Provincie Zeeland schaft leges voor aanvraag tegemoetkoming faunaschade af

Gepubliceerd op: 27 december 23

Vanaf 2024 gaat de provincie Zeeland geen leges meer heffen bij aanvragen voor tegemoetkoming van faunaschade. Dit besluit is genomen om leges geen bezwaar te laten zijn voor agrariërs die een tegemoetkoming willen aanvragen.

Motie ingediend en aangenomen

De motie ‘Afschaffen leges tegemoetkomingsaanvraag faunaschade’ werd tijdens de behandeling van de begroting 2024 van de provincie Zeeland, ingediend en aangenomen. De Provinciale Staten hebben daarop besloten vanaf 2024 geen leges meer te heffen. Vanaf 2024 zal er daarom niet meer gevraagd worden om leges te betalen voor een tegemoetkomingsaanvraag Faunaschade in de provincie Zeeland.

Lees meer over tegemoetkoming faunaschade




Aanleveren van bejaagacties voor provincies Zeeland en Flevoland alleen nog in het Faunaschade Registratie Systeem

Voor het ontvangen van een tegemoetkoming voor faunaschade wordt er in sommige gevallen geëist dat er adequaat gebruik wordt gemaakt van de ontheffing of vrijstelling voor het bestrijden van de schadeveroorzakende dieren. Adequaat betekent minimaal tweemaal per week een bejaagactie. BIJ12 bekijkt de bejaagacties om het zorgvuldig gebruik van de ontheffing of vrijstelling te toetsen.
Met de ingang van de nieuwe beleidsregels kunnen grondgebruikers in de provincies Zeeland en Flevoland hun bejaagacties alleen nog maar aanleveren via het Schaderegistratie Systeem.

De wijziging van de regels betekent dat het los insturen van een document met bejaagacties niet meer wordt geaccepteerd. Om de bejaagacties in te zien, moet de grondgebruiker BIJ12 hiervoor akkoord geven in het Schaderegistratie Systeem. Zo kan BIJ12 direct na ontvangst van het eindtaxatierapport met de beoordeling van een aanvraag beginnen. Wanneer dit akkoord niet gegeven is en bestrijding wel mogelijk was, kan de aanvraag voor een tegemoetkoming geweigerd worden.

 

bron: BIJ12, 29/11/2023



Digitale systeem Wolvenmeldpunt verhuist naar BIJ12

De aanwezigheid van wolven in Nederland wordt in kaart gebracht dankzij waarnemingen die binnenkomen bij het Wolvenmeldpunt. Jaarlijks komen er een toenemend aantal meldingen binnen, afgelopen jaar circa 5.000. Omdat BIJ12 verschillende ‘wolventaken’ uitvoert, zoals het coördineren van de monitoring en de afhandeling van schade, verplaatst het Wolvenmeldpunt ook naar de website van BIJ12.

Vanaf 1 november is het mogelijk om op de website van BIJ12 via een invulformulier een waarneming door te geven. Vervolgens wordt – net als voorheen – door het team deskundigen van de Zoogdiervereniging gevalideerd of het inderdaad om een wolf gaat.

Binnen het samenwerkingsverband Wolven in Nederland werken verschillende organisaties al sinds 2008 samen door kennis te verzamelen hoe Nederland zich moet voorbereiden op de terugkeer van de wolf. Hierop volgde meldingen vanuit het publiek van mogelijke wolfwaarnemingen. Dat was voor de deelnemers van Wolven in Nederland de aanleiding was om een Wolvenmeldpunt op te zetten.

De uitvoering van het Wolvenmeldpunt ligt sindsdien bij de Zoogdiervereniging. Meldingen konden gedaan worden via de website van Wolven in Nederland. Aangezien Wolven in Nederland geen rol heeft bij de uitvoering van het Wolvenmeldpunt, wordt het digitale systeem nu verplaatst naar BIJ12.

