Actie Jachthuis Leimuiden “Red de jacht”

Red de jacht en biedt op het prachtige Laksen Huntsman Automatic G2 horloge
Uniek en gelimiteerde uitgave van wereldwijd slechts 75 stuks
Bieden vanaf € 650,-
Horloge wordt verkocht aan de hoogste bieder en de opbrengst gaat volledig naar:
https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Zie voor meer info over het horloge op:
https://www.jachthuisleimuiden.com/a-64873966/overig/laksen-huntsman-automatic-g2-horloge-bronze/#description

 
Stuur een e-mail met uw bod naar: info@jachthuisleimuiden.nl
Bieden mogelijk tot 15 september 2023



DJV – ACTIEF BEHEER VAN DE WOLF MOGELIJK IS IN OVEREENSTEMMING MET HET EUROPESE RECHT

55 dode schapen – dit is de verontrustende balans van de wolvenaanval in het Duitse district Stade op 26 augustus. Bij een van de ernstigste aanvallen op landbouwhuisdieren in Duitsland werden 18 dieren onmiddellijk gedood ondanks kuddebeschermingsmaatregelen, 37 moesten door dierenartsen worden geëuthanaseerd vanwege ernstig letsel. De Duitse Media hebben landelijk gemeld dat DJV-president Helmut Dammann-Tamke een frequente geïnterviewde was.

Huidige cijfers van het Federaal Documentatie- en Adviescentrum voor de Wolf (DBBW) tonen een nieuw maximum van meer dan 4.000 gewonde en gedode boerderijdieren voor 2022 in Duitsland – waaronder schapen en geiten, maar ook runderen, paarden in de landbouw.

Er is daarom dringend behoefte aan actie van de kant van de Duitse federale regering. Daarnaast is de constitutionele advocaat in Jena, professor Dr. Michael Brenner bevestigt, dat er een gepubliceerd deskundig advies is dat ACTIEF BEHEER VAN DE WOLF MOGELIJK IS IN OVEREENSTEMMING MET HET EUROPESE RECHT. In totaal verwelkomen 7 verenigingen, waaronder de DJV, deze verduidelijking.

Ze roepen daarom de Duitse regering op om op dit punt eindelijk het regeerakkoord uit te voeren, dat nu bijna 2 jaar oud is. Er staat: “We zullen het aantal wolven dat in Duitsland woont realistisch in kaart brengen door de monitoringnormen te herzien en de deelstaten in staat te stellen regionaal gedifferentieerd Faunabeheer te kunnen uitvoeren in overeenstemming met de Europese wetgeving.” De verenigingen roepen de Duitse regering ook op, om de langdurige staat van instandhouding van de wolf in Duitsland aan de Europese Unie te melden.

De acceptatie van de wolf in de getroffen gebieden neemt dramatisch af. De leden van de verenigingen verwachten daarom begin september snel actie van de Duitse regering en de speciale Minister-president conferentie. Meer informatie is te vinden in ons huidige persbericht.

 

Bron: het DJV-kantoor




Roeken veroorzaken meeste faunaschade in Drenthe?

De grauwe gans, kolgans en brandgans waren vorig jaar samen verantwoordelijk voor zo’n 36 miljoen euro aan faunaschade in ons land, waarmee ze verantwoordelijk zijn voor meer dan driekwart van de totale kosten (44 miljoen euro). In tien van de twaalf provincies voeren ganzen dan ook de lijst aan met dieren die de meeste schades veroorzaken, maar niet in Drenthe. Daar staat de roek bovenaan.
“Ganzen veroorzaken de meeste schade in water- en grasrijke gebieden, met name in kustprovincies. In de water- en grasrijke provincies Friesland en Noord-Holland is de schade daarom het grootst, onder meer omdat dit de laatste stop voor ganzen is voordat ze de overtocht maken naar broedgebieden. In Drenthe zijn minder graslanden, dus ook minder ganzen, dat maakt dat de schadepost van roeken groter is dan in andere provincies”, legt Christian Jansen van BIJ12 uit.
Maïs als favoriet
In Drenthe veroorzaken roeken vooral veel schade aan snij- en korrelmais en in mindere mate ook aan zomergraan, uien en voederbieten, Of roeken ook meer in onze provincie voorkomen dan in andere provincies, durft Jansen niet te zeggen. “Dat komt omdat per provincie nogal verschilt welke gewassen er aanwezig zijn en in welke mate.” BIJ12 becijferde eerder dat zo’n 80 procent van de roeken broedt in Gelderland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Friesland. Nederland telt zo’n 55.000 broedparen.
Tot 2021 werd mais als bescherming tegen vraatzuchtige vogels behandeld met het bestrijdingsmiddel Mesurol, maar dat is uit milieuoverwegingen niet meer toegestaan. Sinds Mesurol niet weer wordt gebruikt is de schade die vooral roeken toebrengen aan mais in heel Nederland aanzienlijk toegenomen. “Roeken staan erom bekend dat ze bij net ingezaaid mais graag het uitgekiemde plantje eruit eten”, weet Jansen.
Leeggeplunderde akker
De gevolgen daarvan weet Stan Boelens uit Loon maar al te goed. Even buiten het dorp heeft hij een akker, waar hij twee jaar geleden mais had ingezaaid. Toen een loonwerker in opdracht van hem wat onkruid zou wegspuiten tussen de jonge maisplantjes, maar zich afvroeg wat hij weg moest spuiten omdat er alleen maar onkruid stond, gingen bij Boelens alle alarmbellen af. “Toen zag ik hoe de maisakker leeggeplunderd was. Niet normaal, helemaal foetsie. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.”
Ook boer Dick Geerts uit Loon weet welke schade roeken kunnen aanrichten. Zo was hij in een mum van tijd zijn suikerbietenplantjes kwijt. “Je gelooft je ogen niet. Ze komen in een hele zwerm aanzetten. Binnen een halve dag vreten ze zomaar een heel stuk van je akker kapot. Want ze komen hier niet met vijfhonderd, maar met duizend.”
Agrariërs krijgen van gemeenten en BIJ12 extra informatie over de manier waarop roeken mogen worden verjaagd. De provincie wil op haart beurt beter aan agrariërs uitleggen hoe ze schade die roeken veroorzaken vergoed kunnen krijgen.



