Artikel 3.5
Een eendenkooi als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, onderdeel d, van de wet, voldoet aan de volgende regels:
- er is een open wateroppervlakte aanwezig van ten minste 200 vierkante meter, waarin een cirkel met een straal van ten minste 7,50 meter beschreven kan worden;
- het water is ten minste 50 centimeter diep;
- rondom het water ligt een rand van bos of struweel, en
- in open verbinding met het water is ten minste één vangpijp aanwezig die onmiddellijk als vangmiddel kan worden gebruikt.