Wanneer iemand een wolf of een wolvenspoor tegenkomt, kan dit worden gemeld bij het Wolvenmeldpunt. Het Wolvenmeldpunt beoordeelt alle waarnemingen. Als voldoende bewijsmateriaal is meegeleverd, kan beoordeeld worden of het daadwerkelijk om een wolf gaat. Om een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van de wolfactiviteiten in Nederland, maken schadegevallen aan vee ook onderdeel uit van de totale database van het Wolvenmeldpunt.

 

bron: BIJ12, 01/11/2023



Onderzoek naar invloed ganzenvraat op grasgroei afgerond

Sovon Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga hebben een meerjarig onderzoek afgerond naar de invloed die ganzenvraat heeft op grasgroei. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van BIJ12, de uitvoeringsorganisatie voor het afhandelen van faunaschade voor de provincies. De uitkomsten zullen een belangrijke bouwsteen gaan vormen voor de nieuwe taxatierichtlijn gras die in 2024 door BIJ12 wordt opgesteld.

Ganzen kunnen veel schade veroorzaken in de landbouw. Vooral in het voorjaar wanneer ze het verse gras eten dat net begint te groeien. Voor de geleden schade ontvangen veehouders een tegemoetkoming van de provincie. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden voor het kopen van vervangend voer.

Het bepalen van de exacte omvang van grasschade gebeurt aan de hand van taxatierichtlijnen die door BIJ12, in opdracht van de provincies, zijn vastgesteld. Voor het opstellen van deze richtlijnen is actuele kennis nodig, bijvoorbeeld over grasgroei. Daarom liet BIJ12 de afgelopen jaren hier nieuw, aanvullend onderzoek naar doen door Sovon Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga.

Het onderzoek richtte zich op de relatie tussen de groei van gras en de mate waarin dit door ganzen begraasd wordt. Onderzocht werd hoe goed het gras na begrazing weer doorgroeit. In het onderzoek werd ook gekeken naar factoren als wisselingen in temperatuur en neerslag en de invloed daarvan op grasgroei, in combinatie met ganzenvraat. Het onderzoek vond plaats in de periode 2019-2022 op graslandpercelen in drie deelgebieden: twee in de provincies Fryslân en één in de provincie Noord-Holland.  

Naast de onderzoekers waren de agrarische natuurvereniging Rûnom De Deelen, LTO Noord, ganzencollectief Fryslân, taxatiebureau Van Ameyde en de deelnemende boeren in Friesland en Noord-Holland betrokken. Het onderzoek heeft geleid tot een grote database met veel data over verschillende gebieden en jaren. Onderzoekers hebben hieruit onderstaande algemene bevindingen afgeleid.

De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport ‘Grasgroei onder verschillende intensiteiten van ganzenbegrazing‘.

 

bron: BIJ12, 09/10/2023



Nederland telt op dit moment negen wolvenroedels

bron: BIJ12 :27 september 2023

Als tweede gevestigde wolf in Nederland overleden

Op 30 mei werd een wolvin dood aangetroffen in een waterpartij op de Midden-Veluwe. Het dier was in verregaande staat van ontbinding. Na sectie en DNA-analyse bleek het te gaan om wolvin GW960f, de tweede wolf die zich in Nederland vestigde. De wolvin was minimaal 6 jaar oud en had sinds 2018 haar territorium op de Midden-Veluwe. Het dier is vermoedelijk aangereden en op haar laatste krachten op zoek gegaan naar water om dorst te lessen of verkoeling te zoeken. Uit de sectie bleek bovendien dat de wolvin dit jaar mogelijk jongen had geworpen. Als er welpen zijn geboren, hebben zij het zeer waarschijnlijk niet overleefd omdat zij in die periode afhankelijk waren van moedermelk.

Twee wolven in Utrecht

Sinds mei wordt er regelmatig een wolf waargenomen op de Utrechtse Heuvelrug. In deze periode zijn er 29 meldingen van wolvenwaarnemingen uit deze regio binnengekomen bij het Wolvenmeldpunt. Op basis van DNA-analyse is aangetoond dat het gaat om een nakomeling van de Noord-Veluwe roedel (GW3237m). Uit DNA-analyse blijkt dat er op 29 juni ook een andere mannelijke wolf op de Utrechtse Heuvelrug aanwezig was.

