Faunabeheer rond Biesbosch weer mogelijk

Geplaatst op: 22 juli 2025

De omgevingsvergunning voor het gebied Biesbosch is definitief verleend. Dit betekent dat beheermaatregelen weer mogelijk zijn, en dat afschot opnieuw is toegestaan. Daarmee is het weer mogelijk om te voldoen aan de eis van ‘adequaat gebruik’ bij faunaschade.

De vergunning is opgesplitst in twee delen: één voor binnen het Natura 2000-gebied en één voor daarbuiten. Binnen Natura 2000 gelden strengere regels vanwege de natuurdoelen. Maar buiten dit gebied is er nu weer meer ruimte voor beheer. Boeren in de Noordwaard kunnen hun jager dus weer inschakelen. Let op: er gelden nog wel enkele regels om verstoring van beschermde dieren te voorkomen. Dit kan zorgen voor beperkingen in faunabeheer. Deze regels zijn bekend bij de WBE en jouw jager.

Belangrijk: Adequaat gebruik weer verplicht

Met de nieuwe vergunning vervalt de uitzonderingspositie rondom het aanvragen van een schadetegemoetkoming. Vanaf nu moet er weer aantoonbaar adequaat gebruik gemaakt worden van de omgevingsvergunning. Dit betekent dat de jager minimaal twee keer per week moet jagen én dit moet registreren in SRS.

Ook blijven preventieve maatregelen verplicht. Alleen dan kun je een vergoeding aanvragen voor faunaschade. In de faunapreventiekits (FPK’s) van BIJ12 staat welke maatregelen nodig zijn. Op http://www.zlto.nl/faunaschade vind je een handig stappenplan.

ZLTO helpt je verder

ZLTO is blij met deze stap vooruit. Het geeft boeren weer meer grip op schade door dieren. Heb je toch last van beperkingen of vragen over de regels? Neem dan contact op met de FBE Noord-Brabant of bel het ZLTO Ledencentrum.




Nieuw Brabants Wilde Zwijnenbeleid nodig: moet realistischer en werkbaarder zijn

Om een realistischer en werkbaarder beleid te realiseren, is een grondige herziening van het bestaande beleid noodzakelijk. Diverse belanghebbenden, zoals agrarische organisaties en natuurbeheerders, pleiten voor een aanpak die zowel de ecologische waarde van wilde zwijnen als de belangen van landbouw en volksgezondheid in overweging neemt.

Door te kiezen voor een flexibeler beheer en duidelijke afspraken over monitoring en schadeafhandeling, ontstaat er ruimte voor een evenwichtige omgang met de zwijnenpopulatie.

Het huidige Brabantse beleid, dat streeft naar nul wilde zwijnen, blijkt in de praktijk niet effectief en is juridisch moeilijk vol te houden. Daarom heeft de provincie Noord-Brabant een nieuw advies ontvangen over het beheer van wilde zwijnen, opgesteld door een commissie waarin onder andere ZLTO is vertegenwoordigd. Een goede voorbereiding op en bestrijding van Afrikaanse varkenspest blijft daarbij van groot belang.

In het nieuwe plan mogen wilde zwijnen in lage aantallen aanwezig zijn in bos- en natuurgebieden, maar niet daarbuiten. De focus ligt niet langer op het tellen van zwijnen, maar op het meten van de effecten, zoals schade aan landbouwgewassen. Dit nieuwe beleid is realistischer en werkbaarder, mits er duidelijke regels zijn om schade en overlast te beheersen en te beperken.

Schadevergoeding en Meldingsdrempel

ZLTO heeft ervoor gezorgd dat enkele van deze regels in het advies zijn opgenomen. Een eerlijke schadevergoeding blijft belangrijk. Daarnaast is een lagere meldingsdrempel essentieel, bijvoorbeeld door legeskosten tijdelijk te schrappen of terug te betalen. Volgens ZLTO zorgt dit ervoor dat schade sneller wordt gemeld en beter gecontroleerd.

