De jaarlijkse wildvoorjaarstelling staat weer voor de deur. Dit jaar gaat de telling uitgevoerd worden op basis van de vernieuwde handleiding. Deze vernieuwde handleiding is door de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging opgesteld. Belangrijk is dat de adviezen van het Centraal Bureau voor de Statistiek hierin zijn verwerkt. Ook heeft er afstemming plaats gevonden met de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer.
De instructies in de handleiding sluiten aan op de voorjaartellingen in de regio’s. Het is van groot belang dat op dezelfde wijze geteld wordt als voorgaande jaren. Hiermee wordt geborgd dat de tellingen van dit jaar aansluiten op de tellingen van voorgaande jaren en er dus een goed vergelijk mogelijk is.
Het verschil met de vorige handleiding is dat er vanaf heden genoteerd wordt met welke vervoers- en hulpmiddelen er geteld wordt. Hierop zijn de telformulieren aangepast, dit wordt overgenomen in FRS. De uitvoering in de praktijk vindt dus op dezelfde wijze plaats als in voorgaande jaren.
Elke WBE stelt een een WBE- fauna of telcoördinator aan. Voor deze rol biedt de vernieuwde handleiding en concrete takenlijsten meer ondersteuning. Voor praktische vragen kunt u zich het best tot deze coördinator richten.
(video) debat: toekomst jacht en platteland in Fryslân
(video) Zaterdagavond 11 maart vindt in Glinstra State in Burgum een politiek debat plaats over de toekomst van het Friese platteland en de positie van de jacht en het wildbeheer daarin. Oud-journalist van Omrop Fryslân Eelke Lok zal dit debat leiden.
Initiatiefnemer voor het debat is de Friese afdeling van de NOJG, de Nederlandse Organisatie van Jagers voor Jacht & Grondbeheer. Regio-secretaris Tones Meijer, zelf een jager, licht toe: “It plattelân fan Fryslân driget stadichwei leech te rinnen: hieltyd minder boeren, hieltyd minder greidefûgels, hieltyd minder fee, hieltyd it mear ferrûgjen fan it lânskip.”
Dat wordt volgens Meijer versterkt door het niet beperken – door de provinciale politiek – met behulp van jagers in hun taak als Faunabeheerders – van roofdieren, zoals vossen, marterachtigen en wolven, maar ook de ganzen. Mede daardoor komt volgens Meijer het voortbestaan van weidevogels en konijn in gevaar.
“Jagers wurde troch stedsminsken faak beskôge as ‘plezierjagers’. Mar wat wy dogge is professioneel wyldbehear: de jagers krije allegearre in goeie oplieding, folgje geregeld kursussen en dogge harren wurk sa’t it moat.”
Het effect van goed beheer is volgens Meijer dat bijvoorbeeld de reeënstand na de Tweede Wereldoorlog flink gegroeid is. Zo is het volgens hem ook van belang dat het aantal woerden (mannetjes van de wilde eend) niet uit de hand loopt. “As dêr te folle fan binne, dan wurde de wyfkes troch te folle jerken ferkrêfte en fersûpe se!”
Meijer is zich er van bewust dat over de toekomst van wildbeheer, jacht, landbouw en platteland in het algemeen zeer verschillend wordt gedacht. “Dêrom skriuwe wy ek gjin stellingen foar, foarôfgeand oan it debat. Wy litte it oan Eelke Lok oer om it debat te lieden, sadat elk kandidaat-steatelid dat meidocht oan it debat, syn of har eigen ynbring hawwe kin.”
Het debat is namelijk ook bedoeld om de inwoners van Fryslân er op te wijzen dat er woensdag 15 maart verkiezingen zijn voor de Provinciale Staten en dat hun stem er toe doet. Tegelijk daarmee zijn ook de verkiezingen voor de waterschappen, dus ook voor het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân.
Stropers uit Gemert weer het haasje: twee weken cel in en honden kwijt
Waren twee boezemvrienden uit Gemert in november 2021 op klaarlichte dag hun honden aan het uitlaten of waren ze aan het stropen? Voor het Openbaar Ministerie én de rechtbank is het zonneklaar. De mannen moeten twee weken de cel in, oordeelde de politierechter dinsdag in Den Bosch.
De mannen van 37 en 40 zijn die zondag in het buitengebied van Aarle-Rixtel gezien met een voor de jacht geprepareerde wagen en vier hazewindhonden die op een prooi aasden.
“Wij hebben van onze fouten geleerd.”
