De Koninklijke Jagersvereniging en Federatie Particulier Grondbezit gaan toch in hoger beroep

De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de in de Bodemprocedure betrokken WBE’s en drie individuele jagers hebben voor de deadline van 11 januari Hoger Beroep aangetekend tegen de uitspraak in de Bodemprocedure die op 11 oktober 2023 bekend werd. Enkel de NOJG ziet af van verdere procesvoering.

“Het Hoger Beroep staat los van het feit dat we constructief samenwerken met de ambtenaren op het ministerie van LNV. Sinds de uitspraak van 11 oktober jl. is er weer veelvuldig contact geweest met de ambtenaren en met minister Christianne van der Wal zelf”, aldus directeur Willem Schimmelpenninck van de Jagersvereniging. “Echter, op basis van de uitslag van de recente Tweede Kamer verkiezingen is het nog te vroeg om te zeggen wie het stokje van Van der Wal straks op de ministerspost gaat overnemen. Daarom willen we de mogelijkheid openhouden dat het Gerechtshof de uitspraak van de rechtbank kan wijzigen.”

Zorgvuldige afweging

Vanzelfsprekend is samen met de advocaten van kantoor Stibbe en andere deskundigen een zorgvuldige afweging gemaakt over de vraag of er wel of niet in Hoger Beroep gegaan moest worden tegen de uitspraak van de rechtbank in Den Haag. Op basis van alle aangeleverde informatie en adviezen is besloten Hoger Beroep aan te tekenen, waarbij zorgvuldig de tijd wordt genomen voor het aanleveren van de benodigde stukken. Dit besluit is door de Ledenraad bekrachtigd.

Regulering eigendomsrecht

De belangrijkste vordering van de Jagersverengingen, de FPG en andere betrokkenen in de Bodemprocedure was het terugdraaien van het onrechtmatige besluit van de minister om de Regeling natuurbescherming (Rnb) te wijzigen, zodat de jacht op haas en konijn in heel het land weer mogelijk zou zijn in het jachtseizoen. De rechter bevestigde in haar vonnis dat de minister met haar besluit de Rnb te wijzigen inderdaad het eigendomsrecht reguleert. Deze regulering was volgens de rechter echter toegestaan, omdat daarvoor een wettelijke basis bestaat en omdat deze regulering proportioneel is (oftewel niet te ver gaat). De Jagersvereniging en alle andere partijen die in hoger beroep zijn gegaan zijn het oneens met deze conclusie.

Tellingen niet meegenomen

De Jagersvereniging en de FPG in het bijzonder blijven bij hun standpunt dat de wettelijke basis voor het wijzigen van de Rnb ontbreekt. Voorzitter Theo ten Haaf: “Wij blijven ook van mening dat het belang van de jagers niet goed is gewogen. Er is inhoudelijk niet ingegaan op argumenten en stellingen van jagers en telgegevens van onze jagers in het veld zijn niet meegenomen. Op deze manier voelen we ons niet serieus genomen en we zien ook nog geen verandering van beleid. Wij blijven staan voor de belangen van onze jagers! Daarom gaan we dus door, waarbij we wel in constructief gesprek met de minister willen blijven.”

Positie versterken

Daarnaast heeft de minister een pertinent onjuiste toetsing toegepast voor de staat van instandhouding dan in de wet is opgenomen. De verenigingen hoopten dat de bodemrechter deze beslissing van de minister, alsook de gehanteerde beoordelingsmethode om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen, kritisch zou toetsen. Van een kritische toetsing leek echter geen sprake bij het bestuderen van de uitspraak van 11 oktober 2023. De partijen die Hoger Beroep hebben aangetekend hopen nu op een meer inhoudelijke behandeling van de zaak, wat de positie van de jagers in het gehele proces van de stelselwijziging rondom de jacht en de turbulentie rondom de kabinetswisseling moet versterken.

