is iets waar FACE en andere plattelandsgroepen al lang op aandringen – zie de gezamenlijke  verklaring . Een ander belangrijk verzoek uit de recente #SignForHunting-campagne van FACE is het verkrijgen van “ nauwkeurige beoordelingen van grote carnivorenpopulaties op basis van geschikte criteria ”.

Dus wat gaat de EC doen met al deze nieuwe wetenschappelijke gegevens verzameld door lokale gemeenschappen, wetenschappers en andere partijen. Vanuit ons perspectief zijn er twee verschillende wegen die de EC zou kunnen inslaan:

  • Erken de positieve trends die wetenschappelijk zijn vastgesteld en ga verder met een procedure om de bijlagen te wijzigen.

OF

  • Zaken zoals gewoonlijk. Ga door met het beoordelen van de staat van instandhouding van wolven met behulp van ongepaste biogeografische eenheden ( link ), die de indruk wekken van een verslechterende status in plaats van een toestand met een voortdurende bevolkingsgroei en -uitbreiding. Tot nu toe heeft deze aanpak geleid tot meer bescherming en conflicten op nationaal niveau.

Afgezien van de status van de gezonde Europese wolvenpopulatie, die in veel delen van Europa duidelijk een sociale draagkracht aan het bereiken is, blijft het kernprobleem een ​​praktisch en juridisch probleem. Bijlage IV (strikte bescherming) creëert een bijna onmogelijke situatie: de richtlijnen van de EG zijn onduidelijk, de nationale rechtbanken zijn zeer voorzichtig en de EG blijft actief in het vervolgen van wettelijke overtredingen (bijv.  link ), en dit alles frustreert plattelandsgemeenschappen.

Volgens FACE-voorzitter  Torbjörn Larsson :

Vanuit ons perspectief is het moeilijk om de verklaring van Commissievoorzitter  Von der Leyen “Ik dring er bij lokale en nationale autoriteiten op aan om waar nodig actie te ondernemen” te koppelen aan dezelfde Commissie, die zo bereid is maatregelen te nemen of dreigen met juridische stappen als dergelijke stappen op nationaal niveau worden ondernomen. Om vooruit te komen moet er duidelijk worden erkend dat het goed gaat met de wolf, en moet artikel 19 van de Habitatrichtlijn worden geïmplementeerd.”

  • Om een ​​gedetailleerder beeld te krijgen van hoe het met de wolf gaat en de afwijkingen in de huidige beoordelingscriteria:




Actie Jachthuis Leimuiden “Red de jacht”

Red de jacht en biedt op het prachtige Laksen Huntsman Automatic G2 horloge
Uniek en gelimiteerde uitgave van wereldwijd slechts 75 stuks
Bieden vanaf € 650,-
Horloge wordt verkocht aan de hoogste bieder en de opbrengst gaat volledig naar:
https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Zie voor meer info over het horloge op:
https://www.jachthuisleimuiden.com/a-64873966/overig/laksen-huntsman-automatic-g2-horloge-bronze/#description

 
Stuur een e-mail met uw bod naar: info@jachthuisleimuiden.nl
Bieden mogelijk tot 15 september 2023



DJV – ACTIEF BEHEER VAN DE WOLF MOGELIJK IS IN OVEREENSTEMMING MET HET EUROPESE RECHT

55 dode schapen – dit is de verontrustende balans van de wolvenaanval in het Duitse district Stade op 26 augustus. Bij een van de ernstigste aanvallen op landbouwhuisdieren in Duitsland werden 18 dieren onmiddellijk gedood ondanks kuddebeschermingsmaatregelen, 37 moesten door dierenartsen worden geëuthanaseerd vanwege ernstig letsel. De Duitse Media hebben landelijk gemeld dat DJV-president Helmut Dammann-Tamke een frequente geïnterviewde was.

