Drie en een half jaar heeft natuurfilmer Dick Bulten opnamen van grofwild gemaakt op diverse Veluwse locaties. Veelal met medewerking van boswachter John ter Horst. Hoofdrolspelers zijn de vijf grootste wilde zoogdieren in Nederland: edelhert, damhert, ree, wild zwijn en moeflon.
Na een kort overzicht van hun leefgebied, volgt de camera eerst de jaarlijkse ontwikkelingen en gedragingen van deze diersoorten. Vervolgens gaat de enige jaren geleden op TV Gelderland uitgezonden film in op het beheer van het grofwild.
Mede door het educatieve karakter is dit een uitstekende bron van informatie voor zowel de jongere- als de ervaren jagers.
De prijs per DVD bedraagt voor leden van de NOJG € 8,00 (excl. verzendkosten).
Minister houdt sluiting jacht konijn en haas in stand komend seizoen voor de provincies Utrecht, Limburg en Groningen
De minister heeft gisteravond een brief naar de Kamer gestuurd over onder andere de sluiting van de jacht op konijn en haas. De uitkomst is dat ook het komende jachtseizoen de jacht op konijn in het hele land, en op het haas in de bekende drie provincies, wederom niet geopend zal worden.
De NOJG is hier erg teleurgesteld over. Er loopt immers een rechtszaak tegen deze beslissing in het afgelopen jachtseizoen, en het was passender geweest als de minister dat had afgewacht. Ook alle inspanningen ten aanzien van bijvoorbeeld nieuwe of andere telsystemen heeft de minister ten onrechte niet afgewacht. Er wordt nu al vooruitgelopen op augustus en oktober aanstaande. Er is ook geen enkel overleg geweest over deze beslissing met de NOJG of Jagersvereniging, we hebben op geen enkele manier inspraak kunnen leveren.
Dit besluit benadrukt belang Bodemprocedure tegen de Staat
Zoals gezegd: we zijn teleurgesteld, maar ook des te gemotiveerder om de juridische strijd voort te zetten. De Minister blijft wat ons betreft vasthouden aan een beleid dat juridisch niet door de beugel kan, en dat gaan we samen met onze partners als de Jagersvereniging en FPG aantonen. We houden u op de hoogte!
Zie de hieronder de volledige brief van de Minister
Veel te weinig wilde zwijnen geschoten in Gelderland
UDDEL – Het gewenste afschot van zo’n 2500 zwijnen op de Veluwe is in het afgelopen jachtseizoen bij lange na niet gehaald. Volgens Erik Koffeman van Faunabeheereenheid Gelderland (FBE) blijft het afschot ongeveer op de helft steken.
“We zagen het al wel een beetje aankomen”, zegt Koffeman. “We hadden vorig jaar een heel goed jaar als het om afschot gaat. Dat betekent dat er dit jaar minder zwijnen zijn. Dus kom je ze minder tegen en zijn ze moeilijker te bejagen. Verder was het een goed mastjaar. Dat betekent dat ze zich in een korte tijd kunnen volvreten en verder veel rusten. Dan is de kans kleiner dat een jager ze ziet.”
Een goed mastjaar komt ongeveer eens in de vier jaar voor. Bomen en planten dragen dan meer vrucht dan gemiddeld. Eikels, kastanjes en bosvruchten liggen dan voor voor het oprapen voor de wilde dieren.
Op zwijnen mocht van 1 juli 2022 tot half maart van dit jaar worden gejaagd. Dit is nog verlengd tot het einde van maart, maar volgens Koffeman gebeurt er nu niet veel meer. Het gewenste aantal wilde zwijnen op de Veluwe – de doelstand – ligt voor de FBE rond de 1100. Dat aantal zal nu dus niet worden gehaald.
Stand van de edelherten is goed
Verder werden er zo’n 1500 edelherten afgeschoten: dat komt wel overeen met het vooraf gewenste aantal. De jacht op de herten is inmiddels helemaal voorbij en de schatting is dat de stand van de edelherten goed is.
