Opruimen kadavers wilde vogels door Vogelgriep moet betaald worden vanuit Diergezondheidsfonds

 

De kosten voor dierenartsen en beschermingsmaterialen die nodig zijn bij de bestrijding van vogelgriep moeten worden gefinancierd uit het Diergezondheidsfonds. Dat geldt ook voor kosten die daarbij samenhangen bij het opruimen van kadavers van in het wild levende vogels en andere dieren die aan vogelgriep bezwijken. Een motie van D66 waarin dit wordt gepleit werd op dinsdag 28 maart aangenomen in de Tweede Kamer.

D66 stelt dat het ruimen van kadavers door vrijwilligers een belangrijke bijdrage levert aan het voorkomen van verspreiding van vogelgriep naar pluimveebedrijven, wilde zoogdieren en mensen. Het vernietigen van de kadavers is nu niet goed geregeld. Vaak gebeurt het op kosten van vrijwilligersorganisaties. Ook zijn er kosten voor dierenartsen.

D66 stelt dat de kosten voor de vrijwilligersorganisaties hoog zijn, maar afgezet tegen de ruimingskosten voor commerciële pluimveehouderijen zijn de kosten verwaarloosbaar. Bovendien draagt een effectieve ruiming bij aan een besparing in het Diergezondheidsfonds.

De SP vraagt de regering in een motie om een voorlichtingscampagne te starten zodat breed bekend wordt hoe om te gaan met besmette wilde dieren. In deze motie wordt ook gevraagd om te komen tot een structurele vergoeding voor dierenhulpverleners en om de veiligheid van dierenhulpverleners te verbeteren.

bron: Tweede Kamer, 28/03/2023



Extra aandacht in april en mei voor het vergroot risico op aanrijdingen met wilde dieren

De NOJG vraagt hier net als de Jagersvereniging nu extra aandacht voor en geeft hierbij enkele tips om deze ongevallen door aanrijding te kunnen voorkomen.

Huidige evaluatie: De helft van de aanrijdingen met reewild vindt plaats bij zonsopkomst en zonsondergang, met de meest voorkomende ongevallen in april en mei. Vooral de tijd van 05.00 uur tot 07.00 uur en van 21.00 uur tot 23.00 uur is gevaarlijk voor mens en dier.

De verhoogde kans op wildaanrijdingen is in verband met het verzetten van de klok van winter- naar zomertijd. Door de tijdswisseling op 26 maart is het in de ochtend weer donkerder en valt van de ene op de andere dag weer in de spits van veel wilde dieren. Wilde dieren vertrouwen op hun biologische klok en moeten de komende dagen weer wennen en zich aanpassen aan de activiteiten door het nieuwe dagritme van het verkeer.

Doodgereden reebokVooral in de schemering zijn reeën, vossen en hazen op zoek naar voedsel. De herbivoor zoals het ree leeft in de winter in energiebesparende modus, in de lente is vers groen essentieel om te overleven: verandering van vacht, ontwikkeling van de foetus of groei van het gewei zijn dan uitputtend. Op zoek naar de eerste sappige knoppen en gras zijn reeën in april en mei erg actief – zelfs aan de overkant van de wegen. Jonge, geslachtsrijpe reebokken worden nu verjaagd en moeten hun eigen territorium zoeken. Dit terwijl er in velden nog helemaal geen natuurlijke dekking is.

Carnivoren zoals vossen, dassen, wasbeerhonden en wasberen zijn verantwoordelijk voor 10 procent van de ongevallen met wilde dieren, en elke tiende aanrijding op wegen vindt plaats met hazen en konijnen.

Dit zijn de resultaten van wetenschappers in Duitsland, die bijna 48.200 datasets uit het dieren-vondsten register (tierfund-kataster.de ) van 2019 tot 2022 evalueerden voor de Duitse jachtvereniging (DJV). Weggebruikers kunnen in Duitsland via een app dode dieren melden in het dierenvond register. De omvang van ongevallen met wilde dieren waarbij kleinere zoogdieren betrokken waren, werd pas door het project duidelijk.