Huidige cijfers van het Federaal Documentatie- en Adviescentrum voor de Wolf (DBBW) tonen een nieuw maximum van meer dan 4.000 gewonde en gedode boerderijdieren voor 2022 in Duitsland – waaronder schapen en geiten, maar ook runderen, paarden in de landbouw.

Er is daarom dringend behoefte aan actie van de kant van de Duitse federale regering. Daarnaast is de constitutionele advocaat in Jena, professor Dr. Michael Brenner bevestigt, dat er een gepubliceerd deskundig advies is dat ACTIEF BEHEER VAN DE WOLF MOGELIJK IS IN OVEREENSTEMMING MET HET EUROPESE RECHT. In totaal verwelkomen 7 verenigingen, waaronder de DJV, deze verduidelijking.

Ze roepen daarom de Duitse regering op om op dit punt eindelijk het regeerakkoord uit te voeren, dat nu bijna 2 jaar oud is. Er staat: “We zullen het aantal wolven dat in Duitsland woont realistisch in kaart brengen door de monitoringnormen te herzien en de deelstaten in staat te stellen regionaal gedifferentieerd Faunabeheer te kunnen uitvoeren in overeenstemming met de Europese wetgeving.” De verenigingen roepen de Duitse regering ook op, om de langdurige staat van instandhouding van de wolf in Duitsland aan de Europese Unie te melden.

De acceptatie van de wolf in de getroffen gebieden neemt dramatisch af. De leden van de verenigingen verwachten daarom begin september snel actie van de Duitse regering en de speciale Minister-president conferentie. Meer informatie is te vinden in ons huidige persbericht.

 

Bron: het DJV-kantoor




Roeken veroorzaken meeste faunaschade in Drenthe?

De grauwe gans, kolgans en brandgans waren vorig jaar samen verantwoordelijk voor zo’n 36 miljoen euro aan faunaschade in ons land, waarmee ze verantwoordelijk zijn voor meer dan driekwart van de totale kosten (44 miljoen euro). In tien van de twaalf provincies voeren ganzen dan ook de lijst aan met dieren die de meeste schades veroorzaken, maar niet in Drenthe. Daar staat de roek bovenaan.
“Ganzen veroorzaken de meeste schade in water- en grasrijke gebieden, met name in kustprovincies. In de water- en grasrijke provincies Friesland en Noord-Holland is de schade daarom het grootst, onder meer omdat dit de laatste stop voor ganzen is voordat ze de overtocht maken naar broedgebieden. In Drenthe zijn minder graslanden, dus ook minder ganzen, dat maakt dat de schadepost van roeken groter is dan in andere provincies”, legt Christian Jansen van BIJ12 uit.
Maïs als favoriet
In Drenthe veroorzaken roeken vooral veel schade aan snij- en korrelmais en in mindere mate ook aan zomergraan, uien en voederbieten, Of roeken ook meer in onze provincie voorkomen dan in andere provincies, durft Jansen niet te zeggen. “Dat komt omdat per provincie nogal verschilt welke gewassen er aanwezig zijn en in welke mate.” BIJ12 becijferde eerder dat zo’n 80 procent van de roeken broedt in Gelderland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Friesland. Nederland telt zo’n 55.000 broedparen.
Tot 2021 werd mais als bescherming tegen vraatzuchtige vogels behandeld met het bestrijdingsmiddel Mesurol, maar dat is uit milieuoverwegingen niet meer toegestaan. Sinds Mesurol niet weer wordt gebruikt is de schade die vooral roeken toebrengen aan mais in heel Nederland aanzienlijk toegenomen. “Roeken staan erom bekend dat ze bij net ingezaaid mais graag het uitgekiemde plantje eruit eten”, weet Jansen.
Leeggeplunderde akker
De gevolgen daarvan weet Stan Boelens uit Loon maar al te goed. Even buiten het dorp heeft hij een akker, waar hij twee jaar geleden mais had ingezaaid. Toen een loonwerker in opdracht van hem wat onkruid zou wegspuiten tussen de jonge maisplantjes, maar zich afvroeg wat hij weg moest spuiten omdat er alleen maar onkruid stond, gingen bij Boelens alle alarmbellen af. “Toen zag ik hoe de maisakker leeggeplunderd was. Niet normaal, helemaal foetsie. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.”
Ook boer Dick Geerts uit Loon weet welke schade roeken kunnen aanrichten. Zo was hij in een mum van tijd zijn suikerbietenplantjes kwijt. “Je gelooft je ogen niet. Ze komen in een hele zwerm aanzetten. Binnen een halve dag vreten ze zomaar een heel stuk van je akker kapot. Want ze komen hier niet met vijfhonderd, maar met duizend.”
Agrariërs krijgen van gemeenten en BIJ12 extra informatie over de manier waarop roeken mogen worden verjaagd. De provincie wil op haart beurt beter aan agrariërs uitleggen hoe ze schade die roeken veroorzaken vergoed kunnen krijgen.



