Jacht

Jagen in Nederland

“De Jacht in Nederland is meer dan schieten alleen”

Er zijn tegenwoordig nog maar weinig mensen die voor hun levensonderhoud zijn aangewezen op de jacht. Het verlangen om te jagen is echter bij alle volkeren springlevend gebleven en er is dan ook geen land ter wereld waar niet wordt gejaagd.

Jacht in onze maatschappij heeft mede tot taak het wild en de groene ruimte waarin het wild leeft in stand te houden. Het jachtbedrijf is dan ook voor een belangrijk deel toegespitst op actief natuurbeheer. De moderne jager is vóór alles een wildkenner en faunabeschermer.

Je mag niet zomaar jagen in Nederland. Om met een geweer te mogen jagen, moet je tenminste 18 jaar en bezit van een erkend jachtdiploma, een omgevingswetvergunning jachtactiviteit hebben en mogelijkheid hebben om op minimaal veertig hectare aaneengesloten gebied, dat voldoet aan de eisen van artikel 11.76 Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) te mogen jagen en een WA-verzekering jachtactiviteiten hebben die voldoet aan de eisen zoals vermeld in artikel 11.78 BAL

In Nederland maakt men zich sterk voor een gevarieerde planten- en dierenwereld, ook wel biodiversiteit genoemd. Duurzaam gebruik van de natuur is een voorwaarde voor een optimale biodiversiteit. Jacht en beheer van diersoorten is een belangrijk onderdeel van dit duurzame gebruik.(Bron: Ministerie van LNV, wetsvoorstel 29.448, 4 april 2006, behandeling en ‘stemming, nr. 24, p. 1152)

Jagen toen en nu

De vroege mens was een jager/verzamelaar. Hij maakte deel uit van de natuur en benutte haar op verschillende manieren. De landbouw zorgde voor groente en fruit, de veeteelt voor melk en vlees. Ook de jacht leverde vlees en dus voedsel op. In de huidige tijd is de mens nog steeds onderdeel van de natuur en het cultuurlandschap. We vinden hem/haar terug als vrijwilliger in bos en veld tijdens de uitoefening van het spannende vak van jager, beheerder en bestrijder. Jagers doen dit werk niet zomaar vrijblijvend: zij vinden het leuk om hun jachtveld gedurende het gehele jaar in de gaten te houden, waarna zij uiteindelijk tot een weloverwogen afschot komen. Deze verantwoordelijkheid voor de natuur en de spanning van de jacht is voor jagers een mooie en inspirerende combinatie. Tegenwoordig weten mensen dat de natuur in Nederland zichzelf niet kan redden: De ervaring heeft geleerd dat bepaalde dieren zich in een cultuurlandschap ten koste van andere vermeerderen, en dat brengt de biodiversiteit soms In gevaar. Ingrijpen is dan noodzakelijk en daarom horen natuur en beheer door jacht bij elkaar. De Europese Unie wil door samenwerking tussen betrokkenen tot een goed faunabeheer komen, met zoveel mogelijk variatie in diersoorten.

Jagen, beheren en  bestrijden

In Nederland mag worden gejaagd op een aantal diersoorten. Op welke dieren mag u precies jagen? In welke periodes mag dat en onder welke voorwaarden moet dit gebeuren?

Algemene regels voor het jagen

  • Houtduif
  • Wilde Eend
  • Fazant
  • Haas
  • Konijn
Algemene eisen:
  • U bent 18 jaar of ouder.
  • U gedraagt zich als een goed jager.
  • Er bestaat geen vrees dat u misbruik maakt van uw wapen of uw bevoegdheid om te jagen.
  • De bevoegdheid om te jagen mag u niet door de rechter zijn ontzegd.
  • U bent in de twee jaar voor het aanvragen van de akte niet veroordeeld voor het overtreden van de Flora- en faunawet, de Wet op de dierenbescherming of de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Periodes en tijden

U mag niet jagen;

  • op zondag, nieuwjaarsdag, tweede paas- en pinksterdag, beide kerstdagen en Hemelvaartsdag
  • voor zonsopgang en na zonsondergang (behalve op wilde eenden vanaf een half uur voor zonsopkomst tot een half uur na zonsondergang)
Uitgeputte dieren

U mag niet jagen:

  • op wild dat door onvoldoende bevedering niet kan vliegen of door de weersomstandigheden uitgeput is
Plaatsen

U mag niet jagen:

  • binnen een straal van 200 meter rond plaatsen waar voer of aas ligt om wild te lokken
  • met een geweer binnen de afpalingskring van een eendenkooi
  • met een geweer binnen de bebouwde kom van de gemeenten en de aangrenzende percelen
  • op begraafplaatsen
  • in de buurt van wakken of bijten in het ijs
  • op wild dat door zich hoge waterstand ophoudt op hoog gelegen gedeelten
  • vanuit een motorrijtuig of vanuit een luchtvaartuig
  • vanuit een vaartuig dat 5 km of harder per uur vaart (geldt alleen voor jagen op wilde eend, fazant, patrijs of houtduif)

Bij het jagen moet u aan diverse voorwaarden voldoen. Deze vindt u bij de Algemene regels voor het jagen. Wilt u andere jachtmiddelen gebruiken? Dat kan alleen als u hiervoor een ontheffing heeft gekregen voor beheer en schadebestrijding.

Jagen bij sneeuw

Is de grond bedekt met sneeuw? Dan mag u jagen op konijnen, hazen, wilde eenden, houtduiven en fazanten, zolang u deze dieren niet voor de voet bejaagt. Voor konijnen, hazen en fazanten is dan de drijfjacht wel toegestaan.

Uw provincie kan tijdens bijzondere weersomstandigheden de jacht voor de hele provincie of een deel daarvan een bepaalde tijd sluiten.

Verschil tussen Jacht, beheer en schadebestrijding diersoorten

De huidige Omgevingswet kent een duidelijk verschil in de jacht beheer en schadebestrijding op diersoorten.

Namelijk:

  • De Jacht, Art 8.3 Omgevingswet en Artikel 4.17 Omgevingswet regeling (opening jacht)op nog 5 wildsoorten dit zijn Haas, Fazant, Wilde eend, konijn en de houtduif in een voor hen geldende geopend seizoen op basis van een Jachthuurovereenkomst.
  • Beheer van diersoorten op basis van een goedgekeurd Faunabeheerplan, dat opgesteld wordt door een Faunabeheereenheid en uitgevoerd op basis van hierop verstrekte provinciale omgevingsvergunningen of Ministrieel besluit  worden jagers het gehele jaar door ingeschakeld voor het beheren van populaties grote hoefdieren: ree, maar ook ganzen om schade te voorkomen.
  • Schadebestrijding diersoorten op basis van de toestemming grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL);
    • een landelijke of provinciale omgevingsverordening
    • Op basis van een Faunabeheerplan van een Faunabeheereenheid;
    • Ministriële – en of provinciale opdracht (art 3.67 Bkl)
    • Omgevingsvergunning  8.74j, tweede lid Bkl (vogels), 8.74k, tweede lid, Bkl (soorten habitat-richtlijn), 8.74l, tweede lid, Bkl (andere soorten)

Overzicht van wettelijke vereisten ten aanzien van de uitoefening van de jacht, het populatiebeheer en schadebestrijding door grondgebruikers

 

Jacht

Vrijstelling voor schadebestrijding

Populatiebeheer

Welk belang Benutting en redelijke wildstand in eigen jachtveld Schade aan eigendommen en bescherming flora en fauna
  • Schade aan eigendommen
  • Bescherming flora en fauna
  • Volksgezondheid en openbare veiligheid vliegverkeer
  • Andere belangen
Wie bevoegd Jachthouder en anderen in zijn gezelschap Grondgebruiker en anderen met diens toestemming (jachtaktehouder of wildbeheereenheid) Faunabeheereenheid, personen door hen gemachtigd (jachtaktehouder of wildbeheereenheid)
Grondslag Jachtrecht (zakelijk recht), zoals beperkt door de wet Landelijke vrijstelling (bij ministeriële regeling) en provinciale vrijstelling (bij provinciale verordening) Provinciale ontheffing of opdracht
Welke soorten Vijf soorten, mits in goede staat van instandhouding. Te bepalen bij algemene maatregel van bestuur. Afhankelijk van faunabeheerplan en ontheffing
Welke periode Jachtseizoen, bepaald door minister LNV, in overleg met provincies Te bepalen bij vrijstelling, kan gehele jaar. Afhankelijk van faunabeheerplan en ontheffing
Welke voorwaarden voor de uitvoering
  • Goed jachthouderschap
  • omvang jachtveld bij gebruik geweer
  • redelijke wildstand
  • uitvoeringsvoorschriften,
  • aansprakelijk voor wildschade
  • overeenkomstig faunabeheerplan
Schade in omgeving, dit of volgend jaar optredend.
Afhankelijk van ontheffing op basis van goedgekeurd faunabeheerplan
Welke middelen
  • Aangewezen bij wet
  • voor gebruik geweer en jachtvogels is een akte vereist
  • Landelijke vrijstelling: aangewezen bij ministeriële omgevingsbesluit
  • provinciale Omgevingsvergunning: aangewezen bij provinciale verordening
  • voor gebruik geweer en jachtvogels is een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit vereist
  •  
  • Bij omgevingsverordening aangewezen door provincies
  • voor gebruik geweer en jachtvogels is een omgevingsvergunning vereist
Eisen jachtakte
  • Jachtexamen·
  • jachthouder zijn van grond van voldoende omvang (40 ha) of diens toestemming hebben
  • verzekering jachtgeweer
  • lidmaatschap wildbeheereenheid indien jachthouder

Idem

geen lidmaatschap van een wildbeheereenheid vereist

Idem

meestal wel lidmaatschap door wildbeheereenheid geeïst, i.v.m. gebruik omgevingsvergunning(en) die gecoördineerd worden door de WBE

Rol faunabeheereenheden Opstellen faunabeheerplannen t.b.v. wildsoorten Opstellen faunabeheerplannen uitvoering schadebestrijding Opstellen faunabeheerplannen t.b.v. beheer populaties
Rol wildbeheereenheden Aanleveren gegevens trendtellingen wildsoorten en geregistreerd afschot hiervan aan faunabeheereenheden voor faunabeheerplan Aanleveren gegevens trendtelling faunasoorten en geregistreerd afschot via FRS t.b.v. het faunabeheerplan aan faunabeheereenheden Uitvoering en coördinatie t.b.v.faunabeheerplan

Voor meer overzicht;  Zie het landelijk overzicht op de site van de faunabeheereenheden in Nederland, waar  U iedere provinciale faunabeheereenheid kunt vinden met alle juiste gegevens

Jagen is conform de omschrijving in artikel 1 van de Omgevingswet, bemachtigen, doden of het met het oog daarop opsporen van wild alsmede het doen van pogingen daartoe;

In de herfst en winter wordt het meeste wild gegeten, want dat is de periode dat er op wild wordt gejaagd. De jonge dieren zijn dan zelfstandig en de populatie is het grootst. De Flora- en faunawet kent in Nederland vijf wildsoorten met een eigen jachtperiode: haas, konijn, fazant, wilde eend en houtduif. De patrijs is ook een wildsoort, maar daar mag vanwege de lage stand niet op gejaagd worden.

Verder worden jagers het gehele jaar door ingeschakeld voor het beheren van populaties grote hoefdieren:  zoals ree en wild zwijn en de overzomerende en overwinterende ganzen, die vrij veel schade veroorzaken aan de landbouw en Fauna.

Doordat in Nederland voor de natuurlijke vijanden van deze dieren geen plaats meer is, heeft de jager in feite de rol van roofdier overgenomen. Jagers helpen ook bij de bestrijding van (dreigende) land- en bosbouwschade: landbouwgewassen en jonge bos-aanplant vormen voor veel dieren een aantrekkelijke voedselbron. Zij eten deze gewassen op, bevuilen of vertrappen ze, of wroeten akkers om. De grondgebruikers moeten veel doen om schade aan hun gewassen door bijvoorbeeld wilde zwijnen en ganzen te voorkomen. Daarvoor plaatsen zij knalapparaten, vlaggen en linten, vogelverschrikkers en afrasteringen. Als deze middelen de schade niet afdoende beperken, doen land- en bosbouwers een beroep op jagers.

Verantwoordelijkheid voor de natuur

Door wegenaanleg, stadsuitbreiding en huizenbouw is de ruimte voor natuur steeds verder geslonken. Toch leven in ons land veel dieren in het wild. Dit is mede te danken aan het fauna- en natuurbeheer door ongeveer 30.000 jagers en +/- ook 30.000 drijvers en andere betrokkenen die veel werk in het veld verzetten. De taken en verantwoordelijkheden van de jager zijn vastgelegd in de Flora- en faunawet. De jager streeft in zijn of haar gebied naar een wildstand die enerzijds geen bedreiging vormt voor de landbouw en anderzijds de dieren een optimaal leven verschaft.

Als er door faunasoorten schade is aan gericht aan de landbouwgewassen, verleent de jager op verzoek van de betreffende boer zijn diensten. Ook tellen jagers diersoorten, zodat een goed beeld kan worden ver kregen van de populatie-ontwikkeling van deze dieren. Jagers zetten zich daarnaast in voor zogeheten biotoopverbetering door de leefomstandigheden van in het wild levende dieren te verbeteren. Ook plaatsen ze wildspiegels om aanrijdingen te voorkomen en bestrijden ze stroperij. Hierbij werken ze samen met boeren en terreinbeheerders. Van het diervriendelijke beheer van slootranden, bermen, perceelranden en het aanplanten en onderhouden van houtwallen profiteert niet alleen het wild, maar ook vlinders, vogels, marterachtigen en andere beschermde dieren varen daar wel bij. En dat is weer goed voor de biodiversiteit.

Biodiversiteit

Biodiversiteit wordt vaak opgevat als het totale aantal planten- en diersoorten van een gebied. In Nederland zijn er ruim 24.000 diersoorten en ruim 10.000 plantensoorten. Daarmee vormen ze ongeveer 2% van het totaal aantal soorten dat op de wereld bekend is.

Wat is weidelijkheid?

Bij de jachtcursus en het jachtexamen vormt ‘weidelijkheid’ een belangrijk thema: een weidelijk jager is een vakkundig jager met eerbied voor de natuur, die in het besef van zijn verantwoordelijkheid de jacht uitoefent. Vanzelfsprekend komt hij de wettelijke verplichtingen na van het land waarin hij jaagt. Een weidelijk jager zal alle middelen aanwenden om dieren niet onnodig te laten lijden, hij verzorgt geschoten dieren zodanig dat er zo weinig mogelijk van verloren gaat, en werkt waar mogelijk samen met andere natuurbeheerders.

Voorwaarden

In ons land is de jacht gebonden aan strenge regels. Kennis van deze regels is noodzakelijk om aan het jachtbedrijf te mogen deelnemen. Sinds 1 april 1978 dient iedereen die een jachtakte wil aanvragen in het bezit te zijn van het door het Ministerie van Economische Zaken erkend jachtdiploma.

De SJN-cursus Jacht & Faunabeheer vormt de basis, die in de eerste plaats van belang is voor elke aspirant-jager. Maar ook mensen die door hun beroep of hobby te maken hebben met wild, fauna en natuurbeheer zullen deze cursus interessant vinden en kennismaken met een zeer praktijkgerichte en actieve visie op het natuurbeheer in Nederland. Om aan de cursus te kunnen deelnemen, worden geen specifieke eisen aan uw vooropleiding gesteld.

De cursus bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Beide delen sluiten nauw op elkaar aan. In het theoretische gedeelte gaat het op de eerste plaats om de basiskennis die noodzakelijk is om op een verantwoorde manier te kunnen deelnemen aan de jacht. In het praktijkgedeelte wordt ruim aandacht besteed aan het vaardig, maar bovenal veilig omgaan met een vuurwapen.

Met het diploma op zak ben je er nog niet. Je mag niet jagen zonder WA-jachtverzekering. Ook heb je een jachtveld nodig en dat veld moet minstens veertig hectare groot zijn. Voor dat gebied kun je jachtrecht huren bij een boer of terreinbeheerder.

Ook kan een andere jager je uitnodigen. Met het diploma, het verzekeringsbewijs en de jachthuurovereenkomst met de grondeigenaar kun je uiteindelijk een jachtakte aanvragen bij de politie, die de akte alleen verstrekt als er geen vrees voor misbruik van de wapens of de bevoegdheid tot jagen is. De politie blijft controleren of het faunabeheer naar behoren gaat.

Wellicht fronst u de wenkbrauwen bij het lezen van deze titel, jagers weten maar al te goed dat vooral het schot de aandacht trekt en dat de meeste mensen daar onmiddellijk het “doden” bij denken. En toch schiet de gemiddelde jager slechts 200 patronen per jaar; de ene wat meer, de andere wat minder. Een patroon afvuren duurt maar één seconde, 200 patronen afvuren nauwelijks vier minuten. Tijdens het jachtseizoen vier minuten jachtplezier beleven, valt mager uit; er moet dus wat anders zijn dat ervoor zorgt dat 7.000.000 mannen en vrouwen in Europa uitzien naar de openingsdag van het jachtseizoen.

De echte jagers zijn het hele jaar door bezig met het verzorgen, beschermen en beheren van hun jachtveld. Ze weten wat het wild nodig heeft om er zich “goed” te voelen. Ze zullen kosten noch moeite sparen om het jachtterrein wild/diervriendelijker te maken, samen met het wild profiteren al de daar in het wild levende dieren van de inspanningen van de jagers. Die zetten zich met oog en hart, met zin voor evenwicht en soorten rijkdom, voortdurend in voor de natuur. Zo kan de jager er zeker van zijn dat, wanneer de tijd van oogsten is aangebroken, hij dit met rede en verstand kan doen, zonder een negatieve impact op het totale natuurgebeuren.

Het nieuwe Flora-en faunawet omschrijft jagen: bemachtigen, doden of het met het oog daarop opsporen van wild alsmede het doen van pogingen daartoe;De NOJG is van mening dat jagen, bij het beheer en bescherming van diersoorten noodzakelijk is, zeker voor het behoud van de biodiversiteit. Jagen is dus verantwoord natuurbeheer en is niet zoals velen denken alleen maar het doodschieten van dieren.