Schade bij wildaanrijdingen

De materiële en immateriële schade van een wildaanrijding bedraagt per aanrijding bijna 2.500, – euro, zo weet Gijs van Aardenne, van de Stichting Wildaanrijdingen Nederland (SWN). Het Verbond van Verzekeraars wist begin 2021 al te melden dat het gemiddelde schadebedrag na een aanrijding met een (wild) dier over de afgelopen jaren flink is toegenomen.

Alleen al in Nederland vinden er meer dan 10.000 aanrijdingen met wild plaats en als daar 50% met reewild plaats vindt betekent dit dat er hier alleen al sprake is van meer dan € 1.000.000 aan materiële schade en dan nog mee gerekend wat het betekent voor degene die dit overkomt en de letselschade die hieraan verbonden kan zijn en zelf mensen die hierdoor overlijden.

Tips ter voorkoming van aanrijding met wilde dieren.

 

Hoe voorkom je het beste een aanrijding met een wild dier?

  • Vooral in de schemering: Verminder snelheid langs de randen van bossen en velden die moeilijk te zien zijn.
  • Bijzonder gevaarlijk: nieuwe wegen door bosgebieden en langs bosranden, omdat dieren bekende wissels gebruiken.
  • Dier aan de kant van de weg: langzamer rijden, toeteren, remmen. In geval van nood: rem krachtig en wijk vooral niet uit.
  • Een dier komt zelden alleen: chauffeurs moeten altijd rekening houden met de zgn. nakomers.

Wat moet ik doen na een aanrijding met een wild dier?

  • Beveilig de plaats van het ongeval: zet de alarmlichten aan, trek het veiligheidshesje aan, zet de gevarendriehoek op en bel de politie via 112.
  • Pas op voor besmettingsgevaar: raak dode dieren aan met handschoenen en trek ze zo ver mogelijk van de weg.
  • Verwijderd houden van levende dieren.
  • Neem geen wild mee.
  • Volg geen vluchtend dier. Vermeld de vluchtrichting in het ongevalsrapport. Dit maakt het voor de jager gemakkelijker om het gewonde dier te vinden.
  • Zorg voor een bewijs zoals een foto van het ongeval met wilde dieren, of een verklaring afgegeven door de politie voor verzekeringsdoeleinden.



Drenthe tot op het bot verdeeld over de wolf

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Wildvoorjaarstelling 2023

De jaarlijkse wildvoorjaarstelling staat weer voor de deur. Dit jaar gaat de telling uitgevoerd worden op basis van de vernieuwde handleiding. Deze vernieuwde handleiding is door de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging opgesteld. Belangrijk is dat de adviezen van het Centraal Bureau voor de Statistiek hierin zijn verwerkt. Ook heeft er afstemming plaats gevonden met de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer.

De instructies in de handleiding sluiten aan op de voorjaartellingen in de regio’s. Het is van groot belang dat op dezelfde wijze geteld wordt als voorgaande jaren. Hiermee wordt geborgd dat de tellingen van dit jaar aansluiten op de tellingen van voorgaande jaren en er dus een goed vergelijk mogelijk is.

Het verschil met de vorige handleiding is dat er vanaf heden genoteerd wordt met welke vervoers- en hulpmiddelen er geteld wordt. Hierop zijn de telformulieren aangepast, dit wordt overgenomen in FRS. De uitvoering in de praktijk vindt dus op dezelfde wijze plaats als in voorgaande jaren.

Elke WBE stelt een een WBE- fauna of telcoördinator aan. Voor deze rol biedt de vernieuwde handleiding en concrete takenlijsten meer ondersteuning. Voor praktische vragen kunt u zich het best tot deze coördinator richten.

De handleiding is te bekijken via de volgende link www.jagersvereniging.nl/voorjaarstellingen.

