Tweede Kamer wil jacht beperken: ‘Wild is voor de wolf’

De Tweede Kamer heeft recentelijk een motie aangenomen om de jacht op prooidieren van de wolf tijdelijk te stoppen in gebieden waar wolven voorkomen. Dit moet voorkomen dat wolven door voedseltekort vaker vee zoals schapen aanvallen Het voorstel, ingediend door PvdD en PVV, kreeg brede steun, ondanks bezwaren van staatssecretaris Jean Rummenie (BBB), die een eigen wolvenplan ontwikkelt. Hij gaf aan dat niet het ministerie, maar de provincies verantwoordelijk zijn voor het op stellen van de Faunabeheerplannen en het verlenen van de ontheffingen, voor de bejaging van grofwild zoals; herten, wilde zwijnen en reewild en de minister hier dus niet over gaat.

Beleid en onderzoek
Staatssecretaris Rummenie richt zich op het verlagen van de beschermde status van de wolf via Brussel, wat een langdurig proces is. Daarnaast onderzoekt hij de staat van instandhouding van de wolvenpopulatie om toekomstige beleidsruimte te creëren.

Politieke discussies
Tijdens het Kamerdebat botsten partijen over de wolf. Caroline van der Plas (BBB) bekritiseerde eerdere “sprookjes” over wolven die schuw zouden blijven, terwijl PVV’er Dion Graus tegen afschot pleitte en collega’s persoonlijk aanviel. Anderen, zoals GroenLinks-PvdA en D66, benadrukten het belang van samenleven met wolven en vroegen om meer preventieve maatregelen.

PVV-Kamerlid Dion Graus stelde dat dit mogelijk kan voorkomen dat de wolf, wanneer zijn voornaamste prooi niet meer beschikbaar is, overgaat op alternatieve dieren zoals schapen. Deze maatregel zou volgens hem bovendien helpen om de populatie wilde zwijnen beter in kaart te brengen en zo waardevolle kennis en ervaring op te doen met de wolf in het ecosysteem.

Daartegenover staat, de coalitiepartij BBB, vindt dat de jacht en het bredere faunabeheerplan, waar onder meer het beheer van flora en fauna in een ‘aangeharkte tuin’ als Nederland onder valt, niet verstoord moet worden. Caroline van der Plas benadrukte dat het huidige beheer onlosmakelijk verbonden is met het geheel van natuurbescherming en -beheer.
Deze discussie illustreert de spanning tussen het behoud van een evenwichtig ecosysteem – waarin de wolf een rol speelt – en het traditionele beheer van fauna in Nederland.

Een motie van BBB en PVV voor onderzoek naar “valwild” – kadavers die na aanrijdingen in natuurgebieden blijven liggen – is ook aangenomen. Theorieën suggereren dat wolven hierdoor mensengeur associëren met voedsel, wat tot minder schuw gedrag leidt.

Praktische maatregelen
Rummenie kondigde een landelijk team aan voor het plaatsen van wolfwerende hekken en ondersteuning bij subsidieaanvragen. Een ruimtelijke visie moet duidelijk maken waar wolven wel en niet gewenst zijn, terwijl een informatiepunt burgers en boeren moet adviseren. Budgettaire invulling hiervan volgt nog via de voorjaarsnota.

Toekomstplannen
Er wordt gewerkt aan definities voor “probleemwolven” en juridische kaders voor afschotvergunningen, met een AMvB-voorstel voor eind 2025. Incidenten zoals de aanval op een meisje in Leusden onderstrepen de urgentie, maar concrete acties blijven afhankelijk van Europese goedkeuring en onderzoeksresultaten.





Grofwildjagers gezocht voor het invullen van een korte vragenlijst over karkas en ontweidsel

Het Dutch Wildlife Health Centre(DWHC) is op zoek naar grofwildjagers die een korte vragenlijst willen invullen over het eerste onderzoek naar grofwild. Daarmee helpen jullie het DWHC met gegevens verzamelen voor een dierziektemodel over afwezigheid van rundertuberculose.

Wat houdt meedoen aan dit onderzoek in?

