Nieuwsbrief Augustus 2023 – Praktijk Centrum Jacht en Fauna

Lader Aan het laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [222.58 KB]




Graanboeren zien in heel Nederland de oogst in het water vallen

1 augustus 2023

Tarweveld plat geregend en getrapt door veel ganzen, kraaien en houtduiven

 
 
Hele percelen graan die plat liggen, graankorrels die alweer kiemen in de aar. Het is een slecht jaar voor de graanoogst en dat merken akkerbouwers.
“De kwaliteit over de hele linie valt tegen”, zegt Dirk Jan Beuling, akkerbouwer in 1e Exloërmond en bestuurder bij landbouworganisatie LTO. “Tot gisteren is het hier vier weken lang elke dag nat geweest. Misschien niet altijd grote buien, maar toch. Daardoor hebben we last van schot. Dat betekent dat de graankorrels in de aar zijn gaan kiemen. Daardoor is de kwaliteit uit het product verdwenen en is het niet meer bruikbaar voor brouwen van bier of het bakken van brood.”
Beuling heeft nog hoop dat het brouwgerst en de tarwe nog te gebruiken is als veevoer. “Misschien is dit nog mogelijk met enkele aanpassingen. Maar graan is moeilijk om te bewaren. Gelukkig is de korrel wel vrij droog, dat valt nog mee.”

Oogst in het water gevallen

Verder naar het zuiden, rondom Erica, heeft Wim Akkerman 70 hectare aan wintertarwe staan. Samen met familieleden zit hij in een maatschap. Naast graan verbouwen zij ook aardappels en suikerbieten en hebben zij een pluimveehouderij. “Wij hebben een kringloopbedrijf. Dat betekent dat we de mest gebruiken voor het bemesten van onze akkers en de wintertarwe het voer voor onze kippen is. Maar die oogst is letterlijk in het water gevallen.”
Het is een raar jaar wat betreft het weer. Vanaf april kenden we een erg natte periode. Die werd gevolgd door een lange periode van veel zon en hitte. Daarna volgde de storm Poly en volgde een maand aan regen. Allemaal ingrediënten die slecht zijn voor het graan.
“Door de regen konden we pas laat de mest op het land verspreiden”, blikt Akkerman terug. “Tijdens de periode van droogte hebben we ons graan veel meer moeten besproeien dan tijdens voorgaande jaren. Toen kwam die storm en ging het graan platliggen, gevolgd door de regen. Dat zorgde ervoor dat het ging ontkiemen in de aar.”

Duiven, kraaien, kauwtjes en ganzen

Een extra tegenvaller voor Akkerman is de schade die houtduiven, kraaien, kauwtjes en ganzen aanrichten. “Als het graan plat ligt, komen er eerder vogels bij. Vanuit het Bargerveen hebben honderden ganzen ervan gegeten. Die faunaschade lijkt de laatste jaren steeds verder toe te nemen. Ik heb het idee dat er steeds meer ganzen bij komen.”
Het zorgt ervoor dat de kwaliteit van het graan matig is. “We moeten afwachten of het wel goed genoeg is om als voer te gebruiken. Ik heb nu tien tot vijftien procent geoogst en de slechtste stukken moeten er nog af.”

‘Niet miepen’

Een tegenvallend jaar voor een gewas, het is inherent aan het bestaan van een akkerbouwer. Beuling wil er niet over ‘miepen’. “Vorig jaar hadden we bijvoorbeeld een topopbrengst wat betreft graan.”
Ook Akkerman zegt dat misoogsten van alle tijden zijn. Desondanks zijn de gevolgen wel voelbaar, zeker voor zijn bedrijf en vele andere akkerbouwers in Nederland. “Dat betekent dat ze waarschijnlijk meer voer moeten aankopen en daardoor zullen de voerkosten van bijvoorbeeld het pluimvee ook weer stijgen.