Constructief samenwerken

De NOJG ziet af van verdere procesvoering. “In plaats van veel geld uitgeven aan een hoger beroep met een geringe slagingskans zoeken wij liever het constructieve gesprek met het ministerie om de jacht voor de toekomst beter te maken”, aldus NOJG-voorzitter René Leegte in zijn ledenbrief. “Hoewel de NOJG daarmee een ander inzicht heeft dan de Jagersvereniging, zullen wij constructief blijven samenwerken met de Jagersvereniging, LTO en Federatie Particulier Grondbezit om via de stelselwijziging de jacht in Nederland voor de toekomst zeker te stellen. We werken heel nauw met elkaar samen en zullen dat in de toekomst ook blijven doen.”

zie: NOJG motivatie waarom niet verder te procederen

Bron: Jagersvereniging




Rechtbank Den Haag behandelt Bodemprocedure over Sluiting Jacht op Konijn en Haas

Gisterochtend, 21 augustus 2023, vond in de rechtbank van Den Haag de langverwachte zitting plaats in de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijnen in heel Nederland en hazen in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Deze sluiting wil de minister voor Natuur en Stikstof ook het komende jachtseizoen handhaven. Een bomvolle rechtszaal bood plaats aan vertegenwoordigers van de Jagersvereniging, FPG en de NOJG, die gezamenlijk het besluit van de minister aanvechten.

 

Namens het bestuur van de NOJG waren aanwezig voorzitter Rene Leegte, secretaris Roderik Benoist en bestuurslid Maurice Stassen.

De aanleiding voor de start van de bodemprocedure was de uitspraak van de voorzieningenrechter in oktober 2022. Hierin oordeelde de voorzieningenrechter dat de complexiteit en omvang van de zaak niet geschikt waren voor een kort geding. Met als gevolg dat de ministeriële regeling werd voortgezet en de jacht op haas en konijn niet werd geopend.

Gedurende de zitting hebben de Jagersvereniging, FPG en de NOJG uitgebreide en wetenschappelijk onderbouwde informatie gepresenteerd om de beslissing om de jacht te sluiten, evenals de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan te vechten. Het uiteindelijke doel van de procedure is het verkrijgen van een definitief oordeel over de beoordelingsmethode die moet worden toegepast bij het vaststellen van de staat van instandhouding van deze diersoorten en of die al dan niet in het geding is.

Tom Barkhuysen, de advocaat van de jagersverenigingen de FPG vertelt: “wij hebben als team vandaag de gelegenheid gekregen een sterk en hopelijk overtuigend verhaal aan de rechtbank te presenteren. De voorzitter van de rechtbank heeft ook kritische vragen aan de procespartijen gesteld en wij zijn van mening dat wij die doeltreffend hebben beantwoord.”

Rene Leegte, voorzitter van de NOJG zag een gedegen en onderbouwd verweer namens de Jagersverenigingen. “Het was duidelijk dat er geen argument onbesproken werd gelaten om de rechter te overtuigen van het ongelijk van de Staat.”

Maurice Stassen, bestuurslid juridische zaken: “het was duidelijk terug te zien dat de Jagersverenigingen en de FPG de zaken goed hadden voorbereid met onze advocaten, zodat de rechters een omvangrijk pakket goed onderbouwde argumenten kreeg.”

Theo ten Haaf, voorzitter van de Jagersvereniging, was ook aanwezig. Met tevredenheid kijkt hij terug op de inhoudelijke presentatie tijdens de zitting. ”Evelien Jongepier, onze teamleider Ecologie, heeft aan de drie rechters met behulp van een feitelijke, heldere en inhoudelijke uitleg duidelijk gemaakt waarom de minister haar beslissing baseert op onjuist gebruikte methoden voor het vaststellen van de staat van instandhouding voor haas en konijn.”