Vragen Rechtbank tijdens bodemprocedure tegen verbod jacht op haas en konijn

Tijdens de zitting op maandag 21 augustus jl. van de bodemprocedure tegen de Staat kregen alle partijen de kans hun argumenten uiteen te zetten voor of tegen het verbod op de jacht op het konijn en de inperking van de jacht op het haas. Na het sterke pleidooi van ons advocatenteam hebben we uitvoerig de argumenten namens de Staat kunnen weerleggen. Daarnaast had de rechtbank een drietal vragen, waarmee zij de vinger precies op de zere plek wist te leggen.

 Wat ging vooraf?

In 2021 gaf de minister voor Natuur & Stikstof de opdracht om de staat van instandhouding van haas en konijn te toetsen aan de hand van de Habitatrichtlijn-methode. De conclusie van dit onderzoek was dat – ondanks dat er honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen in Nederland zijn – het haas en het konijn in zeer ongunstige staat van instandhouding verkeerden. De minister greep dit onderzoek aan om de jacht op het konijn in heel Nederland en de jacht op het haas in drie provincies niet te openen. Daartoe besloot ze in 2022 en is ze voornemens dat ook in 2023 te doen. Deze Habitatrichtlijn-methode is nooit eerder gebruikt om de staat van instandhouding van algemene soorten als de haas en konijnen te bepalen en is volstrekt ongeschikt daarvoor volgens meerdere experts. Mag deze Habitatrichtlijn-methode überhaupt worden gebruikt om de staat van instandhouding van algemeen voorkomende soorten te toetsen? En is de staat van instandhouding werkelijk in het geding volgens de criteria van de Wet natuurbescherming? Deze vragen stonden centraal tijdens de zitting afgelopen maandag, getuige ook de vragen van de rechtbank:

Vraag 1. Is de wetenschap het erover eens dat de habitatrichtlijn geschikt is om de staat van instandhouding van hazen en konijnen te toetsen?

De rechtbank vroeg partijen of er wetenschappelijke consensus is over het gebruik van de Habitatrichtlijnmethode voor het haas en het konijn en of de methode elders is toegepast op de haas en het konijn. Nee, zo moest ook de Staat toegeven tijdens de zitting. Onze advocaten en de ecoloog van de Jagersvereniging, hebben toegelicht dat de Habitatrichtlijn-methode een ongeschikte methode voor hazen en konijnen is omdat deze uitsluitend van toepassing is op zogenaamde Habitatrichtlijn-soorten (bedreigde soorten). Nergens in Europa wordt de Habitatrichtlijnmethode zoals toegepast door de onderzoekers überhaupt gebruikt voor soorten die niet onder de Habitatrichtlijn vallen. Verklaringen van onze experts prof. dr. Gortazar en prof. dr. Hackländer bewijzen bovendien dat er geen consensus over bestaat. Zij zijn de absolute wereldtop op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar hazen en konijnen en verklaren klip en klaar dat de Habitatrichtlijnmethode ongeschikt is voor deze soorten. De Staat had deze methode dus niet mogen gebruiken en had andere methoden moeten laten onderzoeken.

 Vraag 2. Zijn er alternatieve methoden voor het toetsen van de staat van instandhouding van hazen en konijnen?

Er zijn legio geschikte methodes om de staat van instandhouding van algemene soorten te bepalen, waaronder of er genoeg voortplantende individuen zijn. Dit is wat de minister in het verleden altijd heeft gedaan voordat hij de Habitatrichtlijnmethode van stal haalde. De wetgever toetste overigens ook in 2016-2017 of de staat van instandhouding van hazen en konijnen gunstig is en gebruikte daarbij uitdrukkelijk niet de Habitatrichtlijnmethode. De Groene Status van Soorten-methode van de International Union for Conservation of Nature (de IUCN) is bovendien ook geschikt voor hazen en konijnen. Deze methode is ontwikkeld door een gerenommeerd internationaal instituut in samenwerking met meer dan 200 wetenschappers van over de hele wereld. De Groene Status van Soorten-methode is bovendien op alle soorten van toepassing, en dus ook op hazen en konijnen. Maar waarom is deze methode dan niet gebruikt? Omdat het niet meet wat we willen weten, zo luidde de reactie van de zijde van de Staat, zonder daarvoor enige onderbouwing te geven. In tegendeel, zo verklaarde de ecoloog van de Jagersvereniging op basis van een uitvoerig rapport die wij hebben ingebracht als processtuk. De Groene Status van Soorten-methode sluit juist goed aan bij de criteria voor het toetsen van een gunstige staat van instandhouding volgens de Wet natuurbescherming: namelijk dat “uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven”.  En wat blijkt, de Groene Status van Soorten methode wijst uit dat de staat van instandhouding van het haas en het konijn allerminst in het geding is, zo concludeert ook expert prof. dr. Gortázar in zijn verklaringen die zijn ingebracht in de procedure.

Vraag 3. Hebben de Jagersverenigingen wel een belang in de bodemprocedure?

De derde vraag van de rechters ging over de ontvankelijkheid van de Jagersverenigingen. Hebben wij wel een zogenaamd belang in dit proces? Fauna-4-life en Animal rights, de twee stichtingen die zich voegden aan de zijde van de Staat, probeerden dit aan te vechten. Wij konden zelf dit soort formele argumenten gebruiken tegen de stichtingen, maar hebben ervoor gekozen dit niet te doen omdat wij menen sterk te staan in het inhoudelijke juridische debat. Het verbaast ons dat de stichtingen voor een dergelijke formalistische processtrategie kiezen. Natuurlijk hebben we wel een belang, we zijn immers de belangenbehartigers van het jagen als maatschappelijk instituut. Deze vraag werd dan ook deskundig en positief beantwoord door onze advocaten. Niet dat het uitmaakt, de rechter zal hoe dan ook een uitspraak doen. Al was het maar omdat de ontvankelijkheid van de individuele jagers aan onze zijde niet is aangevochten.