Hiervoor moet u een enquête invullen (dit kost ongeveer 10 minuten).
Dit kan via de QR code hiernaast of de volgende link: https://survey.uu.nl/jfe/form/SV_eEfalt35VwWq97g

Wie kan meedoen?

Elke grofwildjager, zowel gekwalificeerde personen (GP) als anders.

Waarom doen we dit onderzoek?

Nederland is sinds 1999 officieel vrij van rundertuberculose, maar in het buitenland komt de ziekte, in zowel gehouden als wilde dieren, wel voor. Ondanks voorzorgsmaatregelen is de import van de ziekte rundertuberculose vanuit het buitenland mogelijk.
Daarom is het van belang een vinger aan de pols te houden. Maar hoe goed is onze monitoring van rundertuberculose bij wilde dieren? Wat is de kans dat als het niet waargenomen wordt het er ook echt niet is? En stel er wordt ineens wel een casus gevonden, hoeveel zijn er dan misschien al besmet waarvan het niet weten?
Hiermee wil het DWHC de bijdrage, van o.a. grofwildjagers in het veld, aan de kans op het ontdekken van rundertuberculose in wilde dieren op verschillende niveaus te bepalen. De jager verricht namelijk na afschot het eerste onderzoek bij grofwild en draagt daarmee bij aan de monitoring.

Wat gebeurt er met de resultaten van de enquête?

De resultaten worden gebruikt in een model waarmee we kunnen berekenen wat de kans is dat wilde dieren rundertuberculose-vrij zijn op basis van de monitoring die plaatsvindt. 

Wat is rundertuberculose?

Rundertuberculose is een chronische bacteriële ziekte bij dieren die veroorzaakt wordt door bacteriën van het Mycobacterium tuberculose-complex, met name M. bovis. Het is een ziekte die van dier op mens kan worden overgebracht (zoönose), en runderen zijn de belangrijkste bron van besmetting van mensen. De ziekte besmet naast runderen ook andere gehouden dieren zoals schapen, geiten, paarden, varkens, honden, katten, en wilde diersoorten zoals wilde zwijnen, dassen en hertachtigen. De naam tuberculose komt van de knobbels (tuberkels) die gevormd worden in de lymfeknopen en andere weefsels bij geïnfecteerde dieren en mensen.

Waarom meedoen aan dit onderzoek?

Rundertuberculose is dus een ernstige ziekte voor dier en mens. Veel leed kan voorkomen worden als de ziekte snel opgespoord wordt.

Toestemming en privacy

Er worden geen persoonsgegevens gevraagd bij dit onderzoek.




Ondersteun beginnende jagers door uw mentorschap

Om de toekomst van verantwoord en duurzaam jagen te waarborgen, willen we binnen de WBE’s mentorschappen stimuleren. Ervaren jagers kunnen een cruciale rol spelen in de begeleiding van beginnende jagers door praktijkkennis, ethiek en veiligheidsprincipes over te dragen.

www.BeginnendeJagers.com is een platform voor nieuwe jagers die hun kennis, vaardigheden en netwerk willen uitbreiden. Wij brengen beginnende en ervaren jagers samen om verantwoord en duurzaam jagen te bevorderen. Via mentorschap, praktische tips en gedeelde ervaringen helpen we jagers groeien binnen de jachtgemeenschap. Samen zorgen we voor een sterke en toekomstbestendige jachtcultuur in Nederland.
 
Wij willen u daarom vragen deze oproep onder de WBE’s in uw provincie te verspreiden en hen te enthousiasmeren om bij te dragen aan dit initiatief. WBE’s kunnen hierin een actieve rol spelen door zelf invulling te geven aan de inhoudelijke activiteiten binnen het mentorschap. Zo kunnen deze aansluiten bij de specifieke uitdagingen en thema’s binnen hun eigen provincie of gebied.

Wij horen graag of u bereid bent deze oproep te delen en denken graag mee over de verdere invulling. Staat een WBE open voor mentorschappen en willen ze beginnende jagers ondersteunen? Laat ze dan aub contact met ons opnemen via de website of dit e-mail adres.