Vragen Rechtbank tijdens bodemprocedure tegen verbod jacht op haas en konijn

Tijdens de zitting op maandag 21 augustus jl. van de bodemprocedure tegen de Staat kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen. Daarnaast had de rechtbank een drietal vragen, waarmee zij de vinger precies op de zere plek wist te leggen.

 Wat ging vooraf?

In 2021 gaf de minister voor Natuur & Stikstof de opdracht om de staat van instandhouding van haas en konijn te toetsen aan de hand van de Habitatrichtlijn-methode. De conclusie van dit onderzoek was dat – ondanks dat er honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen in Nederland zijn – het haas en het konijn in zeer ongunstige staat van instandhouding verkeerden. De minister greep dit onderzoek aan om de jacht op het konijn in heel Nederland en de jacht op het haas in drie provincies niet te openen. Daartoe besloot ze in 2022 en is ze voornemens dat ook in 2023 te doen. Deze Habitatrichtlijn-methode is nooit eerder gebruikt om de staat van instandhouding van algemene soorten als de haas en konijnen te bepalen en is volstrekt ongeschikt daarvoor volgens meerdere experts. Mag deze Habitatrichtlijn-methode überhaupt worden gebruikt om de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten te toetsen? En is de staat van instandhouding werkelijk in het geding volgens de criteria van de Wet natuurbescherming? Deze vragen stonden centraal tijdens de zitting afgelopen maandag, getuige ook de vragen van de rechtbank:

Vraag 1. Is de wetenschap het erover eens dat de habitatrichtlijn geschikt is om de staat van instandhouding van hazen en konijnen te toetsen?

De rechtbank vroeg partijen of er wetenschappelijke consensus is over het gebruik van de Habitatrichtlijnmethode voor het haas en het konijn en of de methode elders is toegepast op de haas en het konijn. Nee, zo moest ook de Staat toegeven tijdens de zitting. Onze advocaten en de ecoloog van de Jagersvereniging, hebben toegelicht dat de Habitatrichtlijn-methode een ongeschikte methode voor hazen en konijnen is omdat deze uitsluitend van toepassing is op zogenaamde Habitatrichtlijn-soorten (bedreigde soorten). Nergens in Europa wordt de Habitatrichtlijnmethode zoals toegepast door de onderzoekers überhaupt gebruikt voor soorten die niet onder de Habitatrichtlijn vallen. Verklaringen van onze experts prof. dr. Gortazar en prof. dr. Hackländer bewijzen bovendien dat er geen consensus over bestaat. Zij zijn de absolute wereldtop op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar hazen en konijnen en verklaren klip en klaar dat de Habitatrichtlijnmethode ongeschikt is voor deze soorten. De Staat had deze methode dus niet mogen gebruiken en had andere methoden moeten laten onderzoeken.

 Vraag 2. Zijn er alternatieve methoden voor het toetsen van de staat van instandhouding van hazen en konijnen?