Schademeldingen bij BIJ12

In de afgelopen periode zijn 65 meldingen van vermoedelijke wolvenschade aan landbouwhuisdieren binnengekomen bij BIJ12. In totaal ging het bij 41 meldingen om wolvenschade. De overige meldingen gaven een andere uitslag of moeten nog worden onderzocht.

Samenwerking

BIJ12 is de organisatie die namens provincies de beleidsuitvoering van het dossier van de wolf verzorgt. Dit heeft onder andere betrekking op monitoring en afhandeling van tegemoetkoming in schade. Dit bericht is tot stand gekomen met medewerking van Zoogdiervereniging (monitoring Wolvenmeldpunt), Wageningen University & Research (WENR) (DNA-analyses) en het CEwolf consortium (Centraal Europese wolvenpopulatie) (internationale uitwisseling genetische data).




Tegemoetkomingen in faunaschade in 2022 gestegen naar ruim 44 miljoen

Provincies keerden in 2022 voor ruim 44,1 miljoen euro aan tegemoetkomingen in faunaschade uit. Dat is 20% meer dan het jaar ervoor. Het aantal aanvragen voor een tegemoetkoming steeg van 6.700 naar 7.700. Deze toename werd onder meer veroorzaakt door 300 aanvragen voor wolvenschade aan vee. De meeste schade werd veroorzaakt door ganzen aan grasland. In de provincie Friesland is de meeste schade uitgekeerd. Het is hier vooral de brandgans die voor schade zorgt.

De stijging van het uitgekeerde bedrag aan faunaschade in 2022 wordt voor een deel veroorzaakt door de hogere prijzen van voorjaarsgras, zomergras en biologisch gras. De droge stofprijs van niet-biologisch voorjaarsgras steeg van 29 cent per kilo in 2021 naar 31 cent per kilo in 2022 en voor biologisch voorjaarsgras van 47 cent naar 57 cent per kilo. De tegemoetkoming in schade is gebaseerd op deze droge stofprijzen.

Het aantal aanvragen voor tegemoetkomingen steeg met 15% ten opzichte van 2021. BIJ12 denkt dat grondgebruikers beter de weg weten te vinden om – al dan niet met professionele hulp – een tegemoetkoming aan te vragen. Ook zijn in 2022 meer wolvenaanvallen geweest op landbouwhuisdieren, zoals schapen. In totaal werd voor 235.188 aan wolvenschade tegemoetgekomen. Dit is 0,5% van de totale uitgekeerde faunaschade in 2022.

gedood schaap wolfDe faunaschadecijfers hebben betrekking op schade die is opgetreden in de periode van 1 november 2021 tot en met 31 oktober 2022. Dit komt door de schade die vanaf november optreedt, bijvoorbeeld aan gras, pas in het voorjaar beoordeeld en vergoed kan worden. Het aangegeven jaartal geeft het jaar weer waarin de schade optreedt en niet het jaar waarin de tegemoetkoming in schade wordt uitgekeerd. Ook voor de wolvenschade geldt dat het gaat om tegemoetkomingen van 1 november 2021 tot en met 31 oktober 2022.

De cijfers over 2022 gaan over de tegemoetkomingen in faunaschade die aan grondgebruikers zijn uitgekeerd. Dit is echter niet de totale schade. BIJ12 keert alleen tegemoetkomingen uit voor schade die door beschermde, inheemse diersoorten wordt toegebracht. Schade door vrijgestelde soorten of exoten, zoals nijlganzen, valt daar bijvoorbeeld niet onder. Ook schadegevallen die niet aan de eisen voor een tegemoetkoming voldoen, of waarvoor om een andere reden geen aanvraag voor tegemoetkoming is ingediend, zitten niet in deze cijfers. Daarnaast is er ook schade aan gewassen waarvoor geen tegemoetkoming wordt aangevraagd.

De cijfers van 2022 en voorgaande jaren zijn ook te raadplegen op de website van BIJ12. Daar geeft de Monitor Faunaschade de mogelijkheid om per provincie, diersoort, gewas en jaartal faunaschadecijfers op te vragen.