Met vriendelijke groet

Daniel Datau
Oprichter | Beginnende Jagers

E: info@beginnendejagers.com
I: www.beginnendejagers.com




Ganzenbeheer nu toch mogelijk rond Natura 2000-gebieden in Friesland

De eerder gehanteerde 150 meter verstoringsvrije zone, zoals opgenomen in de populatievergunning grauwe gans 2024, komt te vervallen. Dat besluiten Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Friesland.

Beheer binnen Natura 2000-gebieden kan daarentegen uitsluitend plaatsvinden wanneer aantoonbaar vaststaat dat dit niet leidt tot een significant negatief effect op de aanwezige natuurwaarden of indien hier vergunning voor is verleend, zo benadrukken GS. Het dagelijks bestuur van de provincie heeft het faunabeheerplan Grauwe Ganzen 2024-2029 vastgesteld. Vanaf 1 april is bestrijding van de grauwe gans, middels de verleende populatievergunning, mogelijk.

Afschot van 1 maart tot en met 30 september

Populatiebeheer middels afschot van 1 maart tot en met 30 september, nestbehandeling van januari tot 1 juli en koppelvormerbeheer in februari zijn bijbehorende maatregelen, zo meldt Faunabeheereenheid (FBE) Fryslân. Deze maatregelen gelden voor de duur van het faunabeheerplan en voor 2025 zal afschot starten vanaf 1 april in plaats van 1 maart.

GS schrapt tevens de vier weken wachttermijn, waarbinnen de nieuwe populatievergunning normaal gesproken nog niet kan worden gebruikt. Dit vanwege de sterk toenemende schade die door de grauwe gans volgende maand in april wordt aangericht. De grote Canadese gans is aangewezen als landelijk vrijgestelde soort en hiervan zijn de schadegegevens nog incompleet. Voor deze soort wordt daarom op dit moment geen populatievergunning afgegeven. De cijfers van 2025 zullen bepalend zijn voor de beheermogelijkheden in 2026.

Evengoed schade melden

Volgens de FBE draagt de populatievergunning bij aan de provinciale doelstelling om schade door grauwe ganzen effectief te bestrijden. De FBE vraagt om schade die ondanks alle inspanningen in de komende maanden niet kan worden voorkomen, te melden bij BIJ12 Faunazaken. Ook roept de beheersorganisatie op om actief deel te nemen aan de gebiedsdekkende ganzentelling omdat deze volgens de FBE belangrijk zijn voor schadebestrijding en populatiebeheer.




Provincies hebben concept voor het Wolvenplan 2025 vastgesteld

Geplaatst: 28/03/2025 

De twaalf provincies hebben gezamenlijk het concept voor het Wolvenplan 2025 vastgesteld. Het plan biedt richtlijnen om het samenleven met wolven in Nederland in goede banen te leiden. Elke provincie gebruikt deze uitgangspunten om het eigen wolvenbeleid te bepalen, passend bij de regionale situatie. Op 17 april besluit het bestuur van het Interprovinciaal Overleg definitief over het Wolvenplan.

Het Wolvenplan 2025 vervangt het Wolvenplan uit 2019 en het addendum uit 2023. Sinds de publicatie van die eerdere stukken leven er veel meer wolven in Nederland. Dat roept uiteenlopende reacties en emoties op: er is enthousiasme over de komst van wolven als teken van natuurherstel, maar er zijn ook zorgen over de veiligheid van mensen en dieren. Het Wolvenplan is aangepast op die ontwikkeling.

Provincies stimuleren dierhouders om wolfwerende rasters te plaatsen om aanvallen op vee te voorkomen. In veel provincies is subsidie beschikbaar voor zo’n raster. In de vernieuwde Faunaschade PreventieKit staat waaraan een wolfwerend raster moet voldoen. In de toekomst kan zo’n raster verplicht worden voor een tegemoetkoming in wolvenschade.

In de Interventierichtlijnen staat hoe er gereageerd kan worden op gevaarlijke situaties met wolven. Er zijn meer scenario’s en mogelijkheden voor ingrijpen beschreven bij incidenten tussen wolven en mensen, honden of vee en bij een dode of gewonde wolf.