Jachthonden

Een weidelijk jager besteedt alle zorg aan het binnenbrengen van geschoten dieren, en neemt daarom een jachthond mee op jacht. Sommige honden hebben de taak om het wild op te sporen, andere worden vooral ingezet voor het werk ‘na het schot’, het apporteren. Ook zijn er rassen die over beide vaardigheden beschikken. Goed opgeleide jachthonden zijn onmisbaar voor de jacht. De jachthondenopleiding in Nederland staat internationaal op een hoog niveau er zijn overal in Nederland jachthondenopleidingen deze worden op diverse plaatsen gegeven. Hier leert men de hond op te leiden tot een goede jachthond. Vervolgens kan worden deelgenomen aan een aantal examens waarbij het vooral gaat om gehoorzaamheid en apporteren. Jachthonden hebben aantrekkelijke eigenschappen: zij werken graag samen met mensen, zijn meestal erg vriendelijk, actief en intelligent. Jagen met een jachthond is niet alleen een groot plezier voor de jager, maar bovenal voor de hond

Jachtmethoden

Het is aan de jachthouders en de leden van de wildbeheereenheid te bepalen, op welke wijze ze het wild willen en kunnen bejagen. Als algemene richtlijn wordt gesteld, dat er in principe gejaagd wordt conform de afspraken die vastgelegd in zijn in een wildbeheerplan “Lange termijn” van de WBE , (dit wordt straks in de nieuwe wet Natuurbescherming vastgesteld in het afschotplan dit in overleg met de Faunabeheereenheid) waar de WBE bij is aangesloten en dat niet op een dusdanige wijze mag worden gejaagd dat de jacht hierdoor in diskrediet wordt gebracht, dan wel in strijd is met de gedrag- en weidelijkheidsregels. Er zijn verschillende manieren om wild te bejagen: zowel individueel als in groepsverband en met verschillende jachtmiddelen.

JACHTVORMEN
Jacht voor de voet

Een kleine jacht voor doorgaans één of enkele personen. De jager loopt, al dan niet met een hond, door het veld.

Waterwild

Deze jacht is tegenwoordig alleen toegestaan op wilde eenden. Ze kunnen onder meer worden bejaagd vanaf een boot, een eendenkooi of vanaf een bedekte omgeving op de grond.

Jacht in de ‘aanzit’

Heeft doorgaans plaats bij zwartwild (wilde zwijnen) maar ook bij herten en reeën. De jager loopt niet door het veld maar blijft lange tijd op dezelfde plek om het dier voor schot te krijgen. Vaak in combinatie met jacht op de hoogzit.

Jagen vanuit een “hut

Deze vorm van jagen vindt vaak plaats op houtduiven, kraaien en eenden, die dan vaak schade veroorzaken aan percelen met erwten of gerst en tarwe.Jacht vanuit de ‘hoogzit’Jagen vanaf een verhoging. Het jachtveld is beter te overzien, wild makkelijker te tellen, het schot beter te maken.

Drijfjacht

De drijfjacht heeft plaats met meer jagers. Behalve door de jagers wordt aan de drijfjacht ook door een aantal honden en de nodige ‘drijvers’ deelgenomen. De dieren worden uit een bepaald gebied gedreven door hond en mens en ‘opgewacht’ door de jagers. Vergunningen zijn niet nodig voor drijfjachten op hazen, fazanten en konijnen. Deze manier van jagen wordt vaak gebruikt op grote open vlakten of zeer dicht begroeide bospercelen.

Aardjacht

Aardjacht met gebruikmaking van honden is toegestaan, mits de holen niet worden vernield.

JACHTMIDDELEN

Toegestane  geoorloofde middelen die gebruik mogen worden bij de jacht, beheer en schadebestrijding staan omschreven in art 11.48 BAL

3.3.1. Middelen, methoden en installaties voor het vangen en doden van vogels

  1. Als middelen als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a, van de wet (Jacht) worden aangewezen:
    1. geweren;
    2. honden, niet zijnde lange honden;
    3. haviken, slechtvalken en woestijnbuizerds;
    4. kastvallen;
    5. vangkooien;
    6. vangnetten;
    7. eendenkooien;
    8. bal-chari, en
    9. slag-, snij- of steekwapens.
  2. Als methoden als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a, van de wet worden aangewezen:
    1. het doden met gebruikmaking van middelen die krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn toegelaten of vrijgesteld;
    2. het vangen door middel van bijeendrijven, waaronder in elk geval wordt begrepen het gebruik van de vangkraal in combinatie met een middel als bedoeld in onderdeel a;
    3. het vangen of doden met gebruikmaking van lokvogels;
    4.  het vangen of doden met gebruikmaking van een middel waarmee lokgeluiden kunnen worden gemaakt
    5. het vangen of doden met gebruikmaking van een geweer, voorzien van een geluiddemper of van nachtzichtapparatuur, en
    6. het doden door middel van cervicale dislocatie.
  3. Als middelen, onderscheidenlijk methoden als bedoeld in artikel 3.4, vierde lid, van de wet worden aangewezen:
    1. eendenkooien die worden gebruikt anders dan ten behoeve van de uitoefening van de jacht
    2. bal-chatri;
    3. doden met gebruikmaking van middelen die krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn toegelaten of vrijgesteld;
    4. het vangen of doden met gebruikmaking van een middel waarmee lokgeluiden kunnen worden gemaakt, en
    5. het vangen of doden met gebruikmaking van een geweer, voorzien van een geluiddemper of van nachtzichtapparatuur
  4. De aanwijzing van woestijnbuizerds, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel c, geldt uitsluitend voor het gebruik van deze roofvogels door degene die beschikt over een valkeniersakte als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, onderdeel a, van de wet.
  5. De aanwijzing van bal-chari, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel h, geldt uitsluitend onder de voorwaarde dat hierbij geen gebruik wordt gemaakt van levende lokdieren, dat op voorhand is gewaarborgd dat de balchatri onder permanent direct toezicht staat van een deskundige en dat gevangen dieren niet onnodig lang vastzitten en niet onnodig worden verwond.
  6. De aanwijzing van slag-, snij- of steekwapens, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel i, geldt alleen voor het doden van in nood verkerende, gewonde vogels, door personen die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezitten om deze taak humaan en doeltreffend uit te voeren, en ingeval er redelijkerwijs geen alternatief middel voorhanden is met minder mogelijke nadelige gevolgen voor het welzijn van het desbetreffende dier.
  7. De aanwijzing van lokvogels, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel c, geldt, indien het levende lokvogels betreft, uitsluitend indien:
    1. het eksters, kauwen, zwarte kraaien, ganzen, eenden of spreeuwen betreft, die worden gebruikt voor het vangen van eksters, kauwen, zwarte kraaien, ganzen, eenden, onderscheidenlijk spreeuwen met vangkooien, kastvallen of vangnetten
    2. de vogels zijn gefokt;
    3. de vangkooien en kastvallen zodanig zijn vervaardigd dat in de kooi of val geen lichamelijk contact mogelijk is tussen de lokvogel en het te vangen dier;
    4. de vogels niet verminkt of blind zijn, en
    5. de vogels beschikken over voldoende voedsel, water, lucht, beschutting en bewegingsruimte en worden ook overigens gehouden overeenkomstig de eisen gesteld bij of krachtens de Wet dieren
  8. De aanwijzing van geweren, voorzien van een geluiddemper of van nachtzichtapparatuur, bedoeld in het tweede lid, aanhef, onderdeel e, geldt uitsluitend voor zover:
    1. op grond van artikel 3.26, derde lid, van de wet ontheffing of vrijstelling is verleend van artikel 3.13, vierde lid, om een geweer te gebruiken dat is voorzien van een geluiddemper, onderscheidenlijk van nachtzichtapparatuur, en
    2. ten aanzien van nachtzichtapparatuur, op grond van artikel 3.26, derde lid, van de wet ontheffing of vrijstelling is verleend van artikel 3.16, eerste lid, onderdeel a, om voor zonsopgang of na zonsondergang een geweer te gebruiken.
  9. De aanwijzing van cervicale dislocatie, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel f, geldt alleen voor het doden van in nood verkerende, gewonde vogels van een omvang kleiner dan of gelijk aan eenden, door personen die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezitten om deze taak humaan en doeltreffend uit te voeren, en ingeval er redelijkerwijs geen alternatief middel voorhanden is met minder mogelijke nadelige gevolgen voor het welzijn van het desbetreffende die

Geweren t.b.v. de jacht

Artikel 11.79 BAL (specificaties geweren en munitie)

  1. Een geweer als bedoeld in Artikel 11.79 onder 2 BAL  van de wet heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12 of een getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste .22 inch of 5,58 millimeter
  2. Een enkelloops hagelgeweer als bedoeld in Artikel 11.79 onder 2 BAL van de wet heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten.
  3. Een kogelgeweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.
  4. Een geweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument om in de nacht te schieten.

Artikel 11.80 (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)

  1. Met betrekking tot dieren van de hierna genoemde soorten worden, onverminderd de artikelen 3.13, tweede, derde en vierde lid, en 3.14, derde lid, uitsluitend de volgende geweren en munitie gebruikt:
    1. reeën: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt;
    2. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 2200 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt.
  2. Onverminderd artikel 11.80 lid 2 en 3 BAL, worden met betrekking tot konijnen en houtduiven uitsluitend gebruikt:
    1. hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 3,5 millimeter niet overschrijdt, of
    2. kogelpatronen van een kaliber van .22 inch of 5,58 millimeter
  3. Met betrekking tot hazen, fazanten en wilde eenden worden, onverminderd artikel 3.14, tweede lid, uitsluitend hagelpatronen gebruikt.
Eendenkooien 

Een eendenkooi als bedoeld in Artikel 11.86 (eendenkooien) BAL, voldoet aan de volgende regels:

  1. er is een open wateroppervlakte aanwezig van ten minste 200 vierkante meter, waarin een cirkel met een straal van ten minste 7,50 meter beschreven kan worden;
  2. het water is ten minste 50 centimeter diep;
  3. rondom het water ligt een rand van bos of struweel, en
  4. in open verbinding met het water is ten minste één vangpijp aanwezig die onmiddellijk als vangmiddel kan worden gebruikt.
Lokvogels 

Art 11.48 Bal (aanwijzing vergunningplichtige gevallen soorten habitatrichtlijn: wijze van vangen of doden);  het vangen of doden met gebruikmaking van lokvogels toegestaan als methode Art 11.71, eerste lid, Bal, lokeenden en lokduiven, mogen bij de bejaging van wild worden ingezet. Ze mogen niet blind of verminkt zijn.

Lokinstrumenten

als methode; het vangen of doden met gebruikmaking van een middel waarmee lokgeluiden kunnen worden gemaakt en als toegestaan middel: het vangen of doden met gebruikmaking van een middel waarmee lokgeluiden kunnen worden gemaakt

Voornamelijk fluitjes en andere blaasinstrumenten. Lokinstrumenten mogen niet elektronisch zijn.

Schep en stok

Middelen ‘tot delven en slaan’. Een schep wordt onder meer gebruikt om een konijnenhol uit te graven. Een stok om het dier te doden.

Fretten

Worden gebruikt bij de ‘bouwjacht’. De fret wordt in het konijnenhol (de bouw) gestuurd om het dier te verdrijven. Het konijn wordt dan geschoten of opgevangen in buidels.

Vangnetten artikel 11.72 BAL

Een soort vangnetten die onder meer konijnen die uit hun hol zijn gedreven kunnen opvangen, deze mogen niet gebruikt worden zonder ontheffing voor het vangen van vossen.

Kastvallen (art 11.48 BAL)

Het dier wordt door middel van een soortgenoot of eten naar de kast gelokt. De kast sluit op het moment van betreden. Op ontheffing kunnen kastvallen ook voor andere dieren dan vos, konijn  worden gebruikt, voor de kraai en de kauw is de kraaienvangkooi is een ontheffing art 3.17 voor aangevraagd moet worden bij de Faunabeheereenheid en de kastval toegestaan in verband met een algehele landelijke vrijstelling art 3.1 B-Wn.

Kunstlicht 

Jagen met gebruikmaking van kunstlicht, of de extra jacht, ter voorkoming van wildschade is alleen dan toegestaan wanneer andere middelen niet het gewenste resultaat hebben bereikt. Op ontheffing artikel 11.75 Bal worden ook lichtbakken gebruikt. Het veld wordt verlicht, nachtdieren (bijvoorbeeld vos of konijn) zijn dan beter te benaderen.Deze middelen zijn alleen toegestaan met toestemming van de Faunabeheereenheid en na toestemming met de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL) voor tenminste 40 ha conform de eisen van artikel 11.76 BAL  (schadebestrijding met geweer).De hiervoor benodigde ontheffingen worden door de WBE aangevraagd a.d.h.v. de schade meldingen van de grondgebruikers bij de Faunabeheerheid waar het gebied van de schade onder valt. De grondgebruiker is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen om schade te voorkomen en dan pas kan indien dit niet helpt een ontheffing worden aangevraagd. ( zie diersoorten en de Wn)

Geluidsdemper 

De aanwijzing van geweren, voorzien van een geluiddemper of van nachtzichtapparatuur, bedoeld in het tweede lid, aanhef, onderdeel e, geldt uitsluitend voor zover:

op grond van een omgevingsvergunning is verleend om een geweer te gebruiken dat is voorzien van een geluiddemper, onderscheidenlijk van nachtzichtapparatuur, en

Nachtzichtapparatuur

ten aanzien van nachtzichtapparatuur, op grond van de Omgevingsverordening,  een omgevingsvergunning is verleend van 5.2, eerste lid, Ow, 11.42 in samenhang met 11.44, derde lid Bal (vogels); 11.49 in samenhang met 11.52, derde lid, Bal (soorten habitat-richtlijn); 11.56 in samenhang met 11.58, derde lid, Bal (andere soorten), om voor zonsopgang of na zonsondergang een geweer te gebruiken

Overige Middelen

Jachthut camouflage.

Dit is vaak een dekking van natuurlijke materialen zoals takken met bladeren, riet of rietenmatten en ook stokken met camouflagenetten worden veel gebruikt.

Motorvoertuigen.

Bij de uitoefening van de jacht wordt het gebruik van gemotoriseerde vervoermiddelen tot het uiterste beperkt er mag alleen maar worden geschoten vanaf een stilstaand voertuig dus niet vanuit het voertuig. Bij beheer en schadebestrijding diersoorten is dit wel toegestaan mits het voertuig stilstaat. Bij elke jachtvorm dient een bruikbare jachthond aanwezig te zijn, tenzij tegen de aanwezigheid van een hond uitdrukkelijk bezwaar is gemaakt door de grondeigenaar(s) c.q. grondgebruiker(s).

Jachtopleiding in Nederland

De Stichting Jachtopleidingen Nederland (SJN) heeft ruim 35 jaar ervaring en staat garant voor een optimale vakopleiding.

De cursus Jacht & Faunabeheer is de basisopleiding ter voorbereiding op het jachtexamen voor de jacht met een geweer. Het jachtdiploma is één van de drie vereisten voor de aanvraag van de jachtakte. De jachtakte heeft u nodig voor de uitoefening van de jacht.

Algemene informatie cursus Jacht & Faunabeheer

Sinds 1 april 1978 dient iedereen die een jachtakte wil aanvragen in het bezit te zijn van het door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkend jachtdiploma.

De SJN-cursus Jacht & Faunabeheer vormt de basis, die in de eerste plaats van belang is voor elke aspirant-jager. Maar ook mensen die door hun beroep of hobby te maken hebben met wild, fauna en natuurbeheer zullen deze cursus interessant vinden en kennismaken met een zeer praktijkgerichte en actieve visie op het natuurbeheer in Nederland. Om aan de cursus te kunnen deelnemen, worden geen specifieke eisen aan uw vooropleiding gesteld.

De cursus bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Beide delen sluiten nauw op elkaar aan. In het theoretische gedeelte gaat het op de eerste plaats om de basiskennis die noodzakelijk is om op een verantwoorde manier te kunnen deelnemen aan de jacht. In het praktijkgedeelte wordt ruim aandacht besteed aan het vaardig, maar bovenal veilig omgaan met een vuurwapen.

Een in heldere taal geschreven cursusboek met duidelijke illustraties, waarvan vele in kleur, vormt de basis van de cursus. Het cursusmateriaal ontvangt u in een fraai uitgevoerde opbergmap.

Intranet cursisten

Cursisten die zijn ingeschreven voor de cursus Jacht & Faunabeheer hebben tijdens het cursusseizoen toegang tot het intranet van de SJN. Op het intranet kunt u als cursist o.a. actuele gegevens vinden over cursus- en examenactiviteiten. Na afloop van het cursusseizoen vervallen automatisch uw gebruikersgegevens. Helaas is het intranet op dit moment nog niet toegankelijk.

Examen

Het jachtexamen wordt ten minste één keer per jaar – in april/mei – afgenomen. Het examen bestaat uit een schriftelijk theoriegedeelte (met meerkeuzevragen) en een praktijkgedeelte. Voor het afleggen van het praktijkexamen dient de kandidaat minimaal 16 jaar te zijn.

Om aan het praktijkexamen te kunnen deelnemen, dient u in het bezit te zijn van een veiligheidsverklaring. Deze verklaring krijgt u als cursist van de SJN-cursus Jacht & Faunabeheer automatisch wanneer u het vereiste aantal praktijkinstructies hebt gevolgd op de daarvoor aangewezen schietbanen.

Over de regelingen die betrekking hebben op het examen wordt u tijdens uw studie tijdig geïnformeerd.

De cursus vormt met aanvullende modules ook de voorbereiding op het theorie-examen voor de jacht met jachtvogels en het examen jacht met een eendenkooi.

Inschrijven en meer detail informatie over de jachtopleidingen in Nederland

De cursus Wildhygiëne leidt op tot ‘gekwalificeerd persoon’. Een gekwalificeerd persoon onderzoekt het geschoten wild, bestemd voor de handel, op abnormaliteiten die van invloed kunnen zijn op de volksgezondheid.

Jachtakte

Als u het examen met voldoende resultaat hebt afgelegd, ontvangt u het jachtdiploma. Hiermee voldoet u aan één van de drie eisen voor het aanvragen van een jachtakte. De tweede eis is dat u kunt aantonen verzekerd te zijn voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens de uitoefening van de jacht. De derde eis waaraan u moet voldoen om een jachtakte te kunnen aanvragen, is dat u kunt aantonen over jachtmogelijkheid te beschikken in Nederland.