 

bron: BIJ12, 04/07/2023



Brief Faunabeheereenheid Noord-Holland – “Onderbouwen schadetegemoetkoming in Noord-Holland”

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




In Nederland geboren wolf vestigt zich mogelijk in Duitsland en rapportage wolvenschade Nederland

Sporen van nakomelingen

In de nieuwe voortgangsrapportage geven we inzicht in de activiteit van de wolf in Nederland in de periode van 1 november tot en met 15 februari 2023. Aan de hand van DNA is de aanwezigheid van 29 verschillende wolven vastgesteld. Hiervan waren zeven zogenoemde ‘zwervende’ wolven. Zij zijn op doortocht en op zoek naar een geschikt territorium. Ook werden voor het eerst sporen aangetroffen van zeven nakomelingen die in 2022 geboren werden binnen de roedels op de Veluwe (vier) en in de regio van Zuidwest-Drenthe en Zuidoost-Fryslân (drie). In totaal heeft ons land nu vier wolvenroedels. Een roedel bestaat uit een voortplantend paar, hun welpen van dit jaar en de inmiddels volgroeide jongen van vorig jaar. Eén roedel bevindt zich in het grensgebied van Drenthe en Fryslân, drie roedels zijn aanwezig verspreid over de Veluwe. Daarnaast zijn er nog vier wolvenparen aanwezig op de Veluwe en één wolvenpaar in Drenthe.

Schademeldingen bij BIJ12

In de afgelopen periode van de eerste 3 maanden van 2023 zijn 157 meldingen van vermoedelijke wolvenschade aan landbouwhuisdieren binnengekomen bij BIJ12. In totaal ging het bij 95 meldingen om wolvenschade. De overige meldingen gaven een andere uitslag of moeten nog worden onderzocht. 

Binnengekomen meldingen monitoring

Er zijn in deze periode 1263 meldingen binnengekomen van (vermoedelijke) sporen van wolven. De meldingen werden gedaan bij het Wolvenmeldpunt van BIJ12, waarvan de uitvoering is belegd bij de Zoogdiervereniging. Bij 664 meldingen is op basis van bewijsmateriaal – zoals DNA-onderzoek op bijvoorbeeld een uitwerpsel – of beeldmateriaal duidelijk geworden dat het daadwerkelijk om een wolf ging. Van de overige 599 meldingen kon niet worden vastgesteld of dit een wolf betrof. 

Samenwerking

BIJ12 is de organisatie die namens provincies de beleidsuitvoering van het dossier van de wolf verzorgt. Dit heeft onder andere betrekking op monitoring en afhandeling van tegemoetkoming in schade. Dit bericht is tot stand gekomen met medewerking van Zoogdiervereniging (monitoring Wolvenmeldpunt), Wageningen University & Research (WENR) (DNA-analyses) en het CEwolf consortium (Centraal Europese wolvenpopulatie) (internationale uitwisseling genetische data).




Boeren: voorkomen faunaschade is gezamenlijk probleem

Bron: BIJ12
Veel boeren ervaren gewasschade door ganzen als een groot probleem. Maar ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Ook zijn er te veel ganzen. Daarom zien boeren het inzetten van preventieve maatregelen vaak niet als zinvol. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 onlangs liet uitvoeren.



Boeren zien weinig heil in preventieve maatregelen tegen ganzenschade

Veel boeren ervaren gewasschade door ganzen als een groot probleem. Maar ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Ook zijn er te veel ganzen. Daarom zien boeren het inzetten van preventieve maatregelen vaak niet als zinvol. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 onlangs liet uitvoeren. 

 

Ganzen richten jaarlijks voor tientallen miljoenen euro’s aan schade aan, met name aan grasland. Hiervoor kunnen zij een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12, die de tegemoetkomingsregeling namens de 12 provincies uitvoert. Een boer is volgens de wet zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van grasschade. Dit kan door de inzet van preventieve middelen, zoals vlaggen, linten, knalapparaten of lasers.