Directeur van de Jagersvereniging, Willem Schimmelpenninck van der Oije, was ook aanwezig bij de zitting. “Het was een lange zit waarin de voorzitter van de rechtbank alle partijen die aanwezig waren, de gelegenheid gaf hun verhaal te presenteren maar daar ook kritische vragen aan vastkoppelde. Daarnaast merkt Willem op dat: “samen met onze advocaten, onze collega’s van de FPG, de NOJG en niet te vergeten onze voorzitter van de Raad van Advies (red. Tom van Engers) vormen we een goed team. Dat heeft zich vertaald in een sterke presentatie vandaag.” Daaraan voegt hij toe: “ Met spanning maar ook met veel vertrouwen kijken we uit naar 11 oktober a.s. wanneer de rechtbank naar verwachting met een vonnis zal komen.”

Het vonnis wordt inderdaad op 11 oktober verwacht. Dat zal schriftelijk gebeuren, zodra we dat ontvangen hebben zullen we dat met u delen.




Zitting bodemprocedure tegen de Staat op 21 augustus 2023

De rechtbank heeft de zittingsdatum bekendgemaakt van de bodemprocedure tegen de ministeriële regeling om de jacht op konijn in heel Nederland en de haas in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen te sluiten. Op 21 augustus 2023 vindt de zitting plaats in de rechtbank van Den Haag. De Jagersvereniging, NOJG en de FPG hopen op een uitspraak nog voor de start van het jachtseizoen.

De bodemrechter buigt zich tijdens de zitting over de beslissing van de minister én de beoordelingsmethode die is gehanteerd om de staat van instandhouding van de haas en het konijn te bepalen. De bodemprocedure werd door de Jagersverenigingen en FPG medio december 2022 in gang gezet, nadat de voorzieningenrechter in oktober 2022 ook oordeelde de materie te complex en omvangrijk te vinden voor een kort geding. De ministeriële regeling werd vervolgens doorgezet en de partijen werden doorverwezen naar de bodemprocedure.

Definitief oordeel

Het tegenvallende resultaat in het kort geding zegt overigens niets over de positie van de Jagersverenigingen in de bodemprocedure tegen de Staat. Hierin wordt de beslissing om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is gebeurd aangevochten op basis van uitvoerige en wetenschappelijk onderbouwde informatie die door onder meer de Jagersvereniging de afgelopen tijd is aangeleverd. In deze procedure wordt de rechter verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode, die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van haas en konijn.

Vertrouwen

De zitting en de uitspraak zijn van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten. Directeur Willem Schimmelpenninck: “We hebben veel vertrouwen in onze positie in de bodemprocedure. Hierin wordt de zaak letterlijk tot op de bodem uitgezocht. Daarin staan we heel sterk. Het kan niet zo zijn dat besluiten vanuit de overheid worden gebaseerd op onjuiste gegevens. Het is goed om dit grondig aan de kaak te stellen.”

Zitting bijwonen

De Jagersvereniging, NOJG, FPG en andere belanghebbenden kunnen op 21 augustus alle steun gebruiken tijdens de openbare zitting om 09.30 uur in de rechtbank van Den Haag. Iedereen die dat wil, is van harte welkom deze belangrijke ochtend voor de jacht in Nederland bij te wonen.




De bodemprocedure, gedeelte sluiting wildlijst en tellingen – een Q&A

Inmiddels is het jachtseizoen al ruim een maand aan de gang. Toch voelt het dit jaar anders. De minister besloot om dit jachtseizoen de jacht op konijn in het hele land en het haas in drie provincies niet toe te staan. De Jagersvereniging heeft getracht via een kort geding tegen de Staat een voorlopige voorziening te vragen, waardoor de jacht op het haas in Groningen, Utrecht en Limburg toch kon doorgaan. Niet geheel onverwacht wees de voorzieningenrechter het verzoek af. Het onderwerp is te complex voor een korte termijn uitspraak. De zaak zal nu letterlijk en figuurlijk tot de bodem worden uitgezocht in een bodemprocedure tegen de Staat.