Nieuwsbrief DWHC augustus 2023


Lader Aan het laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [489.31 KB]





Rechter laat ontheffing voor beheer van reeën in Zuid-Holland in stand

bron: Rechtbank Den Haag, 27/07/2023

Doodgereden reebokIn een uitspraak van 19 mei oordeelde de rechtbank Den Haag dat de ontheffing voor het beheren van reeën in de provincie Zuid-Holland terecht is verleend, om de verkeersveiligheid te vergroten en om schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Het besluit was bij de rechter aangevochten door een groep natuurorganisaties. De uitspraak van de rechter is donderdag 27 juli gepubliceerd.

De rechtbank oordeelt dat het provinciebestuur van Zuid-Holland mag streven naar een maximale populatieomvang, aangezien er een significant positieve relatie blijkt tussen het aantal getelde reeën en het aantal geregistreerde aanrijdingen. Aan de hand van enkele getaxeerde schadegevallen in gebieden waarin nog niet werd beheerd, mocht bovendien worden uitgegaan van concrete dreiging voor schade aan landbouwgewassen.

Goede dataverzameling WBE’s van essentieel belang

Bij de uitvoering van de ontheffing moet zoveel mogelijk worden gehandeld overeenkomstig het Faunabeheerplan en het werkplan van de betreffende WBE. De FBE benadrukte aan de hand van deze positieve uitspraak het belang van een goede dataverzameling en onderbouwing, door de Zuid-hollandse WBE’s hebben geleverd voor de onderbouwing van het Faunabeheerplan en de daarop verleende ontheffingen.

Meer informatie is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Den Haag.

 

 



Weer een uitbraak van AVP in Brandenburg – district Oberspreewald-Lausitz

Weer een uitbraak van ASF in Brandenburg. Jachtverenigingen vragen vakantiegangers om overgebleven vlees veilig weg te gooien. (Bron: Grell/DJV)

3 augustus 2023 (DJV/LJVB) Berlijn/Michendorf

Na een pauze van 8 maanden in het district Oberspreewald-Lausitz (OSL) zijn er opnieuw wilde zwijnen gestorven aan de dierziekte. Minimaliseer het risico op verspreiding: DJV en LJVB vragen vakantiegangers om vleesresten veilig weg te gooien. Instructies in risicogebieden moeten worden opgevolgd en kadavers moeten worden gemeld.

Besmettingen mogelijkheden AVPIn het district OSL is de Afrikaanse varkenspest (AVP) na een onderbreking van acht maanden weer opgelaaid bij wilde zwijnen. Autoriteiten hebben momenteel zes gevallen bewezen. De Duitse Jachtvereniging (DJV) en de Brandenburgse Staatsjachtvereniging (LJVB) vragen daarom met name vakantiegangers om de bioveiligheid serieus te nemen. Dit geldt met name voor de transitroutes A12, A13 en A15. Restjes vlees moeten altijd in afsluitbare bakken worden weggegooid. Het AVP-virus overleeft zelfs in gerookt voedsel: een achteloos weggegooid salamibroodje kan genoeg zijn om de dierziekte te verspreiden.

De twee jachtverenigingen vragen recreanten en omwonenden om ter plekke te helpen de dierziekte in te dammen. Honden moeten altijd aangelijnd zijn in AVP-risicogebieden om het risico op ontvoering te minimaliseren. Let op informatieborden, poorten in AVP-beveiligingshekken moeten altijd gesloten blijven en beschadigde hekken moeten worden gemeld. Ook karkassen van wilde zwijnen moeten worden gemeld. Dit gaat heel eenvoudig via de dierenfondsregister-app ( www.tierfund-kataster.de ), de burgerhotline 115 of het alarmnummer van de politie.

Brandenburg en Saksen dragen momenteel de hoofdverantwoordelijkheid om het AVP-risico voor heel Duitsland zo laag mogelijk te houden. Alleen al in Brandenburg bedragen de kosten van bestrijding van de epidemie nu 100 miljoen euro. DJV en LJVB bekritiseren dat de financiële steun van de federale overheid en andere deelstaten nog onvoldoende is.