Ook kunnen boeren aan verjaging ondersteunend afschot inzetten om schade te voorkomen. In sommige gevallen mogen ganzen ook in kader van populatiebeheer neergeschoten worden. Desondanks blijft de ganzenschade jaar over jaar toenemen.

BIJ12 gaf de bureaus Wing en D&B opdracht te onderzoeken hoe boeren en jagers aankijken tegen het voorkomen van schade aan landbouwgewassen door ganzen. Provincies willen namelijk graag dat boeren zich meer inzetten voor het voorkomen van schade. Om dit te bevorderen moeten boeren in sommige provincies een deel eigen risico betalen bij ganzenschade.

In het onderzoek is gekeken hoe boeren en jagers aankijken tegen de mogelijkheden om schade te voorkomen. Ook is gekeken naar de rol die zij daarin voor zichzelf zien weggelegd. Hiervoor werd met boeren en jagers gesprekken gevoerd en een schriftelijke enquête uitgezet.

Er werd gevraagd wat boeren en jagers op dit moment zelf doen om schade te voorkomen. En waarom zij bepaalde instrumenten wel of niet inzetten.

Uit het onderzoek blijkt dat veel boeren schade door ganzen als een probleem ervaren, maar het gevoel hebben dat het inzetten van preventieve maatregelen weinig zinvol is, zolang andere partijen niet ook hun steentje bijdragen. Bovendien zijn er te veel ganzen om effectief schadepreventie in te kunnen zetten. Ganzenschade is een probleem dat niet alleen door boeren kan worden opgelost.

Jagers geven aan dat ze vanuit de samenleving en de politiek weinig steun ervaren voor hun inzet om schade te bestrijden. De regelgeving en administratieve druk wordt als complex ervaren. Toch voelen jagers een belangrijke mate van verantwoordelijkheid tegenover de boer.

De onderzoekers raden aan om lokaal met alle partijen de handen ineen te slaan. Ook moet gesproken worden over ieders verantwoordelijkheid en de onderlinge verwachtingen. Verder moeten boeren en jagers het vertrouwen en de vrijheid krijgen om binnen de gestelde kaders hun eigen keuzes te maken. Ook hebben boeren en jagers behoefte aan meer en betere informatie. Het is voor boeren en jagers niet altijd duidelijk wat het effect is van hun acties.  Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Van gansrijk naar kansrijk‘.

bron: BIJ12, 02/02/2023




CDA Noord-Holland boos dat verjagen van ganzen door agrariërs niet meetelt als preventieve actie

Om voor schadevergoeding voor ganzenschade in aanmerking te komen moeten agrariërs kunnen bewijzen dat zij er alles aan gedaan hebben om de schade te voorkomen en de ganzen te verjagen. Nu blijkt echter dat hun eigen verjaagacties niet officieel meetellen. ‘’BIJ12 wil alleen verjaagacties van jagers meetellen als preventie tegen wildschade. Als een agrarisch ondernemer zelf ganzen verjaagd met de quad of trekker dan telt dat niet mee. Dat is onwerkbaar en onlogisch,’’ vindt Willemien Koning, CDA-Statenlid Noord-Holland.

De Faunabeheereenheid heeft afgelopen jaar een app ontwikkeld om de enorme regeldruk rond ganzenbestrijding te vereenvoudigen. Nu loopt de FBE er echter tegenaan dat meldingen van verjaging door jagers wel officieel tellen maar van agrariërs niet. Het CDA wil dat de provincie bij de organisatie BIJ12 aan de bel trekt en om aanpassing van het reglement vraagt zodat verjagingen door agrariërs ook officieel meetellen. Doel is om met elkaar de faunaschade door ganzen omlaag te krijgen. Dan moeten de overheidsinstanties het ook wel mogelijk maken om de preventie goed en effectief uit te voeren,’’ vindt Statenlid Koning. ‘’Het belang is groot want de ganzenschade in Noord-Holland is inmiddels gestegen tot meer dan 10 miljoen Euro.’’