Succes met tellen!




Landschapsgebruik van wild verandert door de komst van de wolf

In 2015 keerde de wolf terug in Nederland. ARK Rewilding Nederland, de Zoogdiervereniging en Faunabeheereenheid Gelderland bespraken onlangs hoe het mogelijk is om het natuur- en faunabeheer op de Veluwe te laten meegroeien met de aanwezigheid van wolven.

 

Het landschapsgebruik van wild verandert als gevolg van de komst van de wolf. De mens is niet langer als enige van invloed op de aantallen zwijnen en herten. De meeste wolven leven in natuurgebieden en jagen op daar levende herten, reeën, zwijnen en kleiner wild zoals hazen. 

Ecologen, natuurbeheerders en wildbeheerders menen de invloed te zien van wolven op gedrag en aantallen van herten, zwijnen en reeën. Naast sterfte door afschot en incidenten zoals aanrijdingen, is er predatie door wolven bij gekomen. Iets om in het wildbeheer rekening mee te houden.

Hoe de interactie tussen wolf, aas en aaseters precies zit, moeten de komende jaren in kaart worden gebracht. Wanneer meer bekend is over de voedselbehoefte van wolven in het Nederlandse landschap, kan ook in relatie tot het beheer worden ingeschat of en zo ja hoeveel er in het faunabeheer rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van wolven. 

Er zijn ook juridische randvoorwaarden voor faunabeheer die voortvloeien uit de beschermde status van de wolf. Als gevolg van de strikte bescherming is onder meer het ‘opzettelijk verstoren’ van wolven verboden, en zijn overheden verplicht actief ‘instandhoudingsmaatregelen’ voor wolven te treffen.

 

Zie ook voor meer informatie: ARK Rewilding Nederland, 21/02/2023

 




Meer mogelijkheden om edelherten te schieten in Oostvaardersplassen

Staatsbosbeheer en Faunabeheereenheid Flevoland krijgen van de provincie meer mogelijkheden om edelherten in de Oostvaardersplassen af te schieten. Dat is nodig om te voorkomen dat er te veel grote grazers rondlopen. In het verleden heeft voedselschaarste door te grote kuddes in de winter geleid tot dierenleed.

 

Nu is de periode waarin geschoten mag worden nog van 1 augustus tot 15 maart, maar de provincie heeft die periode verruimd tot 1 mei. Verder zijn er minder beperkingen als het gaat om schieten na zonsondergang en voor zonsopkomst, als er in de nacht maar tenminste acht uur rust voor de dieren is.

Staatsbosbeheer en Faunabeheereenheid Flevoland krijgen nu ook toestemming om tijdens de bronsttijd te schieten. Normaal gesproken wordt er in de periode van half september tot half oktober niet geschoten, maar om de doelstellingen te halen wordt die beperking geschrapt. Eind vorig jaar werd duidelijk dat nog 1.600 edelherten en 100 heckrunderen gedood moesten worden om tot het gewenste aantal dieren in de Oostvaardersplassen te komen. Staatsbosbeheer wil het aantal edelherten terugbrengen naar 500, het aantal heckrunderen naar 300.

Verontwaardiging
GroenLinks zegt met ‘verontwaardiging’ kennisgenomen te hebben van het besluit. Corina Straatsma van GroenLinks is bang dat de rust voor vogels wordt verstoord en daarmee de broed van de vogels in gevaar komt. Ook is de partij bang dat het afschieten invloed heeft op het voortplantingsgedrag van de andere dieren in de Oostvaarderplassen.

GroenLinks wil samen met de Partij voor de Dieren een motie indienen waarin ze vragen de plannen in te trekken.

Raad van State
Tijdens een spoedzitting van de Raad van State in Den Haag vroegen de organisaties Fauna4Life en Dierbaar Flevoland om een direct verbod op de afschot van de edelherten. Die zou schadelijk zijn sommige vogelkolonies. Een groot aantal edelherten vinden de organisaties geen probleem. Als er niets meer te eten is voor de dieren neemt het aantal vanzelf af, zo is de redenering. De rechter neemt binnen twee weken een besluit.