Invloed van de wolf
Overigens werd de jacht dit jaar volgens Koffeman ook beïnvloed door de wolf: “Het gedrag van dieren verandert wanneer er een wolf in de omgeving is. Zwijnen kunnen bijvoorbeeld een dag of drie redelijk op dezelfde plek blijven. Dan wordt het gemakkelijker om ze te bejagen. Maar je merkt nu dat ze de wolf ruiken en sneller verder trekken. Dat maakt de jacht tot een grotere uitdaging.”
Ieder jaar is er een planning voor afschot op de Veluwe. Volgens de Faunabeheereenheid is dit noodzakelijk voor de biodiversiteit en een goede balans van de natuur.
Belangrijke uitspraak Rechter over uitvoeren beheer en schadebestrijding in gezelschap Toestemminghouder grondgebruiker
Na eerdere publicatie op onze website onder vragen en antwoorden jacht;
In artikel 3.15 lid 2 van de Wet natuurbescherming (Wnb) wordt vrijstelling verleend van bijvoorbeeld het verbod op het doden, voor de bestrijding door grondgebruikers van schadeveroorzakende vogels en dieren die in het Besluit Natuur art 3.1 zijn aangewezen, omdat ze in het gehele land schade veroorzaken. Het betreft hier dus de landelijke vrijstellingslijst, te weten Zwarte kraai, Kauw, Canadese gans, Vos, Houtduif en konijn.
Provinciale Staten kunnen ook bij verordening eveneens soorten aanwijzen waarvoor een provinciale vrijstelling geldt binnen de provincie, eveneens gericht tot grondgebruikers.
Artikel 3.15 lid 7 Wnb stelt vervolgens: De grondgebruiker kan bij schriftelijke en gedagtekende toestemming de hem ingevolge het tweede tot en met vijfde lid toegestane handelingen door een wildbeheereenheid of anderen doen uitoefenen.
De Raad van State had al reeds in dit verband de zienswijze van de huidige uitspraak bevestigd, dat de grondgebruiker een schriftelijke toestemming kan verlenen maar dat deze bepaling niet zo uitgelegd moet worden, dat elke jachtaktehouder fysiek over deze toestemming dient te beschikken (zie meer: voor de uitspraak, in het bijzonder rechtsoverweging 2.4.1).
Nu er geen wijziging op dit punt is beoogd door de wetgever geldt het volgende:
Indien de grondgebruiker de jachthouder middels de standaard jachthuurovereenkomst NOJG, waarin ook de schriftelijke toestemming grondgebruiker is opgenomen en tevens staat aangegeven, dat de toestemming doorgegeven mag worden, dan is aan het vereiste van artikel 3.15 lid 7 Wnb voldaan. De houder van deze toestemming mag deze doorgeven.
Indien hij bij de activiteit aanwezig is blijkt enkel uit zijn aanwezigheid al dat hij deze toestemming doorgeeft. Is hij niet zelf aanwezig dan doet hij er verstandig aan om aan uitvoerders deze toestemming schriftelijk door te geven.
Het EU project ‘LIFE WILD WOLF’
“Een kanttekening”
Op 23 januari 2023 kondigde FACE (the Voice of the European hunters) de start aan van een 5-jarig project, om te bestuderen hoe om te gaan met wolven, die steeds dichter de menselijke omgeving binnendringen.
Het project, medegefinancierd binnen het EU LIFE-programma , heeft een multidisciplinair team van 18 partners, waaronder 7 universiteiten of onderzoeksinstellingen, nationale en lokale managementautoriteiten en ngo’s uit de milieu- en jachtgebieden van belang uit 9 EU-landen met het Italiaanse Instituut van Applied Ecology (IEA) zijnde de coördinerende begunstigde.
Het project zal bijna 5 jaar duren met een totaal budget van € 7.028.148 (EU-bijdrage: € 5.265.454)
De kanttekening: “het project mag niet vertragend werken”.