Eén van de twee kreeg nog eens twee weken aan zijn broek, omdat hij tijdens zijn proeftijd was betrapt. In 2019 waren de mannen al eens veroordeeld voor stroperij. Volgens hen hebben ze de schijn tegen en zijn ze nu ten onrechte het haasje. “We hebben van onze fouten geleerd, wij jagen niet meer”, zo verwoordde een van hen het. Met tegenzin accepteren ze de uitspraak.
Wat ze veel erger vonden: ze zullen de auto, maar vooral hun honden nooit meer terugzien. De dieren zijn in beslag genomen en inmiddels overgegaan naar een andere eigenaar. De mannen zien hun honden als hun kinderen, stonden ermee op en gingen ermee naar bed. Tijdens de zitting toonden ze foto’s en filmpjes waarop te zien is hoe dol hun gezinnen erop waren.
“Ze zijn aan het lijntje gehouden.”
Ze werden dan ook emotioneel toen de officier van justitie vertelde dat de honden niet meer op een opvangadres, maar elders verblijven. Eén van de twee mannen: “Ik heb zo vaak gevraagd hoe het met onze honden is en waar ze waren, maar kreeg nooit een antwoord.” Hun advocaat, Menno Buntsma, vatte het als volgt samen: “Ze zijn aan het lijntje gehouden.”
Terug naar 24 november 2021. Het was een zonnige zondagmiddag. De twee mannen waren naar Aarle-Rixtel gereden om hun honden, vier hazewindhonden en een labrador, uit te laten. Aangelijnd, althans, dat verklaarden ze voor de rechter. Andere bedoelingen hadden ze niet, zo houden ze vol.
Toch had iemand gezien dat er een opvallende wagen door de bossen reed en dat zogeheten lange honden (de bijnaam van hazewindhonden) achter een haas aan zaten. De getuige, een jager, alarmeerde de politie en die hield de twee mannen aan voor het in bezit hebben van ‘niet tot jagen geoorloofde middelen’. Dat waren de honden en de auto, die volgens de rechter speciale lampen en allerlei lichtschakelaars had om het jagen te vergemakkelijken.
De twee mannen, de een geniet een uitkering, de ander is werkzaam in de veilingwereld, snapten er niks van. Waarom, zo vroegen zij zich af, ga je overdag met lichtbakken jagen en waarom neem je dan ook een voor jacht ongeschikt dier als een labrador mee? Bovendien was er niks mis met de wagen.
De jager zwakte zijn getuigenverklaring later overigens af, maar daar tilde de politierechter niet zo zwaar aan. Ze hechtte meer waarde aan de eerste melding, ook omdat die door de politie was bevestigd. Advocaat Buntsma zei dat de getuige ‘opgejaagd’ moet zijn door agenten, die hem hadden gevraagd de vermeende stropers te volgen.
Uitnodiging ALV NOJG-regio Utrecht 24 maart 2023 te Scherpenzeel
Geacht lid van de NOJG afdeling Utrecht,
Het regiobestuur Utrecht nodigt u van harte uit voor de Algemene Ledenvergadering 2023.
Vrijdag 24 maart 2023
Locatie: SV Scherpenzeel, De Breelaan 4 te Scherpenzeel
Aanvang: 19.30, de zaal is open vanaf 19.00 uur
Ganzencoördinator Sandro Broeke zal deze avond een presentatie geven over het Ganzenverjaag-project Eemland.
Na afloop van de Algemene ledenvergadering zal een onderlinge klein kaliber-wedstrijd zijn. Voor deelname heeft u een geldig legitimatiebewijs nodig. De kosten voor deze schietwedstrijd zijn voor leden van de NOJG €10 euro p.p. en €15 euro voor niet-leden.
Opgeven kan via: utrecht@nojg.nl, onder vermelding van uw naam, adres en telefoonnummer en of u eventueel een introducee voor de klein kaliber-schietwedstrijd meeneemt. Als u zich opgeeft, krijgt u binnen 3 werkdagen een bevestigingsmail en de agenda voor deze avond. Ontvangt u deze mail niet, neem dan telefonisch contact op met onderstaand telefoonnummer.
Wij stellen uw aanwezigheid zeer op prijs.
Hartelijke groet,
Namens regiobestuur Utrecht,
Belangrijke uitspraak Rechter over uitvoeren beheer en schadebestrijding in gezelschap Toestemminghouder grondgebruiker
Na eerdere publicatie op onze website onder vragen en antwoorden jacht;
In artikel 3.15 lid 2 van de Wet natuurbescherming (Wnb) wordt vrijstelling verleend van bijvoorbeeld het verbod op het doden, voor de bestrijding door grondgebruikers van schadeveroorzakende vogels en dieren die in het Besluit Natuur art 3.1 zijn aangewezen, omdat ze in het gehele land schade veroorzaken. Het betreft hier dus de landelijke vrijstellingslijst, te weten Zwarte kraai, Kauw, Canadese gans, Vos, Houtduif en konijn.