Op woensdag 11 oktober a.s. zal de rechtbank Den Haag een uitspraak doen in deze procedure en weten we hoe de rechters erover denken. We wachten de uitspraak met spanning maar ook met vertrouwen af.

 




Rechtbank Den Haag behandelt Bodemprocedure over Sluiting Jacht op Konijn en Haas

Gisterochtend, 21 augustus 2023, vond in de rechtbank van Den Haag de langverwachte zitting plaats in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijnen in heel Nederland en hazen in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Deze sluiting wil de minister voor Natuur en Stikstof ook het komende jachtseizoen handhaven. Een bomvolle rechtszaal bood plaats aan vertegenwoordigers van de Jagersvereniging, FPG en de NOJG, die gezamenlijk het besluit van de minister aanvechten.

 

Namens het bestuur van de NOJG waren aanwezig voorzitter Rene Leegte, secretaris Roderik Benoist en bestuurslid Maurice Stassen.

De aanleiding voor de start van de bodemprocedure was de uitspraak van de voorzieningenrechter in oktober 2022. Hierin oordeelde de voorzieningenrechter dat de complexiteit en omvang van de zaak niet geschikt waren voor een kort geding. Met als gevolg dat de ministeriële regeling werd voortgezet en de jacht op haas en konijn niet werd geopend.

Gedurende de zitting hebben de Jagersvereniging, FPG en de NOJG uitgebreide en wetenschappelijk onderbouwde informatie gepresenteerd om de beslissing om de jacht te sluiten, evenals de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan te vechten. Het uiteindelijke doel van de procedure is het verkrijgen van een definitief oordeel over de beoordelingsmethode die moet worden toegepast bij het vaststellen van de staat van instandhouding van deze diersoorten en of die al dan niet in het geding is.

Tom Barkhuysen, de advocaat van de jagersverenigingen de FPG vertelt: “wij hebben als team vandaag de gelegenheid gekregen een sterk en hopelijk overtuigend verhaal aan de rechtbank te presenteren. De voorzitter van de rechtbank heeft ook kritische vragen aan de procespartijen gesteld en wij zijn van mening dat wij die doeltreffend hebben beantwoord.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG zag een gedegen en onderbouwd verweer namens de Jagersverenigingen. “Het was duidelijk dat er geen argument onbesproken werd gelaten om de rechter te overtuigen van het ongelijk van de Staat.”

Maurice Stassen, bestuurslid juridische zaken: “het was duidelijk terug te zien dat de Jagersverenigingen en de FPG de zaken goed hadden voorbereid met onze advocaten, zodat de rechters een omvangrijk pakket goed onderbouwde argumenten kreeg.”

Theo ten Haaf, voorzitter van de Jagersvereniging, was ook aanwezig. Met tevredenheid kijkt hij terug op de inhoudelijke presentatie tijdens de zitting. ”Evelien Jongepier, onze teamleider Ecologie, heeft aan de drie rechters met behulp van een feitelijke, heldere en inhoudelijke uitleg duidelijk gemaakt waarom de minister haar beslissing baseert op onjuist gebruikte methoden voor het vaststellen van de staat van instandhouding voor haas en konijn.”

Directeur van de Jagersvereniging, Willem Schimmelpenninck van der Oije, was ook aanwezig bij de zitting. “Het was een lange zit waarin de voorzitter van de rechtbank alle partijen die aanwezig waren, de gelegenheid gaf hun verhaal te presenteren maar daar ook kritische vragen aan vastkoppelde. Daarnaast merkt Willem op dat: “samen met onze advocaten, onze collega’s van de FPG, de NOJG en niet te vergeten onze voorzitter van de Raad van Advies (red. Tom van Engers) vormen we een goed team. Dat heeft zich vertaald in een sterke presentatie vandaag.” Daaraan voegt hij toe: “ Met spanning maar ook met veel vertrouwen kijken we uit naar 11 oktober a.s. wanneer de rechtbank naar verwachting met een vonnis zal komen.”

Het vonnis wordt inderdaad op 11 oktober verwacht. Dat zal schriftelijk gebeuren, zodra we dat ontvangen hebben zullen we dat met u delen.




Uitspraak bezwarencommissie over steenmarterontheffing volledig in voordeel Provincie

De provinciale Commissie voor bezwaar- en beroepsschriften van Fryslân is op 13 juli met een advies gekomen over de ontheffing die de Provincie had afgegeven voor het vangen en doden van steenmarters in een aantal weidevogelkerngebieden. De commissie heeft alle bezwaren en de verdediging van de provincie bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de ontheffing niet aangepast hoeft te worden. Op alle bezwaarpunten werd de provincie in het gelijk gesteld!

Dit betekent dat er vanaf 1 december van dit jaar weer gevangen mag worden tot een maximum van 429. Volop werk aan de winkel dus voor al die vrijwilligers die de vangkooien beheren. Wordt het gebied succesvol steenmartervrij gemaakt dan levert dat meer kans op voor weidevogels om kuikens vliegvlug te krijgen. En daar doen we het allemaal voor!

Over de bezwaren tegen de ontheffing, de verdediging van de Provincie en de uitspraak van de voorzieningenrechter heeft Ultsje Hosper een overzichtelijke tekst gemaakt. 




Voorbereidingen bodemprocedure in volle gang

De donatiecampagne voor de financiering van de bodemprocedure is voortvarend van start gegaan. Daar zijn de Jagersverenigingen en de FPG ontzettend blij mee. Over een week, op 21 augustus, staan we in Den Haag voor de rechtbank. Op dit moment voorzien onze advocaten de rechtbank van relevante informatie en onderzoeken, waaruit blijkt dat het onterecht en niet nodig is om de jacht op het konijn landelijk en haas in drie provincies tijdelijk te sluiten. De Jagersverenigingen en de FPG hopen dat de rechter nog voor de start van het jachtseizoen hierover zijn uitspraak doet.