Sneeuw – Wat zijn dan de regels voor jagers?

Sneeuw verandert direct de wereld van de jacht en dan gelden volgens de huidige Omgevingswet (Ow) andere regels voor het bejagen van het wild.

In Nederland is het  dan niet toegestaan om te jagen als de bodem met sneeuw bedekt is dit staat in artikel 11.29, tweede lid, in samenhang met 11.68 en 11.69 Bal. Dit is zo om te voorkomen dat dieren via hun sporen in de sneeuw opgespoord en dan gedood kunnen worden.

Dit jachtverbod geldt dan niet voor vogelsoorten van de aangewezen wildsoorten (zijn jachtveld aanwezige wild als bedoeld in artikel 8.3, vierde lid, van de Ow te handhaven, of, bij)

Het verbod, bedoeld in Artikel 11.67  lid 3 BAL (uitzonderingen), geldt niet voor de jacht op:

  1. wilde eenden of houtduiven, of
  2. konijnen, hazen of fazanten, indien deze dieren anders worden bejaagd dan voor de voet.

Wilde eend en houtduif maken geen volgbaar spoor in de sneeuw omdat zij grotendeels zwemmen of vliegen. In de sneeuw mag er wel gejaagd worden bij drijfjachten, haas, fazant en konijn. Bij drijfjachten wordt het wild namelijk opgedreven en wordt er geen spoor gevolgd in de sneeuw. Ook vossen, Canadese gans, kraai en kauw mogen bij sneeuw bestreden worden in het kader van beheer en schadebestrijding op basis van het geldend faunabeheerplan.

Andere ganzensoorten en al het grofwild zoals ree, wild zwijn, edelhert etc. worden bejaagd/beheert op basis van een omgevingsvergunning en hiervan kan de provincie in bijzondere omstandigheden bij langdurige vorst en sneeuw de ontheffingen buiten gebruik stellen.

Ieder jager dient te begrijpen dat bij sneeuw niet voor de voet gejaagd mag worden.
Houd wel, zoals altijd, in de gaten of de provincie de jacht niet gesloten heeft om bijzondere redenen.

Rest nog de vraag: wanneer is de bodem ‘bedekt met sneeuw’?
Als u steeds blijft uitgaan van het principe dat er niet gejaagd mag worden door het volgen van sporen in de sneeuw, kunt u dit zelf goed beoordelen. Om problemen te voorkomen (een handhaver zou er best eens anders over kunnen denken dan u) kunt u het beste uw jachtveld ingaan zonder er voor de voet te willen jagen. In Nederland duurt een sneeuwperiode meestal maar kort, dus geniet zolang het kan van de sneeuw en de zichtbaarheid van alle sporen!




Voorwaarden omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit-houder bij gebruik geweer.

  • Je dient een geldige omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit te hebben, het is verboden om zonder geldige omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit met een geweer te jagen Art. 5.9a, Omgevingswet (Ow) -, dit geldt ook voor beheer- of schadebestrijding en je dient dan altijd aan de 40 ha regeling ( art 11.76 Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL)  te voldoen indien je gebruikt maakt van een geweer, dit geldt zowel voor de JHO ’n alsook de toestemmingen grondgebruiker (art 11.52 lid 5 Bal). De omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit dekt tevens de bevoegdheid om een vuurwapen voorhanden te hebben. (Circulaire Wapens en Munitie)
  • Omdat je ouder bent dan 14 jaar, dien je een geldig identiteitsbewijs bij je te hebben (artikel 1 op de identificatieplicht) en direct kunnen tonen, zodat hij direct weet wie u bent.
  • Rijdt u in een auto dan dient u ook een geldig rijbewijs (artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994) bij u te hebben.
  • Krijgt u controle in het jachtveld of thuis werk dan altijd volledig mee, doet u dit niet kan dit u aangerekend worden.
  • De ambtenaar(politie)/Boa/Toezichthouder die u controleert kan inzage vorderen van uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit (art. 5.16a Awb) om bijvoorbeeld te kunnen controleren of het wapen wat u bij zich heeft, ook vermeld staat op uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit. Het wil echter niet zeggen dat je omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit altijd op de man/vrouw moet hebben, deze kan dus gewoon in uw auto liggen.
  • Dit geldt echter niet voor de verleende toestemmingen voor het gebruik van een ontheffing, die dient u conform de voorwaarden van de ontheffing bij U te hebben.
  • Denk ook aan de toestemming grondgebruiker voor uw gasten bij het bestrijden van schade of het voorkomen ervan ook tijdens de normale jachtdagen bijvoorbeeld kraaien, kauwen, vos of Canadese gans.
  • Denk bij het gebruik ontheffing reewild ook aan het evt. de machtiging hiervoor bij u heeft.
  • Bent u in een rijdende auto naar of van het jachtveld of kleiduivenbaan of wapenhersteller, dan dient het geweer tijdens het vervoer zodanig verpakt te zijn, zodat dit niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend. CMW-2019
  • Een uitzondering hiervoor is als u in uw jachtveld bent en een ontheffing heeft voor het gebruik van kunstlicht of nachtzichtaparatuur op het geweer voor bijvoorbeeld wild zwijn of vos, dit geldt echter niet voor de handkijkers restlicht of warmtebeeld. Bedenk hierbij wel aan de tijdige melding aan de meldkamer van de politie zoals aangegeven in de ontheffingsvoorwaarden. bijvoorbeeld indien van kunstlicht wordt gebruik gemaakt.
  • Beheer en schadebestrijding mag ook vanuit of vanaf een stilstaand voertuig of vanuit een vaartuig dat niet harder gaat dan 5 km per uur, bij de normale jacht mag dit echter niet.
  • U mag een wapen niet onbeheerd achterlaten in uw voertuig.Dus na bijvoorbeeld na de jacht, dan dient u eerst uw wapen naar huis te brengen en daarna aan de nazit deel te nemen, indien dit niet in het jachtveld is. Dit geldt ook voor de aankoop van munitie of een wapen (of de reparatie ervan), mag u niet onderweg even stoppen bij de supermarkt om even snel een boodschapje te doen. U bent dan dubbel in overtreding, namelijk u laat uw wapen of munitie onbeheerd achter. Doet u dit wel en wordt u toevallig gecontroleerd, dan betekent dat in de praktijk dat u uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit kunt kwijt raken.
  • Het vervoer van het wapen (en/of munitie) moet om te beginnen “via de kortst mogelijke weg”. Dat wil zeggen dat u van huis naar het jachtveld of wapenhandel uw wapen of munitie dient te vervoeren via een zo kort mogelijke route, binnen een zo kortst mogelijke tijd.  Rijdt u om vanwege wegwerkzaamheden of een file, of rijdt u een route die sneller is maar wel langer qua afstand, is er niets aan de hand. U kunt dat als het goed is immers eenvoudig aantonen en “kortste” betekent niet alleen kort qua afstand, maar ook qua tijd.
  • Hoe dient het wapen en munitie vervoerd dient te worden, hierover bestaan ook veel misverstanden en niet geheel onterecht. In de Wet Wapens en Munitie (WWM) staat vastgelegd dat u uw wapen en munitie “gescheiden” dient te vervoeren en “niet voorhanden” mag hebben.Vervoer uw munitie in een aparte tas en het wapen in een koffer/foedraal die (ook al is dit geen wettelijke verplichting) bij voorkeur op slot kan. Rijdt u met de auto, vervoer dan het wapen en de munitie bij voorkeur in de kofferbak of op de achterbank om wederom ook discussie te voorkomen. Strikt genomen schrijft de wet alleen maar voor dat het wapen niet zichtbaar vervoerd mag worden (dus in een koffer of foedraal), dus mag een wapen op de bijrijdersstoel geplaatst worden maar dat is zeker niet aan te raden. Een doosje (of losse) patronen in uw jaszak of handtas die naast u op de bijrijdersstoel ligt, is in ieder geval een absolute doodzonde, de munitie wordt dan niet op de voorgeschreven wijze bewaard. Zelfs al ligt het wapen keurig op slot in de achterbak. Dit geldt echter niet als bijvoorbeeld gebruik maakt van een ontheffing om met rondrijden of bersen vossen of wilde zwijnen te bejagen en dat alleen als u in uw jachtveld bent.
  • Verplaatst je met je wapen tussen bijvoorbeeld 2 gedeelten van uw jachtveld over de weg dan moet u uw wapen opbergen in een foedraal en dus niet direct voor gebruik gereed zijn, dus ontladen en ontspannen en niet voor direct gebruik geschikt te zijn.
  • Opslag wapen in een wapenkluis en hoe het wapen in de koffer/foedraal vervoerd en opgeslagen dient te worden.
    1. U mag het wapen compleet vervoeren (dus bij een grendelgeweer mag de grendel in de actie zitten), zelfs met een leeg magazijn in het wapen. Ditzelfde geldt ook voor de opslag in uw wapenkluis. Het geniet echter wel de voorkeur, ook al is dit geen wettelijke verplichting. 
    2. Net als bij het vervoer dienen in de wapenkluis het wapen én de munitie apart opgeslagen te worden.
    3. Bij opslag geldt echter wel dat het compartiment of munitiekluisje apart van de kluis afgesloten moet kunnen worden
    4. Is de wapen- en of munitiekluis deugdelijk bevestigd muur en grond, indien deze lichter is dan 200 kg en afgesloten en is deze van een deugdelijke kwaliteit en waar is deze geplaatst.
    5. Is de opgeslagen munitie in overeenstemming met kalibers van de wapens op de vergunning (omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit/Verlof).
    6. De opbergplaats van de kluissleutel mag alleen bekend zijn bij de vergunninghouder, dus niet bij de huisgenoten.
    7. Uiteraard mogen magazijnen geen patronen bevatten, zelfs al liggen deze in een apart munitiekluisje opgeslagen! Heeft u bijvoorbeeld een reserve magazijn, dan hoeft u deze niet in de kluis op te slaan, daar dit volgens de wetgever geen “essentieel wapen onderdeel” betreft. Met andere woorden, u mag uw magazijnen in een koffer bewaren die buiten de kluis staat. Dit geldt dan weer niet voor de grendel of slede van uw wapen, want dit zijn namelijk wél essentiële wapenonderdelen.
    8. Alle wapens die op de vergunning staan dienen in principe ook aanwezig te zijn bij een controle.
  • Munitie die u bij zich heeft moet voldoen aan de gestelde eisen, zoals het zelfde kaliber als uw wapen dienen te zijn en voor hagelpatronen geldt dat het staal- en zinkhagel munitie dient te zijn niet groter dan 3,5 mm.
  • Voor herladers en zwartkruit schutters zijn de regels iets anders. Los kruit hoeft u niet in de kluis op te slaan, slaghoedjes daarentegen weer wel. Hulzen voorzien van een slaghoedje en kogelkoppen dient u eveneens in een kluis opslaan, separaat van het wapen, hulzen zonder slaghoedje weer niet. 
  • De JHO’n en de toestemmingen grondgebruiker hoeft u niet bij zich te hebben maar u moet wel binnen een redelijke afgesproken termijn kunnen aantonen dat u er gerechtigd was om te mogen jagen ( art 11.64  lid 1 sub d BAL) buiten gezelschap jachthouder) of in gezelschap jachthouder ( art 11.64 lid 1 sub b BAL) dan moet deze dat kunnen aantonen of op basis van de toestemming grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL), waar u dit moet aantonen of als u in gezelschap was van een toestemminghouder grondgebruiker, dan dient hij dit aan te tonen.
  • Indien de jachthouder of jachtcombinant en/of gastjager in gebreke is gebleven, kan er een proces-verbaal opgemaakt worden, dit kan dan verstrekkende gevolgen hebben zoals de intrekking van de verleende ontheffingen van de Faunabeheereenheid. Dit kan tevens leiden tot intrekking van de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit door en/of namens de Korpschef van de Nationale Politie.

    Zie ook: Circulaire Wapens en Munitie 2019

     

     




    Jachthondenpool Aardhonden

    Hier vindt u alle opgave van aardhonden, die u kunnen helpen bij het bestrijden van de vos in uw jachtveld, er staat aangegeven voor welke regio zij werkzaam willen zijn met hun honden.

    [table id=2 /]

     




    Jachthondenpoollijst NOJG

    De hieronder opgegeven voorjagers kunnen gebeld en gemaild worden om met hun goed opgeleide jachthonden deel te nemen aan uw jachtdagen maar ook bij beheer en schadebestrijding van Ganzen, vos, kraaien, houtduiven etc.

    Graag willen zij u hiermee helpen, dus kom je een hond te kort, bel vooral, zij staan klaar voor U als jager.

    De onderstaande lijst is in alfabetische volgorde van provincie, woonplaats en naam gesorteerd.

    [table id=1 /]




    Wapens en munitie Omgevingswet

    Wapens en munitie gebruik en toegestaan ingevolge Omgevingswet

    Algemeen

    Sinds bij de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet en daarna de Wet natuurbescherming  en nu in de Omgevingswet zijn GS van de provinciale staten bevoegd tot het stellen van voorwaarden en regels bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het doden van dieren, dit geldt nu ook bij de Omgevingswet (Ow). Landelijk wordt getracht over de te gebruiken wapens en munitie eenduidigheid te verkrijgen. Aan de orde is het doden van dieren anders dan vanuit het oogpunt jagen.In de AMvB’n Omgevingswet worden hierover de criteria aangegeven. Vanuit de praktijk opgedane ervaring met de verschillende wapens en munitie alsmede met inachtneming van de AMvB’n Besluit activiteiten Leefomgeving BAL) en Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL) wordt een overzicht voorgesteld van de in te zetten wapens en munitie.

    Artikel 11.79 BAL (specificatie’s geweren en munitie)
    1. Een geweer en munitie worden ter uitvoering van de wet alleen gebruikt als is voldaan aan de eisen, bedoeld in dit artikel en in de artikelen 11.80 en 11.81.
    2. Een geweer heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12 of een
      getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste .22 inch of 5,58 mm.
    3. Een enkelloops hagelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten.
    4. Een kogelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is
      voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.
    5. Een geweer is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening
      om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig
      ander instrument om in de nacht te schieten.
    6. De munitie die wordt gebruikt in een geweer bestaat uit hagelkorrels met een doorsnede van 3,5
      mm of minder of uit kogelpatronen, mits:

      1. de hagelkorrels geen metallisch lood bevatten; en
      2. de kogelpatronen geen militaire kogelpatronen zijn, met inbegrip van fosfor of
        lichtspoorpatronen, kogelpatronen met volmantel of kogels die niet vervormen bij het treffen.
    Artikel 11.80 BAL (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
    1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de
      volgende eisen:

      1. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop
        waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
      2. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en
        kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergie
        ten minste 2.200 Joule op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
    2. Voor konijnen en houtduiven te gebruiken kogelpatronen hebben een kaliber van .22 inch of 5,58 mm.
    3. Voor hazen, fazanten en wilde eenden worden alleen hagelpatronen gebruikt.
    Artikel 11.83 BAL (verboden tijden en locaties gebruik van het geweer)
    1. Het geweer wordt niet gebruikt:
      1. voor zonsopgang en na zonsondergang;
      2. binnen de in een omgevingsplan aangewezen bebouwingscontour jacht, bedoeld in artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, of op terreinen die onmiddellijk aan die bebouwingscontour grenzen;
      3. binnen de afpalingskring van een eendenkooi als bedoeld in artikel 11.86, vierde lid;
      4. vanaf of vanuit een rijdend voertuig; of
      5. vanuit een luchtvaartuig.
    2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, mag het geweer bij de uitoefening van de jacht op wilde eenden ook worden gebruikt gedurende een half uur voor zonsopkomst en een half uur na zonsondergang.
    Wapens:

    Te onderscheiden zijn de volgende wapens, die een (rol) spelen bij de te verlenen omgevingsvergunningen:

    • Afschrikwapens (Ansia vogelafweerpistool): ondergeschikt aan de wet Wapens en Munitie (WMM), Verlof noodzakelijk.
    • Jachtwapens: hagelgeweren, combinatiegeweren (omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit of Verlof WWM);
    • Overige wapens: verdovingsgeweer ( wordt niet behandeld), windbuks, pistool.
    Artikel 11.80 BAL (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
    1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de volgende eisen:
      1. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
      2. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 2.200 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
    2. Voor konijnen en houtduiven te gebruiken kogelpatronen hebben een kaliber van .22 inch of 5,58 mm.
    3. Voor hazen, fazanten en wilde eenden worden alleen hagelpatronen gebruikt.
    Artikel 11. 81 (afwijking bestrijding muskusratten en beverratten)
    In afwijking van de artikelen 11.79 en 11.80 kan voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken, bestrijding van muskus en beverratten plaatsvinden met gebruikmaking van het luchtdrukgeweer door personen die in dienst zijn of handelen in opdracht van een waterschap en die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezitten om deze taak doeltreffend uit te voeren.

    Hagelgeweren

    Een hagelgeweer heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12.Toegelaten kalibers 12, 16, 20 en 24.

    Toegelaten uitvoeringen:

    Dubbelloops; juxaposé (o-o),

     

    Superposé (8)

     

    Halfautomaat hagelgeweer

     

    202st-300x78

    Kogelgeweren; enkelloops en enkelschots

    Enkelloops waarbij het magazijn ten hoogste twee patronen kan bevatten en waarbij het wapen handmatig schot voor schot of automatisch wordt geladen.

    Kogelgeweren:

    Een kogelgeweer heeft een getrokken loop met een nominaal kaliber van .22 inch of 5,58 millimeter.Het gebruik van zogenaamd “volmantelpatronen”is niet toegelaten vanuit veiligheidsoverwegingen en het bemoeilijken van eventuele nazoek van aangeschoten dieren wegens het ontbreken van schottekens.Een enkelloops kogelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is voorzien van een vergrendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen. Verdere toegelaten uitvoeringen:

    Combinatiegeweren:

    Jachtwapens bestaande uit een combinatie van een of meerdere hagelloop(-lopen) en een of meerdere kogelloop(-lopen), zoals een drieling maar er zijn ook vierlingen. Deze bestaan uit een combinatie van hagel,- kogelpatronen van verschillende kalibers Voor de hagelloop gelden de kalibers: 12, 16, 20 en 24.Voor de kogelloop geldt het kaliber .22 inch of 5,58 millimeter en groter.
    muendung9muendung2muendung91muendung8-150x951

     

     

    Munitie:

    jachtmunitieHagelpatronen:

    Bevatten in Nederland geen metallisch lood, maar staal, zink, bismut of koper met een diameter hagel niet groter dan 3,5 millimeter. (art 3.15 B-natuur)

    Opmerkingen algemeen:

    Het hagelgeweer kaliber 24 is in Nederland zeldzaam. Vanwege de geringe hagellading in de patronen van dit kaliber is de inzet hiervan bij het afschot van ganzen en knobbelzwanen niet aan te bevelen voor gebruik op afstand groter dan 15 meter.