Escalatieladder en Varkenspest

Het advies stelt ook dat er een duidelijke escalatieladder moet komen, met vastgelegde momenten waarop hulp of een interventieteam wordt ingezet. Verder luidt het advies dat preventieve maatregelen ondersteund moeten worden, bijvoorbeeld via een subsidieregeling.
De commissie pleit ook voor een sterkere lokale organisatie met meer ondersteuning voor regionale uitvoeringstafels. Daarnaast moet er een duidelijk plan komen dat aansluit bij het landelijke plan van aanpak ter voorbereiding op en bestrijding van Afrikaanse varkenspest (AVP). Dit blijft een belangrijke randvoorwaarde.

Overgangsperiode

ZLTO heeft verzocht om een overgangsperiode van minimaal zes maanden. In die periode moeten alle betrokken partijen, waaronder de provincie, werken aan de invulling van de nieuwe regels, voordat het huidige beleid wordt beëindigd. Een eerste reactie van de provincie op het advies wordt na de zomer verwacht.

Bron: www.pigbusiness.nl



Reewildbeheerplan Fryslân goedgekeurd

Op 1 juli heeft het college van Gedeputeerde Staten het Faunabeheerplan Ree Fryslân vastgesteld en de bijbehorende vergunning verleend. Vanwege de wettelijke afkoelperiode van vier weken betekent dit dat vanaf 1 augustus het beheer op reeën weer hervat mag worden. Dat ze in zo’n korte tijd een goedgekeurd faunabeheerplan inclusief vergunning hebben kunnen realiseren is grotendeels te danken aan de inzet van alle partijen waaronder in het bijzonder de afdeling vergunningverlening en beleid van de provincie, die zich hadden gecommitteerd aan het plan van aanpak en het bijbehorende tijdschema.

De FBE Fryslân wil daarom alle WBE’n bijzonder bedanken die ondanks een zeer korte feedbackperiode bereid waren ons van inhoudelijke reacties te voorzien. Deze input is van onschatbare waarde gebleken en heeft direct bijgedragen aan een robuust en goed onderbouwd plan. Alle ontvangen feedback is opgenomen in Bijlage 1 van het FBP Ree, inclusief een toelichting op de wijze van verwerking. Ook danken zij Vereniging Het Ree en de leden van de klankbordgroep voor hun intensieve betrokkenheid en de bijzonder prettige samenwerking bij het analyseren van jurisprudentie en het bespreken van de haalbaarheid van verschillende beheerscenario’s.

Om beter aan te sluiten bij de ecologie van het ree is besloten voortaan te werken met beheerjaren die lopen van 1 april tot 1 april. Het moment van starten met het beheer valt dit jaar echter midden in het reeds lopende beheerjaar. Voor dit lopende beheerjaar zal de FBE per WBE een werkplan opstellen om tijd te besparen. De WBE’n hoeven dan enkel nog de toegewezen wildmerken over de jachtvelden te verdelen. Begin volgende week ontvangen de WBE’n deze concept werkplannen samen met verdere toelichting. Correspondentie hierover verloopt voortaan via het nieuwe e-mailadres hoefdieren@fbefryslan.nl.

Op maandag 21 juli organiseert de FBE Fryslân een centrale instructieavond. Elke WBE mag maximaal drie deelnemers afvaardigen. Tijdens deze bijeenkomst worden de wildmerken uitgereikt, de werkwijze van de mortaliteitsmethode toegelicht en worden de richtlijnen besproken voor het toewijzen van wildmerken op jachtveldniveau. Deelname aan de instructieavond is vereist om de wildmerken te kunnen ontvangen. Indien dit voor jullie WBE onverwachte knelpunten oplevert, laat het ons tijdig weten zodat we samen naar een oplossing kunnen zoeken. De WBE secretarissen ontvangen hiervoor een specifieke uitnodiging begin volgende week met tijd en locatie.