Vanzelfsprekend roept dit hele proces veel vragen op. Wij proberen in dit artikel de meest gestelde vragen te beantwoorden.

Waarom zijn de Jagersverenigingen en de FPG het niet eens met besluit van de minister?
Het onderzoek waar de minister haar regeling op gebaseerd heeft, berust op onjuiste beoordelingsmethodes en discutabele keuzes rond gebruikte data en referentiejaren. Een paar korte punten:

  • Het referentiejaar 1950 is niet alleen discutabel, ook de bijbehorende grafiek die de ruim 60% daling van de populatie aangeeft klopt niet. Deze is samengesteld uit twee databronnen. De eerste jaren waarin de grootste daling te zien is, zijn gebaseerd op – hoogstwaarschijnlijk regionale – afschotcijfers van onderzoeker Broekhuizen. Het tweede – meer stabiele – deel van de grafiek bestaat uit afschotcijfers van jagers. Om een populatietrend te bepalen, kijk je naar meer recente gegevens van enkele generaties van de betreffende diersoort of hooguit 10 tot 20 jaar. De wereld zag er immers medio vorige eeuw compleet anders uit.
  • Dat het haas de status ‘gevoelig’ heeft gekregen op de Rode Lijst, wil niet zeggen dat de staat van instandhouding in het geding is. Dit is pas het geval wanneer een diersoort met uitsterven wordt bedreigd. En dat stempel kun je niet op het haas plakken, met een populatiegrootte van minimaal ruim 200.000 hazen in Nederland. Bovendien wil de Jagersvereniging dat de rechter duidelijkheid verschaft over het feit dat een ongunstige staat van instandhouding niet hetzelfde hoeft te zijn als dat de staat van instandhouding in het geding is. Hierbij komt dat de staat van instandhouding van de haas en de konijn gunstig is.
  • In het WEnR-rapport zijn de haas en het konijn behandeld als ‘habitatrichtlijnsoorten’. Dit zijn soorten die op Europees niveau op een speciale lijst zijn geplaatst omwille van hun kwetsbare populatie. Echter, de haas en het konijn staan helemaal niet op de habitatrichtlijn-lijst. Deze zoogdieren zouden daarom ook niet volgens de strenge habitatrichtlijnmethode langs de meetlat gelegd mogen worden.

Goed om te weten: habitatrichtlijnsoorten worden nauwlettend gemonitord, omdat er een rapportageplicht geldt voor lidstaten ten aanzien van deze bedreigde soorten. Haas en konijn zijn geen habitatrichtlijnsoorten; er bestaat dus geen rapportageplicht en de populaties van deze soorten worden niet nauwlettend gemonitord. Het is uiteindelijk helemaal niet bekend hoeveel hazen en konijnen er nu werkelijk voorkomen in Nederland.

De minister geeft zelf aan dat de jacht geen drukfactor van belang is. Welk nut dient het dan de jacht op het konijn landelijk en op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?
Het ministerie stelt zich op het standpunt dat wanneer het niet goed gaat met een soort, de jacht daarop niet kan doorgaan ondanks het feit dat de Minister erkent dat de jacht geen druk vormt op het soort. Als uitgangspunt hiervoor neemt de minister de onderzoeksresultaten van WEnR en de plaatsingen van het konijn en het haas op de Rode Lijst hoewel de bevindingen van beiden zeer discutabel en onjuist zijn.

