§ 3.8. Handel in en bezit van dieren en planten
EU-verordeningen en EU-richtlijnen als bedoeld in deze paragraaf zijn:
- verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Peg L 61);
- verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (PbEU L 286);
- verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PbEU L 317);
- verordeningen die berusten op de verordening, bedoeld in onderdeel a, b of c;
- bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere verordeningen- en richtlijnen die geheel of gedeeltelijk berusten op de artikelen 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust, en die betrekking hebben op:
1°. het verhandelen, bezit of verwerken van aan de natuur onttrokken dieren, planten, of eieren van dieren, of
2°. het voorkomen, tot een minimum beperken en het verzachten van de nadelige gevolgen van opzettelijke en onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten op de biodiversiteit binnen de Europese Unie.