Provinciale Staten kunnen ook bij verordening eveneens soorten aanwijzen waarvoor een provinciale vrijstelling geldt binnen de provincie, eveneens gericht tot grondgebruikers.
Artikel 3.15 lid 7 Wnb stelt vervolgens: De grondgebruiker kan bij schriftelijke en gedagtekende toestemming de hem ingevolge het tweede tot en met vijfde lid toegestane handelingen door een wildbeheereenheid of anderen doen uitoefenen.
De Raad van State had al reeds in dit verband de zienswijze van de huidige uitspraak bevestigd, dat de grondgebruiker een schriftelijke toestemming kan verlenen maar dat deze bepaling niet zo uitgelegd moet worden, dat elke jachtaktehouder fysiek over deze toestemming dient te beschikken (zie meer: voor de uitspraak, in het bijzonder rechtsoverweging 2.4.1).
Nu er geen wijziging op dit punt is beoogd door de wetgever geldt het volgende:
Indien de grondgebruiker de jachthouder middels de standaard jachthuurovereenkomst NOJG, waarin ook de schriftelijke toestemming grondgebruiker is opgenomen en tevens staat aangegeven, dat de toestemming doorgegeven mag worden, dan is aan het vereiste van artikel 3.15 lid 7 Wnb voldaan. De houder van deze toestemming mag deze doorgeven.
Indien hij bij de activiteit aanwezig is blijkt enkel uit zijn aanwezigheid al dat hij deze toestemming doorgeeft. Is hij niet zelf aanwezig dan doet hij er verstandig aan om aan uitvoerders deze toestemming schriftelijk door te geven.
Het EU project ‘LIFE WILD WOLF’
“Een kanttekening”
Op 23 januari 2023 kondigde FACE (the Voice of the European hunters) de start aan van een 5-jarig project, om te bestuderen hoe om te gaan met wolven, die steeds dichter de menselijke omgeving binnendringen.
Het project, medegefinancierd binnen het EU LIFE-programma , heeft een multidisciplinair team van 18 partners, waaronder 7 universiteiten of onderzoeksinstellingen, nationale en lokale managementautoriteiten en ngo’s uit de milieu- en jachtgebieden van belang uit 9 EU-landen met het Italiaanse Instituut van Applied Ecology (IEA) zijnde de coördinerende begunstigde.
Het project zal bijna 5 jaar duren met een totaal budget van € 7.028.148 (EU-bijdrage: € 5.265.454)
De kanttekening: “het project mag niet vertragend werken”.
We kijken met belangstelling uit naar de toekomstige resultaten van dit gezamenlijke project. Echter, men kan niet genoeg benadrukken, dat het er niet toe mag leiden dat de kennis waarover we nu al beschikken, niet ten volle benut wordt.
“Veronachtzaming ervan is onacceptabel”.
Met deze kennis doelen we met name op wat bekend is uit de uitgebreide ervaringen van Will N.Graves en Valerius Geist, zoals o.a. beschreven in hun boek ‘Wolves in Russia’ met de ondertiteling ‘Anxiety Through the Ages’, alsmede uit de publicaties van Charles E. Kay.
N.B. Een drietal Nederlandstalige uittreksels van ‘Wolves in Russia’ verschenen op de site van de NOJG.
Wolven zijn van nature zeer schuw en uiterst voorzichtig en laten zich gemakkelijk afschrikken.
Tegen de tijd dat de wolf een mens aanvalt is hij er al diep van doordrongen, dat de mens ongevaarlijk is.
Onbeperkte bescherming leidt er dus toe, dat de wolf zijn diepgewortelde angst voor de mens zal verliezen. Dit zal ongetwijfeld tot gevaarlijke situaties leiden.