Er zijn legio geschikte methodes om de staat van instandhouding van algemene soorten te bepalen, waaronder of er genoeg voortplantende individuen zijn. Dit is wat de minister in het verleden altijd heeft gedaan voordat hij de Habitatrichtlijnmethode van stal haalde. De wetgever toetste overigens ook in 2016-2017 of de staat van instandhouding van hazen en konijnen gunstig is en gebruikte daarbij uitdrukkelijk niet de Habitatrichtlijnmethode. De Groene Status van Soorten-methode van de International Union for Conservation of Nature (de IUCN) is bovendien ook geschikt voor hazen en konijnen. Deze methode is ontwikkeld door een gerenommeerd internationaal instituut in samenwerking met meer dan 200 wetenschappers van over de hele wereld. De Groene Status van Soorten-methode is bovendien op alle soorten van toepassing, en dus ook op hazen en konijnen. Maar waarom is deze methode dan niet gebruikt? Omdat het niet meet wat we willen weten, zo luidde de reactie van de zijde van de Staat, zonder daarvoor enige onderbouwing te geven. In tegendeel, zo verklaarde de ecoloog van de Jagersvereniging op basis van een uitvoerig rapport die wij hebben ingebracht als processtuk. De Groene Status van Soorten-methode sluit juist goed aan bij de criteria voor het toetsen van een gunstige staat van instandhouding volgens de Wet natuurbescherming: namelijk dat “uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven”.  En wat blijkt, de Groene Status van Soorten methode wijst uit dat de staat van instandhouding van het haas en het konijn allerminst in het geding is, zo concludeert ook expert prof. dr. Gortázar in zijn verklaringen die zijn ingebracht in de procedure.

Vraag 3. Hebben de Jagersverenigingen wel een belang in de bodemprocedure?

De derde vraag van de rechters ging over de ontvankelijkheid van de Jagersverenigingen. Hebben wij wel een zogenaamd belang in dit proces? Fauna-4-life en Animal rights, de twee stichtingen die zich voegden aan de zijde van de Staat, probeerden dit aan te vechten. Wij konden zelf dit soort formele argumenten gebruiken tegen de stichtingen, maar hebben ervoor gekozen dit niet te doen omdat wij menen sterk te staan in het inhoudelijke juridische debat. Het verbaast ons dat de stichtingen voor een dergelijke formalistische processtrategie kiezen. Natuurlijk hebben we wel een belang, we zijn immers de belangenbehartigers van het jagen als maatschappelijk instituut. Deze vraag werd dan ook deskundig en positief beantwoord door onze advocaten. Niet dat het uitmaakt, de rechter zal hoe dan ook een uitspraak doen. Al was het maar omdat de ontvankelijkheid van de individuele jagers aan onze zijde niet is aangevochten.

Op woensdag 11 oktober a.s. zal de rechtbank Den Haag een uitspraak doen in deze procedure en weten we hoe de rechters erover denken. We wachten de uitspraak met spanning maar ook met vertrouwen af.

 




Rechtbank Den Haag behandelt Bodemprocedure over Sluiting Jacht op Konijn en Haas

Gisterochtend, 21 augustus 2023, vond in de rechtbank van Den Haag de langverwachte zitting plaats in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijnen in heel Nederland en hazen in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Deze sluiting wil de minister voor Natuur en Stikstof ook het komende jachtseizoen handhaven. Een bomvolle rechtszaal bood plaats aan vertegenwoordigers van de Jagersvereniging, FPG en de NOJG, die gezamenlijk het besluit van de minister aanvechten.

 

Namens het bestuur van de NOJG waren aanwezig voorzitter Rene Leegte, secretaris Roderik Benoist en bestuurslid Maurice Stassen.

De aanleiding voor de start van de bodemprocedure was de uitspraak van de voorzieningenrechter in oktober 2022. Hierin oordeelde de voorzieningenrechter dat de complexiteit en omvang van de zaak niet geschikt waren voor een kort geding. Met als gevolg dat de ministeriële regeling werd voortgezet en de jacht op haas en konijn niet werd geopend.