Aan de bodemprocedure doen ook naast de NOJG en Jagersvereniging de FPG mee. De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck (Jagersvereniging) : “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Donatiecampagne

Het vergaren van de informatie voor de bodemprocedure en al het werk dat de advocaten verzetten kosten veel geld. Waarom de Jagersvereniging en de andere belanghebbenden het dan toch essentieel vinden dat deze zaak wordt gevoerd, staat onder meer in de zomereditie van De Jager, in het voorwoord van de directeur en het artikel met voorzitter jagersvereniging Theo ten Haaf. U heeft ook een donatiebrief ontvangen via de nieuwsbrief NOJG. Hoewel er al ruim 160.000,- euro is opgehaald, is er meer nodig om te kosten te dekken. Doneren kan voorlopig nog via onze speciale webpagina https://www.jagersvereniging.nl/doneren-bodemprocedure/

Meest gestelde vragen

De voorbereidingen voor de bodemprocedure lopen al bijna acht maanden. In de tussentijd heeft (inmiddels demissionair) minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof de sluiting van de jacht op hazen in Groningen, Limburg en Utrecht en konijn in heel Nederland tot onze verbazing verlengd naar het komend jachtseizoen 2023/2024. Hier is de Jagersvereniging het niet mee eens. Maar hoe zit dat nu ook alweer precies?

  1. Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?

De twee rapporten waar de minister haar regeling – en ook de verlenging hiervan – op heeft gebaseerd, berusten op onjuiste beoordelingsmethodes en keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Dit betreft een rapport waarin de Rode Lijst status van het haas en het konijn zijn bepaald uit 2020, en een rapport waarin de staat van instandhouding van beiden soorten is getoetst.

Een paar punten, waarin wij ons niet kunnen vinden:

  1. Voor het beoordelen van de Rode Lijst status wordt teruggekeken naar het referentiejaar 1950. Een forse afname van de populatie sinds 1950 leidt tot de beoordeling ‘gevoelig’, zelfs voor zeer algemene soorten zoals hazen en konijnen. Voor het bepalen van Rode Lijst-status van hazen is echter gebruik gemaakt van verouderde gegevens, terwijl bij het vaststellen van de vorige Rode lijst in 2007 wel de meest actuele data is gebruikt. Het gevolg: in het Rode Lijst rapport 2020 wordt een historische afname gerapporteerd die ruim twee maal zo hoog ligt als in 2007 over nagenoeg dezelfde periode. In 2020 kreeg het haas daarom de status ‘gevoelig’, waar deze in 2007 nog ‘thans niet bedreigd’ was. Onbegrijpelijk, vooral omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vastgesteld dat er in 2020 meer hazen waren dan in 2007. Bij gebruik van de juiste gegevens zou de status van de haas in 2020 net als in 2007 ‘thans niet bedreigd’ zijn.
  2. Ook bij het toetsen van de staat van instandhouding zijn verkeerde keuzes gemaakt. Zo is de staat van instandhouding van hazen en konijnen niet getoetst aan de hand van de Wet Natuurbescherming, maar aan de hand van de Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijn is uitsluitend bedoeld voor Habitatrichtlijn-soorten. Dit zijn soorten die op een speciale lijst zijn geplaatst, omdat over deze soorten in 1994 ernstige zorgen bestonden. Voor deze soorten geldt daarom dat de populatiestand niet lager mag zijn dan het niveau in 1994. Hazen en konijnen zijn geen Habitatsrichtlijn-soorten. In 1994 waren er geen zorgen over hazen en konijnen, en met honderdduizenden hazen en miljoenen konijnen anno nu is de staat van instandhouding van deze soorten absoluut niet in het geding.
  3. Bovendien is bij het toetsen van de staat van instandhouding wel gebruik gemaakt van tellingen uit stedelijke gebieden, maar niet van tellingen uit hazenrijk, agrarisch gebied. Niet alleen zijn de tellingen van de WBE’s buiten beschouwing gehouden, ook de tellingen uit het Meetnet Agrarische Soorten zijn niet meegenomen. Onbegrijpelijk, omdat deze door het CBS gevalideerde gegevens een forse toename laten zien in de hazenstand van wel 40% over de laatste vier jaar. Het gevolg: de hazenstand anno nu ligt op exact hetzelfde niveau als in 1994. Daarmee is de staat van instandhouding van het haas in Nederland, ook volgens de veel te strenge Habitatrichtlijn-methode, ‘gunstig’.

2. Waarom zo’n dure bodemprocedure, verandert dit wel iets?

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaren, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. De huidige onjuiste voorstelling van zaken zal ons namelijk ook in de toekomst in de weg blijven staan, wanneer er andere vragen over populaties, trends en de staat van instandhouding van soorten op tafel komen. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Wij hopen dat de minister bereid zal zijn de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid in te slaan, en zal afwijken van de huidige koers. De huidige koers beschadigt de motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

3. Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel wanneer de minister haar huidige koers doorzet. Daarom sorteren de Jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. De onderzoeken naar de waarde van de door de minister gebruikte rapporten, het gebruik van tellingen, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst. Dit is ook een belangrijke reden om de kostbare bodemprocedure aan te gaan.

4. De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Hoe komt zij dan tot het besluit de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan; ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op de soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten over de staat van instandhouding en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst, hoewel de bevindingen van deze onderzoeksresultaten onjuist zijn.

5. Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?

De minister is bij de sluiting in 2022 uitgegaan van de cijfers van de uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn vorig jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan was de trend in Utrecht stabiel. Ook in 2023 blijkt de meerjarentrend in Utrecht weer stabiel. Daarmee vervalt de basis waarop de minister besloot tot een sluiting in de provincie Utrecht. Desondanks heeft de minister besloten om ook voor komend jachtseizoen de jacht op het haas gesloten te houden.

6. Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de Jagersvereniging alsnog onterecht om de jacht te sluiten?