We kijken met belangstelling uit naar de toekomstige resultaten van dit gezamenlijke project. Echter, men kan niet genoeg benadrukken, dat het er niet toe mag leiden dat de kennis waarover we nu al beschikken, niet ten volle benut wordt.
“Veronachtzaming ervan is onacceptabel”.
Met deze kennis doelen we met name op wat bekend is uit de uitgebreide ervaringen van Will N.Graves en Valerius Geist, zoals o.a. beschreven in hun boek ‘Wolves in Russia’ met de ondertiteling ‘Anxiety Through the Ages’, alsmede uit de publicaties van Charles E. Kay.
N.B. Een drietal Nederlandstalige uittreksels van ‘Wolves in Russia’ verschenen op de site van de NOJG.
Wolven zijn van nature zeer schuw en uiterst voorzichtig en laten zich gemakkelijk afschrikken.
Tegen de tijd dat de wolf een mens aanvalt is hij er al diep van doordrongen, dat de mens ongevaarlijk is.
Onbeperkte bescherming leidt er dus toe, dat de wolf zijn diepgewortelde angst voor de mens zal verliezen. Dit zal ongetwijfeld tot gevaarlijke situaties leiden.
Zolang zijn standaard prooidieren in voldoende mate aanwezig zijn, zal de wolf niet snel een nieuwe prooi aannemen
Een mogelijke nieuwe prooi wordt eerst maandenlang van een afstand bestudeerd en dan voorzichtig benaderd, alvorens de wolf – aanvankelijk wijfelend – de nieuwe prooi aanvalt
De mens als mogelijke prooi vormt daarop geen uitzondering
Er zijn veel verslagen van aanvallen op mensen door rabiate èn gezonde wolven
Aanvallen op mensen vinden ook nu nog plaats (8, 9)
Bij uitputting van zijn prooidier-populatie gaat de wolf op zoek naar andere prooien en zal gedreven door honger zijn schuwheid afleggen en dus gevaarlijk worden
Er bestaat geen natuurlijk mechanisme, dat de populatie van wolven getalsmatig inperkt, behalve door uitputting van het leefgebied, i.c. uitroeien van de wildstand wanwege ongecontroleerde aanwas van de wolvenpopulatie
De wolf doodt vaak om te doden (surplus killing), ook in niet-afgesloten gebieden. Van de prooi wordt vaak minimaal of helemaal niet gevreten. Deze overkill resulteert vaak in een sterk versnelde decimering van de wildstand
De populatie van bijv. hoefdieren wordt niet ‘in balans’ gebracht door de wolf. Integendeel, door bovenmatige predatie van kalveren ontstaat een ‘scheve’ populatie-opbouw
Voor de bewering dat een biotoop ‘gezonder’ zou worden en dat de wolf een positieve invloed op de bio-diversiteit zou hebben bestaat geen aanwijzing. Er zijn wel aanwijzingen van het tegendeel. Denk o.a. aan het ontstaan van een ‘predator-pit’ (2, 3).
Bovenstaande eigenschappen zijn algemeen van toepassing op de grijze wolf (Canis Lupus) wereldwijd.