Waarom heeft de minister de jacht juist in deze drie provincies gesloten?
De minister is bij de tijdelijke sluiting uitgegaan van de cijfers van de meest recente uitgave van de Telganger, een uitgave van de Zoogdiervereniging. Hierin staat een meerjarentrend van een bepaalde soort. In Groningen, Utrecht en Limburg liet de trendlijn het laatste jaar een daling zien. Als je de cijfers uit de Telganger van een jaar eerder had genomen, dan had er bijvoorbeeld in Zuid-Holland en Drenthe niet op het haas gejaagd kunnen worden en in Utrecht wel. Deze momentopnamen zijn populatieschommelingen en niet geschikt om beleid op te baseren, daarvoor moet je kijken naar de trend op de lange termijn. En met die trend is er – zeker wanneer je naar het haas kijkt – niet veel aan de hand. Je zou dus kunnen stellen dat deze provincies dus vooral pech hebben.

Waarom zijn de Jagersverenigingen niet verrast dat zij het kort geding verloren hebben?
Vanzelfsprekend zijn we teleurgesteld dat wij de NOJG, de  Jagersvereniging en de FPG die zich bij ons hebben aangesloten, het kort geding tegen de Staat hebben verloren. Maar we wisten van tevoren dat een kort geding eigenlijk niet de weg is om in te slaan wanneer je een zaak inhoudelijk – tot letterlijk op de bodem – wilt laten uitzoeken. Wij werden gedwongen om het kort geding te starten, omdat de minister kort voor het jachtseizoen besloot om de jacht niet te openen. Bovendien, de drempel in een kort geding is – in tegenstelling tot de bodemprocedure – heel hoog: er moet namelijk sprake zijn van ‘evidente onrechtmatigheid’. En de minister heeft op basis van de informatie die haar ter beschikking stond (het WEnR-rapport en de Rode Lijst) de beslissing genomen. Hoewel wij de kwaliteit van het rapport en de definiëring van het haas en konijn op de lijst betwisten, heeft de minister geen evidente onrechtmatigheid begaan door deze informatie als vertrekpunt te nemen volgens de voorzieningenrechter. Echter, als gezegd, de Staat kwam pas laat met de ministeriële regeling van de (gedeeltelijke) sluiting van de jacht op de twee wildsoorten op de proppen. Redelijkerwijs was het enige waarmee de Jagersverenigingen en de FPG de regeling op korte termijn konden aanvechten een kort geding. Je hoopt bij het nemen van de beslissing om een kort geding te starten dat de rechter meegaat in de redenering dat de minister op zo’n korte termijn de jagers niet voor een voldongen feit mag stellen.

Stel, het gaat daadwerkelijk slecht met het haas. Is het volgens de jagersverenigingen alsnog onterecht om de jacht te sluiten?
De hazenstand kan per gebied wisselen, dat is een gegeven. Daarnaast is de hazenstand weersgevoelig en kan deze per jaar fluctueren. Een jachthouder weet dit en houdt hier rekening mee. De jager heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld. Als de wildstand te laag is, moet de jager maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Het is ook in het eigenbelang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aankan: hij wil immers tot in lengte van jaren kunnen genieten van een veld met een grote diversiteit aan flora en fauna. Het is dus een zelfregulerend systeem, waarbij de jagers gebonden zijn aan de Wet natuurbescherming. Dit maakt het sluiten van de jacht onnodig, zeker nu de minister niet heeft aangetoond dat jagers de plicht om de redelijke welstand te bewaken niet in acht nemen.

Waarom zijn de data jagers niet meegenomen? Waarom zijn die data niet gevalideerd?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kijkt naar landelijke telprotocollen. Jagers tellen ongeveer in het hele land op dezelfde manier. Echter als er kleine verschillen zitten in de telmethode van de provincies zet het CBS haar stempel er niet op. Dit zegt uiteraard niets over de data zelf, die blijft namelijk zeer waardevol. De teldata van jagers worden onder meer gebruikt voor provinciale beheerplannen. De jagersverenigingen zijn voorstander van eenduidige, landelijke telprotocollen en wil graag samenwerken met onder meer de Zoogdiervereniging en Sovon, die ook tellingen verzorgen. Ook de minister zit op deze lijn. De jagersverenigingen zijn dan ook nauw betrokken bij de overleggen die door het ministerie hierover worden geïnitieerd.

