Juridisch bekeken – Ondertussen in de rechtbank

image_pdfimage_print

Een zaak uit eigen kast.

Datum: augustus 2025 | Maurice Stassen Jurist en Bestuurslid NOJG

Onlangs stond ik de provincie Zeeland bij in een zaak die was aangespannen door een inwoner van de provincie die het niet eens was met de uitbreiding van de mogelijkheden om effectief ganzen te bestrijden en beheren in de provincie.

Wat speelde er.

In de provincie Zeeland bestaat al sinds 2024 een ontheffing die het bestrijden van ganzen mogelijk maakt. Die ontheffing stond niet ter discussie.
Gebleken is bij de bestrijding van de ganzen, waarbij het gaat over de grauwe gans en de brandgans, dat de voorwaarden te strik zijn om effectief te kunnen bestrijden. Om die reden had de Faunabeheereenheid Zeeland verzocht om versterkte lokgeluiden te mogen gebruiken, om ook een uur voor zonsopgang en een uur na zonsondergang actief te mogen zijn en om slag- snij- of steekwapens te mogen gebruiken bij het doden van de ganzen. De provincie heeft dat toegestaan.

Daar was de inwoner van Zeeland het niet mee eens. Er werd beroep ingesteld, en daarnaast werd aan de rechter in een spoedprocedure gevraagd de maatregelen op te schorten totdat het beroep helemaal behandeld was. Het ging nu over die spoedprocedure, dus over het voorlopig opschorten van de toegekende extra voorwaarden.

Tijdens de zitting verscheen de inwoner met een groepje sympathisanten en met enkele mensen die werden aangeduid als deskundigen op het gebied van ganzen. Daar wilde de rechter meer van weten. Waarom waren deze mensen deskundig? Het antwoord was dat ze er veel over gelezen hadden. Enige relevante opleiding hadden ze niet genoten, en enige deskundigenervaring was niet aan te tonen. Ze mochten hun zegje doen, maar de waarde van hun stellingen was uiteraard niet groot. Het bijvoorbeeld enkel roepen dat de manier van tellen door de provincie niet klopt zonder zelf met alternatieve tellingen te komen schiet niet erg op.

Het grote voordeel voor de provincie was dat de extra voorwaarden al enige maanden van kracht waren en dus effectief toegepast werden. De provincie kon dus een eenvoudige vergelijking maken met het afschot in dezelfde periode van het vorige jaar. Heel duidelijk bleek dat de afschotcijfers onder de nieuwe voorwaarden beduidend hoger lagen. De extra voorwaarden waren effectief, dat stond wel vast.

Alle argumenten van de inwoner werden stuk voor stuk behandeld en namens de provincie tegengesproken: het verjagen heeft geen zin want dan gaan de ganzen naar een buurtperceel met nog steeds schade tot gevolg, er zijn voldoende alternatieve middelen geprobeerd, het gaat in deze zaak niet over de vraag of ganzen gedood mogen worden maar enkel over de extra voorwaarden, de staat van instandhouding is niet in het geding en de ondergrens wordt middels tellingen goed door de provincie bewaakt, het is duidelijk dat de schade fors toeneemt als er niet meer bestreden gaat worden en de extra lokmiddelen leveren juist op dat de dieren op hele grote percelen van dichterbij kunnen worden geschoten hetgeen het dierenwelzijn ten goede komt.

De rechter stelt dan ook vast dat het belang van de agrariërs bij het kunnen beschermen van hun gewassen door op ruimere tijden en met andere middelen dan alleen geweren ganzen te mogen bejagen zwaarder weegt dan het belang van verzoekster om de ganzenjacht zo beperkt mogelijk te houden, waarbij een belangrijke rol speelt dat de staat van instandhouding van de ganzenpopulatie voorlopig zeker niet in gevaar komt.

En daarmee is het verzoek van de inwoner om de genomen maatregelen voorlopig op te schortten tot de hele zaak in beroep is beslist afgewezen. De uitspraak werd met enthousiasme ontvangen door de provincie, de grondgebruikers en de Faunabeheereenheid. De strijd tegen de grauwe gans en brandgans kan onverminderd doorgang vinden.