Goudjakhals steeds meer waargenomen in Noord-Nederland

De goudjakhals is in Nederland net als in Duitsland in opkomst. Het dier is al gesignaleerd in Drenthe, Groningen en Friesland. Natuurbeheerders weten door DNA-onderzoek dat er een goudjakhals zit. In de overige oostelijke deel van Nederland gaan ze er vanuit dat het slechts een kwestie van tijd is voor de goudjakhals ook daar opduikt.

De organisatie Wolven in Nederland ziet alleen in Limburg al circa 300 mogelijke territoria voor roedels.

In tegenstelling tot een wolf heeft een goudjakhals niet veel ruimte nodig. Als er genoeg eten is, kan dat zelfs al een vierkante kilometer zijn. De dieren eten kleine zoogdieren, maar ook fruit, aas en afval. Een goudjakhals ziet eruit als een wolf en leeft ook in roedels, maar qua gedrag en habitat lijkt het dier meer op een vos. Het is een opportunist, die zich prima redt in talloze omgevingen.

Goudjakhals (Canis aureus)

De goudjakhals is een middelgrote hond die zowel in paren als in roedels leeft. Vanuit het oorspronkelijke vestigingsgebied op de Balkan verspreidt het zich steeds meer naar West-Europa er zijn al individuele dieren geregistreerd in Duitsland. Samen met terugkeerders zoals de wolf en de exoot zoals de wasbeerhond, is de goudjakhals een andere nieuwkomer die van nature nieuwe gebieden koloniseert.

Goudjakhals Canis aureus
Goudjakhals Canis aureus (Bron: Goudjakhals Project Oostenrijk/Leopoldsberger/DJV)

Markering

  • Qua uiterlijk en lichaamsgrootte houdt deze hondachtige het midden tussen een vos en een wolf: schouderhoogte 50 cm, lichaamslengte 70-90 cm, lont 20-30 cm, lichaamsgewicht tot 15 kg
  • Bijzonderheid: de ballen van de middeltenen groeien samen in een hoefijzervorm
                               