De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers ook dat het jachtveld waar hij zorg voor draagt een grote diversiteit aan flora en fauna heeft. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke wildstand te bewaken niet in acht nemen.

7. Waarom zijn de teldata van jagers niet meegenomen in de besluitvorming van de minister? Waarom zijn die data niet gevalideerd?

In aanloop naar de voorjaarstellingen heeft de Jagersvereniging zich ingezet voor het vergroten van het vertrouwen in de tellingen van de WBE’s. De nieuwe handleiding voorjaarstellingen is positief ontvangen door het CBS, en we zijn gezamenlijk aan de slag met de bestaande WBE-tellingen. Desondanks heeft de minister ook in haar besluit over komend jachtseizoen geen gebruik gemaakt van de tellingen van de WBE’s.

Zitting bijwonen

De NOJG, Jagersverening en FPG en andere belanghebbenden kunnen op maandag 21 augustus om 09:30 uur alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting in de rechtbank van Den Haag.

U kunt daarbij aanwezig zijn en op die manier onze stellingen kracht bij zetten. Het is dan wel van belang dat u even een mailtje stuurt naar M.stassen@nojg.nl, zodat we weten hoeveel mensen er komen.

 




Nieuwsbrief Augustus 2023 – Praktijk Centrum Jacht en Fauna

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Graanboeren zien in heel Nederland de oogst in het water vallen

1 augustus 2023

Tarweveld plat geregend en getrapt door veel ganzen, kraaien en houtduiven

 
 
Hele percelen graan die plat liggen, graankorrels die alweer kiemen in de aar. Het is een slecht jaar voor de graanoogst en dat merken akkerbouwers.
“De kwaliteit over de hele linie valt tegen”, zegt Dirk Jan Beuling, akkerbouwer in 1e Exloërmond en bestuurder bij landbouworganisatie LTO. “Tot gisteren is het hier vier weken lang elke dag nat geweest. Misschien niet altijd grote buien, maar toch. Daardoor hebben we last van schot. Dat betekent dat de graankorrels in de aar zijn gaan kiemen. Daardoor is de kwaliteit uit het product verdwenen en is het niet meer bruikbaar voor brouwen van bier of het bakken van brood.”
Beuling heeft nog hoop dat het brouwgerst en de tarwe nog te gebruiken is als veevoer. “Misschien is dit nog mogelijk met enkele aanpassingen. Maar graan is moeilijk om te bewaren. Gelukkig is de korrel wel vrij droog, dat valt nog mee.”

Oogst in het water gevallen

Verder naar het zuiden, rondom Erica, heeft Wim Akkerman 70 hectare aan wintertarwe staan. Samen met familieleden zit hij in een maatschap. Naast graan verbouwen zij ook aardappels en suikerbieten en hebben zij een pluimveehouderij. “Wij hebben een kringloopbedrijf. Dat betekent dat we de mest gebruiken voor het bemesten van onze akkers en de wintertarwe het voer voor onze kippen is. Maar die oogst is letterlijk in het water gevallen.”
Het is een raar jaar wat betreft het weer. Vanaf april kenden we een erg natte periode. Die werd gevolgd door een lange periode van veel zon en hitte. Daarna volgde de storm Poly en volgde een maand aan regen. Allemaal ingrediënten die slecht zijn voor het graan.
“Door de regen konden we pas laat de mest op het land verspreiden”, blikt Akkerman terug. “Tijdens de periode van droogte hebben we ons graan veel meer moeten besproeien dan tijdens voorgaande jaren. Toen kwam die storm en ging het graan platliggen, gevolgd door de regen. Dat zorgde ervoor dat het ging ontkiemen in de aar.”

Duiven, kraaien, kauwtjes en ganzen

Een extra tegenvaller voor Akkerman is de schade die houtduiven, kraaien, kauwtjes en ganzen aanrichten. “Als het graan plat ligt, komen er eerder vogels bij. Vanuit het Bargerveen hebben honderden ganzen ervan gegeten. Die faunaschade lijkt de laatste jaren steeds verder toe te nemen. Ik heb het idee dat er steeds meer ganzen bij komen.”
Het zorgt ervoor dat de kwaliteit van het graan matig is. “We moeten afwachten of het wel goed genoeg is om als voer te gebruiken. Ik heb nu tien tot vijftien procent geoogst en de slechtste stukken moeten er nog af.”

‘Niet miepen’

Een tegenvallend jaar voor een gewas, het is inherent aan het bestaan van een akkerbouwer. Beuling wil er niet over ‘miepen’. “Vorig jaar hadden we bijvoorbeeld een topopbrengst wat betreft graan.”
Ook Akkerman zegt dat misoogsten van alle tijden zijn. Desondanks zijn de gevolgen wel voelbaar, zeker voor zijn bedrijf en vele andere akkerbouwers in Nederland. “Dat betekent dat ze waarschijnlijk meer voer moeten aankopen en daardoor zullen de voerkosten van bijvoorbeeld het pluimvee ook weer stijgen.



Nieuwsbrief DWHC augustus 2023


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Rechter laat ontheffing voor beheer van reeën in Zuid-Holland in stand

bron: Rechtbank Den Haag, 27/07/2023

Doodgereden reebokIn een uitspraak van 19 mei oordeelde de rechtbank Den Haag dat de ontheffing voor het beheren van reeën in de provincie Zuid-Holland terecht is verleend, om de verkeersveiligheid te vergroten en om schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Het besluit was bij de rechter aangevochten door een groep natuurorganisaties. De uitspraak van de rechter is donderdag 27 juli gepubliceerd.

De rechtbank oordeelt dat het provinciebestuur van Zuid-Holland mag streven naar een maximale populatieomvang, aangezien er een significant positieve relatie blijkt tussen het aantal getelde reeën en het aantal geregistreerde aanrijdingen. Aan de hand van enkele getaxeerde schadegevallen in gebieden waarin nog niet werd beheerd, mocht bovendien worden uitgegaan van concrete dreiging voor schade aan landbouwgewassen.