De definitieve documenten (vergunning en FBP Ree) zullen vanaf volgende week beschikbaar zijn via onze website. Vooruitlopend hierop is via onderstaande link alvast een download beschikbaar:

https://we.tl/t-6d8iKjLnqV

Met vriendelijke groet,

namens de Faunabeheereenheid Fryslân




Uitspraak Flora- en fauna-activiteit onder Omgevingswet over het afschieten van ganzen (Bal/Bkl)

Uitspraak Flora- en fauna-activiteit onder Omgevingswet over het afschieten van ganzen (Bal/Bkl)
De uitspraak van de rechtbank Zeeland West-Brabant van 17 juli 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4562 gaat over het verlenen van een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit voor afschot van grauwe- en brandganzen in de provincie Zeeland.

Dit betekend voor de Faunabeheereenheid Zeeland een vergunning voor het binnen bepaalde tijden en onder bepaalde voorwaarden jagen op grauwe ganzen en brandganzen. De vergunning heeft een looptijd tot en met 31 december 2026.

Verzoekster is het niet eens met het verlenen van de aanvraag. Zij heeft daarom beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter zal het verzoek afwijzen. Zij is van oordeel dat het belang van de agrariërs bij het kunnen beschermen van hun gewassen door op ruimere tijden en met andere middelen dan alleen geweren ganzen te mogen bejagen zwaarder weegt dan het belang van verzoekster om de ganzenjacht zo beperkt mogelijk te houden.

Daarbij speelt een rol dat aannemelijk is gemaakt dat de staat van instandhouding van de ganzenpopulatie voorlopig zeker niet in gevaar komt. Dat betekent dat de vergunning van 8 oktober 2024, zoals in stand gelaten bij de beslissing op bezwaar van 23 mei 2025 naar voorlopig oordeel in stand blijft.


Uitleg uitspraak

De uitspraak draait om de verlening van een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit in Zeeland, specifiek voor het doden van grauwe ganzen en brandganzen onder verruimde voorwaarden. Hieronder worden de juridische kaders, praktijktoepassing, toetsingsgronden en de beoordeling van alternatieven en noodzaak toegelicht:

Juridisch kader en vergunningplicht

– Volgens de Omgevingswet is het verboden om zonder vergunning bepaalde flora- en fauna-activiteiten te verrichten, tenzij in een algemene maatregel van bestuur of omgevingsverordening een vrijstelling is voorzien.

– De Omgevingsverordening Zeeland regelt onder meer voor welke soorten en onder welke voorwaarden vrijstellingen of aanvullende regels gelden. Specifiek worden in artikel 2.149 (grauwe gans) en 2.151 (brandgans) regels gesteld voor het doden van deze soorten.

– Artikel 11.42 van het Bal biedt de mogelijkheid om in de omgevingsverordening uitzonderingen aan te wijzen op het verbod uit artikel 5.1, tweede lid onder g van de Omgevingswet.

Gevraagde vergunning en toetsingskader

– De Faunabeheereenheid Zeeland vroeg in 2024 een vergunning aan om ganzen onder ruimere voorwaarden te mogen doden, met gebruik van onder andere lokmiddelen en buiten reguliere jachttijden.

– Toetsingsgronden volgens artikel 8.74j van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl):

– Er moet worden beoordeeld of er geen andere bevredigende oplossing voor het probleem bestaat.

– De activiteit dient noodzakelijk te zijn voor een geoorloofd doel.

– De activiteit mag niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort.

Beoordeling alternatief en noodzaak

– De rechter constateert, onder verwijzing naar jurisprudentie, dat niet alle mogelijke preventieve alternatieven uitgeput hoeven zijn voordat tot het doden van dieren mag worden overgegaan, mits een belangenafweging plaatsvindt.

– Het college motiveert dat verjagen in Zeeland geen effectief alternatief is, voornamelijk vanwege de omvang van het gebied en het uitwijken van ganzen naar andere percelen. Alternatieven gericht op aanpassing van landbouwpraktijken zijn op korte termijn niet haalbaar en niet proportioneel.

– Aannemelijk wordt geacht dat geen andere bevredigende oplossingen voorliggen, en dat ruimere bejaging noodzakelijk is vanwege toegenomen populaties en schade.