Door de ontwikkeling van de app FaunaSpot is de melding van jagen en verjagen eenvoudiger geworden, maar nog steeds zeer tijdrovend. Omdat de agrariërs moet kunnen bewijzen dat zij er alles aan hebben gedaan om schade te voorkomen is een goed registratiesysteem zeel belangrijk.

Met FaunaSpot kan de agrariër verschillende maatregelen registreren (bezoek aan het perceel, werende middelen, verjagen, nestbehandeling). De regels voor adequaat gebruik, zoals gehanteerd door de provincie en BIJ12, staan echter nog niet al die registraties toe.

Alleen in het geval dat een agrariër een perceel bezoekt en vervolgens constateert en meldt dat er op dat moment geen ganzen aanwezig zijn dan geldt dat als officiële registratie. Voor alle andere meldingen en acties is een jager nodig. En deze acties moeten minstens twee keer per week worden uitgevoerd (en dus geregistreerd).

De Faunabeheereenheid heeft aangegeven welke situatie ze onwenselijk vinden voor het bestrijden van de ganzen en dat ze daarover in gesprek zijn met de provincie en BIJ12.

Het CDA zal over deze kwestie in overleg treden met de gedeputeerde en wil dat er wordt aangedrongen op aanpassing van de regels bij BIJ12. Willemien Koning: ,,Als we preventie belangrijk vinden om schade door ganzen terug te dringen dan moeten we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat alle preventieve maatregelen goed uitgevoerd en geregistreerd kunnen worden. Dus ook de acties van agrariërs.’’

 

Publicatiedatum: wo 1 feb 2023




Alternatieve benaderingen populatiebeheer en draagkracht als alternatief voor het huidig faunabeheer hoefdieren- rapport BIJ12

Reegeit en bok winter

Het huidige populatiebeheer van wilde hoefdieren als reeën, wilde zwijnen, damherten en edelherten is toe aan vernieuwing. Het is te veel gericht op aantallen dieren in plaats van het effect van het beheer. Dit blijkt uit een onderzoek dat onlangs in opdracht van BIJ12 werd gedaan. Volgens de onderzoekers is het tijd voor een alternatieve aanpak via adaptief beheer. Het onderzoek werd uitgevoerd door de organisaties FaunaPartner, Natuurlijk! Fauna-advies en Boerema & van den Brink.

Bij adaptief beheer ligt de focus niet op aantallen, maar op het probleem en de maatregel die ingezet moet worden om het gewenste effect te bereiken. De traditionele tellingen blijven wel van belang voor het vaststellen van de trend en kennis omtrent de populatiestructuur en de plaats waar de dieren zich ophouden. Er wordt echter niet met een streefstand gewerkt.

Het uitgangspunt binnen adaptief faunabeheer is dat er een ‘gereedschapskist’ met verschillende instrumenten beschikbaar is. Het instrument dat ingezet wordt moet evenredig zijn aan het probleem. Binnen faunabeheer gaat het altijd om een mix van problemen: schade aan landbouwgewassen, aanrijdingen, schade aan bosbouw en schade aan flora en fauna. Maatregelen kunnen preventief zijn zoals het plaatsen van hekken of rasters, verstoring of verjaging en als laatste middel populatiebeheer door afschot.

De werkwijze van adaptief beheer moet in Nederland nog juridisch getoetst worden. Dit kan alleen door er ‘lerend’ mee aan de slag te gaan in de vorm van een pilot, stellen de onderzoekers. Dit zal wetenschappelijk begeleid moeten worden onder aansturing van BIJ12. De eerste faunabeheereenheden hebben zich al gemeld bij BIJ12 om aan een pilot mee te doen.

Het rapport ‘Alternatieve benaderingen populatiebeheer en draagkracht‘ is te vinden op de website van BIJ12.

bron: BIJ12, 22/12/2022

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Provincies bereiden nieuw aanpak ganzenschade voor

Bron: BIJ12




BIJ12 taxeert Limburgse maisschade met hulp van drones

In Limburg wordt faunaschade aan afrijpende mais dit jaar voor het eerst met hulp van drones in kaart gebracht. Vorig jaar deed BIJ12 hier in samenwerking met taxatiebureau Van Ameyde een proef mee. De resultaten waren succesvol, waarna besloten is de inzet van drones in heel Limburg toe te passen. In de toekomst zal dit mogelijk in meer provincies gelden.