  • Pelskleur meestal roestbruin tot goudrood; Door de langere, donkergekleurde vachtharen vanaf de achterkant van het hoofd over de rug tot aan de punt van de lont, is er een aparte “zadelmarkering”. Bruin gezichtsmasker en witte markeringen op de onderrand van de snuit en op de nek   
  • Hij kan worden verward met een wolf, maar: de kop van de goudjakhals is smal en langwerpig, de kop van de wolf lijkt driehoekig door de kortere en bredere snuit
poot gouden jakhals
Poot Gouden Jakhals (Bron: Hatlauf/DJV)
Verspreiding en positie in het zoölogische systeem
  • De Afrikaanse goudjakhals (Canis anthus) is nauwer verwant aan de wolf (Canis lupus) dan de Euraziatische goudjakhals (Canis aureus), wiens verspreidingsgebied zich uitstrekt van Azië tot India, het Arabische schiereiland, het Nabije en Midden-Oosten en de Balkan. Ook in West- en Noord-Europese landen, waaronder Duitsland, worden sinds enkele jaren individuele dieren waargenomen. Blijkbaar vindt er momenteel een natuurlijk expansieproces plaats in de goudjakhalspopulaties. 
  • Locaties van de eerste waarnemingen laten zien dat revieren, wetlands en laaglandlandschappen fungeerden als trekroutes voor deze wilde hondensoort.
Leefgebied
  • Zeer flexibel in habitatkeuze en vertoont nauwelijks voorkeuren; houtvrije open landschappen worden echter vermeden.
  • Habitatstructuren die beschutting bieden (bossen, rietvelden) zijn belangrijk als opgroeiplaats en als dagverblijf.
  • Landelijke nederzettingen worden ook bezocht vanwege hun voedselvoorziening (afval, huisdieren), zolang er maar een dagopvang in de buurt is. 
Voedsel
  • Generalist wiens dieet wordt gevormd door habitat en seizoen
  • Breed scala aan voedsel: insecten, knaagdieren, amfibieën, vogels, middelgrote zoogdieren (bijv. Konijnen, reekalfjes, lammeren, schapen), fruit, knollen, maïs; naast actieve jacht ook verzamelaars van aas en afval 
  • Foerageren vindt ’s nachts en in de schemering alleen of in kleine groepen plaats
Sensorische prestaties en vocalisatie
  • Vocalisaties vergelijkbaar met hond (grommen, blaffen) en wolf (huilen); Goudjakhalzen hebben een hogere toon bij het huilen, snellere reeksen van gehuil dan de wolf, en de toonhoogte valt aan het einde weg; net als bij de wolf dient het huilen om de roedel bij elkaar te houden
  • Het goede reukvermogen en gehoor van de goudjakhals, evenals zijn snelheid, stellen hem in staat om succesvolle nachtelijke uitstapjes te maken
Reproductie
  • Goudjakhalzen zijn na één jaar geslachtsrijp en blijven hun hele leven als paar bij elkaar
  • Paartijd (=Ranz): half januari tot half februari
  • Na een draagtijd van ongeveer 60 dagen worden 1-5 jongen geboren
  • Verblijfplaatsen:oude vossen- en dassenholen, struikgewas in het riet of struiken
  • Jonge dieren blijven bij hun ouders tot de lente van het volgende jaar; Roedelvorming vooral waargenomen in Zuidoost-Europa: ouders, puppy’s en jonge dieren van voorgaande jaren     
Levensstijl en levensverwachting
  • Leeft in paren of roedels en bezet gebieden waarin kerngebieden van 2-3 km² worden verdedigd
  • Levensverwachting in het wild ongeveer 8 jaar
  • Wolven doden goudjakhalzen, wat resulteert in migratie of uitsterven van paren / roedels jakhalzen 
Gevolgen voor soortenbescherming
  • De goudjakhals staat in alle EU-lidstaten vermeld in bijlage V van de Habitatrichtlijn, wat de verplichting inhoudt om een ​​”gunstige staat van instandhouding” te behouden en monitoring uit te voeren. In Duitsland wordt het bewijs van de goudjakhals ook geregistreerd via monitoring van grote carnivoren in de deelstaten.
  • Met betrekking tot de bescherming van bedreigde diersoorten, zoals op de grond nestelende vogels, zou de vestiging van de goudjakhals vooral voor de weide- en akkervogels problematisch kunnen zijn, aangezien dit het toch al brede scala aan roofdieren (vossen, marters en exoten zoals wasbeerhonden, wasberen) uitbreidt.  
     
Bronnen:
  • Demeter, A.; Spassov, N. (1993): Canis aureus   – jakhals, gouden jakhals. In: Handboek van Zoogdieren van Europa. Deel 5 Roofzuchtige zoogdieren – Carnivora, deel. Stubbe, M. 6 Krapp, F. (red.) Aula Verlag Wiesbaden.
  • J.Hatlauf (2016): De goudjakhals (canis aureus) in Duitsland en Europa (18,19) in WILD jaarverslag gepubliceerd door de Duitse jachtvereniging.
  • S. Schwarz (2013): Goudjakhalzen in Europa – een voorbeeld van de dynamiek van de natuur. FaunaFocus 5, dieren in het wild Zwitserland.
     
Links
  • Er wordt onderzoek gedaan naar de goudjakhals in Europa en er wordt bewijsmateriaal verzameld: www.goldschakal.eu

 




LTO Noord reageert op concept Faunabeleid van provincie Utrecht

LTO Noord heeft via een zienswijze gereageerd op het concept-Interim Omgevingswetprogramma Faunabeleid en Monitoring van de provincie Utrecht. De opmerkingen van de landbouworganisatie hebben onder andere betrekking op de verantwoordelijkheid voor faunaschade, het opstellen van passende beoordelingen, en de focus op preventieve maatregelen in het beleid.