Goede dataverzameling WBE’s van essentieel belang

Bij de uitvoering van de ontheffing moet zoveel mogelijk worden gehandeld overeenkomstig het Faunabeheerplan en het werkplan van de betreffende WBE. De FBE benadrukte aan de hand van deze positieve uitspraak het belang van een goede dataverzameling en onderbouwing, door de Zuid-hollandse WBE’s hebben geleverd voor de onderbouwing van het Faunabeheerplan en de daarop verleende ontheffingen.

Meer informatie is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Den Haag.

 

 



Weer een uitbraak van AVP in Brandenburg – district Oberspreewald-Lausitz

Weer een uitbraak van ASF in Brandenburg. Jachtverenigingen vragen vakantiegangers om overgebleven vlees veilig weg te gooien. (Bron: Grell/DJV)

3 augustus 2023 (DJV/LJVB) Berlijn/Michendorf

Na een pauze van 8 maanden in het district Oberspreewald-Lausitz (OSL) zijn er opnieuw wilde zwijnen gestorven aan de dierziekte. Minimaliseer het risico op verspreiding: DJV en LJVB vragen vakantiegangers om vleesresten veilig weg te gooien. Instructies in risicogebieden moeten worden opgevolgd en kadavers moeten worden gemeld.

Besmettingen mogelijkheden AVPIn het district OSL is de Afrikaanse varkenspest (AVP) na een onderbreking van acht maanden weer opgelaaid bij wilde zwijnen. Autoriteiten hebben momenteel zes gevallen bewezen. De Duitse Jachtvereniging (DJV) en de Brandenburgse Staatsjachtvereniging (LJVB) vragen daarom met name vakantiegangers om de bioveiligheid serieus te nemen. Dit geldt met name voor de transitroutes A12, A13 en A15. Restjes vlees moeten altijd in afsluitbare bakken worden weggegooid. Het AVP-virus overleeft zelfs in gerookt voedsel: een achteloos weggegooid salamibroodje kan genoeg zijn om de dierziekte te verspreiden.

De twee jachtverenigingen vragen recreanten en omwonenden om ter plekke te helpen de dierziekte in te dammen. Honden moeten altijd aangelijnd zijn in AVP-risicogebieden om het risico op ontvoering te minimaliseren. Let op informatieborden, poorten in AVP-beveiligingshekken moeten altijd gesloten blijven en beschadigde hekken moeten worden gemeld. Ook karkassen van wilde zwijnen moeten worden gemeld. Dit gaat heel eenvoudig via de dierenfondsregister-app ( www.tierfund-kataster.de ), de burgerhotline 115 of het alarmnummer van de politie.

Brandenburg en Saksen dragen momenteel de hoofdverantwoordelijkheid om het AVP-risico voor heel Duitsland zo laag mogelijk te houden. Alleen al in Brandenburg bedragen de kosten van bestrijding van de epidemie nu 100 miljoen euro. DJV en LJVB bekritiseren dat de financiële steun van de federale overheid en andere deelstaten nog onvoldoende is.




DE PAANDER VACATURES

 


De PAANDER

Enthousiaste fulltime verkoper m/v

Fulltime verkoper Jacht – m/v
Verkoper met interesse in jacht en optiek

Ben jij een enthousiaste en ervaren verkoper met een passie voor jacht? Dan hebben wij een uitdagende functie voor jou!

Wij zijn op zoek naar een gedreven verkoper voor onze outdoorwinkel, gespecialiseerd in jacht, munitie en bijbehorende optiek. Als verkoper ben je verantwoordelijk voor het realiseren van verkoop en het geven van advies in jouw specialisatie. Daarnaast speel je een belangrijke rol in het bijhouden van de administratie, voorraad en marketing.

Taken:

  • Je geeft deskundig advies en realiseert verkoop op het gebied van jacht, munitie en optiek.
  • Het beheren van verkoopadministratie, wapenregister en consenten.
  • Zorgvuldig bijhouden van de voorraad en gericht inkopen.
  • Actieve input leveren voor marketing en social media om samen een effectief marketingplan op te stellen.

Wat verwachten wij van jou?

  • Een aantoonbare interesse in en ervaring met jacht.
  • Beschikbaarheid voor een fulltime werkweek (38 uur), van dinsdag tot en met zaterdag.
  • Minimaal MBO+ werk- en denkniveau.
  • Representatief, enthousiast en uitstekende communicatieve vaardigheden om klanten en collegas goed te kunnen bedienen.
  • Administratief onderlegd, zodat je zelfstandig je eigen afdeling kunt runnen.
  • In staat om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) af te leggen.
  • Ervaring in een vergelijkbare functie is een pluspunt, maar geen vereiste.
  •  
  • Vloeiende beheersing van de Nederlandse taal en goede beheersing van het Duits.

Wat hebben wij te bieden?

  • Een uitdagende baan waarbij ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling.
  • Een hecht en betrokken team met een informele werksfeer.
  • Een marktconform salaris en goede arbeidsvoorwaarden.
  • Veel vrijheid en verantwoordelijkheid binnen je eigen afdeling.
  • De mogelijkheid tot een langdurige samenwerking.

Heb jij affiniteit met jacht en de benodigde verkoop- en communicatieve vaardigheden om klanten te adviseren en inspireren? Wil jij werken in een gezellig team waarin jouw passie gewaardeerd wordt? Solliciteer dan nu en stuur je CV en motivatiebrief naar jachtshop@depaander.nl
We kijken uit naar jouw sollicitatie en wie weet verwelkomen we jou binnenkort als onze nieuwe collega!

T:0548-788530

I: www.depaander.nl

E: jachtshop@depaander.nl




Goudjakhals steeds meer waargenomen in Noord-Nederland

De goudjakhals is in Nederland net als in Duitsland in opkomst. Het dier is al gesignaleerd in Drenthe, Groningen en Friesland. Natuurbeheerders weten door DNA-onderzoek dat er een goudjakhals zit. In de overige oostelijke deel van Nederland gaan ze er vanuit dat het slechts een kwestie van tijd is voor de goudjakhals ook daar opduikt.