Samenleven met de wolf blijft mogelijk, maar slechts met inachtneming van bovenstaande biologisch bepaalde eigenschappen
Voorwaarden tot samenleven met de wolf
De wolf mag niet aan de mens gewend raken
Wel moet er spaarzaam (!) contact zijn met de mens, waarbij de wolf de mens als mogelijke bedreiging moet blijven zien
Hiertoe is een zekere mate van bejaging noodzakelijk
Er moet altijd ruim voldoende wild (hoefdieren) aanwezig zijn
De verhouding wolf/hoefdieren moet dus zeer laag zijn èn blijven
Hiertoe moet door bejaging aanwas van de populatie voorkomen worden
Tegelijkertijd moet genetische uitwisseling mogelijk zijn, om inteelt te voorkomen
Deze voorwaarden betekenen
een wolven-habitat moet in een geïsoleerd gebied liggen
toeristisch wolven-bezoek is uitgesloten
bejaging van de wolf zal hem uiterst voorzichtig maken, met als gevolg dat hij steeds moeilijker te bejagen wordt
voor een wolven-habitat moet een minimum grootte vastgesteld worden, een minimale wildstand en het maximale aantal wolven
gehouden dieren (vee) kunnen slechts beperkt en uitsluitend goed beschermd in het gebied aanwezig zijn
om genetische uitwisseling mogelijk te maken, moeten een aantal van die minimumgebieden onderling bereikbaar zijn voor de wolven
landen moeten de wolf met alle middelen kunnen weren uit gebieden die niet aan de noodzakelijke voorwaarden voldoen
landen die helemaal niet aan de noodzakelijke voorwaarden kunnen voldoen, bijv. door ruimtegebrek, moeten vrij zijn de wolf volledig te weren
Minimum oppervlak – een grove schatting
In een paragraaf over Belarus noemt Graves 8-10 wolven per 100km2 (10×10 km) een zeer hoge dichtheid, waarbij praktisch alle jongen van elanden, zwijnen en reeën gedood werden.
Nemen we aan, dat 1 wolf per 100km2 een voldoende lage stand is (3), dan komen we voor een roedel van 5 dieren op 500 km2. Voor 3 van deze habitats – nodig voor genetische uitwisseling – komen we op 1500 km2 (30×50 km) geïsoleerd gebied.
Suggesties aan FACE
de inspanningen van FACE om de wolf in Europa zijn status van ‘stricte bescherming’ te ontnemen, kan meer kracht bijgezet worden door sterke nadruk te leggen op de biologisch bepaalde onmogelijkheid tot ‘vreedzaam’ samenleven, zoals hierboven uiteen gezet
het boek ‘Wolves in Russia’ van Will N.Graves is op dit moment niet meer in de handel. FACE zou mogelijk een beperkte herdruk kunnen entameren. Een aantal exemplaren bevindt zich nog in enkele bibliotheken in Europa (1).
FACE zou contact kunnen zoeken met wetenschappers uit Rusland en voormalige Sovjet-republieken. Graves geeft een compacte lijst met (engelstalige ?) publicaties uit die gebieden.
FACE zou de studie naar ziekteverspreiding door de wolf kunnen bevorderen
Paul Bouwmeester, feb 2023
Aanbevolen litteratuur
Wolves in Russia, Will N.Graves, ISBN 978-1-55059-332-7, aanwezig in bibliotheken
Biological predator deserts in Siberia and North America, Geist, V. 8/23/2019,
The gray Wolf revealed, Kaj I Granlund and Will N Graves, Nov 8, 2019
BIJ12 onderzoekt opvliegen vogels bij geweerschoten
13 februari 2023
Wanneer zijn geweerschoten verstorend voor vogelsoorten in en rond natuurgebieden? En wat is het effect op met name beschermde vogelsoorten? Hierover is nog weinig bekend. Daarom liet BIJ12 hier onderzoek naar doen.
BIJ12 vroeg onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga om samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland onderzoek te doen naar de verstorende effecten van geweerschoten op verschillende vogelsoorten in en rond natuurgebieden. Deze natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden, bieden rust, nestgelegenheid en eetgelegenheid aan een veelvoud aan vogelsoorten. Buiten die natuurgebieden vindt in sommige gevallen afschot plaats voor beheer of schadebestrijding. Ook wordt in gebieden die voor weidevogels bestemd zijn, op predatoren zoals vossen gejaagd. Als er te weinig afstand van de natuurgebieden wordt genomen, kunnen de beschermde vogelsoorten die in de natuurgebieden broeden of overnachten verstoord worden.
Opkijken of opvliegen
De onderzoekers hebben alle beschikbare informatie uit literatuur bijeengebracht en geanalyseerd. Op basis daarvan is bepaald welk type verstoring op kan treden en hoe die in het veld waar te nemen is. Er is onderscheid in directe effecten na het lossen van het schot (opkijken, opvliegen, wegvliegen) en effecten op de populatie (het verlaten van nesten en geschikt leefgebied, verlies van conditie vanwege veelvuldig opvliegen en afname van de populatie in algemene zin). De directe effecten zijn in een veldonderzoek onderzocht.