Het Rijk en de provincies werken samen binnen de Landelijke Aanpak Wolven. Daarin wordt aandacht besteed aan onder andere preventieve maatregelen tegen wolvenschade, kennisdeling en internationale samenwerking. De uitgangspunten van de Landelijke Aanpak zijn meegenomen in het Wolvenplan. Daarover moeten dan nog wel financiële afspraken met het Rijk worden gemaakt.

Er wordt een Landelijk Informatiepunt Wolf opgericht in samenwerking met het Rijk. Hier kunnen burgers, dierhouders en andere belanghebbenden straks terecht voor betrouwbare en actuele informatie over wolven.
Het concept Wolvenplan 2025 is te vinden op de website van het Interprovinciaal Overleg.

bron: BIJ12, 27/03/2025




Overgang  naar zomertijd gevaarlijk voor mens en dier

In de nacht van 30 tot 31. Maart 2025 worden de horloges omgezet naar de zomertijd, dan is het belangrijk om extra alert te zijn op de weg, vooral in de schemering wanneer wilde dieren actiever zijn.

De overgang van donker naar licht kan leiden tot meer aanrijdingen met dieren zoals reeën, wilde zwijnen, vossen en andere wilde dieren. Deze dieren zijn niet gewend aan de verandering in onze rijtijden en kunnen daardoor onverwachts de weg oversteken.

Ongevallen met wilde dieren kunnen in het ergste geval fataal zijn en jaarlijks veel schade aan eigendommen veroorzaken.

Bovendien zijn chauffeurs potentieel onoplettend, velen veroorzaken slaap in het “verdwenen” uur van de slaap. Zelfs een licht verlaagde reactiesnelheid verlengt echter de reactiesnelheid aanzienlijk.

Om ongelukken te voorkomen, is het verstandig om je snelheid aan te passen, meer afstand te houden en alert te zijn op mogelijke risico’s. Denk eraan dat een botsing met een dier niet alleen rampzalig is voor het dier, maar ook levensgevaarlijk kan zijn voor jou als automobilist.

Wees voorzichtig en probeer uitwijken te vermijden, aangezien dit vaak leidt tot ernstige ongelukken. Laten we samen zorgen voor de veiligheid van zowel de dieren als onszelf op de weg.

De NOJG beveelt aan, vooral voorzichtig en vooruit-waarnemend gericht te rijden.

  • Waar bos is, is ook wild: vooral ’s avonds en in de vroege ochtenduren op landwegen met veel vegetatie langs de kant van de weg: om voet van het gas te zijn en altijd klaar te zijn voor het remmen.
  • Een ree en zeker een hert komt zelden alleen: als je dieren langs de weg ontdekt, moet je verwachten daar er ook andere dieren van een sprong of roedel onderweg zijn.
  • Bovendien moet men zich niet in valse veiligheid wanen door bijvoorbeeld het gedrag van herten. Zelfs als het dier zogenaamd de auto heeft opgemerkt, is het geen garantie dat hij niet voor de auto springt.
  • Toeteren en uitschakelen van het groot licht kan het dier verjagen, terwijl hierbij juist risicovolle ontwijkende manoeuvres moeten worden vermeden.

Uit representatieve onderzoek over de winter- en zomertijd, blijkt o.a. dat inmiddels een meerderheid van de inwoners in Nederland de klok liever niet meer verzet. Iets wat voor het natuurleven en de aanrijdingen met wilde dieren, een goede zaak zou zijn




Omgevingsvergunning beheer reewild Overijssel terecht afgegeven

De voorzieningenrechter in Zwolle heeft op maandag geoordeeld dat de provincie Overijssel terecht een vergunning heeft verleend voor het afschot van reeën. Deze vergunning is bedoeld om de verkeersveiligheid te verbeteren en onnodig lijden van de dieren te voorkomen. Dierenrechtenorganisaties zoals Fauna4live en Animal Rights hadden bezwaar gemaakt, met verwijzing naar eerdere uitspraken waarin vergelijkbare vergunningen werden vernietigd. De rechter oordeelde echter dat de provincie zorgvuldig had gehandeld.

De stichtingen betwistten drie hoofdpunten:

Relatie tussen afschot en verkeersveiligheid:

Ze voerden aan dat er onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing was dat afschot de verkeersveiligheid daadwerkelijk zou verbeteren. De rechter vond echter dat de provincie voldoende bewijs had geleverd, gebaseerd op lokale gegevens en analyses.