De organisatie Wolven in Nederland ziet alleen in Limburg al circa 300 mogelijke territoria voor roedels.

In tegenstelling tot een wolf heeft een goudjakhals niet veel ruimte nodig. Als er genoeg eten is, kan dat zelfs al een vierkante kilometer zijn. De dieren eten kleine zoogdieren, maar ook fruit, aas en afval. Een goudjakhals ziet eruit als een wolf en leeft ook in roedels, maar qua gedrag en habitat lijkt het dier meer op een vos. Het is een opportunist, die zich prima redt in talloze omgevingen.

Goudjakhals (Canis aureus)

De goudjakhals is een middelgrote hond die zowel in paren als in roedels leeft. Vanuit het oorspronkelijke vestigingsgebied op de Balkan verspreidt het zich steeds meer naar West-Europa er zijn al individuele dieren geregistreerd in Duitsland. Samen met terugkeerders zoals de wolf en de exoot zoals de wasbeerhond, is de goudjakhals een andere nieuwkomer die van nature nieuwe gebieden koloniseert.

Goudjakhals Canis aureus
Goudjakhals Canis aureus (Bron: Goudjakhals Project Oostenrijk/Leopoldsberger/DJV)

Markering

  • Qua uiterlijk en lichaamsgrootte houdt deze hondachtige het midden tussen een vos en een wolf: schouderhoogte 50 cm, lichaamslengte 70-90 cm, lont 20-30 cm, lichaamsgewicht tot 15 kg
  • Bijzonderheid: de ballen van de middeltenen groeien samen in een hoefijzervorm
                               
  • Pelskleur meestal roestbruin tot goudrood; Door de langere, donkergekleurde vachtharen vanaf de achterkant van het hoofd over de rug tot aan de punt van de lont, is er een aparte “zadelmarkering”. Bruin gezichtsmasker en witte markeringen op de onderrand van de snuit en op de nek   
  • Hij kan worden verward met een wolf, maar: de kop van de goudjakhals is smal en langwerpig, de kop van de wolf lijkt driehoekig door de kortere en bredere snuit
poot gouden jakhals
Poot Gouden Jakhals (Bron: Hatlauf/DJV)
Verspreiding en positie in het zoölogische systeem
  • De Afrikaanse goudjakhals (Canis anthus) is nauwer verwant aan de wolf (Canis lupus) dan de Euraziatische goudjakhals (Canis aureus), wiens verspreidingsgebied zich uitstrekt van Azië tot India, het Arabische schiereiland, het Nabije en Midden-Oosten en de Balkan. Ook in West- en Noord-Europese landen, waaronder Duitsland, worden sinds enkele jaren individuele dieren waargenomen. Blijkbaar vindt er momenteel een natuurlijk expansieproces plaats in de goudjakhalspopulaties. 
  • Locaties van de eerste waarnemingen laten zien dat revieren, wetlands en laaglandlandschappen fungeerden als trekroutes voor deze wilde hondensoort.
Leefgebied
  • Zeer flexibel in habitatkeuze en vertoont nauwelijks voorkeuren; houtvrije open landschappen worden echter vermeden.
  • Habitatstructuren die beschutting bieden (bossen, rietvelden) zijn belangrijk als opgroeiplaats en als dagverblijf.
  • Landelijke nederzettingen worden ook bezocht vanwege hun voedselvoorziening (afval, huisdieren), zolang er maar een dagopvang in de buurt is. 
Voedsel
  • Generalist wiens dieet wordt gevormd door habitat en seizoen
  • Breed scala aan voedsel: insecten, knaagdieren, amfibieën, vogels, middelgrote zoogdieren (bijv. Konijnen, reekalfjes, lammeren, schapen), fruit, knollen, maïs; naast actieve jacht ook verzamelaars van aas en afval 
  • Foerageren vindt ’s nachts en in de schemering alleen of in kleine groepen plaats
Sensorische prestaties en vocalisatie
  • Vocalisaties vergelijkbaar met hond (grommen, blaffen) en wolf (huilen); Goudjakhalzen hebben een hogere toon bij het huilen, snellere reeksen van gehuil dan de wolf, en de toonhoogte valt aan het einde weg; net als bij de wolf dient het huilen om de roedel bij elkaar te houden
  • Het goede reukvermogen en gehoor van de goudjakhals, evenals zijn snelheid, stellen hem in staat om succesvolle nachtelijke uitstapjes te maken
Reproductie
  • Goudjakhalzen zijn na één jaar geslachtsrijp en blijven hun hele leven als paar bij elkaar
  • Paartijd (=Ranz): half januari tot half februari
  • Na een draagtijd van ongeveer 60 dagen worden 1-5 jongen geboren
  • Verblijfplaatsen:oude vossen- en dassenholen, struikgewas in het riet of struiken
  • Jonge dieren blijven bij hun ouders tot de lente van het volgende jaar; Roedelvorming vooral waargenomen in Zuidoost-Europa: ouders, puppy’s en jonge dieren van voorgaande jaren     
Levensstijl en levensverwachting
  • Leeft in paren of roedels en bezet gebieden waarin kerngebieden van 2-3 km² worden verdedigd
  • Levensverwachting in het wild ongeveer 8 jaar
  • Wolven doden goudjakhalzen, wat resulteert in migratie of uitsterven van paren / roedels jakhalzen 
Gevolgen voor soortenbescherming
  • De goudjakhals staat in alle EU-lidstaten vermeld in bijlage V van de Habitatrichtlijn, wat de verplichting inhoudt om een ​​”gunstige staat van instandhouding” te behouden en monitoring uit te voeren. In Duitsland wordt het bewijs van de goudjakhals ook geregistreerd via monitoring van grote carnivoren in de deelstaten.
  • Met betrekking tot de bescherming van bedreigde diersoorten, zoals op de grond nestelende vogels, zou de vestiging van de goudjakhals vooral voor de weide- en akkervogels problematisch kunnen zijn, aangezien dit het toch al brede scala aan roofdieren (vossen, marters en exoten zoals wasbeerhonden, wasberen) uitbreidt.  
     