Reactie op geweerschot
Rond twee natuurgebieden in Noord-Holland hebben de onderzoekers gedurende twee winterperioden in het veld het gedrag van vogels geobserveerd terwijl een jager in de lucht geweerschoten loste. Er is gekeken naar de afstand tussen de vogels en de jager en de reactie van de vogels (niets doen, opkijken en opvliegen). Het onderzoek is geheel uitgevoerd binnen de bestaande wettelijke mogelijkheden. Voor dit onderzoek zijn geen dieren gedood.
Veel variatie in opvliegafstanden
De onderzoekers hebben in totaal het gedrag van 28 vogelsoorten kunnen bestuderen. De belangrijkste soorten zijn grauwe gans, wilde eend, smient, kolgans, brandgans, nijlgans en bergeend. Er zit veel variatie in de reacties van vogels op het schot. Sommige soorten reageren sneller dan andere soorten. Ook binnen een soort is veel variatie te vinden. Ganzen kunnen op 50 meter blijven zitten maar ook op 800 meter afstand nog opvliegen. Vogels in grote groepen vliegen eerder op dan vogels in kleine groepen. Ook omgevingskenmerken zoals windrichting, vegetatie en achtergrondgeluid zijn van invloed. Dat is logisch, want die beïnvloeden hoever het geluid draagt. Maar ook wanneer al deze factoren worden meegenomen, is het lastig om de grote variatie van de reacties op het schot goed te verklaren. Daarbij speelt ook mee dat er ook nog andere verstoring in het gebied is als gevolg van recreatie, verkeer, landbouwkundige activiteiten en luchtvaart.
Niet eenduidig
Voor de vastgestelde variatie in reacties is het niet mogelijk om een eenduidige afstand per soort te bepalen waarmee negatieve effecten op de soort en de instandhoudingsdoelstellingen kunnen worden uitgesloten. Deze vertaling wordt ook bemoeilijkt doordat verstoring door geweerschoten bovendien vaak niet de meest bepalende factor is waarom soorten wel of niet een goede staat van de instandhouding verkeren. Hoewel het lastig is om op basis daarvan een algemene stelregel vast te stellen, geeft het onderzoek wel meer inzicht in de reactie van vogels dan we tot nu toe hadden. Het onderzoek geeft veel informatie over hoe de relatie tussen het schot en de reactie van vogels in verschillende situaties te voorspellen en te duiden is. In de praktijk moet per gebied worden bezien hoe erg eventuele verstoring is. Het ligt bijvoorbeeld voor de hand om rond broedgebieden met kwetsbare soorten terughoudender te zijn dan rond foerageergebieden met robuustere soorten.
Standpunt Minister Natuur en Stikstof over gebruik landelijke vrijstelling vos
Vrij recent (9 november 2022) heeft de Minister van Natuur en Stikstof nog tijdens het Commissiedebat Natuur in de Tweede Kamer de navolgende tekst uitgesproken ter bevestiging van haar eerdere standpunt.
Zie pagina 71 van het onderstaand verslag van de Commissie vergadering Natuurbeleid.
Minister van Natuur en Stikstof
“Dan kom ik op de vraag van de heer Bisschop over de vrijstelling voor de vos en de juridische impasse. Er is geen sprake van een juridische impasse, want provincies maken nog steeds gebruik van de landelijke vrijstelling voor de vos. Alleen in Utrecht is men inderdaad gebonden aan de uitspraak van de rechter. Gevraagd werd of ik ervoor ga zorgen dat er een landelijke vrijstelling komt voor de jacht op de vos in de context dat die een belangrijke predator is van weidevogels. De landelijke vrijstelling van de vos voor schadebestrijding is nog steeds van kracht. In Utrecht heeft de rechter de ontheffing buiten werking gesteld. Dat besluit is momenteel onderwerp van een hogerberoepsprocedure.”