    Het kaliber .22 Hornet is door de beperkte beschikbare joules (370 – 578) niet geschikt voor toepassing op onder meer. ree ( zie ook besluit beheer en schadebestrijding) Om dezelfde reden is er voor te pleiten, dat bij het kaliber .22 de toevoeging LR (Long Rifle) wordt aangehouden. Dit kaliber heeft beduidend meer trefenergie dan de types: Short en Long.

    De inzet van een pistool is te overwegen bij het doden van dieren die zijn gevangen, aangereden of in een levendvangend vangmiddel. Het kaliber .22 Long Rifle volstaat hierbij. Maar ook de zweethondenbegeleiders of jagers/jachtopzichters, die veel te maken hebben met het nazoeken van zwartwild hebben ter bescherming maar ook om op een effectieve wijze het dier uit zijn lijden te verlossen een pistool ter beschikking. Zeker in Duitsland is dit geheel normaal.

    Overzicht in te zetten middelen per diersoort of groepen diersoorten bij ontheffingverlening Wet natuurbescherming.

    Diersoort of groepen van diersoorten HagelgeweerKaliber 12, 16, 20 en 24 Hagel max 3,5 mm doorsnede Kogelgeweer Kaliber . 22 inch of 5,58 mm Kogelgeweer  6,5 mm en minstens 2200 Joules op 100 meter Kogelgeweer Kaliber .22 inch of 5,58 mm en (*)minstens 980 Joules op 100 meter Ansia-pistool Verjagen Windbuks
    Vogels en zoogdieren         X(Ansia)
    Wild zwijn     X    
    Edelhert     X    
    Damhert     X    
    Moeflon     X    
    Ree     X X(*) X(Ansia
    Marterhond X X X X  
    Muntjak X X X X  
    Vos X X X X  
    Konijn X X   X  
    Houtduif X X   X 1)  
    Fazant X X   X 1) X(Ansia)
    Haas X X   X 1) X(Ansia)
    Wild eend X X   X 1) X(Ansia)
    Ganzen X X X 1) X 1) X(Ansia)
    Kraaiachtigen X X   X 1) X(Ansia)
    Knobbelzwanen X X X 1) X 1) X(Ansia)
    Meerkoet X X   X 1) X(Ansia)
    Muskusrat X X   X  
    Beverrat X X   X  
    Spreeuw X X     Ansia of windbuks
    Huismus X X     Ansia of windbuks
    Verwilderde duif X X   X Ansia of windbuks
    Turkse tortel X X     Ansia of windbuks
    Verw kat X X X X  
    Verw nerts X X X X  
    Wasbeer X X X X  
    Sib.grondeekhoorn X X   X  

    X 1):Uitgangspunt is het uitvoeren van een maatregel die gericht is op het voorkomen en bestrijden van schade. Hierbij is de effectiviteit hoofdzaak. In voorkomende gevallen kan daardoor de inzet van sterke wapens de voorkeur verdienen. In de kaliber 5,58 mm ( .22 inch) zijn inmiddels verschillende zeer bruikbare type wapens en munitie voorhanden die meer dan 980 joules op 100 meter bezitten. Deze wapens zijn in de betreffende gevallen goed inzetbaar.Voor ganzen en knobbelzwanen is de inzetbaarheid van zware wapens (> 2200 joules) onder bepaalde omstandigheden ( afstand, terreinsituatie e.d.) te verkiezen boven lichtere kalibers. Met name kaliber.22 inch)Windbuks 2):

    Zie verder ook het te downloaden Circulaire wapens en munitie 2019 voor de uitgebreide voorwaarden voor het gebruik en opslag van wapens en munitie in Nederland.

    De CMW 2019  bevat een aantal grote en kleinere beleidswijzigingen op het gebied van het legale wapenbezit en is tot stand gekomen na uitvoerig overleg met de belangenorganisaties van wapen en munitie bezitters, in- en externe deskundigen, vertegenwoordigers van de politie en vertegenwoordigers van de diverse betrokken ministeries. De wijzigingen zijn het gevolg van nieuwe inzichten die de afgelopen jaren zijn verkregen met betrekking tot de regulering en beheersing van het legale wapenbezit en zijn mede ingegeven door de maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn de criteria voor het antecedenten onderzoek vereenvoudigd en tevens zijn de mogelijkheden om een wapenvergunning te weigeren of in te trekken verruimd. Tevens zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van een wapenvergunning aangescherpt en er zijn een aantal wijzigingen aangebracht die moeten leiden tot minder problemen in de uitvoeringspraktijk.




    WILD OP DE WEG


    Ongeval met wild kopje

    Aanrijdingen met wild: wie is verantwoordelijk en wie betaalt de prijs, want het wild dier is altijd onschuldig?

    Aanrijdingen met herten, reeën en zwijnen komen regelmatig voor in Nederland. Aanrijdingen met  de grofwild soorten zoals herten, reen en zwijnen maar ook met heel veel kleinere diersoorten komen regelmatig voor in Nederland. Zo’n 10.000 aanrijdingen met groot wild werden in 2017 gemeld bij de meldkamer van de politie. De totale schatting van het aantal grofwild in Nederland wordt geschat op 15.000 stuks en worden niet allemaal gemeld bij de meldkamers. De materiële schade wordt dan met een gemiddelde schade van zo’n € 1700 tot € 2500 en bedraagt dus zo’n € 17.000.000 en € 25.000.000 op jaarbasis. Extra veel aanrijdingen  met de grofwild soorten vinden plaats na de omzetting van winter- naar zomertijd en vice versa. Dan vallen de verplaatsingen van reeën, wilde zwijnen en herten precies samen met de ochtend- en avondspits in het verkeer. Jagers leveren een grote bijdrage aan de veiligheid in het verkeer. Jaarlijks steken zij meer dan 250 uur per Wbe in preventie van aanrijdingen en het opzoeken van gewonde, aangereden dieren.

    Preventie

    Jagers spelen een belangrijke rol in de preventie van aanrijdingen en aanvaringen met grofwild waardoor de verkeersveiligheid in Nederland wordt bevorderd. Door op de juiste wijze beheren van de genoemde grofwildsoorten vermindert het aantal botsingen, door het registreren van de valwildplaatsen worden de ook knelpunten bekend waar veelvuldig de aanrijdingen plaatsvinden – en door het plaatsen van wildreflectoren wordt  het aantal aanrijdingen flink naar beneden gebracht.

  • zoals het plaatsen van hekken aan de rand van een natuurgebied,
  • het plaatsen van wildroosters langs een weg of
  • het beperken van de maximumsnelheid.
  • het beperken van de wildstand in de gebieden direct grenzend aan deze wegen
  • Tot op heden is onduidelijk of aanrijdingen met wild tot aansprakelijkheid kunnen leiden, en zo ja, wie dan aansprakelijk is, op basis waarvan en onder welke voorwaarden.

    Uit een onderzoek van Rijksuniversiteit van Utrecht (RUU), wordt de Veluwe als praktijkvoorbeeld gebruikt om meer grip te krijgen op dit op landelijke probleem.

    Aansprakelijkheid

    ‘wild’ in de wetgeving te beoordelen. Daarnaast is het ook belangrijk na te gaan of de mogelijkheden voor wildbeheer nog van invloed zijn op de aansprakelijkheidsvraag.

    In dat verband is bekeken welke mogelijkheden de Flora- en faunawet biedt voor wildbeheer, alsmede of het voor privaat­rechtelijke aansprakelijkheid van belang is of en in hoeverre gebruik is gemaakt van een publiekrechtelijke bevoegdheid tot wildbeheer.

    Daarna is onderzocht welke juridische mogelijkheden voor schadeverhaal er zijn bij aanrijdingen met wild.

    Ten slotte is in dit onderzoek ook gekeken naar verschillende ongevalsituaties en de relevantie daarvan voor de aansprakelijkheid.

    Wat is ‘wild’?

    .

  • namelijk de aard en omvang van het terrein,
  • de mate waarin het dier in staat is zichzelf in leven te houden zonder menselijk ingrijpen.
  • Voor beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag is echter wel van belang hoe in het wild levende diersoorten juridisch gekwalificeerd kunnen worden. In dit onderzoek worden in dit verband drie verschillende groepen dieren onderscheiden:

    •  Op deze dieren kan verschillende wetten en regelgeving van toepassing zijn.

      Welke mogelijkheden biedt de Wet natuurbescherming voor het wildbeheer?

      De Wet natuurbescherming  geeft een aantal mogelijkheden voor het beheer van populaties van wilde dieren (beheer) en het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van de door hen toegebrachte schade (schadebestrijding).


      • Hierbij dient aan de volgende criteria te zijn voldaan:

        • Bij toepassing van beheer en schadebestrijding dient, slechts wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, kan de aanwijzing bedoeld in het eerste lid te worden gedaan ter voorkoming van:

          1. belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren, of
          2. schade aan de fauna.

          Een omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend aan een faunabeheereenheid, die handelt overeenkomstig het daartoe vastgestelde en goedgekeurde faunabeheerplan.

        • De faunabeheereenheid kan bij schriftelijke en gedagtekende toestemming de haar ingevolge het eerste en tweede lid toegestane handelingen door een wildbeheereenheid of anderen doen uitoefenen.
        • In afwijking van het tweede lid kan een omgevingsvergunning ook aan een wildbeheereenheid of aan anderen dan een faunabeheereenheid worden verleend, indien de noodzaak ontbreekt voor verrichting van de handelingen door tussenkomst van een faunabeheereenheid.
        • In afwijking van artikel 11.63 Bal en het tweede lid kan een omgevingsvergunning worden verleend voor handelingen die niet op grond van een faunabeheerplan worden verricht, indien de noodzaak ontbreekt voor een faunabeheerplan, gelet op de specifieke kenmerken van de desbetreffende diersoort dan wel de aard of omvang van te verrichten handelingen.

        Een ontheffing wordt slechts dan verleend als een van de limitatief in de Wet natuurbescherming opgesomde belangen in het geding is, deze worden onderscheiden in:

        Vogels

        1. ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren, of
        2. Dieren van soorten als bedoeld in artikel 8.74k, derde lid, Bkl (soorten habitat-richtlijn):

          1. ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden en wateren en andere vormen van eigendom, of
          2. in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid of om andere dwingende redenen van groot openbaar belang, of

          Dieren van soorten als bedoeld in 8.74l, derde lid, Bkl (andere soorten):

          1. ter voorkoming van schade of overlast, met inbegrip van schade aan sportvelden, industrieterreinen of begraafplaatsen,
          2. ter voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren, en
          3. in het algemeen belang.

          Artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, Ow en 4.6 Ob (bevoegdheid bevat een generieke aanwijzingsbevoegdheid,

          Artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, Ow en 8.74j, tweede lid Bkl (vogels), 8.74k, tweede lid, Bkl (soorten habitat-richtlijn), 8.74l, tweede lid, Bkl (andere soorten) biedt juist de mogelijkheid tot het verlenen van (individuele) ontheffingen.

          Welke mogelijkheden zijn er per ongeval situatie om iemand aansprakelijk te stellen?

          Er bestaan verschillende ongeval situaties waarbij wild betrokken kan zijn. Allereerst kunnen dieren in verschillende omstandigheden verkeren.

          Hiervoor zijn in het onderzoek de navolgende voorbeelden verder uitgewerkt:

          • een hert in een hertenpark,
          • een hert dat vrij rond kan lopen en een hert in een met wegen doorkruist natuur­park.

          Bij al deze voorbeelden kunnen zich, in een geval een ongeval plaatsvindt, verschillende situaties voordoen. Het kan gaan om een dier dat niet is te herleiden tot een aanwijsbaar gebied, een dier dat is uitgebroken uit een aanwijsbaar gebied of een dier dat schade veroorzaakt binnen een aanwijsbaar gebied. Al deze varianten kunnen onder omstandigheden tot aansprakelijkheid leiden.

          Er bestaan vier verschillende vormen van aansprakelijkheid bij ongevallen tussen automobilist en wild:

          • aansprakelijkheid van de grondbeheerder op- grond van art. 6:162 BW en
          • aansprakelijkheid van de overheid met een beheermogelijkheid op grond van art.6:162 BW

        3. onderzocht kan worden wie de kosten moet vergoeden voor het behandelen en/of opruimen van het aangereden wild.

      Van wie?

      Een ander probleem is dat dieren die in een aanwijsbaar gebied leven, vaak van niemand zijn.

      In zo’n geval zijn er volgens de auteurs drie aansprakelijkheidsopties.

      • De eerste is aansprakelijkheid voor een beheerder die een beheertaak heeft verzaakt, bijvoorbeeld omdat er te veel dieren in de omgeving rondlopen.
      • zoals ernst van de schade,
      • de waarschijnlijkheid daarvan en
      • de zorg in voorzorgsmaatregelen worden bekeken wie als eerste aansprakelijk kan worden gesteld.
    • De derde optie is het aansprakelijk stellen van de gebiedsbeheerder, bijvoorbeeld als sprake is van het ontbreken van een hek of wildrooster.

    Als dieren in volledige vrijheid leven (en dus niet aan een bepaald gebied zijn gebonden), zijn er twee aansprakelijkheidsopties:

    • de aansprakelijkheid van de overheid met een beheermogelijkheid en
    • het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder.

    Pas wanneer aansprakelijkheid is vastgesteld, kan worden gekeken of de automobilist eigen schuld treft. Als onduidelijk blijft wie aansprakelijk is voor verkeersschade met wild, kan volgens de onderzoekers worden overwogen een (overheids)fonds (analoog aan het Faunafonds) in te stellen, waaruit verzekeraars en individuele automobilisten een gemaximaliseerde schadevergoeding kunnen ontvangen.

    De achterliggende vraag van het onderzoek betrof de noodzaak van beheer van populaties wild door middel van beheer(bejaging), teneinde (verkeers-)schade te beperken.

    Door verdere uitwerking van deze aanbevelingen, kunnen meer concrete afspraken worden gemaakt over vergoeding van de schade. Daarnaast kan onderzoek worden gedaan naar alternatieven om (schade door) aanrijdingen met wild te voorkomen.

    Bij technische maatregelen zoals hekken, wildroosters, moderne waarschuwingsystemen en de nieuwe wildspiegels met een beperking van de maximumsnelheid kunnen aanrijdingen mogelijk op een andere manier dan door beheerjacht alleen worden tegengegaan.

    Wat dient u als automobilist te doen wanneer U een wild dier aanrijdt?

    Nadat u de aanrijding heeft gemeld bij de politie,  roept de meldkamer van de politie in veel gevallen een jager of Boa op. Deze jager of Boa is vaak aangesteld in het kader van een valwildregeling, waarin afspraken zijn gemaakt over het opsporen van gewonde dieren. Deze regelingen is er echter niet land dekkend. Een aanrijding met wild komt altijd onverwacht en is daarom ook bijna niet te voorkomen. Toch kun je de kans op een aanrijding met een wild dier aanzienlijk beperken als je handelt zoals hieronder omschreven.

    Wat moet u doen bij het aanrijden van wild?
    • bel direct de politie 0900 8844
    • bel ook de politie als het dier niet blijft liggen
    • probeer zo goed mogelijk de locatie door te geven
    • wacht de komst van de politie en/of de jager /Boa (rustig) af.
    Wat moet u beslist niet doen?
    • rij niet door, dat is strafbaar
    • ga nooit achter het dier aan, laat dit aan de deskundigen over.
    • Hoe kunt u aanrijding voorkomen?
      • Houd u aan de adviessnelheid, voornamelijk in de schemerperiode en ’s nachts wanneer het wild het actiefst is daar veel aanrijdingen het gevolg zijn van een te hoge snelheid. Maar ook overdag kunt u wild tegenkomen.
      • Bij een snelheid van 60 km per uur heeft kan het wild je auto te ontwijken. Bij deze snelheid kun je zelf ook beter reageren en biedt het vaak ook nog de mogelijkheid om tijdig te stoppen en wijk vooral niet uit en probeer de auto zoveel mogelijk op de weg te houden.
      • Bij de aanrijding met een wild dier kunnen ook nog andere dieren tegelijk proberen de weg over te steken, houd daar rekening mee.
      • let op de wildsignaleringsborden!
      • houd uw hond aan de lijn! Ook loslopende honden kunnen de oorzaak zijn van aanrijdingen, doordat zij het wild opjagen. 

      Onder voorwaarden is het toegestaan om dode aangereden dieren mee te nemen.

      In artikel 3.22 van de Regeling natuurbescherming staat dat aan iedereen vrijstelling wordt verleend voor het onder zich hebben van dieren*, maar uitsluitend als het betreffende dier kennelijk in het wild is gestorven buiten schuld of medeweten van degene die zich het dier heeft toegeëigend.

      Dus als u een doodgereden ree/haas of wild zwijn langs de openbare weg vindt, mag u dat op grond van deze bepaling meenemen. Mag dat ook als u zelf  een ree heeft doodgereden?

      Uit de toelichting bij de Regeling  volgt dat dit is toegestaan zolang u het dier niet opzettelijk heeft gedood. Als u zich aan de geldende snelheidsbepaling op een bepaalde weg houdt en er steekt onverhoopt een ree over, dan kan u niet verweten worden dat u dat ree opzettelijk heeft aangereden.
      In dat geval is de vrijstelling voor u toepasbaar en mag u het dode dier(* genoemd in bijlage 1, behorende bij artikel 3.25 van het Besluit natuurbescherming: boommarter, bunzing, damhert, edelhert, haas, hermelijn, konijn, ree, steenmarter, vos, wezel en wild zwijn) meenemen. In het kader van een adequate valwildregistratie is het vanzelfsprekend wenselijk dat u bij de politie melding maakt van het valwild.

