Wapens en munitie Omgevingswet

image_pdfimage_print

Wapens en munitie gebruik en toegestaan ingevolge Omgevingswet

Algemeen

Sinds bij de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet en daarna de Wet natuurbescherming  en nu in de Omgevingswet zijn GS van de provinciale staten bevoegd tot het stellen van voorwaarden en regels bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het doden van dieren, dit geldt nu ook bij de Omgevingswet (Ow). Landelijk wordt getracht over de te gebruiken wapens en munitie eenduidigheid te verkrijgen. Aan de orde is het doden van dieren anders dan vanuit het oogpunt jagen.In de AMvB’n Omgevingswet worden hierover de criteria aangegeven. Vanuit de praktijk opgedane ervaring met de verschillende wapens en munitie alsmede met inachtneming van de AMvB’n Besluit activiteiten Leefomgeving BAL) en Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL) wordt een overzicht voorgesteld van de in te zetten wapens en munitie.

Artikel 11.79 BAL (specificatie’s geweren en munitie)
  1. Een geweer en munitie worden ter uitvoering van de wet alleen gebruikt als is voldaan aan de eisen, bedoeld in dit artikel en in de artikelen 11.80 en 11.81.
  2. Een geweer heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12 of een
    getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste .22 inch of 5,58 mm.
  3. Een enkelloops hagelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten.
  4. Een kogelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is
    voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.
  5. Een geweer is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening
    om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig
    ander instrument om in de nacht te schieten.
  6. De munitie die wordt gebruikt in een geweer bestaat uit hagelkorrels met een doorsnede van 3,5
    mm of minder of uit kogelpatronen, mits:

    1. de hagelkorrels geen metallisch lood bevatten; en
    2. de kogelpatronen geen militaire kogelpatronen zijn, met inbegrip van fosfor of
      lichtspoorpatronen, kogelpatronen met volmantel of kogels die niet vervormen bij het treffen.
Artikel 11.80 BAL (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
  1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de
    volgende eisen:

    1. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop
      waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
    2. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en
      kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergie
      ten minste 2.200 Joule op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
  2. Voor konijnen en houtduiven te gebruiken kogelpatronen hebben een kaliber van .22 inch of 5,58 mm.
  3. Voor hazen, fazanten en wilde eenden worden alleen hagelpatronen gebruikt.
Artikel 11.83 BAL (verboden tijden en locaties gebruik van het geweer)
  1. Het geweer wordt niet gebruikt:
    1. voor zonsopgang en na zonsondergang;
    2. binnen de in een omgevingsplan aangewezen bebouwingscontour jacht, bedoeld in artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, of op terreinen die onmiddellijk aan die bebouwingscontour grenzen;
    3. binnen de afpalingskring van een eendenkooi als bedoeld in artikel 11.86, vierde lid;
    4. vanaf of vanuit een rijdend voertuig; of
    5. vanuit een luchtvaartuig.
  2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, mag het geweer bij de uitoefening van de jacht op wilde eenden ook worden gebruikt gedurende een half uur voor zonsopkomst en een half uur na zonsondergang.
Wapens:

Te onderscheiden zijn de volgende wapens, die een (rol) spelen bij de te verlenen omgevingsvergunningen:

  • Afschrikwapens (Ansia vogelafweerpistool): ondergeschikt aan de wet Wapens en Munitie (WMM), Verlof noodzakelijk.
  • Jachtwapens: hagelgeweren, combinatiegeweren (omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit of Verlof WWM);
  • Overige wapens: verdovingsgeweer ( wordt niet behandeld), windbuks, pistool.
Artikel 11.80 BAL (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
  1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de volgende eisen:
    1. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
    2. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 2.200 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
  2. Voor konijnen en houtduiven te gebruiken kogelpatronen hebben een kaliber van .22 inch of 5,58 mm.
  3. Voor hazen, fazanten en wilde eenden worden alleen hagelpatronen gebruikt.
Artikel 11. 81 (afwijking bestrijding muskusratten en beverratten)
In afwijking van de artikelen 11.79 en 11.80 kan voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken, bestrijding van muskus en beverratten plaatsvinden met gebruikmaking van het luchtdrukgeweer door personen die in dienst zijn of handelen in opdracht van een waterschap en die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezitten om deze taak doeltreffend uit te voeren.

Hagelgeweren

Een hagelgeweer heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12.Toegelaten kalibers 12, 16, 20 en 24.

Toegelaten uitvoeringen:

Dubbelloops; juxaposé (o-o),

 

Superposé (8)

 

Halfautomaat hagelgeweer

 

202st-300x78

Kogelgeweren; enkelloops en enkelschots

Enkelloops waarbij het magazijn ten hoogste twee patronen kan bevatten en waarbij het wapen handmatig schot voor schot of automatisch wordt geladen.