Vorig jaar heeft de minister Van der Wal voor drie provincies, Groningen, Utrecht en Limburg, een afschotverbod afgekondigd voor hazen.
Volgens telling van Sovon, de vereniging van vogeltellers, zou het slecht gaan met de stand van de hazen. Maar dat is in Noord Limburg zeker niet het geval. Voor Huub Cremers in Blitterswijck (L) zijn de gevolgen enorm, zoals te zien is in dit filmpje. Veel appelbomen hebben, binnen één week tijd, vraatschade opgelopen. Vooralsnog is dat aan een zijde van de stam, maar Cremers vreest het ergste. “Als dat doorgaat, rondom de stam, zijn al die bomen ten dode opgeschreven.”
Graven van hoogwatergeul
Ook twee jaar geleden had Cremers veel schade door hazen. “In dat jaar is de situatie volledig veranderd. Daarvoor had ik geen noemenswaardige schade. Maar dat jaar zijn ze hier gaan graven en hebben een hoogwatergeul aangelegd, grenzend aan mijn boomgaard. Er is toen ongeveer honderd ha afgegraven. Dat heeft veel hazen mijn boomgaard ingejaagd. Met een warmtecamera spotten we toen dertig of veertig hazen op een perceel van 3 ha. Die hebben veel bomen rondom kaal geschild. Ondanks dat we er toen wel een aantal hebben afgeschoten, had ik toch een schadepost van twintigduizend euro.”
200 hazen!
Cremers is ten einde raad. Hij vreest dat de schade dit jaar nog hoger zal worden. “Vorig jaar hadden we nauwelijks schade. Door de overstromingen zijn veel hazen verdronken. Het mooie, droge weer van 2022 was echter perfect voor ze. Ze hebben flink gefokt. Met de warmtecamera legden we meer dan 200 hazen in ons jachtgebied van 400 ha vast!
Normaal gesproken zouden dat 100 hazen moeten zijn. Dan hebben ze allemaal voldoende te eten en veroorzaken ze bijna geen schade.”
De boomgaard van Cremers bleek een waar feestterrein voor de hazen. “Volgens de jagers zijn er ‘s nachts in mijn boomgaard van 2,7 ha wel 47 hazen gespot! Dat is toch niet normaal?”
Afrastering
Zijn grote ergernis is dat de instanties hun handen er vanaf lijken te trekken. “Ik heb al bij de Provincie en het ministerie aan de bel getrokken. Dan krijg je als antwoord dat je maar een afrastering moet neerzetten. Maar dat kan helemaal niet! Dan kan ik er ook niet meer met mijn machines in! Bovendien kunnen dan ook de dassen en vossen er niet meer in, die de woelmuizen bestrijden.”
Vergoeding vanuit het faunaschadefonds lijkt nihil. Cremers: “Dat heb ik twee jaar geleden ook geprobeerd. Ik heb toen de schade officieel laten taxeren en die stelde die twintigduizend euro vast. Maar uitbetalen, ho maar. Je kunt er niets mee. Hopelijk gaat de provincie er nu anders naar kijken, en komt er alsnog een oplossing.”
You tube filmpjes en kinderboeken Leonie Vrieze om kinderen meer te leren over dieren en hun omgeving
Ik zet filmpjes op youtube om kinderen meer te leren over dieren en hun omgeving. En om kinderen zelf te laten ontdekken wat er te vinden is in de natuur en zelf te doen is voor dieren.
Dit ook vanuit mijn kinderboeken Mysterie in het bos en Het geheim van de kasteeltoren.
Mochten er nog NOJG kids zijn die mee willen kijken,
Wees welkom!
Groetjes, Leonie Vrieze
Zweden begonnen met jacht op de wolf: ‘Grootste populatie in moderne tijd’
Zweden is maandag begonnen aan een grote jacht op de wolf. Van de 460 die er nu in het land leven, mogen jagers er de komende maand 75 doden. Dierenrechtenactivisten protesteren tegen de beslissing: ze vinden dat de jacht het voortbestaan van het dier op het spel zet.