Staat van instandhouding

– Het aantal ganzen zal naar verwachting niet onder de gestelde instandhoudingsdoelen zakken, gezien de huidige omvang van de populaties en het beheer via het Faunabeheerplan.

– Er is rekening gehouden met internationale afspraken (AEWA) en het provinciale beleid.

Voorzorgsbeginsel en handhaving

– In de vergunning is opgenomen dat de zorgplicht uit het Bal nageleefd moet worden door jagers, waarmee het voorzorgsbeginsel voldoende is geborgd volgens de rechter.

Conclusie in deze procedure

– De rechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het belang van agrariërs bij ruimere jachtmogelijkheden zwaarder weegt en er voldoende is aangetoond dat geen afbreuk wordt gedaan aan de staat van instandhouding van zowel grauwe als brandganzen. De beslissing op bezwaar en de onderliggende vergunning blijven daarmee voorlopig in stand.

Deze procedure illustreert hoe omgevingsvergunningen voor fauna-activiteiten worden getoetst aan de Omgevingswet, het Bal, de Omgevingsverordening Zeeland en internationale natuurbeschermingsdoelen. De juridische basis voor deze vergunningverlening is te vinden in de genoemde wet- en regelgeving, die specifiek ruimte biedt voor uitzonderingen mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan.




Noordrijn-Westfalen stelt bufferzone in tegen AVP

Op 11 juli 2025 zijn in Noordrijn-Westfalen, aanvullend op de bestaande beperkingszone, nieuwe bufferzones ingesteld volgens de EU-regelgeving. In de districten Olpe, Siegen-Wittgenstein en Hochsauerlandkreis zijn strengere algemene maatregelen genomen om dierziekten te bestrijden. Binnen deze zogeheten bufferzone (beperkingszone I) wordt de jacht geïntensiveerd om de populatie wilde zwijnen te verminderen en het risico op verspreiding naar schone gebieden te verkleinen.

Ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest werken de veterinaire diensten van Olpe, Siegen-Wittgenstein en Hochsauerlandkreis samen met het Landesbetrieb der Dierziektebestrijders (LaTiKo) en het Ministerie van Landbouw en Consumentenbescherming. Zij hebben gezamenlijk het risicogebied opnieuw gedefinieerd op basis van Europese richtlijnen.

10 kilometerzone

Rondom de besmette kern (beperkingszone II) is nu een bufferzone van tien kilometer vastgelegd. Deze opdeling in twee beperkingszones volgt een eis van de Europese Commissie, zodat maatregelen gericht en effectief kunnen worden toegepast. In beperkingszone II is jagen verboden, al mogen bezoekers het bos betreden mits zij op de paden blijven en honden altijd aangelijnd zijn. Deze regels gelden ook voor landbouwactiviteiten. Het houden van varkens in de buitenlucht of uitloop is verboden, al blijven er ontheffingen mogelijk voor het verplaatsen van varkens.

Bufferzone

Binnen de bufferzone wordt de jacht geïntensiveerd om het aantal wilde zwijnen verder terug te dringen, waarmee de kans op besmetting en verspreiding richting andere gebieden afneemt. Varkenshouderijen in deze zone moeten zich houden aan striktere bioveiligheidsmaatregelen en beperkingen op diertransporten. Bezoek aan bossen blijft mogelijk in verboden zone I, mits men op de paden blijft en honden aangelijnd zijn.

Volgens het Animal Disease Information System (TSIS) zijn sinds juni tot nu toe 26 dode wilde zwijnen in de districten Olpe en Siegen-Wittgenstein positief getest op Afrikaanse varkenspest door de verantwoordelijke autoriteiten.

Alle maatregelen zijn bedoeld om verstoring en verspreiding van wilde zwijnen en de overdracht van de ziekteverwekker via voer te voorkomen. Tot 8 juli waren bijna 900 wilde zwijnen die door jagers in Noordrijn-Westfalen werden bejaagd sinds juni al negatief getest op Afrikaanse varkenspest.