Gebruik van het valwildpercentage:

De stichtingen betwistten het gebruik van het valwildpercentage van 8% als maatstaf voor verkeersveiligheid. Ze stelden dat er geen bewijs was dat een percentage boven de 8% daadwerkelijk gevaarlijk was. De provincie verklaarde echter dat dit percentage slechts een doelstelling was en dat ook andere variabelen werden meegenomen bij de beoordeling van de situatie.

Vergunning voor vijf jaar:

De stichtingen betoogden dat de vergunning voor vijf jaar te lang was, zonder jaarlijkse herbeoordeling. De rechter wees dit bezwaar af, aangezien de provincie zelf de bevoegdheid heeft om de werkplannen van de faunabeheereenheden goed te keuren en jaarlijks te beoordelen.

De rechter concludeerde dat de provincie Overijssel correct heeft gehandeld bij het verlenen van de vergunning. Het verzoek van de stichtingen om de vergunning te schorsen werd afgewezen.

Dit is een zeer belangrijke uitspraak, daar bijna iedere omgevingsvergunning v.w.b. reewildbeheer door hen wordt aangevochten bij de rechter, zoals ook al in Drenthe, Groningen etc is gebeurd. Ze verwezen toen ook naar eerdere uitspraken waarin het gebruik van een dergelijk percentage als basis voor een vergunning werd afgekeurd.




De invloed van recreatie op de vruchtbaarheid van edelherten op de Veluwe is onderzocht.

Het onderzoek richt zich op de invloed van recreatie op de vruchtbaarheid van edelherten op de Veluwe. Uit de resultaten blijkt dat niet-gemotoriseerde recreatie, zoals wandelen en loslopende honden, een negatieve invloed heeft op het aantal zwangere hindes en hun lichaamsgewicht. Dit effect is vergelijkbaar met de invloed van leeftijd.

Predatierisico en de invloed van de mens

Recreatie wordt wereldwijd beschouwd als een van de grootste bedreigingen voor beschermde gebieden en soorten. Menselijke activiteiten zoals jacht en recreatie kunnen predatierisico veroorzaken, wat invloed heeft op het stressniveau en energieverbruik van dieren. Sinds 1968 is het aantal recreanten op de Veluwe fors toegenomen met factor 19, wat dus automatisch leidt tot meer interacties tussen mensen en dieren.

Voor het onderzoek werden gegevens van 261 edelherten en verschillende recreatietypen geanalyseerd. Niet-gemotoriseerde recreatie bleek sterk negatief gerelateerd te zijn aan het aantal zwangere hindes en hun lichaamsgewicht, terwijl gemotoriseerde recreatie geen significant effect had. Tussen 1985 en 2015 daalde het aantal zwangere hindes en hun gemiddelde lichaamsgewicht, waarbij recreatie een grote invloed had, vergelijkbaar met de invloed van leeftijd.
Stress kan op twee manieren invloed hebben op de vruchtbaarheid van edelherten. Enerzijds kan het een direct effect hebben door het activeren van een stressreactie. Anderzijds kan het een indirect effect hebben door beïnvloeding van het lichaamsgewicht.
Er zijn echter nog veel meer factoren die van invloed kunnen zijn op de vruchtbaarheid, waaronder de leeftijd en dichtheid van soortgenoten en concurrenten (zoals wilde zwijnen) in het gebied.

Gegevens hierover zijn verzameld door de Wildbeheereenheid Zuidwest-Veluwe. Daarnaast heeft de beheerder van de Sayaguesa’s (een rundersoort) en Schotse hooglanders jaarlijks de dichtheden van de kuddes bijgehoudenVerder hebben ze gekeken naar de invloed van de jacht, die chronische stress kan veroorzaken en de dichtheid van een populatie kan beïnvloeden. Eveneens hebben ze gegevens van omgevingsvariabelen verzameld, zoals de aanwezigheid van wildvoederplaatsen, de grootte van het leefgebied, temperatuur en neerslag.

Van al deze factoren onderzochten ze of die gerelateerd konden worden aan het percentage zwangere hindes en hun lichaamsgewicht over de tijd, wat co-relationeel onderzoek wordt genoemd.