Wanneer starten de jagersverenigingen de bodemprocedure?

De Jagersvereniging wil samen met de NOJG, de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) en nog enkele andere partijen, zo snel mogelijk de bodemprocedure opstarten. De verwachting is dat dit nog deze maand gebeurt. Dankzij het kort geding is er al veel voorwerk gedaan door de partijen en het ingeschakelde advocatenbureau. Door snel door te pakken, hoopt de Jagersvereniging op een definitieve uitspraak vóórdat het jachtseizoen 2023/2024 van start gaat. Overigens heeft de uitspraak van het kort geding geen invloed op de bodemprocedure.

Uiteindelijk is een gang naar de rechter natuurlijk allerminst de meest verkiesbare weg. De gang van zaken afgelopen jaar, met name de keuze voor een fundamenteel onjuiste beoordelingsmethode, stelt ons echter op dit moment voor geen andere keuze. Tegelijk blijven we de hand reiken naar het ministerie om in goed overleg tot adequate beoordelingsmethodes en juiste gebruikmaking en duiding van data te komen. Het is aan de minister of zij bereid is de weg van wetenschappelijk verantwoorde, maatschappelijke consensus en draagvlak voor beleid wil inslaan, of de huidige koers wil blijven varen. Een koers die motivatie, vertrouwen en oprechte (vrijwillige) inzet van meer dan 27.000 professioneel opgeleide jagers beschadigt in plaats van deze te benutten voor de uitdagingen die er liggen in het landelijk gebied.

Hoe zit het met de andere wildlijstsoorten? Is er een kans dat jagers straks de vogels op de wildlijst niet meer mogen bejagen?

De vrees dat de houtduif, eend en fazant straks ook niet meer bejaagd mogen worden is reëel. Daarom sorteren de jagersverenigingen in dit proces alvast voor op dit scenario. Dit verklaart ook waarom de Jagersverenigingen het kort geding ‘als opstapje’ zien naar de bodemprocedure. De onderzoeken naar de waarde van het WEnR-rapport, de tellingen van Sovon, de definitie van de Staat van Instandhouding, en de positionering van diersoorten op de Rode Lijst, kunnen ook worden ingezet wanneer de minister zou willen voorsorteren op het sluiten van de jacht op de vogels op de wildlijst.

Wordt er op dit moment al gewerkt aan nieuwe telprotocollen?

De Jagersvereniging en ook de NOJG vraagt de jagers om in 2023 wel het veld in te gaan om op dezelfde manier te tellen als altijd. Het is in de ontwikkeling naar een nieuw telprotocol heel belangrijk dat de datasets goed op elkaar aan blijven sluiten. Dat doe je door op dezelfde manier te blijven tellen. Ondertussen heeft het ministerie het initiatief genomen om een samen met alle betrokkenen te komen tot een eenduidig, gevalideerd telprotocol. De jagersverenigingen zijn hier nauw bij betrokken.

Hoe zit het met het rondetafelgesprek dat zou plaatsvinden?

Het rondetafelgesprek zou eerst eind september plaatsvinden. Dit ging echter niet door, omdat verschillende deskundigen en Kamerleden niet in de gelegenheid bleken aan te schuiven bij de discussietafels. Het rondetafelgesprek vindt nu volgende week alsnog plaats. Directeur Willem Schimmelpenninck is daarbij aanwezig namens de Jagersverenigingen. Er zijn vier gesprekrondes met verschillende thema’s:

  1. Wetenschap en tellingen
  2. Wet- en regelgeving
  3. Ethisch kader
  4. Belanghebbenden

De Jagersverenigingen sluiten aan bij ronde vier. Voorafgaande aan het rondetafelgesprek heeft de Jagersvereniging een position paper ingediend, waarin onze standpunten helder uiteen worden gezet. Meer info vindt u op de website van de Tweede Kamer: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A07428