Bronnen:
  • Demeter, A.; Spassov, N. (1993): Canis aureus   – jakhals, gouden jakhals. In: Handboek van Zoogdieren van Europa. Deel 5 Roofzuchtige zoogdieren – Carnivora, deel. Stubbe, M. 6 Krapp, F. (red.) Aula Verlag Wiesbaden.
  • J.Hatlauf (2016): De goudjakhals (canis aureus) in Duitsland en Europa (18,19) in WILD jaarverslag gepubliceerd door de Duitse jachtvereniging.
  • S. Schwarz (2013): Goudjakhalzen in Europa – een voorbeeld van de dynamiek van de natuur. FaunaFocus 5, dieren in het wild Zwitserland.
     
Links
  • Er wordt onderzoek gedaan naar de goudjakhals in Europa en er wordt bewijsmateriaal verzameld: www.goldschakal.eu

 




LTO Noord reageert op concept Faunabeleid van provincie Utrecht

LTO Noord heeft via een zienswijze gereageerd op het concept-Interim Omgevingswetprogramma Faunabeleid en Monitoring van de provincie Utrecht. De opmerkingen van de landbouworganisatie hebben onder andere betrekking op de verantwoordelijkheid voor faunaschade, het opstellen van passende beoordelingen, en de focus op preventieve maatregelen in het beleid.

LTO Noord vindt dat schade die voortvloeit uit de uitvoering van het faunabeleid volledig vergoed moet worden. De organisatie wijst ook op het complexe proces van het opstellen van passende beoordelingen voor beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden. Verder vindt LTO Noord dat de focus van het beleid op preventieve maatregelen moet verschuiven naar het realiseren van beheerbare populaties.

Voordat nieuwe populaties wilde dieren worden toegestaan, moet er een Fauna Effect Rapportage worden opgesteld om de consequenties en schade te beoordelen en volledige vergoeding van faunaschade moet worden gegarandeerd. Bij de uitvoering van effectief faunabeheer is dataverzameling cruciaal voor het onderbouwen van faunabeheerplannen en ontheffingen, benadrukt LTO Noord. Hiermee kunnen beleidsbeslissingen beter worden onderbouwd.

De landbouworganisatie vindt een verhoging van het eigen risico voor ganzenschade naar 20% niet aanvaardbaar, zolang de doelstellingen voor beheerbare ganzenpopulaties niet zijn behaald. LTO Noord roept op tot een interprovinciale aanpak voor ganzenbeheer, met name in het westen van Nederland. Samenwerking tussen provincies is essentieel om de problematiek aan te pakken.

 

bron: LTO Noord, 27/07/2023



Unieke samenwerking WBE Land van Horne en onderzoeksinstituten

Horn – 24 juni 2024

Jaarlijks organiseert WBE Land van Horne een kraaiendag. Hierbij staat het terugdringen van de kraaienpopulatie voorop, naast het uitoefenen van de lopende ontheffingen op vliegend soorten. Dit jaar is de samenwerking gezocht met een consortium van diverse onderzoeksinstituten die het geschoten wild nadere analyseren op voorkomende ziekten en besmettingen.

Klein gedeelte van het tableau sommigen al ingepakt voor nader onderzoek

Sinds vele jaren voert WBE Land van Horne een actief beleid uit om het schadelijk wild, waarvoor afschotmogelijkheden zijn, te reduceren ten voordele van de soorten die onder druk staan. Vrijwel alle jachtvelden van deze WBE doen mee aan dit initiatief. Jaarlijks worden grote aantallen schadelijk wild geschoten, dat zich uiteindelijk terugvertaalt in een mooie toename van de weidevogelstand, de hazenstand en niet in de laatste plaats de patrijzenstand.

Aangezien het beleid is dat elk afgeschoten stuk wild een bestemming moet krijgen, is dit jaar de samenwerking gezocht met de DHWC (Dutch Wildlife Health Centre).  Het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) is een organisatie in Nederland die zich richt op het bewaken van de gezondheid van in het wild levende dieren. Het doel van DHWC is het verzamelen, analyseren en delen van kennis over de gezondheid en ziekten van wilde dieren.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau

De DHWC werkt samen met verschillende partners, waaronder universiteiten, onderzoeksinstituten, natuurbeschermingsorganisaties en overheidsinstanties. Voor de samenwerking met WBE Land van Horne werkte de DHWC samen met de universiteiten van Utrecht, Rotterdam en Wageningen. Tevens was de Provincie Limburg erbij betrokken.

Onderzoekers aan de slag met het geschoten tableau foto 2

Van al het geschoten wild werden de uiterlijke kenmerken vastgelegd. Tevens werden bloedmonsters en overige (weefsel)monsters genomen om later in het laboratorium te analyseren op acht verschillende vogelziektes en invloeden van mogelijke verontreinigingen.

WBE voorzitter Vincent Deenen is trots op deze samenwerking: “Als jagers zetten we ons in voor het versterken van de biodiversiteit. Daar hoort nader onderzoek ook bij om zo veel mogelijk te weten te komen. De unieke samenwerking op onze kraaiendag samen met de verschillende onderzoeksinstituten is hier een mooi voorbeeld van.” Onderzoeker Henk van der Jeugd van het Nederlands Instituut voor Ecologie vult aan: “het is voor ons een hele mooie gelegenheid om zo veel dieren op één moment te kunnen analyseren op vele aspecten. Dit wordt gebruikt voor belangrijk onderzoek, waar uiteindelijk de natuur haar voordeel mee kan doen.” Al met al een mooie win-win situatie voor de jagers van WBE Land van Horne en de onderzoekers.

Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met:

WBE Land van Horne

Vincent Deenen (voorzitter)

wbe.lvh@ziggo.nl

 


WBE Land van Horne is een Wild Beheer Eenheid uit Midden Limburg. Het werkgebied omvat 10.000 ha. De wildbeheereenheid is een vereniging van jachthouders met een jachtakte en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd mede in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers en/of terreinbeheerders en mede ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.