Zolang zijn standaard prooidieren in voldoende mate aanwezig zijn, zal de wolf niet snel een nieuwe prooi aannemen
Een mogelijke nieuwe prooi wordt eerst maandenlang van een afstand bestudeerd en dan voorzichtig benaderd, alvorens de wolf – aanvankelijk wijfelend – de nieuwe prooi aanvalt
De mens als mogelijke prooi vormt daarop geen uitzondering
Er zijn veel verslagen van aanvallen op mensen door rabiate èn gezonde wolven
Aanvallen op mensen vinden ook nu nog plaats (8, 9)
Bij uitputting van zijn prooidier-populatie gaat de wolf op zoek naar andere prooien en zal gedreven door honger zijn schuwheid afleggen en dus gevaarlijk worden
Er bestaat geen natuurlijk mechanisme, dat de populatie van wolven getalsmatig inperkt, behalve door uitputting van het leefgebied, i.c. uitroeien van de wildstand wanwege ongecontroleerde aanwas van de wolvenpopulatie
De wolf doodt vaak om te doden (surplus killing), ook in niet-afgesloten gebieden. Van de prooi wordt vaak minimaal of helemaal niet gevreten. Deze overkill resulteert vaak in een sterk versnelde decimering van de wildstand
De populatie van bijv. hoefdieren wordt niet ‘in balans’ gebracht door de wolf. Integendeel, door bovenmatige predatie van kalveren ontstaat een ‘scheve’ populatie-opbouw
Voor de bewering dat een biotoop ‘gezonder’ zou worden en dat de wolf een positieve invloed op de bio-diversiteit zou hebben bestaat geen aanwijzing. Er zijn wel aanwijzingen van het tegendeel. Denk o.a. aan het ontstaan van een ‘predator-pit’ (2, 3).
Bovenstaande eigenschappen zijn algemeen van toepassing op de grijze wolf (Canis Lupus) wereldwijd.
Samenleven met de wolf blijft mogelijk, maar slechts met inachtneming van bovenstaande biologisch bepaalde eigenschappen
Voorwaarden tot samenleven met de wolf
De wolf mag niet aan de mens gewend raken
Wel moet er spaarzaam (!) contact zijn met de mens, waarbij de wolf de mens als mogelijke bedreiging moet blijven zien
Hiertoe is een zekere mate van bejaging noodzakelijk
Er moet altijd ruim voldoende wild (hoefdieren) aanwezig zijn
De verhouding wolf/hoefdieren moet dus zeer laag zijn èn blijven
Hiertoe moet door bejaging aanwas van de populatie voorkomen worden
Tegelijkertijd moet genetische uitwisseling mogelijk zijn, om inteelt te voorkomen
Deze voorwaarden betekenen
een wolven-habitat moet in een geïsoleerd gebied liggen
toeristisch wolven-bezoek is uitgesloten
bejaging van de wolf zal hem uiterst voorzichtig maken, met als gevolg dat hij steeds moeilijker te bejagen wordt
voor een wolven-habitat moet een minimum grootte vastgesteld worden, een minimale wildstand en het maximale aantal wolven
gehouden dieren (vee) kunnen slechts beperkt en uitsluitend goed beschermd in het gebied aanwezig zijn
om genetische uitwisseling mogelijk te maken, moeten een aantal van die minimumgebieden onderling bereikbaar zijn voor de wolven
landen moeten de wolf met alle middelen kunnen weren uit gebieden die niet aan de noodzakelijke voorwaarden voldoen
landen die helemaal niet aan de noodzakelijke voorwaarden kunnen voldoen, bijv. door ruimtegebrek, moeten vrij zijn de wolf volledig te weren
Minimum oppervlak – een grove schatting
In een paragraaf over Belarus noemt Graves 8-10 wolven per 100km2 (10×10 km) een zeer hoge dichtheid, waarbij praktisch alle jongen van elanden, zwijnen en reeën gedood werden.
Nemen we aan, dat 1 wolf per 100km2 een voldoende lage stand is (3), dan komen we voor een roedel van 5 dieren op 500 km2. Voor 3 van deze habitats – nodig voor genetische uitwisseling – komen we op 1500 km2 (30×50 km) geïsoleerd gebied.
Suggesties aan FACE
de inspanningen van FACE om de wolf in Europa zijn status van ‘stricte bescherming’ te ontnemen, kan meer kracht bijgezet worden door sterke nadruk te leggen op de biologisch bepaalde onmogelijkheid tot ‘vreedzaam’ samenleven, zoals hierboven uiteen gezet
het boek ‘Wolves in Russia’ van Will N.Graves is op dit moment niet meer in de handel. FACE zou mogelijk een beperkte herdruk kunnen entameren. Een aantal exemplaren bevindt zich nog in enkele bibliotheken in Europa (1).
FACE zou contact kunnen zoeken met wetenschappers uit Rusland en voormalige Sovjet-republieken. Graves geeft een compacte lijst met (engelstalige ?) publicaties uit die gebieden.
FACE zou de studie naar ziekteverspreiding door de wolf kunnen bevorderen
Paul Bouwmeester, feb 2023
Aanbevolen litteratuur
Wolves in Russia, Will N.Graves, ISBN 978-1-55059-332-7, aanwezig in bibliotheken
Biological predator deserts in Siberia and North America, Geist, V. 8/23/2019,
The gray Wolf revealed, Kaj I Granlund and Will N Graves, Nov 8, 2019
Landschapsgebruik van wild verandert door de komst van de wolf
In 2015 keerde de wolf terug in Nederland. ARK Rewilding Nederland, de Zoogdiervereniging en Faunabeheereenheid Gelderland bespraken onlangs hoe het mogelijk is om het natuur- en faunabeheer op de Veluwe te laten meegroeien met de aanwezigheid van wolven.