De Britse krant The Guardianvolgde maandag 200 jagers die met honden aan de jacht zijn begonnen. Het gaat om de grootste wolvenjacht in Zweden sinds de herinvoering van de jachtvergunning voor de dieren in 2010. Van middernacht tot zonsondergang trekken de jagers de komende maand door bossen verspreid over heel Zweden.
“De jacht is absoluut noodzakelijk om de toename van het aantal wolven af te remmen”, vertelde Gunnar Glöersen van de Zweedse vereniging voor de jacht tegen de Zweedse tv-zender SVT. “De wolvenpopulatie is de grootste die we in de moderne tijd hebben gehad.”
Tegenstanders probeerden de jacht maandag te verstoren
Dierenactivisten vinden het onbegrijpelijk dat Zweden toestemming heeft gegeven voor het jagen. Volgens hen zijn wolven erg belangrijk in de voedselketen en voor de biodiversiteit.
“Het doden van een kwart van de populatie door de jacht heeft negatieve gevolgen voor dier en natuur”, zei Marie Stegard, de voorzitter van de anti-jachtgroep Jaktkritikerna. “Het is funest voor het hele ecosysteem.”
Volgens SVT probeerden activisten maandag de start van de jacht te verstoren. Dat is ze niet gelukt. De zender schrijft dat er verspreid over de jachtgebieden inmiddels tien wolven zijn gedood. Sinds 2010 zouden er bij andere jachtpartijen in totaal 203 wolven zijn gedood.
Waarom zien we de wolf nu opeens in woonwijken verschijnen?
Met de komst van de nieuwe Europese richtlijn IDD (de Verzekeringsdistributierichtlijn), is de verkoop van een verzekering als een aanvulling op een dienst of roerende zaak verboden geworden. De nieuwe richtlijn betekent voor de NOJG, dat zij niet mag adviseren en bemiddelen in verzekeringen. Daarom kunt u als NOJG lid vanaf januari 2023 voor uw jachtaansprakelijkheidsverzekering terecht bij Ecclesia. De NOJG werkt al jaren samen met Ecclesia, een 100% onafhankelijke verzekeringsmakelaar. Door de inkoopkracht en deskundigheid van Ecclesia profiteert u als NOJG lid van een speciaal verzekeringspakket, met de laagste premie van Nederland (vanaf 40 euro per jaar) en uitstekende voorwaarden.
Binnenkort website live
Bij Ecclesia regelt u voortaan de jachtaansprakelijkheidsverzekering gemakkelijk én snel online. Maar u moet nog even geduld hebben, want er wordt nog hard gewerkt aan het speciale websitegedeelte voor NOJG leden. Wilt u voor volgend jaar een verzekering afsluiten? Dan kunt u vanaf maandag 16 januari2023 terecht op de website www.verzekerdejager.nl
Het aantal wolvenaanvallen is in het derde kwartaal (augustus tot en met oktober) meer dan verdrievoudigd ten opzichte van het tweede kwartaal (mei tot en met juli). Dat blijkt uit cijfers van BIJ12, de uitvoeringsinstantie van de provincies die de schade afhandelt.
In het derde kwartaal ging het om 53 bewezen wolvenaanvallen en in het tweede kwartaal ging het nog om 16 aangetoonde wolvenaanvallen. Het komt door de hogere voedselvraag van de Drentse roedel nu zij welpen heeft en daarnaast zijn drie zwerfwolven verantwoordelijk voor schade aan landbouwhuisdieren, ook anders dan schapen.
In totaal werden in de periode van 1 augustus tot en met 31 oktober 105 schapen gedood bij wolvenaanvallen. Daarnaast werden 2 pony’s, 5 pinken, 5 kalfjes, 3 koeien en een geit gedood. In oktober ging het bijna alleen maar om aanvallen op grotere dieren.