LTO Noord vindt dat schade die voortvloeit uit de uitvoering van het faunabeleid volledig vergoed moet worden. De organisatie wijst ook op het complexe proces van het opstellen van passende beoordelingen voor beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden. Verder vindt LTO Noord dat de focus van het beleid op preventieve maatregelen moet verschuiven naar het realiseren van beheerbare populaties.

Voordat nieuwe populaties wilde dieren worden toegestaan, moet er een Fauna Effect Rapportage worden opgesteld om de consequenties en schade te beoordelen en volledige vergoeding van faunaschade moet worden gegarandeerd. Bij de uitvoering van effectief faunabeheer is dataverzameling cruciaal voor het onderbouwen van faunabeheerplannen en ontheffingen, benadrukt LTO Noord. Hiermee kunnen beleidsbeslissingen beter worden onderbouwd.

De landbouworganisatie vindt een verhoging van het eigen risico voor ganzenschade naar 20% niet aanvaardbaar, zolang de doelstellingen voor beheerbare ganzenpopulaties niet zijn behaald. LTO Noord roept op tot een interprovinciale aanpak voor ganzenbeheer, met name in het westen van Nederland. Samenwerking tussen provincies is essentieel om de problematiek aan te pakken.

 

bron: LTO Noord, 27/07/2023



Unieke samenwerking WBE Land van Horne en onderzoeksinstituten

Horn – 24 juni 2024

Jaarlijks organiseert WBE Land van Horne een kraaiendag. Hierbij staat het terugdringen van de kraaienpopulatie voorop, naast het uitoefenen van de lopende ontheffingen op vliegend soorten. Dit jaar is de samenwerking gezocht met een consortium van diverse onderzoeksinstituten die het geschoten wild nadere analyseren op voorkomende ziekten en besmettingen.

Klein gedeelte van het tableau sommigen al ingepakt voor nader onderzoek

Sinds vele jaren voert WBE Land van Horne een actief beleid uit om het schadelijk wild, waarvoor afschotmogelijkheden zijn, te reduceren ten voordele van de soorten die onder druk staan. Vrijwel alle jachtvelden van deze WBE doen mee aan dit initiatief. Jaarlijks worden grote aantallen schadelijk wild geschoten, dat zich uiteindelijk terugvertaalt in een mooie toename van de weidevogelstand, de hazenstand en niet in de laatste plaats de patrijzenstand.

Aangezien het beleid is dat elk afgeschoten stuk wild een bestemming moet krijgen, is dit jaar de samenwerking gezocht met de DHWC (Dutch Wildlife Health Centre).  Het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) is een organisatie in Nederland die zich richt op het bewaken van de gezondheid van in het wild levende dieren. Het doel van DHWC is het verzamelen, analyseren en delen van kennis over de gezondheid en ziekten van wilde dieren.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau

De DHWC werkt samen met verschillende partners, waaronder universiteiten, onderzoeksinstituten, natuurbeschermingsorganisaties en overheidsinstanties. Voor de samenwerking met WBE Land van Horne werkte de DHWC samen met de universiteiten van Utrecht, Rotterdam en Wageningen. Tevens was de Provincie Limburg erbij betrokken.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau foto 2

Van al het geschoten wild werden de uiterlijke kenmerken vastgelegd. Tevens werden bloedmonsters en overige (weefsel)monsters genomen om later in het laboratorium te analyseren op acht verschillende vogelziektes en invloeden van mogelijke verontreinigingen.