Limburgs Faunadebat succesvol met deelname van negen politieke partijen


Het Groot Limburgs Faunadebat dat door de Jagersvereniging afdeling Limburg in samenwerking met de NOJG regio Limburg was georganiseerd in Baexem op donderdagavond 9 februari met een deelname van negen politieke partijen, 120 bezoekers in de zaal en 123 kijkers via de livestream een mooi succes. Na een levendige discussie aan de hand van enkele scherpe stellingen, kregen de aanwezigen een duidelijk beeld van de standpunten van de verschillende politieke partijen in hun provincie. Dit werd nu de provinciale verkiezingen voor de deur staan, als zeer waardevol ervaren.

De onderwerpen betroffen;

  • Uitvoeren faunabeheerplannen dienen ook in zijn geheel uitgevoerd te worden door de Terrein Beherende Organisaties, zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten em Limburgs Landschap, daar zij immers deze ook goedkeuren. De provincie waar zij het over grote deel van hun subsidie van ontvangen, dient dan hierin ook haar verantwoordelijkheid te nemen en de TBO’s op de uitvoering aan te spreken, dat het Faunabeheerplan voor de gehele provincie geldt en dat er geen uitzondering kan gelden voor de TBO gronden.
  • Predatorenbeheer en registratie Fauna Registratie Systeem a.d.v. voorbeelden van de jager en bioloog Willem Maris die een toelichting op de patrijzenprojecten in de provincie gaf, waarbij ook het effect van predatorenbeheer werd onderstreept.
  • De stelling hoe om te gaan met de opdrachten voor het wel of niet exoten vangen en/of doden, zoals dit met bijvoorbeeld de wasbeer gaat?
  • De stelling over beverbeheer met behulp van de bioloog van het Waterschap Limburg, die een beeld schetste van de ontwikkeling van de bever in Limburg en wat de gevolgen waren voor het Waterschap en of dit al dan niet door vrijwillige of professionele jagers moet worden uitgevoerd.
  • Tot slot werd ook de komst van de wolf en de gevolgen hiervan in Limburg nog even besproken, dit nadat lokale schapenhoudster Gitta Backer haar persoonlijke angsten en zorgen met de aanwezigen had gedeeld. De discussie hierover gaf hierover de nodige verdeeldheid te zien van; “Geen wolven tot volledig beschermen”  en dat er nog veel onduidelijkheid bestaat, waar het nieuwe provinciaal wolvenbeheerplan (eind 2023) naar toe zal leiden. Van de kant van de Jagersverenigingen werd duidelijk aangegeven, dat de jagers hier buiten staan en slechts uitvoerders zijn indien hierom wordt verzocht, door de provincie.

 

 




Standpunt Minister Natuur en Stikstof over gebruik landelijke vrijstelling vos

Vrij recent (9 november 2022) heeft de Minister van Natuur en Stikstof nog tijdens het Commissiedebat Natuur in de Tweede Kamer de navolgende tekst uitgesproken ter bevestiging van haar eerdere standpunt.

Zie pagina 71 van het onderstaand verslag van de Commissie vergadering Natuurbeleid.

Minister van Natuur en Stikstof

“Dan kom ik op de vraag van de heer Bisschop over de vrijstelling voor de vos en de juridische impasse. Er is geen sprake van een juridische impasse, want provincies maken nog steeds gebruik van de landelijke vrijstelling voor de vos. Alleen in Utrecht is men inderdaad gebonden aan de uitspraak van de rechter. Gevraagd werd of ik ervoor ga zorgen dat er een landelijke vrijstelling komt voor de jacht op de vos in de context dat die een belangrijke predator is van weidevogels. De landelijke vrijstelling van de vos voor schadebestrijding is nog steeds van kracht. In Utrecht heeft de rechter de ontheffing buiten werking gesteld. Dat besluit is momenteel onderwerp van een hogerberoepsprocedure.”