Alle huidige maatregelen zijn erop gericht verdere verspreiding van wilde zwijnen én overdracht van het virus via voer te voorkomen.




NOJG wil duidelijkheid over procedure rond stelselwijziging Jacht en Faunabeheer


Lader Aan het laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [125.47 KB]





In België wordt het gebruik van nachtzichtrichtkijkers en geluidsdemper toegestaan voor de jacht op de wilde zwijnen

De Kamer heeft een wetsvoorstel van CD&V goedgekeurd, ondanks tegenstand van politie, natuurinspectie en oppositie. Volgens CD&V-Kamerlid Steven Matheï is de maatregel bedoeld om de groeiende overlast van everzwijnen, vooral in Limburg, efficiënter aan te pakken.

Everzwijnen veroorzaken schade aan landbouwgrond, tuinen en zorgen voor verkeersongevallen, ook in stedelijke gebieden.

Hubertus Vereniging Vlaanderen, de organisatie die de Vlaamse jagers vertegenwoordigt, pleit al jaren voor het toelaten van nachtkijkers en geluidsdempers en reageert dus tevreden. “Met voldoende bewijsmateriaal kon HVV de negatieve perceptie en de ongegronde achterdocht ontkrachten en overtuigde HVV de federale beleidsmakers van de meerwaarde van deze hulpmiddelen”, aldus voorzitter Rudi Van Decraen

Er zijn wel zorgen over mogelijk misbruik van geluiddempers bij de jacht op andere diersoorten.




Voortgang Stelselwijzing Jacht en Faunabeheer Nederland




Jachtstelsel mag pas worden herzien na uitgebreide evaluatie

Tijdens het tweeminutendebat over Natuur op donderdag 3 juli zijn twee moties ingediend die direct betrekking hebben op jacht en faunabeheer. Beide moties zijn door een meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen.

De Tweede Kamer wil dat staatssecretaris Rummenie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur eerst een uitgebreide externe, onafhankelijke evaluatie laat uitvoeren van het huidige stelsel van jacht en faunabeheer laat uitvoeren, alvorens hij een stelselwijziging gaat uitwerken. Dat staat is een motie van de Partij voor de Dieren en de PVV die op donderdag 3 juli werd aangenomen.

De indieners van de motie merken op dat er signalen zijn dat de regels over jacht en faunabeheer onvoldoende bijdragen aan het beschermen van dierenwelzijn en het voorkomen van achteruitgang van soorten. Het gaat slecht met vogelsoorten op de wildlijst zoals de fazant, wilde eend en houtduif, maar ook met konijnen en hazen. Het was voor de voorganger van Rummenie reden om de jacht op deze twee laatste soorten goeddeels op te schorten.

Rummenie meldde aan de Tweede Kamer dat hij plannen heeft om een stelselwijziging door te voeren. De Partij voor de Dieren en PVV denken dat dit verdere schadelijke effecten kan hebben, wanneer dat gebeurt zonder dat vooraf een evaluatie van het bestaande stelsel wordt gemaakt, inclusief de financiële structuur en praktische uitvoerbaarheid. Ze willen dat de staatssecretaris geen onomkeerbare stappen neemt ten aanzien van het stelsel van jacht, faunabeheer en schadebestrijding tot dat de evaluatie is uitgevoerd en de resultaten daarvan bij de stelselwijziging zijn betrokken.

De 2e motie van de Kamerleden Veltman en Michon-Derkzen, hierin wordt de regering verzocht om structureel te voorzien in adequaat toezicht door groene BOA’s. Dit is een krachtig signaal. De Jagersverenigingen pleiten al jaren voor structurele versterking van het toezicht in het buitengebied, met voldoende inzet en middelen voor groene BOA’s. Deze motie betekent concreet dat het ministerie geld moet vrijmaken om toezicht op langere termijn te versterken. Het gaat hierbij om middelen uit het bestaande natuur- en agrarisch natuurbeheerbudget. Verwacht wordt dat er meer capaciteit komt, betere inzetbaarheid en meer continuïteit in het toezicht.

bron: Tweede Kamer, 03/07/2025




PFAS in vlees van vrij wild

wilde zwijnen geschoten

Beste jagers,

Naar aanleiding van signalen met betrekking tot PFAS in vlees van vrij wild (zie ook onderstaande bronvermeldingen) willen wij graag jagers informeren over de risico’s van PFAS in vrij wild, en met name in wilde zwijnen.