Het landschapsgebruik van wild verandert als gevolg van de komst van de wolf. De mens is niet langer als enige van invloed op de aantallen zwijnen en herten. De meeste wolven leven in natuurgebieden en jagen op daar levende herten, reeën, zwijnen en kleiner wild zoals hazen.
Ecologen, natuurbeheerders en wildbeheerders menen de invloed te zien van wolven op gedrag en aantallen van herten, zwijnen en reeën. Naast sterfte door afschot en incidenten zoals aanrijdingen, is er predatie door wolven bij gekomen. Iets om in het wildbeheer rekening mee te houden.
Hoe de interactie tussen wolf, aas en aaseters precies zit, moeten de komende jaren in kaart worden gebracht. Wanneer meer bekend is over de voedselbehoefte van wolven in het Nederlandse landschap, kan ook in relatie tot het beheer worden ingeschat of en zo ja hoeveel er in het faunabeheer rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van wolven.
Er zijn ook juridische randvoorwaarden voor faunabeheer die voortvloeien uit de beschermde status van de wolf. Als gevolg van de strikte bescherming is onder meer het ‘opzettelijk verstoren’ van wolven verboden, en zijn overheden verplicht actief ‘instandhoudingsmaatregelen’ voor wolven te treffen.
Veel boeren ervaren gewasschade door ganzen als een groot probleem. Maar ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Ook zijn er te veel ganzen. Daarom zien boeren het inzetten van preventieve maatregelen vaak niet als zinvol. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12 onlangs liet uitvoeren.
BIJ12 gaf de bureaus Wing en D&B opdracht te onderzoeken hoe boeren en jagers aankijken tegen het voorkomen van schade aan landbouwgewassen door ganzen. Provincies willen namelijk graag dat boeren zich meer inzetten voor het voorkomen van ganzenschade. Om dit te bevorderen moeten boeren in sommige provincies een deel eigen risico betalen bij ganzenschade.
Rol boeren en jagers
In het onderzoek ‘Van gansrijk naar kansrijk’ is gekeken hoe boeren en jagers aankijken tegen de mogelijkheden om schade te voorkomen. Ook is gekeken naar de rol die zij daarin voor zichzelf zien weggelegd. Hiervoor werd met boeren en jagers gesprekken gevoerd en een schriftelijke enquête uitgezet. Er werd gevraagd wat boeren en jagers op dit moment zelf doen om schade te voorkomen. En waarom zij bepaalde instrumenten wel of niet inzetten. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van theorieën uit de gedragswetenschap.
Weinig steun
Uit het onderzoek blijkt dat veel boeren schade door ganzen als een probleem ervaren, maar het gevoel hebben dat het inzetten van preventieve maatregelen weinig zinvol is, zolang andere partijen niet ook hun steentje bijdragen. Bovendien zijn er te veel ganzen om effectief schadepreventie in te kunnen zetten. Ganzenschade is een probleem dat niet alleen door boeren kan worden opgelost. Jagers geven aan dat ze vanuit de samenleving en de politiek weinig steun ervaren voor hun inzet om schade te bestrijden. De regelgeving en administratieve druk wordt als complex ervaren. Toch voelen jagers een belangrijke mate van verantwoordelijkheid tegenover de boer.
Meer vrijheid
De onderzoekers raden aan om lokaal met alle partijen de handen ineen te slaan. Ook moet gesproken worden over ieders verantwoordelijkheid en de onderlinge verwachtingen. Verder moeten boeren en jagers het vertrouwen en de vrijheid krijgen om binnen de gestelde kaders hun eigen keuzes maken. Ook hebben boeren en jagers behoefte aan meer en betere informatie. Het is voor boeren en jagers niet altijd duidelijk wat het effect is van hun acties.
Meer mogelijkheden om edelherten te schieten in Oostvaardersplassen
Staatsbosbeheer en Faunabeheereenheid Flevoland krijgen van de provincie meer mogelijkheden om edelherten in de Oostvaardersplassen af te schieten. Dat is nodig om te voorkomen dat er te veel grote grazers rondlopen. In het verleden heeft voedselschaarste door te grote kuddes in de winter geleid tot dierenleed.
Nu is de periode waarin geschoten mag worden nog van 1 augustus tot 15 maart, maar de provincie heeft die periode verruimd tot 1 mei. Verder zijn er minder beperkingen als het gaat om schieten na zonsondergang en voor zonsopkomst, als er in de nacht maar tenminste acht uur rust voor de dieren is.