 

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-1063841

Zie ook de: Brief NOJG aan GS Limburg 02122022

 


Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Boeren zien weinig heil in preventieve maatregelen tegen ganzenschade

Veel boeren ervaren gewasschade door ganzen als een groot probleem. Maar ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Ook zijn er te veel ganzen. Daarom zien boeren het inzetten van preventieve maatregelen vaak niet als zinvol. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 onlangs liet uitvoeren. 

 

Ganzen richten jaarlijks voor tientallen miljoenen euro’s aan schade aan, met name aan grasland. Hiervoor kunnen zij een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12, die de tegemoetkomingsregeling namens de 12 provincies uitvoert. Een boer is volgens de wet zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van grasschade. Dit kan door de inzet van preventieve middelen, zoals vlaggen, linten, knalapparaten of lasers.

Ook kunnen boeren aan verjaging ondersteunend afschot inzetten om schade te voorkomen. In sommige gevallen mogen ganzen ook in kader van populatiebeheer neergeschoten worden. Desondanks blijft de ganzenschade jaar over jaar toenemen.

BIJ12 gaf de bureaus Wing en D&B opdracht te onderzoeken hoe boeren en jagers aankijken tegen het voorkomen van schade aan landbouwgewassen door ganzen. Provincies willen namelijk graag dat boeren zich meer inzetten voor het voorkomen van schade. Om dit te bevorderen moeten boeren in sommige provincies een deel eigen risico betalen bij ganzenschade.

In het onderzoek is gekeken hoe boeren en jagers aankijken tegen de mogelijkheden om schade te voorkomen. Ook is gekeken naar de rol die zij daarin voor zichzelf zien weggelegd. Hiervoor werd met boeren en jagers gesprekken gevoerd en een schriftelijke enquête uitgezet.

Er werd gevraagd wat boeren en jagers op dit moment zelf doen om schade te voorkomen. En waarom zij bepaalde instrumenten wel of niet inzetten.

Uit het onderzoek blijkt dat veel boeren schade door ganzen als een probleem ervaren, maar het gevoel hebben dat het inzetten van preventieve maatregelen weinig zinvol is, zolang andere partijen niet ook hun steentje bijdragen. Bovendien zijn er te veel ganzen om effectief schadepreventie in te kunnen zetten. Ganzenschade is een probleem dat niet alleen door boeren kan worden opgelost.

Jagers geven aan dat ze vanuit de samenleving en de politiek weinig steun ervaren voor hun inzet om schade te bestrijden. De regelgeving en administratieve druk wordt als complex ervaren. Toch voelen jagers een belangrijke mate van verantwoordelijkheid tegenover de boer.

De onderzoekers raden aan om lokaal met alle partijen de handen ineen te slaan. Ook moet gesproken worden over ieders verantwoordelijkheid en de onderlinge verwachtingen. Verder moeten boeren en jagers het vertrouwen en de vrijheid krijgen om binnen de gestelde kaders hun eigen keuzes te maken. Ook hebben boeren en jagers behoefte aan meer en betere informatie. Het is voor boeren en jagers niet altijd duidelijk wat het effect is van hun acties.  Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Van gansrijk naar kansrijk‘.

bron: BIJ12, 02/02/2023




De Faunadrone met de allernieuwste software, speciaal ontwikkeld om reekalfjes op te sporen

Wij vernamen zojuist, dat de leverancier van de Faunadrone ook op de jachtbeurs Jagd und Hund in Dortmund staat met de allernieuwste software, speciaal ontwikkeld om reekalfjes op te sporen. Dankzij deze ontwikkelde software, kunnen ook jagers/dronepiloten, (net als de veldwerkers van de weidevogelgroepen) op een zeer snelle en effectieve manier de coördinaten van de gevonden reekalfjes direct door sturen naar de mobiele telefoon van de collega jagers. De unieke software is ontwikkelde als gevolg van jarenlange ervaringen met de ontwikkeling van de Faunadrone, waar onze Vogelwerkgroep Geesteren al jaren mee vliegt en maakt het mogelijk, dat er veel meer terrein kan worden gescand en een veel korte tijd.