Belangrijk daarbij is vooral de hoge gehaltes van PFAS in levers van wilde zwijnen. In Nederland wordt orgaanvlees van grof wild niet commercieel aangeboden (BuRO, 2024). Wel zou het door jagers en hun familie/vriendenkring en/of huisdieren geconsumeerd kunnen worden.

Het advies is om orgaanvlees van wilde zwijnen niet te consumeren (of te verkopen, ook niet voor diervoeder). Het slachtafval dient zoveel mogelijk afgevoerd te worden via de restafvalbak (bij commerciële activiteiten en grote hoeveelheden afvoer via Rendac cat 2) en niet achter te worden gelaten in het milieu.

PFAS-gehaltes in spiervlees van wild zwijn zijn lager, maar ook in spiervlees worden overschrijdingen van de ML gezien (BfR, 2021).

Dat betekent dat bij frequent consumeren van vlees van wilde zwijnen er een significante hoeveelheid PFAS ingenomen kan worden. Frequente consumptie wordt dan ook afgeraden.

Tevens is er bij een Duits onderzoek naar voren gekomen dat er een relatie is met het landgebruik en het voorkomen van PFAS: Jachtgebieden in de nabijheid van vliegvelden, militaire terreinen, brandweeroefenterreinen, afvalverwerkingsbedrijven, en papier/kartonfabrieken hebben een verhoogd risico op PFAS.

Bronvermelding

• BfR, 2024. The consumption of wild boar liver contributes to a high intake of PFAS. Opinion 036/2024.

Beschikbaar via: htps://www.bfr.bund.de/cm/349/the-consumpon-of-wild-boar-liver-contributes-to-a-high-intake-of-pfas.pdf. BrR, 2021.

• PFAS in Lebensmiteln: BfR bestägt kritische Exposition gegenüber Industrie-chemikalien. Stellungnahme Nr. 020/2021. Beschikbaar via: htps://www.bfr.bund.de/cm/343/pfas-inlebensmiteln-bfr-bestaegt-krische-exposition-gegenueber-industriechemikalien.pdf

• BuRO, 2024. Advies van BuRO over de risicobeoordeling roodvlees- en grofwildketen.

Beschikbaar via: htps://www.nvwa.nl/documenten/dier/dierenwelzijn/welzijn/risicobeoordelingen/advies-van-buro-over-de-risicobeoordeling-roodvlees-en-grofwildketen.

• Tavaloni et al., 2023. Brominated flame retardants (PBDEs and HBCDs) and perfluoroalkyl substances (PFASs) in wild boars (Sus scrofa) from Central Italy. Sci Total Environ., 2023 Feb 1;858(Pt 1):159745.

Beschikbaar via: htps://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36349633/

Szczepan Mikolajczyk (National Veterinary Research Institute, PL) Game meat as a source of PFAS for Polish consumers

Beschikbaar via: Perfluoroalkyl substances in the meat of Polish farm animals and game – Occurrence, profiles and dietary intake – PubMed

Rafael H. Mateus-Vargas (University of Göttingen, GE) Influence of land use on the occurrence of per- and polyfluoroalkyl substances (PFAS) in wild boar livers in Brandenburg, Germany

(PDF) Per- and polyfluoroalkyl substances in livers of wild boar (Sus scrofa) in Germany: analysis of official monitoring data in relation to local land use characteristics

Team Voedselveiligheid Vleesketens

Afdeling Toezichtontwikkeling & Innovatie

Directie Slachttoezicht

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Catharijnesingel 59 | 3511 GG | Utrecht

Postbus 43006 | 3540 AA | Utrecht