De bevindingen van het onderzoek zijn vergelijkbaar met resultaten van eerdere studies naar de korte termijneffecten van recreatie. Hieruit blijkt dat niet-gemotoriseerde recreatie, zoals wandelaars vaak met of zonder honden, meer invloed heeft op diergedrag dan gemotoriseerde recreatie, zoals auto’s. Dit is voornamelijk toe te rekenen aan de onvoorspelbaarheid van een activiteit: voetgangers, fietsers en loslopende honden kunnen onverwacht en op veel plekken in het gebied opduiken. Daarentegen hoort een dier een auto vaak al van ver aankomen en volgt een auto meestal een voorspelbare route.

Tussen 1985 en 2015 daalde het aantal zwangere hindes met 10,2 procent en nam het gemiddelde lichaamsgewicht met 8 kilo af. Ook de leeftijd van edelherten had (zoals verwacht) een sterke invloed op vruchtbaarheid en lichaamsgewicht. Het totale effect van recreatie (direct + indirect) op vruchtbaarheid blijkt ecologisch relevant en zelfs even groot als het effect van leeftijd. Het directe effect van niet-gemotoriseerde recreatie op vruchtbaarheid bedraagt ongeveer 68 procent van het totale effect, en is daarmee vele malen groter dan het indirecte effect via het lichaamsgewicht (29 procent van het totale effect).

Het belang van het onderzoek:

Het onderzoek toont aan dat er een sterke relatie is tussen recreatie en de vruchtbaarheid van edelherten. Het is belangrijk om de impact van recreatie op dieren beter te begrijpen om het beheer van diersoorten en natuurgebieden hierop af te stemmen en dieren te beschermen. Een studie op de Veluwe uit 2006 laat zien dat bezoekers zich steeds vaker buiten de paden begeven, wat kan leiden tot stress bij herten en mogelijk negatieve effecten heeft op hun vruchtbaarheid. Hoewel jacht ook stress kan veroorzaken, lijkt het effect minder groot, waarschijnlijk vanwege de beperkte duur van het jachtseizoen.
Andere factoren, zoals voedselkwaliteit, kunnen eveneens de vruchtbaarheid beïnvloeden, maar zijn niet onderzocht in deze studie. Toekomstig onderzoek kan meer inzicht bieden in deze aspecten.

Toepassingen voor natuurbeheer:

Om verstoring door recreatie te beperken, zou het natuurbeheer op basis van data en kennis van het gebied moeten worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld door zonering, waarbij gebieden met hoge en lage recreatiedruk worden aangewezen. Dit zorgt voor uitwijkmogelijkheden voor dieren, terwijl recreanten het gebied kunnen blijven bezoeken. Daarnaast is het belangrijk dat bezoekers beter geïnformeerd worden over de impact van hun activiteiten op wilde dieren en de natuur.=

Bron: Nature Today




Geen aanwijzingen voor illegale wolvenstroperij

Uit navraag bij BIJ12 is niet gebleken dat er sprake is van een opvallende situatie rond verdwenen wolven. BIJ12 monitort de Nederlandse wolvenpopulatie, maar telt niet alle individuele wolven in Nederland. Er is daardoor altijd fluctuatie in het aantal gemonitorde dieren. BIJ12 heeft aangegeven dat zij de beweringen over illegale wolvenstroperij niet herkennen. Dat schrijft staatssecretaris Rummenie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Tweede Kamer.

Wolven kunnen om meerdere redenen van de radar verdwijnen, aldus Rummenie. Bijvoorbeeld doordat ze over de grens naar andere landen trekken of doordat ze zich schuilhouden en daardoor niet zichtbaar zijn voor mensen. Ook zijn er bij de politie geen concrete meldingen van stroperij van wolven bekend. De staatssecretaris ziet daarom geen aanleiding voor het nemen van extra preventieve maatregelen tegen stroperij. 

De staatssecretaris en de minister van Justitie en Veiligheid hebben gereageerd op Kamervragen over het verdwijnen van wolven in Nederland en mogelijke stroperij.