Deze software is uniek in de wereld. Voor onze Vogelwerkgroep betekend dit, dat wij nu 5x zoveel terrein kunnen vliegen, heel bijzonder.

Zie ook www.robor-nature.eu.

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Europese Habitatrichtlijn staat ingrijpen in de wolvenstand toe

 

De Europese Habitatrichtlijn staat ingrijpen in de wolvenstand in sommige situaties toe. Dat schrijft Europees Commissaris Sinkevičius voor Milieu, Oceanen en Visserij in reactie op vragen uit het Europees Parlement. Ingrepen kunnen toegestaan zijn om ernstige schade te voorkomen, het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid. Ook redenen van sociale of economische aard kunnen aanleiding zijn voor het treffen van maatregelen.

De wolf heeft in de Europese Unie een beschermde status, omdat de diersoort nog steeds bedreigd wordt. Sinkevičius zegt dat er desondanks redenen kunnen zijn om maatregelen tegen wolven te treffen. De Europese Habitatrichtlijn laat ruimte voor het toestaan van selectieve onttrekking van bepaalde specimen van de soorten die een strikte bescherming genieten, in beperkte hoeveelheden. Daarbij kan een lidstaat bepalen hoeveel wolven kunnen worden onttrokken aan de wolvenstand.

 

bron: Boerderij, 10/01/2023



Wolf, overdag waargenomen in Zuid-Limburg

Wolf, overdag waargenomen in Zuid-Limburg, in de buurt van NUTH




Effecten van beschermingswerk voor de patrijs zijn beperkt zichtbaar

 

 
Eind 2016 ging het PARTRIDGE-project van start. Dit Interreg-project wordt gefinancierd door de Europese Unie en loopt tot en met 2023 in Nederland, België, Duitsland, Schotland, Engeland en Denemarken. Het heeft als doel om de leefomstandigheden van de patrijs en andere vogelsoorten van het open akkerland te verbeteren. Vogelbescherming zette samen met Het Zeeuwse Landschap, Stichting Landschapsbeheer Zeeland en Brabants Landschap het project voor Zeeland en Noord-Brabant op.

In Zeeland werd een gebied van 500 hectare in Burghsluis als voorbeeldgebied gekozen en in Noord-Brabant ligt het demonstratiegebied Oude Doorn nabij Almkerk. In Zeeland was het aantal territoria van de patrijs in Burghsluis bij aanvang van het project al veel hoger dan in het referentiegebied bij Nieuwerkerke. Het aantal schommelde wel enigszins in de periode 2016-2022.

Een toename kon ondanks de genomen maatregelen niet worden aangetoond; het aantal nam echter ook niet af, in tegenstelling tot de landelijke trend van de patrijs. In het referentiegebied werden in de laatste twee jaar van het project zelfs geen patrijzen meer waargenomen. De broedvogelbevolking als geheel vertoonde wel een toename, terwijl er in het referentiegebied een afname was.

Met name de soorten van open akkerland, zoals gele kwikstaart, graspieper en veldleeuwerik namen toe, maar ook soorten uit kleinschalig cultuurland, zoals grasmus, kneu, groenling en fazant. Ook in Brabant is er bij deze soorten een lichte stijging van het aantal. Voor de meeste van deze soorten sluit die lichte toename aan op de landelijke trend.

In Brabant is aanvullend op de geluidstelling ook een kluchtentelling uitgevoerd om een indicatie van het broedsucces te krijgen. Hieruit bleek dat het aantal kluchten én de kluchtgrootte stabiel is gebleven gedurende de looptijd van het project. Gezien de landelijke daling van de aantallen patrijzen, zijn stabiele aantallen in het demonstratiegebied al winst. In de Oude Doorn werden jaarlijks zo’n 10 kluchten met een gemiddelde grootte van 7 vogels waargenomen. In 2022 werd een recordaantal van 14 kluchten geteld.  