WBE voorzitter Vincent Deenen is trots op deze samenwerking: “Als jagers zetten we ons in voor het versterken van de biodiversiteit. Daar hoort nader onderzoek ook bij om zo veel mogelijk te weten te komen. De unieke samenwerking op onze kraaiendag samen met de verschillende onderzoeksinstituten is hier een mooi voorbeeld van.” Onderzoeker Henk van der Jeugd van het Nederlands Instituut voor Ecologie vult aan: “het is voor ons een hele mooie gelegenheid om zo veel dieren op één moment te kunnen analyseren op vele aspecten. Dit wordt gebruikt voor belangrijk onderzoek, waar uiteindelijk de natuur haar voordeel mee kan doen.” Al met al een mooie win-win situatie voor de jagers van WBE Land van Horne en de onderzoekers.

Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met:

WBE Land van Horne

Vincent Deenen (voorzitter)

wbe.lvh@ziggo.nl

 


WBE Land van Horne is een Wild Beheer Eenheid uit Midden Limburg. Het werkgebied omvat 10.000 ha. De wildbeheereenheid is een vereniging van jachthouders met een jachtakte en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd mede in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers en/of terreinbeheerders en mede ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.




Zuid-Holland maakt aanvraag tegemoetkoming faunaschade mogelijk voor konijn, zwarte kraai, kauw, vos en houtduif – BIJ12

In de provincie Zuid-Holland kan vanaf 16 juli 2023 voor meer diersoorten een tegemoetkoming in faunaschade worden aangevraagd. Aanleiding is een recente uitspraak van de Raad van State waarin staat dat de landelijke vrijstellingen onvoldoende onderbouwd zijn. Daarnaast maakt de provincie het mogelijk om sommige schades gratis te laten taxeren.Houtduiven op graan

Tegemoetkoming

Als gevolg van de uitspraak kunnen in Zuid-Holland vossen, konijnen, zwarte kraaien, kauwen en houtduiven vanaf 16 juli 2023 niet meer worden bestreden ter voorkoming van landbouwschade. De provincie maakt het daarom mogelijk om een tegemoetkoming in faunaschade aan te vragen voor deze soorten. Grondgebruikers kunnen vanaf 16 juli 2023 hiervoor een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12 via het online portaal MijnFaunazaken. Let op: omdat de houtduif in het jachtseizoen nog wel bejaagd mag worden, komt de schade die ontstaat tussen 15 oktober en 31 januari, niet in aanmerking voor een tegemoetkoming.

Voorwaarden tegemoetkoming

Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Zo moeten – behalve bij blijvend grasland – preventieve maatregelen genomen worden. In zijn algemeenheid geldt dat één akoestisch middel (bijvoorbeeld een gaskanon) en één visueel middel (bijvoorbeeld vlaggen) moeten zijn ingezet. In de Faunaschade preventiekits van BIJ12 staat een overzicht van de maatregelen die genomen kunnen worden. Klik hier voor een volledig overzicht van de voorwaarden. Het is niet nodig voor de genoemde diersoorten een ontheffing aan te vragen.

Taxeren schade door zwarte kraai, kauw, houtduif, fazant, wilde eend, haas en konijn

Naast de mogelijkheid om een tegemoetkoming in de schade aan te vragen, is het ook – per direct – mogelijk om de schade door zwarte kraai, kauw, houtduif, fazant, wilde eend, haas en konijn te laten taxeren. De grondgebruiker ontvangt dan geen tegemoetkoming maar de schadecijfers worden wel geregistreerd. De provincie Zuid-Holland gebruikt deze cijfers om het provinciale faunabeleid en de uitvoering daarvan te onderbouwen.

Het werkt als volgt: een grondgebruiker doet gewoon een aanvraag voor een tegemoetkoming bij BIJ12 via het online portaal MijnFaunazaken. Na aanvraag en betaling van € 300,- leges wordt de opdracht doorgezet naar taxatiebureau.

De leges worden per ommegaande geretourneerd.




Informatiebrief – NOJG cursus Veilig Kogelschieten

Lader Aan het laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [165.02 KB]