Gedurende de zitting hebben de Jagersvereniging, FPG en de NOJG uitgebreide en wetenschappelijk onderbouwde informatie gepresenteerd om de beslissing om de jacht te sluiten, evenals de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan te vechten. Het uiteindelijke doel van de procedure is het verkrijgen van een definitief oordeel over de beoordelingsmethode die moet worden toegepast bij het vaststellen van de staat van instandhouding van deze diersoorten en of die al dan niet in het geding is.

Tom Barkhuysen, de advocaat van de jagersverenigingen de FPG vertelt: “wij hebben als team vandaag de gelegenheid gekregen een sterk en hopelijk overtuigend verhaal aan de rechtbank te presenteren. De voorzitter van de rechtbank heeft ook kritische vragen aan de procespartijen gesteld en wij zijn van mening dat wij die doeltreffend hebben beantwoord.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG zag een gedegen en onderbouwd verweer namens de Jagersverenigingen. “Het was duidelijk dat er geen argument onbesproken werd gelaten om de rechter te overtuigen van het ongelijk van de Staat.”

Maurice Stassen, bestuurslid juridische zaken: “het was duidelijk terug te zien dat de Jagersverenigingen en de FPG de zaken goed hadden voorbereid met onze advocaten, zodat de rechters een omvangrijk pakket goed onderbouwde argumenten kreeg.”

Theo ten Haaf, voorzitter van de Jagersvereniging, was ook aanwezig. Met tevredenheid kijkt hij terug op de inhoudelijke presentatie tijdens de zitting. ”Evelien Jongepier, onze teamleider Ecologie, heeft aan de drie rechters met behulp van een feitelijke, heldere en inhoudelijke uitleg duidelijk gemaakt waarom de minister haar beslissing baseert op onjuist gebruikte methoden voor het vaststellen van de staat van instandhouding voor haas en konijn.”

Directeur van de Jagersvereniging, Willem Schimmelpenninck van der Oije, was ook aanwezig bij de zitting. “Het was een lange zit waarin de voorzitter van de rechtbank alle partijen die aanwezig waren, de gelegenheid gaf hun verhaal te presenteren maar daar ook kritische vragen aan vastkoppelde. Daarnaast merkt Willem op dat: “samen met onze advocaten, onze collega’s van de FPG, de NOJG en niet te vergeten onze voorzitter van de Raad van Advies (red. Tom van Engers) vormen we een goed team. Dat heeft zich vertaald in een sterke presentatie vandaag.” Daaraan voegt hij toe: “ Met spanning maar ook met veel vertrouwen kijken we uit naar 11 oktober a.s. wanneer de rechtbank naar verwachting met een vonnis zal komen.”

Het vonnis wordt inderdaad op 11 oktober verwacht. Dat zal schriftelijk gebeuren, zodra we dat ontvangen hebben zullen we dat met u delen.




Uitspraak bezwarencommissie over steenmarterontheffing volledig in voordeel Provincie

De provinciale Commissie voor bezwaar- en beroepsschriften van Fryslân is op 13 juli met een advies gekomen over de ontheffing die de Provincie had afgegeven voor het vangen en doden van steenmarters in een aantal weidevogelkerngebieden. De commissie heeft alle bezwaren en de verdediging van de provincie bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de ontheffing niet aangepast hoeft te worden. Op alle bezwaarpunten werd de provincie in het gelijk gesteld!

Dit betekent dat er vanaf 1 december van dit jaar weer gevangen mag worden tot een maximum van 429. Volop werk aan de winkel dus voor al die vrijwilligers die de vangkooien beheren. Wordt het gebied succesvol steenmartervrij gemaakt dan levert dat meer kans op voor weidevogels om kuikens vliegvlug te krijgen. En daar doen we het allemaal voor!

