Constructief gesprek met minister Van der Wal 

Op de foto van links naar rechts: Gerbrand van ’t Klooster (FPG), Arnoud Meijering (Jagersvereniging), Christiaan van Daalen (Jagersvereniging), Willem Schimmelpenninck van der Oije (Jagersvereniging), minister Christianne van der Wal – Zeggelink, René Leegte (NOJG) en Sjaak van der Tak (LTO).

De Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging hebben dinsdag 23 mei een constructief gesprek gehad met minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal over de sluiting van de jacht op haas en konijn en de ‘Verzamelbrief soortenbeleid’. Het overleg vond plaats naar aanleiding van een brandbrief van de organisaties. Na afloop van het gesprek waren de organisaties gematigd positief.

De Jagersverenigingen, FPG en LTO  gaven vorige maand in een brandbrief aan verbolgen te zijn over het feit dat zij als stakeholders niet op de hoogte zijn gebracht van het versturen van de ‘Verzamelbrief soorten’ op 4 april. Daarnaast viel ook het besluit om ook in het komende seizoen de jacht op konijn landelijk en het haas in de drie bekende provincies niet te openen niet in goede aarde. Immers, er heeft bij dit besluit geen enkele vorm van de – ook richting de Tweede Kamer – toegezegde inhoudelijke heroverweging plaatsgevonden met grondeigenaren, jacht(akte)houders, wildbeheereenheden en grondgebruikers. Ook werd de brief verstuurd terwijl er in het hele land nog volop werd geteld volgens het aangepaste telprotocol in het kader van de jaarlijkse voorjaarstelling van de soorten op de wildlijst.

Niet in lijn met afspraken

Het doel van het gesprek met de minister was te vernemen hoe de minister tot haar nieuwe besluit is gekomen en waarom dit zonder enig overleg of vooraankondiging is gebeurd. Ook wilden de Jagersvereniging, de FPG, LTO en de NOJG samen met de minister bekijken hoe er tot een versnelling van de processen en onderzoeken gekomen kan worden, zodat de leden van de organisaties snel duidelijkheid krijgen over de toekomst van jacht, beheer en schadebestrijding. Van der Wal erkende in het gesprek dat de gang van zaken rondom de verzending van de ‘Verzamelbrief soorten’ niet in lijn was met de eerder door haar en ons gemaakte afspraken en zei dit te betreuren.

Juridisch getouwtrek

In het gesprek kwamen ook het besluit om de jacht op haas en konijn gesloten te houden en de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State in Noord-Holland met betrekking tot de landelijk vrijgestelde soorten aan de orde. De vier organisaties hebben benadrukt dat jagers verantwoordelijkheid nemen bij schadebestrijding, maar ook bij een dalende wildstand. Daarbij hebben zij wederom aangegeven dat jagers zeer waardevolle oren en ogen in het veld zijn en een belangrijke rol spelen bij biotoopverbetering. De besluitvorming tot sluiting van de jacht en juridisch getouwtrek in provincies werken ronduit frustrerend en demotiverend voor de jagers.

Belang van de jacht

De minister onderschrijft het belang van de jacht bij goed natuurbeheer en schadebestrijding in onder meer de landbouw en streeft ernaar voor het einde van het jaar de situatie rond de landelijke vrijstellingen te repareren. Zij stelde niet als doel te hebben de jacht op soorten te willen sluiten. Wel wil zij de wettelijke verantwoordelijkheid voor de bescherming van soorten kunnen nemen. Verder gaf zij aan de jagersverenigingen goed aangehaakt te willen houden bij de hervorming van de wildtellingen en het opnemen van teldata van de WBE’s in het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Tot slot gaf de minister de partijen enkele concrete vragen mee naar huis. Hiermee gaan de organisaties nu voortvarend aan de slag, met als doel de minister zo volledig mogelijk te informeren alvorens nieuwe stappen in het proces worden genomen.

 

 




Boodschap aan de politiek

 

Jagers in bevroren groenbemester

Volgens de Wet Natuurbescherming art 3.20 lid 3 is, Beheer en Schadebestrijding een wettelijke taak van de grondeigenaren, terreinbeheerders als jachthouders en indien deze rechten zijn verhuurd conform art 3.23 zijn dat de jachthouders. Dus niet van actiegroepen, die elke keer menen het beter te weten. Als ze een misstand menen waar te nemen, hebben ze natuurlijk het recht protest aan te tekenen. Echter, de uitvoering van genoemde wettelijke taak zou niet op voorhand stilgelegd mogen worden, maar pas nadat de klager eventueel in het gelijkgesteld is.

Verder is de benutting van wild op zijn gronden een grondrecht van de grondeigenaar. Dat de jager ook nog plezier beleeft aan de jacht, is hierbij volkomen irrelevant.