Staatsbosbeheer en Faunabeheereenheid Flevoland krijgen nu ook toestemming om tijdens de bronsttijd te schieten. Normaal gesproken wordt er in de periode van half september tot half oktober niet geschoten, maar om de doelstellingen te halen wordt die beperking geschrapt. Eind vorig jaar werd duidelijk dat nog 1.600 edelherten en 100 heckrunderen gedood moesten worden om tot het gewenste aantal dieren in de Oostvaardersplassen te komen. Staatsbosbeheer wil het aantal edelherten terugbrengen naar 500, het aantal heckrunderen naar 300.
Verontwaardiging
GroenLinks zegt met ‘verontwaardiging’ kennisgenomen te hebben van het besluit. Corina Straatsma van GroenLinks is bang dat de rust voor vogels wordt verstoord en daarmee de broed van de vogels in gevaar komt. Ook is de partij bang dat het afschieten invloed heeft op het voortplantingsgedrag van de andere dieren in de Oostvaarderplassen.
GroenLinks wil samen met de Partij voor de Dieren een motie indienen waarin ze vragen de plannen in te trekken.
Raad van State
Tijdens een spoedzitting van de Raad van State in Den Haag vroegen de organisaties Fauna4Life en Dierbaar Flevoland om een direct verbod op de afschot van de edelherten. Die zou schadelijk zijn sommige vogelkolonies. Een groot aantal edelherten vinden de organisaties geen probleem. Als er niets meer te eten is voor de dieren neemt het aantal vanzelf af, zo is de redenering. De rechter neemt binnen twee weken een besluit.
BIJ12 onderzoekt opvliegen vogels bij geweerschoten
13 februari 2023
Wanneer zijn geweerschoten verstorend voor vogelsoorten in en rond natuurgebieden? En wat is het effect op met name beschermde vogelsoorten? Hierover is nog weinig bekend. Daarom liet BIJ12 hier onderzoek naar doen.
BIJ12 vroeg onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga om samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland onderzoek te doen naar de verstorende effecten van geweerschoten op verschillende vogelsoorten in en rond natuurgebieden. Deze natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden, bieden rust, nestgelegenheid en eetgelegenheid aan een veelvoud aan vogelsoorten. Buiten die natuurgebieden vindt in sommige gevallen afschot plaats voor beheer of schadebestrijding. Ook wordt in gebieden die voor weidevogels bestemd zijn, op predatoren zoals vossen gejaagd. Als er te weinig afstand van de natuurgebieden wordt genomen, kunnen de beschermde vogelsoorten die in de natuurgebieden broeden of overnachten verstoord worden.
Opkijken of opvliegen
De onderzoekers hebben alle beschikbare informatie uit literatuur bijeengebracht en geanalyseerd. Op basis daarvan is bepaald welk type verstoring op kan treden en hoe die in het veld waar te nemen is. Er is onderscheid in directe effecten na het lossen van het schot (opkijken, opvliegen, wegvliegen) en effecten op de populatie (het verlaten van nesten en geschikt leefgebied, verlies van conditie vanwege veelvuldig opvliegen en afname van de populatie in algemene zin). De directe effecten zijn in een veldonderzoek onderzocht.
Reactie op geweerschot
Rond twee natuurgebieden in Noord-Holland hebben de onderzoekers gedurende twee winterperioden in het veld het gedrag van vogels geobserveerd terwijl een jager in de lucht geweerschoten loste. Er is gekeken naar de afstand tussen de vogels en de jager en de reactie van de vogels (niets doen, opkijken en opvliegen). Het onderzoek is geheel uitgevoerd binnen de bestaande wettelijke mogelijkheden. Voor dit onderzoek zijn geen dieren gedood.
Veel variatie in opvliegafstanden
De onderzoekers hebben in totaal het gedrag van 28 vogelsoorten kunnen bestuderen. De belangrijkste soorten zijn grauwe gans, wilde eend, smient, kolgans, brandgans, nijlgans en bergeend. Er zit veel variatie in de reacties van vogels op het schot. Sommige soorten reageren sneller dan andere soorten. Ook binnen een soort is veel variatie te vinden. Ganzen kunnen op 50 meter blijven zitten maar ook op 800 meter afstand nog opvliegen. Vogels in grote groepen vliegen eerder op dan vogels in kleine groepen. Ook omgevingskenmerken zoals windrichting, vegetatie en achtergrondgeluid zijn van invloed. Dat is logisch, want die beïnvloeden hoever het geluid draagt. Maar ook wanneer al deze factoren worden meegenomen, is het lastig om de grote variatie van de reacties op het schot goed te verklaren. Daarbij speelt ook mee dat er ook nog andere verstoring in het gebied is als gevolg van recreatie, verkeer, landbouwkundige activiteiten en luchtvaart.