Over de bezwaren tegen de ontheffing, de verdediging van de Provincie en de uitspraak van de voorzieningenrechter heeft Ultsje Hosper een overzichtelijke tekst gemaakt. 




Voorbereidingen bodemprocedure in volle gang

De donatiecampagne voor de financiering van de bodemprocedure is voortvarend van start gegaan. Daar zijn de Jagersverenigingen en de FPG ontzettend blij mee. Over een week, op 21 augustus, staan we in Den Haag voor de rechtbank. Op dit moment voorzien onze advocaten de rechtbank van relevante informatie en onderzoeken, waaruit blijkt dat het onterecht en niet nodig is om de jacht op het konijn landelijk en haas in drie provincies tijdelijk te sluiten. De Jagersverenigingen en de FPG hopen dat de rechter nog voor de start van het jachtseizoen hierover zijn uitspraak doet.

Aan de bodemprocedure doen ook naast de NOJG en Jagersvereniging de FPG mee. De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck (Jagersvereniging) : “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Donatiecampagne

Het vergaren van de informatie voor de bodemprocedure en al het werk dat de advocaten verzetten kosten veel geld. Waarom de Jagersvereniging en de andere belanghebbenden het dan toch essentieel vinden dat deze zaak wordt gevoerd, staat onder meer in de zomereditie van De Jager, in het voorwoord van de directeur en het artikel met voorzitter jagersvereniging Theo ten Haaf. U heeft ook een donatiebrief ontvangen via de nieuwsbrief NOJG. Hoewel er al ruim 160.000,- euro is opgehaald, is er meer nodig om te kosten te dekken. Doneren kan voorlopig nog via onze speciale webpagina https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Meest gestelde vragen

De voorbereidingen voor de bodemprocedure lopen al bijna acht maanden. In de tussentijd heeft (inmiddels demissionair) minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof de sluiting van de jacht op hazen in Groningen, Limburg en Utrecht en konijn in heel Nederland tot onze verbazing verlengd naar het komend jachtseizoen 2023/2024. Hier is de Jagersvereniging het niet mee eens. Maar hoe zit dat nu ook alweer precies?

  1. Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?

De twee rapporten waar de minister haar regeling – en ook de verlenging hiervan – op heeft gebaseerd, berusten op onjuiste beoordelingsmethodes en keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Dit betreft een rapport waarin de Rode Lijst status van het haas en het konijn zijn bepaald uit 2020, en een rapport waarin de staat van instandhouding van beiden soorten is getoetst.

Een paar punten, waarin wij ons niet kunnen vinden:

  1. Voor het beoordelen van de Rode Lijst status wordt teruggekeken naar het referentiejaar 1950. Een forse afname van de populatie sinds 1950 leidt tot de beoordeling ‘gevoelig’, zelfs voor zeer algemene soorten zoals hazen en konijnen. Voor het bepalen van Rode Lijst-status van hazen is echter gebruik gemaakt van verouderde gegevens, terwijl bij het vaststellen van de vorige Rode lijst in 2007 wel de meest actuele data is gebruikt. Het gevolg: in het Rode Lijst rapport 2020 wordt een historische afname gerapporteerd die ruim twee maal zo hoog ligt als in 2007 over nagenoeg dezelfde periode. In 2020 kreeg het haas daarom de status ‘gevoelig’, waar deze in 2007 nog ‘thans niet bedreigd’ was. Onbegrijpelijk, vooral omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vastgesteld dat er in 2020 meer hazen waren dan in 2007. Bij gebruik van de juiste gegevens zou de status van de haas in 2020 net als in 2007 ‘thans niet bedreigd’ zijn.
  2. Ook bij het toetsen van de staat van instandhouding zijn verkeerde keuzes gemaakt. Zo is de staat van instandhouding van hazen en konijnen niet getoetst aan de hand van de Wet Natuurbescherming, maar aan de hand van de Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijn is uitsluitend bedoeld voor Habitatrichtlijn-soorten. Dit zijn soorten die op een speciale lijst zijn geplaatst, omdat over deze soorten in 1994 ernstige zorgen bestonden. Voor deze soorten geldt daarom dat de populatiestand niet lager mag zijn dan het niveau in 1994. Hazen en konijnen zijn geen Habitatsrichtlijn-soorten. In 1994 waren er geen zorgen over hazen en konijnen, en met honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen anno nu is de staat van instandhouding van deze soorten absoluut niet in het geding.
  3. Bovendien is bij het toetsen van de staat van instandhouding wel gebruik gemaakt van tellingen uit stedelijke gebieden, maar niet van tellingen uit hazenrijk, agrarisch gebied. Niet alleen zijn de tellingen van de WBE’s buiten beschouwing gehouden, ook de tellingen uit het Meetnet Agrarische Soorten zijn niet meegenomen. Onbegrijpelijk, omdat deze door het CBS gevalideerde gegevens een forse toename laten zien in de hazenstand van wel 40% over de laatste vier jaar. Het gevolg: de hazenstand anno nu ligt op exact hetzelfde niveau als in 1994. Daarmee is de staat van instandhouding van het haas in Nederland, ook volgens de veel te strenge Habitatrichtlijn-methode, ‘gunstig’.