Kogelgeweren:

Een kogelgeweer heeft een getrokken loop met een nominaal kaliber van .22 inch of 5,58 millimeter.Het gebruik van zogenaamd “volmantelpatronen”is niet toegelaten vanuit veiligheidsoverwegingen en het bemoeilijken van eventuele nazoek van aangeschoten dieren wegens het ontbreken van schottekens.Een enkelloops kogelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is voorzien van een vergrendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen. Verdere toegelaten uitvoeringen:

Combinatiegeweren:

Jachtwapens bestaande uit een combinatie van een of meerdere hagelloop(-lopen) en een of meerdere kogelloop(-lopen), zoals een drieling maar er zijn ook vierlingen. Deze bestaan uit een combinatie van hagel,- kogelpatronen van verschillende kalibers Voor de hagelloop gelden de kalibers: 12, 16, 20 en 24.Voor de kogelloop geldt het kaliber .22 inch of 5,58 millimeter en groter.
muendung9muendung2muendung91muendung8-150x951

 

 

Munitie:

jachtmunitieHagelpatronen:

Bevatten in Nederland geen metallisch lood, maar staal, zink, bismut of koper met een diameter hagel niet groter dan 3,5 millimeter. (art 3.15 B-natuur)

Opmerkingen algemeen:

Het hagelgeweer kaliber 24 is in Nederland zeldzaam. Vanwege de geringe hagellading in de patronen van dit kaliber is de inzet hiervan bij het afschot van ganzen en knobbelzwanen niet aan te bevelen voor gebruik op afstand groter dan 15 meter.

Het kaliber .22 Hornet is door de beperkte beschikbare joules (370 – 578) niet geschikt voor toepassing op onder meer. ree ( zie ook besluit beheer en schadebestrijding) Om dezelfde reden is er voor te pleiten, dat bij het kaliber .22 de toevoeging LR (Long Rifle) wordt aangehouden. Dit kaliber heeft beduidend meer trefenergie dan de types: Short en Long.

De inzet van een pistool is te overwegen bij het doden van dieren die zijn gevangen, aangereden of in een levendvangend vangmiddel. Het kaliber .22 Long Rifle volstaat hierbij. Maar ook de zweethondenbegeleiders of jagers/jachtopzichters, die veel te maken hebben met het nazoeken van zwartwild hebben ter bescherming maar ook om op een effectieve wijze het dier uit zijn lijden te verlossen een pistool ter beschikking. Zeker in Duitsland is dit geheel normaal.

Overzicht in te zetten middelen per diersoort of groepen diersoorten bij ontheffingverlening Wet natuurbescherming.

Diersoort of groepen van diersoorten HagelgeweerKaliber 12, 16, 20 en 24 Hagel max 3,5 mm doorsnede Kogelgeweer Kaliber . 22 inch of 5,58 mm Kogelgeweer  6,5 mm en minstens 2200 Joules op 100 meter Kogelgeweer Kaliber .22 inch of 5,58 mm en (*)minstens 980 Joules op 100 meter Ansia-pistool Verjagen Windbuks
Vogels en zoogdieren         X(Ansia)
Wild zwijn     X    
Edelhert     X    
Damhert     X    
Moeflon     X    
Ree     X X(*) X(Ansia
Marterhond X X X X  
Muntjak X X X X  
Vos X X X X  
Konijn X X   X  
Houtduif X X   X 1)  
Fazant X X   X 1) X(Ansia)
Haas X X   X 1) X(Ansia)
Wild eend X X   X 1) X(Ansia)
Ganzen X X X 1) X 1) X(Ansia)
Kraaiachtigen X X   X 1) X(Ansia)
Knobbelzwanen X X X 1) X 1) X(Ansia)
Meerkoet X X   X 1) X(Ansia)
Muskusrat X X   X  
Beverrat X X   X  
Spreeuw X X     Ansia of windbuks
Huismus X X     Ansia of windbuks
Verwilderde duif X X   X Ansia of windbuks
Turkse tortel X X     Ansia of windbuks
Verw kat X X X X  
Verw nerts X X X X  
Wasbeer X X X X  
Sib.grondeekhoorn X X   X  

X 1):Uitgangspunt is het uitvoeren van een maatregel die gericht is op het voorkomen en bestrijden van schade. Hierbij is de effectiviteit hoofdzaak. In voorkomende gevallen kan daardoor de inzet van sterke wapens de voorkeur verdienen. In de kaliber 5,58 mm ( .22 inch) zijn inmiddels verschillende zeer bruikbare type wapens en munitie voorhanden die meer dan 980 joules op 100 meter bezitten. Deze wapens zijn in de betreffende gevallen goed inzetbaar.Voor ganzen en knobbelzwanen is de inzetbaarheid van zware wapens (> 2200 joules) onder bepaalde omstandigheden ( afstand, terreinsituatie e.d.) te verkiezen boven lichtere kalibers. Met name kaliber.22 inch)Windbuks 2):

Zie verder ook het te downloaden Circulaire wapens en munitie 2019 voor de uitgebreide voorwaarden voor het gebruik en opslag van wapens en munitie in Nederland.

De CMW 2019  bevat een aantal grote en kleinere beleidswijzigingen op het gebied van het legale wapenbezit en is tot stand gekomen na uitvoerig overleg met de belangenorganisaties van wapen en munitie bezitters, in- en externe deskundigen, vertegenwoordigers van de politie en vertegenwoordigers van de diverse betrokken ministeries. De wijzigingen zijn het gevolg van nieuwe inzichten die de afgelopen jaren zijn verkregen met betrekking tot de regulering en beheersing van het legale wapenbezit en zijn mede ingegeven door de maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn de criteria voor het antecedenten onderzoek vereenvoudigd en tevens zijn de mogelijkheden om een wapenvergunning te weigeren of in te trekken verruimd. Tevens zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van een wapenvergunning aangescherpt en er zijn een aantal wijzigingen aangebracht die moeten leiden tot minder problemen in de uitvoeringspraktijk.