Niet eenduidig
Voor de vastgestelde variatie in reacties is het niet mogelijk om een eenduidige afstand per soort te bepalen waarmee negatieve effecten op de soort en de instandhoudingsdoelstellingen kunnen worden uitgesloten. Deze vertaling wordt ook bemoeilijkt doordat verstoring door geweerschoten bovendien vaak niet de meest bepalende factor is waarom soorten wel of niet een goede staat van de instandhouding verkeren. Hoewel het lastig is om op basis daarvan een algemene stelregel vast te stellen, geeft het onderzoek wel meer inzicht in de reactie van vogels dan we tot nu toe hadden. Het onderzoek geeft veel informatie over hoe de relatie tussen het schot en de reactie van vogels in verschillende situaties te voorspellen en te duiden is. In de praktijk moet per gebied worden bezien hoe erg eventuele verstoring is. Het ligt bijvoorbeeld voor de hand om rond broedgebieden met kwetsbare soorten terughoudender te zijn dan rond foerageergebieden met robuustere soorten.
Limburgs Faunadebat succesvol met deelname van negen politieke partijen
Het Groot Limburgs Faunadebat dat door de Jagersvereniging afdeling Limburg in samenwerking met de NOJG regio Limburg was georganiseerd in Baexem op donderdagavond 9 februari met een deelname van negen politieke partijen, 120 bezoekers in de zaal en 123 kijkers via de livestream een mooi succes. Na een levendige discussie aan de hand van enkele scherpe stellingen, kregen de aanwezigen een duidelijk beeld van de standpunten van de verschillende politieke partijen in hun provincie. Dit werd nu de provinciale verkiezingen voor de deur staan, als zeer waardevol ervaren.
De onderwerpen betroffen;
Uitvoeren faunabeheerplannen dienen ook in zijn geheel uitgevoerd te worden door de Terrein Beherende Organisaties, zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten em Limburgs Landschap, daar zij immers deze ook goedkeuren. De provincie waar zij het over grote deel van hun subsidie van ontvangen, dient dan hierin ook haar verantwoordelijkheid te nemen en de TBO’s op de uitvoering aan te spreken, dat het Faunabeheerplan voor de gehele provincie geldt en dat er geen uitzondering kan gelden voor de TBO gronden.
Predatorenbeheer en registratie Fauna Registratie Systeem a.d.v. voorbeelden van de jager en bioloog Willem Maris die een toelichting op de patrijzenprojecten in de provincie gaf, waarbij ook het effect van predatorenbeheer werd onderstreept.
De stelling hoe om te gaan met de opdrachten voor het wel of niet exoten vangen en/of doden, zoals dit met bijvoorbeeld de wasbeer gaat?
De stelling over beverbeheer met behulp van de bioloog van het Waterschap Limburg, die een beeld schetste van de ontwikkeling van de bever in Limburg en wat de gevolgen waren voor het Waterschap en of dit al dan niet door vrijwillige of professionele jagers moet worden uitgevoerd.
Tot slot werd ook de komst van de wolf en de gevolgen hiervan in Limburg nog even besproken, dit nadat lokale schapenhoudster Gitta Backer haar persoonlijke angsten en zorgen met de aanwezigen had gedeeld. De discussie hierover gaf hierover de nodige verdeeldheid te zien van; “Geen wolven tot volledig beschermen” en dat er nog veel onduidelijkheid bestaat, waar het nieuwe provinciaal wolvenbeheerplan (eind 2023) naar toe zal leiden. Van de kant van de Jagersverenigingen werd duidelijk aangegeven, dat de jagers hier buiten staan en slechts uitvoerders zijn indien hierom wordt verzocht, door de provincie.
Meld u aan voor het groene verkiezingsdebat in Utrecht van 7 maart 2023
De Utrechtse Natuur en milieuorganisaties organiseren op dinsdag 7 maart vanaf 19 uur het Groene Verkiezingsdebat in Kanaal30, Kanaalweg 30 in Utrecht. De verschillende partijen gaan dan met elkaar in debat aan de hand van verschillende groene thema’s. Ben jij erbij? Onderwerpen waarover de partijen met elkaar in discussie gaan zijn; mobiliteit, water en bodem, duurzame landbouw en natuur, duurzame energie en klimaatverandering en circulaire samenleving.
Utrecht wil een groene en gezonde regio zijn. De provincie Utrecht heeft een grote aantrekkingskracht vanwege het vele groen in combinatie met de bereikbaarheid en een goed draaiende economie. Door de groei van de bevolking en de bebouwing komen de ambities om een groene en gezonde regio te zijn onder druk te staan. Stem daarom voor natuur en laat je stem niet verloren gaan.
