Lim­burg be­sluit tot an­de­re aan­pak was­be­ren en nu wel afschot toe te staan

De wasbeer is een invasieve exoot en wordt sinds 2019 in Limburg uit de natuur verwijderd door deze dieren te vangen en op te vangen. Nadat met succes in totaal 95 wasberen zijn opgevangen, heeft het college van Gedeputeerde Staten moeten besluiten tot een andere aanpak omdat de opvang vol is. Vanaf 12 oktober is het doden van deze invasieve exoot daardoor de voornaamste bestrijdingsmethode geworden. Het college zet tegelijkertijd in op de ontwikkeling van duurzame niet-dodelijke beheermethoden.

 

De wasbeer is een uitheemse invasieve diersoort die een bedreiging vormt voor inheemse dieren waaronder schaarse broedvogels zoals de oehoe en rode wouw, amfibieën, kleine zoogdieren en overwinterende vleermuizen. Daarnaast zijn veel wasberen besmet met de wasberenspoelworm. Dit kan risico’s opleveren voor de volksgezondheid.

Provincies zijn vanwege Europese regels verplicht deze en andere invasieve exoten te verwijderen. In Zuid-Limburg was sinds eind 2017 een populatie van 50 tot 100 wasberen gevestigd, vooral rondom Sittard en Maastricht. Vermoedelijk ontstaan door ontsnappingen uit wildparken dan wel ontsnapte of losgelaten huisdieren. Tussen oktober 2019 en april 2022 zijn 95 wasberen gevangen onder coördinatie van de Zoogdiervereniging en opgevangen bij Stichting AAP. De inschatting is dat er nog steeds enkele tientallen wasberen in Limburg rondlopen.

Het project zou nog tot en met het voorjaar van 2023 doorlopen. Doordat het afgelopen jaar veel meer wasberen zijn gevangen dan eerdere jaren, is alle beschikbare opvangcapaciteit echter nu al bezet. Stichting AAP en andere opvangcentra hebben aangegeven momenteel geen mogelijkheden meer te hebben voor grootschalige opvang van wasberen.

Daarnaast is er mogelijk sprake van instroom vanuit de Waalse wasbeerpopulatie, waardoor er in Limburg naar verwachting geen sprake meer is van één lokale geïsoleerde populatie wasberen. Dit wordt momenteel onderzocht via DNA-analyses. Bij continue instroom van wasberen uit het buitenland is grootschalige opvang geen reële optie meer.

Volgens de Limburgse omgevingsvisie is het doden van dieren het laatste in te zetten middel binnen het faunabeheer. Het vangen en opvangen van wasberen was de enige beschikbare niet-dodelijke maatregel voor Nederland binnen het kader van de Europese verplichting tot exotenbestrijding. Het college betreurt dat dit geen reële mogelijkheid meer is. Het college heeft echter een wettelijke verantwoordelijkheid om de bestrijding van de wasbeer voort te zetten en zal daarom vanaf 12 oktober het doden van wasberen als voornaamste bestrijdingsmethode mogelijk maken via een nieuwe ontheffing in het faunabeheer.

Tegelijkertijd wordt ingezet op de ontwikkeling van duurzame niet-dodelijke beheermiddelen die mogelijk in een later stadium kunnen worden ingezet. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan anticonceptie. Provincie Limburg zal ook bij de autoriteiten van de omringende regio’s nogmaals vragen om een adequate bestrijding om instroom van wasberen naar Limburg tegen te gaan of te voorkomen. In 2025 volgt een evaluatie van de situatie en de op dat moment beschikbare maatregelen.

 

bron: Provincie Limburg, 12/10/2022



Wasberen en wasbeerhonden besmet met parasieten- ook gevaarlijk voor de mens

Universiteit en onderzoek

Een onderzoeksproject wil laten zien welke schade wasberen, wasbeerhonden en Amerikaanse nertsen in Europa aanrichten. De eerste resultaten zijn onsmakelijk en zorgwekkend.