Hier zijn de belangrijkste punten uit hun antwoorden:

Ze zijn bekend met de berichten over verdwenen wolven, maar stellen dat er volgens BIJ12 geen aanwijzingen zijn voor opvallende verdwijningen of illegale stroperij.
Stroperij wordt sterk afgekeurd. Het tegengaan ervan valt onder provinciaal toezicht op faunabeleid.
De politie start een onderzoek na meldingen over stroperij. Prioritering gebeurt in de lokale driehoek (burgemeester, politiechef, officier van justitie).
Er zijn geen bekende gevallen waarbij uitingen over wolven hebben geleid tot het doden van een wolf.
BIJ12 herkent de beweringen over illegale wolvenstroperij niet. Wolven kunnen om meerdere redenen van de radar verdwijnen, zoals migratie naar andere landen.
Er worden geen specifieke maatregelen gevraagd van Nationaal Park De Hoge Veluwe, aangezien provincies bevoegd zijn voor wolvenbescherming in nationale parken.
De staatssecretaris en minister vinden het belangrijk dat ecologen zich veilig voelen in hun werk. Werkgevers hebben hierin een belangrijke rol. Bij onveiligheid kunnen ecologen melding of aangifte doen bij de politie. Er zijn speciale afspraken voor de bescherming van mensen met een publieke taak.
De politie werkt samen met groene boa’s, wildbeheerders en burgers om informatie te verzamelen over mogelijke stroperij.
Er zijn momenteel geen concrete meldingen van wolvenstroperij, dus de overheid ziet geen reden voor een gebrek aan vertrouwen..




Beheer zwarte kraai binnen drie tot vier maanden mogelijk in Zuid-Holland

Het beheer van de zwarte kraai in Zuid-Holland lijkt inderdaad een complex en vertraagd proces te zijn.

Vergunning voor kraaienbeheer

De Omgevingsdienst Haaglanden verwacht pas binnen drie tot vier maanden een vergunning te kunnen verstrekken, hoewel de aanvraag al in januari werd ingediend. Dit heeft te maken met de benodigde onderbouwing van het faunabeheerplan, waaronder onderzoek naar de effecten van kraaien op de weidevogelpopulaties.

Motie aangenomen door Staten 

Een meerderheid van de Zuid-Hollandse Staten heeft een motie aangenomen die het provinciebestuur oproept om het broedsucces van weide- en akkervogels te verhogen en de vergunning voor het beheer van de zwarte kraai met spoed te verlenen.

De vertraging heeft echter tot ongenoegen geleid bij partijen zoals de BBB, die vrezen dat de broedperiode van de weidevogels al verloren is door de grote aantallen kraaien en kauwen.
De bezorgdheid van Statenlid Edwin Veldhuijzen is begrijpelijk, vooral omdat de weidevogels nu al twee seizoenen moeite hebben om te overleven door de overmacht aan kraaien. De motie van BBB en VVD roept het provinciebestuur op om snel actie te ondernemen, zodat het broedsucces van weide- en akkervogels niet verder in gevaar komt.

De vertraging heeft te maken met de tijd die nodig was voor het verzamelen van de juiste informatie en het voorbereiden van de vergunning, vooral vanwege de eerdere landelijke vrijstelling. Dit betekent dat er pas later de noodzaak werd gezien om meer specifiek onderzoek te doen naar de effecten van kraaien op de weidevogels, wat nu leidt tot deze vertraging in de vergunningverlening.

Het lijkt erop dat er veel politieke en administratieve obstakels zijn die invloed hebben op het tijdig realiseren van het faunabeheer. Het is te hopen dat de situatie snel kan worden opgelost, zodat het broedseizoen van de weidevogels niet verder in gevaar komt.

Bezwaar tegen vossenbeheer 

Ondanks bezwaren van Animal Rights en Fauna4Life, kan de vos dit weidevogelseizoen nog beheerd worden in Zuid-Holland. De provincie verwacht dat de vergunning voor vossenbeheer voorlopig niet beïnvloed wordt door de gang naar de rechter.

De hoogste rechter is van mening dat Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid voldoende hebben onderbouwd dat de ontheffing bijdraagt aan het beschermen van weidevogels en en andere bodembroeders.