Standpunt Minister Natuur en Stikstof over gebruik landelijke vrijstelling vos
Vrij recent (9 november 2022) heeft de Minister van Natuur en Stikstof nog tijdens het Commissiedebat Natuur in de Tweede Kamer de navolgende tekst uitgesproken ter bevestiging van haar eerdere standpunt.
Zie pagina 71 van het onderstaand verslag van de Commissie vergadering Natuurbeleid.
Minister van Natuur en Stikstof
“Dan kom ik op de vraag van de heer Bisschop over de vrijstelling voor de vos en de juridische impasse. Er is geen sprake van een juridische impasse, want provincies maken nog steeds gebruik van de landelijke vrijstelling voor de vos. Alleen in Utrecht is men inderdaad gebonden aan de uitspraak van de rechter. Gevraagd werd of ik ervoor ga zorgen dat er een landelijke vrijstelling komt voor de jacht op de vos in de context dat die een belangrijke predator is van weidevogels. De landelijke vrijstelling van de vos voor schadebestrijding is nog steeds van kracht. In Utrecht heeft de rechter de ontheffing buiten werking gesteld. Dat besluit is momenteel onderwerp van een hogerberoepsprocedure.”
Regelgeving Gekwalificeerd Persoon wordt aangepast
Het ministerie van LNV (NVWA) heeft in samenspraak met o.a. SJN, de Jagersvereniging en de NOJG overlegd de aanpassing van de Wetgeving ten aanzien van gekwalificeerde personen (GP). De overeenkomst moest worden aangepast om te voldoen aan een gewijzigde Benelux overeenkomst op dat punt (Beneluxbeschikking M(2019)13). De Benelux overeenkomst betreft met name een onderlinge erkenning van elkaars gekwalificeerde personen en de aanleg van een (digitaal) register dat in de Benelux-landen is te raadplegen.
Vanuit de NVWA bestond sterk de wens om eens in de vier jaar de lijst van gekwalificeerde personen op te schonen, middels een verplicht examen.
Standpunt van de Jagersvereniging
De Jagersvereniging heeft aangegeven dat zij voorstander is van het aanleggen van een register dat in Benelux-verband kan worden geraadpleegd. Dit vereenvoudigd de administratieve lasten van onze Gekwalificeerde personen en maakt het makkelijker om in betrokken landen geschoten wild in het veld te beoordelen op eventuele voedselveiligheidsrisico’s. De Jagersvereniging vindt dan ook dat het goed zou zijn als meerdere landen tot een vergelijkbare erkenning en harmonisatie zouden komen.
De verplichte hertoetsing leidt echter tot een onevenredige verzwaring voor de Nederlandse GP, terwijl wij wel belang hechten aan een continue proces van bijscholing, gericht op actuele dierziektes en zoönosen dat de kwaliteit van de Gekwalificeerd Persoon(GP) up date houdt.
Bereikte overeenstemming
Er wordt voorzien in een register van Gekwalificeerde Personen, dat ook in de andere Benelux-landen kan worden geraadpleegd.
De NVWA gebruikt deze lijst voor het informeren van de Nederlands GP over actuele dierziektes en symptomen waarop gelet dient te worden.
Een maal in de vier jaar wordt middels een verplichte herscholingsmodule de lijst van Nederlandse GP geactualiseerd.
Tijdens deze digitale bijeenkomst zal de nadruk liggen op het delen van nieuwe inzichten en nieuwe informatie waarbij ook enkele belangrijke punten uit de cursus Wildhygiëne worden meegenomen.
Het verplichte karakter van deelname zorgt ervoor dat de GP, deze nieuwe inzichten tot zich nemen.
Het niet deelnemen aan deze bijeenkomst kan aanleiding zijn de GP-registratie door te halen.
Een toets maakt geen onderdeel uit van deze verplichte bijscholing.
Deze manier van bijscholing komt overeen met andere vormen die in Nederland gebruikelijk zijn, bijv. in de luchtvaart d.m.v. een herhalingseminar vlieginstructeur.
Het ministerie van LNV is gevraagd actief aan de slag te gaan om er voor te zorgen dat ook België en Luxemburg deze route zullen volgen. Er ontstaat anders scheefgroei tussen de drie landen en dat ondermijnt de acceptatie en vertrouwen in de Benelux-overeenkomst in het algemeen en in de kwalificatie van de GP’s in het bijzonder.
Aanpassing van de wetgeving mag niet leiden tot (extra) beperkingen voor jagers die geen GP zijn.