Wasbeer op boomstamFrankfurt ⋅ Hoe schattig de kleine mannetjes ook zijn – wie de eerste resultaten van het ZOWIAC-onderzoeksproject leest, heeft liever niets met wasberen en wasbeerhonden te maken. In ieder geval niet buiten een dierentuin. ZOWIAC staat voor “Zoonotic and Wildlife Ecological Impacts of Invasive Carnivores”; een van de projectleiders is de Frankfurter zoöloog Sven Klimpel. Hij en zijn collega’s willen weten wat uitheemse soorten wasbeerhonden, wasberen en Amerikaanse nertsen – ook wel nertsen genoemd – doen in hun nieuwe Europese vestigingsgebieden. De wetenschappers rekenen op de hulp van niet-universitaire experts, zoals jagers, en andere geïnteresseerde burgers.

De website zowiac.eu geeft uitgebreide informatie over het project. Ook is er een app ontwikkeld waarmee burgeronderzoekers waarnemingen van de kleine roofdieren kunnen melden in Duitsland. De biologen die met Klimpel werken, verzamelen de verspreidingsgegevens van de dieren, beoordelen fecaliën en bloedmonsters en documenteren met welke inheemse soorten de geïmporteerde pelsdragers zich voeden. Ze hebben aandacht nodig, niet alleen omdat ze kunnen jagen op bedreigde diersoorten en schade aanrichten aan gebouwen en landbouw. Als drager van ziekten kunnen ze soms zelfs een gevaar vormen voor de mens, zoals de tussentijdse resultaten van ZOWIAC suggereren.

Zoals Klimpel meldt, heeft het project tot nu toe ongeveer 350 wasberen uit verschillende habitats onderzocht, evenals 95 wasbeerhonden en 50 nertsen uit verschillende deelstaten, waaronder Hessen. De onderzoekers zochten in samenwerking met het Friedrich Loeffler Instituut naar virussen in ongeveer 200 bloedmonsters van wasberen en wasbeerhonden. Ze ontdekten herhaaldelijk het West-Nijlvirus. In één procent van de gevallen bij de mens kan de infectie die het veroorzaakt het zenuwstelsel aantasten en vervolgens fataal zijn.

Invasieve soorten hebben negatieve gevolgen voor de biodiversiteit

Volgens Klimpel hebben genetische analyses in het ZOWIAC-project ook aangetoond dat wasbeerhonden kunnen dienen als reservoirgastheren voor het SARS-CoV-2-coronavirus. Ook grotere parasieten voelen zich prettig bij de pelsdieren. In de onderzochte wasberen werden 22 verschillende soorten parasieten gedetecteerd, waarvan er vier mensen kunnen treffen. Deze omvatten de wasbeerrondworm, gevonden in 95 procent van de dieren. De wetenschappers hebben tot nu toe 18 soorten parasieten geïdentificeerd bij wasbeerhonden, waaronder de longhaarworm en de vossenlintworm. In zeldzame gevallen kan dit laatste dodelijke ziekten bij de mens veroorzaken. Volgens Klimpel zijn uitzendingen in de toekomst vaker te verwachten, vooral in steden – waar de wasbeer steeds meer binnendringt.

De observaties van de biologen en hun helpers bevestigen ook het vermoeden dat wasberen en wasbeerhonden de inheemse fauna schaden. In de magen van wasberen werden soorten op de rode lijst gevonden, zoals de geelbuikpad en de gewone pad. Wasbeerhonden hadden onder meer hazen en graskikkers gegeten. Klimpel concludeert dat de invasieve carnivoren “een enorme negatieve impact kunnen hebben op inheemse ecosystemen en vooral op de biodiversiteit”. Dit gevaar wordt de komende jaren waarschijnlijk nog groter, omdat beide roofzuchtige soorten nog niet alle ecologische niches hebben ingenomen die ze in Europa zouden kunnen veroveren, schrijft de professor van de Goethe-universiteit.

Hij is ervan overtuigd dat er maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat de indringers zich verder verspreiden. In Hessen is het bijvoorbeeld nodig om in bepaalde gebieden op wasberen te jagen, ongeacht de gesloten seizoenen. Omdat dit alleen niet voldoende is om de populatie voldoende te verkleinen, moeten andere methoden worden gebruikt, zoals castratie en daaropvolgende vrijlating. Aan de andere kant denkt de zoöloog niet veel na over een andere strategie die dierenliefhebbers misschien prefereren: “Het verplaatsen van gevangen wasberen is wettelijk niet mogelijk en zou het probleem alleen maar uitstellen.”