De invulling van de jacht wordt niet zomaar aan onze 27.000 jagers overgelaten. Elke provincie heeft een FBE (Faunabeheereenheid) die binnen de wet de grote lijn uitzet in haar Faunabeheerplannen die goed gekeurd worden door de betrokken provincies. Tenslotte bepaalt elk van de jachthóúders (kan ook een groepje zijn) in welke mate in zijn gebied wild geschoten mag en soms zelfs móét worden, waarbij verreweg de meesten van hen proberen een gezonde populatie in stand te houden. De meejagende collega’s hebben zich strikt aan hun aanwijzingen te houden, op straffe van uitsluiting. Een jachthouder heeft er geen belang bij zijn wildstand te ruïneren. Bovendien mag men gevoeglijk aannemen, dat de gemiddelde jachthouder veel meer van het wild EN van de natuur begrijpt, dan al de ideologisch gedreven onbenul, dat zoals hier aangegeven, medeverantwoordelijk is voor de afbraak.

Dus Politiek, breng de jacht terug waar ze hoort, vertrouw wat meer op de uitgebreide kennis en ervaring van de jagers EN hun constructieve instelling. Het is eenvoudig absurd, om bij elke maatregel er van uit te gaan, dat de jager niets liever doet dan de natuur te plunderen en uit te buiten.

Heb niet de illusie dat ideologisch gedreven actiegroepen het beter weten, met hun illusie ‘dat de natuur alles vanzelf oplost’. De schade die zij de natuur hebben aangedaan, is bijna onbeheersbaar geworden. Stop daarom met het chicaneren van de jagers bij elke gelegenheid en geef hun de middelen terug om hun wettelijke taak en hun grondwettelijke recht uit te voeren, middelen die hun in de loop van 50 jaar stukje voor stukje zijn afgenomen. En vergoed op zijn minst de kosten van de schadebestrijding.

De wettelijke taak Jachthouder: art 3.20 lid 3 Wn

De jachthouder doet datgene wat een goed jachthouder betaamt om een redelijke stand van de in zijn jachtveld aanwezige wild als bedoeld in het tweede lid te handhaven, dan wel, bij het ontbreken daarvan, te bereiken, en om schade door in zijn jachtveld aanwezig wild als bedoeld in het tweede lid te voorkomen.

De Terrein Beherende Organisaties

Dwing de Terrein beherende Organisaties zoals Staats Bosbeheer en Natuurmonumenten eindelijk eens die wettelijke taak – Beheer EN Schadebestrijding – uit te voeren.

De TBO’s lijden niet onder de stikstofuitstoot van hun buren. De buren lijden onder de predator- en ganzenuitstoot van de TBO’s.

Het gevaar….

Wanneer de jachthouder steeds meer beknibbeld wordt op zijn rechten, zal de motivatie om predatoren te bestrijden afnemen. Dit zal door bepaalde groepen met een meer esoterische opvatting van ‘Moeder Aarde’ luid toegejuicht worden, maar zal onze biodiversiteit verder omlaag brengen.

Dit gevaar is zeer actueel vanwege de dreigende inperking van de bejaagbare soorten en het stoppen van de bestrijding van de vos op grond van een juridisch foutje.

Bureaucratie

Verminder ook de bureaucratie. Jagers en ambtenaren kunnen onmiddellijk sterk ontlast worden door de soorten, waarvoor jaar in jaar uit, ontheffingen verleend moeten worden, simpelweg terug op de wildlijst te zetten. Schaf alle regels af, die de ganzenjacht bemoeilijken, als men werkelijk de ganzendruk wil verminderen.

Deze bureaucratie helpt alleen die groepen, die menen dat de natuur beter af is zonder jagers – maar helpt de wildstand alleen maar verder naar beneden. De Fauna Beheereenheden (FBE) hebben ondertussen voldoende middelen om ongewenste ontwikkelingen bij te sturen.

Criminele bendes

Zet daarentegen zwaar in op de bestrijding van de desastreuze ‘stroperij voor de sport’ met de zo genoemde ‘lange honden’, die sinds het verdwijnen van de Veldpolitie extreme vormen aangenomen heeft. Op één nacht kan een hazenpopulatie, die door de jachthouder jaren zorgvuldig is beheerd, m.b.v. die honden gedecimeerd worden. De gedode hazen worden simpelweg in het veld achtergelaten.

Deze ‘sport’, waarbij met grote sommen (drugs)geld wordt gewed, is opgezet als een militaire organisatie en verlangt dan ook een navenante aanpak.

Terug naar een jachtwet, gebaseerd op de werkelijkheid 

Niet op sentimenten en goede bedoelingen.

Zie verder: De Groene Politiek