Wanneer een grondeigenaar te maken krijgt met schade aan mais die veroorzaakt is door dieren, zoals zwijnen, dassen of vogels, kan hij een tegemoetkoming in de schade aanvragen bij BIJ12. BIJ12 handelt deze faunaschade af namens de provincies. De schade kan zich voordoen na de inzaai in de eerste fase van de groei, maar ook in de fase dat het gewas afrijpt.

Bij een schademelding stuurt BIJ12 een taxateur op pad die de schade opneemt door over de percelen te lopen. Dit gebeurt aan de hand van vastgestelde protocollen en richtlijnen die voor alle provincies gelden. Het opnemen van schade bij afrijpend gewas is een lastige klus omdat de maïs hoog staat en de plekken waar de schade zich bevindt moeilijker te overzien zijn. Daarom is BIJ12 vorig jaar in Limburg een proef gestart waarbij een dronepiloot vanuit de lucht foto’s maakte van de schadepercelen.

Twintig grondgebruikers met in totaal 40 percelen deden mee aan de proef. Door met de gemaakte dronebeelden het veld in te gaan, kon de taxateur gemakkelijker een nauwkeurige inschatting maken van de schade. Zowel het taxatiebureau als de grondgebruikers waren hier enthousiast over. Aan de hand van de dronebeelden kan de taxateur beter een looproute over het perceel bepalen. Ook maken de dronebeelden in één oogopslag duidelijk, voor zowel taxateur als grondgebruiker, waar de schade zich bevindt en wat de omvang is.

BIJ12 roept de Limburgse boeren dit jaar op hun aanvraag voor een tegemoetkoming in faunaschade aan mais ongeveer 10 dagen vóór de vermoedelijke oogst in te dienen. De taxateur neemt dan contact op over de hakseldatum. Zo kunnen dronepiloot en taxateur samen een goede planning maken om uiteindelijk 2-3 dagen vóór de oogst zowel te vliegen als te taxeren. Omdat het afrijpen van mais dit jaar door de extreme droogte sneller gaat dan normaal zal ook de oogst eerder zijn.

Of het werken met drones wordt uitgebreid naar andere provincies is nog niet zeker. Dit hangt ook af van de kosten die ermee gemoeid zijn. In 2021 werd door provincies voor bijna 1,14 miljoen euro aan tegemoetkomingen in faunaschade aan mais uitgekeerd. In de provincie Limburg ging het om een bedrag van bijna 190.000 euro.

 

bron: BIJ12, 05/09/2022



Enquête BIJ12 onder jagers, over voorkomen van schade en beheer ganzenpopulaties in Nederland

Beste leden NOJG,
De NOJG is gevraagd door BIJ12 voor het verspreiden en onder de aandacht brengen van een enquête over faunaschade door ganzen. Daarom treffen jullie in deze extra nieuwsbrief de enquête aan. Het is een bevlogen thema met de nodige zorgen. Extra inzichten kunnen helpen bij het beter begrijpen van de knelpunten en  verbeteringen  onderbouwen. De NOJG vind het belangrijk dat informatie op de juiste manier geïnterpreteerd wordt. Wij hebben afgesproken dat de NOJG betrokken wordt bij het analyseren van de respons.
Zie de onderstaande brief BIJ12

Ganzen kunnen veel schade aanrichten aan grasland en gewassen. Dat kan grote impact hebben op de oogst en daarmee inkomsten van de agrariër. Bij het beperken van deze overlast spelen faunaschadepreventie en -bestrijding een belangrijke rol. Daarom onderzoekt BIJ12 hoe toekomstig beleid rond faunaschadepreventie en bestrijding op de praktijk toegespitst kan worden. Het doel van dit onderzoek is om in te kunnen spelen op de behoeftes van betrokken partijen, waaronder jagers en agrariërs.