      Let op als het een aanrijding betreft met een ree, edelhert, damhert of wild zwijn en het dier is niet dood. Een gewond of ziek dier mag men uitsluitend onder zich hebben als voor vervoer melding is gemaakt bij de meldkamer van de politie en voor zover dat vervoer gebeurt door een door de politie aangewezen vervoerder. Verder geldt deze vrijstelling niet voor dode vogels.

      In de wet Natuurbescherming staat dat het verboden is om een vogel onder zich te hebben dat wordt genoemd onder de Vogelrichtlijn. Hierop bestaan twee uitzonderingen. Men mag de dode vogel in zijn bezit hebben als deze legaal verkregen is (via jacht, beheer of schadebestrijding) of als men de dood gevonden vogel – zolang men geen verwijtbare schuld heeft aan de dood van het dier – binnen drie dagen aflevert bij een preparateur.

       


    Bron:

    • Wild op weg, Aanrijdingen met wild: wie is verantwoordelijk en wie betaalt de prijs? Rijks Universiteit Utrecht:Kennispunt 2008, Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie
    • Verbond voor verzekeraars
    • Regeling Natuurbescherming



    Besmettingsgevaar op jacht | zoönosen algemeen

    Kundigenperson-aEr zijn veel infectieziekten die mensen op elkaar kunnen overbrengen. Ook dieren kunnen infectieziekten op elkaar overbrengen. Een klein deel van de infectieziekten van dieren is besmettelijk voor de mens. Dat zijn de zoönosen.
    Voedselinfecties en zoönosen

    Ook voedsel kan besmet zijn met allerlei soorten ziekteverwekkers. Vaak zijn deze afkomstig van andere, zieke mensen. Maar soms besmetten ziekteverwekkers van dieren ons voedsel. Ook dat zijn zoönosen.

    Steeds meer zoönosen?

    Enerzijds verdwijnen er zoönosen uit ons land, doordat er steeds meer over bekend is en goede maatregelen genomen kunnen worden. Anderzijds kunnen er nieuwe ziekten bijkomen. De oorzaken daarvan zijn:

    • Mensen reizen steeds meer en kunnen uit andere landen ziekten mee terug naar huis nemen. Sommige ziekten zullen dan kans zien om zich (opnieuw) in Nederland te vestigen.
    • Onze voedingsgewoonten zijn veranderd, er wordt meer rauw of rosé gebakken vlees en vis gegeten (bijvoorbeeld carpaccio, vis in sushi’s, rosé gebraden lamsbout). Ook groenten worden vaak korter gekookt of even geroerbakken, zodat ze nog knapperig blijven. Ziektekiemen die normaal door verhitting gedood worden, zullen dan blijven leven. Ook in rauwe melk kunnen ziektekiemen voorkomen, terwijl er geen enkel risico is wanneer je gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk in de winkel koopt.
    • Het klimaat verandert. Door de opwarming kunnen vectoren (‘transporteurs’), die ziekten van (wilde) dieren naar mensen overbrengen, zich vestigen en uitbreiden in Nederland. Voorheen was het in ons land te koud voor die vectoren (muggen, teken, vliegen) om te overleven.
    Hoe kunt u een besmetting met een zoönose voorkomen?
    • Ken de risico’s.
    • Goed handen wassen (met zeep en veel water) na contact met dieren, na tuinieren, na buiten spelen.
    Wat betreft de dieren om u heen:
    • Bestrijd ongedierte (muizen en ratten) in en om huis.
    • Controleer op teken na in gebieden geweest te zijn waar deze veel voorkomen, verwijder een eventuele teek zo spoedig mogelijk.
    • Ontworm honden en katten regelmatig, zeker jonge dieren. Laat ze vaccineren, bestrijd vlooien, teken en luizen.
    • Voer een huisdier geen slachtafval of rauw vlees en zorg voor schoon drinkwater.
    • Vermijd contact met zieke dieren.
    Wat het voedsel betreft:
    • Bewaar voedsel bij de juiste temperatuur.
    • Verhit voedsel door en door, zodat het van buiten én van binnen gaar is.
    • Was rauwe groente en fruit goed met schoon water.
    • Eet geen rauw of rosé vlees, drink geen rauwe melk.
    • Neem bij inblikken of wecken uiterste hygiëne in acht.
    • Gebruik schoon keukengerei, was handdoeken, theedoeken en vaatdoeken zeer regelmatig, liefst iedere dag.
    • Goed de handen wassen vóór het bereiden van eten, maar ook tussendoor na het toebereiden van bijvoorbeeld vlees.
    • Voorkom kruisbesmetting.
    • Zorg dat de koelkast op de juiste temperatuur staat: tussen 4 en 7 graden Celsius.
    • Transporteer voedsel bij de juiste temperatuur: gekoelde waren in een koeltas.
    Bij ziekte:
    • In geval van ziekte bij een mens: consulteer een arts!
    • In geval van ziekte bij een dier: consulteer een dierenarts!
    Wanneer moet u naar de huisarts?

    De informatie op deze website gaat over infectieziekten die van dieren worden overgedragen op mensen. Op grond van deze informatie kan echter geen diagnose worden gesteld! Ziekteverschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, moeheid, huiduitslag en diarree kunnen vele verschillende oorzaken hebben. Raadplaag daarom altijd uw huisarts bij ernstige of aanhoudende gezondheidsklachten.

    Als u ziek bent, en u denkt dat het op de één of andere manier door contact met dieren gekomen is, dan is het wel heel nuttig om uw arts  daarvan op de hoogte te stellen. Vertel bijvoorbeeld dat u parkieten houdt, gezwommen hebt in oppervlaktewater, een oude stal hebt schoongemaakt, gekampeerd hebt in de duinen, de jonge lammetjes bij de buren bezocht hebt, of de slootkant hebt schoon gemaakt. Vertel bovendien wanneer dat precies geweest is.

     




    Jagen in Frankrijk

    Lees meer over de jachtseizoenen en hoe u een jachtvergunning krijgt in Frankrijk…

     

     

    De jacht wordt streng gecontroleerd in Frankrijk. Als u in Frankrijk wilt jagen, heeft u een geldige jachtvergunning nodig. Met deze vergunning mag je voor een bepaalde periode in een bepaald gebied jagen. De licentie moet elk jaar worden verlengd (gevalideerd).
     
    Het Franse woord voor jagen is Chasse .

    Jachtseizoenen

    De jachtseizoenen in Frankrijk worden op regionaal niveau beheerd om de ecologische behoeften van het gebied en zijn dieren- en vogelsleven aan te vullen: de data van de opening en sluiting van de jachtseizoenen zijn afhankelijk van de regio – departement – en de diersoort. Terwijl het seizoen over het algemeen in september begint en tot eind februari loopt, wordt de opening beslist door de regionale prefect (neem contact op met de plaatselijke prefectuur voor data). Het schieten op watervogels begint in augustus, terwijl het bejagen van veel soorten, zoals patrijs- en trekvogels, tot een kortere periode kan worden beperkt. Het selectief afschieten van mannelijke reeën is mogelijk toegestaan ​​van juni tot september, maar er is hiervoor een specifieke vergunning nodig. Georganiseerde jacht ( chasse à courre ) is over het algemeen toegestaan ​​tot en met 31 maart.

    In tegenstelling tot veel andere Europese landen is jagen op zondag toegestaan, hoewel er in sommige delen van Haute-Savoie beperkingen kunnen gelden op zondag, na een aantal dodelijke jachtongevallen in die regio.

    Soorten waarop in Frankrijk wordt gejaagd

    Op minder dan 15 procent van alle diersoorten in Frankrijk mag worden gejaagd: van 529 soorten vogels en 119 soorten zoogdieren mogen slechts 64 soorten vogels en 24 zoogdieren worden bejaagd.

    • voor een lijst met soorten waarop in Frankrijk mag worden gejaagd naar chasses du monde (in het Frans)

    Jachtvergunningen in Frankrijk

    Om in Frankrijk te mogen jagen, is een jachtvergunning ( permis de chasser ) nodig. Jagers moeten een theorie- en praktijkexamen afleggen voordat ze een vergunning krijgen. Beide examens worden georganiseerd door het National Hunting and Wildlife Agency, ONCFS ( Office National de Chasse et de la Faune Sauvage ) en worden het hele jaar door gehouden.

     

    Ter voorbereiding op dit examen moeten jagers een verplichte opleiding volgen. Kandidaten kunnen het praktijkexamen pas afleggen nadat ze het theorie-examen hebben behaald en moeten op de dag van het theorie-examen minimaal 15 jaar oud zijn. Als de kandidaat niet slaagt voor een van de examens, moet hij het proces opnieuw beginnen en een nieuw aanvraagformulier invullen.

    Aanvraagprocedures

    De eerste stap om een ​​jachtvergunning te krijgen is om contact op te nemen met de Departementale Jachtfederatie (Fédération Départementale des Chasseurs) in uw thuisafdeling, die u zal informeren over beschikbare data voor trainingssessies voor zowel het theorie- als het praktijkexamen. Zodra de training is voltooid, stuurt de Federatie het aanvraagformulier naar de ONCFS. Voor een aanvraag zijn de volgende documenten nodig:

    • kopie identiteitsbewijs (paspoort, identiteitskaart, familieboekje of rijbewijs)
    • zonder registratie

    U krijgt dan bericht (met een waarschuwing van minimaal 15 dagen) over de datum waarop het theorie-examen zal plaatsvinden.

    Het examen

    Het theorie-examen bestaat uit 21 vragen rond de volgende thema’s:

    • kennis van dieren in het wild (herkennen van wild en beschermde soorten, dierbiologie en hun manier van leven)
    • kennis van de jacht (verschillende jachttechnieken, kennis en gebruik van jachthonden en jachtvocabulaire)
    • kennis van de regels en wetten met betrekking tot jachtbeleid en natuurbescherming
    • kennis van wapens en munitie , hoe deze te gebruiken en veiligheidsregels

    Om te slagen voor het examen, moet u 16 van de 21 goede antwoorden hebben en moet u de twee vragen over beveiliging correct hebben beantwoord. Het certificaat wordt afgegeven door de inspecteurs van de ONCFS. Het praktijkexamen kan pas worden afgelegd als je geslaagd bent voor het theorie-examen. Na het theorie-examen heb je 18 maanden de tijd om het praktijkexamen te halen. Het examen bestaat uit drie delen:

    • simulatie van jagen, schieten met losse flodders
    • schietproef, met zwarte doelen die soorten vertegenwoordigen waarop kan worden gejaagd en rode doelen die beschermde soorten of dieren vertegenwoordigen waarop niet kan worden gejaagd.
    • een bewegend doel schieten

    Elk gevaarlijk gedrag leidt automatisch tot het mislukken van het examen. Om te slagen voor het praktijkexamen moet je 16 van de 21 punten goed hebben.

    Boogschieten

    Om met pijl en boog te jagen, moet u in het bezit zijn van een geldige jachtvergunning en moet u een specifieke opleiding volgen bij de Jachtfederatie van uw thuisafdeling.

    Aanvraag van de jachtvergunning

    Zodra de kandidaat voor beide examens is geslaagd, kan een aanvraag voor de jachtvergunning worden ingediend bij de prefectuur van het huis (of de plaatselijke politieprefectuur voor inwoners van Parijs). De aanvraag moet het volgende bevatten:

    De jachtvergunning wordt binnen een maand na de aanvraag toegestuurd, tenzij de aanvraag wordt afgewezen. Aanvragen kunnen worden geweigerd om de volgende redenen: medische redenen, strafblad in de afgelopen vijf jaar of als het de aanvrager verboden is een arm te dragen.

    Verlenging van de jachtvergunning

    Het is noodzakelijk om elk jaar een jachtvergunning te verlengen en de procedure kan variëren in de verschillende afdelingen. Neem contact op met de plaatselijke Fédération Nationale des Chasseurs om meer te weten te komen over de procedures voor elk departement.

    Het validatieformulier wordt vervolgens verzonden naar:

    Vergunningen die in bepaalde departementen kunnen online worden gevalideerd.

    Soorten vergunningen

    Er bestaan ​​verschillende soorten validatie:

    1. Nationale jaarlijkse vergunning : Geldig van 1 juli tot 30 juni en voor heel Frankrijk.
    2. Departementale jaarlijkse vergunning : Geldig van 1 juli tot 30 juni en voor een departement en de gemeenten ernaast.
    3. Tijdelijke vergunning : Geldig voor negen opeenvolgende dagen en kan worden verleend voor heel Frankrijk of voor een of meer departementen.

    Niet-Franse jachtakten in Frankrijk

    De praktijk van de jacht in Frankrijk door Franse of buitenlandse niet-ingezetenen, die in het bezit zijn van een jachtvergunning, die is afgegeven door een ander land dan Frankrijk, is onderworpen aan de validering van deze documenten, volgens de regels die van toepassing zijn op de afgifte van een jachtvergunning in Frankrijk.

    Verzekering

    Jagers moeten een verzekering hebben ( Assurance obligatoire de responsabilité civile ) in Frankrijk en u moet een verzekeringsbewijs ( attestation d’insurance ) bij zich hebben als u gaat jagen. Om uw jachtvergunning te kunnen aanvragen of verlengen, moet u een verzekeringsbewijs tonen:

    Garantiefonds ( Fonds de Garantie )

    In geval van een jachtongeval waarbij de dader niet bekend of onverzekerd is, kan de benadeelde een beroep doen op het Fonds de Garantie door een aangetekende brief te sturen naar het adres:

    Gehandicapt

    Een jachtvergunning kan niet worden afgegeven aan iemand met een handicap of een medische aandoening die de jacht gevaarlijk kan maken; of iemand die medicijnen gebruikt die reflexen, visuele of gehoorcapaciteiten zullen veranderen.

    Begeleide jacht

    Personen ouder dan 15 jaar mogen jagen onder begeleiding van een volwassene die al meer dan 5 jaar in het bezit is van een jachtvergunning. De vergunning die dit mogelijk maakt, is gratis verkrijgbaar en is een jaar geldig. De begeleider moet een opleiding volgen voordat hij een vergunning krijgt en er mag slechts één geweer voor twee personen zijn. invullen chasse accompagnée en verstrekken:

    • twee pasfoto’s
    • een certificaat waaruit blijkt dat de opleiding is gevolgd
    • identiteitsbewijs
    • een brief van de begeleider waarin staat dat hij in het bezit is van een geldige jachtvergunning

    Het formulier moet worden verzonden naar de plaatselijke prefectuur van de woonplaats van de aanvrager.

    • Bezoek de om het benodigde aanvraagformulier te downloaden (PDF)

    Wapens in omloop en de Europese vuurwapenvergunning

    De Europese Vuurwapenvergunning stelt jagers in staat om in alle Europese landen op jacht te gaan met hun eigen wapens, die op deze vergunning zijn geregistreerd. Er zijn geen andere formaliteiten, behalve de formaliteiten die door het land van binnenkomst als verplicht worden beschouwd. De prefectuur kan een Europese vuurwapenvergunning afgeven aan buitenlanders die in Frankrijk wonen. Deze licentie is 5 jaar geldig. Buitenlandse jagers mogen in Frankrijk jagen, op voorwaarde dat ze in het bezit zijn van een Europese vuurwapenvergunning waarop de wapens die worden vervoerd vermeld staan.

    De vergoeding voor EU-jagers is: drie wapens van de 5e categorie en 100 patronen per wapen. Jagers van buiten de EU zijn beperkt tot twee wapens van de 5e categorie en 100 patronen per wapen.

    Verdere informatie

    Om als (buiten Frankrijk woonachtige) Nederlander in Frankrijk te kunnen jagen dient de Nederlandse jachtakte in Frankrijk te worden gevalideerd. Dit gebeurt door een officieel erkende Franse instantie of organisatie, bijvoorbeeld de Fédération Nationale des Chasseurs of de departementale jagersverenigingen.

    Bij deze instantie of organisatie vraagt u het betreffende aanvraagformulier aan en stuurt dit ingevuld en met de benodigde betaling retour. Het eenvoudigste is dit door uw Franse gastheer te laten verzorgen.

    De kosten van het valideren van de Nederlandse akte zijn afhankelijk van het departement, de gekozen periode en de wildsoorten waarop men wil jagen en variëren van € 200,– tot € 310,–. Bij een tijdelijke vergunning kan men kiezen uit een periode van;

    • 9 aaneengesloten dagen (deze kan men maar 1 maal per jaar aanvragen).
    • 3 aaneengesloten dagen.(deze kan men maar 1 maal per jaar aanvragen).

    Het is ook mogelijk om de Nederlandse jachtakte voor de periode van één jaar aan te vragen. Anders dan in het verleden hoeft men voor deze aanvraag voor een jaar, geen Frans jachtexamen af te leggen.

    Waarschuwing

    De aanvraag van de jachtvergunning op basis van de Nederlandse jachtakte mag niet gebeuren op de originele jachtakte. Dit kan uw akte namelijk ongeldig maken! Gebruik hiervoor een kopie.

    Overige informatie

    Om aan te tonen dat men in Frankrijk is verzekerd, dient men een bewijs te overleggen dat men is verzekerd bij een in Frankrijk gevestigde maatschappij. Leden van de NOJG die de NOJG Jacht WA verzekering hebben afgesloten kunnen een dergelijk bewijs verkrijgen bij het bureau van de NOJG. Houdt er echter rekening mee dat er minimaal twee weken nodig zijn om het bewijs uit Frankrijk te ontvangen.

    Altijd wanneer u met een wapen reist door de landen van de Europese Unie is een Europees Vuurwapenpaspoort vereist. Dit paspoort kunt u aanvragen bij de politie.

    Het jachtseizoen is in Frankrijk afhankelijk van de wildsoort en het departement.

    Belastingvrij en zonder formaliteiten kunnen drie jachtgeweren en 100 patronen per geweer naar Frankrijk ingevoerd worden. De ingevoerde patronen hoeven niet weer te worden uitgevoerd.

    De kalibers .30-06, .308 en 8x57JS zijn in Frankrijk niet langer verboden. De Europese organisatie FACE bevestigd dat de wijziging van de Franse wetgeving is geïmplementeerd en dat de .30 kalibers evenals de 8 x57JS nu in Frankrijk op jacht gebruikt mogen worden.