2. Waarom zo’n dure bodemprocedure, verandert dit wel iets?

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaren, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. De huidige onjuiste voorstelling van zaken zal ons namelijk ook in de toekomst in de weg blijven staan, wanneer er andere vragen over populaties, trends en de staat van instandhouding van soorten op tafel komen. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Wij hopen dat de minister bereid zal zijn de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid in te slaan, en zal afwijken van de huidige koers. De huidige koers beschadigt de motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

3. Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel wanneer de minister haar huidige koers doorzet. Daarom sorteren de Jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. De onderzoeken naar de waarde van de door de minister gebruikte rapporten, het gebruik van tellingen, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst. Dit is ook een belangrijke reden om de kostbare bodemprocedure aan te gaan.

4. De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Hoe komt zij dan tot het besluit de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan; ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op de soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten over de staat van instandhouding en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst, hoewel de bevindingen van deze onderzoeksresultaten onjuist zijn.

5. Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?

De minister is bij de sluiting in 2022 uitgegaan van de cijfers van de uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn vorig jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan was de trend in Utrecht stabiel. Ook in 2023 blijkt de meerjarentrend in Utrecht weer stabiel. Daarmee vervalt de basis waarop de minister besloot tot een sluiting in de provincie Utrecht. Desondanks heeft de minister besloten om ook voor komend jachtseizoen de jacht op het haas gesloten te houden.

6. Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de Jagersvereniging alsnog onterecht om de jacht te sluiten?

De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers ook dat het jachtveld waar hij zorg voor draagt een grote diversiteit aan flora en fauna heeft. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke wildstand te bewaken niet in acht nemen.

7. Waarom zijn de teldata van jagers niet meegenomen in de besluitvorming van de minister? Waarom zijn die data niet gevalideerd?

In aanloop naar de voorjaarstellingen heeft de Jagersvereniging zich ingezet voor het vergroten van het vertrouwen in de tellingen van de WBE’s. De nieuwe handleiding voorjaarstellingen is positief ontvangen door het CBS, en we zijn gezamenlijk aan de slag met de bestaande WBE-tellingen. Desondanks heeft de minister ook in haar besluit over komend jachtseizoen geen gebruik gemaakt van de tellingen van de WBE’s.

Zitting bijwonen

De NOJG, Jagersverening en FPG en andere belanghebbenden kunnen op maandag 21 augustus om 09:30 uur alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting in de rechtbank van Den Haag.

U kunt daarbij aanwezig zijn en op die manier onze stellingen kracht bij zetten. Het is dan wel van belang dat u even een mailtje stuurt naar M.stassen@nojg.nl, zodat we weten hoeveel mensen er komen.