Meeste aanvallen door wolvenpaar
Van de 53 bewezen wolvenaanvallen in Drenthe zijn er 30 toe te schrijven aan het wolvenpaar in het Drents-Friese Wold. En daarmee neemt het aantal aanvallen van dit koppel fors toe ten opzichte van het tweede kwartaal. Bij vijf van de 30 gevallen is het DNA van zowel het mannetje GW2397m als het vrouwtje GW2090f aangetroffen.
Het DNA van het ouderpaar is niet alleen bij schapen gevonden, maar ook bij een kalf, een pink, een shetlander en een veulen. Daarnaast deed het wolvenpaar in augustus drie aanvallen op vee in Kallenkote, net over de grens in het Overijssel. Van de drie welpen van het wolvenpaar zijn nog geen sporen aangetroffen.
Ter vergelijking: in het derde kwartaal was het ouderpaar van de roedel op de Veluwe bij vier aanvallen op schapen betrokken. En in het natuurgebied De Groote Heide in Brabant/Limburg was er zeven keer een gemelde wolvenaanval op een schaap en één keer op een ree.
Hogere voedselvraag
Het Drentse wolvenpaar deed eerder ook al meerdere wolvenaanvallen. Vrouwtjeswolf GW2090f heeft van april vorig jaar tot en met eind juli dit jaar ongeveer 18 keer toegeslagen. En mannetjeswolf GW2397m deed 31 keer een aanval in tien maanden. Zeven aanvallen van een of beide ouders vonden in het tweede kwartaal van 2022 plaats. Daarbij ging het vooral om schapen en één keer om een kalf. In het derde kwartaal ging het dus om 30 aanvallen en vaker op grotere dieren.
“De toename in aanvallen op vee kan verklaard worden uit het feit dat de roedel, door hun opgroeiende jongen, een grotere voedselbehoefte heeft. De jongen zijn nu net zo groot als hun ouders, maar jagen nog niet echt mee”, zo staat er in de kwartaalrapportage.
Het aantal meldingen van wolvenaanvallen is in november en december weer afgenomen; van 1 november tot en met 14 december zijn in Drenthe 10 meldingen van wolvenaanvallen geweest. DNA-onderzoek moet nog uitwijzen of het inderdaad om wolvenaanvallen gaat.
Zwerfwolven
Wat verder opvalt is dat drie zwervende wolven die in Drenthe waren in het derde kwartaal, tientallen aanvallen op grote dieren hebben gedaan. Het DNA van wolf GW2488m is bij vijftien wolvenaanvallen aangetroffen, waaronder vijf aanvallen op runderen, waarvan twee keer een pink. Deze wolf is een nakomeling van de Rehburg-roedel in Duitsland en was actief in de regio tussen Assen, Emmen en Hoogeveen. Inmiddels heeft deze wolf Nederland weer verlaten; het DNA is later op maar liefst 360 km ten zuiden van Drenthe aangetroffen.
Zwerfwolf GW2864m deed zeven aanvallen in Midden-Drenthe, waaronder een aanval op een rund, een kalf en twee pinken. Deze wolf is inmiddels vertrokken naar Nedersaksen.
Op 8 september werd bij een schadegeval van GW2864 ook het DNA van wolvin GW3011f aangetroffen, die op dat moment ‘nieuw’ was in Nederland. Deze wolf is afkomstig uit de Nordhorn-roedel, net over de grens in Duitsland. Deze zwervende vrouwtjeswolf was betrokken bij vier aanvallen op grotere dieren in Midden-Drenthe. Het is onbekend of deze wolf zich nog in Drenthe bevindt.
Grote afstanden
Niet alleen Drentse zwervers legden grote afstanden af. Een wolf die voor het eerst in april van dit jaar is aangetroffen in de Noordoostpolder, werd in september in Limburg aangetroffen. En dat is 200 kilometer verderop. En niet veel later werd het DNA van deze wolf in Zuid-Wallonië aangetroffen. Dit illustreert de grote afstanden die wolven op doortocht kunnen afleggen, aldus BIJ12.