    De enige kalibers die nog verboden zijn worden genoemd in artikel 2 rubrique 3 en dat zijn:  7,62 × 39; 5,56 × 45; 5,45 × 39 Russian; 12,7 × 99; and 14,5 × 114. Deze kalibers worden veelal gebruikt in machinegeweren en/of aanvalswapens en bijna nooit in jachtwapens (m.u.v. de 5,56 x 45, gelijk aan de .223 Rem).

    1) De adressen van de verschillende departementale jagersverenigingen zijn te vinden op het internet: www.unfdc.com, klik dan op l’Annuaire de la chasse >> Federations Departementales  of via http://www.unfdc.com/contact/frame.php?page=1.

    1) De adressen van de verschillende departementale jagersverenigingen zijn op 2 manieren te vinden op het internet:In aanvulling op bovenstaande informatie kunnen wij u het volgende meedelen.

    In tegenstelling tot de Nederlandse situatie behoort het jachtrecht niet automatisch aan de grondeigenaar/gebruiker. Over het algemeen zijn namelijk alle jachtgebieden in beheer van de ACCA (de lokale jagersvereniging). Daarbij geldt dat gebieden kleiner dan 20 ha verplicht altijd zijn verhuurd via de ACCA. Gebieden groter dan 20 ha zijn alleen bij uitdrukkelijk aangeven door de eigenaar/gebruiker niet aan de ACCA.

    Contracten met ACCA hebben een looptijd van 6 jaar en worden automatisch verlengd. Om gebieden uit de ACCA contracten te halen, dient de jacht minimaal 3 jaar tevoren opgezegd worden, via een bij de notaris op te stellen verklaring.

    Het Nederlands jachtdiploma is in Frankrijk niet erkend. Om een ‘normale’ Franse jachtakte te verkrijgen dient dus het Frans jachtexamen afgelegd te worden.

    Elk arrondissement heeft eigen bepalingen m.b.t. bejaagbare soorten, jachtmethoden, populatiebeheersbepalingen etc.

     



    Jachtverlof België

    Jachtverlof en jachtvergunning

    België kent 2 aparte gebieden waar ook andere regels voor de jacht gelden, dit zijn Vlaanderen en Wallonië en die beide ook een ander jachtverlof(bewijzen) hebben.

    Iedereen die in Vlaanderen met een vuurwapen wil jagen, moet een jachtverlof of een jachtvergunning hebben.

    Het jachtverlof is een persoonlijk document en is geldig voor 1 jachtseizoen.

    Wie een geldig Vlaams jachtverlof heeft, kan een jachtvergunning aanvragen voor genodigden die niet in het Vlaamse gewest wonen. Die jachtvergunning is een persoonlijk document en is geldig voor vijf vooraf bepaalde dagen in een jachtseizoen.

    Jachtvergunning ( buitenlandse gastjagers)

    Wie kan een jachtvergunning aanvragen?

    Om een jachtvergunning aan te vragen moet je in het bezit zijn van een jachtverlof. Je kan dan een jachtvergunning aanvragen voor iemand die je wil uitnodigen voor de jacht. Die persoon moet minstens 18 jaar zijn, buiten Vlaanderen een jachtverlof hebben en fysiek en psychisch in aanmerking komen om te jagen in Vlaanderen. Ook zijn/haar voorgeschiedenis wordt bekeken: er mogen geen ernstige veroordelingen op zijn/haar naam staan. De precieze voorwaarden staan vermeld in artikel 13 en 14 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.

    Hoe kun je een jachtvergunning aanvragen?

    Hoeveel kost een jachtvergunning?

    Een jachtvergunning kost 40 euro. Sommige provincies rekenen daar bovenop nog een provincietaks aan.

    Hoe betalen?

    Wanneer je een jachtvergunning aanvraagt via het e-loket gebeurt de betaling via het e-loket. In alle andere gevallen kan je betalen kan op IBAN-nummer: BE15 3751 1109 8930 BIC: BBRUBEBB van het Agentschap voor Natuur en Bos, Havenlaan 88 bus 75 te 1000 BRUSSEL.

    Vermeld bij jouw betaling steeds “Achternaam Voornaam – Jachtvergunning 201..-202..”

    Terugbetaling belasting

    Hoe kun je de terugbetaling van de belasting voor een jachtvergunning vragen als de arrondissementscommissaris weigert die jachtvergunning af te geven? Als de arrondissementscommissaris weigert een jachtvergunning af te geven, krijgt de bevoegde administratie daarvan onmiddellijk een melding en zal ze spontaan de procedure inzetten tot terugbetaling van de belasting op het rekeningnummer waar de betaling van afkomstig was. In principe hoeft u hiervoor dus niets te doen.

    Hoe kun je de terugbetaling van de belasting voor een jachtvergunning vragen als je een fout hebt gemaakt bij de betaling van die belasting Als je een fout hebt gemaakt bij de betaling van de provinciebelasting zal de bevoegde administratie spontaan de procedure inzetten tot terugbetaling van de belasting op het rekeningnummer waar de betaling van afkomstig was. In principe hoeft u hiervoor dus niets te doen.

    Als je een dubbele betaling hebt gedaan of een fout hebt gemaakt bij de betaling van de gewestbelasting kan u een mailtje verzenden aan jacht.anb@vlaanderen.be. De bevoegde administratie zal dan de procedure inzetten tot terugbetaling van de belasting op het rekeningnummer waar de betaling van afkomstig was.

    Voorwaarden:

    De minimum leeftijd om een Belgische jachtakte te verkrijgen is 18 jaar. Om een eerste (jaar)akte te verkrijgen moet met goed gevolg een examen zijn afgelegd, zowel theoretisch als praktisch. In 1995 werd het praktisch examen in Vlaanderen ingevoerd. Voor Wallonië stond invoering gepland voor 1996. Het theoretisch examen is geldig in beide regionen. Om een jachtverlof aan te kunnen vragen, moet u:

    • minimaal 18 jaar zijn op 1 juli van het jaar waarin u het jachtverlof aanvraagt een geldig getuigschrift hebben waaruit blijkt dat u geslaagd bent voor het theoretische en praktische jachtexamen (externe website)
    • (ook getuigschriften die niet in Vlaanderen zijn uitgereikt, kunnen geldig zijn, zie de website van het Agentschap voor Natuur en Bos voor een overzicht)
    • eerst de Vlaamse jachtbelasting (en eventueel ook provinciale jachtbelasting (externe website)) betalen.

    Volgens het Jachtadministratiebesluit (Hoofstuk 2 – Art 9)

    Een bewijs van slagen voor het jachtexamen in de volgende landen of gewesten is gelijkwaardig aan het geldig getuigschrift, vermeld in artikel 7, eerste lid, 4°;

    1.  het Waalse Gewest, op voorwaarde dat het bewijs van slagen is uitgereikt vanaf 1 januari 1998;
    2. Nederland;
    3. het Groothertogdom Luxemburg;
    4. Frankrijk, op voorwaarde dat het bewijs van slagen is uitgereikt vanaf 1 januari 2003;
    5. Duitsland;
    6. Oostenrijk.

    Dit betekend praktisch dat je het Examen kan afleggen in België (Theorie en Praktijk) en met dit getuigschrift een Nederlandse Akte kan aanvragen. Of zelfs een combinatie is mogelijk. Theorie in België en Praktijk in Nederland. – https://www.hunting.be/jachtopleiding/praktijkexamen-herkansing

    Jachtopleiding België

    De digitale leeromgeving voor aspirant-jagers in Belgie. Een uitgebreid lessenpakket om het jachtexamen grondig voor te bereiden en je slaagkansen te verhogen. Uitgebreid pakket met terminologie, lessen, determinatietabellen, vragenmodules, inclusief de fotovragen, en proefexamens. Maar ook didactische ondersteuning en examenvoorbereiding. Neem gerust een kijkje op de verschillende pagina’s en probeer eens een proefles uit.

    Jan Renaer | E: jan@hunting.be | T: mobile +32 495 23 46 50

    Procedure:

    Vraagt u voor de eerste keer een jachtverlof aan? Meld u dan persoonlijk aan tijdens de openingsuren bij het arrondissementscommissariaat van uw provincie (externe website).

    Op de website van het Agentschap voor Natuur en Bos vindt u een overzicht van de documenten die u nodig hebt om een jachtverlof aan te vragen (externe website), onder meer een bewijs van betaling(en).

    Hebt u al een geldig jachtverlof en wilt u een verlenging aanvragen? Dan hoeft u geen getuigschrift meer voor te leggen dat u geslaagd bent in het jachtexamen. U hoeft zich ook niet persoonlijk aan te melden.

    Jachtverlof en jachtvergunning

    Iedereen die in Vlaanderen wil jagen met een vuurwapen moet in het bezit zijn van een jachtverlof of jachtvergunning.

    Een jachtverlof is een persoonlijk document waarmee de houder de toelating heeft om op eigen initiatief te jagen. Een jachtverlof is geldig voor een volledig jachtseizoen. Er is een versie van het jachtverlof dat alle dagen van het geldig is en er is een versie van het jachtverlof dat enkel op zondag geldig is.

    Een jachtvergunning is een persoonlijk document waarmee de houder de toelating heeft om te jagen op uitnodiging van iemand die een jachtverlof heeft. Een jachtvergunning is slechts geldig op vijf vooraf bepaalde dagen.

    De toepassing om online een jachtverlof aan te vragen is vanaf nu ook beschikbaar via het e-loket. 

    Documenten jachtvergunning ( buitenlandse gastjagers)

    Om een jachtverlof te verkrijgen moet je de volgende documenten voorleggen bij de arrondissementscommissaris bevoegd voor jacht in jouw provincie:

    Bewijs van bekwaamheid om te jagen

    Wie wil jagen met een jachtvergunning moet zijn bekwaamheid aantonen aan de hand van een geldig jachtverlof van het land waarin hij woont of verblijft. De aanvrager dient hiertoe dit jachtverlof voor te leggen aan de arrondissementscommissaris.

    Volgens het Jachtadministratiebesluit (Hoofstuk 2 – Art 9)

    Een bewijs van slagen voor het jachtexamen in de volgende landen of gewesten is gelijkwaardig aan het geldig getuigschrift, vermeld in artikel 7, eerste lid, 4°;

    1.  het Waalse Gewest, op voorwaarde dat het bewijs van slagen is uitgereikt vanaf 1 januari 1998;
    2. Nederland;
    3. het Groothertogdom Luxemburg;
    4. Frankrijk, op voorwaarde dat het bewijs van slagen is uitgereikt vanaf 1 januari 2003;
    5. Duitsland;
    6. Oostenrijk.

    Foto

    De foto van de persoon voor wie de jachtvergunning bestemd is, moet minstens 4 cm hoog bij 3,5 cm breed zijn. Het hoofd op de foto moet 1,5 tot 2 cm hoog zijn.

    Verklaring dat de persoon voor wie de jachtvergunning bestemd is fysiek en psychisch in aanmerking komt om te jagen in Vlaanderen. Ook de voorgeschiedenis wordt bekeken (geen ernstige veroordelingen).

    Deze verklaring is opgenomen in het aanvraagformulier. De precieze voorwaarden waaronder iemand niet in aanmerking komt om te jagen in Vlaanderen staan vermeld in artikel 13 en 14 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.

    Jachtverzekering

    Iedereen die in Vlaanderen wil jagen met een vuurwapen moet verplicht een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. De verzekering moet de burgerlijke aansprakelijkheid dekken van ongevallen die lichamelijke en materiële schade aan derden veroorzaken en het gevolg zijn van het dragen en gebruiken van wapens tijdens de jacht en van het vervoer van deze wapens van en naar de plaatsen waar de jacht plaatsgrijpt.

    De geldigheidsduur van deze verzekering moet tenminste overeenkomen met deze van het jachtverlof.

    De vereiste minimumvoorwaarden waaraan deze verzekering moet voldoen, staan vermeld in artikel 18 tot en met 21 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.

    Documenten jachtverlof

    Om een jachtverlof te verkrijgen moet je de volgende documenten voorleggen:

    Getuigschrift van het theoretische en het praktische jachtexamen

    De documenten die hieronder vermeld staan, komen in aanmerking als getuigschrift van slagen voor het theoretische en het praktische jachtexamen:

    Een jachtexamengetuigschrift, uitgereikt in andere Europese landen kan worden gelijkgesteld met het bovenvermelde getuigschrift door de minister verantwoordelijk voor jacht. Voor meer informatie kun je contact opnemen met het Agentschap voor Natuur en Bos op tel. 02 553 78 84 of via e-mail jacht.anb@vlaanderen.be.

    Je moet geen geldig getuigschrift van het jachtexamen kunnen voorleggen als je een van de hieronder vermelde documenten kunt voorleggen:

    Foto

    De foto moet minstens 4 cm hoog bij 3,5 cm breed zijn. Het hoofd op de foto moet 1,5 tot 2 cm hoog zijn.

    Uittreksel uit het strafregister

    Het uittreksel uit het strafregister moet je afhalen bij het gemeentehuis van je woonplaats. Het is een uittreksel uit het strafregister volgens artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan 2 maanden.

    Je moet geen uittreksel uit het strafregister kunnen voorleggen als je een van de hieronder vermelde documenten kunt voorleggen:

    Jachtverzekering

    Iedereen die in Vlaanderen wil jagen met een vuurwapen moet verplicht een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. De verzekering moet de burgerlijke aansprakelijkheid dekken van ongevallen die lichamelijke en materiële schade aan derden veroorzaken en het gevolg zijn van het dragen en gebruiken van wapens tijdens de jacht en van het vervoer van deze wapens van en naar de plaatsen waar de jacht plaatsgrijpt.

    De geldigheidsduur van deze verzekering moet tenminste overeenkomen met die van het jachtverlof.

    De vereiste minimumvoorwaarden waaraan deze verzekering moet voldoen, staan vermeld in artikel 18 tot en met 21 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.

    Bedrag:

    Om in België te kunnen jagen is het bezit van een Waalse of Vlaamse jachtakte verplicht. Indien in geheel België gejaagd wil worden zijn dus twee aktes noodzakelijk. Er zijn verschillende type jachtakten:

    Wallonië Vlaanderen –akte geldig elke dag  akte geldig alleen op zondagen (gast)akte of logeerakte 
    € 223,10   €  150 –  €  105 – € 37,18     €    40
    Sommige provincies rekenen ook nog een provinciale belasting (externe website) aan. In Wallonië geldig voor 5 opeenvolgende dagen, in Vlaanderen voor 5 dagen die tevoren moeten worden aangegeven.

    Wetgeving:

    Algemeen: Jacht in België

    Het jachtrecht is in België gebonden aan het bezit van de grond, maar kan worden overgedragen of worden verhuurd. Behalve in de regio Brussel, waar alle jacht is verboden, kan jacht worden uitgeoefend op aaneengesloten gebieden van:

    • 25 ha. in noordelijk Wallonië,
    • 50 ha. in zuidelijk Wallonië en
    • 40 ha. in Vlaanderen.

    Aangezien België een federatie van redelijk onafhankelijke gebieden is er verschil in de jachtwetgeving van de verschillende regionen. De Jachtwet van 1882 is door regionale decreten aangepast namelijk het Vlaamse decreet van 24 juli 1991, het Brussels decreet van 29 augustus 1991 (jachtverbod) en het Walloonse decreet van 30 juni 1994

    Aanvraag jachtvergunning door buitenlanders

    Recentelijk is voor het Vlaamse gewest nieuwe regelgeving vastgesteld voor de jacht. Een van deze wijzigingen heeft consequenties voor het aanvragen van jachtverloven door personen die niet over de Belgische nationaliteit beschikken (artikelen 7 en 9 van het jachtadministratiebesluit van 25 april 2014). Het genoemde besluit maakt onder andere een onderscheid tussen aanvragers die wel en niet beschikken over een Nederlandse jachtakte.

    Nieuw: Als u in het bezit bent van een Nederlandse jachtakte, is er inderdaad geen bezwaar omtrent het gedrag gevonden. Aanvragers die beschikken over een Nederlandse jachtakte kunnen, ten behoeve van de aanvraag om een Vlaams jachtverlof, volstaan met de overlegging van de volgende bescheiden:

    1. Recente pasfoto 2. (Een volledige kopie van) de geldige Nederlandse jachtakte 3. Een bewijs van verzekering aangaande burgerlijke aansprakelijkheid 4. Een bewijs van betaling ter zake van de verschuldigde jachttaks

    Voor meer informatie verwijzen wij u naar Schrijven met betrekking tot aanvragen verlengen jachtverlof in Vlaanderen waarin de procedure nader wordt omschreven. Deze procedure is van toepassing bij alle Vlaamse jachtcommissariaten.

    Het jachtverlof voor Vlaanderen kan aangevraagd worden bij het arrondissementscommissaris van het Vlaamse gewest:

    Vlaamse dienst van de Gouverneur
    Adres Telefoonnummer Emailadres
    Afdeling West-Vlaanderen Burg 3, 8000 BRUGGE +32 50405812 jacht.west-vlaanderen@vlaanderen.be
    Afd. Oost-Vlaanderen Kalandeberg 1, 9000 GENT +3292678826 jacht.oost-vlaanderen@vlaanderen.be
    Afdeling Antwerpen Team Jacht Lange Kievitstraat 111-113 bus 8, 2018 ANTWERPEN +32 32249783 jacht.antwerpen@vlaanderen.be
    Afdeling Vlaams-Brabant Dietsepoort 6 bus 3, 3000 LEUVEN +32 16666230 jacht.vlaams-brabant@vlaanderen.be
    Afdeling Limburg Universiteitsweg 1, 3500 HASSELT +32 11238005 jacht.limburg@vlaanderen.be

    De minimumleeftijd om een Vlaams jachtverlof te verkrijgen is 18 jaar. Om een eerste jachtverlof te verkrijgen, moet met goed gevolg een examen zijn afgelegd, zowel theoretisch als praktisch. Het Nederlandse jachtexamen wordt in beide gewesten erkend.

    Voor de volledigheid wijzen wij u er op dat de “schriftelijke verklaring van de ambassade” die in de bijlage is genoemd, enkel van toepassing is op Nederlandse aanvragers die niet beschikken over een Nederlandse jachtakte. Voorts wijzen wij u erop dat de V(erklaring) O(mtrent) G(edrag) voor Wallonie wel noodzakelijk blijft.

