Belangrijk ganzenakkoord bereikt in Groningen

 

Maximale inzet om de ganzenoverlast in Groningen te beperken. Dat is de uitkomst van het provinciaal ganzenakkoord dat onlangs is bereikt met LTO Noord, de collectieven voor agrarisch natuurbeheer, natuurorganisaties en de provincie Groningen.

Belangrijk akkoord

Regiobestuurder Wietse Duursma: ‘We hebben een belangrijk akkoord bereikt. Alle partijen hebben nu met elkaar afspraken gemaakt om daadwerkelijk het maximale te doen aan de ganzenoverlast. Zowel boeren, natuurorganisaties als de provincie beseffen dat er meer dient te gebeuren aan de overlast. We trekken gezamenlijk met elkaar op en we richten ons op maatwerk per gebied. Dit betekent dat we per gebied kijken wat er nodig is om de ganzenoverlast te verminderen in plaats van op provinciaal niveau. Ook komt er vanuit de provincie veel meer ondersteuning bij het verjagen, we moeten nog wel kijken hoe we dat vorm moeten geven samen met de jagers in de gebieden. Terwijl boeren nu veel op eigen kracht en op eigen rekening moeten doen.’

Meer praktijk

Een andere verandering is dat er veel meer gehandeld gaat worden naar de praktijk. ‘Er wordt gekeken naar de daadwerkelijke overlast en schade en niet alleen maar naar de geregistreerde aantallen en cijfers en daarmee is de uitgekeerde schade niet langer enkel de leidraad’, aldus Duursma. ‘Daarbij hebben het voor elkaar gekregen dat het eigen risico voor boeren op 5% is gebleven en niet naar 20% wordt getild zoals dat in andere provincies gebeurt. Kortom een goed akkoord waar we met elkaar aan zet zijn om daadwerkelijk aan de slag te gaan met de ganzenoverlast in de provincie.




Bij Bodemprocedure over jacht haas Limburg, Utrecht en Groningen worden de kaarten opnieuw geschud

Beste WBE-besturen en afdelingsbesturen in Utrecht, Limburg en Groningen,

Vorige week werd duidelijk dat de jacht op het haas dit seizoen in de provincies Groningen, Utrecht en Limburg definitief geen doorgang kan vinden. Dit terwijl er vele relevante en inhoudelijke argumenten aan te dragen zijn, waarom de politieke beslissing van minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal, op onjuiste gronden is gemaakt.

Middels het onderstaande document proberen wij (de NOJG, Jagersvereniging en de FPG)  in een leesbare tekst te duiden hoe dat nu precies zit. Hopelijk kunnen jullie met deze tekst wat meer duiding brengen richting jullie collega-jagers.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab




Hazenjacht blijft gesloten in Utrecht, Limburg en Groningen

Bodemprocedure nodig voor definitief oordeel

De  dit seizoen te sluiten wordt doorgezet. Dat is het oordeel van de voorzieningenrechter van het kort geding dat 10 oktober jl. plaatsvond. De Jagersvereniging, NOJG en FPG en de andere betrokken partijen constateren dat het nodig is om dit onderwerp nu voor te leggen aan de bodemrechter die een meer kritische toets hanteert dan de voorzieningenrechter.

Het tegenvallende resultaat werkt niet door in de positie van de Jagersvereniging, NOJG, FPG en andere betrokken partijen in de bodemprocedure tegen de Staat. De bodemprocedure wordt op korte termijn opgestart. Hierin wordt de beslissing om de jacht op het haas en konijn te sluiten en de gronden waarop dit is gebeurd aangevochten. In deze procedure wordt de rechter verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode, die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van haas en konijn. Deze uitspraak is van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

Complex
De door de jagersverenigingen aangestelde advocaten hielden al rekening met een teleurstellende uitspraak in het kort geding. Dit omdat de gehanteerde methodiek en beoordeling van de staat van instandhouding, complexe zaken zijn voor een voorzieningenrechter om op een korte termijn uitspraak over te doen. Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib: “Deze uitspraak is een opstap naar de bodemprocedure waar drie rechters de besluitvorming van de overheid indringender zullen toetsen. De betrokken Jagersvereniging NOJG en FPG zien deze procedure met meer vertrouwen tegemoet, daar daarin wel de gehele besluitvorming en en waarop deze is gebaseerd wordt uitgezocht. het kan immers niet dat een overheid op onjuiste gegevens besluiten neemt.




Uiterlijk 20 oktober uitspraak voorzieningsrechter jacht, haas in de provincies Limburg, Utrecht en Groningen

 

Het kort geding dat de NOJG en de Jagersvereniging met onder meer de FPG tegen de Staat hebben aangespannen om een ontheffing te vragen op het ministeriële besluit om het jachtseizoen op de haas in drie provincies dit jachtseizoen (2022/2023) te sluiten, diende vandaag in de rechtbank van Den Haag.

‘Dit kort geding is echter een opstap, naar de hierop volgende bodemprocedure waar zij ook de beslissing aan om de jacht op het konijn te sluiten en de gronden waarop dit is heeft plaats gevonden. Zij zien de uitspraak van de voorzieningenrechter met vertrouwen tegemoet.’

Advocaten Tom Barkhuysen en Ali al Khatib van de Jagersverenigingen waren helder in hun pleitnota. De hazenstand is sinds de jaren ’60 alleen teruggelopen door de intensivering van de landbouw en toegenomen bebouwing en infrastructuur. Maar juist niet op de velden waarop wordt gejaagd. Bovendien is de afgelopen twintig jaar de trend van de hazenstand stabiel. Welk nut dient het dan de jacht op het haas in de provincies Utrecht, Groningen en Limburg te sluiten?

Internationaal erkende wetenschappers
Bij de voorbereiding van het kort geding hadden de Jagersvereniging, Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) en de Wildbeheereenheid Roerstreek en hun respectievelijke leden, niets aan het toeval overgelaten. Zij zijn bij internationaal erkende wetenschappers gespecialiseerd in hazenpopulaties te rade gegaan om de onderzoeken van Wageningen Environmental Research (WEnR) naar de staat van instandhouding van de haas en het konijn tegen het licht te houden.

Deze wetenschappers kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat bij de bewerking van de aangeleverde cijfers discutabele keuzes gemaakt zijn rond gebruikte data en referentiejaren. Bovendien ligt er aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag. De conclusie is dat de staat van instandhouding van zowel de haas als het konijn in het geheel niet in het geding is.

Ali al Khatib: ‘We hebben te maken met een politieke wens om niet op hazen te jagen, die in een motie is opgenomen. Om deze motie ten uitvoer te brengen moet de minister de Wet natuurbeheer wijzigen. Dit is niet gebeurd. De minister heeft deze ingrijpende beslissing willen omzeilen door een aparte regeling te treffen. De voorgestelde regeling doet echter geen recht aan de situatie van de haas in Nederland, waarvan de staat van instandhouding in het geheel niet in het geding is. Er is dan ook geen enkele reden voor deze ongegronde beperking van de jacht.’

Bodemprocedure
In de bodemprocedure zal een rechter ten gronde toetsen of de ministeriële regeling onrechtmatig is, ook voor wat betreft het konijn. De rechter wordt aan het einde van dit proces verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de staat van instandhouding van de haas en het konijn. Dit oordeel is ook van groot belang voor de volgende jachtseizoenen en voor alle andere bejaagbare wildsoorten.

De voorzieningenrechter doet uiterlijk 20 oktober uitspraak in dit kort geding.