De onderzoekers vermoeden dat een nog groter gebied en meer maatregelen nodig zijn om de patrijzenpopulatie echt te doen groeien. Duidelijk is wel dat de maatregelen een zeer positief effect hebben op de algehele biodiversiteit in het gebied. Zo is het aantal insecten in de demonstratiegebieden flink gestegen, wat een verbetering van de voedselsituatie voor jonge patrijzen zou kunnen betekenen.

In Oude Doorn is ook aangetoond dat het aantal regenwormen in de aangelegde bloemenblokken hoger is dan op reguliere akkerbouwpercelen. Dit toegenomen voedselaanbod heeft op broedvogels en zoogdieren een positief effect. Verder is het aantal roofvogels in de demonstratiegebieden toegenomen, een indicatie voor voldoende voedsel. Daarnaast hebben de zoogdiertellingen aangetoond dat het aantal hazen en reeën in de demonstratiegebieden is verdubbeld sinds het begin van het project.

 

bron: Nature Today, 02/01/2023



Alternatieve benaderingen populatiebeheer en draagkracht als alternatief voor het huidig faunabeheer hoefdieren- rapport BIJ12

Reegeit en bok winter

Het huidige populatiebeheer van wilde hoefdieren als reeën, wilde zwijnen, damherten en edelherten is toe aan vernieuwing. Het is te veel gericht op aantallen dieren in plaats van het effect van het beheer. Dit blijkt uit een onderzoek dat onlangs in opdracht van BIJ12 werd gedaan. Volgens de onderzoekers is het tijd voor een alternatieve aanpak via adaptief beheer. Het onderzoek werd uitgevoerd door de organisaties FaunaPartner, Natuurlijk! Fauna-advies en Boerema & van den Brink.

Bij adaptief beheer ligt de focus niet op aantallen, maar op het probleem en de maatregel die ingezet moet worden om het gewenste effect te bereiken. De traditionele tellingen blijven wel van belang voor het vaststellen van de trend en kennis omtrent de populatiestructuur en de plaats waar de dieren zich ophouden. Er wordt echter niet met een streefstand gewerkt.

Het uitgangspunt binnen adaptief faunabeheer is dat er een ‘gereedschapskist’ met verschillende instrumenten beschikbaar is. Het instrument dat ingezet wordt moet evenredig zijn aan het probleem. Binnen faunabeheer gaat het altijd om een mix van problemen: schade aan landbouwgewassen, aanrijdingen, schade aan bosbouw en schade aan flora en fauna. Maatregelen kunnen preventief zijn zoals het plaatsen van hekken of rasters, verstoring of verjaging en als laatste middel populatiebeheer door afschot.

De werkwijze van adaptief beheer moet in Nederland nog juridisch getoetst worden. Dit kan alleen door er ‘lerend’ mee aan de slag te gaan in de vorm van een pilot, stellen de onderzoekers. Dit zal wetenschappelijk begeleid moeten worden onder aansturing van BIJ12. De eerste faunabeheereenheden hebben zich al gemeld bij BIJ12 om aan een pilot mee te doen.

Het rapport ‘Alternatieve benaderingen populatiebeheer en draagkracht‘ is te vinden op de website van BIJ12.

bron: BIJ12, 22/12/2022

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download




Raad van State keurt afschot van ganzen in Friesland goed

Boeren in Friesland kunnen kol-, brand- en grauwe ganzen afschieten. Dat volgt uit een uitspraak van de Raad van State. Die gaf woensdag goedkeuring aan het Faunabeheerplan van provincie Fryslân waarin het afschot wordt geregeld.