    Gast- of logeerakten:

    Kunnen alleen worden aangevraagd voor personen die buiten de betrokken regio wonen. De gastheer dient daarbij enige formaliteiten te vervullen. De Nederlandse jager moet dus door een Belgische jachtaktehouder worden uitgenodigd.

    jagers@ecclesia.nl of via 010 440 26 48. Daarbij dient te worden aangegeven of het bewijs in het Nederlands voor Vlaanderen, of Frans voor Wallonië dient te zijn.

    Wie in Duitsland, Frankrijk of het Franssprekende deel van België (Wallonië) een jachtakte wil aanvragen dient volgens de plaatselijke wetgeving verzekerd te zijn bij een in dat land gevestigde maatschappij. De verzekeraar heeft vestigingen in die landen of werkt samen met lokale maatschappijen.

    De (voorschot)premies zijn per 1-7-2019 :

    • België         € 34,61 (inclusief 21% assurantiebelasting)
    • Frankrijk   € 36,01 (inclusief 21% assurantiebelasting)

    Voor het vervoer van het wapen naar België is een Europees Vuurwapenpaspoort nodig. Dit is verkrijgbaar bij de instantie waar ook de Nederlandse jachtakte wordt aangevraagd. Het is toegestaan om de op dit paspoort vermelde wapen(s) te vervoeren evenals 200 patronen. Geweren en munitie dienen afzonderlijk te zijn verpakt. Sinds de wetswijziging van 2006 zijn de kogelkalibers .308 en .30-06 in België op jacht wel toegestaan.

    Bron Informatie: Koninklijke St. Hubertus Club van België, 410 Boulevard Lambermont, B-1030 Brussels. tel. 00 32 2 248 25 85. fax. 00 32 2 248 25 95

    Bewijs van goed gedrag

    Aanpassing procedure Verklaring omtrent het Gedrag (VOG)

    Wie en Belgische jachtakte wil aanvragen, moet een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) overleggen. In overleg met het ministerie van Justitie kwam de volgende tekst tot stand.

    Bij de aanvraag van een Belgische jachtakte moet worden overlegd:

    • kopie van de Nederlandse jachtakte,
    • specifiek verzekeringsbewijs (in het Frans of Nederlands)
    • kopie van het jachtdiploma
    • Verklaring omtrent het Gedrag “Attest van Achtbaarheid”

    De Verklaring omtrent het Gedrag (vroeger bewijs van goed gedrag) dient te worden aangevraagd bij de dienst burgerzaken in de gemeente waar men woonachtig is. De gemeente stuurt de aanvraag door naar het ministerie van Justitie (COVOG) die wanneer alles in orde is de VOG verstrekt. Het aanvragen van een VOG gebeurt via een aanvraagformulier: aanvraagformulier-vog-np-1.3_tcm123-418661 De verwerking van een aanvraag duurt ongeveer 4 weken.

    Arrondissementscommissariaten Vlaanderen

    Bij de aanvraag dient men aan te tonen dat een VOG noodzakelijk is. Tot nu toe kon dit door overlegging van de Belgische wetteksten. De ambtenaar van de gemeente moet echter éénduidig vast kunnen stellen voor welk doel de aanvraag wordt ingediend. Een kopie van de wettekst sluit andere doelen niet uit. De aanvraag kan in ontvangst genomen worden, indien een organisatie het aanvraagformulier ondertekend heeft en in sommige gevallen wanneer de aanvrager een ondertekend schrijven kan overleggen waar uit het doel van de aanvraag blijkt.

    Bij het indienen van de aanvraag bij de gemeente dient men in het bezit te zijn van een geldig identiteitsbewijs en de leges ad € 30,05 te betalen.

    Het aanvraagformulier moet worden ondertekenend door de Procureur des Konings van het gebied waar de akte wordt aangevraagd in België.

    Vlaams Jachtopeningsbesluit 2013-2018:

    Wanneer is jagen toegelaten en op welk wild?

    Vlaanderen heeft een nieuw Jachtopeningsbesluit. Daarin staat wanneer op welke wildsoort mag gejaagd worden tussen 3 juli 2013 en 1 juli 2018. Opvallende nieuwigheid is de uitbreiding van de jacht op everzwijnen. Om belangrijke schade door de sterk groeiende populatie everzwijnen te voorkomen, is de bijzondere jacht voortaan het hele jaar door toegelaten. Ook de jachtperiode op Canadaganzen en grauwe ganzen werd verruimd.De periode 2013-2018 omvat 5 jachtseizoenen die telkens beginnen op 1 juli en eindigen op 30 juni van het betrokken jaar. Behalve voor 2013, want daar start de jachtperiode op 3 juli 2013 (de dag van publicatie van het besluit in het Staatsblad).

     Wildsoort 

     Gewone jacht

    Bijzondere jacht i.v.m. schadebestrijding

     Grof wild Wild zwijn van 1 januari tot en met 14 juli en van 1 augustus tot en met 31 december van 1 januari tot en met 31 december
      Reegeit en reekalf van 1 januari tot en met 31 maart  /
      Reebok van 1 mei tot en met 14 september  /
      Edelhert, damhert en moeflon van 1 oktober tot en met 31 december van 1 januari tot en met 30 september
     Klein wild Patrijs van 15 september tot en met 14 november  /
      Haas van 15 oktober tot en met 31 december  /
      Fazanthen van 15 oktober tot en met 31 december  /
      Fazanthaan van 15 oktober tot en met 31 januari  /
     Waterwild Grauwe gans van 15 augustus tot en met 30 september van 15 juli tot en met 14 augustus en van 1 oktober tot en met 31 januari
      Canadese gans van 15 augustus tot en met 31 maart van 1 april tot en met 14 augustus
      Wilde eend van 15 augustus tot en met 31 januari van 15 juli tot en met 14 augustus
     Overig wild Konijn van 15 augustus tot en met 28 of 29 februari van 1 maart tot en met 14 augustus
      Houtduif van 15 september tot en met 28 of 29 februari van 1 maart tot en met 14 september
      Vos van 15 oktober tot en met 28 of 29 februari van 15 mei tot en met 14 oktober
      Verwilderde kat van 1 januari tot en met 31 december  /

    Opmerkingen:

    • van 15 oktober tot en met 14 november is de gewone jacht op patrijs alleen geopend voor erkende wildbeheereenheden. Jacht op patrijs is bovendien alleen onder strikte voorwaarden toegelaten op bij elkaar aangrenzende jachtterreinen; ook op smient is de bijzondere jacht toegelaten. En dat van 15 oktober tot en met 14 november, voor zover op de bejaagde percelen door de jachtrechthouder schade kan worden aangetoond aan de andere landbouwteelten dan permanent grasland.
    • Op kievit is bijzondere bejaging mogelijk van 1 maart tot en met 14 augustus. Herinner dat bijzondere jacht alleen is toegelaten wanneer er geen alternatieven zijn om belangrijke schade aan gewassen, weiden of eigendommen te voorkomen (voor vogelsoorten die tot jachtwild behoren alleen ter preventie van schade aan gewassen en weiden), ter bescherming van de wilde fauna en flora of voor de instandhouding van de natuurlijke habitats en in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer;
    • de gewone jacht op verwilderde katten mag alleen worden beoefend met kastvallen met een maximumvolume van 1.000dm³, waarin de gevangen dieren zich vrij kunnen bewegen. Bovendien moet de kast in gesloten toestand (in de zijkant ter hoogte van het maaiveld) minstens één vrije opening hebben met daarin een cirkel van minstens 6,5cm diameter. Katten met een halsband of ander visueel merkteken moeten onmiddellijk worden vrijgelaten, al dan niet nadat ze door een dierenarts werden gecastreerd of gesteriliseerd, of worden overgebracht naar een asiel.
    • Het besluit van 28 juni 2013 treedt in werking op 3 juli 2013, de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad. Het treedt buiten werking op 30 juni 2018.Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2013  betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018, BS 3 juli 2013.



    Jagen Buitenland

     gedreven fazant Engeland

    Hoe langer hoe meer Nederlandse jagers jagen ook wel eens in het buitenland. Daar gelden vaak andere regels op het gebied van jacht, dan in Nederland Hier is de algemene informatie te vinden over jacht in het buitenland.

    Informatie verzekeringen

    NOJG WA jachtverzekering
    De normale NOJG aansprakelijkheidsverzekering voor jagers is geldig in heel Europa voor Nederlands ingezetenen.

    Sommige landen eisen echter een apart verzekeringsbewijs en tarieven. Wanneer u daar gaat jagen en een (logeer)akte aanvraagt. Dit is bijvoorbeeld het geval in Duitsland, België (Wallonië) en Frankrijk (verzekerd bedrag en extra premie). Deze bewijzen worden automatisch via een pdf via de mail aan u gestuurd nadat u eerst het verplichte lidmaatschap van de NOJG heeft betaald, dan pas kunt via de website van Ecclesia uw gewenste verzekering afsluiten( zie verzekeringen-NOJG).

    Voor een aanvraag WA-jacht verzekering kunt u ook telefonisch contact opnemen met Ecclesia; per e-mail bereikbaar op jagers@ecclesia.nl of via 010 440 26 48. Graag vragen zij u bij voorkeur per e-mail uw vraag te stellen. Ecclesia neemt dan zo spoedig mogelijk contact met u op.

    De NOJG aansprakelijkheidsverzekering voor jagers is uit te breiden tot werelddekking maar daarvoor dient u contact op te nemen met ons secretariaat

    Meenemen van uw wapen

    Per land kunnen er verschillende voorwaarden gelden m.b.t. het meenemen van wapens.  Wij hebben alleen Duitsland en België op de site vermeld omdat de belangrijkste jachtlanden zijn voor onze leden.

    De algemene regel binnen de Europese Unie is dat men voor het vervoer van wapens beschikt over een Europese Vuurwapenpas (EVP). Dit EVP is uw vervoersbewijs voor de landen van de EU.

    Het EVP kunt u aanvragen bij de politie, die ook uw jachtakte verstrekt via het aanvraagformulier EU vuurwapenpas.
    Het EVP is altijd vereist wanneer u met een wapen reist door de landen van de Europese Unie. U moet daarnaast aan kunnen tonen waarom u met dat wapen op pad bent, bijvoorbeeld door een schriftelijke uitnodiging of een jachtakte van het land van bestemming.
    Als u uw wapen(s) per vliegtuig wilt vervoeren, Reizen per vliegtuig met een wapen

    Jagen in het buitenland denk aan besmetting!

    In het buitenland heersen vaak meer ziekten onder de bejaagbare soorten dan in Nederland, zoals de Klassiek Varkenspest, Hondsdolheid, Vossenlintworm, EHEC, ziekte van Lym etc. Hiermee kunt besmet worden. Denk eraan en vraag altijd na of er in het gebied waar u gaat jagen ziekten onder het wild voorkomen vooral Klassieke varkenspest en hondsdolheid zijn hierbij belangrijk.

    In sommige buitenlanden komt klassieke varkenspest voor bij de daar aanwezige populatie wilde zwijnen. Als u met deze wilde zwijnen in aanraking komt omdat u er jaagt in een gebied waar deze voor komt, houdt dan rekening met het besmettingsgevaar en houdt u aan de voorgeschreven maatregelen. Daarbij moet niet alleen gedacht worden aan import van geschoten dieren, maar ook aan mogelijke virus-verspreiding via auto’s, kleding of honden.

    Niemand zit te wachten op een nieuwe varkenspest-uitbraak of hondsdolheid in Nederland.

    Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze pagina’s:




    Omgevingsvergunning Jachtgeweeractiviteit (Jachtakte) Buitenlander

     

    Aanvraagprocedure voor Nederlandse omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit voor buitenlander

    Het aanvragen van omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit dient U te doen via de politie Den Haag

    Het bezoekadres is: Brigantijnlaan 321 | 2496 ZT Den Haag.

    vergunningen.korpscheftaken.den-haag@politie.nl

    Indien u vragen heeft, kunt u op werkdagen tussen 09.00 uur en 16.00 uur contact opnemen via telefoonnummer: +31 (0)88 964 90 50/51. Wij streven ernaar u uiterlijk binnen twee werkdagen terug te bellen.

    Kosten omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit:
    1. Eerste aanvraag omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit € 138,20
    2. Verlenging  € 68,20 bij verlenging (Regeling WWM art 50a lid 1b)
    3. Een duplicaat omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit kost € 30,- (Regeling WWM art 50a lid 1c)
    4. Verlies € 30,–(Regeling WWM art 50a lid 1d)
    5. Logeerakte € 138,20 (daar het gehele proces gevolgd moet worden)(Regeling WWM art 50a lid 1a)
    6. Nieuwe Europese vuurwapenpas  € €72,60
    7. Verlenging Europese vuurwapenpas € 5,-

    De bijdrage voor een combinatie van de onder a, b, of c genoemde handelingen bedraagt niet meer dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor dat deel van de combinatie waarvoor de hoogste vergoeding geldt.

    U dient uw aanvraag voor verlenging vóór 1 april in te dienen, dit geldt uiteraard niet voor de eerste aanvraag Nederlandse omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit. Dit om te voorkomen dat uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit vervalt. In dat geval, dient u de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit in te leveren en wordt uw dossier gesloten.

    Een aanvraag verlenging omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit, die na 1 april wordt gedaan, wordt derhalve behandeld als eerste aanvraag met de daarbij behorende leges van € 138,50. Let u hierop bij de betaling van de leges.

    Betaalwijze

    U dient de leges te voldoen door het verschuldigde bedrag over te maken op IBAN-nummer NL51ABNA0481538585 t.n.v. van Politie Den Haag onder vermelding van het omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteitnummer en de naam van de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouder. BIC = ABNANL2A.

    Aanvraag bescheiden Nederlandse omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit

    U dient bij uw aanvraag de volgende bescheiden toe te voegen:

    Indien het vorige jachtseizoen geen omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit door de politie-eenheid Den Haag aan u is verleend, of indien de aanvraag na 1 april ingediend wordt, dan wordt de aanvraag als eerste aanvraag beschouwd en dienen bij uw aanvraag tevens de volgende bescheiden toegevoegd te zijn:

    • Volledig ingevuld digitaal invul wm32-inlichtingenformulier politie inclusief drie referenten
    • Twee recente, identieke en goedgelijkende pasfoto’s van de beoogde vergunninghouder
    • Kopie van een geldig identiteitsbewijs van de beoogde vergunninghouder
    • Kopie van een erkend jachtdiploma (alleen NL, BE of DU) van de beoogde vergunninghouder
    • Bescheiden rondom het bijschrijven van een wapen
    Omschrijving van de bescheiden:

    Digitaal invul formulier aanvraag voor een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit

    Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld te zijn en voorzien van een dagtekening en handtekening van de beoogde omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit houder. Alleen aanvragen van logeerakten mogen door derden (de gastheer) worden ondertekend.

    Bescheiden omtrent uw betrouwbaarheid.  

    Voordat een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit verleend kan worden, dient de politie de aanvrager te onderzoeken naar zijn/haar betrouwbaarheid. Dit onderzoek kan door ons niet afdoende worden uitgevoerd bij personen die niet woonachtig zijn in Nederland. Derhalve dient u een verklaring van uw betrouwbaarheid, afgegeven door het land waar u woonachtig bent, bij uw aanvraag te voegen. Deze verklaring dient in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld te zijn, dan wel naar het Nederlands of Engels vertaald te zijn.

    In het voorkomende geval dat u woonachtig bent in een land binnen de Europese Unie en u kunt aantonen dat u uw wapens aldaar rechtmatig voorhanden hebt, dan accepteren wij ook een kopie van een geldige omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit of Europese vuurwapenpas, afgegeven in het land waar u woonachtig bent. Een verklaring rondom uw betrouwbaarheid is dan niet noodzakelijk.

    Inlichtingenformulier

    Het digitaal invul wm32-inlichtingenformulier politie dient volledig ingevuld te zijn en voorzien van een dagtekening en handtekening. Er dienen altijd drie referenten opgegeven te worden. Indien u niet betrokken bent binnen een WBE dient u een andere omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouder op te geven waarmee u recentelijk heeft gejaagd. Mocht de tweede en derde referent familie zijn of een goede vriend, vermeldt u dan duidelijk dat het tevens een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouder betreft.

    Indien er op uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit aan de voorzijde geen ruimte meer is om deze nog te verlengen, dan dient er door ons een document aangemaakt te worden. In voorkomend geval dient u twee recente, identieke en goed gelijkende pasfoto’s bij uw aanvraag te voegen.

    Jachtgerechtigdheid

    Bij uw aanvraag dient u aan te geven in welk jachtgebied u gaat jagen. De bescheiden die bij uw aanvraag gevoegd moeten worden zijn afhankelijk van uw hoedanigheid met betrekking tot het jachtgebied.

    Let op: handmatige wijzigingen in bestaande documenten worden niet geaccepteerd. Indien er wijzigingen zijn dient u een e overeenkomst op te stellen.

    1)      Indien u eigenaar bent van de jachtgrond dient u dat aan te tonen door middel van een eigendomsbewijs.

    Tevens dient u een omschrijving te geven van uw jachtgebied. Dat kan d.m.v. een gearceerde kaart (max. A3 formaat) met, indien mogelijk daarop de kadastrale aanduidingen vermeld. De omschrijving dient voorzien te zijn van uw handtekening. Dit mag een kopie zijn.

    Wanneer u bij een eerdere aanvraag reeds de hierboven beschreven documenten hebt overlegd, en de situatie onveranderd is, kan er worden volstaan met de invulling en ondertekening van de bijgevoegde ‘Verklaring omtrent het jachtgebied 2016-2017’.

    2)      Indien u huurder bent van de jachtgrond, dan dient u dat aan te tonen door middel van een geldige jachthuurovereenkomst van het jachtgebied, alsmede met een omschrijving van het betreffende jachtgebied. Dit dient begeleid te worden met een kaart waarop de relevante gronden aangegeven staan met indien mogelijk kadastrale aanduidingen. Dit mag een kopie zijn.

    Wanneer u bij een eerdere aanvraag reeds de hierboven beschreven documenten hebt overlegd, en de situatie onveranderd is, kan er worden volstaan met de invulling en ondertekening van de bijgevoegde ‘Verklaring omtrent jachtgebied 2016-2017’.