Als eerste stap is in april een enquête uitgezet onder agrariërs. De vervolgstap is het uitzetten van een enquête onder jagers. Jagers spelen immers een sleutelrol in faunaschadepreventie en- bestrijding.

We horen ook graag uw mening. We zijn benieuwd hoe u de rol van de jager ziet bij het voorkomen van schade en het beheren van de ganzenpopulatie, welke drempels u hierbij tegenkomt en hoe u de samenwerking tussen jagers ervaart.

Bent u jager? Vul hier de enquête in!

Uw mening is zeer waardevol om toekomstig beleid in lijn te brengen met de wensen vanuit de praktijk. Doet u ook mee? Wij zien uw antwoorden graag tegemoet. Het invullen van de enquête duurt maximaal 15 minuten. We verwerken uw inbreng vertrouwelijk en anoniem.

Resultaten, vragen en opmerkingen

De resultaten van het onderzoek zijn naar verwachting begin 2023 terug te vinden op de BIJ12-website.

U kunt via een mail naar Joost van Heiningen (joost.vanheiningen@wing.nl) aangeven of u hiervan op de hoogte gehouden wil worden.

Voor inhoudelijke vragen en opmerkingen kunt u terecht bij Leonie Venhoeven (leonie@gedragsverandering.nl).

 



Vergoeding faunaschade aan boeren steeg in 2021 naar 37 miljoen euro

Provincies hebben in 2021 bijna 37 miljoen euro aan tegemoetkomingen in faunaschade uitgekeerd aan boeren. Dat is ruim 5 miljoen meer dan het jaar ervoor. Een belangrijke oorzaak hiervan is de stijging van de prijs van gras dat door ganzen wordt gegeten. Ook het aantal aanvragen voor tegemoetkomingen is met 12% toegenomen.

Bijna 19 miljoen euro aan uitkeringen van faunaschade hingen samen met schade aan grasland veroorzaakt door verschillende soort ganzen. Die schade vindt met name plaats in de provincies Friesland en Noord-Holland. Vooral in het voorjaar, wanneer ganzen het verse gras eten dat net begint te groeien, ontstaat veel schade.

De schadevergoeding voor boeren is gebaseerd op de kosten die zij moeten maken om vervangend voer te kopen. De hoogte van de schade is dus niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid gras die door ganzen wordt opgegeten, maar is ook gerelateerd aan wereldwijde prijzen voor veevoer. De prijs voor gras is in 2021 gestegen van 27 naar 29 cent per kilo.

De afgelopen jaren steeg ook de schade veroorzaakt door roeken aan jonge maisplanten. In 2019 was daar circa 83.0000 euro mee gemoeid en in 2021 bijna 750.000 euro. Dit is onder andere het gevolg van een verbod op het gewasbeschermingsmiddel Mesurol dat sinds 2020 van kracht is. BIJ12 laat op dit moment onderzoek doen naar het gebruik van duurzame alternatieve middelen om schade door roeken te voorkomen. De resultaten daarvan worden in het najaar van 2022 verwacht.

De cijfers die BIJ12 naar buiten brengt hebben betrekking op de periode van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021. Er wordt aangegeven hoeveel schadevergoeding aan boeren is uitgekeerd. Dit is echter niet de totale schade. BIJ12 keert alleen tegemoetkomingen uit voor schade die door beschermde, inheemse diersoorten wordt toegebracht. Schade door exoten, zoals nijlganzen, valt daar bijvoorbeeld niet onder. Ook schadegevallen die niet aan de eisen voor een tegemoetkoming voldoen, of waarvoor om een andere reden geen aanvraag voor tegemoetkoming is ingediend, zijn niet meegenomen.

De cijfers van 2021 en voorgaande jaren zijn ook te raadplegen op de website van BIJ12. Daar is ook de Monitor Faunaschade te vinden die de mogelijkheid geeft om per provincie, diersoort, gewas en jaartal faunaschadecijfers op te vragen. Nieuw dit jaar is dat faunaschadecijfers – onder meer via een kaart – per wildbeheereenheid op te vragen zijn.

 

bron: BIJ12, 11/05/2022