Wel vernietigde de raad het besluit waarin concrete aantallen ganzen zijn aangewezen. De periode waarover dat besluit gaat, is inmiddels voorbij. Volgens de raad is zijn oordeel over het afschot van ganzen ook van belang voor toekomstige besluiten van de provincie. Die weet dan hoe de raad over het afschieten van ganzen denkt. Dat oordeel zal niet snel anders zijn dan nu. De provincie moet jaarlijks het maximaal toegestane afschot vaststellen.

De Vogelbescherming maakte bezwaar tegen het besluit over de aantallen af te schieten ganzen, omdat dit leidt tot een veel te grote aanslag op de populaties. Dat zal leiden tot een verslechtering van de staat van instandhouding van deze beschermde vogels.

Gewasschade voorkomen

Verder moet afschot noodzakelijk zijn om belangrijke gewasschade te voorkomen en die schade doet zich hier niet voor, zegt de Vogelbescherming. Volgens de raad is een verslechtering van de ganzenstand verboden. De provincie heeft dat volgens de raad verkeerd beoordeeld. Daarom is het besluit over het aantal af te schieten ganzen door de raad vernietigd.

Een nieuw besluit van de provincie is wel door de raad goedgekeurd. In dat Faunabeheerplan staan maatregelen genoemd om de vraatschade door ganzen op graslanden te voorkomen. Volgens de raad is de noodzaak voor de schadebestrijding voldoende onderbouwd. De strategie om ganzen buiten foerageergebieden en Natura 2000-gebieden intensief te verstoren en ze binnen die gebieden met rust te laten, wordt ook door de raad ondersteund.

Wetenschappelijk bewijs

Zo leren volgens de provincie de ganzen waar voor hun onveilige gebieden liggen. Daarvoor is ook wetenschappelijk bewijs. Toch vindt de Vogelbescherming dat afschot niet nodig is als er bijvoorbeeld lawaaimiddelen worden ingezet als vogelafweerpistolen.

De provincie wijst preventieve maatregelen af, omdat ze heel arbeidsintensief zijn. Daar is de Raad van State het mee eens. Die oordeelde overigens al eerder dat afschot een effectieve maatregel is om schade aan gewassen te voorkomen.




Geactualiseerde Wolvenplan verschijnt voor de zomer van 2023

 
Vanuit de provincies wordt gewerkt aan het nieuwe Interprovinciaal Wolvenplan dat het huidige plan zal vervangen. Het plan bevat een actualisering van het door provincies gevoerde beleid. Tevens wordt het door LNV gevoerde internationale beleid toegevoegd. Naar verwachting zal het geactualiseerde Wolvenplan voor de zomer van 2023 worden gepubliceerd. Dat meldt minister Vander Wal voor Natuur en Stikstof aan de Tweede Kamer.

 

Zwitserland heeft een wijziging van de aanhangsels van het verdrag van Bern voorgesteld waarbij het beschermingsniveau voor de wolf iets wordt verlaagd. Dit voorstel kan bij de lidstaten in de Europese Unie vooralsnog op onvoldoende steun rekenen, stelt Van der Wal. De minister vindt het nu ook niet verstandig om het standpunt van Nederland binnen de Europese Unie te wijzigen. Ze wil daar in ieder geval een advies van Raad voor Dieraangelegenheden afwachten. 

Nederland houdt de mogelijkheid om de beschermde status zelf te agenderen in Europees verband, aldus Van der Wal. Het is wel haar streven om op een grotere schaal te kijken naar de wolvenpopulatie, met als doel te komen tot een bredere Europese benadering van de wolvenpopulaties in de Europese Unie. Het ministerie van LNV heeft al de samenwerking gezocht met de Duitse nationale overheid om te komen tot een internationaal plan voor de gedeelde wolvenpopulatie. Hierbij wordt bekeken of ook met andere landen, zoals België, Luxemburg en Denemarken samengewerkt kan worden.

 

bron: Ministerie van LNV, 02/12/2022