    3)      Indien u Toestemming jachthouder of Wbe om in zijn gezelschap Jachthouder art 11.64 lid 1 sub b uit te mogen oefenen, dan dient u dit schriftelijk aan te tonen. Een verklaring omvat tenminste de naam-, adres- en woonplaatsgegevens, omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteitnummer en handtekening van de jachthouder, uw naam-, adres- en woonplaats gegevens, uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteitnummer, de geldigheidsperiode (maximale duur van 1 jaar en uiterlijk tot 1 april 2017) en een omschrijving van het jachtveld. Dit betreft een zogenaamde 1-2 Toestemming-in-gezelschap-jachthouder-–-gastverklaring BAL. U dient het originele document mee te sturen.

    4)      Indien u toestemming heeft van de jachthouder (van de jachtgrond) om het genot van de jacht buiten diens gezelschap uit te mogen oefenen, dan dient u dit schriftelijk aan te tonen. Een verklaring omvat tenminste de naam-, adres- en woonplaatsgegevens, omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteitnummer en handtekening van de jachthouder, uw naam-, adres- en woonplaatsgegevens, uw omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteitnummer, de geldigheidsperiode (maximale duur van 1 jaar en uiterlijk tot 1 april 2018) en een omschrijving van het jachtveld met kadastrale aanduidingen inclusief de grootte van de jachtgrond in hectaren. Tevens moet de verklaring zijn voorzien van een validatie doormiddel van een politiestempel van de politiechef waar de akte van de jachthouder is verstrekt (in de vorm van een handtekening, politiestempel en verklaring). Dit betreft een zogenaamde 1-3-Toestemming-buiten-gezelschap-jachthouder-BAL-digitaal. U dient het originele document mee te sturen.

    Verzekeringsbewijs

    Artikel 11.78 BAL vermeldt dat het bewijs van verzekering, moet ten minste de volgende gegevens bevatten:

    De verzekering geeft dekking van 1 april tot 1 april van het jaar daaropvolgend en geldt voor geheel Nederland.

    De verzekering dekt de aansprakelijkheid voor een bedrag van ten minste € 1.000.000 per gebeurtenis.

    De polis, bedoeld in artikel 932 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de verzekering bevat in ieder geval de volgende gegevens:
    a. de naam en het adres van de verzekeraar;
    b. de naam en het adres van de verzekeringnemer;
    c. het polisnummer;
    d. de dagtekening en het jaar van de ingang en van het einde van de dekking;
    e. de aanduiding van de personen die als verzekerden worden aangemerkt;
    f. het gebied waarin de verzekering van kracht is; en
    g. het verzekerde bedrag.
    De houder van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit informeert de korpschef onverwijld over een wijziging van deze gegevens van de polis.

    Degene aan wie een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit is uitgereikt, is verplicht iedere wijziging van de gegevens die ingevolge het eerste lid in het door hem overlegde bewijs van verzekering zijn vermeld, onmiddellijk te melden aan de politiechef die de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit heeft uitgereikt.

    Het verzekeringsbewijs dient in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld te zijn, dan wel naar het Nederlands of Engels vertaald te zijn. 

    Aantonen legaal bezit wapen(s)

    U dient jaarlijks aan te tonen dat u de op de bijlage vermelde wapens legaal voorhanden hebt in het land waar u woonachtig bent. Het heeft de voorkeur dat u dat doet door middel van een geldige Europese vuurwapenpas, uitgegeven in het land waar u woonachtig bent. We willen u er op attenderen dat een niet-Nederlandse omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit, de wapens niet altijd vermeldt. Derhalve kan een dergelijk document niet worden geaccepteerd voor het aantonen van de legaliteit van de wapens.

    Belangrijke mededeling: opslag van vuurwapens in Nederland.

    De Nederlandse wet- en regelgeving laat het niet toe dat houders van een Nederlandse omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit, die in het buitenland woonachtig zijn, hun vuurwapens bewaren in Nederland. Ook vanuit controleoogpunt is het een onwenselijke situatie dat er in Nederland vuurwapens worden opgeslagen terwijl de eigenaar hiervan in het buitenland woonachtig is. In het voorkomende geval dat u uw vuurwapens in Nederland bewaart en deze in hoofdgebruik hebt, dan dient u maatregelen te nemen.

    U heeft de volgende mogelijkheden:
    1. U voert uw wapens uit via de Nederlandse douane en voert deze in, in het land waar u woonachtig bent. U dient hiervoor een consent van uitvoer aan te vragen bij de douane in Groningen (info +31 (0)88 1512122). Het invoeren in het land waar u woonachtig bent gaat via de locale autoriteiten. U dient vervolgens jaarlijks aan te tonen de wapens legaal voorhanden te hebben in het land waar u woonachtig bent.
    2. U vindt een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouder in Nederland bereid om hoofdgebruiker te worden van de wapens. U kunt vervolgens medegebruiker worden van de wapens. Als u wenst te jagen in Nederland haalt u bij de hoofdgebruiker de wapens op en brengt deze na de jacht onverwijld weer terug bij de hoofdgebruiker.
    3. U geeft uw vuurwapens in bewaring bij een erkende wapenhandelaar. Als u in Nederland wenst te gaan jagen haalt u bij de wapenhandelaar de wapens op en geeft deze na de jacht daar weer in bewaring. Nadeel hiervan is dat u gebonden bent aan de openingstijden van de wapenhandelaar en dat er kosten aan verbonden zijn.
    Bescheiden m.b.t. het bijschrijven van een wapen

    U kunt een wapen bij laten schrijven op uw Nederlandse omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit door een document bij te voegen waaruit blijkt dat u het wapen legaal voorhanden hebt in het land waar u woonachtig bent. Voor België is dat bijvoorbeeld een Model 9 document en voor Duitsland een Waffenbesitzkarte. Het heeft de voorkeur dat u dat doet door middel van een geldige Europese vuurwapenpas, uitgegeven in het land waar u woonachtig bent zodat u meteen aantoont bevoegd te zijn de wapens op legale wijze Nederland te doen binnenkomen en uitgaan.

    Bij aankoop van een wapen in Nederland moet tevens een consent tot uitvoer bij de Douane in Groningen worden aangevraagd (info +31 (0)88 1512122). Indien het wapen bij een Nederlandse handelaar (erkenninghouder) gekocht wordt, dient een optiebon meegestuurd te worden. Is het wapen afkomstig van een particulier woonachtig in Nederland, dan is een schriftelijke koopovereenkomst waarop de gegevens van de kopende en verkopende partij worden vermeld gewenst. In alle gevallen moeten minimaal de volgende wapengegevens vermeld worden:

    • soort,
    • merk,
    • type,
    • kaliber en
    • serienummer.

    Betreft de bijschrijving een kogelgeweer met een groter kaliber dan .22, dan dient u hiertoe het redelijk belang aan te tonen. Voor de jacht in Nederland geldt immers een standaard kaliber van .22. Er zijn twee mogelijkheden:

    1)      U bent betrokken bij het grofwildbeheer in Nederland

    In dat geval dient u een kopie van een toestemmingen grondgebruikers te overleggen, evenals een door de WBE doorgeschreven afschotvergunning voor ree-, rood- of zwartwild.

    2)      U bent betrokken bij schadebestrijding in Nederland

    Voor het afschot van bijvoorbeeld vossen kan een kaliber groter dan .22 noodzakelijk zijn. Bovendien is voor het afschot van ganzen in de meeste provincies een kaliber groter dan .22 toegestaan. Wanneer u betrokken bent bij schadebestrijding, toont u dit aan door een verklaring  toestemming(en)grondgebruiker.

    Bescheiden m.b.t. het afschrijven van een wapen

    Indien u een wapen wilt afschrijven dan kunt u dit aangeven door dit nadrukkelijk te vermelden in een begeleidend schrijven. U dient in dit schrijven het merk en serienummer te vermelden.

    Veel gemaakte fouten die het proces kunnen vertragen:

    De politie-eenheid Den Haag heeft het afgelopen seizoen veel aanvragen moeten retourneren omdat de aangeleverde documentatie niet aan de gestelde eisen voldeed. Dit gaf veel vertraging in het proces.

    De meest voorkomende onjuistheden waren:

    1)      Het op legale wijze voorhanden hebben van wapens wordt niet, of op onjuiste wijze, aangetoond.

    2)      Het ontbreken van het dekkingsgebied op het verzekeringsbewijs. Daaruit moet duidelijk blijken dat deze op Nederland van kracht is. Een Europese of wereldwijde dekking volstaat uiteraard ook.

    3)      Het ontbreken van het verzekerde bedrag van minimaal € 1.000.000 per gebeurtenis. ( art 11.78 BAL)

    4)      Het ten onrechte gebruik maken van de verklaring omtrent jachtgebied. Deze verklaring kan niet gebruikt worden bij een toestemming als bedoeld in artikel 3.20, lid 1 of 4.

    5)      Een organisatie vermelden als jachthouder in een toestemming voor het jagen in gezelschap. De jacht kan vanzelfsprekend uitsluitend uitgevoerd worden in het gezelschap van een natuurlijk persoon. Het is wel mogelijk dat een Wbe als jachthouder deze toestemming jachthouder de jacht in zijn gezelschap uit te oefenen van een toestemming houder buiten gezelschap art 3.20 lid 4  van deze Wbe te mogen jagen op haar gronden.

    6)      Referent 2 dient in relatie te staan tot de aangevraagde vergunning. Dat kan dus iemand zijn waarmee u jaagt of een lid van de WBE. Deze hoedanigheid dient duidelijk aangegeven te worden op het formulier.

    7)      Het is gebleken dat er in het verleden niet-complete aanvragen zijn ingediend met de intentie om deze later aan te vullen. Door de grote stroom van binnenkomende aanvragen in relatief korte tijd, ontbreekt het de afdeling Korpscheftaken aan tijd om deze samen te voegen tot een complete aanvraag. Om deze reden zal een incomplete aanvraag uit praktische overwegingen niet in behandeling worden genomen en aan u worden geretourneerd met het verzoek om de aanvraag aan te vullen.

    Wilt u hier bij uw aanvraag extra aandacht aan schenken? Dat voorkomt veel vertragingen in het werkproces.

     




    Belangrijke links NOJG

    Jagersverenigingen Wildbeheereenheden Jachtsites
    Natuurbeheer

    Faunabeheer

    Jachtwapens
    Valkerij Provincies Wildrecepten
    Schietbanen Overheid  Munitie
    Natuurschilderkunst/Fotografie Jachtreizen Jacht en Outdoorshops
    Jachthonden Jachthonden Jachthonden



    NOJG Algemeen

    Logo NOJG
     De Organisatie voor Jacht, Beheer en Schadebestrijding

    Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG)

    Inleiding

    De voormalige Boerenjagersvereniging, die sinds 1992 Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer heet, is een landelijke belangenorganisatie op het gebied van jacht en grondbeheer en wildschadebestrijding.
    De organisatie bestaat uit een landelijk netwerk van werkonderdelen, ondergebracht in tien regio’s, die worden aangestuurd vanuit een Landelijk Bestuur (LB).

    Zij staat voor krachtenbundeling van organisaties op het gebied van jacht en natuurbeheer en wil hierin een constructieve rol spelen, door onder meer samenwerking met andere veldspelers.

    Zij is voorstander van wetgeving en beleid op hoofdlijnen met helder geformuleerde doelen en beschikbare middelen.
    Schadebestrijding moet eenvoudiger worden vormgegeven zonder onnodige bureaucratische handelingen. De NOJG wil de administratieve rompslomp, die ontstaan is door zeer gedetailleerde natuurbeschermingsmaatregelen terug dringen. Nederland en de provincies vooral zijn verzeild geraakt in eindeloze rechtsbeschermingsprocedures met daar aan verbonden een rechtspraak, die geënt is op de letter van de wet in plaats van recht te spreken naar de geest van de wet, met gevolg kostbare en vooral allesverlammende effecten voor natuur en samenleving. Naast die verlamming is de natuurbescherming ook zeer kostbaar geworden.

    De NOJG hecht grote waarde aan een duidelijke communicatie.

    Haar parool is: “zeggen wat je doet en doen wat je zegt”.

    Ontstaansgeschiedenis

    De vereniging is opgericht op  8 oktober 981 en aangegaan voor onbepaalde tijd.

    Op grond van artikel 53 van vervallen Jachtwet waren veel agrariërs/grondgebruikers in het bezit van een zogenaamde art. 53 vergunning.

    Dit hield in:

    1. het jagen met een geweer zonder jachtakte en
    2. het jagen op een kleiner veld dan de wettelijk voorgeschreven 40 ha

    De wildsoorten, eerst schadelijke, daarna overig wild genoemd, waren: konijn, houtduif, zwarte kraaien, eksters, Vlaamse gaaien, kauwen, vossen en verwilderde katten.

    Op zijn erf: bunzings, hermelijnen en wezels

    Op aandringen van een zustervereniging ging de overheid over tot het ongedaan maken van genoemde vergunningen. De regulaire jager werd in staat geacht  de wildschade te beperken. De boerenjagers trokken – in het licht van hun ervaringen – de bereidheid van jagers om schade te bestrijden in twijfel.

    In de Twente ontstond tumult en onder leiding van Dhr. Nollen. Er werd op zijn verzoek geen ondersteuning ontvangen van de KNJV.

    Een gesprek met de toenmalige Minister van LN. en V. Ir. Braks volgde. Deze liet het systeem intact, zij het als uitsterfregeling.

    Dhr. Nollen ging over tot de oprichting van de NBJV. Hij reisde stad en land af om provinciale afdelingen op te richten. En… dat lukte hem.

    Op 8 oktober 1981 werd de oprichtingsakte verleden.

    Nu, anno 2024

    De NOJG is een organisatie, die groeit en bloeit. Ieder jaar mag zij circa 500 nieuwe leden begroeten. En dat gelukkig zijn veelal jongere leden. Inmiddels heeft de NOJG dan ook bijna 5000 leden.  Groeiende belangstelling wordt ook als heel gewoon ervaren. Immers de problematieken van de schadebestrijding groeien met de dag. De grootste deel van de jachtactiviteiten zijn schadebestrijding, populatiebeheer, allemaal liggend op de taakvelden van de provincies. (we spreken alleen nog van ”jacht” als het om de zogenaamde 5 soorten gaat).

    Kern van de filosofie van de NOJG is dat wij rentmesters zijn. Wij hebben onze verantwoordelijkheid, onze kennis en kunde in te zetten voor de belangen van de grondgebruikers. We doen het daarmee zoveel mogelijk in samenwerking met de agrariër.

    Wat doet de NOJG allemaal?

    • Goedkoop lidmaatschap
      Belangenbehartiging in de provincies en ook op rijksniveau, onder meer bij de landelijke politiek. 
    • Via onze website allerlei relevante informatie over jacht, beheeren schadebestrijding in de provincie, over WBE’s, wildhygiëne en wapens.
    • Elke 2 maanden ons verenigingsblad Jacht & Beheer, dus 6 keer per jaar.
    • Antwoord op al uw vragen over de jacht, faunabeheer en schadebestrijding en kunt u ook alle benodigde formulieren voor de uitvoering daarvan downloaden van onze site
    • Maandelijks een Nieuwsbrief met het laatste nieuws
    • Oefendagen en wedstrijden voor jacht schieten, die door de regionale afdelingen van de NOJG worden georganiseerd.
    • Afsluiten van een jachtverzekering tegen concurrerende tarieven
    • De NOJG is een vrijwilligersorganisatie. Dat wil zeggen, dat wij geen mensen in loondienst hebben. Ons ledenbestand bestaat uit mensen met een breed scala aan expertise waarop wij telkens weer een beroep op kunnen doen. In de sterk veranderende samenleving kunnen wij slagvaardig optreden. Mocht het zo zijn, dat er heel specialistische expertise nodig is, dan kopen wij die in. Kortom, de NOJG beschikt over een uiterst moderne organisatievorm en staat voor u klaar, maar u moet zelf de vraag stellen.

    Lidmaatschap WBE

    • De contributie voor de WBE kost € 50,- per jaar. Voor individuele leden eveneens € 50,-. 
    • U krijgt  6 x per jaar ons blad Jacht&Beheer.
    • Vrije toegang op onze website www.nojg.nl. Dit is een  open website zonder inlogcodes o.i.d.
    • Wij houden 2 x per jaar een Algemene Ledenvergadering. Hierbij zijn alle leden welkom.
    • Wij zijn een laagdrempelige club, waarbij het goed gebruik is dat er sprake is van een aangename jagerssfeer tijdens en na de vergaderingen. 
    • De voorjaarsvergadering staat in het teken van het afleggen van verantwoording en de Najaarsvergadering in het ontwikkelen  van nieuw beleid en het vaststellen van de begroting voor het komend jaar. Tijdens de ledenvergaderingen hebben wij meestal een spreker met een presentatie over een actueel thema.
    • Vorig jaar waren de onderwerpen:
      • Het verdwijnen van de weidevogels; niet te wijten aan de mestinjectie van de boeren maar aan de opkomende predatie.
      • Het Lyme Paspoort: Een tekenbeet met Lyme tot gevolg. Hoe te herkennen en hoe te voorkomen. 
    • De NOJG kent ook een rechtsbijstandsverzekering voor de leden.
    • Voor u als Wbe wordt u ook als verzekerde gezien bij onze bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering.
    • Een bestuurlijke aansprakelijkheidsverzekering kunt u eventueel als WBE zelf afsluiten via een bedrijfsaansprakelijkheids verzekering. 
    • U kunt uw Wbe via onze webshop, die op onze website te vinden is, aanmelden als NOJG lid. Zodra u zich heeft  gemeld en uw contributie betaald is, wordt u aspirant lid en kunt u gebruik maken van de verzekeringsmogelijkheden. Als u een verzekeringsmodel gekozen hebt en betaald, krijgt  u per omgaande uw verzekeringsbewijs per mail. 

    • Bij de NOJG speelt naast kennis en kunde,  passie en instinct een rol en niet macht en geld.
    • Mocht u zich aangetrokken voelen tot een dergelijke organisatie, dan roepen wij u van harte op lid te worden. Het is niet een kwestie van jagers, maar ook grondgebruikers, boeren, burgers en buitenluis, die met hart en ziel betrokken zijn bij het ware natuurbeheer.  Ga dan naar: aanmelden lidmaatschap NOJG WWW.NOJG.NL